Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
36 740 XVII Jaarverslag en slotwet voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingsamenwerking 2024
Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2024–2025
A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,R.J. Klever
B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTVERSCHILLEN)
1 Leeswijzer
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
2 Beleidsartikelen
Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenrealisatie op artikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen valt ten opzichte van de Tweede suppletoire begroting EUR 47,5 miljoen lager uit. Deze daling wordt veroorzaakt door lagere realisatie van de in 2024 aangegane verplichtingen voor programma’s die door RVO en Invest International worden uitgevoerd.
Uitgaven
De uitgaven op artikel 1 vielen per saldo EUR 24,2 miljoen lager uit ten opzichte van de Tweede suppletoire begroting. Dat komt onder andere door onderbesteding van de Ukraine Partnership Facility (UPF) 2 van EUR 32,5 miljoen. Daarnaast is er een overschrijding op artikelonderdeel 1.1 in het kader van International Labour Organisation (ILO) voor het programma ter bestrijding van kinderarbeid. Bovendien vallen de uitgaven op artikelonderdeel 1.2 hoger uit door stijging van stortingen in de begrotingsreserve ten behoeve van Dutch Trade and Investment Fund (DTIF). Per saldo leiden deze mutaties op artikel 1 tot een daling van EUR 24,2 miljoen ten opzichte van de Tweede suppletoire begroting.
Ontvangsten
De ontvangstenrealisatie op artikel 1 valt ten opzichte van de Tweede suppletoire begroting EUR 15 miljoen hoger uit, vanwege de onttrekkingen aan de begrotingsreserves DGGF en DTIF.
Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat viel ten opzichte van de Tweede suppletoire begroting EUR 321 miljoen lager uit. Dit komt doordat er als gevolg van de bezuinigingen in 2025 en verder minder meerjarige verplichtingen zijn aangegaan dan eerder ingeschat.
Artikel 3: Sociale vooruitgang
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 3 Sociale Vooruitgang viel per saldo EUR 178 miljoen lager uit ten opzichte van de Tweede suppletoire begroting. Deze verlaging kwam met name doordat er voor het Hoger Onderwijs programma verdere uitwerking moet volgen en committeringen verschuiven naar latere jaren.
Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling viel EUR 215 miljoen lager uit ten opzichte van de Tweede suppletoire begroting. Dit komt doordat er als gevolg van de bezuinigingen in 2025 en verder minder meerjarige verplichtingen zijn aangegaan dan eerder ingeschat.
Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 5 viel EUR 103,5 miljoen lager uit ten opzichte van de Tweede suppletoire begroting. Deze onderschrijding is technisch van aard en komt door herwaardering van uitstaande garantieverplichtingen. Daarnaast is er minder verplichtingenbudget ingezet in het kader van het assistent deskundigenprogramma omdat in het kader van de bezuinigingsexercitie besloten is om geen nieuw contract aan te gaan in 2024.
Uitgaven
De uitgaven op artikel 5 vielen per saldo EUR 46,8 miljoen hoger uit ten opzichte van de Tweede suppletoire begroting. Dat komt onder andere door artikel 5.4, ook wel het verdeelartikel genoemd. Op dit artikelonderdeel is de overprogrammering van het gehele ODA budget weergegeven. Bij de Najaarsnota was de overprogrammering geraamd op EUR 47,9 miljoen. Omdat dit een negatief bedrag is, zijn de uitgaven op totaalniveau van artikel 5 overschreden. Resterende overprogrammering wordt binnen de HGIS systematiek opgevangen en verspreid over de komende drie jaar in mindering gebracht op het ODA-budget.
Ontvangsten
De ontvangsten op artikel 5 vielen per saldo EUR 9,3 miljoen lager uit. Dat komt omdat er minder ontvangsten vanuit de NIO werden gerealiseerd. Ook zijn de ontvangsten lager uitgevallen op de ontvangstenstelpost waar ontvangsten op worden geboekt van activiteiten waarvan de inkomstenramingen een hoge onzekerheidsmarge kennen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.