Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 12-13 mei 2025 (Kamerstuk 21501-07, nr. 2111)
2025D20117 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 6 mei 2025 vragen en opmerkingen aan de
Minister van Financiën voorgelegd over de brief van 30 april 2025 met de geannoteerde
agenda voor de vergaderingen van de Eurogroep en Ecofinraad op 12 en 13 mei 2025 (Kamerstuk
21 501-07, nr. 2111), alsmede over de brief van 29 april 2025, waarmee het verslag van de vergaderingen
van de Eurogroep en Ecofinraad van 11en 12 april 2025 is aangeboden (Kamerstuk 21 501-07, nr. 2110).
De voorzitter van de commissie,
Nijhof-Leeuw
De griffier van de commissie,
Weeber
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en hebben
naar aanleiding daarvan een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie constateren naar aanleiding van de toelichting op de verordening
«Security Action for Europe» (SAFE) dat het kabinet van mening is dat het voorstel
van de Europese Commissie voldoende waarborgen biedt voor schuldhoudbaarheid en financiële
stabiliteit. Is daarbij ook meegewogen dat na het vervallen van de ontsnappingsclausule
van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) dit ertoe kan leiden dat lidstaten te maken
krijgen met oplopende structurele begrotingstekorten?
De leden van de PVV-fractie constateren dat het kabinet de voorgestelde mogelijkheden
voor samenwerking met derde landen steunt en zelfs pleit voor verdere uitbreiding
daarvan. Geldt voor deze derde landen ook de eis dat ten minste 65% van de defensie-investeringen
binnen het voorstel moet worden geproduceerd door de Europese defensie-industrie?
De leden van de PVV-fractie constateren dat het kabinet kritisch is over de rol van
de Europese Commissie bij de beoordeling van defensie-investeringsplannen en de besluiten
over toekenning van middelen. En dat het kabinet aangeeft dat er in plaats daarvan
een grotere rol moet komen van de Raad. Kan de Minister deze afweging nader toelichten?
En kan de Minister toelichten op welke wijze het kabinet zich inzet om de rol van
de Raad te versterken?
De leden van de PVV-fractie constateren dat het kabinet de digitale euro van toegevoegde
waarde vindt als dit een pan-Europees betaalmiddel wordt, gestoeld op Europese infrastructuur,
zodat de digitale euro kan bijdragen aan de strategische autonomie van de Europese
Unie.
Kan de Minister toelichten waarom een digitale euro noodzakelijk zou zijn, terwijl
het huidige Nederlandse betaalsysteem – met onder andere iDEAL – al snel, efficiënt
en breed geaccepteerd is?
In hoeverre voorziet de bestaande infrastructuur, zoals SEPA (Single Euro Payments
Area) en TARGET (Trans-European Automated Real-time Gross Settlement Express Transfer
System), al in snel, veilig en betrouwbaar betalingsverkeer binnen Europa? Waar liggen
volgens de Minister de tekortkomingen van deze systemen, en op welke punten zou de
digitale euro hierin wél een meerwaarde kunnen bieden?
Daarnaast vragen de leden van de PVV-fractie zich af op welke concrete wijze de digitale
euro zou bijdragen aan de strategische autonomie van de Europese Unie, zeker gezien
de aanwezigheid van bestaande, veelgebruikte private digitale betaalmiddelen. Hoe
ziet de Minister dat?
Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie de Minister hoe de privacy van burgers
gewaarborgd zal worden bij het gebruik van de digitale euro. Op welke wijze wordt
voorkomen dat transacties traceerbaar zijn door overheden of derden, en welke garanties
kunnen er worden gegeven op het gebied van gegevensbescherming en het voorkomen van
programmeerbaarheid?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Eurogroep en Ecofinraad op 12 en 13 mei 2025 en van het verslag van de vorige vergaderingen.
De leden hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.
Kapitaalmarktunie
De leden van de VVD-fractie zijn voorstander van een verder geïntegreerde Europese
kapitaalmarktunie. Dit is belangrijk voor de financiering van onze bedrijven en dus
de concurrentiepositie van Nederland en Europa. Er zijn nu bedrijven die vanwege de
kapitaalbehoefte vluchten naar de VS, en maatregelen zijn dus nodig. Juist nu er meer
volatiliteit is op internationale markten is snelle voortgang nodig. De maatregelen
zijn momenteel nog weinig concreet, waardoor een definitief oordeel over sommige maatregelen
niet altijd te geven is. De leden van de VVD-fractie gaan ervan uit dat het tijdens
de Eurogroep alleen gaat om een gedachtewisseling en dat er geen besluiten of onomkeerbare
stappen worden gezet. Wanneer worden meer concrete voorstellen verwacht? Wat is daarbij
de status van de voortrekkersrol die Nederland wil nemen hierin?
De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast in het verslag dat de Europese Centrale
Bank (ECB) twee voorstellen heeft gedaan, namelijk het toewerken naar geïntegreerd
EU-toezicht en het integreren van infrastructuur zoals clearing en settlement. Hoe
kijkt het kabinet naar deze voorstellen? Wanneer wordt een akkoord verwacht op het
regelgevend kader voor Bankencrisisbeheer en Depositoverzekering (CMDI)?
Eerder hebben de leden van de VVD-fractie het kabinet gevraagd in het BNC-fiche uitgebreid
in te gaan op de verschillende voorstellen en gevolgen. Volgens deze leden is dat
nog onvoldoende. Kan dat alsnog gebeuren? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie willen een impactassessment naar de gevolgen van sommige
voorstellen (onder meer insolventierecht, zekerhedenrecht, 28e regelgevend regime ondernemingsrecht) en of ze het probleem daadwerkelijk oplossen.
Deze leden gaan ervan uit dat er verder gesproken wordt met het kabinet tijdens het
commissiedebat Kapitaalmarktunie op 15 mei 2025.
Digitale euro
De leden van de VVD-fractie willen zeker weten dat de digitale euro ook toegevoegde
waarde heeft. Dit is nu nog onduidelijk. Wanneer kan daar meer over aangegeven worden?
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk zicht te hebben op impact, gevolgen
en risico’s van de digitale euro. Het proces lijkt gestadig voort te gaan. Maar deze
leden willen eerst meer duidelijkheid hebben. Zorgvuldigheid gaat boven snelheid,
wat betreft de leden van de VVD-fractie. Ziet het kabinet door geopolitieke instabiliteit
een toenemende druk op snelle invoering van de digitale euro vanwege een veronderstelde
toename van strategische autonomie voor Europa? DNB-voorzitter Klaas Knot haalde dit
argument laatst in een speech bijvoorbeeld aan.1
De leden van de VVD-fractie willen ook weten wanneer de momenten zijn in het tijdpad
waarop er besluiten genomen worden en op welke momenten de Kamer nog invloed kan uitoefenen.
Deze leden zijn blij dat het kabinet aangeeft dat er geen onomkeerbare stappen gezet
mogen worden.
Het Nederlandse Herstel- en veerkrachtplan
De leden van de VVD-fractie lezen dat er geen discussie wordt verwacht over de aanpassing
van het raadsuitvoeringsbesluit over het Nederlandse Herstel- en veerkrachtplan (HVP).
Dat is een goede ontwikkeling.
Kan het kabinet nog aangeven of er nog meer mijlpalen zijn die onder druk staan als
het gaat om het resterende deel van het Nederlandse HVP? Wat is de actuele stand van
zaken? Hoe kijkt het kabinet daarnaast naar de grote hoeveelheid wijzigingen die Portugal
en Slowakije hebben ingediend, respectievelijk 67 en 57 wijzigingen?
Concurrentievermogen
De leden van de VVD-fractie zien dat het Omnibus I voorstel (CSRD, CSDDD, CBAM, taxonomie)
voor verminderen regeldruk in eerste instantie voortvarend is opgepakt met een «stop
the clock». Deze leden willen graag weten hoe het proces nu verder verloopt. De leden
van de VVD-fractie verwijzen ook naar hun inbreng voor het schriftelijk overleg van
8 april 2025 over het Omnibus I voorstel. Wanneer ontvangt de Kamer de beantwoording
daarvan?
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat er verdere stappen worden genomen
in het verminderen van de regeldruk. De leden zijn benieuwd naar de plannen daarvoor
en het tijdpad. Het is nu niet het moment op de aanpak van regeldruk stil te laten
vallen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat vertegenwoordigers van de Europese financiële
sector op 20 maart 2025 ook voorstellen heeft gedaan voor aanpassing van FiDA (Financial
Data Access). Wat vindt de Minister van de huidige FiDA-voorstellen? Wat is de huidige
stand van zaken?
Is de Minister bereid om met voorstellen te komen om FiDA aan te passen tijdens de
Eurogroep/Ecofinraad? Zo nee, waarom niet? In hoeverre is de Minister bereid om in
gesprek te gaan met de financiële sector over wijziging van FiDA? Hoe ziet het Europese
krachtenveld eruit met betrekking tot FiDA?
De leden van de VVD-fractie zijn er voorstander van om ook de FiDA op de schop te
nemen met het oog op de concurrentiepositie en regeldruk.
Richtlijn btw-regels voor afstandsverkopen en btw bij invoer
De leden van de VVD-fractie willen weten of de voorliggende voorstellen met betrekking
tot de btw-regels uitvoerbaar zijn voor de Nederlandse douane en de douane in andere
lidstaten. Graag ontvangen zij een uitgebreide toelichting. Zijn de benodigde middelen
(financieel, personeel, ICT) beschikbaar voor een succesvolle uitvoering? Op welke
manier wordt rekening gehouden met bestaande systemen en processen van bedrijven?
De leden van de VVD-fractie lezen dat andere lidstaten geen voorstander zijn van een
snelle implementatie van het eenloketsysteem, of vinden dat meer tijd genomen moet
worden. Welke complicaties treden er mogelijk op voor bedrijven wanneer andere lidstaten
het eenloketsysteem niet, later of anders implementeren? Is het kabinet het met de
leden van de VVD-fractie eens dat bedrijven baat hebben bij een eenduidige uitvoering
in alle lidstaten? Wat gaat de regering eraan doen om dit doel te bereiken?
Security Action for Europe: SAFE-verordening
De leden van de VVD-fractie willen dat Europa meer investeert in defensie. We moeten
doen wat nodig is. En we moeten minder leunen op de VS als het gaat om de verdediging
van EU. Dat betekent dat alle landen eerst sowieso naar de 2% NAVO-norm moeten. En
wat de leden van de VVD-fractie betreft op termijn naar 3,5% groeien. In dat licht
kunnen de leden van de VVD-fractie de voorstellen van de Europese Commissie in deze
uitzonderlijke situatie billijken, ook al vinden deze leden dat de EU-leningen voor
leningen en uitzonderingen op het SGP eigenlijk niet nodig zouden moeten zijn. Nederland
heeft gewoon ook zelf maatregelen genomen om de hogere defensie-uitgaven te financieren.
En dat moeten andere landen ook doen. Als de Commissie eerder goed had gestuurd op
financiële discipline en handhaving van de regels, dan was het ook niet nodig geweest.
De instemming met grotere flexibiliteit in het SGP in het verleden is voor de leden
van de VVD-fractie Nederland gekoppeld aan strakke handhaving. Dat staat nog steeds,
juist omdat op lange termijn investeren in defensie alleen kan als schulden niet te
ver oplopen. Hoe gaat de Europese Commissie de handhaving doen? Hoe wordt ervoor gezorgd
dat die steviger is dan tot nu toe? Hoe vindt informatievoorziening plaats richting
Kamer? Hoe wordt geborgd dat de schuldhoudbaarheid op de middellange termijn niet
in gevaar komt? Landen als Frankrijk en Italië hadden nu qua staatsschuld al niet
een geloofwaardig afbouwpad volgens de leden van de VVD-fractie.
De leden van de VVD-fractie blijven, net als het kabinet, tegenstander van eurobonds.
En gaan ook er ook vanuit dat dit niet aan de orde is in de uiteindelijke voorstellen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat geen fundamentele wijzigingen zijn voortgekomen
uit de onderhandelingen ten opzichte van het commissievoorstel. De leden van de VVD-fractie
willen weten wat de wijzigingen dan wel zijn.
De leden van de VVD-fractie willen weten wanneer de voorstellen vanuit de mededeling
van de Europese Commissie over de nationale ontsnappingsclausule ten aanzien van het
SGP komen. Hoe wordt de Kamer daarvan op de hoogte gehouden?
Oekraïne
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat de Commissie op 1 april 2025 de derde
reguliere tranche financiële steun onder de EU Oekraïne-faciliteit uitbetaald heeft.
De overige 13,1 miljard euro zal voor eind 2025 uitbetaald worden. De leden van de
VVD-fractie gaan ervan uit dat dit zo snel mogelijk gebeurt als nodig is.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de totale herstel- en wederopbouwnoden van Oekraïne
door de Wereldbank worden geschat op 524 miljard dollar, nog los van de schatting
van het externe financieringstekort door het IMF. Deze leden zijn ervan op de hoogte
dat bijvoorbeeld exportkredietverzekeringen het Nederlandse bedrijfsleven ondersteuning
kunnen bieden om bij te dragen aan de wederopbouw van Oekraïne. Acht het kabinet dit
tot dusver een voldoende instrumentarium?
Verslag Eurogroep/Ecofin 11–12 april
De leden van de VVD-fractie lezen in het verslag van de Eurogroep en de informele
bijeenkomst van Ecofin-ministers van 11 en 12 april 2025 te Warschau dat er is gesproken
over het oprichten van een nieuwe intergouvernementele organisatie op het gebied van
defensie, naar aanleiding van een Bruegel-rapport. Door Bruegel is de op te richten
organisatie benoemd als European Defence Mechanism (EDM). De organisatie zou zich bezig moeten houden met planning, financiering, aanbesteding
en eigendom van zogenoemde Europese strategic enablers, zoals satelliet- en luchtafweersystemen. Ook zou gezamenlijke inkoop van materieel
via het EDM kunnen plaatsvinden. Het intergouvernementele karakter (een samenwerkingsverband
van landen onderling, buiten EU-wetgeving om) betekent dat landen op vrijwillige basis
deel kunnen nemen en dat de organisatie ook open gesteld kan worden voor landen buiten
de EU (zoals Noorwegen of het VK). Nederland benoemde open te staan voor de verkenning
van zo’n intergouvernementeel samenwerkingsverband, zo valt te lezen in het verslag.
Graag ontvangen de leden van de VVD-fractie een toelichting hoe zo’n nieuwe intergouvernementele
organisatie zich volgens het kabinet zou verhouden tot de NAVO.
De leden van de VVD-fractie zijn daarnaast verheugd te lezen dat er omtrent het Carbon
Border Adjustment Mechanism (CBAM) een voorstel op tafel ligt om te komen tot zekerheid
voor het bedrijfsleven. In dit voorstel volgt er alleen een aanpassing van de huidige
drempelwaarde van 50 ton massa (gewicht) per jaar, als de benodigde massa om 99 procent
van de emissies te ondervangen groter is dan 65 ton massa of kleiner dan 35 ton massa.
De benodigde aanpassing van minimaal 15 ton massa zorgt ervoor dat de drempelwaarde
niet te snel wordt aangepast en een aantal jaar hetzelfde kan blijven. Eerder hebben
de leden van de VVD-fractie gepleit voor deze zekerheid.
De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast dat Bulgarije mogelijk per 1 januari 2026
toetreedt tot de eurozone. De economische indicatoren van Bulgarije zien er goed uit,
dus dat is een positief teken, wil het toetreden tot de euro. Bulgarije heeft echter
wel een probleem met corruptie. Bovendien is Bulgarije een van de armste landen van
de EU en heeft regelmatig te kampen met politieke instabiliteit. Hoe beïnvloeden deze
punten de mening van het kabinet over de wenselijkheid van toetreding van Bulgarije
tot de eurozone? En hoe groot acht het kabinet de kans dat Bulgarije daadwerkelijk
per 1 januari 2026 tot de eurozone toetreedt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de NSC-fractie vragen naar de laatste stand van zaken van het SAFE-initiatief.
Hoeveel landen zijn voornemens gebruik te maken van de leningfaciliteit van 150 miljard
euro en voor welk bedrag?
Hoeveel landen zijn voornemens gebruik te maken van de ontsnappingsclausule van 650
miljard euro en voor welk bedrag?
Hoe komt het dat Frankrijk niet gebruik wenst te maken van deze twee EU-initiatieven,
terwijl president Macron zich hiervoor eerder wel leek uit te spreken? Franrijk heeft
toch te maken met een instabiele minderheidsregering die niet in staat is te bezuinigen
of de belastingen te verhogen, en dus aangewezen is op leningen? Of heeft Frankrijk
zijn leidende rol in de wederopbouw van een Europese defensie-industrie alweer opgegeven?
Kan inmiddels de conclusie worden getrokken dat deze 800 miljard euro voor de defensie-industrie
er vermoedelijk niet zal komen?
Klopt het dat deze 800 miljard euro vooral de vraag naar defensiematerieel zal verhogen,
maar niet per se het aanbod? En dat zonder verhoging van het aanbod, vooral de prijzen
van het defensiematerieel zullen stijgen, op kosten van de Europese belastingbetalers?
Hoe kan voorzien worden in een Masterplan voor de defensie-industrie?
De leden van de NSC-fractie vragen voorts of het klopt dat de mogelijke verhoging
van de NAVO-norm van 2% van het bruto binnenlands product (bbp) een veel grotere impact
zal hebben op de defensie-industrie dan het «plan van 800 miljard euro». Klopt het
dat een uitbreiding van de defensie-uitgaven naar 3,5% resp. 5% van het bbp zou betekenen
dat 38 resp. 54 miljard euro aan defensie uitgegeven zou moeten worden? In hoeverre
past dit binnen het Uitgavenkader van circa 427 miljard euro? Klopt het dus dat een
dergelijke verhoging van de defensie-uitgaven niet kan binnen de huidige begrotingsregels
en het trendmatig begrotingsbeleid?
Is het kabinet bereid de eerstvolgende, 18e Studiegroep Begrotingsruimte om advies te vragen over een hervorming van de begrotingsregels,
die meestal in de Startnota worden afgesproken? En daarbij ook mee te nemen dat steeds
terugkomende uitgaven- en inkomstenmeevallers sneller en eerder kunnen worden bij
de voorjaarsbesluitvorming?
De leden van de NSC-fractie vragen voorts in hoeverre de saldomeevaller van 2024 van
21 miljard euro is meegenomen in de voorjaarsbesluitvorming. En in hoeverre is de
saldomeevaller van 2025 van 8 miljard euro meegenomen in de voorjaarsbesluitvorming?
Op welke manier zijn deze meevallers meegenomen? Zijn deze meevallers meegenomen als
dekking voor beleidsintensiveringen bij de Voorjaarsnota?
Waarom is de budgetflexibiliteit in de suppletoire begrotingen horende bij de Voorjaarsnota
niet gerapporteerd aan de Kamer, zoals voorgesteld in de initiatiefnota van de leden
Omtzigt en Idsinga over «Realistisch ramen» (Kamerstuk 36 672, nr. 2)? Immers, het kabinet had toch in zijn reactie daarop ((Kamerstuk 36 672, nr. 4) aangegeven dit in overweging te nemen? Hoe kan de Kamer gebruik maken van zijn grondwettelijke
budgetrecht, als onduidelijk is waar de vrije ruimte zit in de diverse suppletoire
begrotingen?
Deelt het kabinet de mening van de leden van de NSC-fractie dat de Europese begrotingsregels
(het SGP) al zeer streng zijn? Waarom zijn er dan ook nog Nederlandse begrotingsregels
in de vorm van de Startnota? Is dit niet een dubbel slot op de deur, of anders gezegd
een kop op Europese wet- en regelgeving?
Klopt het dat Duitsland zijn eigen kop op Europese wet- en regelgeving (de Schuldenbrehmse)
onlangs heeft hervormd via een grondwetswijziging?
De leden van de NSC-fractie vragen wat de laatste stand van zaken is met betrekking
tot de confiscatie van de 260 miljard euro aan tegoeden van de Russische centrale
bank. Waarom wordt er ogenschijnlijk totaal geen voortgang geboekt in deze zaak?
Hoe komt het dat de Minister onlangs heeft aangegeven dat «we op dit punt aan het
begin van de discussie staan», terwijl deze discussie, net als de oorlog zelf, al
meer dan drie jaar duurt?
Heeft de Oekraïense regering inmiddels zelf via civielrechtelijke weg beslag laten
leggen op de Russische tegoeden, bijvoorbeeld in België, waar 190 miljard euro van
deze tegoeden ondergebracht zijn? Zo nee, waarom niet? Kan het kabinet bij de Oekraïense
regering nagaan waarom nog geen beslag is gelegd? Het klopt toch dat in het verleden
dergelijke beslagen zijn gelegd op bijvoorbeeld schepen en vliegtuigen? Klopt het
dat Rusland zelf in 2022 beslag heeft gelegd op honderden vliegtuigen uit andere landen?
De leden van de NSC-fractie vragen voorts of het klopt dat het Verenigd Koninkrijk
en de Europese Unie naar verwachting tijdens een gezamenlijke top op 19 mei 2025 een
veiligheids- en defensiepartnerschap zullen tekenen. Welke andere landen hebben een
dergelijk partnerschap met de EU? Waarom is er nog geen dergelijk EU-partnerschap
met Oekraïne? Welke financiële bijdrage zou het VK moeten betalen om mee te doen aan
SAFE?
Klopt het dat er sinds de zomer van 2024 weer meer toenadering is tussen het VK en
de EU? Is het denkbaar dat het VK op termijn weer zal toetreden tot de Europese Economische
Ruimte (EER) en de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA)? Is het ook denkbaar dat andere
landen binnen en buiten Europa, zoals Oekraïne en Canada, zouden kunnen toetreden
tot de EER en de EVA?
De leden van de NSC-fractie vragen tot slot hoeveel begrotingsruimte de ontsnappingsclausule
van het SGP voor Nederland zou opleveren. En wat betekent de activatie van de ontsnappingsclausule
voor landen die reeds in een buitensporigtekortprocedure zitten, zoals Polen? Betekent
dit bijvoorbeeld dat Polen daar weer uit kan worden gehaald?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
vergaderingen van de Eurogroep en de Ecofinraad van 12 en 13 mei 2025 en van het verslag
van de vergaderingen van 11 en 12 april 2025. Zij hebben daarover een aantal opmerkingen
en vragen.
De leden van de BBB-f ractie lezen dat de Minister over de kabinetsinzet ten aanzien
van de digitale euro het volgende schrijft: «Daarnaast zet het kabinet zich bij de mogelijke invoering van de digitale euro in
voor waarborgen omtrent privacy, niet-programmeerbaarheid en het kostenmodel. Zo is
het kabinet van mening dat de digitale euro aan de hoogste standaarden moet voldoen
op het gebied van privacy en daarmee zo veel mogelijk moet aansluiten bij de eigenschappen
van contant geld. Daarnaast is het kabinet van mening dat de kosten voor de digitale
euro proportioneel verdeeld moeten worden over winkeliers, betaaldienstverleners en
burgers.»
De leden van de BBB-fractie blijven van mening dat de digitale euro geen tot weinig
toegevoegde waarde heeft voor de Nederlandse burger in de huidige vorm. De komst van
een digitale munt mag niet ten koste gaan van privacy en financiële bewegingsvrijheid
van de burger, zo merken deze leden op. Is de digitale euro bij online koppeling met
de Europese digitale identiteit niet per definitie programmeerbaar?
De leden van de BBB-fractie waarderen de inzet van het kabinet. Zij vragen zich af
welke mogelijkheden nationale lidstaten hebben om programmeerbaarheid en andere onwenselijke
ontwikkelingen in de toekomst te voorkomen. Heeft de Minister hier überhaupt een instrumentarium
voor?
De leden van de BBB-fractie hebben voorts een vraag over de kaders en de richtlijnen
rond het SAFE-instrument.
Is het voor lidstaten ook mogelijk om creatief om te gaan met wat bestaande en nieuwe
investeringen in defensie zouden zijn? Is het denkbaar dat een lidstaat zijn huidige
defensiebegroting zoveel mogelijk binnen de contouren van Readiness 2030 manoeuvreert,
om zo zonder gevolgen de 3%-norm te overschrijden?
De leden van de BBB-fractie constateren dat de Minister schrijft dat de Ecofinraad
ook de (uitvoering van de) sancties tegen Rusland zal bespreken. In lijn met de motie-Boswijk
blijft Nederland «serieus kijken» naar het onderzoeken van de mogelijkheden om aanvullende
maatregelen t.a.v. de bevroren Russische Centrale-banktegoeden te nemen. Eventuele
aanvullende maatregelen moeten in EU- en G7-verband worden genomen.
De leden van de BBB-fractie vragen wat de actuele stand van deze discussie is. Is
er een consensus met betrekking tot de omgang met Russische tegoeden? Hoeveel landen
willen zich niet enkel beperken tot de renteopbrengsten, maar ook de tegoeden zelf
aanspreken? Is dat wat de Minister betreft nog altijd een optie? En hoe weegt de Minister
deze route in de context van het huidige financiële klimaat, waar het op dit moment
ontbreekt aan vertrouwen en stabiliteit?
Tot slot hebben de leden van de BBB-fractie nog een vraag over de aanpassingen van
de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF).
De Minister schrijft dat Nederland een wijzigingsvoorstel heeft ingediend bij de commissie.
De leden van de BBB-fractie lezen dat de wijzigingen betrekking hebben op in totaal
16 maatregelen. Het betreft een aantal technische en administratieve wijzigingen die
vooral zijn gericht op het verminderen van administratieve lasten en het corrigeren
van administratieve fouten. Zij lezen eveneens dat Nederland positief staat tegenover
enkele wijzigingsvoorstellen van andere landen zoals Portugal en Luxemburg.
Kan de Minister een geactualiseerd overzicht geven van dreigende kortingen en beleidsmaatregelen
die niet of niet tijdig dreigen te worden doorgevoerd, en daarmee door de Minister
als een risico worden beschouwd met betrekking tot het verkrijgen van fondsen uit
de HVF?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
A.H.M. Weeber, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.