Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
36 740 IX Jaarverslag en slotwet van het Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2024
Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2024‒2025
A ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) ;
2. de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Financiën,E. Heinen
B ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTVERSCHILLEN)
1 Leeswijzer
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
2 Beleidsartikelen
Artikel 1 Belastingen
Verplichtingen
Personele uitgaven
De aangegane personele verplichtingen vallen € 190 mln. lager uit. Dit wordt grotendeels verklaard doordat de benodigde inhuur voor 2024 lager was dan verwacht door de toename in de bezetting. Verder zijn er vooral halfjaarlijkse inhuurcontracten voor 2025 afgesloten in plaats van jaarcontracten, waardoor contracten met een lagere waarde zijn ingelegd.
Materiële uitgaven
De aangegane materiële verplichtingen vallen € 14 mln. lager uit. Dit heeft vooral een technische reden; de verplichtingen (en uitgaven) werden aangegaan onder een ander instrument. Gedurende het jaar zijn werkzaamheden uitgevoerd door externe leveranciers in plaats van door Rijksleveranciers (SSO’s), waardoor er meer bij de instrumenten overig materieel en overig opdrachten is gerealiseerd. Het gaat met name om projecten op het gebied van huisvesting en facilitaire zaken. Daarnaast waren de verplichtingen en uitgaven lager vanwege een vertraging in de levering van laptops.
Opdrachten
De aangegane verplichtingen voor (ICT) opdrachten vallen € 576 mln. lager uit. Meerdere grote investeringen zijn doorgeschoven naar 2025 vanwege vertraging in het aanbestedingstraject. De grootste investering is de aanbesteding voor een pakketoplossing voor de modernisering van de ICT-systemen van de omzetbelasting. De Belastingdienst heeft in oktober 2024, conform planning, een voorlopige gunningsbeslissing genomen. Een van de partijen heeft tegen deze beslissing bezwaar gemaakt en is daaropvolgend een juridische procedure gestart. Dit heeft een opschortende werking voor het verdere proces. Hierdoor schuift circa € 208 mln. aan verplichtingenbudget door naar 2025. Na afronding van de juridische procedure, het nemen van de definitieve gunningsbeslissing en daarmee de afronding van de gunningsfase, zal samen met de geselecteerde leverancier de implementatie en de planning verder worden uitgewerkt. Via de stand-van-zakenbrief wordt u geïnformeerd over de voortgang van het traject. Daarnaast is vertraging opgetreden in de aanbesteding van Endpoint beveiliging en de vervanging van Data Warehouse. Ten slotte zijn er contracten met een kortere contractduur ingelegd waardoor de contractwaarde lager is dan verwacht.
(Schade)vergoedingen
De uitgaven en verplichtingen aan (schade)vergoedingen vallen € 18 mln. lager uit. De werkelijke uitgaven aan (schade)vergoedingen compensatie FSV (Fraude Signalering Voorziening) zijn lager dan geraamd, omdat de vergoedingen in een aantal gevallen lager uitvallen. Daarnaast heeft bij een gedeelte van de vergoedingen de uitkering niet volledig dit jaar plaatsgevonden.
Belasting- en invorderingsrente
De uitgaven en verplichtingen aan belasting- en invorderingsrente (de rente die de Belastingdienst vergoedt) vallen € 48 mln. lager uit. De uitgaven, los van de herstelprojecten, vallen lager uit dan geraamd. De kosten van het project herstel invorderingsrente zijn circa € 9 mln. lager uitgevallen.
Uitgaven
Materiële uitgaven
De materiële uitgaven vallen € 17 mln. lager uit. Zie toelichting onder verplichtingen.
(Schade)vergoeding
Zie toelichting onder verplichtingen.
Belasting- en invorderingsrente
Zie toelichting onder verplichtingen.
Ontvangsten
Bekostiging
De ontvangsten als gevolg van het doorbelasten van vervolgingskosten (bijvoorbeeld aanmaningen en dwangbevelen) zijn € 17 mln. hoger uitgevallen dan eerder geraamd. Vooral de ontvangsten in relatie tot de inkomensheffing en de omzetbelasting waren hoger dan verwacht.
Belasting- en invorderingsrente
De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente zijn € 158 mln. hoger uitgevallen dan eerder geraamd. De hogere ontvangsten aan belastingrente deden zich met name voor bij de vennootschapsbelasting (€ 78 mln.). De hogere ontvangsten aan invorderingsrente komen vooral door de hogere ontvangsten over coronaschulden (€ 41 mln.).
Boetes en schikkingen
De ontvangsten uit boetes zijn € 26 mln. hoger uitgevallen. Dit is onder andere toe te schrijven aan hogere boeteontvangsten in relatie tot de inkomstenbelasting.
Apparaatsontvangsten
De overige apparaatsontvangsten zijn € 34 mln. hoger uitgevallen dan begroot. Het verschil wordt met name veroorzaakt door een incidentele ontvangst van circa € 22 mln. ter afsluiting van een zaak van de Rijksadvocaat. Het betreft een unieke en eenmalige civielrechtelijke zaak waarbij de Belastingdienst in het gelijk is gesteld ten aanzien van het innen van belastingmiddelen over de grens. Daarnaast zijn er € 9 mln. meer ontvangsten vanuit het UWV gerelateerd aan de Ziektewet en transitievergoedingen.
Belastingontvangsten
Voor een toelichting op de belastingontvangsten, zie het Financieel Jaarverslag Rijk 2024 (FJR), hoofdstuk 2.2 "De ontwikkeling van de inkomsten". Bijlage 3 "De belasting- en premieontvangsten in 2024" van het FJR bevat een uitsplitsing van de belastingontvangsten.
Tabel 1 Aansluiting belastingontvangsten (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting
Stand 1e suppletoire begroting (incl. NvW)
Stand suppletoire begroting september
Stand 2e suppletoire begroting
Mutaties Slotwet
Realisatie 2024
Totaal belastingontvangsten
278.380.836
279.279.850
286.420.811
286.868.200
‒ 3.060.804
283.807.396
– /– Afdracht Gemeentefonds
42.873.720
43.338.691
43.836.964
43.971.852
‒ 135.925
43.835.927
– /– Afdracht Provinciefonds
3.340.648
3.610.996
3.870.135
3.954.451
‒ 106
3.954.345
– /– Afdracht BES-fonds
71.170
82.840
93.773
103.864
19
103.883
– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds
4.015.034
4.104.182
4.248.636
4.511.975
‒ 27.445
4.484.530
-/- Belastingontvangsten artikel 9 Douane
19.551.114
19.480.986
18.185.906
18.295.906
‒ 128.904
18.167.002
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen
208.529.150
208.662.155
216.185.397
216.030.152
‒ 2.897.347
213.261.709
Artikel 2 Financiële markten
Verplichtingen
Garanties
Garantie DGS BES
De garantie DGS BES is circa € 3 mln. hoger uitgevallen dan begroot. Dit wordt uitsluitend veroorzaakt door wisselkoersbijstellingen. De garantie staat uit in USD ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR. Bij een koersdaling van de euro ten opzichte van de dollar neemt de waarde van de garantie toe. Zodoende is de garantie omhoog bijgesteld.
Opdrachten
Schadeloosstelling SNS REAAL Holding (SRH)
In het arrest van 21 april 2023 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vaststelling van de omvang van de schadeloosstelling, voortvloeiend uit de onteigening van SNS REAAL op 1 februari 2013. Met deze uitspraak is de uitspraak van de Ondernemingskamer van 11 februari 2021 definitief geworden en is het proces van uitbetaling van de vastgestelde schadeloosstelling gestart. De realisatie valt € 1,4 mln. lager uit dan begroot. De uitgaven zijn lastig te ramen omdat de uitkomsten van het juridische- en uitbetalingsproces onzeker zijn.
Overig (opdrachten)
De realisatie is circa € 1,5 mln. lager uitgevallen dan begroot. Dit wordt met name verklaard doordat de kosten inzake de schadeloosstellingsprocedure tegen de Nederlandse staat aangespannen door Conservatrix Groep S.a.r.l. toch niet in het vierde kwartaal van 2024 zijn gevallen. Hier werd oorspronkelijk wel rekening mee werd gehouden. Tevens is een deel van het verschil te verklaren doordat onderzoeken over de jaargrens zijn gevallen of uitgesteld zijn naar 2025.
Uitgaven
Opdrachten
Schadeloosstelling SNS REAAL Holding (SRH)
Zie toelichting onder 'verplichtingen'.
Overig (opdrachten)
Zie toelichting onder 'verplichtingen'.
Ontvangsten
Bekostiging
Toename munten in circulatie
In 2024 zijn er via DNB meer munten in omloop gebracht dan er uit omloop zijn teruggekomen. Als gevolg daarvan heeft DNB het afgelopen jaar per saldo een bedrag van € 4,6 mln. aan nominale waarde van in de markt uitgezette munten aan de schatkist toegevoegd.
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Verplichtingen
Garanties
Garantie FMO
In 2024 is de garantie FMO € 638,4 mln. hoger uitgevallen. Dit verschil wordt uitsluitend veroorzaakt door wisselkoerseffecten. De garantie staat uit in Amerikaanse dollar (USD) ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR. Bij een koersdaling van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar neemt de waarde van de garantie in EUR toe. Zodoende is de garantie omhoog bijgesteld.
Vermogensverschaffing/-onttrekking
Afdrachten Staatsloterij
Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post voor afdrachten Staatsloterij opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. Conform de Wet op de kansspelen ontvangt de staat 100% van de afdrachten van de Staatsloterij. De Staatsloterij is één van de vergunningen van Nederlandse Loterij. Conform de afspraken met de voormalige beneficianten van de Lotto is de uiteindelijke verdeling van de afdrachten van Nederlandse Loterij 63% voor de staat en 37% voor de beneficianten. De technische post is met € 16,3 mln. bijgesteld, omdat de afdrachten uit de Staatsloterij hoger waren dan begroot.
Uitgaven
Vermogensverschaffing/-onttrekking
Afdrachten Staatsloterij
Zie toelichting onder 'verplichtingen'.
Ontvangsten
Leningen
Rente-ontvangsten lening TenneT
De renteontvangsten vallen € 109,7 mln. lager uit dan begroot. Dit komt doordat TenneT conform afspraak een deel van de rente over 2024 in 2025 betaalt. In de raming was geen rekening gehouden met het deel van de realisatie van de ontvangsten over 2024 die in 2025 zouden vallen.
Vermogensverschaffing/-onttrekking
Aan-/verkoop vermogenstitels
De verkoopopbrengsten van vermogenstitels zijn € 250,7 mln. hoger uitgevallen dan in de tweede suppletoire begroting gemeld. Op 15 oktober 2024 is een nieuw verkoopprogramma voor aandelen ABN AMRO aangekondigd. Omdat sprake is van een lopend verkoopprogramma kan niet op voorhand de precieze omvang van de verkoopopbrengsten worden vastgesteld. In de Kamerbrief begrotingswijzigingen na 2e suppletoire begroting 2024 Financiën (veegbrief) van 16 december 2024 is het voornoemde tevens gemeld.
Afdrachten Staatsloterij
Zie toelichting onder 'verplichtingen'.
Dividenden staatsdeelnemingen
De dividendraming wordt met € 56,5 mln. naar beneden bijgesteld op basis van het gerealiseerde dividend. Dit komt met name doordat de teruggave van de dividendbelasting nog niet in 2024 is ontvangen.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Verplichtingen
Garanties
Garantie aan DNB inzake IMF
De garantie aan de DNB inzake IMF is met € 834,8 mln. naar boven bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. De garantie is in Special drawing rights (SDR) ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR.
Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)
De garantie aan de AIIB is met € 32,9 mln. naar boven bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gedaald, stijgt de hoogte van deze garantie.
Wereldbank - International Bank for Reconstruction and Development (IBRD)
De garantieverplichting aan de Wereldbank - IBRD is met € 422,4 mln. naar boven bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de doller is gedaald, stijgt de waarde van deze garantie.
Wereldbank - Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA)
De garantieverplichting aan de Wereldbank - MIGA is met € 1,3 mln. naar boven bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de doller is gedaald, stijgt de waarde van deze garantie.
Next Generation EU (NGEU)
De Nederlandse garantie aan NGEU is met € 1.277,6 mln. naar beneden bijgesteld als gevolg van renteontwikkeling. Aangezien de rente daalt, dalen de rentekosten voor de mogelijk nog uit te geven leningen van NGEU.
Oekraïne Faciliteit
In 2024 is door de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement besloten tot de oprichting van de Oekraïne faciliteit, om Oekraïne te kunnen voorzien van meerjarige financiële steun. Het besluit trad op 1 maart 2024 in werking. Het Nederlandse aandeel in de garantie is gelijk aan ons bni-aandeel in het EU-bni, en daarmee kwam de garantie in februari 2024 uit op € 1.947 mln. Einde jaar is het bni-aandeel opnieuw berekend, en is de garantie met € 52,3 mln. naar boven bijgesteld.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Wereldbank - International Bank for Reconstruction and Development (IBRD)
De uitgaven aan de Wereldbank - IBRD zijn € 1,8 mln. hoger dan begroot. Dit verschil wordt veroorzaakt door de wisselkoers. Nederland heeft deelgenomen aan de aankoop van hybride kapitaal, waarbij de aankoop is vastgesteld in USD. Ten tijde van de betaling is dit bedrag tegen de toen geldende wisselkoers betaald.
Wereldbank - International Finance Corporation (IFC)
De uitgaven aan de Wereldbank - IFC zijn € 1,0 mln. hoger dan begroot. Dit verschil wordt veroorzaakt door de wisselkoers.
Wereldbank - International Development Association (IDA)
De uitgaven aan de Wereldbank - IDA zijn € 7,2 mln. hoger dan begroot door de uitgaven aan de Arrears Clearance voor de International Development Association (IDA20). Door een aanpassing van de betalingssystematiek bij de Wereldbank kunnen deze uitgaven niet meer vanuit de BZ-begroting gedaan worden. Daarom werden deze middelen overgemaakt naar de Wereldbank vanaf de begroting van Financiën. In de Kamerbrief begrotingswijzigingen na 2e suppletoire begroting 2024 Financiën (veegbrief) van 16 december 2024 is het voornoemde tevens gemeld.
Uitgaven
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Wereldbank - International Development Association (IDA)
Zie toelichting onder 'verplichtingen'.
Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
Verplichtingen
Garanties
Schade-uitkering exportkredietverzekeringen (ekv)
Voor de ekv-faciliteit (exportkredietverzekering) is in de begroting een plafond van € 10 mld. opgenomen. Dit is het bedrag dat jaarlijks aan nieuwe verplichtingen kan worden aangegaan. Bij de tweede suppletoire begroting 2024 zijn deze verplichtingen met circa € 5 mld. naar beneden bijgesteld, omdat duidelijk werd dat niet de volledige faciliteit benut zou worden in 2024. Er zijn in 2024 uiteindelijk circa € 3,5 mld. aan verplichtingen aangegaan, waardoor er een bijstelling is van circa € 1,6 mld. naar beneden ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2024.
Storting begrotingsreserve ekv
De begrotingsreserve werkt als buffer om per jaar het verschil tussen enerzijds premieontvangsten en schaderestituties (op polissen vanaf 1999 en vóór 2019) en anderzijds definitieve schades (vanaf 2019) en kostenvergoeding op te vangen. Ontvangen premies en recuperaties van schadezaken tussen 1999 en 2019 worden gestort in de begrotingsreserve, terwijl de uitgaven aan definitieve schades op afgesloten polissen (vanaf 2019) en de uitvoeringskosten van ADSB gedekt worden met een onttrekking uit de begrotingsreserve. De storting aan de begrotingsreserve is per saldo € 14,9 mln. lager dan begroot. Dit komt met name omdat de ontvangen premies lager zijn uitgevallen dan geraamd.
Uitgaven
Garanties
Schade-uitkering exportkredietverzekeringen (ekv)
Er zijn minder schades uitgekeerd (€ 8,2 mln.) dan begroot. Bij de ekv zijn schades moeilijk te ramen vanwege het onvoorspelbare karakter van de ekv-portefeuille. Het al dan niet materialiseren van één schadezaak kan een grote impact hebben op de realisatie ten opzichte van het begrote bedrag. In de laatste maanden hebben zich minder schades gematerialiseerd dan begroot.
Mutatie begrotingsreserve ekv
Zie toelichting onder 'verplichtingen'.
Ontvangsten
Garanties
Premies ekv
De premieontvangsten van de exportkredietverzekeringen zijn € 15,5 mln. lager uitgevallen dan begroot. De ekv is een vraaggestuurd instrument, waardoor de realisaties kunnen afwijken van de ramingen.
Schaderestituties exportkredietverzekeringen (ekv)
De gerealiseerde schaderestituties ekv zijn € 22,5 mln. hoger dan begroot. Dit komt doordat de ekv een vraaggestuurd instrument is. Op basis van daadwerkelijk opgelopen (niet-definitieve) schades en de inzet op het verhalen van de schade bij tegenpartijen kan de uiteindelijke stand van de recuperaties afwijken van de ramingen.
Artikel 6 Btw-compensatiefonds
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Bijdrage aan medeoverheden
De aan gemeenten en provincies uitbetaalde declaraties zijn per saldo € 27 mln. lager uitgevallen dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting. De bijstellingen zijn relatief beperkt gezien de omvang van het Btw-compensatiefonds (circa € 4 mld.). De (lagere) ontvangsten zijn gelijk aan de (lagere) uitgaven omdat de terugbetaalde btw-bedragen tevens belastinginkomsten zijn.
Artikel 9 Douane
Verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
De uitgaven op Personeel vallen € 8,1 mln. hoger uit als saldo van een hogere eigen bezetting en lagere kosten voor externe inhuur dan verwacht.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
De uitgaven voor vertragingsrente als gevolg van nabetalingen Traditionele Eigen Middelen (TEM) zijn € 35,3 mln. lager, doordat nog niet alle betalingsverzoeken vanuit de Europese Commissie (EC) zijn ontvangen.
Opdrachten
De uitgaven zijn € 8,4 mln. lager uitgevallen, doordat een deel van de ICT-opdrachten zijn doorgeschoven naar 2025.
Belasting- en invorderingsrente
Douane heeft meer uitgaven voor Belasting- en Invorderingsrente (€ 10,1 mln.), vanwege toename van betalingen aan bedrijven die bezwaar maken en die worden toegekend.
Ontvangsten
Belastingontvangsten
Voor een toelichting op de belastingontvangsten, zie het Financieel Jaarverslag Rijk 2024 (FJR), hoofdstuk 2.2 "De ontwikkeling van de inkomsten". Bijlage 3 "De belasting- en premieontvangsten in 2024" van het FJR bevat een uitsplitsing van de belastingontvangsten.
Apparaatontvangsten
De ontvangsten zijn € 1,2 mln. hoger dan begroot door hogere ontvangsten uit detacheringen en schades.
Belasting- en invorderingsrente
Het totale Douaneverkeer is toegenomen. Hierdoor zijn er meer betalingen en dus meer betalingen buiten de betaaltermijn en meer getroffen betalingsregelingen (€ 12,2 mln.)
Artikel 13 Toeslagen
Verplichtingen
Personele uitgaven
De verplichtingenrealisatie op personeel valt € 75,7 mln. lager uit dan begroot. De oorzaken hiervan hangen samen met de lagere uitgaven zoals toegelicht onder 'uitgaven'.
Materiële uitgaven
Er zijn op het materiële budget in 2024 circa € 10,2 mln. minder verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit komt met name door een later moment van uitvoering van de aanvullende schaderoutes. Door het latere moment van uitvoering van de herstelregelingen was er minder inzet van ketenpartners en een lagere afdracht voor overhead nodig.
Opdrachten
Er zijn bij het budget opdrachten in 2024 circa € 10,3 mln. minder verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit komt met name door een later moment van uitvoering van de aanvullende schaderoutes bij de Stichting Gelijkwaardig Herstel (SGH).
(Schade)vergoeding
De verplichtingenrealisatie op (schade)vergoedingen valt € 237,1 mln. lager uit dan begroot. De oorzaken hiervoor hangen enerzijds samen met de lagere uitgaven zoals toegelicht onder 'uitgaven'. Daarnaast is er sprake van de volgende oorzaken:
Kwijtschelden private schulden
De realisatie op het verplichtingenbudget kwijtschelden private schulden valt € 17,8 mln. lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat er in 2024 minder aanmeldingen hebben plaatsgevonden dan eerder geraamd.
Herstelprogramma voor kinderen
Het verplichtingenbudget voor het herstelprogramma voor kinderen is netto € 21,3 mln. neerwaarts bijgesteld om de begroting in lijn te brengen met het jaar waarin de verplichtingen zijn aangegaan.
Uitgaven
Personele uitgaven
De realisatie op personeel valt € 33,2 mln. lager uit dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de uitvoering van de programma’s Herstel Toeslagen minder snel verloopt dan eerder verondersteld. Verder is er sprake van meer bezetting door intern personeel en minder gebruik van externe inhuur, dit leidt tot lagere uitgaven.
Opdrachten
De realisatie op opdrachten valt € 10,5 mln. hoger uit dan begroot. Dit komt voornamelijk door de betaling van voorschotten op overeenkomsten met het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) en Radar.
(Schade)vergoeding
De realisatie op (schade)vergoedingen valt € 85,3 mln. lager uit dan begroot. Dit kent per regeling voornamelijk de volgende oorzaken:
Compensatie toeslagengedupeerden
De uitgaven voor de compensatie toeslagengedupeerden komen in 2024 netto circa € 86,7 mln. lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat de uitvoering van de aanvullende schaderoutes door de Stichting Gelijkwaardig Herstel (SGH) minder snel verloopt dan eerder verondersteld.
Herstelprogramma voor kinderen
De uitgaven op het budget voor de kindregeling komen circa € 18,5 mln. hoger uit dan verwacht. Dit wordt met name veroorzaakt doordat er bij Centraal Administratieve Processen (CAP) een inhaalslag is gemaakt op een achterstand in de verwerking van de massale betaalbatches. Hierdoor hebben er in 2024 meer betalingen kunnen plaatsvinden aan gedupeerde kinderen en jongeren dan begroot.
Herstelregeling voor ex-partners
De uitgaven op het budget voor ex-partners komen circa € 9,6 mln. lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat er minder aanmeldingen in 2024 hebben plaatsgevonden dan eerder geraamd.
Ontvangsten
Apparaatontvangsten
Er is sprake van circa € 1,1 mln. hogere apparaatsontvangsten in verband met een incidentele ontvangst uit detacheringsopdrachten.
3 Niet-Beleidsartikelen
Artikel 8 Apparaat
Verplichtingen
Materiële uitgaven
Overig materieel
De verplichtingen zijn € 31,5 mln. lager dan begroot, omdat er een stabiele verplichtingenreeks is begroot, terwijl dit in de praktijk per jaar anders uitpakt.
Uitgaven
Materiële uitgaven
Overig materieel
Op overig materieel is er sprake van onderuitputting van circa € 6,5 mln., doordat er minder gebruik is gemaakt van dienstverlening van de ADR, minder uitgaven door de Rijksacademie, en minder uitgaven voor IOO (Informatie op Orde).
4 Beleidsartikelen (Ministerie van Financiën IXA)
Artikel 11 Financiering staatsschuld
Verplichtingen en uitgaven
Rente
Rente vaste schuld
De rentelasten op de vaste schuld zijn € 14 mln. hoger uitgevallen, met name als gevolg van het wisselkoersresultaat van de vaste schuld in Amerikaanse dollars.
Rente vlottende schuld
De rentelasten op de vlottende schuld zijn € 147 mln. hoger uitgevallen doordat onder andere in de laatste maanden van het jaar meer Dutch Treasury Certificates (DTC's) zijn uitgegeven dan waarmee in de tweede suppletoire begroting rekening is gehouden. Daarnaast hebben transacties op de geldmarkt (zoals Commercial Paper) ten behoeve van kortetermijnfinanciering geleid tot extra rentelasten.
Rente derivaten
De rentelasten op derivaten zijn € 31 mln. lager uitgevallen als gevolg van de lager dan verwachte rentepercentages die op de variabele delen van de rentederivaten zijn gerealiseerd.
Leningen
Aflossing vaste schuld
Eind 2024 hebben drie vervroegde aflossingen van staatsobligaties plaatsgevonden. Hierdoor vielen de aflossingen van de vaste schuld per saldo € 730 mln. hoger uit dan begroot bij de tweede suppletoire begroting.
Ontvangsten
Rente
Rente vlottende schuld
De rentebaten op de vlottende schuld zijn € 195 mln. hoger uitgevallen, met name doordat meer middelen in de geldmarkt zijn uitgezet dan waarmee rekening werd gehouden in de begroting.
Leningen
Uitgifte vaste schuld
Het kastekort is ultimo 2024 lager uitgevallen dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Hierdoor was € 661 mln. minder schulduitgifte op de kapitaalmarkt nodig dan voorzien.
Voortijdige beëindiging schuld
In 2024 is voor in totaal € 5,8 mld. aan staatsobligaties voortijdig afgelost. Door de stijging van de marktrente in de afgelopen jaren, is de prijs waartegen obligaties zijn ingekocht lager dan de nominale waarde. Het verschil heeft geresulteerd in een ontvangst van € 296 mln.
Mutatie vlottende schuld
De eindstand van de uitstaande schuld op de geldmarkt is het gevolg van meerdere ontwikkelingen gedurende het jaar, waarvan de ontwikkeling van het kassaldo, de keuze voor de omvang van de financiering op de kapitaalmarkt, het onderpand in contanten dat is ontvangen voor de derivaten en de vervroegde aflossingen de belangrijkste zijn. In 2024 is aan het eind van het jaar de financieringsbehoefte naar beneden bijgesteld, met name als gevolg van een lager kastekort, waardoor uiteindelijk een kleiner een beroep is gedaan op de geldmarkt.
Artikel 12 Kasbeheer
Verplichtingen en uitgaven
Rente
De rentelasten op het kasbeheer zijn € 129 mln. hoger uitgevallen, met name doordat er meer middelen door de deelnemers van schatkistbankieren werden aangehouden op de rekeningen-courant en in deposito’s dan waarmee rekening werd gehouden in de tweede suppletoire begroting.
Leningen
Het bedrag aan verstrekte leningen is in totaal € 241 mln. lager dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt doordat het aantal leningen verstrekt aan agentschappen en RWT's lager is uitgevallen dan begroot.
Ontvangsten
Rente
De rentebaten op het kasbeheer zijn € 10 mln. hoger uitgevallen, met name doordat een correctiebetaling heeft plaatsgevonden door ING Bank. Het ministerie van Financiën krijgt rente vergoed op de betaalrekeningen die bij ING Bank worden aangehouden voor het betalingsverkeer van het Rijk. Door een technische fout bij ING Bank is er in de afgelopen jaren te weinig rente ontvangen. Dit is met een eenmalige correctie van circa € 7 mln. in 2024 ontvangen.
Mutaties in rekening courant en deposito's
Door de sociale fondsen, RWT’s, agentschappen en decentrale overheden is meer geld op de rekeningen-courant en in deposito’s aangehouden dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Het saldo van de deelnemers is circa € 5,3 mld. meer toegenomen dan begroot.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.