Stenogram : Burgerinitiatief Nicotinee
7 Burgerinitiatief Nicotinee
Vergaderjaar 2024-2025
Vergaderingnummer 36
Te raadplegen sinds
2025-03-27Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle stukken over dossier36594Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2024-2025, 36
Burgerinitiatief Nicotinee
Aan de orde is de voortzetting van het debat over het burgerinitiatief Nicotinee.
De voorzitter:
Na die mededelingen gaan we snel door naar het debat dat we aan het voeren waren. Het was een debat over het burgerinitiatief Nicotinee. Ik heet iedereen weer van harte welkom. De staatssecretaris staat al klaar voor zijn beantwoording van de vragen. Ik attendeer de leden erop dat we iets meer tijd hebben gekregen, met de nadruk op "iets meer". We hebben nu tot 13.45 uur. We hebben dus nog een uur. Maar daarin moet dus wel alles gedaan worden, ook uw eigen tweede termijn. Ik zeg "een uur". Ik bedoel natuurlijk "twee uur", excuus. De staatssecretaris.
Staatssecretaris Karremans:
Dank u wel, voorzitter. Ik ben verheugd om hier vandaag te zijn en te spreken over het burgerinitiatief Nicotinee. Het is enorm mooi — dat zeg ik oprecht — dat ontzettend veel mensen de rookvrije generatie een warm hart toedragen. Daar werken we natuurlijk bij VWS erg hard aan. Voordat ik ga beginnen met een wat uitgebreidere inleiding, wil ik allereerst mijn waardering uitspreken voor de initiatiefnemers. Voor mij en voor uw Kamercommissie zijn het bekende gezichten, die zich al heel lang inzetten voor een rookvrije generatie. Dat valt alleen maar te prijzen. Dit doen zij onder andere omdat ze als artsen de verschrikkelijke gevolgen van roken hebben meegemaakt. In hun onafgebroken strijd tegen de tabaksindustrie en voor het beschermen van onze kinderen hebben zij een hele belangrijke bijdrage geleverd op het gebied van tabaksontmoediging. Ik heb hier heel veel bewondering en respect voor.
Ook ik deel uiteraard de doelstelling van Nicotinee om in 2040 een rookvrije en nicotinevrije generatie te realiseren. Ik moet ook zeggen: om dit te bereiken zijn er in de afgelopen jaren al veel maatregelen genomen. Denk hierbij aan een verkoopverbod in supermarkten en avondwinkels, het smaakjesverbod voor e-sigaretten en een forse accijnsverhoging. Ik weet niet door wie, maar er werd gezegd: zorg dat je vooroploopt en zorg dat je niet achterloopt. Nou, wij lopen zeker in Europa zwaar, zwaar, zwaar voorop. Als het een wielerwedstrijd zou zijn, dan zouden wij vooraan in de kopgroep rijden. Er is dus al veel bereikt, maar het is nog niet voldoende. Laten we daar helder over zijn. Ik heb grote zorgen over nieuwe producten die op de markt worden gebracht als alternatief voor de klassieke sigaret. We hebben het er al vaak over gehad. Gisteren is het daar in de media natuurlijk ook over gegaan. Het belangrijkste product hiervan is de vape. Helaas, met de nadruk op helaas, is het de industrie gelukt om Nederlandse jongeren te verleiden met dit product. Dit kan leiden tot een grote nieuwe generatie nicotineverslaafden. Zoals u weet, ben ik dan ook bezig met een actieplan tegen vapen. Begin volgend jaar zal ik de Kamer daarover informeren en het actieplan naar de Kamer sturen. Dat is niet het enige wat we doen. Daarnaast ben ik bezig met een wetsvoorstel om het aantal verkooppunten te verminderen en de verkoop van rookwaren enkel nog in tabaksspeciaalzaken toe te staan. Voor vapes zal dit in 2026 al ingaan en voor tabaksproducten in 2032.
Voorzitter. De initiatiefnemers leggen nu twee nieuwe maatregelen voor. Het generatiegebonden verkoopverbod en een nieuw op te richten toezichthouder voor het toezicht op de naleving van de leeftijdsgrens. Ik zal kort reageren op deze beide onderdelen. Daarna zal ik overgaan tot het beantwoorden van de vragen vanuit uw Kamer. Ik weet uit ervaring dat de Kamer op prijs stelt dat ik even de blokjes aangeef. Dat zijn er een stuk of vijf. Allereerst begin ik met jongeren/schoolomgeving. Vervolgens komt NVWA/illegale handel, daarna industrie, dan Europa en tot slot varia, oftewel overig.
Voorzitter. Zoals ik al zei ga ik in op de twee punten van het initiatiefvoorstel. Allereerst ga ik in op het generatiegebonden verkoopverbod. Door dit voorstel kunnen jonge mensen geboren na 2012 nooit meer tabak en vapes kopen. Nu moet gezegd worden dat het aantal rokers onder jongvolwassenen in Nederland hoog ligt, ook relatief ten opzichte van andere landen. Dit is een leeftijdsfase — mevrouw De Kanter heeft dat uitstekend toegelicht — waarin veel jonge mensen verslaafd raken. Ik vind het dus een interessant voorstel. Ik steun het doel van het voorstel, net zoals veel Kamerleden, en ook de onderliggende ambitie om de rookvrije generatie te verankeren. Ik deel ook de zorg van de initiatiefnemers, maar er is maar. Hoe graag ik ook zou willen dat we met één wetsvoorstel een rookvrije generatie kunnen realiseren, verplicht de realiteit mij uit te leggen dat dit niet mogelijk is, of in ieder geval niet zomaar mogelijk is. Dat heeft te maken met een aantal zaken. Allereerst begin ik even met de juridische argumenten. Zoals bekend, zijn wij onderdeel van de Europese interne markt. Voor alle producten die in Europa zijn toegestaan en gereguleerd, geldt de regel dat het niet is toegestaan om op lidstaatniveau verboden in te stellen. Het is wel mogelijk om een leeftijdsgrens in te stellen, maar geen daadwerkelijk verbod. In Denemarken heeft de regering precies gekeken naar onder andere een dergelijk voorstel als dit generationeel verbod. Daar zijn ze heel recent, ik geloof in de afgelopen twee weken, tot de conclusie gekomen dat dat juridisch niet mogelijk is. Daar hebben ze het parlement ook over geïnformeerd. De Europese wetgeving verhoudt zich daar gewoon niet toe. Dat is ook al door een aantal Kamerleden gezegd. Dat is dus het juridische deel.
Helaas is Nederland geen eiland, zoals Nieuw-Zeeland of het Verenigd Koninkrijk. Dan is het natuurlijk ook nog de vraag — en die vraag is terecht, ook al zou ik dat niet willen — in hoeverre een generatiegebonden verkoopverbod het beoogde effect heeft als mensen in onze buurlanden nog wel rookwaren kunnen kopen. In die lijn maak ik me dus zorgen over de mogelijke illegale handel die kan ontstaan als we producten voor veel mensen gaan verbieden. Dat zien we nu ook met illegale vapes. Ik kom straks nog even op mijn uitspraak "pak het af en gooi het weg". Ik zal die even netjes toelichten. Ik heb veel reacties gehad, waaronder ook heel veel positieve reacties, moet ik zeggen; ook op die uitspraak. Maar ik heb ook heel veel reacties gehad in de zin van "verbied het dan gewoon". Dat is precies het punt. Het is al verboden, maar je ziet dat het nog steeds heel makkelijk verkrijgbaar is. Volgens mij wordt er vanmiddag gestemd over het amendement van mevrouw Tielen, onder andere over extra geld naar de NVWA voor de handhaving op vapes. Ik hoop natuurlijk op een positieve uitkomst. Als dat wordt aangenomen, kan de NVWA daar volgend jaar in ieder geval gelijk mee aan de slag. Dat daarover. De heer Krul en mevrouw Jansen hadden aangekondigd een motie in te dienen, geloof ik, over een onderzoek. Dat wil ik natuurlijk best doen, ook om alle voor- en nadelen van een dergelijk generationeel verbod netjes op een rijtje te zetten, al doe ik dat nu ook al in mijn inleiding.
Dan een nieuwe toezichthouder voor de leeftijdsgrens, zoals is voorgesteld. Ik snap ook daar de zorg van de initiatiefnemers over de naleving van de leeftijdsgrens. Ik ben zelf ook mee geweest met de inspectie. Ik ben onder de indruk van de expertise en kennis van de NVWA, moet ik zeggen. Dat ben ik echt. Daar wordt met ontzettend veel passie en kennis gewerkt aan de handhaving van de Tabaks- en rookwarenwet. Maar we zien ook dat de klok verder tikt richting 2040. Als we slagvaardig willen optreden, moeten we nu geen tijd verliezen aan het opzetten van een nieuwe toezichthouder. Daar ben ik heel eerlijk over; daar zie ik niet zoveel in. Ik denk dat we beter de NVWA kunnen versterken en het de NVWA makkelijker kunnen maken. Daar kom ik ook op terug in mijn antivape-actieplan. En natuurlijk hebben we het gehad over de middelen die de Kamer dan vrij zou moeten maken voor extra handhaving, maar dan wel voor de NVWA en niet voor een nieuwe toezichthouder. Zoals ik al zei, heb ik het volste vertrouwen in de expertise en gedrevenheid van de NVWA om deze maatschappelijk opgave op te pakken. Dat even kort ter inleiding.
Dan heel even naar gisteren. Er kwam natuurlijk een verschrikkelijk bericht. Ik denk dat heel veel Kamerleden daarvan geschrokken zijn en heel veel mensen in de samenleving ook. Ikzelf ben er ook van geschrokken. Natuurlijk weten we hoe schadelijk vapen is, maar niet iedereen is zich daarvan bewust. Mevrouw Paulusma noemde het ook al: de tabaksindustrie heeft helaas een best succesvol frame weten neer te zetten dat vapen een gezondere variant op roken is. Je ziet dat mensen, waaronder ook ouders, dat soms toch denken. Dat is natuurlijk niet het geval. Dat wil ik nogmaals herhalen. Ook mijn opmerking "pak het af en gooi het weg" kunt u in dat licht zien. Over die toetjes moet ik zeggen dat ik het punt snap, maar toetjes vallen wel echt in een hele andere categorie dan illegale vapes, want daarin zit echt ontzettend veel troep. Als toetjes met iets te veel suiker illegaal waren geweest, had ik waarschijnlijk hetzelfde gezegd: "pak het af en gooi het weg". Maar het punt dat ik daar wilde maken, is tweeledig. Ik kom even op de nuancering die ik daar wilde aanbrengen. Ten eerste: ik wil heel duidelijk maken richting ouders en jongeren dat het troep is. Het is geen gezondere variant op roken. En twee, en dat heb ik ook meermaals gezegd: ik heb hierbij ook de ouders nodig. Je kan niet van de overheid, van mij, verwachten dat wij heel strak gaan handhaven op verkooppunten — dat gaan we doen, en dat moeten we veel beter gaan doen; die handschoen pak ik op — als ouders vervolgens hun kinderen toestaan om te vapen. Dus in dat licht moet u die opmerking zien. Maar wees gerust: we werken aan een actieplan antivapen, waarin we ook een boei zullen uitwerpen richting ouders die verder gaat dan "pak het af en gooi het weg". Want we weten dat het een verslaving is en dat het, zeker als jongeren langer vapen, lastig is om ervan af te komen. Natuurlijk wil je het altijd voorkomen, dus daar zullen we in het actieplan ook aandacht aan besteden. Ik heb het al eerder gehad over een ouderavond en over perspectief voor ouders om daarop te handelen.
Dus dat daarover, voorzitter.
Mevrouw Paulusma (D66):
Goed dat de staatssecretaris dit nog even toelicht, maar ik blijf het bezwaarlijk vinden, want de staatssecretaris weet heel goed dat zijn woorden zwaar wegen, ook dat wat opgepikt wordt in de pers. Nu is de boodschap in het land rond gaan zingen — dat was niet alleen voor ouders vervelend, maar ook voor professionals — dat de staatssecretaris zegt: pak het af en gooi het weg. Ik zou heel graag willen dat de staatssecretaris z'n hele betoog houdt over wat hijzelf gaat doen en welke inzet hij toont. Natuurlijk hebben we daar iedereen bij nodig, maar dit had niet de hoofdboodschap mogen zijn. Dus ik hoop van harte dat dat niet de trend is en dat het de volgende keer beter gaat.
Staatssecretaris Karremans:
De hoofdboodschap ... Ik sta er nog steeds achter. Ik heb net toegelicht wat daar de boodschap is. Dus ik heb ouders daar wel voor nodig. Je kunt niet aan de ene kant zeggen "verbied het" en dan zeggen: we gaan het vooral op andere manieren doen. Er zit een harde kant aan, en dat is echt dat verbieden. Daar heb ik ook streng optreden van ouders voor nodig, want dat heeft nota bene mevrouw Paulusma tegen mij gezegd toen het juist over die toetjes ging. Dus ik dacht: ik luister nog eens een keer. Maar ik vind dat er een punt in zit. Het is natuurlijk tweeledig. Aan de ene kant vind ik dat wij streng moeten optreden en dat er een verbod moet zijn. Als de verkoop van vapes met smaakjes illegaal is, moet de overheid daar goed op handhaven. Aan de andere kant zeg ik ook, en zo moet u die uitspraak zien: het heeft niet zo veel zin als ouders het vervolgens wel toestaan, omdat ze denken dat het een gezondere variant op roken is, want niet het geval is.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik zal het kort houden. Ik denk niet dat heel veel ouders het toestaan. Ik denk dat ouders hier enorm mee worstelen en dat ouders zich hier heel veel zorgen over maken, dus doen de woorden van de staatssecretaris ertoe. Maar na deze beantwoording ga ik ervan uit dat de staatssecretaris dan ook gaat leveren als het om preventie gaat. Dan zie ik ook heel graag zijn beantwoording tegemoet als het gaat om het terugdraaien van alle bezuinigingen.
Staatssecretaris Karremans:
Volgens mij heb ik het net al gezegd: het gaat verder dan alleen "pak het af en gooi het weg". Nogmaals, ik heb net uitgelegd waar die uitspraak vandaan komt. Ik denk dat dat een heldere boodschap is, die ook nodig is om de urgentie te benadrukken, maar dat er natuurlijk meer aan het verhaal zit. Dat ben ik dus eens met mevrouw Paulusma.
Voorzitter. Dan begin ik met het eerste blokje, jongeren en schoolomgeving. Ik begin met de vraag van de heer Krul, namelijk: kan de staatssecretaris een tipje van de sluier lichten over het actieplan antivapen? Ik ben er nog druk mee bezig. Er zijn al een aantal conceptversies over mijn bureau gegaan. Ik kan in ieder geval vertellen dat we zullen inzetten op het voorkomen dat jongeren beginnen met vapen en op het stimuleren van het stoppen met vapen. Wij zullen dat doen, maar we zullen vapers en ouders daar ook bij ondersteunen, zeg ik ook in het licht van de vraag die mevrouw Paulusma gesteld heeft. Daarnaast zetten we in op het versterken van de handhaving op illegale vapes. Zoals ik al eerder heb gezegd, gaat dat niet alleen over extra capaciteit. Het gaat er ook over zorgen dat de NVWA voldoende wettelijke mogelijkheden heeft, om efficiënt te kunnen handhaven. Ik verwacht dat dus binnenkort met u te delen.
Dan de vraag van mevrouw Paulusma of ik aan de slag ga met meer voorlichting en kinderen ga helpen om te stoppen met vapen. Het antwoord is: ja, daar gaan we mee aan de slag.
Dan de vraag van de heer Crijns of er niet al voldoende maatregelen zijn om jongeren te beschermen. Hij vroeg of dit initiatief niet te ver gaat.
De voorzitter:
Eerst een interruptie van mevrouw Paulusma.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik ben heel blij dat de staatssecretaris dit toezegt, maar mijn reactie is wel meteen: hoe dan, wat is de planning en wanneer wordt de Kamer geïnformeerd? De staatssecretaris kent mij goed, dus deze vervolgvragen waren te verwachten.
Staatssecretaris Karremans:
Ik dacht dat ik die ook beantwoord had. Het zit namelijk in het actieplan antivapen. Dat komt begin volgend jaar.
Dan de vervolgvraag van de heer Crijns: Zijn er niet al voldoende maatregelen om jongeren te beschermen? Gaat dit initiatief niet te ver? Kijk, we hebben in de afgelopen jaren een aantal maatregelen, specifiek gericht op jongeren, ingevoerd, zoals het smaakjesverbod en het verbod op verkoop in supermarkten. We moeten alleen toch constateren dat de verkoop en het gebruik van illegale vapes met smaakjes toenemen. We zien dat een op de vijf jongeren dat doet. Dat is veel en veel en veel te hoog. Om dan te zeggen dat dit het is en we niet meer gaan doen ... Daar ben ik het niet mee eens. Ik denk dat we meer moeten doen. Daarom zal handhaving een belangrijk onderdeel zijn van het actieplan antivapen. Extra middelen worden daarvoor vrijgemaakt in structurele zin. Ook wordt er vanmiddag over een amendement gestemd. We moeten inderdaad ook efficiënter gaan handhaven. En met "we" bedoel ik de NVWA.
De heer Crijns (PVV):
Dank u wel voor het antwoord, staatssecretaris, zeg ik via u, voorzitter. Ik begrijp dat er veel gedaan moet worden en dat de illegale handel moet worden aangepakt. Het zijn vaak niet de winkel op de hoek of de tabakspeciaalzaken die illegale vapes verkopen. Het zijn vaak de Snapchatdealers, de Instagramdealers, de Telegramdealers en noem maar op. Maar er zijn ook websites die gewoon hier in Nederland benaderbaar zijn en waar je gewoon via iDEAL kan betalen. Je plaatst dan een bestelling. Het bedrijf zit dan bijvoorbeeld ergens anders in Europa. Hoe gaat de NVWA dat aanvliegen?
Staatssecretaris Karremans:
Dat vind ik een terecht punt. Overigens, wat betreft de opmerking dat het niet zozeer bij slijterijen of, laten we zeggen, de tabakszaak op de hoek gekocht kan worden: dat zien we helaas wel. Ik ben zelf mee geweest met de NVWA. Ja, dat is "n=1", maar we zien het ook uit onderzoek. Het is ook in de media verschenen, al een hele tijd terug. Ik was mee. Het was hier niet eens zo heel ver vandaan; ik denk dat het vanaf hier vijf minuutjes lopen is. We liepen een zaak in en ja hoor: er werden illegale vapes verkocht. Het wordt dus nog steeds grootschalig verkocht, ook door dealers op middelbare scholen, bij festivals en noem het maar op. Het is echt veel te vrij verkrijgbaar. Vandaar dat we erop inzetten. Maar inderdaad — de heer Crijns heeft gelijk — het is niet alleen offline; het is ook online. Een groot deel moet ook zitten in onlineaanpak. Ik heb de NVWA daartoe opgeroepen en heb er gister met de mensen daar een gesprek over gevoerd. Mevrouw Paulusma heeft er ook al even op gewezen dat influencers daar een bepaalde rol in zouden kunnen vervullen. Daar kijken we allemaal naar. Het is zonder meer het geval. Overigens zien we hetzelfde bij lachgas. Het is een lastig probleem, maar wel onderdeel ...
De voorzitter:
Ik kijk toch ook even naar de staatssecretaris. Ik zou dit debat namelijk heel graag vandaag afmaken.
Staatssecretaris Karremans:
U vindt mijn antwoorden te kort.
De voorzitter:
Nou, niet per se. Ik had graag meer tijd gehad, maar dat hebben we gewoon niet. We moeten om 13.30 uur echt door naar de tweede termijn van de Kamer, willen we vandaag dit debat nog afmaken. Voor de indieners en de initiatiefnemers vind ik dat gewoon wel zo netjes. We hebben daar de hulp van iedereen bij nodig.
Staatssecretaris Karremans:
Ik snap dat, voorzitter. Ik wil de Kamer natuurlijk wel recht doen in de beantwoording.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Is het kopje scholen al afgelopen?
Staatssecretaris Karremans:
Nee.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog. Het voorstel is inderdaad om dat kopje af te maken. Dan kijk ik rond om te zien of er vragen zijn. Ik denk dat dat het efficiëntst is.
Staatssecretaris Karremans:
Ja, ik zal aangeven wanneer het zover is.
Dan een vraag van mevrouw Jansen over handhaving op scholen: kan de staatssecretaris aangeven welke structurele middelen scholen daarvoor krijgen, hoe de handhaving dit aanpakt en of de invulling aan de scholen wordt gelaten? Dat laatste is inderdaad het geval. Het wordt dus aan de scholen gelaten hoe zij dat doen. Er geldt inderdaad een rookverbod in en om scholen. Dit geldt overigens niet alleen voor roken, maar ook voor vapen. Zij moeten dat zelf instellen, aanduiden en handhaven. Zij kunnen zelf het beste bepalen hoe zij dat doen. Dit betalen ze uit de reguliere middelen; ze krijgen daar geen extra geld voor. Dat is het antwoord op die vraag.
Dan de vraag van mevrouw Slagt-Tichelman hoe het zit met toezicht en handhaving op scholen, want de voorgaande vraag ging over het geld. Die naleving is relatief hoog; dat zien we. De NVWA doet vooral toezicht op basis van risico's en meldingen. Ze kijkt dus gewoon risicogestuurd waar ze naartoe moet. Dat is de handhaving met betrekking tot scholen. Bij mogelijke illegale verkooppunten gebruiken we bijvoorbeeld testkopers. Daar kan de NVWA verder mee aan de slag met de extra middelen die we daartoe beschikbaar stellen.
Dan de vraag hoe het staat met de voorbereiding van het wetsvoorstel voor een breder rookverbod voor plekken waar kinderen komen. Dat was een vraag van de heer Krul. Het klopt dat we op dit moment bezig zijn met een wetsvoorstel om een rookverbod bij beheerde speeltuinen, kinderopvanglocaties en kinderboerderijen in te voeren. Daarover zijn we met partijen in gesprek en ook met het ministerie van Sociale Zaken, met de staatssecretaris van Sociale Zaken. Ik hoop dat wetsvoorstel voor de zomer in internetconsultatie te brengen.
Dan tot slot de vraag van mevrouw Slagt-Tichelman hoe ik kan rijmen dat we met het Trimbos-instituut bekijken hoe de bezuinigingen ingevuld gaan worden en tegelijkertijd zelf stellen dat het programma Helder op School volgend jaar door kan gaan. Volgend jaar is er gewoon nog financiering voor, want die middelen lopen sowieso nog door tot eind volgend jaar. Daarna, na 2026, zijn er ook nog middelen beschikbaar voor het programma Helder op School. Daar is projectfinanciering voor.
Voorzitter, dat waren de antwoorden op die vragen. Daarmee ben ik aan het einde van het kopje jongeren en schoolomgeving gekomen.
De voorzitter:
Ik heb in ieder geval mevrouw Slagt-Tichelman gezien, namens GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Ik zat te wachten tot mijn vraag hoe het zit met de handhaving en het toezicht op scholen beantwoord werd, maar de vraag is met name welk handelingsperspectief scholen nu wordt geboden. Geluiden van leraren geven aan dat ze zich buiten de schoolpoort vrij machteloos voelen. Ook conciërges geven aan dat ze het soms innemen en dan toch weer terug moeten geven. Scholen willen echt wel, maar willen heel graag een handelingsperspectief.
Staatssecretaris Karremans:
Het is natuurlijk zo dat buiten het terrein van de school de school, om het juridisch te zeggen, geen jurisdictie heeft. Het gaat dus om de omgeving van de school.
Mevrouw Tielen (VVD):
De staatssecretaris zegt zelf: we moeten het met z'n allen doen. Volgens mij zei ik dat ook. Dan gaat het niet alleen over de juridische artikelen en wetteksten, maar ook over het feit dat we ons daarin als samenleving en opvoeders verantwoordelijk voelen. En docenten en conciërges zijn wel degelijk opvoeders. Ik zou dus graag willen dat de staatssecretaris hier wel aandacht aan besteedt in zijn antivapeplan, want ik denk dat dit niet de enige oplossing is, maar dat het wel bijdraagt aan het uiteindelijk terugdringen van nicotinegebruik als we ons allemaal als opvoeders opstellen.
Staatssecretaris Karremans:
Mee eens; dank.
De voorzitter:
We gaan door naar het volgende blokje.
Staatssecretaris Karremans:
Dat is NVWA en illegale handel. Ik begin met de vraag van mevrouw Tielen: wat is er nodig voor de NVWA om de strijd tegen nicotine aan te gaan? Zij gaf zelf aan dat zij niks zag in een nieuwe toezichthouder. Die mening deel ik, zoals ik ook heb gezegd. Er wordt vandaag gestemd over een amendement van de hand van mevrouw Tielen. Dat is natuurlijk sowieso héél belangrijk, want er is gewoon capaciteit nodig om te kunnen handhaven. Daarnaast kijken we nu welke bevoegdheden en welke wetgeving we moeten aanpassen om goed toezicht te kunnen houden. Daarnaast is de NVWA bezig met de Douane om te kijken hoe er beter samengewerkt kan worden. Dat kan dus gedaan worden en daar is nog wat winst te boeken.
Dan een vraag van mevrouw Dobbe: kunnen we boetes verhogen voor overtreders van de wet en de opbrengst daarvan gebruiken voor het stoppen met roken door jongeren? We kijken nu naar de mogelijkheden om boetes te verhogen. Daar zijn we dus mee bezig. Het is belangrijk dat boetes hoog genoeg zijn, zodat ze voldoende afschrikwekkend zijn. Waar dat geld vervolgens aan besteed wordt? Jaarlijks, bij het opstellen van de begroting, wordt dit in een breed kader afgewogen. Daar hebben we natuurlijk met z'n allen financiële spelregels over afgesproken.
De voorzitter:
Ik had niet de indruk dat de staatssecretaris al aan het einde van zijn blokje was.
Staatssecretaris Karremans:
Nee, nee, zeker niet.
De voorzitter:
Dat zei ik in de richting van degenen die willen interrumperen. Gaat u door, staatssecretaris.
Staatssecretaris Karremans:
Er is gevraagd wanneer er een verkenning richting de Kamer komt naar de handhaving op het gebied van illegale verkoop van tabaks- en rookwaren. Allereerst is geld op korte termijn het belangrijkste. Daar wordt vanmiddag over gestemd, dus als er later vandaag een positieve uitslag volgt, dan kan de NVWA daar gelijk mee aan de slag volgend jaar. Daarnaast heb ik ook al gezegd dat wij kijken hoe we andere manieren van handhaven kunnen versterken. Dat komt in het actieplan antivapen, begin volgend jaar.
Dan was er de vraag hoe ik de smokkel en illegale handel tegen kan gaan. Daarover lopen gesprekken tussen de NVWA en de Douane. Zij bespreken hoe zij elkaar kunnen versterken om de illegale handel aan te pakken. De NVWA ontwikkelt op dit moment toezichtmethoden om onder andere producten in beslag te nemen en te vernietigen, en voor de toepassing van testkopers om illegale handel verder aan te pakken. Waar mogelijk werkt de NVWA samen met andere partijen, zoals de politie en de gemeenten.
Dat was het blokje, voorzitter.
De voorzitter:
Dan heb ik in ieder geval mevrouw Tielen en mevrouw Dobbe genoteerd voor een interruptie. Eigenlijk was mevrouw Dobbe net iets eerder. Daarom zou ik haar de gelegenheid willen geven om als eerste het woord te nemen, namens de SP.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik wil doorvragen op die boetes. De staatssecretaris zegt dat er wordt gekeken naar het verhogen van boetes. Is dat dan voor verkopers én voor de tabaksindustrie, dus voor beide? Mijn tweede vraag is wanneer wij daar een terugkoppeling over krijgen.
Staatssecretaris Karremans:
Dat zijn twee uitstekende vragen. Het eerste antwoord is ja. We kijken dus inderdaad naar beide. Bij de tabaksindustrie zal het dan vooral gaan om marketing. Dat is wat de tabaksindustrie zelf doet en daarvoor is dat marketingverbod. Er zijn ook allerlei regels voor verkooppunten, bijvoorbeeld het afgeschermd houden. We kijken dus naar beide. In reactie op uw tweede vraag: we verwachten dat dit eind volgend jaar komt.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
Mevrouw Dobbe (SP):
Mijn vervolgvraag is of dat niet wat sneller kan. Eind volgend jaar duurt nog een heel jaar.
Staatssecretaris Karremans:
Ja, dat zijn lange trajecten, begreep ik. We kijken natuurlijk altijd of we dingen sneller kunnen doen, maar dat vergt nogal wat voorwerk.
De voorzitter:
Voor we een driehoekje gaan maken. Volgens mij is uw oproep duidelijk, mevrouw Dobbe: als het sneller kan, dan graag.
Staatssecretaris Karremans:
Ja, dat signaal nemen we mee.
Mevrouw Tielen (VVD):
In het burgerinitiatief stond inderdaad die extra instantie. Daar hebben we het over gehad. Maar er stonden ook nog een paar andere dingen in, waarop ik ook wel een reactie zou willen, bijvoorbeeld de optie van het strafbaar stellen van handelsvoorraad. Is de staatssecretaris bereid om daar een reactie op te geven? Ook staat er iets in over het gebruik van kunstmatige intelligentie rondom marketing en filmpjes. We zien in andere sectoren dat dit heel goed kan werken. Ik zou graag willen dat de NVWA daar ook mee aan de slag kan.
Staatssecretaris Karremans:
Ja en ja. Dat nemen we mee in het plan.
De voorzitter:
Dat is allemaal lekker kort.
Staatssecretaris Karremans:
Dat dacht ik. Dan kom ik bij de industrie. Er is wat overlap tussen de blokjes; dat besef ik.
Wat kunnen wij nog meer doen om de tabaksindustrie aan te pakken? Ik hoef natuurlijk niet te vertellen van wie die vraag kwam. Die is van mevrouw Dobbe. Ons belangrijkste doel is inderdaad roken en nicotinegebruik terugdringen en snel een rookvrije generatie dichterbij brengen. Het terugdringen van roken, en dus onder andere het terugdringen van verkooppunten, raakt de tabaksindustrie in het hart, want dat is hun grootste inkomstenbron. Daarnaast zien we overigens wel dat ze steeds meer nicotineproducten aanbieden, waar ze steeds meer aan verdienen. Daar werken we ook aan met wetgeving, verboden en handhaving.
De heer Krul stelde een heel interessante vraag. In Canada gaan de kosten van het gehele ontmoedigingsbeleid naar de tabaksindustrie. Wat vindt de staatssecretaris daarvan, vroeg hij. Ik vind dit een interessant voorstel, dus dat wil ik gaan bekijken.
Hetzelfde geldt voor de analogie met het verslavingspreventiefonds voor gokken en of je dat kunt gebruiken. Dat is een beetje van hetzelfde laken een pak, denk ik. Daar geldt dus hetzelfde antwoord voor.
Dat was het kopje industrie, voorzitter.
De voorzitter:
Voor u vervolgt, kijk ik heel even rond of daar nadere vragen over zijn. Ik zie niemand, dus dan gaan we door met de EU, denk ik. Nee, toch een vraag van mevrouw Paulusma van D66.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik had namelijk ook vragen gesteld over de producenten. De staatssecretaris zegt nu geregeld dat hij dat gaat meenemen in de plannen, maar daar blijft het een beetje bij. Ik heb er toch wel behoefte aan — en ik denk mevrouw Dobbe ook — om te horen welke maatregelen het worden. Er is nog steeds een actieve lobby. Producenten hebben veel macht, ook online. Ik heb wel behoefte aan meer concrete toelichting dan continu van de staatssecretaris te horen: het komt in het plan. Dat is heel mooi, maar ik zou graag nu wat meer willen weten.
Staatssecretaris Karremans:
Ik heb gezegd dat er al veel aankomt, ook aan wetgeving die we nu voorbereiden. Dat heb ik net al wat toegelicht. Mevrouw Dobbe heeft specifiek gevraagd naar de verhoging van boetes. Daar heb ik net een termijn aan gekoppeld. Daar komen we volgend jaar op terug. Dat zijn allemaal zaken die de industrie raken. Als je met boetes werkt, raak je natuurlijk direct de industrie, als ze in overtreding zijn. Ik heb net in antwoord op de vraag van de heer Krul gezegd dat ik wil kijken naar het model waarbij antirookmiddelen of -maatregelen gefinancierd worden vanuit een bijdrage van de industrie. Zoals ik wil kijken naar heel veel verschillende maatregelen, wil ik daar ook naar kijken. Dat heb ik toegezegd op de vraag van de heer Krul. Voor de rest zit er een hele reikwijdte aan maatregelen in het actieplan vapen dat ik begin volgend jaar naar de Kamer stuur. Het is nogal logisch dat alles wat wij daarin doen, gericht is op minder vapen. Dat raakt de industrie uiteindelijk ook, want dat is waar ze hun geld mee verdienen.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
Mevrouw Paulusma (D66):
De staatssecretaris sprak gisteren de ouders toe. Ik weet dat hij dat heeft toegelicht, maar ik ben ook een beetje op zoek naar hoe deze staatssecretaris de industrie gaat toespreken. Het is heel mooi dat iets nog een jaar duurt rondom boetes en het is ook heel mooi dat de staatssecretaris naar de suggesties van de heer Krul kijkt, maar waar zijn de stevige woorden richting de industrie?
Staatssecretaris Karremans:
Sterker nog, ik mag en wil niet eens met de industrie praten. Dat is de regel die we met z'n allen hebben. Ik heb ook al eerder in de media gezegd dat ik geen goed woord overheb voor wat de tabaksindustrie doet, namelijk iedere keer nieuwe producten op de markt brengen om onze kinderen verslaafd te maken. Volgens mij is dat een duidelijke uitspraak. Zo zit ik in de wedstrijd en zo kunt u mijn handelen ook beoordelen.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ter correctie: ik zei ook niet dat de staatssecretaris met de industrie moet gaan praten. Ik zei dat de staatssecretaris grote woorden moet gebruiken, omdat mensen daarvan onder de indruk raken. Dat waren de ouders namelijk gisteren. Het zou ook heel goed werken voor de industrie.
Staatssecretaris Karremans:
Ja.
Mevrouw Dobbe (SP):
Grote woorden zijn natuurlijk altijd om te zetten in wetgeving.
Staatssecretaris Karremans:
Dat is wat wij hier doen.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dat zien we. Ik denk dat mevrouw Paulusma dat bedoelt. Als je het hebt over het aanpakken van de industrie, gaat het ook over alle spullen die ze in sigaretten stoppen om ze extra verslavend te maken, zoals suikers. Ik vroeg naar de aanbevelingen van het RIVM. Komt dat hier nog terug?
Staatssecretaris Karremans:
Daar kom ik zo op.
De voorzitter:
Ik kijk nog een keer rond. Geen aanvullende vragen? Dan gaan we door naar het volgende kopje.
Staatssecretaris Karremans:
Dank, voorzitter. Het volgende kopje is Europa. Mevrouw Tielen vroeg of de staatssecretaris bereid is om dit initiatief in Europa te bespreken. Ik refereer aan een uitspraak die ook is gedaan tijdens het debat: Nederland is geen eiland en daarom is het inderdaad belangrijk om binnen de Europese Unie samen op te trekken om zo veel mogelijk een gelijk speelveld te creëren en te voorkomen dat producten uit andere lidstaten worden gehaald. Laat ik daar een voorbeeld van noemen. Vergeef me, voorzitter, maar dit is wel belangrijk om te zeggen. Onze accijnzen op roken zijn veel hoger dan die in de omliggende landen. In Duitsland is een pak peuken gewoon heel veel goedkoper. Natuurlijk probeer ik daar ook met Duitse collega's over te praten. Daar zit het overigens in het ministerie van Landbouw. Het zit dus niet altijd in het ministerie van Volksgezondheid. We wachten nu de Duitse verkiezingen af, maar daarna pak ik natuurlijk gelijk de telefoon om te bellen met onze Duitse buren, met de minister van Landbouw in dit geval, die gaat over het rookbeleid in Duitsland. Dat is dus een heel terecht punt. Dat zien we nu ook bij het smaakjesverbod. Wij hebben dat wel, maar omliggende landen niet.
Dan de vraag wat de huidige plannen zijn van de Europese Commissie en het Europees Parlement voor het aanscherpen van regels rondom nicotine en tabak. De Europese Commissaris voor Gezondheid heeft aangegeven dat de Europese Commissie deze periode een voorstel zal doen voor de herziening van de Europese Tabaksproductenrichtlijn. De precieze tijdlijn daarvan weten we nog niet, maar dit stimuleren we wel heel erg en heel veel landen met ons. Er zal onderhandeld worden met lidstaten en daarna ook met het Europees Parlement over hoe die nieuwe richtlijn eruit gaat zien. Deze aanpassing heeft mijn volle aandacht, kan ik u vertellen. We zijn hier al geruime tijd mee bezig. En toen ik twee weken geleden in Brussel was, heb ik hier ook veel tijd aan besteed.
Hoe kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat de regels over tabak en nicotine overal in Europa gelden, en zeker in de Benelux en Duitsland? Volgens mij heb ik daar net ook wat over gezegd.
Dan werd er gevraagd om een reactie op het voorstel van de BBB om de accijnsverhogingen en het ontmoedigen van roken op Europees niveau aan te pakken. Dat is eigenlijk hetzelfde verhaal.
Dat was het puntje Europa, voorzitter.
De voorzitter:
Ik kijk wederom even rond om te zien of daar nog vragen over zijn. Nee? Dan zijn we aanbeland bij varia.
Staatssecretaris Karremans:
Ja, voorzitter. Allereerst de vraag van mevrouw Paulusma of ik van plan ben om data over de gezondheidsschade door vapes te verzamelen. Dat is een terechte vraag. Gisteren lazen we daar ook iets over in de kranten. Een aantal artsen houdt bij wat voor gevolgen het heeft. Het is goed om die data te hebben. Volgens mij had mevrouw Paulusma het daarbij onder andere over mentale gezondheid. Ik denk dat het goed is om dat te doen. Ik denk niet dat we daarvoor een nieuw meldpunt hoeven op te richten, maar volgens mij hoorde ik mevrouw Paulusma daar ook niet over beginnen. Ik wil wel kijken hoe we die data efficiënt kunnen verzamelen. Ik denk namelijk dat dat relevant is. We hebben al heel veel meldpunten in Nederland. Er komen hier en daar natuurlijk ook meldingen binnen. Ik denk dus dat het nuttig kan zijn om te kijken hoe we dat kunnen gaan samenbinden, om daar meer zicht op te hebben.
Dan kom ik op de vraag van mevrouw Dobbe over de ideeën van het RIVM, onder andere over filterventilatie, donkere sigaretten, verlagen nicotinegehalte en ingrediënten zoals suiker en smaakstoffen verbieden. Daarover kan ik zeggen dat ik uiteraard grote waarde hecht aan die voorstellen, en ook aan de kennis die het RIVM op dit gebied inbrengt en de ideeën die ze daar genereren. Maar ook daarvoor geldt — hetzelfde geldt een beetje als bij waarmee ik begon bij de beoordeling van het initiatiefvoorstel — dat heel veel ziet op Europese regelgeving. Heel veel van die maatregelen kunnen dus niet eigenstandig door Nederland worden ingevoerd, omdat het, nogmaals, een door EU-wetgeving gereguleerd product is. Daar kan je dus niet zomaar eigenstandig extra eisen aan stellen, anders dan bijvoorbeeld een leeftijdsgrens. Maar ik ben van plan — dat zeg ik toe — om deze adviezen mee te nemen in die onderhandelingen over de nieuwe Europese Tabaksproductenrichtlijn, want dat is de plek waarbij dat gesprek moet plaatsvinden.
Wat kunnen we doen om meer rokers te doen stoppen met roken? Kunnen zorgverzekeraars meer stoppogingen vergoeden? Wat vindt de staatssecretaris daarvan? Dat vroeg mevrouw Dobbe. We weten dat stoppen met roken lastig is en dat er meestal meerdere stoppogingen noodzakelijk zijn om succesvol te stoppen met roken. Volgens mij refereerde mevrouw Dobbe daar ook aan. Maar zeker als het gaat om bijvoorbeeld zwangere vrouwen, wil je echt dat ze gelijk stoppen met roken. Ik ben het dus eens met mevrouw Dobbe dat rokers meerdere stoppogingen vergoed zouden moeten krijgen. Aan de andere kant zit daar natuurlijk ook altijd een max aan, maar ik ben in gesprek met zorgverzekeraars om te kijken hoe we dit goed kunnen regelen en hoe we belemmeringen in het systeem weg kunnen werken. Die gesprekken vinden nu plaats.
Tot slot, voorzitter, een vraag van de heer Krul. Bij de begrotingsbehandeling heeft de staatssecretaris verwezen naar een samenhangende preventiestrategie. Wat kan de staatssecretaris daarover zeggen en wanneer komt deze naar Kamer? Ik kan daarover zeggen dat die zeer samenhangend zal zijn. Die komt in het voorjaar 2025 naar de Kamer.
Dat was het, voorzitter.
De voorzitter:
Kijk eens aan. Er is veel om nog naar uit te kijken komend jaar op dit terrein. Ik kijk nog even rond of alle vragen beantwoord zijn. Of leidt de inbreng van de staatssecretaris nog tot aanvullende vragen? Zo te zien niet. Sterker nog, ik zie een aantal mensen gewoon de zaal verlaten!
Staatssecretaris Karremans:
Uit protest!
De voorzitter:
Dan wil ik voorstellen om over te gaan naar de tweede termijn van de zijde van de Kamer. Ik dank de staatssecretaris uiteraard voor zijn bijdrage. De eerste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Daniëlle Jansen namens Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Voorzitter. Ik wil de staatssecretaris bedanken voor de beantwoording van de vragen. Ik kijk uit naar alles wat nog staat te gebeuren op dit gebied. Ik heb twee moties, die ik beide indien met de heer Krul.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het verhogen van de wettelijke verkoopleeftijd naar 21 jaar bewezen effectief is in het beperken van de toegankelijkheid van nicotineproducten onder jongeren;
constaterende dat het grootste effect van een leeftijdsverhoging wordt verwacht bij adolescenten van 15 tot 17 jaar, omdat zij minder vaak vrienden of kennissen boven de 21 jaar hebben, juist in de leeftijd waarin de meeste jongeren beginnen met roken;
constaterende dat in de Verenigde Staten na de verhoging van de verkoopleeftijd van 18 naar 21 jaar de kans op roken in deze leeftijdsgroep met 39% is afgenomen;
constaterende dat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat hoe later jongeren beginnen met roken, hoe kleiner de kans is dat zij verslaafd raken en de bijbehorende gezondheidsrisico's ondervinden;
verzoekt de regering een wetsvoorstel voor te bereiden waarin de leeftijdsgrens voor de verkoop van nicotineproducten vanaf 2028 stapsgewijs wordt verhoogd, met een jaarlijkse verhoging van één jaar, totdat de grens van 21 jaar is bereikt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Daniëlle Jansen en Krul.
Zij krijgt nr. 2 (36594).
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik heb nog maar heel weinig seconden. Mag ik de tweede motie helemaal voorlezen? Oké.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat roken in een auto zorgt voor minstens een hoeveelheid tabaksrook als in een rokerig café van vroeger;
constaterende dat dit extra zorgwekkend is omdat dit betekent dat minderjarigen in de auto worden blootgesteld aan een bijzonder schadelijke hoeveelheid rook;
constaterende dat baby's en kinderen extra gevoelig zijn voor de blootstelling aan tweedehands rook omdat hun immuunsysteem nog niet volledig is ontwikkeld en hun ademhalingsfrequentie hoger is;
constaterende dat hierdoor een groter risico ontstaat op luchtweginfectie, astma, kanker en wiegendood;
constaterende dat in 2020 al 91% van de Nederlanders vond dat auto's waarin kinderen zitten geheel rookvrij zouden moeten worden;
constaterende dat in 2021 al twaalf landen binnen de Europese Unie een rookverbod in auto's hadden ingevoerd wanneer kinderen aanwezig zijn;
verzoekt de regering gehoor te geven aan de oproep van de EU-Gezondheidsraad om auto's met kinderen rookvrij te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Daniëlle Jansen en Krul.
Zij krijgt nr. 3 (36594).
Dank u wel, mevrouw Jansen. Voordat u vertrekt, heeft u een interruptie van mevrouw Tielen namens de VVD.
Mevrouw Tielen (VVD):
Wat zou mevrouw Jansen dan een geschikte sanctie vinden als mensen worden betrapt op roken in een auto met kinderen?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Het gaat mij erom dat mensen bewust worden van de gevaren van roken als er een kind in de auto zit. Ik snap het punt van mevrouw Tielen, namelijk dat de handhaving lastig is. Daar ben ik namelijk al eerder over ondervraagd. Ik denk toch dat het normerend zal werken. Ik hoop dat als je als overheid in een wet vastlegt dat roken in een auto met een kind erbij verboden is, in ieder geval een aantal mensen de urgentie begrijpt en stopt met roken. Wellicht is het dan voor de omgeving ook gemakkelijker om mensen aan te spreken en om ze te adviseren om te stoppen met roken.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Jansen namens Nieuw Sociaal Contract. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Krul namens het CDA.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Excuses. Multitasken is niet helemaal mijn grootste kwaliteit. Het schema van vandaag is dermate omgegooid dat er straks eigenlijk al weer een debat begint waaraan ik deelneem, terwijl ik vanochtend nog niet wist dat dat debat zou plaatsvinden. Ik zat dus alvast een beetje de inbreng voor dat debat te typen. U begrijpt dat de aandacht dan wat wegvloeit. Ik zal me ook na deze inbreng moeten afmelden voor de rest van dit debat. Het gaat nu over roken, hoor ik de staatssecretaris zeggen.
Voorzitter. Ik heb wel een belangrijke motie en ik hoop dat de staatssecretaris die gaat omarmen.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het burgerinitiatief Nicotinee pleit voor een verbod op de verkoop van nicotinehoudende producten aan mensen geboren op of na 1 januari 2012, zodat vanaf 2030 de leeftijdsgrens voor verkoop van deze producten elk jaar met één jaar omhooggaat;
overwegende dat het burgerinitiatief hiermee een belangrijke voorzet heeft gedaan richting de allereerste rookvrije generatie;
overwegende dat ook de overheid streeft naar een rookvrije generatie, onder andere via het Nationaal Preventieakkoord, maar dat het huidige beleid tekortschiet om de doelen te halen;
verzoekt de regering onderzoek te doen naar het voorstel van het burgerinitiatief Nicotinee voor een verbod op de verkoop van nicotinehoudende producten aan mensen geboren op of na 1 januari 2012, en de Kamer hierover voor de zomer van 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Daniëlle Jansen.
Zij krijgt nr. 4 (36594).
Dank u wel voor uw inbreng. Ik was nog aan het rondkijken om te zien of er nog een interruptie is. Ik zie echter de heer Crijns al staan om zijn eigen inbreng te houden.
De heer Crijns (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor zijn beantwoording. Laat één ding vooropstaan: jongeren worden al heel goed beschermd door de overheid. Er zijn verschillende maatregelen, zoals een verkoopbeperking, een reclame-uitstalverbod en neutraler verpakkingsmateriaal. Er zijn ook rookverboden.
Onze fractie heeft één motie paraat. Die heeft betrekking op een rookverbod. Het is niet uit te leggen dat je in bijvoorbeeld een shishalounge aan een waterpijp mag lurken en bij bijvoorbeeld een kroeg buiten moet staan om te roken. Daarom de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het rookverbod is ingesteld om de volksgezondheid te beschermen en de schadelijke gevolgen van roken in openbare ruimtes te beperken;
overwegende dat het onacceptabel is dat er nog een horecasector bestaat, zoals shishalounges, waar het gebruik van rookproducten zoals stoomsteentjes, met en zonder nicotine en met en zonder smaakjes, is toegestaan en waar amper op naleving wordt gehandhaafd;
verzoekt de regering om te regelen dat stoomsteentjes, zowel met als zonder nicotine en smaakjes, onder het rookverbod gaan vallen, inclusief het gebruik ervan in shishalounges, en strengere handhaving binnen deze sector te waarborgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Crijns.
Zij krijgt nr. 5 (36594).
Deze motie leidt tot een interruptie van mevrouw Tielen namens de VVD.
Mevrouw Tielen (VVD):
In de eerste termijn had meneer Crijns heel veel grote en stevige woorden over alle betutteling die er is. Nu wil hij zelf toch wel weer een verbod en extra handhaving op een nicotineproduct. Ik vraag me af wat nou de lijn is van meneer Crijns.
De heer Crijns (PVV):
Ja, dat klopt. Ik heb daarover inderdaad stevige woorden gesproken in de eerste termijn. Maar dit rookverbod is er al. Ik kan niet uitleggen aan mensen die mij een mail sturen die een café hebben dat zij hun mensen naar buiten moeten jagen als die willen gaan roken, terwijl je achter in een shishalounge in een luie stoel kan zitten lurken aan een waterpijp. Het is gelijke monniken, gelijke kappen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Crijns, voor uw inbreng namens de PVV. Dan is het woord nu aan mevrouw Slagt-Tichelman namens GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat stoppen-met-rokentrajecten zijn ingericht op volwassenen die intrinsiek gemotiveerd zijn om te stoppen met roken;
constaterende dat er steeds meer ouders zijn die willen dat hun kind stopt met vapen of roken, maar dat stoppen-met-rokenprofessionals hier vaak niet goed op zijn toegerust;
verzoekt de regering in overleg met stoppen-met-rokenprofessionals en andere experts te bezien wat er nodig is om stoptrajecten beter toe te spitsen op jongeren en minderjarigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Slagt-Tichelman, Krul, Dobbe en Paulusma.
Zij krijgt nr. 6 (36594).
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
De tweede motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat veel kinderen niet opgroeien in een rook- en tabaksvrije omgeving en het doel van een rookvrije generatie ver uit zicht is;
overwegende dat er nog gerookt wordt op plekken waar veel kinderen komen;
verzoekt de regering het rookverbod/vapeverbod uit te breiden naar sportterreinen, speeltuinen, kinderopvanglocaties, dagattracties en openluchtzwembaden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Slagt-Tichelman en Krul.
Zij krijgt nr. 7 (36594).
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Dan de laatste motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de NVWA, de politie, de Douane en andere instanties allemaal een rol hebben in het handhaven van de Tabaks- en rookwarenwet;
constaterende dat betere coördinatie tussen deze diensten kan leiden tot het effectiever bestrijden van de illegale handel in tabak, vapes en andere nicotineproducten;
verzoekt de regering in overleg met de verschillende handhavende autoriteiten te komen tot meer samenwerking betreffende de handhaving van de Tabakswet onder regie van het ministerie van VWS, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Slagt-Tichelman.
Zij krijgt nr. 8 (36594).
Dank u wel voor uw inbreng namens GroenLinks-PvdA. Dan is het woord nu aan mevrouw Dobbe namens de SP.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er jaarlijks meer dan 20.000 mensen overlijden aan de gevolgen van roken;
overwegende dat de tabaksindustrie naar manieren blijft zoeken om jongeren verslaafd te maken en daar miljardenwinsten mee maakt;
verzoekt de regering om voor het zomerreces met voorstellen te komen om de tabaksindustrie harder aan te pakken en daarbij in elk geval te kijken naar het verhogen van boetes voor het schenden van wetten door tabaksproducenten en -verkopers,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Slagt-Tichelman.
Zij krijgt nr. 9 (36594).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de tabaksindustrie via de samenstelling van sigaretten probeert mensen zo veel mogelijk verslaafd te maken aan tabak;
overwegende dat het RIVM in het rapport "Opties om sigaretten minder aantrekkelijk en verslavend te maken" een aantal opties geeft om deze pogingen aan te pakken, bijvoorbeeld door filterventilatie te verbieden, sigaretten een donkere kleur te geven, het nicotinegehalte te verlagen en bepaalde ingrediënten, zoals suikers en smaakstoffen, te verbieden;
verzoekt de regering om op basis van dit RIVM-rapport met maatregelen te komen om sigaretten minder verslavend en aantrekkelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Krul en Slagt-Tichelman.
Zij krijgt nr. 10 (36594).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat zorgverzekeraars momenteel maar één begeleide stoppoging vergoeden;
overwegende dat mensen gemiddeld zes pogingen nodig hebben om te stoppen met roken;
verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat zorgverzekeraars meerdere begeleide stoppogingen per jaar gaan vergoeden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Slagt-Tichelman.
Zij krijgt nr. 11 (36594).
Mevrouw Dobbe (SP):
Dan rest mij in de laatste seconden nog om alle indieners van het burgerinitiatief en alle mensen die er zo hard aan hebben gewerkt, te bedanken.
De voorzitter:
Heel goed, dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Paulusma namens D66.
Mevrouw Paulusma (D66):
Voorzitter, dank u wel. Allereerst dank aan de initiatiefnemers voor al hun inzet en aan de staatssecretaris voor de beantwoording. Er stond nog één vraag van mij open, namelijk over de aanpak van de staatssecretaris wat betreft social media en influencers.
Ik heb één motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het gebruik van e-sigaretten onder jongeren toeneemt en gezondheidsrisico's met zich meebrengt;
overwegende dat alleen het topje van de ijsberg van gezondheidsschade door vapen onder jongeren zichtbaar is, omdat zorgverleners enkel melding maken van de zeer ernstige gevallen;
overwegende dat het gebrek aan overzicht van gezondheidsproblemen door vapen onder jongeren gerichte inzet op preventie verhindert;
verzoekt de regering om met zorgverleners, waaronder kinderartsen en huisartsen, in gesprek te gaan, opdat brede vape-gerelateerde schade bij het te professionaliseren bestaande meldpunt laagdrempelig gemeld kan worden, waaronder de impact op mentale gezondheid;
verzoekt de regering de verzamelde gegevens mee te laten nemen in de monitoring en onderzoeken die onder andere het RIVM doet, opdat dit gebruikt kan worden bij beleidsvorming rondom het gebruik van e-sigaretten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paulusma en Tielen.
Zij krijgt nr. 12 (36594).
Dank u wel, mevrouw Paulusma. Het woord is nu aan mevrouw Tielen.
Mevrouw Tielen (VVD):
Voorzitter, dank u wel. Het is wat mij betreft om heel veel redenen goed om over dit onderwerp te debatteren, dus dank aan degenen die dit debat hebben veroorzaakt. Dank ook aan de deelnemers van het debat en aan de staatssecretaris voor zijn bijdrage.
Ik heb twee moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat schadelijke en verslavende nicotineproducten uit de handen van kinderen moeten blijven;
constaterende dat het in Nederland verboden is om nicotineproducten te verkopen aan minderjarigen, maar dat Nederland geen eiland is;
overwegende dat jongeren toch steeds meer vapen en roken, onder andere met nicotineproducten van buiten Nederland;
verzoekt de regering om samen met EU-collega's te komen tot een heldere, eenduidige en stevige anti-nicotineaanpak,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Tielen en Paulusma.
Zij krijgt nr. 13 (36594).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat schadelijke en verslavende nicotineproducten uit de handen van kinderen moeten blijven;
overwegende dat na de instelling van een verkoopverbod van vapes en vapes met smaakjes aan minderjarigen in Nederland, jongeren toch dergelijke vapes gebruiken door onlineverkoop, verkoop in de buurlanden en illegale handel;
verzoekt de regering om samen met de Nederlandse buurlanden eenduidige, duurzame en stevige afspraken te maken die nicotinegebruik bij jongeren tegengaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Tielen en Paulusma.
Zij krijgt nr. 14 (36594).
Mevrouw Tielen (VVD):
Ik kijk uit naar het plan van de staatssecretaris. Ik denk dat we dan gewoon weer over dit onderwerp gaan debatteren. Zoals al gezegd: volgens mij is dat hartstikke goed. Fijne dag.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Tielen, voor uw bijdrage. Mevrouw Wijen-Nass geeft aan dat ze afziet van haar tweede termijn.
Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van deze termijn van de zijde van de Kamer. Ik heb gehoord dat de staatssecretaris tien minuten nodig heeft om de moties te appreciëren. Zullen we dan schorsen tot 13.35 uur? Dat is net geen tien minuten. Maar we zorgen dan allemaal dat we op tijd in de zaal zitten. Ik schors tot 13.35 uur.
De vergadering wordt van 13.27 uur tot 13.35 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is nog steeds het debat over het burgerinitiatief Nicotinee (36594, nr. 1). Ik heet iedereen wederom van harte welkom. Het is mooi om te zien dat gedurende het hele debat de tribune mooi gevuld is. Dank voor uw geduld en aandacht, heel fijn. We zijn aanbeland bij de appreciaties van de moties. Volgens mij was er ook een enkele vraag die nog beantwoord moet worden. Ik geef de staatssecretaris daartoe het woord.
Staatssecretaris Karremans:
Dank u wel, voorzitter. Allereest de openstaande vraag. Excuus dat ik die nog niet beantwoord had in mijn eerste termijn, maar die zal ik nu beantwoorden. Dat is de vraag van mevrouw Paulusma: hoe kunnen we misinformatie op social media aanpakken? Binnenlandse Zaken voert daarover nu een onderzoek uit, met handelingsperspectief voor de overheid. Daar kijk ik reikhalzend naar uit. In mijn portefeuille zitten veel aanknopingspunten om dat aan te pakken. We ondervinden veel gevolgen van misinformatie op social media. Dat is het antwoord op de vraag.
Mevrouw Paulusma (D66):
Laat ik me flexibel opstellen, wilde ik zeggen. Maar wat heeft de staatssecretaris van de Kamer nodig om hier druk achter te zetten? Het is natuurlijk een probleem dat nu bij VWS ligt, maar het ligt ook bij meerdere departementen. Wat heeft de staatssecretaris van ons nodig om ervoor te zorgen dat hier meer druk op komt?
Staatssecretaris Karremans:
Ik denk in algemene zin van de politiek nodig te hebben dat we digitale zaken steeds meer gaan zien als een gezondheidskwestie. Hier kan ik een heel betoog over houden. Je zit het in Europa ook. De Digital Services Act wordt heel erg bezien vanuit privacy, informatievoorziening en mededinging, maar veel minder vanuit gezondheid en mentale gezondheid, waar natuurlijk ook veel aandacht voor is ten aanzien van social media. Daar kan de Kamer mij dus bij helpen.
Voorzitter. Ik kom, met uw goedkeuring, toe aan de appreciatie van de moties. Ik begin bij de motie op stuk nr. 2, van mevrouw Jansen en de heer Krul. Die verzoekt mij een wetsvoorstel voor te bereiden waarin de leeftijdsgrens voor de verkoop van nicotineproducten vanaf 2028 stapsgewijs wordt verhoogd, met een jaarlijkse verhoging van één jaar, tot de grens van 21 is bereikt. Ik ben bereid om de leeftijdsgrens van 18 naar 21, dus enkel dat deel, te onderzoeken op uitvoerbaarheid en haalbaarheid. Dan ga ik nog niet gelijk beginnen met het schrijven van wetteksten. Ik wil eerst goed uitzoeken wat de uitvoerbaarheid en de haalbaarheid daarvan zijn. Maar dat ziet echt alleen op de verhoging van 18 naar 21. Dan gaan we nog niet direct aan de slag met wetteksten, maar kijken we eerst naar de uitvoerbaarheid en de haalbaarheid. Als dat de uitleg is die ik aan de motie mag geven, kan ik 'm in die zin omarmen. Dat wil zeggen: dan kan ik 'm oordeel Kamer geven.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Dan zou ik graag willen weten waar het 'm dan precies in zit qua uitvoerbaarheid en haalbaarheid. Waar doelt de staatssecretaris precies op?
Staatssecretaris Karremans:
Ik denk dat mevrouw Tielen dat al heel goed heeft uitgelegd. Heel veel leeftijdsgrenzen zijn gericht op 18 jaar. Wat betekent het dan als je er eentje uithaalt en die leeftijdsgrens vervolgens naar 21 tilt? Hoe zit het met de uitvoerbaarheid van de handhaving? Is dit qua capaciteit ook allemaal mogelijk? Aan elk wetsvoorstel zitten haken en ogen, dus zeker ook aan dit. Die wil ik eerst bekijken. Voordat we gaan beginnen met het schrijven van wetteksten, ga ik kijken naar de uitvoerbaarheid en de haalbaarheid. Dat ben ik bereid te doen. Die handreiking wil ik ook doen. Maar het is natuurlijk aan mevrouw Jansen om daar zelf een oordeel over te vellen.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Er zijn wel meer gevallen van een leeftijdsgrens van 21 jaar. Dat is met een reden: bepaalde verantwoordelijkheden vereisen een hogere leeftijd, omdat je hersenen op je 21ste nog niet helemaal volgroeid zijn. Een voorbeeld daarvan is dat je op je 18de wel in een auto mag rijden, maar nog niet in een vrachtwagen, omdat dat wat ingewikkelder is; daar moet je ook 21 voor zijn. Ik hoop dus dat die 21ste hier ook niet … Je bent ook pas financieel zelfstandig als je 21 jaar bent.
De voorzitter:
En wat is uw vraag aan de staatssecretaris, mevrouw Jansen?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Mijn vraag is de volgende. Stel dat ik instem met dat onderzoek; daar moet ik trouwens nog even over nadenken. Op welke termijn komt dat er dan?
Staatssecretaris Karremans:
Ja, wat voor termijn ... Ik stel voor dat we daarop terugkomen als de motie wordt aangenomen. Maar dat is het aanbod dat ik doe. Dat kunnen we denk ik redelijk snel doen; denk aan volgend jaar. Daar komen we schriftelijk even op terug.
De voorzitter:
Ik kijk nog heel even naar de staatssecretaris. Is daar ook een wijziging van de motie voor nodig, of vindt u het met deze toelichting afdoende?
Staatssecretaris Karremans:
Ja, het liefst wel natuurlijk, want dan is het helder waar we met elkaar over stemmen.
De voorzitter:
Oké, mevrouw Jansen dient 'm toch in.
Staatssecretaris Karremans:
Maar dan ontraad ik 'm, hè? Dat is dan het gevolg.
De voorzitter:
Zeker. Dan noteren we "ontraden".
Dan de motie op stuk nr. 3.
Staatssecretaris Karremans:
Dan de motie-Jansen/Krul op stuk nr. 3. Die verzoekt de regering om gehoor te geven aan de oproep van de EU-Gezondheidsraad om auto's waarin kinderen zitten rookvrij te maken. Die motie heeft mevrouw Jansen volgens mij al eerder ingediend. Daar heb ik ook al eerder op gereageerd, namelijk bij het begrotingsdebat van VWS. Of het ging toen om een vraag. Ik verwijs ook naar die eerdere reactie. Het gaat onder andere over capaciteit en de mogelijkheid om te kunnen handhaven; die is er niet. Daarom ontraad ik de motie.
De voorzitter:
Dan noteren we "ontraden".
Staatssecretaris Karremans:
Dan de motie-Krul/Jansen op stuk nr. 4. Die vraagt de regering om onderzoek te doen naar het voorstel vanuit het burgerinitiatief Nicotinee voor een verbod op de verkoop van nicotinehoudende producten aan mensen geboren op of na 1 januari 2012 en om de Kamer hierover voor de zomer van 2025 te informeren. Ik zou het volgende willen zeggen wat betreft verwachtingsmanagement: gelet op de beperkingen die ik in mijn inleiding heb aangegeven, kan ik die motie oordeel Kamer geven. Ik wil dus wel de verwachtingen temperen, zeker ook ten aanzien van het juridische deel. Dat is namelijk heel lastig, om het maar eufemistisch te verwoorden. Ik verwijs ook naar de manier waarop men daar in Denemarken naar heeft gekeken. Maar ik wil het wel onderzoeken. Ik wil alles even netjes in elkaar zetten en alles in kaart brengen. Daarmee wil ik 'm oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Dan noteren we, met die toelichting, "oordeel Kamer" bij de motie op stuk nr. 4.
Staatssecretaris Karremans:
Dan de motie-Crijns op stuk nr. 5. Die vraagt de regering om te regelen dat stoomsteentjes, zowel met als zonder nicotine en smaakjes, onder het rookverbod gaan vallen, net als het gebruik ervan in shishalounges, en om strengere handhaving binnen deze sector te waarborgen. Die ga ik de appreciatie ontijdig meegeven. Ik kan dit namelijk vanuit gezondheidsoverwegingen wel volgen, maar dit heeft bredere implicaties, die ik in kaart wil brengen. Die moet je netjes tegen elkaar afwegen. Dat wil ik dus eerst doen. Daarmee geef ik de motie de appreciatie ontijdig.
De heer Crijns (PVV):
Ik neem aan dat de staatssecretaris dus eerst onderzoeken wil gaan doen. Wanneer kan ik die onderzoeken dan verwachten?
Staatssecretaris Karremans:
Medio volgend jaar.
De heer Crijns (PVV):
Dan wil ik 'm toch in stemming laten brengen.
De voorzitter:
Oké. U gaat 'm dus niet aanhouden, meneer Crijns. Dan neem ik aan dat de motie wel ontraden wordt.
Staatssecretaris Karremans:
Dan is die wel ontraden. Dan zeg ik "ontijdig", dus dan ontraad ik 'm. Ik wil eerst dat onderzoek doen, zodat ik zaken goed kan afwegen. "Ontijdig" is natuurlijk een nieuw toegestane appreciatie …
De voorzitter:
Zeker. Dat mag u ook zeggen, maar omdat de heer Crijns zegt …
Staatssecretaris Karremans:
Kijk, bij "ontijdig" zeggen we niet dat iets geweldig en fantastisch is. Dan zeggen we dat het beter is om het niet te doen, vandaar. Dat is het idee van "ontijdig".
De voorzitter:
Oké. U heeft nu de inkleuring erbij gegeven. Ik denk dat de Kamer het hiermee moet doen.
Staatssecretaris Karremans:
Ja, ja, ja. U heeft u ons die verschillende mogelijkheden voor appreciaties gegeven! Dan gaan we ze natuurlijk ook gebruiken.
De voorzitter:
Ik heb mij laten vertellen dat dat in samenspraak is gebeurd. Maar laten we die discussie op een ander moment voeren.
Staatssecretaris Karremans:
Oké, oké. Dan kom ik op de motie-Slagt-Tichelman c.s. op stuk nr. 6. Die vraagt om een verbetering van rook- en vapestoptrajecten voor jongeren en verzoekt de regering om in overleg met stoppen-met-rokenprofessionals en andere experts te bezien wat er nodig is om stoptrajecten beter toe te spitsen op jongeren en minderjarigen. Die geef ik oordeel Kamer en zal ik ook meenemen in het actieplan.
Voorzitter. De motie op stuk nr. 7 verzoekt de regering het rookverbod/vapeverbod uit te breiden naar sportterreinen, speeltuinen, kinderopvanglocaties, dagattracties en openluchtzwembaden. Dat is natuurlijk ontzettend veel. Ik vind het een hele sympathieke motie, maar dit vergt enorm veel van vrijwilligers en enorm veel van de handhavingscapaciteit. Ik ga 'm dus ontraden, maar ik zeg er wel bij dat wij al met een aantal sectoren werken aan een wettelijk verbod. Ik heb tijdens het debat al gezegd dat ik dat voor de zomer in internetconsultatie wil brengen. Ik moet zeggen dat al heel veel partijen dit vrijwillig doen. Daar ben ik ontzettend, ontzettend blij mee. Met die argumentatie apprecieer ik de motie met "ontraden".
De motie op stuk nr. 8, over meer samenwerking handhaving Tabaks- en rookwarenwet, verzoekt de regering in overleg met de verschillende handhavende autoriteiten te komen tot meer samenwerking met betrekking tot de handhaving van de Tabakswet onder regie van het ministerie van VWS en de Kamer hierover te informeren. Deze motie is oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 8 is oordeel Kamer.
Staatssecretaris Karremans:
Met de motie op stuk nr. 9 vragen mevrouw Dobbe en mevrouw Slagt-Tichelman om voor het zomerreces met voorstellen te komen om de tabaksindustrie harder aan te pakken en daarbij in ieder geval te kijken naar het verhogen van boetes voor het schenden van wetten door tabaksproducenten en -verkopers. Ik heb in het debat al gezegd dat we daarnaar kijken. De motie verzoekt om met voorstellen te komen. Daar kan ik naar kijken. Ik weet natuurlijk nog niet wat daaruit komt. Met die opmerking wil ik 'm oordeel Kamer geven. Ik weet nog niet wat daaruit komt, maar het is evident en logisch dat we daarnaar kijken.
De voorzitter:
Dan noteren we "oordeel Kamer" met die lezing.
Staatssecretaris Karremans:
De motie op stuk nr. 10 verzoekt de regering om op basis van het RIVM-rapport waar het in de motie over gaat — ik zal de titel niet herhalen — met maatregelen te komen om sigaretten minder verslavend en aantrekkelijk te maken. Als ik 'm zo mag lezen dat ik de suggesties van het RIVM meeneem in de gesprekken die ik in Europa zal voeren over de TPD, de Tabaksproductenrichtlijn, dan zal ik 'm oordeel Kamer geven. Maar ik kan dat niet eigenstandig doen, omdat dat op Europees niveau besproken en geregeld moet worden. Met die uitleg kan ik 'm oordeel Kamer geven. Ik hoor natuurlijk graag wat mevrouw Dobbe daarvan vindt.
De voorzitter:
Precies. Mevrouw Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dan heb ik iets meer nodig dan alleen maar "ik neem het mee in gesprekken", want dat is wel heel ... Wij zijn hier de hele dag ook in gesprek, maar dat betekent helaas niet dat de staatssecretaris nu ineens al mijn ideeën overneemt.
Staatssecretaris Karremans:
In positieve zin? Is dat iets?
Mevrouw Dobbe (SP):
Hoe bedoelt u?
Staatssecretaris Karremans:
Ik kan het natuurlijk meenemen in gesprekken, bij wijze van spreken: ik heb hier maatregelen, doe het niet. Dat bedoel ik niet. Ik bedoel dat ik het in positieve zin meeneem naar Europa.
De voorzitter:
Misschien kan mevrouw Dobbe nog iets specifieker aangeven wat ze extra nodig heeft van de staatssecretaris zodat hij dat kan overwegen.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik wil natuurlijk maximale inzet, maar ook maximale creativiteit. Het zou dus fijn zijn als de staatssecretaris ook kan kijken wat we hier in Nederland wel kunnen doen. Als het niet in Nederland geregeld kan worden, kunnen we dat in Europa proberen te regelen? En kunnen we ook een concrete terugkoppeling krijgen over wat er uit die gesprekken is gekomen op deze vier punten?
Staatssecretaris Karremans:
Met positieve inzet en maximale creativiteit. Volgens mij hebben we een deal.
De voorzitter:
Kijk eens aan. Dan noteren we "oordeel Kamer" met deze deal. Dan zijn we bij de motie op stuk nr. 11.
Staatssecretaris Karremans:
De motie op stuk nr. 11, ook van mevrouw Dobbe, verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat zorgverzekeraars meerdere begeleide stoppogingen per jaar gaan vergoeden. Ik kan daar niet voor zorgen; dat vind ik het lastige. Ik zei al dat we ons daarvoor inzetten en dat we in gesprek zijn met zorgverzekeraars op dit punt, zeker ook ten aanzien van bepaalde groepen. Dat moet ik erbij zeggen, maar dan is de motie oordeel Kamer, met maximale creativiteit.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe kijkt of het bij deze ook lukt, maar ik weet het niet zeker.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ja, mooi is dat. Nee, eh ... Nou ben ik wel mijn interruptie kwijt.
Staatssecretaris Karremans:
Ik kan er niet voor zorgen. Dat is het punt.
De voorzitter:
"Inspannen" of "inzetten" was het.
Mevrouw Dobbe (SP):
Nou ja, regel het.
Staatssecretaris Karremans:
Regel het, oké.
De voorzitter:
Ik zie dat mevrouw Tielen daar een vraag over heeft.
Mevrouw Tielen (VVD):
Daar maak ik wel een beetje bezwaar tegen. We hebben jaarlijks best wel serieuze gesprekken over het basispakket, over wat wij vinden dat de samenleving gezamenlijk moet bijdragen aan welke behandelingen en dat soort zaken. Dit is een basispakketvraagstuk. Natuurlijk kan de staatssecretaris daarover in gesprek gaan, maar punt een ligt dit ook bij de minister van VWS, punt twee moeten we hier als Kamer een debat over voeren en punt drie kost het gewoon geld.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dan is mijn vraag: waarom kan hij het niet regelen? Volgens mij kan hij het namelijk wel regelen. Volgens mij kan hij ook in gesprek gaan met de minister, zijn collega van VWS, om het te regelen. Volgens mij kan dat dus allemaal wel, maar goed. De zorgverzekeraars hebben niet alles voor het zeggen in dit land. Volgens mij zijn dat toch de staatssecretarissen en de ministers.
De voorzitter:
Dank voor uw toelichting. Dan kijk ik even naar de staatssecretaris voor het oordeel na de inbreng van mevrouw Tielen en mevrouw Dobbe. Geeft u ze nog steeds oordeel Kamer of worden ze toch ontraden?
Staatssecretaris Karremans:
De lezing van mevrouw Tielen klopt. Ik kan wel in gesprek gaan om te kijken — ik kan er niet voor zorgen; dat is wat ik zeg — of dat voor bepaalde doelgroepen mogelijk is, maar er zit een cap op. We gaan niet elke stoppoging vergoeden. Dat is natuurlijk gewoon het hele punt. Maar we zien daar wel meerwaarde in. We zoeken ook flexibiliteit, zeker ten aanzien van bepaalde doelgroepen. Ik refereerde al aan zwangere vrouwen. Ik heb daar ook naar verwezen in mijn bijdrage. Dus echt met die appreciatie kan ik 'm oordeel Kamer geven, maar ik kan er niet voor zorgen.
De voorzitter:
Dan kijk ik even naar mevrouw Dobbe of ze die lezing ...
Mevrouw Dobbe (SP):
Doe maar.
De voorzitter:
Ja? Dan noteren we met die lezing "oordeel Kamer".
Staatssecretaris Karremans:
Voorzitter. Nog drie moties. De motie-Paulusma/Tielen op stuk nr. 12 verzoekt de regering verzamelde gegevens en onderzoeken die onder andere het RIVM doet, mee te nemen in de monitoring, opdat die gebruikt kunnen worden bij beleidsvorming rondom het gebruik van e-sigaretten. Die motie kan ik oordeel Kamer geven. Daarbij wil ik de opmerking maken dat we natuurlijk meldpunten hebben voor mentale gezondheidszorg. Als we daar dingen tegenkomen over vapen, dan zullen we natuurlijk met professionals in gesprek gaan om te kijken of dat bij elkaar gebracht kan worden. Dat is helemaal goed.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 12 krijgt oordeel Kamer.
Staatssecretaris Karremans:
Ja. Tot slot de laatste twee moties. De motie-Tielen/Paulusma op stuk nr. 13 verzoekt de regering om samen met EU-collega's te komen tot een heldere, eenduidige en stevige antinicotine-aanpak. Die krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 13 krijgt oordeel Kamer. En dan de laatste.
Staatssecretaris Karremans:
Tot slot de motie-Tielen/Paulusma op stuk nr. 14. Die verzoekt de regering om samen met Nederlandse buurlanden eenduidige, duurzame en stevige afspraken te maken die nicotinegebruik bij jongeren tegengaan. Die geef ik ook oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dan noteer ik "oordeel Kamer" bij de motie op stuk nr. 14.
Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de behandeling van dit burgerinitiatief. Ik dank de leden en uiteraard de staatssecretaris van harte. Maar ik wil in het bijzonder de leden van het burgerinitiatief Nicotinee van harte ervoor danken dat zij dit onderwerp op de Kameragenda hebben gezet. Zoals u allen heeft gehoord, gaan we er de komende periode nog veel vaker over spreken. Dus ik denk ook dat dat mede dankzij u is, dus complimenten daarvoor.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik wil de Kamer erop attenderen dat we dinsdag 17 december gaan stemmen over de ingediende moties. We zullen zorgen dat we de indieners van het initiatief zullen informeren over de uitkomst van die stemmingen. Ik had de staatssecretaris al bedankt. Dat gezegd hebbende schors ik voor een enkel moment, zodat we door kunnen met het volgende debat. Ik schors voor een enkel moment.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.