Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de Voorhang ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht (Kamerstuk 29665-532)
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 536
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 11 maart 2025
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 14 februari
2025 over de Voorhang ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit
Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor
het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht (Kamerstuk
29 665, nr. 532).
De vragen en opmerkingen zijn op 4 maart 2025 aan de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat voorgelegd. Bij brief van 11 maart 2025 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Peter de Groot
Adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA en reactie van
de bewindspersoon
Vraag 1
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn van mening dat de omvang van de luchtvaart
in Nederland de redelijke vraag fors overschrijdt, waardoor de maatschappelijke kosten
de maatschappelijke baten fors overschrijden. De overlast door geluidshinder en luchtvervuiling
met de gezondheidsgevolgen hiervan, de schade aan klimaat en natuur, de enorme ruimtelijke
beperkingen die andere relevante economische ontwikkelingen tegenhouden, zijn allemaal
goede redenen voor een forse krimp van Schiphol. De meest urgente reden voor krimp
is hinderbeperking. Meerdere door omwonenden aangespannen rechtszaken hadden dit tot
uitkomst. Forse en snelle hinderreductie en herstel van de rechtspositie van omwonenden
moet daarom het meest urgente beleidsdoel zijn. Onlangs nog bepaalde de rechter in
een tussenvonnis dat verder uitstel niet is toegestaan. Deze leden ontvangen graag
een inhoudelijke reactie op dit vonnis.
Antwoord
Het ministerie had schorsing gevraagd van de uitspraak in eerste aanleg in de RBV-zaak,
omdat de door de rechter opgelegde termijn van 12 maanden voor uitvoering van het
vonnis niet haalbaar wordt geacht voor het vaststellen van een nieuw LVB. Mede naar
aanleiding van de toezegging van RBV in de procedure constateert het Gerechtshof dat
partijen de Staat niet tot naleving van de 12-maandentermijn zullen houden, waardoor
volgens het hof formele schorsing niet nodig is. Om die formeel juridische reden is
het schorsingsverzoek afgewezen. Ondertussen werkt IenW onverminderd door aan het
herstellen van de rechtspositie van omwonenden en het nieuwe LVB, waarvoor het ontwerpbesluit
een eerste stap is. Hiermee wordt stapsgewijs uitvoering gegeven aan de twee bevelen
van de rechtbank.
Vraag 2
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie wijzen erop dat het nu vigerende LVB slechts
dezelfde of minder hinder toestaat als het LVB 2004 en dat dit omgerekend naar de
huidige vloot en praktijk slechts 400.000 tot 420.000 zou kunnen accommoderen. Deze
leden vragen de Minister dan ook om bij de verdere besluitvorming rond Schiphol dit
als de maximale hindergrens te beschouwen.
Als de tijdelijke krimp door de coronapandemie was verzilverd door grote aantallen
ongebruikte slots in te nemen, waren veel juridische, bestuurlijke en praktische problemen
voorkomen. Dat dit nu alsnog moet maakt de zaak ingewikkelder, maar niet minder nodig
of legitiem.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn van mening dat het in het belang is van
de omwonenden om zo snel mogelijk te komen tot hinderreductie en dus tot minder vluchten.
Maar met 473.815 vluchten in 2024 zou een LVB voor 478.000 vluchten een toename van
de overlast betekenen, geen afname. De Minister maakt het erger, niet beter. Het uitgangspunt
van de Minister, de gedoogde 500.000 vluchten, zijn nooit goed juridisch vastgelegd
in een LVB en er zouden op basis van het LVB 2008 nooit meer vluchten mogen plaatsvinden
dan een aantal dat evenveel of minder overlast veroorzaakt dan het LVB 2004. Deze
leden verzoeken de Minister om met goed onderbouwde berekeningen aan te tonen dat
zijn plan om 478.000 vluchten toe te staan op Schiphol niet zal leiden tot meer overlast
dan in 2004.
Antwoord
Artikel 8.17, zevende lid, van de Wet luchtvaart bepaalt dat ieder volgend Luchthavenverkeerbesluit
Schiphol (LVB), volgend op het eerste LVB, een beschermingsniveau moet bieden ten
aanzien van externe veiligheid, geluidbelasting en lokale luchtverontreiniging, dat
voor ieder van deze aspecten, gemiddeld op jaarbasis vastgesteld, per saldo gelijkwaardig
is aan of beter is dan het niveau zoals dat geboden werd door het eerste besluit.
Dit zogenaamde gelijkwaardigheidsbeginsel en de daarop gebaseerde gelijkwaardigheidscriteria
zijn «per saldo» gedefinieerd. Dat wil zeggen dat wanneer de geluidbelasting in het
ene gebied afneemt, de geluidbelasting in andere gebieden tegelijkertijd toe kan nemen,
zolang de gelijkwaardigsheidscriteria in het gehele gebied rond Schiphol niet worden
overschreden.
In het MER NNHS uit 20201 is onderzocht of de situatie bij 500.000 vliegtuigbewegingen conform de regels voor
preferent baangebruik voldoet aan de eis voor gelijkwaardige bescherming. Uit deze
analyse blijkt dat aan alle gelijkwaardigheidscriteria voldaan wordt.
Met de versnelde LVB-wijziging wordt het maximumaantal vliegtuigbewegingen dat mogelijk
is op Schiphol aangepast. Het anticiperend handhaven blijft in stand tot een algehele
wijziging van het LVB is afgerond.
Op basis van de beschikbare informatie concludeert het kabinet dat de situatie met
verkeersafhandeling volgens de regels van preferent baangebruik en een lager maximaal
aantal vliegtuigbewegingen (478.000 op het etmaal, 27.000 in de nacht) voldoet aan
de criteria voor gelijkwaardigheid.
Vraag 3
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn ook benieuwd waarom een nieuw LVB voor
478.000 vluchten nodig is, om te kunnen krimpen en slots in te nemen. Immers kon de
groei naar 500.000 vluchten met bijbehorende capaciteitsdeclaratie kennelijk ook op
basis van een gedoogbesluit zonder een in een geldig LVB vastgelegd aantal vluchten.
Kan de Minister uitleggen waarom dan een krimp richting bijvoorbeeld 450.000 of 400.000
vluchten niet ook met een capaciteitsdeclaratie op basis van een nieuw gedoogbesluit
zou kunnen? Of wegen de belangen van de luchtvaartsector juridisch zwaarder dan de
belangen en mensenrechten van omwonenden? Deze leden zouden hier graag een uitgebreide
toelichting op willen ontvangen.
Antwoord
Het kabinet wil de geluidoverlast rondom Schiphol met 20% verminderen (zoals onder
andere vastgelegd in het Regeerprogramma). In het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet
daarom afgesproken om door te werken aan de daarvoor verplichte Europese balanced
approach-procedure. Het vaststellen van het aantal vliegtuigbewegingen is in deze
procedure het sluitstuk. Uit deze procedure volgt een maximumaantal vliegtuigbewegingen
op het etmaal van 478.000 waarvan 27.000 in de nacht. Dit maximum kan niet geborgd
worden zonder juridische vastlegging. Een verdergaande exploitatiebeperking kan niet
worden ingevoerd zonder voorafgaande balanced approach. Daarvoor maakt het geen verschil
of dat via een gedoogbesluit of anderszins wordt geëffectueerd.
Vraag 4
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie willen in dit kader ook graag horen of deze
verkorte aanpassing van het LVB met daarin een nieuw maximumaantal vluchten niet onbedoeld
de rechtspositie van de luchtvaartsector versterkt. Deze gaat immers uit van een maximale
overlast ter waarde van ruim 400.000 vluchten naar het vast omschreven aantal vluchten
van 478.000.
Antwoord
Het opnemen van maximumaantallen vliegtuigbewegingen in het LVB leidt ertoe dat Schiphol
met die aantallen rekening moet houden in de capaciteitsdeclaratie op basis waarvan
de slots op de luchthaven worden uitgegeven. Daarbij wordt het internationale capaciteitsdeclaratieproces
gevolgd. Zonder deze wijziging van het LVB blijven de huidige maximumaantallen het
uitgangspunt voor de capaciteitsdeclaratie, te weten de in het kader van de Alderstafel
afgesproken 500.000 vliegtuigbewegingen, waarvan 32.000 in de nacht. Dit maximumaantal
vliegtuigbewegingen in de nacht is in 2018 reeds in het LVB vastgelegd. Daarnaast
leidt het opnemen in het LVB ertoe dat overschrijding van de aantallen door de ILT
kan worden gehandhaafd. Van een (onbedoelde) versterking van de rechtspositie is geen
sprake, wel is voor alle belanghebbenden van belang dat juridische duidelijkheid ontstaat.
Vraag 5
In hoeverre is de sector of de overheid na inwerkingtreding van dit ontwerpbesluit
nog steeds gebonden aan de verplichting om minimaal gelijkwaardige bescherming te
bieden, zoals vastgelegd in 2008? En geldt die gelijkwaardige bescherming ook voor
de hele regio en alle omwonenden of is dit een abstracte optelsom van decibellen en
maximale aantallen ernstig gehinderden? Deze leden ontvangen hier graag een uitgebreide
toelichting op.
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat de vastlegging van een maximumaantal
vluchten op 478.000, waarvan 27.000 in de nacht, slechts één maatregel uit een pakket
maatregelen en afspraken is. Maar het voorliggende LVB legt de andere maatregelen,
zoals tariefdifferentiatie, stillere toestellen en vlootvernieuwing niet vast. Deze
leden willen ten slotte graag weten waarom niet het hele pakket maatregelen of desnoods
de voorspelde resultaten ervan worden vastgelegd in het besluit. De wijziging, zoals
voorgesteld, legt nu alleen rechten vast, geen plichten en geen doelen.
Antwoord
Het maatregelenpakket dat uit de balanced approach-procedure volgt om het geluidsdoel
te behalen bestaat uit verschillende maatregelen. Sommige maatregelen, zoals tariefdifferentiatie
en de inzet van stillere toestellen, zijn aangedragen door sectorpartijen. Die kunnen
niet in een LVB worden vastgelegd. Over die maatregelen worden dan ook aparte afspraken
gemaakt met de sectorpartijen. Onderdeel van die afspraken is dat als de maatregelen
niet of niet in voldoende mate worden nagekomen, er gekeken wordt naar alternatieve
maatregelen om alsnog het doel te behalen.
Opmerking van de leden van de fractie van de VVD en reactie van de bewindspersoon
De leden van de VVD-fractie hechten er waarde aan te benadrukken dat de Nederlandse
luchtvaart op een kantelpunt staat. Met dit ontwerpbesluit tot wijziging van het LVB
wordt recht gedaan aan de bescherming van omwonenden van Schiphol en dat is een belangrijke
stap. Maar dit betekent ook een krimp van het maximale aantal vliegbewegingen van
Schiphol. Het is van belang voor de Nederlandse luchtvaart en daarmee de Nederlandse
economie dat er nu stabiel beleid gevoerd wordt, en het in deze wijziging maximumaantal
vliegbewegingen voor een lange periode vast komt te staan.
Reactie
Ik heb kennisgenomen van deze opmerking van de leden van de VVD.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het NSC en reactie van de bewindspersoon
Vraag 7
De leden van de NSC-fractie lezen dat de wet ter wijziging van de Algemene wet bestuursrecht
in verband met het opheffen van uitsluiting beroep luchthavenbesluiten zo spoedig
mogelijk in werking zal treden en dat het als gevolg van deze wetswijziging mogelijk
wordt om tegen de voorliggende LVB-wijziging beroep in eerste en enige aanleg bij
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te stellen. Deze leden constateren
dat deze wet in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en dat deze wet nog niet in het Staatsblad
gepubliceerd is. Deze leden hechten er zeer aan dat deze beroepsmogelijkheid voor
het voorliggende LVB beschikbaar is. Daarom vragen deze leden wanneer dit wetsvoorstel
in het Staatsblad gepubliceerd wordt. Kan gegarandeerd worden dat beroep in eerste
en enige aanleg bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het voorliggende
LVB van toepassing is?
Antwoord
De bedoelde wijziging van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zal naar verwachting
deze maand (maart) in het Staatsblad worden gepubliceerd en de dag erna in werking
treden. Omdat deze versnelde LVB-wijziging nadien wordt vastgesteld, zal dus beroep
bij de bestuursrechter kunnen worden ingesteld.
Vraag 8
De leden van de NSC-fractie zouden graag een uitgebreidere onderbouwing zien van de
verwachting van de Minister dat dit LVB voldoet aan de gelijkwaardigheidscriteria
van de Wet luchtvaart, dat stelt dat elk opeenvolgend LVB gelijkwaardige of betere
bescherming moet bieden ten aanzien van externe veiligheid, geluidsbelasting en lokale
luchtverontreiniging op het niveau, zoals dat geboden werd door het eerste besluit
uit 2003. Deze leden vragen hoeveel vluchten per gebruiksjaar mogelijk waren onder
dat eerste LVB uit 2003. Deze leden vragen om een uitgebreide onderbouwing dat met
een aanzienlijk hoger aantal vluchten in het voorliggende LVB gelijkwaardige bescherming
wordt geboden ten aanzien van alle drie de gelijkwaardigheidscriteria: externe veiligheid,
geluidsbelasting en lokale luchtverontreiniging. Hierbij vragen deze leden ook of
er naast de milieueffectrapportage (MER) voor het Nieuw Normen- en Handhavingsstelsel
Schiphol uit 2020 een aparte argumentatie is. Deze leden vragen voorts of de Minister
verwacht dat op basis van de gelijkwaardigheidscriteria in beroep wordt gegaan tegen
het voorliggende ontwerpbesluit en hoe groot de Minister de kans van slagen van een
dergelijk beroep acht.
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 9
De leden van de NSC-fractie lezen dat er geen MER-beoordelingsplicht geldt voor het
voorliggende LVB, omdat de grenswaarden bij deze wijziging niet worden aangepast.
Deze leden vragen of en hoe, gezien de verruiming van het aantal vluchten op Schiphol
ten opzichte van de ruimte voor aanzienlijk minder vluchten die eerdere luchthavenverkeerbesluiten
boden, binnen deze grenswaarden gebleven kan worden.
Antwoord
Als gevolg van jarenlang anticiperend handhaven (gedogen) is het LVB uit 2008 niet
meer zonder meer toepasbaar. Sinds de laatste aanpassing van de grenswaarden in 2010
zijn veiligheids- en hinderbeperkende maatregelen getroffen die invloed hebben op
het volume dat binnen die grenswaarden kan worden afgewikkeld, zonder dat de grenswaarden
daarvoor geactualiseerd zijn. Actualisatie is niet ter hand genomen, omdat het beeld
was dat het stelsel van handhavingspunten zou worden afgeschaft onder invoering van
het Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel (NNHS). De huidige operatie levert daardoor
bij een beperkt aantal handhavingspunten knelpunten op. Ook de operatie die wordt
voorzien met de maatregelen uit de balanced approach zal naar verwachting niet op
alle punten binnen de grenswaarden uit 2010 passen.
Om de rechtspositie van omwonenden te herstellen werkt het kabinet aan een algehele
wijziging van het LVB. Daarin zal voorzien worden in actuele grenswaarden. In dit
LVB worden ook extra handhavingspunten voor geluid toegevoegd in een ruimere omgeving
rond de luchthaven.
Totdat de algehele wijziging van het LVB in werking treedt blijft het anticiperend
handhaven van kracht, tot een maximaal volume van 478.000 vliegtuigbewegingen op het
etmaal, waarvan 27.000 in de nacht.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66 en reactie van de bewindspersoon
Vraag 10
Aantal vliegbewegingen niet in lijn met kabinetsdoel
De leden van de D66-fractie constateren dat de Minister tot doel heeft gesteld dat
hij de geluidsoverlast met 20% wil terugdringen. Deze leden schatten in dat een maximum
van 478.000 vliegbewegingen, waarvan 27.000 in de nacht, niet zal leiden tot 20% geluidsreductie.
Deze leden vragen de Minister in te schatten hoeveel geluidsreductie hij hiermee verwacht
te realiseren. Daarnaast vragen zij de Minister het volledige tijdpad te schetsen
tot integrale wijziging van het LVB.
Antwoord
De berekeningen wijzen uit dat het totale maatregelpakket uit de balanced approach-procedure
minimaal 15% minder ernstig gehinderden opleveren. Om het daadwerkelijke effect van
het maatregelpakket in kaart te brengen zal het kabinet het effect monitoren. Er is
toegezegd dat er voor de zomer een plan van aanpak komt voor de monitoring en de resterende
5%.
Volgens de huidige verwachting start de voorhangprocedure voor de algehele wijziging
van het LVB na de zomer en vindt de inwerkingtreding plaats in het voorjaar van 2026.
Vraag 11
Opnemen van maximumaantal vliegbewegingen in LVB
Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie waarom de Minister ervoor heeft gekozen
om het maximumaantal vluchten vast te leggen in het LVB, als hij verwacht dat hij
dit later nog een keer gaat wijzigen. Kan de Minister reflecteren op de juridische
consequenties van het opnemen van dit aantal in het LVB? Ziet hij een risico in mogelijke
juridische procedures, als hij op korte termijn het LVB opnieuw zal wijzigen? Waarom
is er niet voor gekozen om een informele afspraak te maken over 478.000 vliegbewegingen?
Antwoord
Het opnemen van maximumaantallen vliegtuigbewegingen in het LVB leidt ertoe dat Schiphol
met die aantallen rekening moet en kan houden in de capaciteitsdeclaratie op basis
waarvan de slots op de luchthaven worden uitgegeven. Zonder deze wijziging van het
LVB blijven de huidige maximumaantallen het uitgangspunt voor de capaciteitsdeclaratie,
te weten de in het kader van de Alderstafel afgesproken 500.000 vliegtuigbewegingen,
waarvan 32.000 in de nacht. Dit maximumaantal vliegtuigbewegingen in de nacht is in
2018 reeds in het LVB vastgelegd. Daarnaast leidt het opnemen in het LVB ertoe dat
overschrijding van de aantallen door de ILT kan worden gehandhaafd. Een informele
afspraak biedt voor Schiphol geen voldoende basis om de capaciteitsdeclaratie op aan
te passen. Effectuering van deze maatregel uit de balanced approach is dan niet mogelijk.
Vraag 12
Reikwijdte van de aantallen
De leden van de D66-fractie constateren dat het maximumaantal vluchten slechts ziet
op een deel van de vluchten op Schiphol. Deze leden vragen de Minister het volledige
beeld te schetsen van het aantal vliegbewegingen. Hoeveel positioneringsvluchten tellen
niet mee? Hoeveel zakelijke en recreatieve vluchten tellen niet mee? Kan de Minister
dat uitsplitsen in in ieder geval: aantallen privévluchten, politie- en kustwachthelikopters,
testvluchten en reddings- en repatriëringskosten?
Antwoord
De versnelde wijziging van het LVB is beperkt tot a) het opnemen van een maximum aantal
vliegtuigbewegingen voor het etmaal van 478.000 en b) het aanpassen van het maximum
aantal vliegtuigbewegingen in de nacht van 32.000 naar 27.000. Deze wijziging omvat
geen nieuwe regels over repatriëringsvluchten, zakelijke en recreatieve vluchten en
maatschappelijk verkeer.
In het gebruiksjaar 2024 waren General Aviation en maatschappelijk verkeer op Schiphol
samen verantwoordelijk voor 21.049 vliegtuigbewegingen. Hiervan valt het merendeel
van 13.545 vluchten in de categorie Business Aviation/Air Taxi. De overige categorieën
en aantallen zijn:
– Vluchten politiehelikopter en kustwacht: 5.994
– General Aviation: 499
– Repatriëringsvluchten: 316
– Technische stops: 233
– Trainingsvluchten: 281
– Militaire vluchten: 181
Een voorbeeld van een technische stop is een tussenstop om brandstof te tanken.
Vraag 13
Naleving bredere maatregelen
De leden van de D66-fractie constateren dat de Minister ook maatregelen neemt met
betrekking tot de inzet van stillere toestellen in de nacht, tariefdifferentiatie
om de inzet van zo stil mogelijke vliegtuigen te stimuleren, vlootvernieuwing en het
weren van lawaaiige toestellen in de nacht. Deze leden vragen de Minister op welke
manier hij ervoor zorgt dat deze afspraken gaan worden nagekomen. Welke garanties
legt hij hiervoor vast? Welke consequenties zijn er voor sectorpartijen, Schiphol
en KLM bij het niet nakomen van de afspraken?
Antwoord
De gesprekken over het vastleggen van de afspraken lopen momenteel. Onderdeel van
die gesprekken is het vastleggen van sancties als partijen de afspraken niet nakomen.
Zodra de uitkomst van deze gesprekken vast staat, wordt de Kamer hierover geïnformeerd.
Vraag 14
Afstemming maatschappelijk veld en kabinet
De leden van de D66-fractie vragen wat de Maatschappelijke Raad Schiphol van dit ontwerpbesluit
vindt. Wat vinden de omliggende gemeenten en provincies van het ontwerpbesluit? Is
dit ontwerpbesluit afgestemd met de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur met het oog op de benodigde stikstofruimte en Staatssecretaris van Landbouw,
Visserij, Voedselzekerheid en Natuur met het oog op het niet doen van een milieueffectrapportage?
Antwoord
Momenteel loopt er een zienswijzeprocedure over dit ontwerpbesluit, dat op 14 februari
is vastgesteld door het kabinet. IenW heeft de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS)
en de omliggende gemeenten en provincies (verenigd in de Bestuurlijke Regie Schiphol,
BRS) geïnformeerd over dit ontwerpbesluit en hen op de mogelijkheid geattendeerd om
een zienswijze in te dienen. IenW gaat ervan uit dat deze partijen hier gebruik van
zullen maken, maar hun zienswijzen hierop zijn op het moment van schrijven nog niet
bekend.
Dat wil niet zeggen dat IenW geen beeld heeft van de visies van beide partijen op
dit onderwerp. De MRS staat op het standpunt dat een balans in het Schipholdossier
alleen bereikt kan worden met krimp van het aantal vluchten op Schiphol. De MRS geeft
over het vastleggen van 478.000 vluchten aan: «Hoewel de MRS de 15% geluidsreductie
die met dit aantal wordt nagestreefd een stap in de goede richting vindt, is het onvoldoende»
2. Hiermee voldoet de Staat volgens de MRS niet aan de uitspraak van de rechter van
20 maart 2024.
Tijdens de aanvullende raadpleging in het kader van de balanced approach gaf de BRS
aan dat zij de gefaseerde aanpak van het kabinet begrepen, maar tegelijkertijd kritisch
waren op het verminderen van de aangekondigde krimp. Het aantal vliegtuigbewegingen
in dit ontwerpbesluit ligt hoger dan tijdens die aanvullende raadpleging. De BRS schreef
destijds: «Hoewel dit nog steeds geluidsreductie moet opleveren, hebben wij zorgen
over de spreiding. Het weren van lawaaiige toestellen is belangrijk, maar kwantiteit
is ook cruciaal. Een hoger aantal stillere vliegtuigen wordt niet per se beter ervaren
dan een lager aantal lawaaiige vliegtuigen.» 3
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de BBB en reactie van de bewindspersoon
Vraag 15
De leden van de BBB-fractie merken op dat de Minister een geluidsreductie van 20%
stelt na te streven. Deze reductie wordt gemeten aan de hand van Lden en Lnight. Erkent de Minister dat deze gemiddelde waarden de piekbelasting en individuele hinder
niet altijd accuraat weergeven? Is de Minister bereid om ook naar alternatieve meetmethoden
te kijken die de subjectieve ervaring van omwonenden beter in kaart brengen, zoals
leefbaarheidscores of continue real-time monitoring van geluidsniveaus per individuele
woning?
Antwoord
Ja, de jaargemiddelde geluidbelasting in Lden en Lnight geeft piekbelasting en individuele hinder niet weer. Zoals in het Regeerprogramma
is opgenomen is het kabinet voornemens te sturen op milieunormen die de negatieve
effecten van de civiele luchtvaart steeds verder laten afnemen. Hiertoe wordt gewerkt
aan de ontwikkeling van een nieuw stelsel voor de regulering van vliegtuiggeluid.
Hierbij wordt onderzocht of het mogelijk is om aanvullend op Lden en Lden indicatoren op te nemen in de regelgeving die beter aansluiten bij de ervaren hinder
van omwonenden én hier ook een norm aan te verbinden. Wat betreft het meten van vliegtuiggeluid
wordt verwezen naar de toezegging aan het lid De Groot (VVD) tijdens het Commissiedebat
Luchtvaart van 24 oktober jl. dat de Kamer voor de zomer 2025 de eerste uitwerking
ontvangt van de wijze waarop het proces van het meten van vliegtuiggeluid concreet
zal worden vormgegeven.
Vraag 16
De leden van de BBB-fractie merken op dat het maximumaantal vliegtuigbewegingen wordt
vastgelegd in het LVB, en dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) toezicht
houdt op de naleving. Welke concrete sancties staan er tegenover het overschrijden
van het maximum aantal vliegtuigbewegingen, zowel voor Schiphol als voor de individuele
luchtvaartmaatschappijen?
Antwoord
Artikel 8.22 Wet luchtvaart bepaalt dat de inspecteur-generaal bij overschrijding
van een grenswaarde maatregelen oplegt aan de sectorpartijen. Deze maatregelen dragen
bij aan het terugdringen van de belasting van het luchthavenluchtverkeer binnen de
grenswaarden. Dit betreft dus Schiphol, LVNL en de luchtvaartmaatschappijen.
Indien een partij deze maatregel niet naleeft, kan op grond van artikel 11.16 Wet
luchtvaart een bestuurlijke boete van maximaal 1.000.000 euro en last onder dwangsom
worden opgelegd.
Vraag 17
De leden van de BBB-fractie vragen de Minister welke risico’s hij ziet, indien de
wijziging niet tijdig voor mei 2025 in werking treedt, met het oog op de capaciteitsverdeling
voor het winterseizoen 2025/2026.
Antwoord
Indien de wijziging niet tijdig in werking treedt, kan met de maximumaantallen geen
rekening meer worden gehouden in de capaciteitsdeclaratie voor het winterseizoen 2025/2026
op basis waarvan de slots worden uitgegeven.
Vraag 18
De leden van de BBB-fractie vragen de Minister aan te geven wat de laatste stand van
zaken is rondom het advies van de Europese Commissie over de «balanced approach»-procedure.
Hoe weegt de Minister de mogelijke uitkomst van dit advies bij het vaststellen van
het gewijzigde LVB?
Antwoord
Het besluit van de Europese Commissie omtrent de notificatie in de balanced approach-procedure
is reeds gepubliceerd. Het kabinet heeft de Kamer hierover geïnformeerd per brief
4.
In het besluit geeft de Europese Commissie aan dat Nederland de balanced approach-procedure
in acht heeft genomen, behalve voor enkele elementen. De Commissie vraagt Nederland
in ieder geval aandacht te besteden aan de volgende punten: hoe General Aviation bijdraagt
aan het terugdringen van geluid, welke effecten autonome ontwikkelingen op Schiphol
hebben, en de operationele maatregelen die zijn overwogen. Het ministerie zal deze
punten meenemen in de Nederlandse reactie op het besluit, zoals de procedure voorschrijft.
Als de reactie is verstuurd, is deze balanced approach-procedure officieel afgerond.
Bij de algehele (bredere) wijziging van het LVB zullen de aandachtspunten van de Commissie
ook worden meegenomen. Zoals eerder aan de Kamer gemeld, wordt het maatregelenpakket
vervolgens per november 2025 ingevoerd. Daarvoor werkt het ministerie aan een beperkte
wijziging van het LVB. Daarin zal het nieuwe maximumaantal vliegtuigbewegingen van
478.000 voor het etmaal worden vastgelegd, waarvan 27.000 in de nacht. Dit ontwerpbesluit
is in voorhang bij het parlement. Parallel werkt het ministerie aan de bredere wijziging
van het LVB.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA en reactie van de bewindspersoon
Vraag 19
De leden van de CDA-fractie vragen naar de samenhang van de huidige bandbreedte, en
het niet doorgaan van de vierde aanvliegroute, met de laagvliegroutes rondom Lelystad
Airport.
Antwoord
Het niet doorgaan van de vierde aanvliegroute heeft geen invloed gehad op het vaststellen
van de maximumaantallen voor deze wijziging van het LVB. Er is geen sprake van een
bandbreedte, maar een vast maximumaantal van 478.000 vliegtuigbewegingen.
Vraag 20
De leden van de CDA-fractie vragen of er naast vermindering van het aantal vluchten
in de nacht, ook inspanningen worden gepleegd door de Minister op geluidsreductie
van de vluchten die wel door blijven gaan in de nacht.
Antwoord
Er worden aanvullende maatregelen getroffen. Met deze LVB-wijziging wordt alleen het
maximumaantal vliegtuigbewegingen aangepast per november 2025. Per november 2025 treden
evenwel ook de andere hinderbeperkende maatregelen uit het balanced approach-pakket
in werking. De maatregelen inzet van stillere toestellen in de nacht door KLM en het
weren van lawaaiige toestellen in de nacht zien specifiek op hinderbeperking door
nachtvluchten.
Vraag 21
De leden van de CDA-fractie vragen ook naar een reflectie op het verloop van de «balanced
approach»-procedure, die nu doorlopen wordt. Deze leden vragen om een inschatting
of deze correct helemaal doorlopen kan worden. Deze leden vragen ook naar een inschatting
van het risico op rechtszaken vanuit het buitenland, ook als de «balanced approach»-procedure
helemaal correct doorlopen zou zijn.
Antwoord
Het besluit van de Europese Commissie omtrent de notificatie in de balanced approach-procedure
is reeds gepubliceerd5. De Europese Commissie concludeert dat Nederland de balanced approach-procedure in
acht heeft genomen, behalve voor enkele elementen. Het ministerie zal deze punten
meenemen in de Nederlandse reactie op het besluit, zoals de procedure voorschrijft.
Als de reactie is verstuurd, is deze balanced approach-procedure officieel afgerond.
Bij de algehele (bredere) wijziging van het LVB zullen de aandachtspunten van de Commissie
ook worden meegenomen. Zoals eerder aan de Kamer gemeld, wordt het maatregelenpakket
vervolgens per november 2025 ingevoerd.
Hiermee kan het kabinet verder met zijn plannen om de geluidshinder rond Schiphol
terug te dringen, en de rechtspositie van omwonenden te herstellen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren en
reactie van de bewindspersoon
Vraag 22
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn kritisch op deze wijzigingen van
het LVB, omdat de rechtspositie van burgers niet wordt hersteld. Ze vinden dat er
doorgepakt moet worden met de algehele wijziging, waarbij aanpassingen tot stand komen
vanuit een werkelijk eerlijke afweging tussen de belangen van burgers, maatschappij,
Staat en de luchtvaartsector. Naast een MER is het belangrijk dat er een maatschappelijke
kosten-batenanalyse (MKBA) komt om deze afweging echt goed te kunnen maken. Is de
Minister dit met deze leden eens en is hij bereid om een MKBA uit te voeren?
Antwoord
Voor de algehele wijziging van het LVB wordt een MER opgesteld. Daarnaast wordt er
een economische onderbouwing opgesteld waarmee wordt voldaan aan de eisen die worden
gesteld in de Luchtvaartnota 2020 – 2050. Verdergaand onderzoek doen heeft geen toegevoegde
waarde en leidt tot vertraging. Daarmee zou het herstel van de rechtspositie van omwonenden
pas later kunnen worden gerealiseerd. Het kabinet kiest daar niet voor. Over een MKBA
in een breder kader is bij de Kamer een motie6 ingediend die is aangehouden.
Vraag 23
Aantal toegestane vluchten
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Minister erkent dat het
huidige LVB slechts ruimte biedt voor 400.000 tot 420.000 vluchten, en dat de huidige
exploitatie van Schiphol alleen bestaat, omdat een groter aantal vluchten gedoogd
wordt via het anticiperend handhaven. Is de Minister het ermee eens dat hij door het
vastleggen van een maximumaantal van 478.000 vluchten en het vastleggen van anticiperend
handhaven in het LVB feitelijk 58.000 à 78.000 tot nu toe onrechtmatige vluchten legaliseert?
Erkent hij dat dit een fundamentele beleidskeuze is die de juridische uitgangspositie
van de luchtvaartsector sterk verbetert in lopende en toekomstige procedures? Hoe
rijmt de Minister deze versnelde procedure met het vonnis dat een einde moet maken
aan het gedogen van onrechtmatige exploitatie?
Antwoord
Met de versnelde en vervolgens algehele wijziging van het LVB wordt uitvoering gegeven
aan de uitspraak van de rechter in de RBV-zaak en de rechtsbescherming van de omwonenden
hersteld. Met het vastleggen van de maximumaantallen voor het etmaal en voor de nacht
en de implementatie van andere maatregelen uit de BA-procedure wordt een reductie
van minimaal 15% ernstig gehinderden behaald. De overige 5% wordt op een later tijdstip
ingevuld.
Met de algehele wijziging van het LVB wordt een einde gemaakt aan het gedoogbeleid.
De Hoge Raad heeft op 12 juli 2024 bepaald dat stoppen met gedogen niet mogelijk is
zonder voorafgaande balanced approach-procedure en dat tot die tijd een maximum aantal
van 500.000 vluchten per jaar geldt. Dat zou dus de situatie blijven zonder deze versnelde
LVB-wijziging.
Vraag 24
De Minister kondigt aan dat het anticiperend handhaven pas wordt beëindigd bij inwerkingtreding
van de algehele wijziging van het LVB. Het is onduidelijk wanneer deze algehele wijziging
wordt doorgevoerd. Is de Minister het met deze leden eens dat door het vastleggen
van het anticiperend handhaven de rechtspositie van omwonenden verder verslechtert?
Zo nee, waarom niet? Ook vragen deze leden hoe het kan dat het volwaardige LVB zoveel
langer duurt dan gepland en of er al zicht is op wanneer een volledig LVB met MER
gepland staat voor publicatie.
Antwoord
Met dit besluit wordt enkel het maximum aantal vliegtuigbewegingen dat volgt uit de
balanced approach vastgelegd. Totdat de algehele LVB-wijziging gereed is betekent
dit dat de situatie van anticiperend handhaven blijft voortduren met inachtneming
van het nieuwe (lagere) volumeplafond. Er is dus geen sprake van vastleggen van de
situatie van anticiperend handhaven in regelgeving. Wel geldt ingevolge deze LVB-wijziging
een lager maximumaantal vluchten per jaar, waaronder een lager aantal nachtvluchten.
In totaal leidt het pakket uit de balanced approach tot minimaal 15% minder ernstig
gehinderden. Dit is een verbetering voor omwonenden.
Met het vastleggen van de algehele wijziging van het LVB wordt de rechtsbescherming
van de omwonenden hersteld en een einde gemaakt aan het gedogen. Nadat het MER is
afgerond kan de voorhang van de algehele wijziging van het LVB naar verwachting plaatsvinden
in het derde kwartaal van 2025. De inwerkingtreding van de algehele wijziging van
het LVB is voorzien in het voorjaar van 2026.
Vraag 25
Klopt het dat de Minister met deze wijziging van het LVB het aantal vliegbewegingen
helemaal los wil trekken van de volledige LVB-wijziging die nog moet komen? Daarnaast
vragen deze leden of het wettelijk gezien eigenlijk wel noodzakelijk is dat het maximumaantal
vliegbewegingen in een LVB wordt vastgelegd om aan het maatregelenpakket van de balanced
approach in november te kunnen voldoen en of dit niet al kan door naar het LVB van
2008 te kijken? Zo nee, is het ook een mogelijkheid om een tijdelijk LVB vast te zetten,
of op een andere manier iets tijdelijks te regelen dat overschreven kan worden, zodra
het volledig LVB er is?
Antwoord
Er wordt onverminderd ingezet op een algehele wijziging van het LVB. Uit de balanced
approach-procedure is gebleken dat er een maatregelenpakket nodig is om het geluidsdoel
te behalen. Het maximum aantal vliegtuigbewegingen van 478.000 (waarvan 27.000 in
de nacht) is hier een onderdeel van.
De maximum aantallen voor etmaal en nacht zijn vastgelegd in deze versnelde wijziging,
zodat ze kunnen worden meegenomen in de capaciteitsdeclaratie voor het winterseizoen
2025/2026 van Schiphol.
Vraag 26
Procedurele bezwaren
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben ook enkele procedurele bezwaren.
Waarom wordt het advies van de Europese Commissie uit de «balanced approach»-procedure
niet afgewacht, terwijl deze spoedig verwacht wordt? Veroorzaakt dit niet juist alleen
maar dubbel werk en onduidelijkheid voor omwonenden en luchtvaartmaatschappijen?
Antwoord
In verband met de duur van de voorhang- en zienswijzenprocedure en de vervolgprocedure
bij de Raad van State, is het proces opgestart voordat het advies van de Europese
Commissie bekend was. Dit is noodzakelijk om de maximum aantallen tijdig te kunnen
implementeren.
Het besluit van de Europese Commissie omtrent de notificatie in de balanced approach-procedure
is inmiddels gepubliceerd. Het kabinet heeft de Kamer hierover geïnformeerd per brief
7 (zie ook vraag 18).
Vraag 27
Hetzelfde geldt voor de uitspraak rondom de natuurvergunning voor Schiphol. Is het
niet beter om te wachten op de uitspraak van deze rechtszaak?
Antwoord:
Nee, het is op dit moment niet bekend wanneer een uitspraak te verwachten is. De natuurvergunning
is verleend voor een maximum aantal vluchten van 500.000. Het maximum aantal dat wordt
vastgelegd in de versnelde wijziging van het LVB ligt hieronder. Zonder deze versnelde
LVB-wijziging blijft het maximum van 500.000 vluchten gelden.
Uiteraard zal het kabinet naar aanleiding van een uitspraak over de natuurvergunning
bezien of dat tot andere of aanvullende maatregelen moet leiden.
Vraag 28
Ook vragen deze leden waarom de Maatschappelijke Raad Schiphol niet om advies is gevraagd,
gezien het wettelijk vastgelegde adviesrecht. En is de mening van de Commissie voor
de milieueffectrapportage gevraagd over deze spoedprocedure?
Antwoord
Op de rol van de MRS in het proces is in de beantwoording van vraag 14 ingegaan.
Omdat de grenswaarden voor geluid met deze wijziging niet worden aangepast hoeft geen
MER opgesteld te worden voor deze wijziging. Om die reden is geen advies gevraagd
aan de Commissie voor de mer.
Vraag 29
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zien verschillende risico’s bij deze
spoedprocedure waar ze de Minister vragen over willen stellen. Allereerst vragen deze
leden hoe deze wijziging zich verhoudt tot hogere wetgeving, zoals de universele mensenrechten
en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Antwoord
De rechten en vrijheden van het EVRM als algemene beginselen maken deel uit van het
Unierecht. Bij de regulering van de luchthaven moet rekening worden gehouden met universele
rechten, waaronder mensenrechten op basis van het EVRM en dit is in het ontwerpbesluit
gedaan. Voor het ontwerpbesluit is een zorgvuldige belangenafweging in het kader van
het EVRM gemaakt. Tegen het besluit zal als gevolg van de inwerkingtreding van de
hiervoor genoemde wijzigingswet van de Awb beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State worden opengesteld, waarmee rechtsbescherming wordt geboden
via bestuursrechtelijke weg.
Vraag 30
Welke garanties zijn er dat de nieuw voorgestelde situatie met 478.000 vliegbewegingen
geen negatieve milieu en gezondheidseffecten heeft die niet eerder beoordeeld zijn?
Antwoord
In het MER Schiphol 2020 zijn de gezondheidseffecten bekeken bij een maximumaantal
vliegtuigbewegingen van 500.000. Mede op basis van onderzoek rond de balanced approach
is het beeld dat de negatieve milieu en gezondheidseffecten bij een lager aantal vliegtuigbewegingen
ook lager zijn.
Vraag 31
Waarom wordt in deze wijziging ook niet expliciet vastgelegd dat het aantal vliegbewegingen
moet voldoen aan grenswaarden voor geluid, stikstof en luchtkwaliteit? Welke juridische
ruimte creëert de Minister daarmee voor de sector?
Antwoord
In het vigerend LVB zijn grenswaarden opgenomen voor de uitstoot van stoffen die lokale
luchtverontreiniging veroorzaken. Deze grenswaarden wijzigen niet met dit ontwerpbesluit.
Op de grenswaarden voor geluid is ingegaan bij het antwoord op vraag 9.
Vraag 32
Hoe wordt voorkomen dat de Staat aansprakelijk wordt gesteld voor schadevergoedingen
als krimp later alsnog noodzakelijk blijkt? En wat betekent het eventueel legaliseren
van 478.000 vluchten voor al lopende rechtszaken?
Antwoord
Met deze wijziging van het LVB wordt een eerste stap gezet in de uitvoering van de
RBV-uitspraak. Met deze wijziging worden de maximum aantallen uit de balanced approach-procedure
juridisch vastgelegd. Op lopende en eventuele toekomstige juridische procedures kan
niet nader worden ingegaan.
Vraag 33
Ook zijn de leden van de Partij voor de Dieren-fractie benieuwd naar de bindende afspraken
met KLM en Schiphol, die volgens de Minister naast deze LVB komen te staan. Welke
concrete inhoud hebben de «bindende afspraken» met KLM en Schiphol, en kunnen deze
met de Kamer gedeeld worden?
Antwoord
Zoals in de Kamerbrief van 6 december 20248 aangegeven zijn de maatregelen niet vrijblijvend. Dat betekent dat als partijen afspraken
niet nakomen dat gevolgen moet hebben in de vorm van bijvoorbeeld sancties.
De gesprekken daarover lopen. Zodra de uitkomst van deze gesprekken vast staat, wordt
de Kamer hierover geïnformeerd
Vraag 34
Andere maatregelen
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat de Minister schrijft dat in
het ontwerpbesluit ook vier andere maatregelen, naast een maximumaantal vluchten,
geïmplementeerd moeten worden. Het gaat hier om de inzet van stillere toestellen in
de nacht, tariefdifferentiatie om de inzet van zo stil mogelijke vliegtuigen te stimuleren,
additionele vlootvernieuwing en het weren van lawaaiige toestellen in de nacht. Kan
de Minister aangeven hoe omwonenden rechtsbescherming kunnen ontlenen aan deze maatregelen?
Antwoord
De genoemde maatregelen dragen bij de reductie van de geluidbelasting van Schiphol.
De doelstelling daarvoor volgt uit het Actieplan omgevingslawaai Schiphol 2024 – 20299.
Die doelstelling geldt onverminderd. Uiteindelijk gaat het om de reductie van de geluidbelasting
en niet zozeer de specifieke maatregelen waarmee die reductie wordt bereikt.
Vraag 35
Als laatste vragen deze leden of de Minister kan reflecteren op het bericht dat er
op zijn vroegst begin 2027 nieuwe Airbus A350-vrachttoestellen komen als gevolg van
vertraging van leveringen en hoe dit zich verhoudt tot zijn uitspraak dat KLM vooraan
in de rij staat bij Airbus.
Antwoord
KLM heeft toegezegd dat als onverhoopt blijkt dat het geluidsdoel van 15% in de praktijk
niet wordt gehaald omdat haar maatregelen onvoldoende reductie opleveren, zij bereid
is om voor haar aandeel in de reductie van het geluidsdoel aanvullende maatregelen
te treffen. Dat betekent dat als de vlootvernieuwing vertraging oploopt, KLM op een
andere wijze alsnog haar aandeel in de reductie zal inboeken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier