Jaarverslag : Jaarverslag Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2024
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveGerealiseerde uitgaven en ontvangstenA. Algemeen1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverleningDechargeverlening door de Tweede KamerDechargeverlening door de Eerste Kamer2. LeeswijzerB. Beleidsverslag3. Beleidsprioriteiten4. Beleidsartikelen4.1 Artikel 1 Eenheid van het algemeen regeringsbeleidA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidsconclusiesD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de financiële instrumentenBedrijfsvoeringsparagraaf4.2 Kabinet van de Koning (IIIB)A. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidsconclusiesD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de financiële instrumentenBedrijfsvoeringsparagraaf4.3 Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC)A. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidsconclusiesD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de financiële instrumentenBedrijfsvoeringsparagraafC. Jaarrekening5. Departementale verantwoordingsstaat6. Samenvattende verantwoordingsstaat agentschap7. Jaarverantwoording agentschap Dienst Publiek en Communicatie (DPC)8. SaldibalansSaldibalans per 31 december 2024 van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA)Saldibalans per 31 december 2024 van het Kabinet van de Koning (IIIB)Saldibalans per 31 december 2024 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC)9. WNT-verantwoording 2024 Ministerie van Algemene ZakenD. BijlagenBijlage 1: Moties en toezeggingenBijlage 2: Afgerond evaluatie- en overig onderzoekBijlage 3: Inhuur externen
36 740 III Jaarverslag en Slotwet van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2024
Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN HET MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN, HET KABINET VAN DE KONING EN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT OP DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN (III)
Ontvangen 21 mei 2025
Vergaderjaar 2024–2025
GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN
Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 118,1
Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 9,1
A. ALGEMEEN
1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik het departementale jaarverslag van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (III) over het jaar 2024 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Algemene Zaken decharge te verlenen over het in het jaar 2024 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:
1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:
1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2024;
2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2024 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2024, alsmede over de saldibalans over 2024 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,H.W.M. Schoof
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
2. Leeswijzer
Zoals bij de aanbieding is opgemerkt, bestaat begroting III uit drie begrotingsstaten:
1. het Ministerie van Algemene Zaken;
2. het Kabinet van de Koning (KvdK) en
3. de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD).
Deze driedeling is in navolgend jaarverslag terug te vinden in onderdeel B. Onderdeel C bevat de jaarrekening en onderdeel D bevat de bijlagen. In onderdeel B van het jaarverslag wordt voor het Ministerie van Algemene Zaken achtereenvolgens ingegaan op de realisatie van de beleidsprioriteiten voor 2024, op het beleidsartikel «Eenheid van het algemeen regeringsbeleid», op de bedrijfsvoering en de onderuitputting. In afwijking van de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt niet afzonderlijk ingegaan op de gerealiseerde maatschappelijke effecten of op de mate van doelbereiking; zie hiervoor de brief aan de Tweede Kamer van 29 juni 2006 (de zgn. ‘comply or explain brief’; Kamerstukken II 2005/06 29 949, nr. 53). Het Ministerie van Algemene Zaken heeft geen beleidsdoorlichtingen en geen risicoregelingen. Ook worden de uitgevoerde taken van het Kabinet van de Koning, de financiële consequenties daarvan en de bedrijfsvoering toegelicht. Verder wordt kort ingegaan op de wettelijke taken van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, de daarbij horende financiële realisatie en de bedrijfsvoering. Onderdeel C bevat de jaarrekening, met daarin de verantwoordingsstaten, de saldibalansen met toelichting, de verantwoording van het agentschap Dienst Publiek en Communicatie (DPC) en de verantwoording op de Wet normering topinkomens. Onderdeel D bevat de bijlagen.
In de begroting van Algemene Zaken is geen centraal apparaatsartikel opgenomen. Dit is conform de Rijksbegrotingsvoorschriften.
In de toelichting bij de budgettaire tabel wordt op bondige wijze ingegaan op opmerkelijke verschillen tussen de ontwerpbegroting en de realisatie in het verslagjaar. Hierbij worden afwijkingen boven de 5% toegelicht. Om inzicht te geven in de uitputting van de begroting, wordt zo nodig ook beneden deze norm een toelichting gegeven.
In de toelichtende tabellen kan door afronding het totaal afwijken van de som der onderdelen.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2025 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.
Groeiparagraaf
Ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van de begroting 2024 zijn er nauwelijks aanpassingen.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2024 aandacht te besteden aan het thema 'prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt'. Het focusonderwerp is opgenomen in het beleidsverslag.
B. BELEIDSVERSLAG
3. Beleidsprioriteiten
Voor het Ministerie van Algemene Zaken en de Minister-President staan, overeenkomstig artikel 45 van de Grondwet, het algemene regeringsbeleid en de bevordering van de eenheid daarvan centraal. Het regeerakkoord is daarbij leidend. Een groot deel van het werk van het ministerie en de Minister-President werd bepaald door de voorbereiding van de besluitvorming over tal van onderwerpen van het regeringsbeleid in de ministerraad en zijn onderraden. Daarnaast houdt het ministerie zich bezig met toelichting en verantwoording over het beleid in parlement, aan media en aan het publiek, en het ondersteunen van nationale en internationale optredens van de Minister-President.
Een deel van de medewerkers van het ministerie van Algemene Zaken moest in 2024 vanwege de grootschalige renovatie van het Binnenhof verhuizen naar een tijdelijke huisvesting. De locatie Bezuidenhoutseweg 73 was nog niet gereed en daarom werd ruimte gemaakt aan de Turfmarkt. Vanaf augustus 2024 verhuisden de medewerkers gefaseerd naar de Turfmarkt. De ministerraad en het merendeel van de onderraden verhuisden na het zomerreces van het Binnenhof naar het Catshuis.
Veiligheid2024 stond voor wat betreft veiligheidsbeleid nog steeds in het teken van de Russische agressie aan de rand van Europa en van het gewapende conflict tussen Israël en Hamas. In december 2023 heeft de NCTV het dreigingsniveau verhoogd naar 4 (substantieel), wat betekent dat de kans op een aanslag reëel is. Dit dreigingsniveau is in 2024 gehandhaafd. Een gezamenlijk overheidsoptreden blijft daarom essentieel. Dat reikt van onderkennen van dreigingen, strafvervolging, detentie tot begeleiding, deradicalisering en re-integratie. Vanwege toenemende ontwikkelingen in de dreiging en de daaruit voortkomende behoeftestellingen is de Geïntegreerde Aanwijzing (conform de Wiv 2017) dit jaar aangepast.
Nederland heeft zich in het afgelopen jaar hard gemaakt voor voortzetting van financiële en materiële steun aan Oekraïne, zowel in EU- als bilateraal verband. Het kabinetsbesluit om meer dan twee miljard euro te reserveren voor 2024 en om de eerste achttien F-16’s gereed te stellen toont de blijvende Nederlandse betrokkenheid.
De terroristische aanslag van Hamas tegen Israël op 7 oktober 2023, het daaropvolgende conflict in Gaza, en de gevolgen daarvan voor Nederland en Nederlanders zijn uitgebreid besproken in de Nationale Veiligheidsraad.
De dreiging van cyberaanvallen, maar ook andere vormen van zowel fysieke als digitale sabotage, blijven daarnaast onverminderd groot, in binnen- en buitenland. Deze dreigingen vergen digitale weerbaarheid, zowel van de overheid als van burgers en bedrijven, en de overheid heeft zich ook in 2024 ingezet om dit te versterken.
Het dreigingsbeeld voor Nederlanders in het buitenland is in het afgelopen jaar gewijzigd. Het kabinet monitort de veiligheidssituatie voortdurend, blijft er alles aan doen om de veiligheid van Nederlanders in het buitenland en in missies zeker te stellen en past het dreigingsbeeld en reisadvies aan wanneer dat is vereist.
BuitenlandNederland heeft zich in 2024 constructief opgesteld in multilaterale samenwerkingsverbanden zoals de EU, NAVO en de VN. Naast het conflict in Gaza en de militaire inzet van Israël in Zuid-Libanon, laten de aanhoudende dreiging in de Rode Zee en het conflict in Oekraïne het belang van veiligheid, stabiliteit en eerlijke handel voor de welvaart van Nederland duidelijk zien. De verrassend snelle ontwikkelingen die in Syrië in 2024 hebben geleid tot de val van president Assad, vragen om een hernieuwd engagement met een groot land in een instabiele regio, met verschillende etnische groepen die vaak tegengestelde belangen hebben.
De verkiezingen in de VS zijn door de hele wereld op de voet gevolgd. Voor Nederland is de trans-Atlantische band cruciaal, zowel voor wat betreft de veiligheid van Nederland en Europa, maar zeker vanwege het economische belang van de bilaterale betrekkingen en de invloed van de VS op alle belangrijke, de landsgrenzen overstijgende dossiers.
Nederland is erop gericht dat Defensie in 2025 aan de NAVO-norm voldoet en op ten minste 2% komt. Daarnaast is in 2024 ook onverminderd gewerkt aan verdere versterking van de krijgsmacht, iets wat de komende jaren hoog op de agenda zal blijven staan. De capaciteit van de Europese defensie-industrie is een bijzondere uitdaging, waarbij nauwe samenwerking tussen NAVO en EU van groot belang is. Voor Nederland blijft de NAVO de hoeksteen van onze collectieve veiligheid en afschrikking.
Voor eerlijke handel zijn onafhankelijke geschillenbeslechting en een gelijk speelveld van cruciaal belang. Daarom heeft Nederland zich ook in 2024 in Europees verband hard gemaakt voor eerlijke handel en opgetreden tegen disproportionele staatssteun en buitenlandse inmenging. Tegelijkertijd heeft Nederland oog gehad voor de hoge inflatie en stijgende energiekosten, en in EU-verband stappen ondernomen om de energietransitie te versnellen.
De geopolitieke situatie, waaronder de oorlog in Oekraïne, het conflict in het Midden-Oosten, de nieuwe administratie in de Verenigde Staten en de spanningen in de economische relatie tussen de VS en China, vragen om een Europees antwoord. In 2024 vonden de Europese verkiezingen plaats en is een nieuwe Europese Commissie onder President Von der Leyen aangetreden. Er gaat veel aandacht in Europa uit naar versterking van het Europese concurrentievermogen, het hervormen van de interne markt, defensie en veiligheid, het voortzetten militaire, politieke en diplomatieke steun aan Oekraïne, civiele weerbaarheid, het nieuwe meerjarig financieel kader en migratiesamenwerking. Ook EU-uitbreiding blijft op de agenda staan. Nederland heeft zich in 2024 constructief opgesteld in discussies over deze onderwerpen en blijft een belangrijke, constructieve partner in de EU.
Nederland heeft zich in het hoofdlijnenakkoord ook gecommitteerd aan opgaven die ook inzet vragen op Europees niveau, zoals het indammen van de asielinstroom, een herziening van de nitraatrichtlijn, versoepeling van stikstofregels en herijking van de Natura2000-gebieden, en een besparing op de EU-afdrachten van €1.6 miljard vanaf 2028. Nederland zet zich onverminderd in ten gunste van deze doelstellingen, en trekt daarvoor nauw op met gelijkgezinde landen.
Openbaarheidsparagraaf
2024 betekende voor het Ministerie van Algemene Zaken op het vlak van informatiehuishouding een voortzetting van de reeds ingezette verbeteringen. Door versterking van de personele capaciteit zijn op beleidsvlak stappen gemaakt en is mede hierdoor een beleidskader Informatiehuishouding AZ ontwikkeld. Ook is er veel capaciteit gestoken in onderwerpen als e-mailarchivering en chatberichtenarchivering. Er is gewerkt aan het bewustzijn op het onderwerp informatiehuishouding met als belangrijk resultaat dat aankomend jaar tezamen met informatiebeveiliging een bewustwordingscampagne wordt geïntroduceerd. Het vormgeven van het nieuwe Document Management Systeem (DMS) vergde de nodige capaciteit in 2024, wat ook in 2025 nog verlangd zal worden. De medewerkers van het Ministerie van Algemene Zaken werden in 2024 al klaargestoomd voor de verandering in werkwijze welke samenhangt met de introductie van dit nieuwe DMS.
Onderuitputting
Bij het jaarverslag van 2023 besteedden departementen, op verzoek van de Tweede Kamer, aandacht aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting. Voor dit focusonderwerp werd een bijlage voorgeschreven. Vanwege de politieke actualiteit is het onderwerp onderuitputting nu opgenomen in het beleidsverslag bij het jaarverslag over 2024.
Aan de hand van onderstaande tabel wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en belangrijkste meevallende realisaties toegelicht.
Tabel 1 Grootste posten met onderuitputting bij AZ in 2024 (bedragen x € 1.000)
Onderuitputting in 2024
Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegrotingbegroting
RVD
‒ 1.026
‒ 1,1%
TIB
‒ 262
‒ 0,3%
WRR
‒ 89
‒ 0,1%
overige mee- en tegenvallers
4.790
5,4%
Totaal Ministerie van Algemene Zaken (IIIA)
3.413
3,8%
Ministerie van Algemene Zaken (IIIA)
Rijksvoorlichtingsdienst (RVD)
De onderuitputting wordt met name veroorzaakt door vertraging in de uitgaven bij de Rijksvoorlichtingsdienst voor communicatieprojecten van het VoRa-meerjarenjaarprogramma. Met name de projecten behorende bij 1overheid en diversiteit en inclusie lopen achter in de verwachte realisatie. Dit komt deels door het aanscherpen en aanpassen van uitvoeringsplannen, maar ook door personele tekorten en wisseling in de uitvoering.
Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)
Vanwege een langere doorlooptijd bij het invullen van vacatures door onder andere screening, is dit jaar niet al het budget besteed.
Tabel 2 Grootste posten met onderuitputting bij het KvdK in 2024 (bedragen x € 1.000)
Onderuitputting in 2024
Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegrotingbegroting
KvdK
‒ 73
‒ 2,4%
overige meevallers
‒ 35
‒ 1,1%
Totaal KvdK (IIIB)
‒ 108
‒ 3,5%
Kabinet van de Koning (IIIB)
Kabinet van de Koning (KvdK)
Bij het Kabinet van de Koning is sprake van een geringe onderuitputting van € 73 duizend. Deze onderuitputting is grotendeels ontstaan door het niet kunnen vervullen van vacatures.
Tabel 3 Grootste posten met onderuitputting bij de CTIVD in 2024 (bedragen x € 1.000)
Onderuitputting in 2024
Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegrotingbegroting
CTIVD
‒ 1.732
‒ 40,7%
overige meevallers
‒ 43
‒ 1,0%
Totaal CTIVD (IIIC)
‒ 1.775
‒ 41,7%
Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC)
Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)
De onderuitputting op het budget van de CTIVD doet zich grotendeels voor op het personele deel, met name door een vertraging in de uitbreiding van de capaciteit die doorloopt in 2025. Deze is mede het gevolg van de vertraagde totstandkoming van de extra huisvestingscapaciteit.
Inzet van capaciteit en prioriteren van beleid
De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2024 aandacht te besteden aan het thema «prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt» (Kamerstukken 2023-2024, 31865, nr. 254). Ondanks de aard van de werkzaamheden, het ontbreken van een specifiek beleidsveld en het beleidsarme karakter van de begroting, heeft het Ministerie van Algemene Zaken wel te maken gehad met schaarsten op diverse vlakken. Met name de krapte op de ICT-arbeidsmarkt, waardoor het Ministerie van Algemene Zaken genoodzaakt was om specifieke kennis extern in te huren. De onderuitputting bij de TIB, KvdK en de CTIVD zijn voor een deel ontstaan door het niet kunnen vervullen van openstaande vacatures. Voor de CTIVD hangt dit nauw samen met capaciteitsgrenzen wegens de uitgestelde verhuizing.
4. Beleidsartikelen
4.1 Artikel 1 Eenheid van het algemeen regeringsbeleid
A. Algemene doelstelling
Het Ministerie van Algemene Zaken coördineert het algemene regeringsbeleid. Doel is de Minister-President en de ministerraad adequaat te ondersteunen door beleidsinhoudelijke voorbereiding en afstemming en de woordvoering en communicatie hierover.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister-President is als voorzitter van de ministerraad (artikel 45, lid 2 en 3 Grondwet) verantwoordelijk voor 'het bevorderen van de eenheid van het algemene regeringsbeleid'. Dat komt op verschillende manieren tot uitdrukking. Zo spreekt de Minister-President na afronding van het formatieproces namens het nieuwe kabinet de regeringsverklaring uit en gaat hij daarover met de Tweede Kamer in debat. Voorts verantwoordt de Minister-President zich over het algemene regeringsbeleid tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen na Prinsjesdag. De Minister-President is ook verantwoordelijk voor het in stand houden en zo nodig aanpassen van het stelsel van overleg en besluitvorming, zoals dat vorm krijgt in de ministerraad en onderraden. Voorts is de Minister-President verantwoordelijk voor coördinatie van het algemene communicatiebeleid, zoals het bevorderen van de eenheid in presentatie en adequate publiekscommunicatie. Daarnaast is de Minister-President verantwoordelijk voor het in stand houden van de onafhankelijke positie van de WRR als adviesorgaan voor de langetermijnontwikkelingen en -vraagstukken die de samenleving beïnvloeden. Het Ministerie van Algemene Zaken ondersteunt de Minister-President in zijn rol als voorzitter van de rijksministerraad, van de ministerraad en van de onderraden van de ministerraad alsmede in zijn rol als lid van de Europese Raad en als verantwoordelijke voor de coördinatie van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Tevens heeft de Minister-President de beheersmatige verantwoordelijkheid voor het onafhankelijk toezicht en toetsing op de veiligheidsdiensten (AIVD en MIVD) bestaande uit de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). De Minister-President heeft een aantal verantwoordelijkheden op het gebied van buitenlands beleid. Deze houden onder meer verband met zijn lidmaatschap van de Europese Raad. Voorts vertegenwoordigt de Minister-President Nederland op diverse internationale bijeenkomsten, zoals topontmoetingen van de VN en de NAVO. Ook brengt hij, in overleg met de Minister van Buitenlandse Zaken, bezoeken aan landen en regio’s indien het bredere Nederlandse belang daarmee is gediend. Verder heeft de Minister-President een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van het Koninklijk Huis. Alle ministers dragen op grond van artikel 42 van de Grondwet ministeriële verantwoordelijkheid, maar in de praktijk is het in de eerste plaats de Minister-President die daarover in de Kamer verantwoording aflegt, eventueel met één of meer betrokken ministers.
C. Beleidsconclusies
Qua uitvoering en beoogde resultaten hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel Eenheid van het algemeen regeringsbeleid (bedragen x € 1.000)
Realisatie1
Vastgestelde begroting
Verschil
2020
2021
2022
2023
2024
2024
2024
Verplichtingen
70.313
83.713
78.197
86.150
112.021
89.372
22.649
Uitgaven
70.313
77.550
78.470
86.706
112.055
89.372
22.683
Coördinatie van het algemeen communicatie- en regeringsbeleid (RVD) apparaatsuitgaven
1.436
1.653
1.313
1.495
1.368
2.425
‒ 1.057
Bijdrage aan de lange termijn beleidsontwikkeling (WRR) apparaatsuitgaven
625
720
440
603
555
644
‒ 89
Apparaatsuitgaven
38.982
43.580
45.050
51.708
75.022
53.464
21.558
Personele uitgaven
25.297
27.756
31.580
34.614
39.545
*
waarvan eigen personeel
20.557
20.635
22.708
25.006
27.695
*
waarvan inhuur externen
3.701
6.188
7.647
8.289
10.168
*
waarvan overige personele uitgaven
1.039
933
1.225
1.319
1.682
*
Materiële uitgaven
13.685
15.824
13.470
17.094
35.477
*
waarvan ICT
7.664
8.682
5.746
8.303
18.161
*
waarvan bijdrage aan SSO's
3.257
3.869
3.919
4.352
12.404
*
waarvan overige materiële uitgaven
2.764
3.273
3.805
4.439
4.912
*
Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)
652
855
1.007
1.476
1.751
1.906
‒ 155
Bijdrage aan het agentschap
Dienst Publiek en Communicatie
28.618
30.742
30.660
31.424
33.359
30.933
2.426
Ontvangsten
3.963
4.401
6.402
5.820
5.755
4.786
969
X Noot
1
Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024 is op beleidsartikel Eenheid van het algemeen regeringsbeleid, een overschrijding van € 22,7 miljoen zichtbaar. In de eerste suppletoire begrotingswet is het budget met circa € 18,9 miljoen verhoogd. Deze ophoging bestond uit de eindejaarsmarge, loon- en prijsbijstelling, extra budget in verband met tijdelijke huisvesting (€ 9 miljoen) en budget voor ICT uitgaven (€ 6 miljoen). Bij tweede suppletoire begroting 2024 zijn hoofdzakelijk technische mutaties verwerkt en is het budget per saldo verhoogd met € 52 duizend. Rekening houdend met deze verhogingen resulteert dit in een overschrijding van totaal € 3,7 miljoen over 2024. Deze overschrijding wordt hoofdzakelijk verklaard door hogere uitgaven aan ICT en de kosten voor tijdelijke huisvesting.
Apparaatsuitgaven
De overschrijding van € 5,1 miljoen op het apparaatsbudget van het ministerie van Algemene Zaken is met name het gevolg van hogere ICT-uitgaven. De hogere ICT-uitgaven houden vooral verband met noodzakelijke voorzieningen aan een datacenter (€ 4,4 miljoen), de versterking van de ICT infrastructuur en hardware in het kader van AZ-next, en ICT-voorzieningen ivm de verhuizing naar de Turfmarkt (€ 0,75 miljoen).
Voor de toelichtingen op de onderuitputting van artikelonderdeel Coördinatie van het algemeen communicatie-en regeringsbeleid (RVD) en Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) kan het beleidsverslag worden geraadpleegd.
Ontvangsten
Rekening houdend met de mutaties die in de 1e en 2e suppletoire begrotingen zijn verwerkt zijn de ontvangsten € 156 duizend hoger dan begroot. Dit bestaat met name uit hogere overheadkosten van de Dienst Publiek en Communicatie, P-afrekeningen, ontvangen creditfacturen voor uitgaven in 2024 en een ontvangst voor de kabinetsformatie.
Beleidsmatige informatie
Coördinatie van het algemeen communicatie- en regeringsbeleid
De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) ondersteunt de Minister-president in zijn coördinerende rol op het terrein van de overheidscommunicatie. Ook ondersteunt de RVD de Voorlichtingsraad (VoRa). Dit is, onder voorzitterschap van de directeur-generaal RVD, het ambtelijke adviesorgaan van het kabinet op het gebied van de overheidscommunicatie. De VoRa, waarvan de directeuren Communicatie van alle departementen lid zijn, ontwikkelt initiatieven op het vlak van overheidscommunicatie en vervult een opdrachtgeversrol naar DPC. Het hoofdstuk «Agentschap Dienst Publiek en Communicatie» geeft een breder overzicht van de gemeenschappelijke communicatie in 2024.
VoRa-werkprogramma Communicatie
Veel activiteiten in het kader van de coördinatie van de overheidscommunicatie zijn samengebracht in het VoRa-meerjarenprogramma (2022-2025). De uitvoering van dit programma is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de departementen, de RVD en DPC. In 2024 heeft de VoRa uitvoering gegeven aan de actiepunten die in het meerjarenprogramma geformuleerd zijn op het gebied van gezamenlijke thema’s zoals ‘Alles begint bij contact’ (bestuurders en ambtenaren ondersteunen bij het verstaan van wat er in de samenleving leeft), Informatie op Maat (de mens centraler stellen in de informatievoorziening en dienstverlening en het meer op maat aanbieden van informatie en dienstverlening), diversiteit en inclusie, een herkenbare en heldere huisstijl voor de Rijksoverheid en het versterken van de interne communicatie. Naast de alomtegenwoordige actualiteit (waaronder de ‘start van het nieuwe kabinet, stikstof, en ‘asiel’) heeft de VoRa naar aanleiding van de rondgang in het kader van haar 75-jarige bestaan input opgehaald in de samenleving en bij communicatiedirecties over trends en ontwikkelingen in het communicatievak die behulpzaam zijn bij het opstellen van het nieuwe VoRa-meerjarenprogramma.
Rijks- en kabinetsbrede communicatie
Met het oog op eenduidige, herkenbare en toegankelijke overheidscommunicatie werken de directies Communicatie op verschillende terreinen intensief samen. Dit krijgt onder andere gestalte in het beheer van de rijkshuisstijl, communicatie via massamediale campagnes, de verdere ontwikkeling en het beheer van www.rijksoverheid.nl, het rijksbrede intranet (Rijksportaal) en het Platform Rijksoverheid Online dat ruimte biedt aan veel overheidswebsites.
Burgerbrieven
In 2024 heeft het Ministerie van Algemene Zaken 1.229 burgerbrieven ontvangen. In 2023 ontving het ministerie 1.590 brieven. In 2024 was de gemiddelde behandeltijd 7 dagen (tegen 9 dagen in 2023).
Tabel 5 Behandeltermijn burgerbrieven
2024
2023
< 3 weken
94%
84%
3 weken ‒ 6 weken
5%
15%
> 6 weken
1%
1%
Verzoeken op grond van de Wet open overheid (Woo), de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017), de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet hergebruik van Overheidsinformatie (Who), klaagschriften en bezwaarschriften, verzoeken om informatie van leden van de Kamers en verzoeken om informatie van een enquêtecommissie van de Tweede Kamer.
Woo-verzoeken
In 2024 heeft het ministerie van Algemene Zaken 68 verzoeken op grond van artikel 4.1 van de Woo ontvangen. In 2024 zijn 56 Woo-besluiten genomen. Er zijn 15 verzoeken afgehandeld zonder besluit. Dat waren verzoeken die zijn ingetrokken door de verzoeker, die doorverwezen zijn naar een ander ministerie, verzoeken die publieksvragen bleken te zijn en verzoeken die zien op reeds openbare informatie. Op 1 januari 2025 zijn nog 11 verzoeken in behandeling.
Wiv 2017-verzoeken
Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2024 geen verzoeken op grond van de Wiv 2017 ontvangen.
AVG-verzoeken
In 2024 heeft AZ 3 verzoeken op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ontvangen. Twee inzageverzoeken zijn toegewezen, één verwijderverzoek is afgewezen.
Who-verzoeken
Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2023 geen verzoeken op grond van de Who ontvangen.
Klaagschriften
Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2024 geen klachten op grond van hoofdstuk 9 van de Awb ontvangen.
Bezwaarschriften
In 2024 heeft het ministerie van Algemene Zaken 8 bezwaarschriften ontvangen naar aanleiding van besluiten op grond van de Woo. Op 12 bezwaarschriften is in 2024 een besluit genomen. Dit ziet tevens op bezwaarschriften die in eerdere jaren zijn ingediend. Er zijn geen bezwaarschriften binnengekomen naar aanleiding van besluiten op basis van de Wiv 2017, de Who en de AVG.
Verzoeken om informatie van leden van de Kamers en een enquêtecommissie van de Tweede Kamer
Verzoeken om informatie van leden van de Kamers
Er zijn door het ministerie van Algemene Zaken in 2024 antwoorden voorbereid op verschillende schriftelijke vragen van leden van de Kamers, in hoofdzaak van de Tweede Kamer. Tevens zijn in 2024 door het ministerie van Algemene Zaken brieven voorbereid naar aanleiding van verzoeken van leden van de Tweede Kamer tijdens de regeling van werkzaamheden van de Tweede Kamer.
Verzoeken om informatie van een enquêtecommissie van de Tweede Kamer
In 2024 zijn door het ministerie van Algemene Zaken verzoeken om informatie ontvangen en beantwoord van de Parlementaire enquêtecommissie Corona. Voor de werkzaamheden in het kader van parlementaire enquêtes is er in 2024 geen extra personele capaciteit bijgekomen.
Het leveren van bijdragen aan de langetermijnbeleidsontwikkeling (WRR)
AlgemeenDe Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) geeft de regering gevraagd en ongevraagd advies over maatschappelijke vraagstukken die onderwerp zijn of kunnen worden van het regeringsbeleid. Het regeringsbeleid is gebaat bij inzichten in ontwikkelingen en vraagstukken die op langere termijn de samenleving beïnvloeden. De WRR draagt op een wetenschappelijk gefundeerde manier bij aan dergelijke inzichten. De WRR heeft de taak complexe, weerbarstige onderwerpen en beleidsdilemma’s te agenderen. Door zijn oriëntatie op de langere termijn, multidisciplinaire aanpak en focus op sector overstijgende vraagstukken vormt de WRR een verbindende schakel tussen kennis en beleid en draagt daarmee bij aan de eenheid van het regeringsbeleid.
WerkprogrammaDe WRR heeft de taak complexe, weerbarstige thema’s en beleidsdilemma’s te agenderen. De raad agendeert deze onderwerpen zelf en neemt onderwerpen op naar aanleiding van een adviesaanvraag van het kabinet. Om te komen tot een goed werkprogramma spreekt de WRR regelmatig met bewindslieden, beleidsmakers, fractievoorzitters, wetenschappers en het maatschappelijk veld. Er worden meer suggesties gedaan dan de acht parallelle projecten die de WRR gemiddeld met zijn capaciteit aankan. Dat betekent dat de raad scherpe keuzes moet maken. Uiteindelijk beslist de raad welke onderwerpen het op zijn werkprogramma zet. De raad heeft in 2024 het project Markt, overheid en maatschappelijke opgaven aan het werkprogramma toegevoegd. Dit project volgt uit de Motie Bikker c.s. (29 023 nr. 471; dd. 27 februari 2024).
De raad gaat verder regelmatig op werkbezoek, ook in de regio. Dit voorjaar bezocht de WRR Overijssel en in het najaar de provincie Utrecht. De werkbezoeken geven de WRR zicht op de maatschappelijke kwesties die er spelen en mogelijk relevant zijn voor de agendering. Ook bieden de bezoeken de gelegenheid om kennis en ervaringen uit te wisselen voor de lopende adviestrajecten. Verder wordt bij de totstandkoming van het werkprogramma en de lopende projecten ook actief contact gezocht met de gezagvoerders in het Caribische deel van ons Koninkrijk.
OrganisatieIn 2024 zijn prof. dr. A. Evers, prof. dr. M. Lindeboom, prof. dr. ir. Van der Lippe en prof. dr. A. Klink tot de raad toegetreden. Daarnaast is afscheid genomen van de adviserende leden prof. dr. M. Bovens, prof. dr. E.M.H. Hirsch Ballin en prof. dr. G.B.M. Engbersen.
De werkwijze van de WRR is de afgelopen 10 jaar sterk ontwikkeld. Deze ontwikkeling heeft erin geresulteerd dat de positie van de organisatie is versterkt. Tegelijkertijd geeft het intern nieuwe uitdagingen. Na signalen over werkdruk is in 2024 een professionaliseringstraject in gang gezet ten behoeve van het verhelderen van de rollen en het versterken van werkprocessen. Dit traject leidt tot een aantal aandachtspunten, die begin 2025 worden gepresenteerd. Die aandachtspunten zijn samen met het rapport van de evaluatiecommissie het vertrekpunt voor verdere organisatieontwikkeling.
PublicatiesDe verschenen publicaties zijn te vinden op www.wrr.nl/publicaties.
In 2024 zijn drie adviesrapporten gepubliceerd: Nederland in een fragmenterende wereldorde (1 juli 2024), Europese vergrijzing in het vizier. Omgaan met pensioen- en begrotingsrisico’s (25 september 2024) en Aandacht voor media. Naar nieuwe waarborgen voor hun democratische functies (3 oktober 2024).
Begin 2024 informeerde de WRR de net aangetreden Tweede Kamer met de publicatie Toekomstgericht beleid. Perspectieven en agenda’s uit het werk van de WRR. De publicatie bespreekt vijf grote thema’s waar belangrijke politieke keuzes voorliggen.
Overige bijdragen aan de beleidsdialoogNiet ieder onderwerp leidt tot een geschreven advies. Soms kiest de WRR voor een andere vorm, zoals een bijeenkomst met leden van het kabinet, topambtenaren of experts – vaak ook in samenwerking met universiteiten, onderzoeksinstellingen, andere adviesraden en de planbureaus. Naast het organiseren van de periodieke overlegbijeenkomsten met de strategische adviesraden, onderhoudt hij een liaison met het Strategieberaad Rijksbreed en met de planbureaus. Ten slotte spreekt de WRR tweemaal per jaar met de VNG. Op deze wijze draagt de raad bij aan het verbinden van de werelden van wetenschap, advisering en beleid, en aan het actief agenderen van maatschappelijke vraagstukken in het publieke debat. De WRR sprak in 2024 (veelal op verzoek) met verschillende bewindspersonen, Kamerfracties en Kamercommissies. Daarnaast organiseerde de WRR diverse bijeenkomsten, waaronder Digitale veiligheid van toeleveringsketens, Vernieuwing in regionale agrifoodketens en Europese samenwerking in een fragmenterende wereldorde.
Ook heeft de WRR een geo-tour opgezet die volgt uit het rapport Nederland in een fragmenterende wereldorde. De geo-tour die bestaat uit een reeks interactieve sessies bij ministeries, uitvoeringsorganisaties, andere overheden en (maatschappelijke) partijen.
InternationaalHet WRR werk vindt plaats in een internationale context. In andere landen en in Brussel staan geregeld vergelijkbare onderwerpen op de agenda. Daarvan kunnen we leren, daaraan kunnen we input geven en via de internationale band kunnen we het nationale werk effectiever doen. Het is daarom belangrijk om de WRR internationaal te positioneren als expert-organisatie op het gebied van de strategische wetenschappelijke beleidsadvisering. Dit doet de WRR onder meer door deel te nemen aan het European Science Advisors Forum (ESAF) en bilateraal samen te werken met France Stratégie. Daarnaast nam de WRR namens Nederland deel aan de begeleidingscommissie van het EU-project Building capacity for evidence-informed policymaking in governance and public administration in a post- pandemic Europe. Het eindrapport van dit project is eind 2024 door JRC en OECD aangeboden aan de SG’s van OCW en BZK. Verder is het contact met de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel geïntensiveerd.
Voor het vergroten van de zichtbaarheid en de vindbaarheid van de Engelstalige publicaties startte de WRR met Springer de open access reeks Research for Policy – Studies by the Netherlands Council for Government Policy. In 2024 verscheen in deze reeks Justice in Climate Policy. Distributing Climate Costs Fairly & Financial, Staffing and Societal Sustainability of Dutch Health Care. An Urgent Need for Clear Choices.
Tabel 6 WRR prestatiegegevens
Begroting 2024
Realisatie 2024
Rapporten, Verkenningen, Policy Briefs
3
5
Overige publicaties
5
26
Mondelinge briefings voor en gesprekken met bewindslieden en Kamerleden
20
18
Overige briefings met beleidsmakers
15
59
Conferenties, workshops, expertmeetings
12
89
Lezingen en debatten
50
64
Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden
Op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) is er een Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB), die belast is met het toetsen van de rechtmatigheid van de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of de Minister van Defensie gegeven toestemming tot het inzetten van bijzondere bevoegdheden door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) respectievelijk de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). De Minister van Algemene Zaken is verantwoordelijk voor het beheer van de TIB.
Op 1 juli 2024 is de Tijdelijke Wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen in werking getreden en toetst de TIB zowel op basis van de Wiv 2017, als op basis van deze Tijdelijke Wet.
Net als het ministerie van Algemene Zaken heeft de TIB in 2024 moeten verhuizen. Voor de TIB is daarbij een eigenstandige en hoog beveiligde kantoorruimte gecreëerd. Dit omdat alleen op deze locatie kon worden voorzien in de hoge beveiligingsstandaarden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het werk van de TIB. Dit heeft weliswaar veel van alle partijen gevraagd, maar heeft hierdoor plaats kunnen vinden zonder dat enige vertraging in het toetsingsproces is opgetreden.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Paragraaf 1 - uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen
1. RechtmatigheidEr zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd die de rapporteringstoleranties overschrijden. Na uitgebreide verkenningen is besloten de hosting van het Platform Rijksoverheid Online (PRO) via inbesteding onder te brengen bij het agentschap Logius, onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Naar verwachting zal de migratie van fysieke hosting bij een marktpartij naar cloudhosting bij een rijkspartij in de loop van 2025 volledig zijn afgerond. Tot dat moment wordt het contract verlengd met de huidige marktpartij die de fysieke hosting verzorgt. Daarnaast is sprake van vertraging bij het afsluiten van nieuwe raamovereenkomsten die de Dienst Publiek en Communicatie afsluit voor het rijk. In verband daarmee zijn in 2024 overbruggingsovereenkomsten afgesloten, voor Communicatieadvies en uitvoering.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Informatiebeveiliging
Het Ministerie van Algemene Zaken heeft in 2024 op het gebied van informatiebeveiliging (IB) de focus voornamelijk gelegd bij het ondersteunen van de realisatie van diverse projecten waaronder AZ-Next en Renovatie Binnenhof. AZ is in 2024 in control geweest op haar informatiebeveiliging.
6. Fraude- en corruptierisico'sHet Ministerie van Algemene Zaken heeft in beperkte mate te maken met frauderisico’s vanwege het beleidsarme karakter. Het ministerie maakt in beperkte mate gebruik van mogelijke fraudegevoelige financiële instrumenten en keert bijvoorbeeld geen subsidies uit. De processen op het gebied van het financieel systeem en binnen de bedrijfsvoering waar mogelijk sprake is van frauderisico’s en de maatregelen om deze risico’s te voorkomen, zijn beschreven in het toezichtplan. Jaarlijks wordt de actualiteit hiervan getoetst als onderdeel van de jaarlijkse toetsing via interne controles. Vervolgens vindt jaarlijks een toets plaats door de ADR. Enkele voorbeelden van frauderisico’s zijn: (1) het proces van betalingen bij het financieel beheer, (2) het middelenbeheer bij de bedrijfsvoering, (3) functiescheiding in het financieel beheer en bedrijfsvoering en (4) integriteit. Borging van het minimaliseren van deze inherente risico’s vindt plaats door het treffen van de benodigde controlemaatregelen en het inrichten van de financiële- en bedrijfsvoeringsprocessen. Zo is er een proces waarbij er een prestatieverklaring wordt afgegeven en bij de betaling er meerdere personen betrokken zijn. Voorts vinden periodiek controles plaats of de functiescheiding gewerkt heeft en wordt er jaarlijks een jaarplan integriteit opgesteld. Overigens zijn er geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
1. Grote lopende ICT-projecten
Binnen het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) wordt uitvoering gegeven aan het grote ICT project AZ-Next. De doelstelling van AZ-Next is het realiseren van de nieuwe IT-infrastructuren van AZ. In dit kader zijn twee nieuwe werkplek omgevingen, een voor laag gerubriceerde informatie (LGI) en een voor hoog gerubriceerde informatie (HGI) gecreëerd. Daarnaast wordt het document management systeem (DMS) vernieuwd en worden de bijbehorende applicaties en voorzieningen naar de nieuwe IT- infrastructuur gemigreerd. De verwachting is dat het programma in de loop van 2025 kan worden afgerond.
2. Gebruik open standaarden en open source softwareEr zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Betaalgedrag
De rijksbrede norm om 95% van de facturen binnen 30 dagen te betalen is gehaald.
4. Evaluatie van het audit committee
De meest recente zelfevaluatie van het audit committee in 2023 liet zien dat de commissie goed functioneert en gaf geen aanleiding om veranderingen door te voeren.
5. Departementale checks and balances subsidieregelingen
Niet van toepassing.
6. Normenkader financieel beheer
Niet van toepassing.
7. Beheer NGF-projecten
Niet van toepassing.
Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
4.2 Kabinet van de Koning (IIIB)
A. Algemene doelstelling
Ondersteunen van de Koning ten behoeve van de uitoefening van diens constitutionele taken en fungeren als schakel tussen de Koning en de overige leden van de regering en bestuurlijke autoriteiten.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Algemene Zaken is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van het Kabinet van de Koning. Tussen het Ministerie van Algemene Zaken en het Kabinet van de Koning zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening op het gebied van de bedrijfsvoering door het ministerie en de daarop van toepassing zijnde planning & control cyclus. Het Kabinet van de Koning valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken.
C. Beleidsconclusies
In 2024 zijn de volgende taken uitgevoerd:
– informeren van de Koning ten behoeve van zijn gesprekken met binnenlandse en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, staats- en andere buitenlandse bezoeken, bezoeken aan andere landen van het Koninkrijk en binnenlandse bezoeken. Voorbeelden van ontvangsten zijn het aanbieden van geloofsbrieven door ambassadeurs van andere landen en het beëdigen van hoge functionarissen waarvoor in de wet is vastgelegd dat dit geschiedt ten overstaan van de Koning. Binnenlandse bezoeken van de Koning omvatten onder meer werkbezoeken met ministers en staatssecretarissen en streekbezoeken;
– aan de Koning ter tekening voorleggen van alle door de ministeries en de Staten-Generaal aangeboden stukken en het verzorgen van de daarbij behorende correspondentie;
– opstellen en overbrengen van boodschappen aan andere staatshoofden en aan internationale autoriteiten;
– behandelen en doorgeleiden van aan de Koning gerichte verzoekschriften. Deze brieven worden bij het Kabinet van de Koning aan de hand van een analyse van de onderhavige problematiek overgedragen aan de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor het beleidsterrein. Het Kabinet informeert de Koning over de afhandeling van ontvangen verzoekschriften en
– registreren, bewaren en aan het Nationaal Archief overdragen van wetten en Koninklijke Besluiten.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel Kabinet van de Koning (bedragen x € 1.000)
Realisatie1
Vastgestelde begroting
Verschil
2020
2021
2022
2023
2024
2024
2024
Verplichtingen
2.715
2.683
2.992
3.131
3.247
3.051
196
Uitgaven
2715
2683
2992
3131
3.247
3051
196
Kabinet van de Koning
2715
2683
2992
3131
3.247
3051
196
Ontvangsten
2716
2683
2996
3134
3.285
3051
234
X Noot
1
Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening wordt gehouden met de mutaties die reeds in de eerste en tweede suppletoire begrotingswet zijn verwerkt, te weten een bijstelling van € 269 duizend, is er sprake van een geringe onderuitputting van € 73 duizend. Deze onderuitputting is grotendeels ontstaan door het niet aansluitend kunnen vervullen van vacatures. De vacatures waren ontstaan door onvoorzien uit dienst treden van enige medewerkers.
Informatiehuishouding
Terugkijkend op 2024 heeft het jaar met betrekking tot het programma «Open op Orde» voor het Kabinet van de Koning, vooral in het teken gestaan van het verder inrichten van het eigen programma en het starten van uitvoering geven aan de actieplannen. In het kader van efficiëntie en benodigde inhuur van kennis en personen is er voor het jaar 2022 en verder een nieuw samenwerkingsverband opgezet tussen het Kabinet van de Koning en het Ministerie van Binnenlandse Zaken/informatiehuishouding-IIR. De uitgaven in 2024, circa € 88 duizend (budget 2024 € 153 duizend) hebben grotendeels betrekking gehad op de inhuur van externe inzet (uit de pool van Ministerie van Binnenlandse Zaken voor informatiehuishouding-IIR en deels inhuur van een externe plus de loonkosten van een vaste medewerker, die in 2020 structureel is geworven voor het programma «Open op Orde».
Ontvangsten
Rekening houdend met de mutaties die in de eerste en september suppletoire begrotingen zijn verwerkt zijn de ontvangsten € 35 duizend lager dan begroot. De lagere ontvangsten hangen nauw samen met de lagere uitgaven van het Kabinet van de Koning. De uitgaven van het Kabinet van de Koning vormen een onderdeel van begroting III. De uitgaven worden echter gedaan in het kader van begroting I en worden daarom doorbelast.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Paragraaf 1 - uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd die de rapporteringstoleranties overschrijden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
6. Fraude- en corruptierisico's
Het Kabinet van de Koning heeft een beleidsarm karakter met beperkte frauderisico’s die onderdeel zijn van de jaarlijkse planning en controlcyclus en het daaraan verbonden interne toezicht (denk aan prestatieverklaringen, vier ogen-principe en functiescheiding). Aangezien de financiële administratie wordt verzorgd door het ministerie van Algemene Zaken wordt ook verwezen naar paragraaf 1 van de bedrijfsvoeringsparagraaf van Algemene Zaken. Overigens zijn er geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
1. Grote lopende ICT-projecten
Het Kabinet van de Koning heeft geen grote ICT-projecten van meer dan € 5 miljoen uitgevoerd of gestart.
2. Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Betaalgedrag
De financiële administratie van het Kabinet van de Koning is inbesteed bij het Ministerie van Algemene Zaken. De rijksbrede norm om 95% van de facturen binnen 30 dagen te betalen is gehaald.
4. Evaluatie van het audit committee
Niet van toepassing.
5. Departementale checks and balances subsidieregelingen
Niet van toepassing.
6. Normenkader financieel beheer
Niet van toepassing.
7. Beheer NGF-projecten
Niet van toepassing.
Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
4.3 Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC)
A. Algemene doelstelling
Op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) is er een Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). De algemene doelstelling van de CTIVD is het in onafhankelijkheid toezicht houden op de rechtmatigheid van de uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) en de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo) onder meer door middel van het doen van onderzoeken en het publiceren van de uitkomsten daarvan, alsmede het adviseren aan de betrokken ministers over zaken die voortvloeien uit deze wetten, het behandelen van klachten, en van meldingen over misstanden. De CTIVD bestaat uit twee afdelingen, de afdeling toezicht en de afdeling klachtbehandeling. Naast het reguliere toezicht op grond van de Wiv 2017 is de CTIVD belast op het toezicht op de Tijdelijke wet «onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen (Tijdelijke wet cyberonderzoeken en bulkdatasets)» die op 1 juli 2024 in werking is getreden. De toezichtactiviteiten worden uitgebreid naar de uitvoering van de inzet van bijzondere bevoegdheden op grond van de Tijdelijke wet en de verlenging van de eindtermijn van bulkdatasets, met deels bindende oordelen, en de introductie van een beroepsmogelijkheid bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen bindende oordelen van de CTIVD (en de Toetsingscommissie inzet bevoegdheden, TIB). Om aan de nieuwe wettelijke taken te kunnen voldoen, wordt het secretariaat uitgebreid.
De afdeling toezicht is belast met:
– het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van hetgeen bij of krachtens deze wet en de Wet veiligheidsonderzoeken is gesteld;
– het gevraagd en ongevraagd inlichten en adviseren van Onze betrokken Ministers aangaande de door de commissie geconstateerde bevindingen. Desgewenst kan de commissie Onze betrokken Ministers vragen deze inlichtingen en adviezen ter kennis van een of beide kamers der Staten-Generaal te brengen, waarbij de werkwijze zoals beschreven in artikel 113 van overeenkomstige toepassing is;
– het ongevraagd adviseren van Onze betrokken Ministers ter zake van de uitvoering van artikel 59.4 en
– het toezicht op de toepassing van de bevoegdheid van artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap door Onze Minister van Veiligheid en Justitie, waarbij in het bijzonder aandacht wordt geschonken aan de doelmatigheid en proportionaliteit van de toepassing van deze bevoegdheid.
Daarnaast houdt de CTIVD toezicht op de toepassing van de Tijdelijke wet cyberonderzoeken en bulkdatasets.
De afdeling klachtbehandeling is belast met:
– het onderzoeken en beoordelen van klachten en;
– het onderzoeken en beoordelen van een melding van een vermoeden van een misstand.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Algemene Zaken is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de CTIVD. Tussen het Ministerie van Algemene Zaken en de CTIVD zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening op het gebied van de bedrijfsvoering door het ministerie (zoals ondersteuning op het gebied van ICT, financiële administratie en personeelszaken) en de daarop van toepassing zijnde planning & controlcyclus.
C. Beleidsconclusies
Ter uitvoering van haar toezichttaken verricht de afdeling toezicht van de CTIVD verschillende soorten activiteiten die afhankelijk van de aard en het doel van een toezichtactiviteit, kunnen resulteren in verschillende onderzoeksmethoden en toezichtinstrumenten. De CTIVD brengt voor 1 mei van elk jaar een eigen jaarverslag uit waarin zij uitgebreid ingaat op de door haar verrichte activiteiten en publicaties.
Een belangrijke toezichtactiviteit is het verrichten van rechtmatigheidsonderzoeken naar het handelen van de AIVD en de MIVD bij de uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv 2017) of de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo). Te denken valt aan diepte-, validatie, verkennende, en themaonderzoeken. De CTIVD bepaalt zelf (onder meer op basis van risico-gestuurd toezicht) waar zij onderzoek naar doet en wanneer zij dit onderzoek uitvoert. Zij heeft daarbij ook nadrukkelijk oog voor de maatschappelijke context van het handelen van de diensten. De CTIVD rapporteert haar onderzoeksbevindingen zoveel als mogelijk in de openbaarheid aan de betrokken ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie, en aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. Waar geheimhouding van informatie aan openbare publicatie in de weg staat, bestaat er de mogelijkheid de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer vertrouwelijk in te lichten. In 2024 heeft de CTIVD over drie diepteonderzoeken toezichtrapporten gepubliceerd, Het betreft het toezichtrapport nr. 79 over de inzet van virtuele agenten door de diensten en de toezichtrapporten nrs. 77 en 78 over de inzet van journalisten als bron door de AIVD en de MIVD. Het monitoringsonderzoek naar de uitvoering van de zorgplicht van de diensten voor het welzijn van operationeel medewerkers, dat de CTIVD tegelijkertijd met voorgaande onderzoeken is gestart, heeft in 2024 in verschillende overleggen met de diensten geresulteerd en loopt door in 2025. In november 2024 organiseerde de CTIVD een kennissessie over het mentaal welzijn van operationeel medewerkers, waarbij afgevaardigden van de diensten, de inspectie Justitie en Veiligheid, het ministerie van Defensie, de Nationale ombudsman, het openbaar ministerie, de wetenschap en de advocatuur over dit thema met elkaar in gesprek zijn gegaan.
In 2024 heeft de CTIVD op veel onderwerpen onderzoek verricht. Het eind 2023 gestarte onderzoek naar de rol van de AIVD en de MIVD in relatie tot de verdenking van het lekken van staatsgeheimen door NCTV-medewerkers loopt door in 2025. In 2024 heeft de CTIVD over een onderdeel van dit onderzoek, namelijk het valideren van de tijdlijn van de AIVD, al gerapporteerd aan de CIVD. Het eind 2023 op verzoek van de CIVD gestarte onderzoek naar bepaalde aspecten met betrekking tot Nissi in relatie tot de AIVD is eind 2024 afgerond en de rapportage hiervoor wordt in het eerste deel van 2025 aan de CIVD verwacht. Het eind 2023 gestarte onderzoek naar de toepassing van de hackbevoegdheid, mede ter voorbereiding en invulling van het toezicht op de Tijdelijke wet cyberonderzoeken heeft in 2024 doorgelopen en wordt voortgezet in 2025. Hetzelfde geldt voor het brede thema-onderzoek bij beide diensten naar de inrichting van en ontwikkelingen in de (gezamenlijke) datahuishouding en IT-infrastructuur, waarbij aandacht is voor geautomatiseerde data-analyse (GDA), datareductie (DRS), identity and access management (IA&M), kabelinterceptie, ontwikkeling en werking van applicaties. Tijdens de looptijd van dit onderzoek treedt de CTIVD op regelmatige basis in overleg met de diensten over haar bevindingen. De CTIVD is in 2024 twee nieuwe onderzoeken gestart. Het betreft een verkennend onderzoek op verzoek van de parlementaire enquêtecommissie corona naar het handelen van de AIVD en de MIVD gericht op critici van het coronabeleid. Het verkennende onderzoek kan indien daartoe aanleiding bestaat worden voortgezet in een diepteonderzoek. Verder is de CTIVD een onderzoek gestart naar de verwerking van bulkdatasets door de diensten.
Daarnaast verricht de CTIVD ook andere toezichtactiviteiten. De CTIVD houdt doorlopend toezicht op de uitvoering van verschillende meldplichten van de diensten en de rechtmatigheid van de inhoud van de meldingen. Het betreft wettelijke meldingen over de uitvoering van bepaalde bevoegdheden of plichten op basis van de Wiv 2017, meldingen van incidenten bij de diensten op basis van een met hen ontwikkeld protocol en meldingen van verlenging van de eindtermijn van een bulkdataset op basis van de Tijdelijke wet cyberonderzoeken en bulkdatasets, waarbij de CTIVD een bindend oordeel geeft over de verlenging. Verder heeft de CTIVD ook in 2024 haar doorlopend toezicht op het door de diensten ingerichte afwegingsproces onbekende kwetsbaarheden uitgeoefend. Ook heeft de CTIVD, net als in voorgaande jaren, in 2024 weer herhaalonderzoeken uitgevoerd ten aanzien van het protocol inzake digitale veiligheid en haar bevindingen begin 2025 in een vertrouwelijke rapportage aan de desbetreffende organisaties gestuurd. Een aantal zogenoemde informatiedossiers, waarbij de CTIVD vinger aan de pols houdt ten aanzien van een bepaalde onderwerp of activiteit van de diensten, hebben in 2024 doorgelopen.
Ook heeft de CTIVD in 2024 een aantal brieven aan de Tweede Kamer gestuurd. Een brief betrof een rechtseenheidstandpunt met de TIB over de juiste wettelijke grondslag voor de inzet van de IMSI-catcher. In een andere gezamenlijke brief van de TIB en de CTIVD uitten zij hun zorgen over de toepassing van de procedure voor onverwijlde spoed uit artikel 37 Wiv 2017 door de AIVD. Verder heeft de CTIVD nog een brief gestuurd over de niet-naleving van de wettelijke plicht tot het verrichten van notificatieonderzoeken door de MIVD.
De CTIVD is vanaf de zomer van 2024 betrokken bij de herziening van de Wiv 2017. Zij heeft daartoe overleg gevoerd met de coördinerende programmadirectie van het ministerie van BZK en ook schriftelijk haar inbreng gedaan. Deze participatie en advisering zal in 2025 worden voortgezet.
De afdeling klachtbehandeling van de CTIVD is belast met de (externe) behandeling van klachten en meldingen van vermoedens van misstanden. In 2024 heeft de afdeling 32 klachten ontvangen. De afdeling heeft in 2024 7 klachten via informele klachtbehandeling kunnen oplossen. De overige klachten zijn niet in behandeling genomen omdat artikel 120, 121 of 122 van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv2017) van toepassing was of omdat de klachten niet over (vermeend) handelen van de AIVD en/of MIVD gingen. Op 31 december 2024 had de afdeling klachtbehandeling nog 11 klachten in behandeling. In 2024 heeft de CTIVD 3 meldingen van een misstand ontvangen. Hiervan is één melding niet in behandeling genomen en waren de overige twee op 31 december 2024 nog in behandeling.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (bedragen x € 1.000)
Realisatie1
Vastgestelde begroting
Verschil
2020
2021
2022
2023
2024
2024
2024
Verplichtingen
2.168
2.108
2.280
2.099
2.809
4.256
‒ 1.447
Uitgaven
2168
2108
2160
2685
2809
4256
‒ 1447
Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
2168
2108
2160
2685
2809
4256
‒ 1447
Ontvangsten
1
1
2
2
43
0
43
X Noot
1
Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening wordt gehouden met de mutaties die reeds in de eerste (€ 284 duizend) en tweede suppletoire begrotingswet (- € 1.000 duizend) zijn verwerkt, is er ten opzichte van de raming sprake van een onderuitputting van € 0,7 miljoen. De onderuitputting op het budget van de CTIVD doet zich grotendeels voor op het personele deel. De bij regeerakkoord toegevoegde gelden komen met vertraging tot besteding. Dit heeft onder meer te maken met het langere tijdsbeslag van de totstandkoming ‘van de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen». Een andere belangrijke bepalende factor hierbij is de omstandigheid dat de CTIVD ruimere huisvesting nodig heeft voor de uitbreiding van haar personeelsbestand en dat dit proces al sinds 2022 loopt, toen er bij de toezeggingen voor een extra formatie van 10 FTE ter voorbereiding en ter invulling van het toezicht op de Tijdelijke wet cyberonderzoeken en bulkdatasets, ook is toegezegd dat voorzien zou worden in geschikte huisvesting. Dat is in 2024 nog niet gerealiseerd. Hierdoor kon de CTIVD geen nieuwe mensen werven. Door de niet ingevulde vacatures blijven ook de aan personeel verbonden materiële uitgaven achter.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Paragraaf 1 - uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd die de rapporteringstoleranties overschrijden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
6. Fraude- en corruptierisico's
De CTIVD heeft een beleidsarm karakter met beperkte frauderisico’s die onderdeel zijn van de jaarlijkse planning en controlcyclus en het daaraan verbonden interne toezicht (denk aan prestatieverklaringen, vier ogen-principe en functiescheiding). Aangezien de financiële administratie wordt verzorgd door het ministerie van Algemene Zaken wordt ook verwezen naar paragraaf 1 van de bedrijfsvoeringsparagraaf van Algemene Zaken. Overigens zijn er geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
1. Grote lopende ICT-projecten
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten heeft geen grote ICT-projecten van meer dan € 5 miljoen uitgevoerd of gestart.
2. Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Betaalgedrag
De financiële administratie van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is inbesteed bij het Ministerie van Algemene Zaken. De rijksbrede norm om 95% van de facturen binnen 30 dagen te betalen is gehaald.
4. Evaluatie van het audit committee
Niet van toepassing.
5. Departementale checks and balances subsidieregelingen
Niet van toepassing.
6. Normenkader financieel beheer
Niet van toepassing.
7. Beheer NGF-projecten
Niet van toepassing.
Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
C. JAARREKENING
5. Departementale verantwoordingsstaat
Tabel 9 Departementale verantwoordingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA) voor het jaar 2024 (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
Vastgestelde begroting (1)
Realisatie (2)
Verschil (3) = (2) - (1)
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Totaal
89.372
89.372
4.786
112.021
112.055
5.755
22.649
22.683
969
Beleidsartikelen
1
Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid
89.372
89.372
4.786
112.021
112.055
5.755
22.649
22.683
969
Tabel 10 Verantwoordingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) voor het jaar 2024 (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
Vastgestelde begroting (1)
Realisatie (2)
Verschil (3) = (2) - (1)
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Totaal
3.051
3.051
3.051
3.247
3.247
3.285
196
196
234
Beleidsartikelen
1
Kabinet van de Koning
3.051
3.051
3.051
3.247
3.247
3.285
196
196
234
Tabel 11 Verantwoordingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2024 (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
Vastgestelde begroting (1)
Realisatie (2)
Verschil (3) = (2) - (1)
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Totaal
4.256
4.256
0
2.809
2.809
43
‒ 1.447
‒ 1.447
43
Beleidsartikelen
1
Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
4.256
4.256
0
2.809
2.809
43
‒ 1.447
‒ 1.447
43
6. Samenvattende verantwoordingsstaat agentschap
Tabel 12 Samenvattende verantwoordingsstaat 2024 inzake baten-lastenagentschap van het Ministerie van Algemene Zaken (III) (bijdragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Realisatie
(3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting
(4) Realisatie 2023
Baten en lastenagentschap Dienst Publiek en Communicatie (DPC)
Totale baten
145.474
174.293
28.819
161.267
Totale lasten
145.474
175.021
29.547
160.653
Saldo van baten en lasten
0
‒ 728
‒ 728
613
Totale kapitaaluitgaven
0
0
0
0
Totale kapitaalontvangsten
0
0
0
0
De verantwoordingsstaat is in overeenstemming met de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025 en de Regeling Agentschappen opgesteld.
De hogere baten ten opzichte van de vastgestelde begroting worden veroorzaakt door de hogere media-opbrengsten. Dit leidt ook tot hogere lasten bij de materiële kosten.
7. Jaarverantwoording agentschap Dienst Publiek en Communicatie (DPC)
Tabel 13 Begroting van baten en lasten van het baten-lastenagentschap 2024 (bijdragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Realisatie (2)
Verschil (3) = (2) - (1)
Realisatie 2023 (4)
Baten
- Omzet
145.474
173.372
27.898
160.459
waarvan omzet moederdepartement
30.933
31.620
687
32.348
waarvan omzet overige departementen
74.269
122.994
48.725
109.726
waarvan omzet derden
40.273
18.758
‒ 21.514
18.385
Rentebaten
0
508
508
733
Vrijval voorzieningen
0
1
1
7
Bijzondere baten
0
412
412
67
Totaal baten
145.474
174.293
28.819
161.267
Lasten
Apparaatskosten
145.474
174.732
29.258
160.578
- Personele kosten
25.082
31.134
6.052
26.601
waarvan eigen personeel
24.082
24.447
365
21.704
waarvan inhuur externen
1.000
4.513
3.513
2.861
waarvan overige personele kosten
0
2.174
2.174
2.037
- Materiële kosten
120.392
143.598
23.206
133.977
waarvan apparaat ICT
6.858
6.071
‒ 787
7.759
waarvan bijdrage aan SSO's
0
0
0
0
waarvan overige materiële kosten
113.534
137.527
5.128
105.658
Rentelasten
0
0
0
0
Afschrijvingskosten
0
0
0
0
- Materieel
0
0
0
0
waarvan apparaat ICT
0
0
0
0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
0
0
0
0
- Immaterieel
0
0
0
0
Overige lasten
0
0
0
0
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
1
waarvan bijzondere lasten
0
289
289
74
Totaal lasten
145.474
175.021
29.547
160.653
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
0
‒ 728
‒ 728
613
Agentschapsdeel Vpb-lasten*
0
0
0
0
Saldo van baten en lasten
0
‒ 728
‒ 728
613
* Agentschap DPC valt niet onder de VPB plicht
Toelichting:
Media-inkoop is de belangrijkste component binnen de totale baten en daarmee samenhangende lasten. DPC heeft in 2024 een negatief saldo behaald van € 0,728 miljoen. Dit resultaat wordt verklaard door extra incidentele kosten voor managementtransitieteam en de overgang naar de Cloudhosting van overheidswebsite.
Omzet moederdepartement
De opbrengst van het moederdepartement heeft met name betrekking op de Taakbijdrage Gemeenschappelijke Diensten. Dit betreft de bijdrage aan DPC, zoals deze in het jaarverslag van Algemene Zaken onder begrotingsartikel 1 is opgenomen. Hier tegenover wordt de prestatie geleverd door het agentschap aan alle opdrachtgevers. Ook de media-inkopen voor het moederdepartement zijn in deze baten opgenomen. De hogere omzet komt door LPO toevoeging.
Tabel 14 Toelichting bij de post omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
Omzet moederdepartement
31.620
Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten
31.620
Omzet overige departementen
Naast de taakbijdrage wordt een deel van de kosten in rekening gebracht bij de afnemers. Dit betreft specifieke tarieven (mediafee, deelnemerstarief en campagnetarief bij elf departementen) en het doorbelasten van ingekochte materiële kosten. Ook de doorberekende media-inkopen voor de overige departementen zijn in deze baten meegenomen. De hogere omzet in 2024 ten opzichte van de oorspronkelijke raming wordt veroorzaakt doordat met name de mediabestedingen zijn gestegen ten opzicht van de eerdere ramingen, mede als gevolg van projecten in het kader van Landelijke Informatievoorziening en Levensgebeurtenissen.
Omzet derden
De omzet derden betreft het deel van de kosten dat in rekening is gebracht aan organisaties buiten de rechtspersoon van de Staat der Nederlanden. Dit betreft specifieke tarieven (mediafee) en het doorbelasten van ingekochte materiële kosten. Ook de doorberekende media-inkopen zijn in deze baten meegenomen. De omzet is achtergebleven ten opzichte van de oorspronkelijke raming. Dit wordt veroorzaakt door een daling in de Media-inkoop bij derden.
Personele kosten
Voor 2024 gold het goedgekeurde formatieplan 2024 met een fte kader van 238 fte op basis van de ontwerpbegroting 2024. Rekening houdend met de wijzigingen samenhangend met de reguliere in- en uitstroom was de totale bezetting 230,1fte in 2024. De realisatie is hoger vanwege toevoeging van het budget aan verlofvoorziening.
Materiële kosten
De materiële kosten bevatten tevens de kosten in het kader van de media-omzet. Door hogere media-omzet zijn de materiële kosten hoger dan geraamd.
Rentebaten
In 2024 zijn € 0,508 miljoen aan rentebaten gerealiseerd.
Bijzondere baten
De bijzondere baten hebben met name betrekking op de vrijval van reserveringen uit 2023.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten betreffen nagekomen facturen waar geen reservering tegenover stond.
Negatief resultaat
Over 2024 heeft DPC een negatief resultaat van € 0,728 miljoen geboekt. Dit negatiefresultaat wordt ten laste van eigen vermogen van DPC gebracht. Dit resultaat wordt verklaard door extra incidentele kosten voor managementtransitieteam en de overgang naar de Cloudhosting van overheidswebsite.
Tabel 15 Balans per 31 december 2024 (bedragen x € 1.000)1
Balans 2024
Balans 2023
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa
0
0
waarvan grond en gebouwen
0
0
waarvan installaties en inventarissen
0
0
waarvan projecten in uitvoering
0
0
waarvan overige materiële vaste activa
0
0
Immateriële vaste activa
0
0
Vlottende activa
Voorraden en onderhanden projecten
7.110
5.448
Debiteuren
10.839
12.948
Overige vorderingen en overlopende activa
1.710
2.681
Liquide middelen
35.390
42.206
Totaal activa:
55.049
63.282
Passiva
Eigen Vermogen
Exploitatiereserve
7.141
6.528
Onverdeeld resultaat
‒ 728
613
Voorzieningen
18
38
Langlopende schulden
Leningen bij het Ministerie van Financiën
0
0
Kortlopende schulden
Crediteuren
5.017
11.423
Belastingen en premies sociale lasten
1.883
1.450
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën
0
0
Overige schulden en overlopende passiva
41.718
43.230
Totaal passiva
55.049
63.282
X Noot
1
Conform de mogelijkheid in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025 is voor de agentschapsverantwoording over boekjaar 2024 gebruikgemaakt van het ‘oude’ model uit de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024. Met ingang van het volgende boekjaar zal het nieuwe model worden toegepast in de verantwoording.
Toelichting
Tabel 16 Specificatie debiteuren / Overige vorderingen en overlopende activa (bedragen x € 1.000)
Debiteuren
Overige vorderingen en overlopende activa
Media-inkoop*
9.051
829
Algemene Zaken (kerndepartement)
30
0
Overige departementen
1.552
65
Overige agentschappen
1
0
Derden
204
816
Totaal
10.838
1.710
* Niet onder te verdelen
Liquide middelen
Het betreft hier uitsluitend de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën. De liquide middelen zijn ten opzichte van 2023 met circa € 6,816 miljoen afgenomen. De oorzaak is dat de crediteuren in de maand december sneller zijn betaald ten opzichte van 2023.
Eigen vermogen
Met een gemiddelde omzet van € 158,9 miljoen over de laatste drie jaar mag het eigen vermogen maximaal € 7,9 miljoen bedragen. Door het negatief resultaat van € 0,7 miljoen in 2024 daalt het eigen vermogen tot € 6,4 miljoen DPC blijft binnen de norm van het maximaal toegestane Eigen Vermogen.
Voorzieningen
Voorzieningen bij DPC worden getroffen voor juridische of feitelijke verplichtingen die hun oorzaak vinden op of voor de balansdatum, waarbij voor afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen zal gaan plaatsvinden waarvan de omvang nog niet vaststaat, maar die wel op betrouwbare wijze kan worden geschat. In het kader van reorganisaties wordt een voorziening getroffen in het kader van de in 2024 nog geldende «van werk naar werk afspraken». In navolgende tabel wordt het verloop van deze voorziening weergegeven.
Tabel 17 Ontwikkeling voorziening (bedragen x € 1.000)
2024
2023
Stand per 1 januari
38
110
-/- Onttrekkingen
19
65
-/- Vrijval
1
7
+/+ Dotaties
0
1
Stand per 31 december
18
38
Tabel 18 Specificatie crediteuren / Overige schulden en overlopende passiva (bedragen x € 1.000)
Crediteuren
Overige schulden en overlopende passiva
Media-inkoop*
2.894
25.070
VORA (opdrachtgever)*
0
1.236
Algemene Zaken (kerndepartement)
171
0
Overige departementen
41
8.918
Overige agentschappen
0
0
Belasting
0
0
Derden
1.911
2.580
Personeel DPC
0
3.914
Totaal
5.017
41.718
* Niet onder te verdelen
Nog te betalen media inkoop
Dit saldo betreft de kostenfacturen van de media-exploitanten die per 31-12-2024 nog niet in rekening zijn gebracht bij het rijksmediabureau. In de loop van 2025 zal na facturatie van de media-exploitanten het creditsaldo afnemen.
Tabel 19 Kasstroomoverzicht over 2024 (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (1)
Realisatie (2)
Verschil (3)=(2)-(1)
Rekening-courant RHB 1 januari 2024 + stand depositorekeningen
42.206
42.206
0
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
145.474
184.836
39.362
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
145.474
191.652
46.178
Totaal operationele kasstroom
0
‒ 6.816
‒ 6.816
Totaal investeringen (-/-)
0
0
0
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
Totaal investeringskasstroom
0
0
0
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
0
0
0
Beroep op leenfaciliteit (+)
0
0
0
Totaal financieringskasstroom
0
0
0
Rekening-courant RHB 31 december 2024 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)*
42.206
35.390
‒ 6.816
*Maximale roodstand is € 0,5 miljoen.
Toelichting
Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de kapitaaluitgaven en -ontvangsten en geeft aan hoeveel kasmiddelen in 2024 beschikbaar komen c.q. zijn gekomen (de herkomst van middelen) en op welke wijze gebruik wordt of is gemaakt van deze kasmiddelen (de besteding van middelen). De ontvangsten operationele kasstroom en de uitgaven operationele kasstroom hangen grotendeels samen met de media-inkopen en media-verkopen van de departementen en derden die via DPC lopen. Hoewel DPC hierop niet direct kan sturen, vormen zij een belangrijk onderdeel van de totale omzet van DPC alsmede van de operationele kasstroom. Doordat de media-omzet hoger is dan geraamd is ook de hieruit voortvloeiende kasstroom hoger. Het liquiditeitssaldo wordt veroorzaakt doordat het saldo van de nog te betalen facturen aan media-exploitanten neerslaat bij DPC als liquide middelen. Daarnaast leidt een vaak relatief hoge media-omzet in het vierde kwartaal tot een hoger liquiditeitssaldo. Dit effect loopt echter weg in de eerste maand van het daarop volgende jaar.
Tabel 20 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2024
Realisatie
Vastgestelde begroting
2021
2022
2023
2024
2024
Omschrijving Generiek deel
Saldo van baten en lasten (%)
0,80%
1,12%
0,38%
‒ 0,42%
0,0%
FTE-totaal (excl. externe inhuur)
180,4
187,1
209,3
230,1
238
Ziekteverzuimpercentage
3,78%
5,90%
7,00%
6,30%
2,60%
Specifieke doelmatigheidsindicator
Aantal beantwoorde vragen per telefoon
182.784
158.184
159.248
126.004
130.500
Service niveau telefonie
64,80%
74,10%
80,00%
77,30%
80% binnen 40 sec.
Burgertevredenheid telefonie
4,4
4,4
4
4,5
4,0
Aantal beantwoorde vragen per e-mail
151.860
60.012
43.570
40.798
42.500
Service niveau e-mail
43,80%
88,50%
95%
99%
95% binnen 2 werkdagen
Burgertevredenheid e-mail
3,2
3,4
3
3,5
3,0
Media-index RTV
28,10%
31,60%
27,50%
25,3%
25,00%
Media-index Interactieve Media
13,60%
7,60%
7,10%
4,8%
10,00%
Media-index Print
20,64%
15,30%
28,70%
23,7%
17,50%
Technisch-functionele toegankelijkheid Platform Rijksoverheid Online
74%
94%
94%
94%
75%
Beschikbaarheid Platform Rijksoverheid Online
100%
100%
100%
100%
99,90%
Aantal bezoeken Rijksoverheid.nl
354.064.350
223.887.106
128.226.201
120.670.542
78.000.000
Bezoekerstevredenheid Rijksoverheid.nl
5,9
6,5
6,6
6,6
7
Content toegankelijkheid Rijksoverheid.nl
86%
90%
90%
90%
75%
Aantal bezoeken platformwebsites
185.835.684
132.329.495
113.052.859
119.836.877
109.000.000
Toelichting
Saldo van baten en lasten
Over 2024 heeft DPC een negatief resultaat behaald.
Fte totaal
DPC hanteert een formatie van 238 fte. Rekening houdend met de wijzigingen samenhangend met de reguliere in- en uitstroom was de totale bezetting in 2024 230,1fte.
Ziekteverzuimpercentage
Het feitelijk ziekteverzuim is ten opzichte van 2023 gedaald maar niet binnen de norm gebleven, hetgeen grotendeels wordt veroorzaakt door een aantal langdurig zieken.
Aantal beantwoorde vragen per telefoon
Deze indicator geeft het aantal beantwoorde vragen voor het kanaal telefonie. Hiervoor geldt geen norm, alleen een verwachting.
Service niveau telefonie
Deze indicator geeft aan dat 77,3% van de telefoongesprekken binnen 40 seconden is opgenomen. Het servicelevel op telefonie heeft de laatste maanden van 2024 onder druk gestaan door een te krappe capaciteit.
Burgertevredenheid telefonie
Resultaat van een continu uitgevoerd burgertevredenheidsonderzoek. In dit onderzoek wordt de kwaliteit van de telefonische vraagbeantwoording vanuit burgerperspectief beoordeeld en gemeten op een 5-puntsschaal waarbij 1 zeer ontevreden en 5 zeer tevreden is. Omdat de focus op kwaliteit ondanks de krappe capaciteit niet losgelaten is, is de burgertevredenheid binnen de norm gebleven.
Aantal beantwoorde vragen per e-mail
Deze indicator geeft het aantal beantwoorde vragen voor het kanaal e-mail. Hiervoor geldt geen norm, alleen een verwachting. In 2023 was dat 43.570 en in 2024 40.798. Dit hangt mogelijk samen met beantwoording van vragen via andere kanalen. Daarnaast is de website verrijkt met meer informatie, wat mogelijk heeft geleid tot minder vragen per mail.
Service niveau e-mail
Deze indicator geeft aan dat 100% van de via e-mail gestelde vragen binnen twee werkdagen is afgehandeld.
Burgertevredenheid e-mail
Resultaat van een continu uitgevoerd burgertevredenheidsonderzoek. In dit onderzoek wordt de kwaliteit van vraagbeantwoording via e-mail vanuit burgerperspectief beoordeeld en gemeten op een 5-puntsschaal waarbij 1 zeer ontevreden en 5 zeer tevreden is. De burgertevredenheid is binnen norm gebleven.
Media-Index RTV
Deze index geeft het netto inkoopvoordeel weer dat behaald wordt door het collectief inkopen van mediaruimte op radio en televisie in plaats van per individuele opdrachtgever. De tarieven voor individuele opdrachtgevers worden bepaald op basis van een benchmark, waarover het rijksmediabureau beschikt. De index fluctueert als gevolg van schommelingen in jaarlijkse rtv-bestedingen. De realisatie van 2024 is vergelijkbaar met de jaren 2023 en 2022, terug op gemiddeld niveau.
Media-Index Interactieve media
De index interactieve media geeft het netto inkoopvoordeel weer dat behaald wordt door het collectief inkopen van mediaruimte op alle interactieve media. Er wordt geen inkoopvoordeel behaald wanneer mediaruimte is verkregen door middel van een veiling. De toenemende inkoop van video, display en DOOH via software tools (DSP’s) is op basis van veilig.
De gerealiseerde index 2024 ligt lager door de toename van het afnemen op een veilig, dit is een markt brede ontwikkeling. De rijksoverheid bestedingen aan social blijven stijgen. De verhoudingen tussen de verschillende vormen van interactieve inkoop (display, video, social, etc.) en inkoopmethodes wijzigen licht. Het enorme volume dempt de schommelingen van de inkoopvoordeel cijfers per mediumtype en mediumformat.
Media-Index Print
Deze index geeft het bruto inkoopvoordeel weer dat behaald wordt door het collectief inkopen van mediaruimte in alle printtitels en out-of-home mogelijkheden. Beide mediumtypen zijn nog steeds grotendeels traditioneel georganiseerd en hanteren een (bruto-)tariefkaart als uitgangspunt voor de tarief bepaling. Door fusies en overnames is het aantal printaanbieders beperkt, wel exploiteren zij in lijn met de printtitels aanvullende mediumtypen zoals content en display. Hierdoor zijn er naast het volume ook andere invloeden op de inkoopvoordelen. Desondanks zijn de prijsafspraken nog steeds per mediumtype.
Technisch-functionele toegankelijkheid Platform Rijksoverheid Online
Het Platform Rijksoverheid Online wordt jaarlijks, en bij significante wijzigingen, op toegankelijkheid geïnspecteerd door een kundige en onafhankelijke partij. De webpagina’s die worden getest zijn gebaseerd op een steekproef, aangevuld met pagina’s die na de laatste inspectie in technisch-functionele zin zijn aangepast. De bevindingen uit deze inspecties worden zo snel als mogelijk verwerkt.
Beschikbaarheid Platform Rijksoverheid Online
Deze indicator staat voor de toegang tot online informatie voor bezoekers op het Platform. Het percentage is een gemiddelde van de beschikbaarheids-percentages van alle servers op het Platform Rijksoverheid Online die relevant zijn voor de buitenwereld.
Aantal bezoeken Rijksoverheid.nl
Deze indicator geeft het aantal bezoeken per jaar aan de website Rijksoverheid.nl. Voor het aantal bezoeken geldt geen norm, alleen een verwachting.
Bezoekerstevredenheid Rijksoverheid.nl
Resultaat van een onafhankelijke meting via het online Burgertevredenheidsonderzoek. In dit onderzoek wordt de kwaliteit van de website Rijksoverheid.nl vanuit bezoekersperspectief beoordeeld.
Content ToegankelijkheidRijksoverheid.nl
De content op Rijksoverheid.nl wordt jaarlijks, en bij significante wijzigingen, op toegankelijkheid geïnspecteerd door een kundige en onafhankelijke partij. De bevindingen uit deze inspecties worden direct verwerkt. De webpagina’s die worden getest, zijn gebaseerd op een steekproef die wordt aangevuld met pagina’s waarvoor specifieke voorwaarden voor toegankelijkheid gelden, zoals gebruik van tabellen, taalwissels, foto’s en infographics. Dit om er zeker van te zijn dat de eisen voor toegankelijkheid correct worden toegepast.
Aantal bezoeken Platformwebsites
Deze indicator geeft het aantal bezoeken per jaar weer van websites op het Platform Rijksoverheid Online, exclusief de bezoeken aan Rijksoverheid.nl. Voor het aantal bezoeken geldt geen norm, alleen een verwachting.
8. Saldibalans
Saldibalans per 31 december 2024 van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA)
Tabel 21 Saldibalans per 31 december 2024 van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA) (bedragen x € 1.000)
Activa1
31-12-2024
31-12-2023
Passiva
31-12-2024
31-12-2023
Intra-comptabele posten
1
Uitgaven ten laste van de begroting
112.055
86.707
2
Ontvangsten ten gunste van de begroting
5.755
5.820
3
Liquide middelen
0
0
4
Rekening-courant RHB2
59.320
57.089
4a
Rekening-courant RHB
165.670
137.992
5
Rekening-courant RHB Begrotingsreserve
0
0
5a
Begrotingsreserves
0
0
6
Vorderingen buiten begrotingsverband
57
49
7
Schulden buiten begrotingsverband
7
33
8
Kas-transverschillen
0
0
Subtotaal intra-compatabel
171.432
143.845
Subtotaal intra-comptabel
171.432
143.845
Extra-comptabele posten
9
Openstaande rechten
0
0
9a
Tegenrekening openstaande rechten
0
0
10
Vorderingen
54
65
10a
Tegenrekening vorderingen
54
65
11a
Tegenrekening schulden
0
0
11
Schulden
0
0
12
Voorschotten
145
151
12a
Tegenrekening voorschotten
145
151
13a
Tegenrekening garantieverplichtingen
0
0
13
Garantieverplichtingen
0
0
14a
Tegenrekening andere verplichtingen
5.031
5.065
14
Andere verplichtingen
5.031
5.065
15
Deelnemingen
0
0
15a
Tegenrekening deelnemingen
0
0
Subtotaal extra-comptabel
5.230
5.281
Subtotaal extra-comptabel
5.230
5.281
Totaal
176.662
149.126
Totaal
176.662
149.126
X Noot
1
Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
X Noot
2
Rijkshoofdboekhouding
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2024 van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2024 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
4) Rekening courant de Koning, Kabinet van de Koning (KvdK) en Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)
Tabel 22 Rekening courant (Bedragen x € 1.000)
De Koning
56.592
Kabinet van de Koning
‒ 38
Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
2.766
Totaal
59.320
6) Vorderingen buiten begrotingsverband
Nadere specificatie van de vorderingen buiten begrotingsverband:
Tabel 23 Vorderingen buiten begrotingsverband (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Vorderingen
Salarisuitgaven
17
Overige vorderingen
40
Totaal
57
Salarisuitgaven
Dit bedrag bestaat uit vorderingen op (ex)-personeel en een voorschot die nog verrekend moeten worden.
Overige vorderingen
Het betreft hier uitgaven ten behoeve van een ander onderdeel binnen de Rijksoverheid waarvoor het ministerie nog een vordering heeft lopen.
7) Schulden buiten begrotingsverband
Nadere specificatie van de schulden buiten begrotingsverband:
Tabel 24 Schulden buiten begrotingsverband (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Schulden
Netto salarissen
7
Totaal
7
Netto salarissen
Betreft een nog te verrekenen bedrag op personeel.
10) Vorderingen
10a) Tegenrekening vorderingen
Het betreft een beperkt aantal aan debiteuren verzonden facturen, vanwege economische transacties, die direct opeisbaar zijn.
12) Voorschotten
12a) Tegenrekening voorschotten
Overeenkomstig de afgesproken gedragslijn zijn de betalingen aan APG/ Wwplus (BZK/UBR/EC O&P) ad € 145.000 opgenomen onder de voorschotten, voor zover het betalingen betreft waarvoor de controlerende instantie nog geen verklaring heeft kunnen afgeven. Afwikkeling van deze voorschotten zal plaatsvinden in 2025. In 2024 is aan voorschotten voor wachtgelden en uitvoeringskosten 2023, € 135 duizend afgerekend met APG.
Tabel 25 Tegenrekening voorschotten (Bedragen x € 1.000)
Ontstaansjaar
Stand 01-01-2024
Verstrekt in 2024
Afgerekend in 2024
Stand 31-12-2024
2023
151
0
‒ 151
0
2024
0
145
0
145
Totaal
151
145
‒ 151
145
14 en 14a) Andere verplichtingen
Het betreft hier voor 2024 met name verplichtingen die verband houden met AZ Next en inhuur van ICT specialisten.
Saldibalans per 31 december 2024 van het Kabinet van de Koning (IIIB)
Tabel 26 Saldibalans per 31 december 2024 van het Kabinet van de Koning (IIIB) (bedragen x € 1.000)
Activa1
31-12-2024
31-12-2023
Passiva
31-12-2024
31-12-2023
Intra-comptabele posten
1
Uitgaven ten laste van de begroting
3.247
3.132
2
Ontvangsten ten gunste van de begroting
3.285
3.135
3
Liquide middelen
0
0
0
4
Rekening-courant RHB2
38
3
4a
Rekening-courant RHB
0
0
5
Rekening-courant RHB Begrotingsreserve
0
0
5a
Begrotingsreserves
0
0
6
Vorderingen buiten begrotingsverband
0
0
7
Schulden buiten begrotingsverband
0
0
8
Kas-transverschillen
0
0
Subtotaal intra-compatabel
3.285
3.135
Subtotaal intra-comptabel
3.285
3.135
Extra-comptabele posten
9
Openstaande rechten
0
0
9a
Tegenrekening openstaande rechten
0
0
10
Vorderingen
0
0
10a
Tegenrekening vorderingen
0
0
11a
Tegenrekening schulden
0
0
11
Schulden
0
0
12
Voorschotten
0
0
12a
Tegenrekening voorschotten
0
0
13a
Tegenrekening garantieverplichtingen
0
0
13
Garantieverplichtingen
0
0
14a
Tegenrekening andere verplichtingen
0
0
14
Andere verplichtingen
0
0
15
Deelnemingen
0
0
15a
Tegenrekening deelnemingen
0
0
Subtotaal extra-comptabel
0
0
Subtotaal extra-comptabel
0
0
Totaal
3.285
3.135
Totaal
3.285
3.135
X Noot
1
Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
X Noot
2
Rijkshoofdboekhouding
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2024 van het Kabinet van de Koning (IIIB)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2024 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
Saldibalans per 31 december 2024 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC)
Tabel 27 Saldibalans per 31 december 2024 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) (bedragen x € 1.000)
Activa1
31-12-2024
31-12-2023
Passiva
31-12-2024
31-12-2023
Intra-comptabele posten
1
Uitgaven ten laste van de begroting
2.809
2.686
2
Ontvangsten ten gunste van de begroting
43
3
3
Liquide middelen
0
0
4
Rekening-courant RHB2
0
0
4a
Rekening-courant RHB
2.766
2.683
5
Rekening-courant RHB Begrotingsreserve
0
0
5a
Begrotingsreserves
0
0
6
Vorderingen buiten begrotingsverband
0
0
7
Schulden buiten begrotingsverband
0
0
8
Kas-transverschillen
0
0
Subtotaal intra-comptabel
2.809
2.686
Subtotaal intra-comptabel
2.809
2.686
Extra-compatbele posten
9
Openstaande rechten
0
0
9a
Tegenrekening openstaande rechten
0
0
10
Vorderingen
0
0
10a
Tegenrekening vorderingen
0
0
11a
Tegenrekening schulden
0
0
11
Schulden
0
0
12
Voorschotten
0
0
12a
Tegenrekening voorschotten
0
0
13a
Tegenrekening garantieverplichtingen
0
0
13
Garantieverplichtingen
0
0
14a
Tegenrekening andere verplichtingen
0
0
14
Andere verplichtingen
0
0
15
Deelnemingen
0
0
15a
Tegenrekening deelnemingen
0
0
Subtotaal extra-comptabel
0
0
Subtotaal extra-comptabel
0
0
Totaal
2.809
2.686
Totaal
2.809
2.686
X Noot
1
Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
X Noot
2
Rijkshoofdboekhouding
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2024 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven 2024 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
9. WNT-verantwoording 2024 Ministerie van Algemene Zaken
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het individueel toepasselijk drempelbedrag te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.
Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2024 € 233 duizend.
Er zijn geen functionarissen die in 2024 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2024 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris.
Naast de in tabel 29 vermelde ontslaguitkering zijn er geen andere ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
Tabel 28 Bezoldiging van topfunctionarissen
Naam instelling
Naam topfunctionaris
Functie
Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing)
Datum einde dienstverband (indien van toepassing)
Dienstverband in FTE (+ tussen haakjes omvang in 2023)
Op externe inhuur-basis (nee; < = 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd)
Beloning plus onkostenvergoeding (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2023)
Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2023)
Totale bezoldiging in 2024 (+ tussen haakjes bedrag in 2023)
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
Motivering en bedrag (indien overschrijding)
KvdK
Mr. C. Jonker
directeur
1,00 (1,00)
nee
195.163 (176.898)
23.345 (22.528)
218.508 (199.426)
233.000
nvt
CTIVD
Dr. N.A.N.M. van Eijk
voorzitter
30-4-2024
0,89 (0,89)
nee
56.909 (147.710)
6.906 (20.020)
63.815 (167.730)
67.990
nvt
CTIVD
Mr. H.J. Bolhaar
interim-voorzitter
20-3-2024
19-9-2024
0,44
nee
41.153
0
41.153
51.540
nvt
Tabel 29 Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking alsmede degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt
Naam instelling
Naam topfunctionaris
Laatste functie
Datum beëindiging dienstverband
Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 mnd; 12 mnd)
Betaalde uitkeringen in 2024
Individueel toepasselijke maximale ontslaguitkering
Motivering en bedrag (indien overschrijding)
CTIVD
Dr. N.A.N.M. van Eijk
voorzitter
30-4-2024
nee
65.000
66.750
nvt
D. BIJLAGEN
Bijlage 1: Moties en toezeggingen
Tabel 30 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van zaken
motie-Bikker/Ellian over een vervolgsessie van het Catshuisoverleg organiseren om concrete afspraken te maken die de veiligheid van de Joodse gemeenschap bevorderen (36 600-III, nr. 8)
Begrotingsbehandeling 2025, 9 oktober 2024 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
Afgerond. Catshuis-bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 12 november 2024.
Tabel 31 Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond
Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken
De Minister-President zal heel snel na het herfstreces met de ministers van JenV, BZK en Financiën in gesprek gaan over het structureel financieren van de CTIVD. [Van Nispen houdt na deze toezegging zijn motie 36 600-III, nr. 6 aan.]
Begrotingsbehandeling 2025, 9 oktober 2024 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
Afgerond.
De Minister-President zal samen met andere leden van het kabinet een Catshuissessie beleggen met Joodse organisaties om te bekijken hoe gezamenlijk kan worden gestreden tegen antisemitisme.
Begrotingsbehandeling 2025, 9 oktober 2024 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
Afgerond. Catshuis-bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 12 november 2024.
De Minister-president zal in januari 2025 naar de herdenking van 80 jaar bevrijding Auschwitz gaan. Ook is hij bij de Internationale herdenkingsdag voor de Holocaust.
Begrotingsbehandeling 2025, 9 oktober 2024 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
Afgerond. Bijeenkomsten hebben plaatsgevonden.
De Minister-President zal de inspanningsverlichting aangaan om in de geest van de hoofdlijn van het wetsvoorstel te handelen bij eerder aftreden dan het wetsvoorstel in werking treedt.
Begrotingsbehandeling 2025, 9 oktober 2024 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
De MP is deze inspanningsverplichting aangegaan.
De ministers van BZK en JenV werken samen met SZW, OCW en medeoverheden aan het versterken van de democratisch orde en de rechtsstatelijke dimensie rond dit fenomeen. De vragen van Eerdmans (JA21) hierover kunnen bij de begrotingsbehandeling JenV worden besproken.
Begrotingsbehandeling 2025, 9 oktober 2024 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
Afgerond. Begrotingsbehandeling J&V heeft plaatsgevonden 20 en 21 november 2024.
Het Pact for the Future is een politieke verklaring, geen juridisch bindend document. De vragen van Van Meijeren (FvD) hierover kunnen bij de begrotingbehandeling BHO worden besproken. Tevens zal over dit onderwerp een brief aan de Kamer worden gezonden.
Begrotingsbehandeling 2025, 9 oktober 2024 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
Afgerond. Begrotingsbehandeling BHO heeft plaatsgevonden 20 november 2024
De staatssecretaris van FIN zal op een aantal specifieke gevallen terugkomen bij de behandeling van het Belastingplan.
Begrotingsbehandeling 2025, 9 oktober 2024 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
Afgerond. Wetgevingsoverleg Pakket Belastingplan 2025 heeft plaatsgevonden 21 oktober 2024
Na de bespreking van de hoofdlijnennotitie WIV met de Tweede Kamer zal meer duidelijkheid worden gegeven over de beoogde huisvesting voor de toezichthouder.
Begrotingsbehandeling 2025, 9 oktober 2024 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
Afgerond. Kamerstuknummer II 2024/2025, 36263, nr. 45
De minister van BZK zal op korte termijn een brief aan de Kamer zenden over de reactie op het rapport ‘Grip op informatie’ van de werkgroep Informatieafspraken o.l.v. TK-lid Inge van Dijk, waarbij ook de factsheet ‘De reikwijdte van de inlichtingenplicht van artikel 68 van de Grondwet’ wordt betrokken.
Begrotingsbehandeling 2024, 18 januari 2024 (Kamerstukken II 2023/24, 36410-III)
Afgerond. De minister van BZK heeft de brief 10 januari 2025 verstuurd. Kamerstuknummer II 2024/2025, 28362, nr. 72
Tabel 32 Door bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond
Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken
De minister van BZK zal voor het einde van dit jaar reageren op de vragen vanuit de Tweede Kamer over het voorliggende wetsvoorstel.
Begrotingsbehandeling 2024, 9 oktober 2025 (Kamerstukken II 2024/2025, 36600-III)
De minister van BZK zet in op het sturen van de nota n.a.v. het verslag bij dit wetsvoorstel eerste kwartaal 2025.
De staatssecretaris van BZK zal de Tweede Kamer een brief sturen over de weerbaarheidsscan voor bewindspersonen en topbestuurders. Beckerman (SP) houdt de motie hierover (36 410-III, nr. 7) aan
Begrotingsbehandeling 2024, 18 januari 2024 (Kamerstukken II 2023/24, 36410-III)
De minister van BZK zet erop in om Q2 2025 aan de toezegging te voldoen.
Bijlage 2: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek
Tabel 33 Artikel 1 - Eenheid van het algemeen regeringsbeleid
Thema
Subthema
Type onderzoek
Afronding
Status
Conclusies/aanbevelingen*
Begrotingsartikel(en)
Communicatie
Campagnes
Evaluatie onderzoek
2024
afgerond
Jaarevaluatie campagnes Rijksoverheid 2023
1
Bijlage 3: Inhuur externen
Tabel 34 Ministerie van Algemene Zaken Verslagjaar 2024 (bedragen x € 1.000)
Programma- en apparaatskosten
1. Interim-management
235
2. Organisatie- en Formatieadvies
0
3. Beleidsadvies
136
4. Communicatieadvisering
3.627
Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)
3.998
5. Juridisch Advies
0
6. Advisering opdrachtgevers automatisering
9.629
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie
278
(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7)
9.907
8. Uitzendkrachten (formatie & piek)
670
Ondersteuning bedrijfsvoering
670
Totaal uitgaven inhuur externen
14.575
De externe inhuur komt in 2024 uit op € 14,6 miljoen en daarmee op een percentage van de totale loonsom van 20,7% (boven de norm van 10%).
Een substantieel deel van het (reguliere) werk vult de directie Bedrijfsvoering, mede vanwege krapte op de arbeidsmarkt, in met externe inhuur. Dit speelt met name bij de afdeling ICT en het project AZ-Next dat loopt tot 2026. Dit project vraagt om specifieke ICT-kennis, die gezien de schaarste op de ICT-arbeidsmarkt, wordt ingehuurd. In 2025 zal verder worden bezien of en hoe de externe inhuur verder verambtelijkt kan worden of middels een andersoortige flexibele vorm kan worden ingezet. De externe inhuur binnen de andere onderdelen van het Ministerie van Algemene Zaken is beperkt.
Tabel 35 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten
Aantal overschrijdingen maximumuurtarief
0
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.W.M. Schoof, minister van Algemene Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.