Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de reactie op verzoek commissie over de Kabinetsinzet t.a.v. de ministeriële vergadering van de Raad van Europa van 16-17 mei in Straatsburg en terugblik op het afgelopen jaar (Kamerstuk 20043-142)
2025D17169 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de brief met de Antwoorden op vragen van de commissie over o.a. de Reactie
op het verzoek van de commissie over de Kabinetsinzet t.a.v. de ministeriële vergadering
van de Raad van Europa van 16-17 mei 2024 in Straatsburg en de terugblik op het afgelopen
jaar (Kamerstuk 20 043, nr.142) en de brief over de Kabinetsinzet Ministeriële Vergadering Raad van Europa (Kamerstuk
20 043, nr 150).
De voorzitter van de commissie,
Klaver
Adjunct-griffier van de commissie,
Dekker
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van het lid van de SGP-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie volgen met veel interesse de onderhandelingen
over de erkenning van het recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu in het
Europese Verdrag voor de Rechten voor de Mens (EVRM). Deze leden vinden dat de erkenning
van dit mensenrecht van cruciaal belang is om burgers een adequaat beschermingsniveau
te bieden. De leden vragen de Minister waarom het Comité van Ministers nog geen besluit
zal nemen over erkenning van het recht en de discussie nog verder moet voortzetten.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn van mening dat de handhaving en effectieve
bescherming van het leefmilieu vaak tekortschieten door gefragmenteerde regelgeving.
Het erkennen van het recht op een gezond leefmilieu in het EVRM zal bijdragen aan
een meer coherent milieubeleid in zowel Nederland als Europa als geheel. Daarnaast
zorgt het naar het oordeel van deze leden voor juridische duidelijkheid voor iedereen
(burgers, overheden én bedrijven) op het Europese continent en zorgt het voor een
gelijk speelveld voor bedrijven. Deelt de Minister deze opvattingen? En zo nee, waarom
niet? Deelt de Minister ook de visie dat een juridisch bindende erkenning van dit
recht ook rechtszekerheid kan bieden aan overheden, met name in het licht van arbitragezaken
waarin bedrijven aanzienlijke compensatie eisen voor milieubeschermende maatregelen?
Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn tevreden met de toezegging van de Minister
om de naleving van de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
ten aanzien van de zaak van de Turkse mensenrechtenverdediger Osman Kavala bilateraal
op hoog niveau aan de orde te blijven stellen. De leden vragen of de Minister ook,
in lijn met de motie- Paternotte en Piri (Kamerstuk 36 410-V, nr. 55), de zaak van Selahattin Demirtas aan de kaak stelt. De leden vragen of de Minister
ook bij deze bijeenkomst van het Comité van Ministers voornemens is plenair aandacht
te vragen voor beide zaken.
In het verslag van de NAVO Ministeriële Vergadering op 3 en 4 april lezen de leden
van de GroenLinks-PvdA-fractie tevens dat de Minister en marge van die vergadering
zijn Turkse ambtsgenoot heeft aangesproken over de arrestatie van burgemeester İmamoğlu
van Istanbul, conform de motie-Piri en Paternotte (Kamerstuk 28 676, nr. 493). Deze leden vragen de Minister hoe zijn Turkse ambtsgenoot deze zorgen beantwoordde.
Ook vragen zij de Minister of hij zich aansluit bij de oproep van de Parlementaire
Assemblee van de Raad van Europa voor de onmiddellijke vrijlating van burgemeester
İmamoğlu. Ook vragen de leden welke stappen de Minister in de Raad van Europa voornemens
is te zetten, zolang Turkije uitspraken van het EHRM blijft negeren en fundamentele
vrijheden uit het EVRM op systematische wijze schendt. De leden vragen de Minister
of hij de zorgen van de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa deelt over «democratic
backsliding» in Turkije.
In navolging hierop vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie bovendien waarom
de systematische en ernstige mensenrechtenschendingen in lidstaat Georgië niet aan
bod komen in de geannoteerde agenda. Zij vragen de Minister om Georgië in het Comité
van Ministers aan te spreken, het liefst samen met zo veel mogelijk gelijkgezinde
landen, op de arrestatie van demonstranten, journalisten en politici, het hardhandige
geweld tegen pro-democratie protesten, en de vele wetten bedoeld om het maatschappelijk
middenveld de nek om te draaien.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken ten slotte op dat de mensenrechtenschendingen
in Gaza en de Westelijke Jordaanoever niet aan bod komen in de geannoteerde agenda,
terwijl Israël wel een waarnemende status heeft in de Parlementaire Assemblee van
de Raad van Europa. De leden vragen of de Minister voornemens om de mensenrechtenschendingen
ter tafel te brengen en, zo nee, waarom niet.
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de kabinetsinzet
voor de Ministeriële Vergadering van de Raad van Europa. Zij hebben hierover nog enkele
vragen.
De leden van de VVD-fractie zijn positief over de inzet op de inrichting van een speciaal
agressietribunaal om misdaden te vervolgen ten behoeve van de Russische agressie in
Oekraïne. Deze leden vragen of de Minister nog knelpunten ziet voor de oprichting
van dit tribunaal. Verder zijn zij geïnteresseerd in de totstandkoming van het compensatiemechanisme
voor oorlogsschade als gevolg van de Russische agressie. De leden vragen in hoeverre
de gesprekken over de claimscommissie, als onderdeel van het compensatiemechanisme,
afgerond zijn. Ook vragen voornoemde leden wanneer een definitief besluit volgt over
zowel het tribunaal als de claimscommissie. Als laatst, vragen deze leden of het kabinet
nog andere kansen of knelpunten ziet voor het bijdragen aan de accountability voor
Russische agressie in Oekraïne.
De leden van de VVD-fractie maken zich er hard voor om Oekraïense kinderen die gedeporteerd
of illegaal verplaatst zijn uit Oekraïne, weer terug te brengen. Het kabinet geeft
aan dat het hiertoe onderzoekscommissies ondersteunt die de kinderen identificeren,
herenigen en rehabiliteren. De voornoemde leden vragen het kabinet of zij dit voldoende
acht om bij te dragen aan dit urgente probleem. Wat zou Nederland samen met bondgenoten
aanvullend kunnen doen om deze kinderen terug te krijgen uit Rusland? Ook willen deze
leden weten wat de grootste knelpunten zijn voor het terugkrijgen van gedeporteerde
Oekraïense kinderen. Tot slot willen deze leden weten of de misdadigers achter dit
soort daden ook berecht zullen worden in het op te richten agressietribunaal.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Kabinetsinzet
voor de Ministeriële Vergadering van de Raad van Europa (RvE) van 13-14 mei 2025.
Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen over de inzet van het kabinet.
De leden van de NSC-fractie zijn tevreden dat Nederland de rol van voortrekker vervult
op het thema Restoring Justice for Ukraine en dat het kabinet inzet op herbevestiging
van de voortdurende steun aan Oekraïne via de Raad van Europa. Deze leden vragen of
de Minister ook zal aandringen op versnelling van de totstandkoming van een claimscommissie,
als essentiële vervolgstap naast het reeds operationele Schaderegister voor Oekraïne.
Welke mogelijkheden ziet de Minister, gezien de huidige ontwikkelingen rondom een
eventuele vrede in Oekraïne, om dit proces via de Raad van Europa te versnellen en
te ondersteunen?
Met betrekking tot de situatie van Oekraïense kinderen vragen de leden van de NSC-fractie
of de Minister meer inzicht kan geven in de Nederlandse bijdrage aan de Consultation
Group on the Children of Ukraine. Wat zijn sinds 2023 de concrete resultaten van deze
inzet, bijvoorbeeld op het gebied van hereniging van kinderen met hun familie?
De leden van de NSC-fractie verwelkomen de inzet van Nederland voor de vrijlating
van mensenrechtenverdediger Osman Kavala. Deze leden merken echter op dat in de kabinetsinzet
geen expliciete aandacht wordt besteed aan de veroordeling van de burgemeester van
Istanbul, Ekrem İmamoğlu, en daarmee zijn uitsluiting van deelname aan de presidentsverkiezingen
in 2028. Zij wijzen op de eerdere krachtige verklaring van de voorzitter en rapporteurs
van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa hierover.
In hoeverre zal tijdens de Ministeriële Vergadering aandacht besteed worden aan deze
zorgwekkende gebeurtenis?
De leden van de NSC-fractie merken op dat de toetreding van Kosovo tot de Raad van
Europa momenteel nog gevoelig ligt. Eerdere verslagen meldden dat Servië zich actief
verzette tegen Kosovaars lidmaatschap. Deze leden vragen de Minister hoe de relatie
tussen Kosovo en Servië zich sindsdien heeft ontwikkeld en hoe realistisch hij het
acht dat er dit jaar een besluit wordt genomen over de toetreding van Kosovo.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Steun aan Oekraïne
De leden van de D66-fractie steunen de voortrekkersrol van Nederland op het gebied
van accountability van Rusland voor zijn agressie tegen Oekraïne. Wat is de verwachting
van de Minister met betrekking tot de politieke besluitvorming omtrent het oprichten
van een speciaal tribunaal, zo vragen deze leden. Zij vragen de Minister welke landen
dwarsliggen en op welke termijn hij denkt dat het tribunaal gerealiseerd kan worden.
Daarnaast steunen de aan het woord zijnde leden de inzet gericht op de totstandkoming
van een compensatiemechanisme voor oorlogsschade als gevolg van de Russische agressie.
Is de Minister bereid tijdens de Ministeriële Vergadering ervoor te pleiten dat de
Raad van Europa zich uitspreekt als voorstander van het confisqueren van Russische
tegoeden met als doel dit geld in te zetten voor steun aan en wederopbouw van Oekraïne,
zo vragen zij.
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de Amerikaanse inzet met betrekking
tot ontvoerde Oekraïense kinderen en vragen de Minister of Nederland haar inzet om
deze kinderen thuis te krijgen, kan opschroeven.
Een «Nieuw Democratisch Pact voor Europa»
De leden van de D66-fractie steunen de «Reykjavik Principles for Democracy», maar
zien dat lidstaat Hongarije zich steeds verder van deze principes verwijdert. Hoewel
Hongarije regelmatig onderwerp is van kritische rapporten, resoluties en debatten,
is het land niet onder toezicht geplaatst. Is de Minister bereid ervoor te pleiten
dat Hongarije onder toezicht wordt geplaatst en daarmee een volledig monitoringproces
te starten, zo vragen zij.
Daarnaast maken de leden van de D66-fractie zich zorgen over de ontwikkelingen in
Turkije na de arrestatie van de burgemeester van Istanboel en de reactie van de Turkse
regering op de protesten die daarna ontstonden. Is de Minister bereid dit op te brengen
tijdens de Ministeriële Vergadering en het handelen van de Turkse overheid te veroordelen,
zo vragen zij.
Implementatie Verklaring van Reykjavik
Tot slot lezen de leden van de D66-fractie dat Nederland heeft gepleit tegen verplichtingen
voortvloeiend uit het actieplan met betrekking tot mensenrechten en milieu. Deze leden
maken zich grote zorgen over de gezondheidsschade die mensen door heel Europa oplopen
als gevolg van milieuvervuiling en vragen de Minister hoe hij voornemens is zich binnen
de Raad van Europa in te zetten voor het beperken van dergelijke gezondheidsschade.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie zijn verheugd dat vorig jaar aangestipte punten over onder
andere het confisqueren van Russische tegoeden dichterbij zijn gekomen. Het gaat deze
leden op dit vlak echter nog niet snel genoeg. Kan de Minister aangeven of en hoe
de Raad van Europa hierin een versnellende rol zou kunnen spelen?
De leden van de BBB-fractie maken zich verder nog steeds zorgen over een vorig jaar
ook reeds besproken onderwerp, namelijk het lot van politieke gevangenen. Waar dit
destijds over met name Rusland en Wit-Rusland ging, zouden deze leden in deze context
ook de situatie in Turkije willen toevoegen, waar onlangs de populaire burgemeester
van Istanbul werd gearresteerd, samen met andere politieke tegenstanders van Erdogan.
Wat kan de Raad van Europa volgens de Minister doen om het lot van deze politieke
gevangenen te verbeteren en hen tegelijkertijd uitzicht te geven op een mogelijke
vrijlating? Zijn er stappen die Nederland in die richting zou kunnen zetten?
De leden van de BBB-fractie maken zich ook zorgen over de ontvoering van duizenden
Oekraïense kinderen en het lot van krijgsgevangen genomen Oekraïense en Russische
soldaten. Dit tegen het licht van verontrustende berichten in de media hierover. Kan
de Minister in de Raad van Europa pleiten voor extra aandacht voor deze kwetsbare
doelgroepen?
Hongarije gedraagt zich onder Orban dusdanig afwijkend van onze normen en waarden
omtrent mensenrechten dat de leden van de BBB-fractie met zorgen de ontwikkelingen
volgen rond het Hongaarse opzeggen van het lidmaatschap van het Internationaal Strafhof
en het aannemen van een amendement dat de rechten van de LGBTQ+ gemeenschap ondermijnt.
Kan de Minister aangeven wat hij in de Ministeriële Vergadering van plan is hieraan
te doen en wat de mogelijkheden zijn om Hongarije op dit vlak te waarschuwen dat dit
tegen mensenrechten afspraken ingaat, waar ook de Europese Unie voor staat?
Met de Hongaarse situatie in gedachten vragen de leden van de BBB-fractie hoe de Minister
aankijkt tegen landen die willen toetreden tot de Raad van Europa en/of de EU. Welke
van deze kandidaatlanden zijn goed op weg voor een of beide van deze lidmaatschappen
en welke gaan juist de verkeerde weg in? Kan de Minister daar een overzicht van geven
met daarbij de meest recente stand van zaken, ook aangaande incidenten die dit vertragen?
Tot slot maken de leden van de BBB-fractie zich grote zorgen over destabiliserende
ontwikkelingen aan de grenzen van Europa zoals in Syrië en Gaza. Deze leden zien het
toegenomen antisemitisme in Europa als onacceptabel en zouden de Minister willen vragen
hier in de Raad aandacht voor te vragen. Kan de Minister dit toezeggen en ons over
de vorderingen hierover berichten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben de stukken ten behoeve van de Ministeriele Vergadering
ontvangen, danken de regering voor het toezenden daarvan en hebben nog enige vragen
en opmerkingen.
De leden van de SGP-fractie waarderen de lange geschiedenis van de Raad van Europa
als een gezaghebbend instituut op het gebied van mensenrechten en democratie. Daarbij
biedt de Raad van Europa aanzienlijke meerwaarde, maar dreigt ook te veel verbreding
aan onderwerpen en verschuiving van het taakgebied. Om gezaghebbend advies te blijven
geven, samenwerking te faciliteren en recht te spreken met het EHRM hopen deze leden
op complementariteit aan de andere internationale gremia met andere rollen, een focus
op de kerntaken en goede samenwerking.
De leden van de SGP-fractie merken op dat ondanks het missen van een Defensiemandaat,
de Raad van Europa wel werkt aan veiligheid, waaronder het tegengaan van terreurfinanciering,
transnationale misdaad en witwassen. Deze leden vragen de Minister toe te lichten
hoe dit zich verhoudt tot de andere organisaties op dit gebied. Welke meerwaarde heeft
dit ten opzichte van de EU die met minder lidstaten wel op Justitie en Binnenlandse
Zaken (JBZ) – en Economische en Financiële Zaken (ECOFIN)-terrein hier zeer actief
tegen is en Europol die met meer en andere landen aan internationale justitiële samenwerking
vorm geeft?
De leden van de SGP-fractie danken het kabinet voor deelname aan het sturingscomité
voor de Reykjavik principes van democratie en vinden veel van deze principes cruciaal
voor democratie en rechtstaat. Deze leden vragen echter wel hoe het kabinet zich dan
opstelt en heeft opgesteld in het verleden als het in de principes ook over referenda
gaat. Dit vragen de leden omdat Nederland momenteel geen referendumwet heeft en in
het verleden deze heeft gehouden en daarna de wet heeft ingetrokken. Hoe ziet de sturing
op internationale principes er dan uit, gegeven de situatie in Nederland zelf? De
voornoemde leden merken wel op dat zij dit uit interesse vragen en zelf tegenstanders
blijven van referenda.
De leden van de SGP-fractie maken zich zorgen om de paragraaf over gendergelijkheid
en LHBTIQ. Hier menen deze leden dat dit de kaders van het EVRM toch dreigt op te
rekken en dat er tussen veel lidstaten verschillen bestaan hierover en dat er dan
ook afspraken gemaakt worden die onnodig veel in landen afdwingen of waar men maar
half zal naleven. Acht het kabinet de Raad voor Europa echt het geëigende platform
om over LHBTIQ en seksuele en reproductieve gezondheid (SRGR), inclusief abortus te
spreken, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Indien ja, kan het kabinet dan het
krachtenveld schetsen rondom SRGR als dat in de strategie voor gendergelijkheid genoemd
wordt, en met name welke accenten en duiding verschillende lidstaten daaraan geven
en hoeveel daadwerkelijke opvolging er in lidstaten is naar aanleiding van deze strategie?
De leden zijn kritisch op deze gang van zaken bij de Raad van Europa en kritisch op
de inhoud van de strategie.
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Brief regering – Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot – 10 mei 2024,
Antwoorden op vragen commissie over o.a. de Reactie op verzoek commissie over de Kabinetsinzet
t.a.v. de ministeriële vergadering van de Raad van Europa van 16–17 mei in Straatsburg
en terugblik op het afgelopen jaar (Kamerstuk 20 043-142)
Brief regering – Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp – 11 april 2025
Kabinetsinzet Ministeriële Vergadering Raad van Europa
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.L. Dekker, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.