Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 18 maart 2025 (Kamerstuk 21501-02-3062)
2025D09598 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken hebben enkele fracties de behoefte vragen
en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken
d.d. 28 februari 2025 inzake Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 18 maart
2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3062), d.d. 28 februari 2025 inzake Verslag Raad Algemene Zaken van 25 februari 2025 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 3063) en d.d. 21 februari 2025 inzake Verslag informele Raad Algemene Zaken 17 en 18 februari
2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3060).
De voorzitter van de commissie,
Van der Plas
De griffier van de commissie,
Hessing-Puts
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
•
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II
Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 18 maart 2025. Zij hebben hier
nog enkele vragen en opmerkingen bij.
Het is wat betreft deze leden cruciaal dat Europa Oekraïne niet alleen onverminderd,
maar ook meer gaat steunen nu de Amerikanen de militaire steun en inlichtingen hebben
stopgezet. Is de Minister het ermee eens dat Europese lidstaten op korte termijn in
het gat moeten springen dat de Verenigde Staten laat vallen? Op welke manier gaat
het kabinet hier dit jaar gehoor aan geven? Welke militairen leveringen aan Oekraïne
vinden op dit moment en in de komende maanden niet plaats door de stop van de VS als
deze wordt voortgezet? Is het kabinet en zijn andere lidstaten bereid deze wapens
te kopen van de VS en aan Oekraïne te geven?
De komende jaren zullen extra investeringen nodig zijn in defensie, op nationaal en
op Europees niveau. Voornoemde leden achten het van groot belang dat Nederland een
voortrekkersrol speelt als het gaat over de veiligheid en herbewapening van ons continent.
Is de Minister het met deze leden eens? Hoe ziet het Europese speelveld er nu uit
wat betreft de nieuwe plannen van de Europese Commissie? Welke landen staan positief
tegenover de plannen van de Voorzitter van de Europese Commissie, Von der Leyen, en
welke landen zijn kritisch?
Europese defensie-investeringen en sterke Europese concurrentiekracht zijn van essentieel
belang om Europa en Nederland welvarend, onafhankelijk en veilig te houden. Hiervoor
zijn nieuwe investeringen nodig en dus juist geen bezuinigingen. Is het kabinet nog
steeds van mening dat de afdrachten voor de EU omlaag moeten? Vindt de Minister dit
in de huidige geopolitieke context een verantwoordelijk standpunt? Zo ja, waarom?
Eendracht over de sancties die vanuit de EU op Rusland zijn gelegd, is wat de leden
van de GroenLinks-PvdA-fractie betreft van cruciaal belang. Nog voordat de Raad plaatsvindt,
namelijk op 15 maart, zullen er sancties verlengd moeten worden. Wat is hiervan de
stand van zaken? Is er inmiddels overeenstemming bereikt over het verlengen van deze
sancties? Is het kabinet bereid, wanneer Hongarije blijft dwarszitten over verlenging,
de sancties voort te zetten met 26 individuele lidstaten en een eind te maken aan
de chantage? Zo nee, welk andere scenario heeft de Minister bedacht om de sancties
toch te verlengen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
ter voorbereiding op de Raad Algemene Zaken van 18 maart 2025. Zij willen in dit kader
enkele specifieke aandachtspunten benadrukken en verzoeken de Minister om nadere toelichting.
Deze leden constateren dat de Europese Raad zich wederom zal buigen over de veiligheidssituatie
in Europa en de steun aan Oekraïne. Zij onderschrijven de noodzaak van een robuuste
en gecoördineerde EU-aanpak, maar vragen welke aanvullende maatregelen het kabinet
binnen de Europese Raad bepleit om de militaire- en economische weerbaarheid van Oekraïne
verder te versterken. Hoe beoordeelt de Minister de effectiviteit van de huidige sancties
tegen Rusland, en overweegt Nederland verdere stappen in dit kader? Daarnaast vernemen
voornoemde leden graag hoe Nederland zich positioneert in de discussie over een mogelijke
uitbreiding van de Europese defensiesamenwerking en de impact daarvan op de NAVO-verplichtingen.
Wat betreft de betrekkingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk constateren de
leden van de VVD-fractie dat de Britse regering onder premier Starmer een koerswijziging
heeft ingezet om de relatie met de EU te verbeteren. Deze leden vragen hoe de Minister
deze ontwikkeling inschat en op welke beleidsdomeinen Nederland een intensievere samenwerking
met het VK nastreeft. Specifiek vragen zij naar de Nederlandse inzet ten aanzien van
handelsafspraken, grensoverschrijdende mobiliteit en veiligheids- en defensiesamenwerking.
Hoe beoordeelt de Minister de Britse inzet op een bredere samenwerking zonder terugkeer
in de interne markt? En welke garanties stelt Nederland, binnen EU-verband, aan de
naleving van de bestaande Brexit-afspraken voordat verdere economische samenwerking
wordt overwogen?
De aan het woord zijnde leden nemen tevens kennis van de voortgang binnen het Europees
Semester en de daarin opgenomen aanbevelingen voor de eurozone. Zij onderschrijven
het belang van een versterkt concurrentievermogen van de EU en steunen initiatieven
om administratieve lasten te verlichten en regelgeving te vereenvoudigen. Deze leden
vragen hoe Nederland aankijkt tegen de voorgestelde maatregelen binnen het Europees
Semester met betrekking tot de Spaar- en Investeringsunie en welke gevolgen dit heeft
voor de Nederlandse economische belangen. Daarnaast zijn zij benieuwd naar de kabinetsappreciatie
van de aanbevelingen op het gebied van arbeidsmarktparticipatie en migratie van werknemers
uit derde landen, met name in sectoren waar tekorten heersen. Hoe ziet de Minister
de balans tussen economische noodzaak en nationale controle over migratiestromen?
Daarnaast merken de leden van de VVD-fractie op dat defensie en paraatheid voor veel
EU-lidstaten een topprioriteit vormen. Zij steunen het streven naar een Europese defensiestrategie,
maar vragen in hoeverre dit binnen het bestaande Meerjarig Financieel Kader (MFK)
past. Hoe beoordeelt de Minister de financieringsmogelijkheden voor defensie-uitgaven
binnen de EU en welke garanties worden gesteld om de uitgaven transparant en doelmatig
te houden? In het verlengde hiervan vragen zij hoe Nederland zich opstelt ten aanzien
van de Clean Industrial Deal en de vereenvoudigingsagenda, en hoe deze plannen zich
verhouden tot de Nederlandse prioriteiten op het gebied van duurzaamheid en innovatie.
Tot slot vragen de aan het woord zijnde leden naar de inzet van Nederland in de onderhandelingen
over de gezamenlijke verklaring 2025 en de gezamenlijke conclusies 2025–2029. Zij
steunen de focus op economische versterking en veiligheid, maar vragen hoe het kabinet
zorgt voor voldoende flexibiliteit in deze documenten om rekening te houden met geopolitieke
en economische onzekerheden. In hoeverre sluiten de Europese prioriteiten aan bij
de Nederlandse belangen en op welke punten wijkt de Nederlandse inzet af? Hoe ziet
de Minister de balans tussen het waarborgen van Europese waarden en het realiseren
van pragmatische beleidsafspraken met internationale partners?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Algemene Zaken van 18 maart 2025. Zij hebben enkele vragen over
de inzet gedurende deze Raad.
Deze leden steunen de intensivering van militaire en humanitaire steun aan Oekraïne,
maar zijn tegen de uitgifte van nieuwe gezamenlijke schulden of eurobonds. Zij staan
dan ook sceptisch tegenover het «Rearm Europe»-plan van Commissievoorzitter Von der
Leyen waarin wordt gesproken over het lenen van 150 miljard euro en het versoepelen
van Europese begrotingsregels. Kan de Minister toelichten welk effect deze plannen
naar verwachting zal hebben op de financiële markten?
De Russische agressieoorlog in Oekraïne onderstreept volgens deze leden het belang
van interoperabiliteit tussen Europese legers, strategische autonomie en een versterkte
Europese defensie-industrie. Voornoemde leden vragen welke alternatieve financieringsopties
worden overwogen om extra Europese investeringen in de defensie-industrie mogelijk
te maken, zonder nieuwe schulden aan te gaan of begrotingsregels op te rekken. Hierbij
denken zij aan:
• Inzet van bevroren Russische tegoeden;
• Herbestemming van resterende middelen uit het coronaherstelfonds (93 miljard euro);
• Herprioritering van cohesieprogramma’s ten gunste van defensiegerelateerde fondsen;
• Mobilisatie van privaat kapitaal;
• Actiever gebruik van de Europese Investeringsbank.
Kan de Minister per optie aangeven welke kansen en belemmeringen er zijn? En kan de
Minister ook aangeven welke financieringsopties hiernaast nog bestaan, en welke kansen
en belemmeringen hierbij zitten?
Concurrentievermogen
De leden van de NSC-fractie kijken over het algemeen positief naar het Competitiveness
Compass en erkennen de noodzaak om de productiviteitsgroei te stimuleren, zoals ook
beschreven in het Draghi-rapport. Zij maken zich echter zorgen over de haalbaarheid
van het gelijktijdig realiseren van ambitieuze klimaatdoelen, het terugdringen van
regeldruk en het verhogen van defensie-uitgaven.
Ziet de Minister deze ambities als verenigbaar? Waar ligt voor het kabinet de nadruk
indien dit niet het geval blijkt te zijn?
Meerjarig Financieel Kader (MFK)
De leden van de NSC-fractie pleiten voor een kleiner MFK en hopen dat de eerder beoogde
besparing van 1,6 miljard euro op de EU-begroting alsnog gerealiseerd kan worden ondanks
de veranderde geopolitieke situatie.
Ziet de Minister nog mogelijkheden om deze besparing in de komende onderhandelingen
te waarborgen? Op welke onderdelen van het MFK kan Nederland inzetten om tot deze
besparing te komen?
EU–VK Relaties
Gelet op de verslechterde trans-Atlantische betrekkingen en de geopolitieke spanningen
achten de leden van de NSC-fractie een nauwere samenwerking tussen de EU en het Verenigd
Koninkrijk belangrijker dan ooit. Aangezien er brede steun lijkt te zijn binnen de
EU voor hechtere banden met het VK, vernemen zij graag hoe de Minister zich hiervoor
inzet. Hoe draagt Nederland bij aan het versterken van structurele samenwerkingsmechanismen
tussen de EU en het VK?
Deze leden kijken eveneens positief naar de samenwerking binnen de «coalition of the
willing», waar niet EU-landen als het VK en Noorwegen zich samen met EU-lidstaten
inzetten voor de bescherming van Oekraïne en Europa. Deze samenwerking wordt namelijk
niet gehinderd door lidstaten als Hongarije en Slowakije. Voornoemde leden zien het
daarom als wenselijk de komende maanden meer in te zetten op deze «coalition of the
willing» dan op de Europese Unie, waar de eerder genoemde lidstaten met een veto schade
kunnen aanrichten in de eenheid van steun aan Oekraïne en sancties aan Rusland.
De leden van de NSC-fractie zien uit naar de beantwoording van deze vragen en de verdere
inzet tijdens de Raad Algemene Zaken.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Algemene Zaken. Over deze onderwerpen hebben zij nog enkele vragen.
Overwegende dat het intensiveren van de militaire steun aan Oekraïne op de agenda
staat in het licht van de veranderende inzet vanuit de nieuwe Amerikaanse regering,
vragen deze leden wat namens Nederland hier de boodschap zal zijn? Kan de Minister
aangeven waarom Nederland sinds de top van de «coalition of the willing» in Londen
nog geen extra steun voor Oekraïne in dit begrotingsjaar (2025) heeft aangekondigd,
terwijl de meeste andere landen aan tafel dat wel hebben gedaan? Hoe kijkt de Minister
naar de extra 1,8 miljard euro die de Britse premier Starmer na de top in Londen aankondigde
voor 5.000 luchtverdedigingsraketten voor Oekraïne? Kan Nederland ook een extra stap
zetten om zo het Amerikaanse gat mede te helpen opvullen, en zo nee, waarom niet?
Tijdens het rondetafelgesprek over de militaire steun aan Oekraïne heeft de ambassadeur
van Denemarken aangegeven dat Nederland nog niet deelneemt aan het Deense mechanisme
om de defensie-industrie in Oekraïne te ondersteunen. Daarbij gaf hij aan dat hun
mechanisme openstaat voor financiering vanuit andere landen (zoals momenteel gebeurt
vanuit Noorwegen, IJsland, Zweden en Canada) en dat er meer behoefte is vanuit de
industrie dan beschikbare financiering. Hoe verklaart de Minister het feit dat Nederland
niet deelneemt, terwijl een ruime meerderheid van de Kamer de motie van de leden Paternotte
en Boswijk over de Oekraïense wapenindustrie ondersteunen door directe investeringen
in de lokale productiecapaciteit met de middelen die zijn gereserveerd voor militaire
steun aan Oekraïne (Kamerstuk 28 676, nr. 475) heeft aangenomen, die oproept om het voorbeeld van Denemarken te volgen. Welke concrete
opvolging is er tot op heden gegeven aan deze motie door het kabinet? Erkent de Minister
dat het kabinet meermaals heeft aangegeven dat de militaire steun voor Oekraïne niet
tijdig kon worden uitgegeven, met als gevolg dat er een kasschuif heeft plaatsgevonden
tussen 2024 en 2025? Overwegende dat er wel degelijk meer behoefte is aan financiering
van de Oekraïense defensie-industrie, is de Minister bereid per direct te investeren
in het Deense mechanisme voor investeringen in de Oekraïense defensie-industrie?
Naast Oekraïne wordt gesproken over mogelijke aanvullende initiatieven in EU-verband
op het gebied van veiligheid en defensie. Is de Minister bereid met een positieve
grondhouding mee te blijven werken aan de «ReArm Europe»-voorstellen? Wat is de toekomstvisie
van het kabinet op de Europese veiligheid en hoe denkt dit kabinet deze Europese ambities
te financieren? Ziet de Minister, in deze tijden van verhoogde dreiging, in dat het
onverstandig is te pleiten voor een verlaging van de Nederlandse bijdrage aan de Europese
begroting? Zo nee, erkent de Minister dat een dergelijke houding van Nederland de
reputatie en invloed van ons land op belangrijke besluitvorming, zoals op het gebied
van defensie en Oekraïne, kan schaden?
Overwegende dat het kabinet nog geen visie heeft gepresenteerd op het MFK en dat deze
pas eind maart wordt verwacht, kan de Minister toezeggen geen standpunt namens Nederland
in te nemen over het MFK voordat de Kamer hierover is geïnformeerd?
Hongarije heeft diverse malen laten zien bereid te zijn de EU te gijzelen voor eigen
belang of zelfs voor het Russische belang. Overwegende dat het hoge dreigingsniveau
en een terugtrekkend Amerika vragen om een besluitvaardig Europa, is de Minister bereid
in Europa te pleiten voor het gebruik van de passerelleclausule, zodat het buitenlandbeleid
niet langer per unanimiteit wordt besloten? Zo nee, is de Minister wel bereid hiernaar
te kijken als het gaat om Oekraïense steun en Russische sancties?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben de stukken ten behoeve van de Raad Algemene Zaken
ontvangen. Zij danken de Minister voor de toezending daarvan en hebben nog enige vragen
en opmerkingen.
De komende jaren gaan Europese landen veel meer doen voor hun defensie en aan defensiesamenwerking.
Ook zijn er veel Europese stappen gezet rond defensiesamenwerking en defensie-integratie.
Deze leden missen echter een langere termijnvisie op de doelen van deze integratie
in EU-verband en de criteria waaraan nieuwe stappen worden getoetst. Derhalve kijken
voornoemde leden uit naar het Defensie witboek en vragen of het kabinet een kabinetsreactie
daarop zal geven en aan de Kamer zal toezenden?
De leden van de SGP-fractie verwelkomen de discussies over de EU–VK relaties. Daarbij
benadrukken zij de lange en historisch nauwe banden met het VK alsmede het huidige
imperatief om goed en verstandig samen te werken. Zeker inzake Europese veiligheid
verwelkomen deze leden samenwerking met het VK. Dit laat niet staan dat de implementatie
van de Brexit nog niet geheel naar tevredenheid voltooid is. Kan de Minister aangeven
hoe dit naast de nieuwe samenwerking alsnog effectief geïmplementeerd gaat worden,
en niet het een zonder het ander?
De leden van de SGP-fractie vragen daarnaast of de inzet bij de gesprekken over de
EU–VK relatie ook het gezamenlijke versterken van de trans-Atlantische band bespreken?
Zo ja, welke suggesties heeft de Minister daarvoor?
II. Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A.M. van der Plas, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
A.E.A.J. Hessing-Puts, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.