Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
36 725 IV Wijziging van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve
ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen
aan te brengen in:
de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV);
de begrotingsstaat voor het BES-fonds (H).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van
deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1. Leeswijzer
De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting
2025. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerpbegroting
2025 opgebouwd (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 IV, nr. 1).
De stand van de vastgestelde begroting 2025 is inclusief het amendement van het lid
Eerdmans c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 IV, nr. 10), het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 IV, nr. 32)
In deze eerste suppletoire begroting wordt in de tabel budgettaire gevolgen van beleid
de cijfers van zes begrotingsjaren weergegeven. In de kolom van begrotingsjaar 2030
zijn de middelen in verband met de extrapolatie gepresenteerd.
Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige
en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens
zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde
staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties
beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2025
Begrotingsartikel
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
1. Versterken rechtsstaat
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.
2. Slavernijverleden
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
4. Bevorderen sociaaleconomische structuur
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.
5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 5 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 10 mln.
8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
6. Apparaat
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
7. Nog onverdeeld
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
1. BES-fonds
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.
2. Beleid Koninkrijksrelaties
2.1. Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
Uitgaven 2028
Uitgaven 2029
Uitgaven 2030
Vastgestelde begroting 2025
263.150
213.988
205.655
177.595
148.787
– 233
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Grensbewaking
1
– 21.250
0
0
0
0
0
2) Recherche capaciteit
1
– 15.312
– 950
0
0
0
0
3) Rechtelijke macht
1
– 8.049
0
0
0
0
0
4) Slavernijverleden, subsidies
2
– 4.296
2.100
2.196
0
0
0
4) Slavernijverleden, bijdrage medeoverheden
2
– 14.333
9.933
4.400
0
0
0
5) Tijdelijke Werkorganisatie
4
– 12.000
– 10.000
22.000
0
0
0
6) Toeslagen op pensioenen NA
4
– 4.000
– 4.000
– 4.000
– 4.000
– 4.000
– 4.000
7) Voedselzekerheid
4
– 5.180
1.727
1.727
1.726
0
0
8) Loon- en prijsbijstelling 2025
7
6.923
6.135
5.942
5.485
5.307
5.166
9) Extrapolaties 2030
Alle
0
0
0
0
0
139.862
10) Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord
Alle
0
– 1.295
– 1.938
– 2.571
– 2.974
– 2.974
11) Eindejaarsmarge
Alle
778
0
0
0
0
0
12) Overige mutaties
Alle
3.523
1.773
2.098
1.504
1.505
1.508
Stand 1e suppletoire begroting 2025
189.954
219.411
238.080
179.739
148.625
139.329
Toelichting
1. Grensbewaking
In het kader van de versterking van het grenstoezicht levert de Koninklijke Marechaussee
(KMar) een bijdrage. Hiertoe is een protocol opgesteld en ondertekend tussen Nederland
en de Caribische landen. Circa € 21,3 mln. wordt overgeboekt van de begroting van
Koninkrijksrelaties naar de begroting van het Ministerie van Defensie, onderdeel Koninklijke
Marechaussee.
2. Recherche capaciteit
De jaarlijkse ondermijningsmiddelen ten behoeve van het Recherchesamenwerkingsteam
(RST) worden beschikbaar gesteld aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit
betreft een overboeking van circa € 14,4 mln. van de begroting van Koninkrijksrelaties.
Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling van 2025 en 2026 toegevoegd aan het budget
van het RST.
3. Rechtelijke macht
De beschikbaar gestelde middelen voor de ondermijningaanpak Cariben 2025 worden overgeheveld
van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van Justitie en Veiligheid.
Dit betreft middelen voor 2025 voor het Gemeenschappelijk Hof (€ 2,4 mln.), Openbaar
Ministerie Aruba (€ 1,9 mln.) en het Openbaar Ministerie van Curaçao, Sint Maarten
en de BES (€ 3,7 mln.).
4. Slavernijverleden, subsidies
Na publicatie van de subsidieregeling op 1 juli 2024 in de Staatscourant is vanaf
de tweede helft van 2024 de regeling met de potentieel uitvoerder geoperationaliseerd.
De subsidieregeling zal naar alle waarschijnlijkheid per juli 2025 worden opengesteld
en er zal maar 1 aanvraagtijdvak in 2025 plaatsvinden, de andere aanvraagtijdvakken
zijn na 2025. Er vindt een kasschuif plaats van 2025 naar 2026 en 2027 om zo de middelen
in het juiste kasritme te zetten.
5. Slavernijverleden, bijdrage medeoverheden
Op 1 juli a.s. leveren Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten
de planvorming aan waarin de op 19 december 2022 gedane toezeggingen zijn uitgewerkt
tot concrete programma- en projectplannen. Rekening houdende met daaropvolgende beoordelings-
en besluitvormingstermijn en de absorptiecapaciteit van de eilanden, wordt verwacht
dat de meeste uitgaven pas in 2026 en 2027 worden gedaan. Er vindt een kasschuif plaats
van 2025 naar 2026 en 2027 om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.
6. Tijdelijke werkorganisatie
De besteding van de middelen voor de ondersteuning van de uitvoering van de Landspakketten
verloopt minder snel dan verwacht. Dit komt onder andere doordat het finaliseren van
plannen of besluitvorming in de Landen langer duurt dan verwacht, waardoor de precieze
startdata van projecten moeilijk te bepalen zijn. Om gedegen planvorming en besluitvorming
te faciliteren, is het budget van 2025 en 2026 naar 2027 doorgeschoven.
7. Voedselzekerheid
In 2025 wordt een kwartiermaker aangesteld om de lijnen uit te zetten hoe de gelden
besteed gaan worden, waardoor het grootste gedeelte van het beschikbare budget niet
in 2025 tot besteding gaat komen. De kwartiermaker levert naar verwachting in september
2025 zijn advies op, waarna de besteding van de middelen kan starten. Er vindt een
kasschuif plaats van 2025 naar de jaren 2026 tot en met 2028 om zo de middelen in
het juiste kasritme te zetten.
8. Loon- en prijsbijstelling 2025
De tranche 2025 van de loon- en prijsbijstelling is toegevoegd aan de KR-begroting.
Van de prijsbijstelling is 50% overgemaakt. Ook de loonbijstelling is niet volledig
uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor externe inhuur tranche
2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede problematiek.
9. Extrapolatie 2030
In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen
voor 2030 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.
10. Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord
Een deel van de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord wordt budgettair
ingevuld en gedekt uit artikel 7 «Onvoorzien», artikel 4 «Bevorderen sociaaleconomische
structuur» en de uitgekeerde prijsbijstelling 2025 op de begroting van Koninkrijksrelaties.
11. Eindejaarsmarge
Dit betreft de ontvangen eindejaarsmarge van 2024. Er heeft een korting plaatsgevonden
om generale problematiek te dekken.
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2025
Ontvangsten 2026
Ontvangsten 2027
Ontvangsten 2028
Ontvangsten 2029
Ontvangsten 2030
Vastgestelde begroting 2025
205.344
223.831
147.608
238.753
302.955
0
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Extrapolaties 2030
5
0
0
0
0
0
302.955
2) Desaldering SSO-CN
6
1.705
0
0
0
0
0
3) Diverse ontvangsten
Div
150
0
0
0
0
0
Stand 1e suppletoire begroting 2025
207.199
223.831
147.608
238.753
302.955
302.955
Toelichting
1. Extrapolatie 2030
In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen
voor 2030 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.
2. Desaldering SSO-CN
De ontvangen middelen voor de basisdienstverlening SSO-CN van de verschillende opdrachtgevende
departementen worden via een desaldering toegevoegd aan het budget eigen personeel.
3. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties
3.1. Artikel 1. Versterken rechtsstaat
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterken rechtsstaat (bedragen
x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
69.706
800
70.506
– 44.540
25.966
– 929
19
19
10
91.967
Uitgaven
69.706
800
70.506
– 44.540
25.966
– 929
19
19
10
91.967
1.0
Versterken rechtsstaat
69.706
800
70.506
– 44.540
25.966
– 929
19
19
10
91.967
Opdrachten
0
0
0
50
50
0
0
0
0
0
Diverse opdrachten
0
0
0
50
50
0
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.180
0
1.180
11
1.191
11
9
9
0
0
Detentie – Algemeen
1.180
0
1.180
11
1.191
11
9
9
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
1.102
0
1.102
10
1.112
10
10
10
10
1.112
Bestuurlijke aanpak
1.102
0
1.102
10
1.112
10
10
10
10
1.112
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
67.424
800
68.224
– 44.611
23.613
– 950
0
0
0
90.855
Grensbewaking (Defensie)
30.961
800
31.761
– 21.250
10.511
0
0
0
0
31.646
Recherchecapaciteit (JenV)
18.531
0
18.531
– 18.312
219
– 950
0
0
0
42.594
Rechterlijke macht (JenV)
12.805
0
12.805
– 5.049
7.756
0
0
0
0
11.488
Douane (Financiën)
5.127
0
5.127
0
5.127
0
0
0
0
5.127
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 5 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
2025
juridisch verplicht
3%
bestuurlijk gebonden
92%
beleidsmatig gereserveerd
5%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 3% juridisch verplicht.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Grensbewaking (Defensie)
In het kader van de versterking van het grenstoezicht levert de Koninklijke Marechaussee
(KMar) een bijdrage. Hiertoe is een protocol opgesteld en ondertekend tussen Nederland
en de Caribische landen. Circa € 21,3 mln. wordt overgeboekt van de begroting van
Koninkrijksrelaties naar de begroting van het Ministerie van Defensie, onderdeel Koninklijke
Marechaussee.
Recherchecapaciteit (JenV)
De jaarlijkse ondermijningsmiddelen ten behoeve van het Recherchesamenwerkingsteam
(RST) worden beschikbaar gesteld aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit
betreft een overboeking van circa € 14,4 mln. van de begroting van Koninkrijksrelaties.
Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling 2025 en 2026 toegevoegd aan het budget van
het RST.
Verder is er een reallocatie van € 3 mln. naar de rechterlijke macht (JenV) om zo
van het juiste onderdeel te kunnen overboeken naar het Ministerie van Justitie en
Veiligheid.
Rechterlijke macht (JenV)
De beschikbaar gestelde middelen voor de ondermijningaanpak Cariben 2025 worden overgeheveld
van de begroting van Koninkrijksrelaties naar de begroting van Justitie en Veiligheid.
Dit betreft middelen voor 2025 voor het Gemeenschappelijk Hof (€ 2,4 mln.), Openbaar
Ministerie Aruba (€ 1,9 mln.), het Openbaar Miniserie van Curaçao, Sint Maarten en
de BES (€ 3,7).
Verder is er is een reallocatie van € 3 mln. van recherchecapaciteit (JenV) om zo
van het juiste onderdeel te kunnen overboeken naar het Ministerie van Justitie en
Veiligheid.
3.2. Artikel 2. Slavernijverleden
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Slavernijverleden (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
27.799
– 800
26.999
8.758
35.757
– 1.733
– 1.768
– 2.982
– 1.982
0
Uitgaven
27.799
– 800
26.999
– 18.575
8.424
12.200
6.632
18
18
0
2.0
Slavernijverleden
27.799
– 800
26.999
– 18.575
8.424
12.200
6.632
18
18
0
Subsidies (regelingen)
6.666
0
6.666
– 4.296
2.370
2.100
2.196
0
0
0
Maatschappelijke initiatieven
6.666
0
6.666
– 4.296
2.370
2.100
2.196
0
0
0
Opdrachten
800
– 800
0
0
0
0
0
0
0
0
Maatschappelijke initiatieven
800
– 800
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
20.333
0
20.333
– 14.279
6.054
10.100
4.436
18
18
0
Maatregelen bewustwording, betrokkenheid en doorwerking slavernijverleden
20.333
0
20.333
– 14.279
6.054
10.100
4.436
18
18
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Tabel 7 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 2
2025
juridisch verplicht
0%
bestuurlijk gebonden
100%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Juridisch verplicht
De middelen zijn 0% juridisch verplicht, maar wel 100% bestuurlijk gebonden.
Uitgaven
Subsidies (regelingen)
Maatschappelijke initiatieven
Na publicatie van de subsidieregeling op 1 juli 2024 in de Staatscourant is vanaf
de tweede helft van 2024 de regeling met de potentieel uitvoerder geoperationaliseerd.
De subsidieregeling zal naar alle waarschijnlijkheid in de zomer van 2025 worden opengesteld
en er zal maar 1 aanvraagtijdvak in 2025 plaatsvinden, de andere aanvraagtijdvakken
zijn na 2025. Er vindt een kasschuif plaats van 2025 naar 2026 en 2027 om zo de middelen
in het juiste kasritme te zetten.
Bijdrage aan medeoverheden
Maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking slavernijverleden
Op 1 juli a.s. leveren Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten
de planvorming aan waarin de op 19 december 2022 gedane toezeggingen zijn uitgewerkt
tot concrete programma- en projectplannen. Rekening houdende met daaropvolgende beoordelings-
en besluitvormingstermijn en de absorptiecapaciteit van de eilanden, wordt verwacht
dat de meeste uitgaven pas in 2026 en 2027 worden gedaan. Er vindt een kasschuif plaats
van 2025 naar 2026 en 2027 om zo de middelen in het juiste kasritme te zetten.
3.3. Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur
(bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
99.952
0
99.952
– 13.147
86.805
– 5.976
30.111
6.642
4.667
8.364
Uitgaven
100.746
0
100.746
– 18.886
81.860
– 11.715
20.372
– 3.458
– 5.433
8.364
4.1
Curaçao, Sint Maarten en Aruba
46.796
0
46.796
– 15.932
30.864
– 13.811
18.176
– 5.264
– 5.514
1.639
Subsidies (regelingen)
33.670
0
33.670
– 11.835
21.835
– 9.794
22.196
36
0
0
Diverse subsidies
250
0
250
27
277
30
33
36
0
0
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
22.754
0
22.754
– 11.862
10.892
– 9.824
22.163
0
0
0
Onderwijshuisvesting Curaçao
10.666
0
10.666
0
10.666
0
0
0
0
0
Opdrachten
5.604
0
5.604
– 27
5.577
– 30
– 33
– 1.301
– 1.515
115
Opdrachten landen
604
0
604
– 27
577
– 30
– 33
– 1.301
– 1.515
115
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
5.000
0
5.000
0
5.000
0
0
0
0
0
Inkomensoverdrachten
5.268
0
5.268
– 4.050
1.218
– 4.000
– 4.000
– 4.000
– 4.000
1.268
Toeslagen op pensioenen NA
5.268
0
5.268
– 4.050
1.218
– 4.000
– 4.000
– 4.000
– 4.000
1.268
Bijdrage aan medeoverheden
2.000
0
2.000
– 21
1.979
12
12
0
0
0
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
2.000
0
2.000
– 21
1.979
12
12
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
254
0
254
1
255
1
1
1
1
256
Diverse bijdragen
254
0
254
1
255
1
1
1
1
256
4.2
Caribisch Nederland
47.950
0
47.950
915
48.865
8
108
80
81
6.725
Subsidies (regelingen)
846
0
846
1.768
2.614
928
1.000
1.000
1.000
1.846
Subsidies Caribisch Nederland
846
0
846
1.768
2.614
928
1.000
1.000
1.000
1.846
Opdrachten
2.350
0
2.350
– 238
2.112
– 238
– 238
– 238
– 238
2.120
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht
1.758
0
1.758
– 238
1.520
– 238
– 238
– 238
– 238
1.520
Opdrachten Caribisch Nederland
592
0
592
0
592
0
0
0
0
600
Inkomensoverdrachten
1.349
0
1.349
0
1.349
0
0
0
0
1.349
Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers
1.349
0
1.349
0
1.349
0
0
0
0
1.349
Bijdrage aan medeoverheden
43.405
0
43.405
– 615
42.790
– 682
– 654
– 682
– 681
1.410
Sociaaleconomische initiatieven
34.000
0
34.000
0
34.000
0
0
0
0
0
Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht
9.405
0
9.405
– 615
8.790
– 682
– 654
– 682
– 681
1.410
4.3
Stimuleringsregelingen
6.000
0
6.000
– 3.869
2.131
2.088
2.088
1.726
0
0
Subsidies (regelingen)
6.000
0
6.000
– 5.180
820
1.727
1.727
1.726
0
0
Voedselzekerheid
6.000
0
6.000
– 5.180
820
1.727
1.727
1.726
0
0
Garanties
0
0
0
1.311
1.311
361
361
0
0
0
Borgstelling MKB
0
0
0
1.311
1.311
361
361
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
150
150
0
0
0
0
0
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 9 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
2025
juridisch verplicht
67%
bestuurlijk gebonden
30%
beleidsmatig gereserveerd
2%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
1%
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 67% juridisch verplicht.
Artikel 4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba
Subsidies (regelingen)
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
De besteding van de middelen voor de ondersteuning van de uitvoering van de Landspakketten
verloopt minder snel dan verwacht. Dit komt onder andere doordat het finaliseren van
plannen of besluitvorming in de Landen langer duurt dan verwacht, waardoor de precieze
startdata van projecten moeilijk te bepalen zijn. Om gedegen planvorming en besluitvorming
te faciliteren, is het budget van 2025 en 2026 naar 2027 doorgeschoven.
Inkomensoverdrachten
Toeslagen op pensioenen NA
Er vindt een structurele ramingsbijstelling plaats vanaf 2025. Met dit budget wordt
geld gereserveerd voor de verrekening van wisselkoersfluctuaties op pensioenen van
voormalig Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse pensioengerechtigden. Omdat het aantal
pensioengerechtigden steeds kleiner wordt kan de raming worden verlaagd met € 4 mln.
structureel.
Artikel 4.2 Caribisch Nederland
Subsidies (regelingen)
Subsidies Caribisch Nederland
Er is een overboeking van € 0,6 mln. voor 2025 van de begroting van Binnenlandse zaken
en Koninkrijksrelaties (hoofdstuk 7) voor de actieagenda goed bestuur Caribisch Nederland
zoals is opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord voor goed bestuur en democratische rechtsstaat.
Voor 2026 wordt er € 0,6 mln. overgeboekt en voor de jaren 2027 tot en met 2030 wordt
er jaarlijks € 1,0 mln. overgeboekt.
Verder is er een overboeking van € 1,1 mln. in 2025 en € 0,3 mln. in 2026 van het
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van versterking Vergunningverlening,
Toezicht en Handhaving (VTH) voor de taakuitvoering op Caribisch Nederland. Het doel
is om te komen tot een professionele uitvoering van de VTH-taken op de eilanden, die
betrekking hebben op de fysieke leefomgeving.
Artikel 4.3 Stimuleringsregelingen
Subsidies (regelingen)
Voedselzekerheid
In 2025 wordt een kwartiermaker aangesteld om de lijnen uit te zetten hoe de gelden
besteed gaan worden, waardoor het grootste gedeelte van het beschikbare budget niet
in 2025 tot besteding gaat komen. De kwartiermaker levert naar verwachting in september
2025 zijn advies op, waarna de besteding van de middelen kan starten. Er vindt een
kasschuif plaats van 2025 (- € 5,2 mln.) naar de jaren 2026 tot en met 2028 om zo
de middelen in het juiste kasritme te zetten.
3.4. Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/
leningen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Uitgaven
28.517
0
28.517
0
28.517
0
0
0
0
9.811
5.1
Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten
28.517
0
28.517
0
28.517
0
0
0
0
9.811
Leningen
28.517
0
28.517
0
28.517
0
0
0
0
9.811
Schuldsanering
28.517
0
28.517
0
28.517
0
0
0
0
9.811
Ontvangsten
205.344
0
205.344
0
205.344
0
0
0
0
302.955
Geschatte budgetflexibiliteit
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 100% juridisch verplicht en dit betreft
volledig het instrument leningen.
Leningen
Het totale uitgavenbudget op artikel 5 is bestemd voor de leningen vanuit de schuldsanering
van Curaçao en Sint Maarten via de begroting Koninkrijksrelaties. Dit is terug te
voeren naar de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in aanloop naar de nieuwe staatkundige
verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor
de toenmalige schuldenproblematiek door de verplichting op zich te nemen een belangrijk
deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen. Deze leningen zijn
voor 100% juridisch verplicht.
3.5. Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
(bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
722
0
722
778
1.500
0
0
0
0
0
Uitgaven
722
0
722
778
1.500
0
0
0
0
0
8.1
Wederopbouw
722
0
722
778
1.500
0
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
0
0
0
460
460
0
0
0
0
0
Diverse subsidies
0
0
0
460
460
0
0
0
0
0
Opdrachten
722
0
722
318
1.040
0
0
0
0
0
Wederopbouw op Sint Maarten
722
0
722
318
1.040
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 8
2025
juridisch verplicht
100%
bestuurlijk gebonden
0%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 8 is 100% juridisch verplicht.
Subsidies (regelingen)
Diverse subsidies
Er wordt uit de eindejaarsmarge € 0,5 mln. toegevoegd aan artikel 8 om overlopende
posten die in 2024 begroot stonden maar niet tot uitbetaling zijn gekomen. Deze posten
worden in 2025 betaald.
Opdrachten
Wederopbouw op Sint Maarten
Er wordt uit de eindejaarsmarge € 0,3 mln. toegevoegd aan artikel 8 om overlopende
posten die in 2024 begroot stonden maar niet tot uitbetaling zijn gekomen zoals de
aanbesteding voor de stormwaterpompen Sint Maarten in het kader van wederopbouw. Deze
posten worden in 2025 betaald.
4. Niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties
4.1. Artikel 6. Apparaat
Budgettaire gevolgen
Tabel 13 Budgettaire gevolgen artikel 6 Apparaat (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
35.021
0
35.021
1.312
36.333
1.303
1.458
1.538
1.583
24.138
Uitgaven
35.021
0
35.021
1.312
36.333
1.303
1.458
1.538
1.583
24.138
6.0
Apparaat
35.021
0
35.021
1.312
36.333
1.303
1.458
1.538
1.583
24.138
Personele uitgaven
22.937
0
22.937
669
23.606
2.334
3.057
3.706
3.978
16.767
Eigen personeel
21.775
0
21.775
642
22.417
2.285
2.986
3.613
3.876
16.224
Inhuur externen
1.162
0
1.162
27
1.189
49
71
93
102
543
Materiële uitgaven
12.084
0
12.084
643
12.727
– 1.031
– 1.599
– 2.168
– 2.395
7.371
Overige materiële uitgaven
12.084
0
12.084
643
12.727
– 1.031
– 1.599
– 2.168
– 2.395
7.371
Ontvangsten
0
0
0
1.705
1.705
0
0
0
0
0
Toelichting
Personele uitgaven
Eigen personeel
De grootste mutaties worden hieronder toegelicht.
Er vindt een overboeking plaats naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van € 2,9 mln. naar artikel 11 centraal apparaat voor de dekking van de apparaatskosten
van de Tijdelijke Werkorganisatie.
De ontvangen middelen (€ 1,7 mln.) voor de basisdienstverlening SSO-CN van de verschillende
opdrachtgevende departementen worden via een desaldering toegevoegd aan het budget
eigen personeel.
Ontvangsten
De ontvangen middelen voor de basisdienstverlening SSO-CN van de verschillende opdrachtgevende
departementen worden via een desaldering toegevoegd aan het budget eigen personeel.
4.2. Artikel 7. Nog onverdeeld
Budgettaire gevolgen
Tabel 14 Budgettaire gevolgen artikel 7 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
872
– 233
639
6.715
7.354
4.564
3.944
4.027
3.660
5.282
Uitgaven
872
– 233
639
6.715
7.354
4.564
3.944
4.027
3.660
5.282
7.0
Nog onverdeeld
872
– 233
639
6.715
7.354
4.564
3.944
4.027
3.660
5.282
Nog te verdelen
872
– 233
639
6.715
7.354
4.564
3.944
4.027
3.660
5.282
Onvoorzien
852
– 233
619
6.735
7.354
4.584
3.964
4.047
3.680
5.282
Wisselkoersreserve
20
0
20
– 20
0
– 20
– 20
– 20
– 20
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Nog te verdelen
Onvoorzien
De loon- en prijsbijstelling van 2025 is toegevoegd aan het artikel nog onverdeeld.
De prijsbijstelling is voor 50% overgemaakt. Ook de loonbijstelling is niet volledig
uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor externe inhuur tranche
2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede problematiek.
Doorverdeling vindt later in 2025 plaats.
Voor dekking van amendement Bontenbal (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 VII, nr. 121) heeft er een overboeking van H7 BZK plaatsgevonden.
5. Beleid BES-fonds
5.1. Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 15 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
Uitgaven 2028
Uitgaven 2029
Uitgaven 2030
Vastgestelde begroting 2025
88.642
89.320
89.839
91.174
92.518
0
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Uitbetaling restant 2024
1
2.840
0
0
0
0
0
2) Indexatie BBP cijfers
1
616
1.152
1.721
2.328
2.927
5.692
3) Prijsbijstelling 2025 volgens BBP-indexatiesystematiek
1
3.217
3.242
3.261
3.309
3.358
3.358
4) Wisselkoersactualisatie
1
779
812
817
829
841
841
5) Extrapolaties 2030
1
0
0
0
0
0
92.518
6) Overige mutaties
1
1.282
1.282
1.282
1.282
1.282
1.282
Stand 1e suppletoire begroting 2025
97.376
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Toelichting
1. Uitbetaling restant 2024
In 2024 is abusievelijk een deel van de Vrije Uitkering (VU) niet uitbetaald aan Bonaire,
Sint Eustatius en Saba. Bij elkaar gaat het om € 2,8 mln. Dit bedrag wordt in 2025
alsnog betaald.
2. Indexatie BBP cijfers
Het BES-fonds is per 2024 overgestapt naar een nieuwe indexatie-systematiek op basis
van BBP-cijfers. Dit in plaats van indexatie op basis van loon- en prijsontwikkeling.
Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de systematiek van het Gemeente- en
Provinciefonds. Deze reeks betreft de mutatie van tranche 2025 en van de reservering
voor toekomstige tranches.
3. Prijsbijstelling 2025 volgens BBP-indexatiesystematiek
De tranche 2025 van de prijsbijstelling wordt overgemaakt naar het BES-fonds. Dit is
het prijsdeel van de nieuwe BBP-indexatiesystematiek.
4. Wisselkoersactualisatie
Omdat de begrotingskoers is gewijzigd van EUR/USD 1,11 in 2024 naar EUR/USD 1,1 in
2025 zijn er meer euro's benodigd om aan de verplichting in vreemde valuta te kunnen
voldoen. Om deze reden wordt er voor de jaren 2025 tot en met 2030 jaarlijks € 0,8
mln. toegevoegd aan de begroting.
5. Extrapolatie 2030
In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen
voor 2030 zijn in deze 1e suppletoire begroting toegevoegd.
Tabel 16 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting)
(bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2025
Ontvangsten 2026
Ontvangsten 2027
Ontvangsten 2028
Ontvangsten 2029
Ontvangsten 2030
Vastgestelde begroting 2025
88.642
89.320
89.839
91.174
92.518
0
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
1
8.734
6.488
7.081
7.748
8.408
103.691
Stand 1e suppletoire begroting 2025
97.376
95.808
96.920
98.922
100.926
103.691
Toelichting
1. Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) dienen de uitgaven en ontvangsten over ieder uitkeringsjaar voor het BES-fonds
gelijk te zijn. Ten behoeve van de dekking van deze uitgaven is een post ontvangsten
geraamd.
6. Beleidsartikel BES-fonds
6.1. Artikel 1. BES-fonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 BES-fonds (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
Ontwerpbegroting 2025 (1)
Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)
Vastgestelde begroting 2025(3)=(1)+(2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
88.642
0
88.642
8.734
97.376
6.488
7.081
7.748
8.408
103.691
Uitgaven
88.642
0
88.642
8.734
97.376
6.488
7.081
7.748
8.408
103.691
Bijdrage aan medeoverheden
1
Vrije uitkering
88.642
0
88.642
8.734
97.376
6.488
7.081
7.748
8.408
103.691
Ontvangsten
88.642
0
88.642
8.734
97.376
6.488
7.081
7.748
8.408
103.691
Toelichting
Het BES-fonds kent geen budgetflexibiliteit. De openbare lichamen ontvangen middelen
voor de aan hen wettelijk en toebedeelde taken.
Bijdrage aan medeoverheden
Vrije uitkering
In 2024 is abusievelijk een deel van de Vrije Uitkering (VU) niet uitbetaald aan Bonaire,
Sint Eustatius en Saba. Bij elkaar gaat het om € 2,8 mln. Dit bedrag wordt in 2025
alsnog betaald.
Omdat de begrotingskoers is gewijzigd van EUR/USD 1,11 in 2024 naar EUR/USD 1,1 in
2025 zijn er meer euro's benodigd om aan de verplichting in vreemde valuta te kunnen
voldoen. Om deze reden wordt er voor de jaren 2025 tot en met 2030 jaarlijks € 0,8
mln. toegevoegd aan de begroting.
De tranche 2025 van de prijsbijstelling wordt overgemaakt naar het BES-fonds. Dit is
het prijsdeel van de nieuwe BBP-indexatiesystematiek. Voor 2025 € 0,6 mln. oplopend
naar € 5,7 mln. in 2030.
Het BES-fonds is per 2024 overgestapt naar een nieuwe indexatie-systematiek op basis
van BBP-cijfers. Dit in plaats van de indexatie op basis van loon- en prijsontwikkeling.
Hiermee sluit de indexatie-systematiek aan op de systematiek van het Gemeente- en
Provinciefonds. Deze reeks betreft de mutatie van tranche 2025 en van de reservering
voor toekomstige tranches. Voor 2025 is er € 3,2 mln. aan de begroting toegevoegd,
oplopend naar € 3,4 mln. in 2030.
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba (FinBES) regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het
Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde
inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve
van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.