Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de voortgang milieuproblematiek Tata Steel (Kamerstuk 28089-334)
2025D21394 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over zijn brief over de voortgang van de milieuproblematiek bij Tata
Steel (Kamerstuk 28 089, nr. 334).
De voorzitter van de commissie,
P. de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
GroenLinks-PvdA-fractie
VVD-fractie
D66-fractie
BBB-fractie
Partij voor de Dieren-fractie
Inleiding
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief over de voortgang van de milieuproblematiek bij Tata Steel. Deze leden maken
zich veel zorgen over de gezondheidssituatie in de IJmond en vinden dat actie te lang
uitblijft.
De leden van de VVD-fractie danken de Staatssecretaris voor de onderhavige stukken.
Zij hebben op dit moment geen verdere vragen.
De leden van de D66-fractie danken de Staatssecretaris voor de brief over de voortgang
van de milieuproblematiek rond Tata Steel.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
en de aanhangige stukken aangaande de voortgang van de milieuproblematiek bij Tata
Steel. Deze leden hebben nog wel enkele vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de brief van
de Staatssecretaris en zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn zeer geschrokken van de recente berichten
over de staat van de kooksgasfabriek 2. Bij 99 van de 108 ovens werden problemen geconstateerd,
waaronder barsten en scheuren in de ovenwanden. Deze leden vinden al jaren dat de
kooksgasfabriek 2 niet meer in gebruik zou moeten zijn. Kan de Staatssecretaris schetsen
hoe het ervoor staat met de intrekkingsprocedure die het bevoegd gezag is gestart?
Wat is hiervan de tijdlijn? Ondersteunt hij het bevoegd gezag zowel juridisch als
financieel bij deze procedure? Wat verwacht hij met betrekking tot de toekomst van
dit fabrieksdeel?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn tevens benieuwd hoe het er inmiddels
voor staat met de uitvoering van de gezondheidseffectrapportage (GER) bij Tata Steel.
Hoewel de methodiek klaarligt, is er op dit moment nog geen regie genomen om de rapportage
daadwerkelijk te maken. In het commissiedebat Leefomgeving is toegezegd dat er een
regierol zal worden belegd. Zijn hierin al stappen gezet?
D66-fractie
De leden van de D66-fractie onderstrepen het belang van een gezonde leefomgeving voor
de inwoners van de IJmond en zien met zorg dat de gezondheidsrisico’s nog altijd ernstig
zijn. Voor deze leden is gezondheid geen bijkomende overweging, maar een randvoorwaarde
voor de besluitvorming over de maatwerkafspraak met Tata Steel. Die norm is leidend,
niet optioneel.
De leden van de D66-fractie zijn de Staatssecretaris erkentelijk dat de snelheid achter
de GER in acht wordt genomen. Tegelijkertijd vinden zij ook dat we, als het gaat om
de gezondheid van omwonenden, niet alleen kunnen hopen op medewerking van Tata Steel.
Graag zien deze leden dat er een strengere deadline voor de ontwikkeling van de GER
wordt vastgesteld. Daarnaast vragen deze leden op welke manier wordt geborgd dat de
GER ook daadwerkelijk leidend zal zijn bij het opstellen en toetsen van de uiteindelijke
maatwerkafspraak. Wordt dit expliciet vastgelegd, bijvoorbeeld als voorwaardelijk
onderdeel van de Joint Letter of Intent (JLOI)?
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de gezondheidsrisico’s die omwonenden
lopen, doordat de kooksgasfabriek 1 zijn deuren niet zal sluiten tot 2030. Het is
de verantwoordelijkheid van de bevoegde instanties om toe te zien op de uitvoering
van de regels door Tata Steel. Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom nadrukkelijk
om de handhavende instanties zo goed als mogelijk te ondersteunen. Daarnaast vragen
deze leden of de motie-Bouchallikh aangaande het verlagen van de NOx-uitstoot van Kooksgasfabriek 1 naar 500 mg/Nm3 (Kamerstuk 22 343, nr. 354) voldoende voortvarend wordt opgepakt. De analyse loopt al sinds 2022, terwijl de
uitstoot significant is en bijdraagt aan bewezen gezondheidsschade. Waarom duurt het
vaststellen van de norm zo lang en wat kan de Staatssecretaris doen om dit te versnellen?
De leden van de D66-fractie lezen dat Tata Steel bereid is om vertrouwelijk informatie
inzake de milieueffectrapportage (MER) te delen voor de GER. Wordt daarbij ook onafhankelijke
toetsing door publieke instanties (zoals de GGD of het RIVM) gegarandeerd? Hoe wordt
voorkomen dat de informatieongelijkheid tussen bedrijf, overheid en omwonenden blijft
bestaan? Wordt overwogen om omwonenden actief te betrekken bij de toetsing en validatie
van de GER, bijvoorbeeld via een burgerpanel of een openbare zienswijzeprocedure?
BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie vragen wat de houding van Tata Steel is ten opzichte van
het methodisch kader van de GER voor Tata Steel Nederland (TSN).
De leden van de BBB-fractie lezen dat brede welvaart niet wordt meegenomen in de onderzoeken.
Als reden wordt gegeven dat het niet in te schatten is wat een toekomstige situatie
doet met de mentale gezondheid. Deze leden vinden dit lastig. De aanwezigheid van
Tata Steel heeft namelijk ook positieve effecten op de brede welvaart in de regio
en vinden dat daar een zo realistisch mogelijk beeld van geschetst moet kunnen worden,
zowel van de positieve effecten van TSN op de omgeving, als de negatieve.
De leden van de BBB-fractie merken op dat de GER-TSN zich richt op activiteiten binnen
het TSN-terrein. Transportstromen worden daarbij niet meegewogen. Deze leden vragen
waarom, aangezien zwaar verkeer en de constante toestroom van zware zeevaart net zo
goed een effect kunnen hebben op de gezondheid van omwonenden.
Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden de negatieve gezondheids- en
milieueffecten die Tata Steel veroorzaakt, zeer zorgwekkend. Maar ook de houding van
het bedrijf, dat vaker is betrapt op het geven van misleidende of incomplete informatie
en data. De bewijzen van de schade blijven zich opstapelen. Deze leden hebben vragen
over onder andere de maatwerkafspraken, kooksfabrieken, overkappingen en staalslakken
en hopen dat de Staatssecretaris zo snel mogelijk alles op alles gaat zetten om de
gezondheid van omwonenden en werknemers maximaal te beschermen, volledig in lijn met
álle adviezen van de onafhankelijke Expertgroep Gezondheid IJmond en dus conform de
wens van de Kamer.
Maatwerkafspraken en gezondheid
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat de bescherming van de
gezondheid van burgers een van de belangrijkste kerntaken van de overheid is. Het
is daarom belangrijk dat de gezondheid van omwonenden en werknemers centraal staat
in de eventuele maatwerkafspraken met Tata Steel en de naleving snel en effectief
kan worden afgedwongen. De omgevingsdienst concludeerde recent dat Tata Steel «calculerend
en opportunistisch» te werk gaat en signaleerde dat het bedrijf decennia lang oude
onderdelen (die kankerverwekkende stoffen lekken) en beschadigde ovenwanden «jaren
achter elkaar» blijft gebruiken. De toezichthouder stelt dat Tata Steel er bewust
voor kiest de ovenwanden niet te repareren en heeft er geen vertrouwen dat Tata dit
oplost. Ook concludeert de omgevingsdienst dat Tata Steel geen goed onderhoudsplan
heeft. Deze leden zijn benieuwd welke invloed dit heeft op de onderhandelingen over
de maatwerkafspraken. Hoe kan het dat er nog geen goedgekeurd onderhoudsplan van Tata
Steel ligt? Deze leden zijn benieuwd of de Staatssecretaris bereid is om een goed
onderhoudsplan af te dwingen bij Tata Steel. Hoe kan de Staatssecretaris afspraken
maken met een bedrijf dat dit gedrag laat zien en keer op keer tijd rekt en aantoonbaar
misleidt? Deze leden vragen de Staatssecretaris om uitgebreid toe te lichten hoe hij
in de maatwerkafspraken gaat borgen dat de data die relevant zijn voor de afspraken
a) heel snel toegankelijk zijn voor de toezichthouder en b) onafhankelijk worden gemeten
en gecontroleerd, aangezien Tata met de huidige werkwijze te veel kansen heeft om
te misleiden en te vertragen (zie ook de uitspraak van de omgevingsdienst en de Reclame
Code Commissie over Tata’s onjuiste claim dat ze de hoeveelheid polycyclische aromatische
koolwaterstoffen (pak’s) in 2022 met 50% hebben verminderd). Ook vragen deze leden
de Staatssecretaris om uitgebreid toe te lichten hoe hij in de maatwerkafspraken gaat
borgen dat er, als tussentijds blijkt dat Tata Steel zich niet aan de afspraken rondom
gezondheid houdt, meteen hard kan worden ingegrepen. Kan de Staatssecretaris beloven
dat in de eventuele maatwerkafspraken wordt geborgd dat Tata Steel in het geval van
afwijking van de afspraken geen kansen krijgt om te verbeteren, maar meteen zware
sancties opgelegd krijgt, aangezien eindeloze verbeterrapportages in het verleden
vooral vertragend hebben gewerkt?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben in de Kamerbrief de gezondheidsdoelstellingen
die worden meegenomen in de maatwerkafspraken bekeken. De doelen zoals in de Kamerbrief
vermeld, zijn nu nog heel vaag. Het gaat over reductie van bepaalde uitstoot, geluids-
en geuroverlast zonder daar concrete reductiegetallen aan vast te plakken. Zijn concrete
doelstellingen er echt niet of zijn deze alleen nog niet gedeeld met de Kamer? Als
ze er echt niet zijn, moeten deze leden dan concluderen dat zelfs een minimale reductie
als reductie wordt meegeteld en Tata Steel zonder veel moeite de gezondheidsdoelen
kan halen? En wat zijn de concrete consequenties, als de doelen niet gehaald worden?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat doelen stellen een goed
begin is, maar het is uiteindelijk de bedoeling dat de doelen gehaald worden. Zij
zien rondom klimaat en milieu dat er ambitieuze doelen voor de verre toekomst gesteld
worden. Daarom vragen zij of er ook jaarlijkse tussendoelen gemaakt worden voor de
gezondheidsdoelen in de maatwerkafspraken zodat elk jaar getoetst kan worden of de
doelstellingen van dat jaar gehaald zijn, en zo niet, de inzet geïntensiveerd kan
worden om op koers te blijven.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie stellen dat het ook belangrijk is dat
de doelen niet alleen op papier gehaald worden, maar ook in de praktijk. De bijlage
van de provinciale staten van Noord-Holland maakt duidelijk dat door Tata Steel gerapporteerde
emissiewaarden onjuist zijn: onafhankelijke metingen tonen aan dat grenswaarden worden
overschreden. Om de GER een effectief instrument te laten zijn, zijn kloppende metingen
nodig. Hoe waarborgt de Staatssecretaris dat metingen in de toekomst structureel onafhankelijk
en frequent worden uitgevoerd? De Expertgroep meldde dat er momenteel jaarlijks ongeveer
3.000 incidenten plaatsvinden bij Tata Steel, die slecht worden gemonitord maar wel
grote gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van omwonenden. Hoe wordt de monitoring
van deze incidenten verbeterd en hun effect op de gezondheid in de gaten gehouden,
en hoe worden de uitkomsten daarvan meegenomen in de maatwerkafspraken?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen in het advies van de Expertgroep
het volgende: «voor het geval de gezondheidseffecten, zoals die blijken uit de GER
of de daaropvolgende monitoring, negatief uit de pas gaan lopen met de afgesproken
gezondheidsdoelen, kan in de maatwerkafspraken de plicht worden opgenomen om tot aanpassing
van de plannen te komen.» Hoe beoordeelt de Staatssecretaris deze aanbeveling, en
is hij bereid een dergelijke aanpassingsplicht daadwerkelijk op te nemen in de maatwerkafspraken
met Tata Steel?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat het kabinet niet kiest
voor een alternatieve verduurzamingsroute met uitsluitend schroot of geïmporteerd
halffabricaat (HBI), omdat er volgens het kabinet geen markt is voor HBI en deze route
geen rendabele businesscase oplevert. Deelt de Staatssecretaris de visie van deze
leden dat rendabiliteit voor een individueel bedrijf niet leidend zou moeten zijn,
wanneer alternatieven mogelijk beter scoren op volksgezondheid en milieuschade?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat maatwerkafspraken
alleen met financieel gezonde bedrijven kunnen worden gemaakt. Uit onder andere het
rondetafelgesprek over de maatwerkafspraken met Tata Steel van 30 januari jl. blijkt
dat Tata in financieel zwaar weer verkeert en er naast subsidie voor de ombouw ook
structureel operationele subsidie nodig zal zijn. Hoe wordt dit meegenomen in de besluitvorming
rondom Tata Steel?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen er daarnaast op dat onderzoek
van Natuur & Milieu laat zien dat Tata Steel jaarlijks ten minste 1,1 miljard euro
aan maatschappelijke kosten veroorzaakt, onder meer door verhoogde zorgkosten en verminderde
arbeidsproductiviteit.1 Hoe verhoudt dit zich tot het principe «de vervuiler betaalt»? En welke concrete
stappen worden genomen om deze kosten te beprijzen? Hoe worden deze kosten meegenomen
in de onderhandelingen over de maatwerkafspraak, aangezien de belastingbetaler nu
voor de kosten opdraait?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat een relatief klein aantal
sectoren momenteel verantwoordelijk is voor een groot deel van de milieuproblemen
in Nederland, terwijl de grootste sectoren in termen van werkgelegenheid en economische
toegevoegde waarde juist relatief schoon zijn. Zou bij het maken van (maatwerk)afspraken
met bedrijven ook rekening moeten worden gehouden met hun efficiëntie, met andere
woorden: hoeveel financiële waarde zij toevoegen, afgezet tegen de maatschappelijke
kosten die ze veroorzaken en hoe ze omgaan met schaarse middelen, zoals energie en
milieugebruiksruimte?
Kooksfabrieken
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen erop dat in Engeland drie kooksgasfabrieken
de afgelopen jaren allemaal zijn gesloten vanwege de leeftijd, diverse gebreken en
het niet voldoen aan de beste beschikbare technieken (BBT). Wat is er volgens de Staatssecretaris
anders bij Tata Steel dan bij deze kooksgasfabrieken in Engeland? Hoe kan het dat
kooksgasfabriek 2 nog steeds niet gesloten is? En is er een onafhankelijk rapport
van een deskundige dat aantoont dat de huidige kooksgasfabrieken voldoen aan de stand
der techniek? Zo nee, is de Staatssecretaris bereid een onafhankelijk onderzoek uit
te laten voeren naar de toestand van beide kooksgasfabrieken, bijvoorbeeld door DMT
GmbH & Co. KG Industrial Engineering, Coke Oven Gas Technology?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen in de Kamerbrief over kooksgasfabriek
1 dat, als de kosteneffectiviteitsanalyse er aanleiding toe geeft, de vergunning die
de omgevingsdienst afgeeft, kan worden aangepast om de uitstoot norm van NOx te verlagen richting 500 mg/Nm3. Dit roept bij deze leden veel vragen op. Wat moet
er uit de kosteneffectiviteitsanalyse komen om deze verlaging in de vergunningen door
te voeren? Klopt het dat hiermee bedoeld wordt dat als het te duur wordt voor Tata
Steel, de gezondheid van omwonenden niet beschermd hoeft te worden volgens de Europese
norm? En wat betekent «verlagen richting 500 mg/Nm3»? Tot hoeveel moet het dan verlaagd
worden, en waarom niet gewoon tot maximaal 500 mg/Nm3? Ook blijkt dat de omgevingsdienst
hier pas in het vierde kwartaal een besluit over gaat nemen. Klopt het dat dit besluit
zowel belangrijk is voor de MER als de GER en er daarom gewacht moet worden met de
maatwerkafspraken, totdat deze informatie bekend is?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat het staalplan van Tata
Steel, waarover nu wordt onderhandeld voor de maatwerkafspraken, zwaar leunt op het
open blijven houden van kooksgasfabriek 1 tot minstens ongeveer 2038. Die fabriek
is volgens experts nu al afgeschreven, maar is tegen die tijd bijna 60 jaar oud. De
kans dat de fabriek gedwongen eerder moet sluiten, omdat het aan alle kanten lekt
is groot, waarmee het uitvoeren van het huidige plan van Tata Steel nog onhaalbaarder
wordt. Dat brengt dus enorme risico’s voor de belastingbetaler met zich mee. Deze
leden vragen de Staatssecretaris om uitgebreid te reflecteren en met verwijzing naar
(wetenschappelijke) bronnen te onderbouwen wat de risico’s zijn die de staat van kooksgasfabriek 1
met zich meebrengt voor de haalbaarheid en betaalbaarheid van het huidige plan van
Tata Steel. Wat gebeurt er met de maatwerkafspraken en het daarbij behorende groenstaalplan
als de kooksgasfabriek 1 bijvoorbeeld al voor 2030 blijkt te moeten sluiten wegens
de slechte staat of het overtreden van regels?
Overkapping
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat de heer Coenrady constateerde
dat de te bouwen overkappingen bij Tata Steel juridisch afdwingbaar zijn. In de brief
die door de Staatssecretaris naar de Kamer is gestuurd, staat dat het Ministerie van
IenW het hier niet mee eens is, onder andere omdat complexe bedrijven zoals Tata Steel
uitgezonderd zijn. Allereerst vragen deze leden om wat voor uitzondering het precies
gaat en waar je precies aan moet voldoen om uitgezonderd te kunnen worden van zulke
wetgeving. Ook vragen deze leden waarom zulke uitzonderingen bestaan en welke andere
bedrijven in Nederland van zulke uitzondering gebruik maken.
Daarnaast missen deze leden gedegen juridische en/of technische onderbouwing. Zo wordt
er geen onderscheid gemaakt tussen loodsen met een kunststof dak met een spanbreedte
kleiner dan 100 meter (de goedkope loodsen) en loodsen, die breder en groter zijn
(zoals gebouwd in India en Zuid-Italië). Kan de Staatssecretaris toelichten waarom
hij dit onderscheid niet heeft gemaakt? Ook lijkt het erop dat artikel 4.1065 van
het Besluit Activiteiten Leefomgeving over de gesloten opslag van stuifgevoelige goederen
en de toelichting daarop niet bij de beoordeling van het kabinet is betrokken. Klopt
dit? Zo nee, kan de Staatssecretaris toelichten hoe hij dit heeft meegenomen? Zo ja,
waarom is het besluit niet meegenomen? Omdat het wel of niet juridisch afdwingbaar
zijn van de te bouwen overkappingen een belangrijk vraagstuk is bij de maatwerkafspraken,
vinden deze leden het belangrijk dat de landsadvocaat of de Afdeling Advisering van
de Raad van State zich ook over deze kwestie buigt, en hierbij het partijdeskundige
rapport van de heer Coenrady in meeneemt. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat hij
het advies van deze partijen zal vragen?
Overig
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Staatssecretaris wat zijn
mening is over de recent gepresenteerde plannen om het Tataterrein te saneren en in
te richten als grootschalige woningbouwlocatie in de Randstad. Zij vragen hem bij
de beantwoording van de vraag andere (geslaagde) transformaties van bedrijventerrein
naar woningbouwlocatie, zoals de casus Enka Ede, te betrekken.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat het onderwerp staalslakken
in de Kamerbrief niet wordt besproken, terwijl ook hier de bewijzen van de vervuiling
van het milieu en de negatieve effecten op onze gezondheid zich blijven opstapelen.
Zo concluderen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het RIVM dat zelfs
bij juiste toepassingen de risico’s te groot zijn. Onderschrijft de Staatssecretaris
de conclusies van zijn uitvoeringsorganisaties? Zo nee, kan de Staatssecretaris wetenschappelijk
onderbouwen waarom hij de conclusies niet ondersteunt?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.