Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid El Abassi c.s. ter vervanging van nr. 23 over de oprichting van nieuwe subregio's
36 546 Wijziging van de Jeugdwet, de Wet marktordening gezondheidszorg en enige andere wetten teneinde te bevorderen dat jeugdhulp en gecertificeerde instellingen voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering steeds voldoende beschikbaar zijn (Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg)
Nr. 47
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID EL ABASSI C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 23
Ontvangen 26 maart 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, wordt subonderdeel 1, als volgt gewijzigd:
1. Na de definitie van regiovisie wordt een definitie ingevoegd, luidende:
– subregio:
subregio als bedoeld in artikel 2.17, tweede lid;
2. In de definitie van regio wordt na «artikel 2.17» ingevoegd «, eerste lid».
II
Artikel I, onderdeel G, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het voorgestelde artikel 2.17 wordt als volgt gewijzigd:
a. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
b. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. Gemeenten in een regio kunnen voorts op eigen verzoek bij algemene maatregel van
bestuur worden ingedeeld in subregio’s. Onze Ministers en Onze Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties voeren daartoe een op overeenstemming gericht overleg
met alle gemeenten in de regio en de Jeugdregio waarin de gemeenten aantonen dat:
a. er voldoende jeugdigen gebruik maken van vormen van jeugdhulp als bedoeld in artikel
2.19, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, en
b. de jeugdigen gebaat zijn bij de samenwerking in subregio’s voor wat betreft het aanbod
van jeugdhulp.
3. In geval toepassing is gegeven aan het tweede lid kunnen de colleges met elkaar samenwerken
in de subregio, indien dat voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering van deze
wet aangewezen is. De gemeenteraad geeft in de regiovisie aan hoe de gemeente met
andere gemeenten in de subregio en met de andere gemeenten in de regio samenwerkt
teneinde te bevorderen dat er in de subregio een toereikend aanbod is van de vormen
van jeugdhulp als bedoeld in artikel 2.19, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, om aan
de taken, bedoeld in de artikelen 2.3 en 2.4, tweede lid, onderdeel b, te kunnen voldoen
en die aansluiten bij de lokale behoeften en omstandigheden.
2. Na artikel 2.20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.20a
1. Indien een regio bestaat uit één of meerdere subregio’s als bedoeld in artikel 2.17,
tweede lid, en samenwerking in de subregio noodzakelijk is om te bevorderen dat de
colleges kunnen voorzien in een toereikend aanbod van een of meer van de in artikel
2.19, vierde lid, bedoelde vormen van jeugdhulp, om aan de taken, bedoeld in de artikelen
2.3 en 2.4, tweede lid, onderdeel b, te kunnen voldoen, kunnen de colleges de subregio
belasten met het ten behoeve van alle jeugdigen in de subregio contracteren van de
desbetreffende vorm of vormen van jeugdhulp.
2. Bij het contracteren, bedoeld in het eerste lid, zijn geen verschillen in contractvoorwaarden
tussen gemeenten toegestaan.
3. In artikel 2.22 wordt na «artikel 2.17» ingevoegd «, eerste of tweede lid».
4. In artikel 2.23, eerste lid, wordt na «artikel 2.17» ingevoegd «, eerste of tweede
lid,».
Toelichting
Dit wetsvoorstel regelt dat bij algemene maatregel van bestuur gemeenten worden ingedeeld
in regio’s. De indieners zijn op zich voorstander van het indelen van gemeenten in
regio’s maar ziet ook in de praktijk dat bij met name grotere regio’s (bijvoorbeeld
Rotterdam-Rijnmond) regionalisering zorgt voor minder regie bij kleinere gemeenten.
Om zorgvuldiger recht te doen aan het doel van deze wet namelijk het verbeteren van
de beschikbaarheid jeugdzorg zijn de indieners van mening dat er explicitering nodig
is als het gaat om subregio’s.
Een voorbeeld hiervoor is de MVS-regio (Maassluis, Vlaardingen en Schiedam) die enige
tijd geleden in overleg met jeugdhulpregio Rijnmond ervoor heeft gekozen om vrijwel
allevormen van jeugdhulp op subregionaal niveau bij een jeugdhulpconsortium in te
kopen en daarmee jeugdhulp dichterbij en dus vanuit het voorliggend veld (onderwijs,
wijk en andere sociale netwerken) te verstevigen. Dit zogeheten populatiebekostigingsmodel
zorgt ook voor meer regie bij zorgaanbieder die jeugdhulp verzorgen en geeft gemeenten
de ruimte om ook strakker te sturen op bijvoorbeeld wachtlijstvorming.
De Jeugdautoriteit heeft onderzoek verricht naar de werking van jeugdhulp via zorgconsortia
in het onderzoek genaamd «Taakgericht werken met jeugdhulpconsortia: kansrijk maar
complex» en concludeert dat met een lange termijnperspectief en de juiste randvoorwaarden
deze werkwijze kansrijk is om tot goede integrale en beheersbaardere jeugdhulp te
komen (blz. 3).
Daarom stellen de indieners voor om aan art. 2.17 toe te voegen dat er ook subregio’s
aangewezen kunnen worden. Om te voorkomen dat er teveel subregio’s ontstaan en daarmee
deze wet haar doel voorbijschiet stellen de indieners harde eisen aan het mogelijk
maken van een subregio. Dat betekent dat de verantwoordelijke bewindspersonen in overleg
met de regio en gemeenten die een subregio wensen te vormen een op overeenstemming
gericht overleg voert en daarbij gemeenten die een subregio willen vormen binnen een
regio moeten kunnen aantonen dat er voldoende schaal is, door bijvoorbeeld een robuustheidsscan
toe te passen, en dat jeugdigen met deze werkwijze gebaat zijn bij de zorg waar zij
behoefte aan hebben. Een voordeel van een subregio is dat deze vaak veel congruenter
zijn dan een grote jeugdhulpregio en dat aanpalende beleidsterreinen (WMO, participatiewet,
Zorgverzekeringswet, Passend Onderwijs) al veelal op dit niveau georganiseerd zijn.
Indieners beogen met dit amendement ervoor te zorgen dat voorkomen wordt dat gemeenten
die nu middenin een transformatieproces zitten, waarin veel tijd geld en moeite is
geïnvesteerd door een wijziging in de wetgeving dit vroegtijdig moeten beëindigen.
Dit amendement heeft geen financiële consequenties en is erop gericht om de bestaande
praktijk bij gemeenten aan te laten sluiten op wetgeving met inachtneming van de positie
van het kabinet
El Abassi Ergin Stoffer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ismail el Abassi, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Doğukan Ergin, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Chris Stoffer, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Tegen |
VVD | 24 | Tegen |
NSC | 20 | Tegen |
D66 | 9 | Tegen |
BBB | 7 | Tegen |
CDA | 5 | Tegen |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Voor |
PvdD | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Tegen |
JA21 | 1 | Voor |