Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 701 Wijziging van de Faillissementswet en de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van Verordening 2024/886 betreffende instantovermakingen in euro’s (Implementatiewet verordening instantovermakingen in euro’s)
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 11 april 2025
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand
wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
De voorzitter van de vaste commissie, Nijhof-Leeuw
Adjunct-griffier van de commissie, Van der Steur
ALGEMEEN
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de Implementatiewet
verordening instantovermakingen in euro’s en hebben daarover nog een aantal vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Deze leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de BBB-fractie juichen de verdere implementatie van instantovermakingen
toe, maar deze leden hebben wel een paar vragen over de uitvoerbaarheid, haalbaarheid
en de opstelling van de ECB die niet voornemens is kleine niet-bancaire instellingen
een rekening te verstrekken.
§ 1. Inleiding
De leden van de VVD- en de NSC-fractie constateren dat de verordening op 8 april 2024
in werking is getreden en dat de implementatie van de wijzigingen in de richtlijnen
uiterlijk 9 april 2025 moet zijn afgerond. Het is inmiddels begin april 2025, dus
de deadline van 9 april 2025 gaat niet gehaald worden. Waarom is de implementatiewet
niet tijdig bij het parlement ingediend? Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie
wat de gevolgen zijn van het missen van de deadline.
Deze leden merken op dat het bij deze implementatiewet gaat om de implementatie van
de verordening en de richtlijnen. Deze leden vragen in hoeverre is er sprake van nieuwe
koppen op EU-regelgeving. In hoeverre zitten er in de bestaande wet- en regelgeving
in Nederland al koppen op EU-regelgeving voor dit onderwerp? Graag vragen deze leden
om eventuele koppen concreet te benoemen.
§ 2. Aanleiding en doel van de verordening
De leden van de VVD-fractie merken op dat in Nederland bijna alle Europese overschrijvingen
die via internetbankieren en mobiele bankapps zijn geïnitieerd al als instantovermaking
worden verwerkt. Daarnaast is het bij meer dan 95 procent van de betaalrekeningen
in Nederland mogelijk om instantovermakingen te verzenden en te ontvangen. Wat is
de reden dat bij vijf procent van de betaalrekeningen de overgemaakte bedragen niet
direct op de rekening staan?
Wat is daarvan de oorzaak, vragen ook de leden van de NSC-fractie. Om wat voor overmakingen
gaat dat? Hoe snel kan nu gezorgd worden dat die laatste vijf procent ook wordt gerealiseerd?
Wat moet er nog gebeuren door de bedrijven om die laatste vijf procent mogelijk te
maken?
De leden van de NSC-fractie vragen of het klopt dat bijna alle overboekingen in Nederland
al instantovermakingen zijn. Klopt het dus dat bijna niemand iets gaat merken van
het voorliggende wetsvoorstel? Zo nee, wie gaat er wel iets merken en wat dan precies?
Deze leden vragen ook welk gedeelte van de betalingen in Nederland nog geen instantovermaking
is? Hoeveel en welke bedrijven zullen hun bedrijfsvoering aan moeten passen als gevolg
van het voorliggende wetsvoorstel?
Tenslotte vragen de leden van de NSC-fractie waarom in de Europese Unie maar 19 procent
van alle betalingen instantovermakingen zijn? Waarom lopen andere landen achter bij
Nederland als het gaat om instantovermakingen?
Betaalverzoeken zijn in inmiddels in Nederland heel gewoon, zo merken de leden van
de VVD-fractie op. Toch is het vaak niet mogelijk om Europees een betaalverzoek te
versturen, bijvoorbeeld een Nederlander naar een Spanjaard, ondanks dat de betaalinstellingen
in beide landen de euro gebruiken. Waarom is dit? Zit hier regelgeving in de weg en
zo ja, welke regelgeving? Ziet de regering mogelijkheden om dit te verhelpen?
§ 3.1 Single Euro Payments Area (SEPA)-verordening
De leden van de VVD-fractie merken op dat deze regelgeving regelt dat de wijze van
sanctiescreening wordt gewijzigd voor instantovermakingen. De huidige werkwijze is
dat instantovermakingen op transactiebasis gescreend worden aan de hand van sanctielijsten.
Met de komst van deze verordening worden betalingsdienstaanbieders verplicht om periodiek
en ten minste dagelijks na te gaan of hun betalingsdienstgebruikers aan gerichte financiële
beperkende maatregelen onderworpen personen of entiteiten zijn, en mogen zij niet
langer een op transacties gebaseerde screening toepassen. Leidt een verschuiving van
toezicht op basis van transacties naar ten minste dagelijks toezicht op betalingsdienstgebruikers
niet tot extra regeldruk? Graag ontvangen deze leden een toelichting op dit punt.
De leden van de NSC-fractie vragen of het klopt dat de kosten die voor een instantovermaking
in rekening mogen worden gebracht niet hoger mogen zijn dan voor een normale betaling.
Zouden deze kosten niet sowieso nul euro moeten zijn? Immers de marginale kosten van
een betaaltransactie zijn toch meestal ook nul euro?
Deze leden vragen ook hoe een op «transacties gebaseerde screening» er momenteel uit
ziet? Gebeurt dit door middel van algoritmes? Kan dit niet discriminatie in de hand
werken? Op welke manier gaat de screening van gebruikers nu plaatsvinden?
Hiernaast vragen de leden van de NSC-fractie welke aanvullende nationale eisen worden
gesteld aan screening op sanctielijsten (zoals Rusland of terrorismefinanciering)?
Wie houdt hier toezicht op? Is dat DNB? Is dat de AFM? Brengt deze screening extra
kosten met zich mee voor de eindgebruikers/consumenten?
Ook vragen de leden van de NSC-fractie of instantovermakingen in Nederland voor alle
consumenten en bedrijven beschikbaar worden, ongeacht hun type rekening of bank. Hoe
wordt geborgd dat ook kleinere banken of nichebanken (zoals digitale banken of buitenlandse
vestigingen) voldoen aan de verplichting tot instantovermaking? Hoe wordt geborgd
dat die kosten niet hoger zijn dan bij reguliere overschrijvingen, zoals de verordening
vereist?
Tenslotte vragen deze leden hoe Nederland invulling geeft aan de verplichting tot
naamsverificatie («IBAN-Naam Check») bij instantovermakingen. Is dit al volledig ingevoerd
bij alle banken en betaalinstellingen?
§ 3.3 Herziene richtlijn betaaldiensten
De leden van de VVD-fractie merken op dat betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen
nu zelf direct kunnen deelnemen. Is dat verplicht of vrijwillig? Om wat voor soort
bedrijven gaat het dan? De betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen moet
daarvoor wel voldoen aan de waarborgen van stabiliteit, integriteit en risicobeheer.
Wat gebeurt er als bedrijven (nog) niet kunnen voldoen aan de verplichtingen en wat
zijn daarvan de gevolgen?
§ 4. Inhoud wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie lezen dat er om de wijzigingen te implementeren een tweetal
algemene maatregelen van bestuur (AMvB) wordt gemaakt. Wat gaat er precies geregeld
worden in deze AMvB’s? Waarom wordt dit niet in de implementatiewet geregeld? Hoe
wordt de Kamer daarbij betrokken (voorhang (zwaar/licht), dan wel nahang)? Wat gaat
de inhoud van de AMvB’s op hoofdlijnen worden?
In het algemeen vragen de leden van de NSC-fractie of alle Nederlandse banken technisch
in staat zijn om 24/7 instantovermakingen te verwerken, inclusief in weekenden en
feestdagen? Wat gebeurt er bij systeemstoringen? Zijn er back-upmechanismen om betalingen
alsnog binnen tien seconden te verwerken? Wordt met deze Europese regelgeving de afhankelijkheid
van buitenlandse dienstverleners zoals VISA en Mastercard beperkt?
De leden van de BBB-fractie vragen hoe snel de regering verwacht dat lidstaten de
inhoud van de verordening daadwerkelijk in de praktijk implementeren.
§ 5. Financiële gevolgen en regeldruk
De leden van de VVD-fractie merken op dat het wetsvoorstel volgens de memorie van
toelichting geen gevolgen heeft voor de regeldruk van betalingsinstellingen. Voor
het zelf direct deelnemen moeten bedrijven echter wel voldoen aan een aantal verplichtingen.
Hoe is dit met elkaar te rijmen? Graag ontvangen deze leden een nadere uitleg op dit
punt.
Deze leden vragen hoe het kan dat er geen gevolgen zijn voor de regeldruk, maar dat
er wel een rapportageverplichting is voor de periode 2022 – 2024 en daarna. Waarom
is die rapportageverplichting er? Is dit een rapportageverplichting die voortvloeit
uit de EU-regelgeving of is dit (ook) extra vanuit de Nederlandse toezichthouder?
Idem geldt dit in de ogen van deze leden voor de inhoud van de rapportageverplichting.
Worden hier nationaal extra inhoudelijke verplichtingen aan toegevoegd? Hoe moet dit
gezien worden in relatie tot de terechte ambitie van de Europese Commissie en de regering
voor minder regeldruk? Welke onnodige, overbodige of doorgeslagen regels of rapportageverplichtingen
zitten er volgens de regering in deze regelgeving opgenomen?
De leden van de BBB-fractie vragen op dit punt of kleine spelers wel de middelen hebben
(technisch, financieel) om aan alle nieuwe eisen te voldoen.
§ 6. Uitvoering
De leden van de VVD-fractie lezen dat de toezichthouders DNB en AFM aangeven dat de
kosten naar verwachting passen in het huidige kostenkader. Wat wordt hier precies
mee bedoeld? Betekent dit dat er geen stijging zal zijn van de toezichtkosten? De
leden van de VVD-fractie zouden dit natuurlijk toejuichen en vragen de regering ervoor
te zorgen dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. En dat «naar verwachting» uiteindelijk
niet alsnog zorgt voor extra toezichtkosten.
De leden van de VVD-fractie zijn in principe van mening dat terugwerkende kracht niet
wenselijk is. Feitelijk is de rapportageverplichting voor de periode 2022 – 2024 dat
wel. Het is mogelijk dat betaaldienstverleners de informatie die de rapportageverplichting
voorschrijft niet hebben verzameld over de periode uit het verleden. Voor betaaldienstverleners
is dit extra werk. Waarom is er niet voor gekozen in de verordening om dit anders
te regelen? Was het op basis van de verordening mogelijk geweest om dat anders te
regelen? De AFM ziet als oplossingsrichting om een aantal jaar te accepteren dat de
geleverde data een aantal jaar incompleet en/of van lage kwaliteit is. Dit lijkt de
leden van de VVD-fractie iets dat minimaal zo geregeld moet worden. Beter zou zijn
dat de informatie uit het verleden niet geleverd zou moeten worden. In hoeverre is
dat alsnog te regelen?
De leden van de NSC-fractie vragen wat de sancties of maatregelen zijn bij niet-naleving
door banken of betaaldienstverleners.
§ 7. Consultatie
De leden van de BBB-fractie hebben een vraag over de zorgen die de Electronic Money
Association heeft geuit ten aanzien van het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB)
om geen rekeningen te verstrekken aan niet-bancaire betalingsdienstaanbieders voor
het veiligstellen van de gelden van gebruikers bij centrale banken. Deze leden vragen
welke obstakels de ECB opvoert om hier nog geen invulling aan te geven? Is de ECB
op enigerlei wijze voornemens om niet-bancaire betalingsdienstaanbieders in de toekomst
wel rekeningen te verstrekken? Welke gevolgen heeft de houding van de ECB voor de
beoogde uitwerking van het wetsvoorstel? Kan van niet-bancaire instellingen redelijkerwijs
wel verwacht worden dat zij aan deze wetgeving kunnen voldoen als zij geen gelijk
speelveld hebben met grotere bancaire instellingen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
R.A. van der Steur, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.