Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 690 Goedkeuring van de op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van Maleisië, anderzijds (Trb. 2023, 8)
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 20 februari 2025
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit
wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Klaver
Adjunct-griffier van de commissie, Blom
Inhoudsopgave
A.
ALGEMEEN DEEL
2
1.
ALGEMENE INLEIDING
2
1.1
De Europese Unie en Maleisië
3
1.2
Geschiedenis en totstandkoming van de partnerschapsovereenkomst
3
1.3
Inhoud en beoordeling van de partnerschapsovereenkomst
3
1.4
Aard van de partnerschapsovereenkomst
3
2.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
3
Preambule
3
Aard en toepassingsgebied (artikelen 1 tot en met 4)
4
Bilaterale, regionale en internationale samenwerking (artikelen 3 en 4)
4
Samenwerking inzake internationale vrede, veiligheid en stabiliteit (artikelen 5 tot
en met 9)
4
Samenwerking inzake handel en investeringen (artikelen 10 tot en met 17)
4
Samenwerking inzake justitie en veiligheid (artikelen 18 tot en met 24)
4
Samenwerking in andere sectoren en op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie
(artikelen 25 tot en met 46)
4
Vormen van samenwerking (artikelen 47 tot en met 49)
4
Institutioneel kader (artikel 50)
4
Slotbepalingen (artikelen 51 tot en met 60)
4
3.
EEN IEDER VERBINDENDE BEPALINGEN
4
4.
KONINKRIJKSPOSITIE
4
A. ALGEMEEN DEEL
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Goedkeuring
van de op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst inzake een
partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds,
en de regering van Maleisië, anderzijds (Trb. 2023, 8) en hebben daarover enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Goedkeuring
van de op 14 december 2022 te Brussel tot stand gekomen Kaderovereenkomst inzake een
partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds,
en de regering van Maleisië, anderzijds (Trb. 2023, 8) en hebben daarover enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de Partnerschapsovereenkomst
tussen Maleisië enerzijds en de EU en haar lidstaten anderzijds. Zij danken de regering
voor het toezenden daarvan. De aan het woord zijnde leden zijn overwegend positief
over het gesloten verdrag en hebben nog enige vragen en opmerkingen.
1. ALGEMENE INLEIDING
Kan de regering het besluit voor een gemengde overeenkomst nader toelichten en daarbij
de voor- en nadelen schetsen, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
1.1 De Europese Unie en Maleisië
1.2 Geschiedenis en totstandkoming van de partnerschapsovereenkomst
De leden van de VVD-fractie constateren dat er in de wetsvoorstellen geen aandacht
wordt besteed aan samenwerking met individuele ASEAN-landen op het gebied van kritieke
grondstoffen. Dit terwijl individuele ASEAN-landen wel interessant zijn om mee samen
te werken op het gebied van kritieke grondstoffen. Daarom vragen deze leden hoe de
regering kijkt naar de samenwerking tussen de EU en individuele ASEAN-landen op het
gebied van kritieke grondstoffen. Hoe zet de regering zich in voor samenwerking tussen
de EU en individuele ASEAN-landen op het gebied van kritieke grondstoffen?
1.3 Inhoud en beoordeling van de partnerschapsovereenkomst
De leden van de VVD-fractie constateren dat in het wetsvoorstel niet expliciet verwezen
wordt naar samenwerking met Maleisië op het gebied van kritieke grondstoffen. Dit
terwijl samenwerking met Maleisië op het gebied van kritieke grondstoffen wel interessant
kan zijn voor de EU. Deze leden vragen de regering waarom kritieke grondstoffen niet
in het voorstel voorkomen. Hoe zetten de EU en Nederland zich verder in voor samenwerking
met Maleisië op het gebied van kritieke grondstoffen?
De leden van de D66-fractie zijn groot voorstander van het versterken van de banden
met Maleisië. Het is ook in het belang van Nederland om een tegenwicht te bieden aan
de regionale druk van China. Daarnaast bieden dergelijke partnerschappen de mogelijkheid
tot dialoog over het bevorderen van mensenrechten.
De leden van de D66-fractie constateren dat lhbtiq+ personen in Maleisië anno 2025
helaas nog steeds worden geconfronteerd met hoge straffen en discriminatie. Kan de
regering toezeggen de ruimte binnen deze overeenkomst te gebruiken om de rechten van
lhbtiq+ personen aan de orde te stellen, zo vragen deze leden.
1.4 Aard van de partnerschapsovereenkomst
2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Preambule
De leden van de SGP-fractie constateren dat er veel gedeelde waarden en toewijding
aan mensenrechten en internationaal recht opgenomen zijn en waarderen dat. Wat betreft
de aan het woord zijnde leden is een van de belangrijkste rechten daarvan godsdienstvrijheid.
Christenvervolging is nog een groot probleem in Maleisië en het land is nog maar kort
geleden van de Open Doors Ranglijst af. Wat deze leden opvalt is dat er fatwa’s tegen
kerkbezoek worden uitgevaardigd in deelstaten (CVandaag, 12 april 2023, «Staat in
Maleisië verbiedt moslims via fatwa de toegang tot kerken») en dat een ontvoering
van een dominee, met vermoedelijk overheidsbetrokkenheid, nog steeds niet is opgelost
(Open Doors, 8 november 2023, «Rechter bezoekt plek waar Raymond Koh is ontvoerd»).
Deze leden vragen graag welke handvatten de waarden uit de preambules en de bepalingen
van artikel 1 en 25 bieden om christenvervolging aan te pakken en geloofsvrijheid
te verbeteren voor de christenminderheid in Maleisië.
Aard en toepassingsgebied (artikelen 1 tot en met 4)
Bilaterale, regionale en internationale samenwerking (artikelen 3 en 4)
Samenwerking inzake internationale vrede, veiligheid en stabiliteit (artikelen 5 tot
en met 9)
De leden van de SGP-fractie constateren dat het verdrag een interessante bepaling
bevat voor misdrijven die de internationale gemeenschap aangaan, waar ook de misdaad
van agressie onder valt. Welke handvatten biedt dit artikel en overige diplomatieke
inzet om de Maleisische houding te bespreken inzake Oekraïne en Rusland, zo vragen
de leden van de SGP-fractie.
De leden van de SGP-fractie vragen naar de oorsprong van artikel 9 en of deze in veel
andere verdragen is vastgelegd of dat het hier een unicum betreft. En waar en hoe
pleit de regering voor meer gematigdheid in internationale betrekkingen?
Samenwerking inzake handel en investeringen (artikelen 10 tot en met 17)
De leden van de D66-fractie constateren dat in januari is aangekondigd dat de onderhandelingen
tussen de Europese Commissie en Maleisië over een vrijhandelsakkoord opnieuw zijn
gestart. Deze leden staan hier positief tegenover, ook in het licht van de positionering
van de Verenigde Staten (VS) ten aanzien van de handel met Europa en de onzekerheid
die dit veroorzaakt bij ondernemers, bedrijven en consumenten. Meer handelsbanden
met derde landen los van de VS en China maakt Europa minder kwetsbaar, menen deze
leden. Kan de regering aangeven wat haar verwachting met betrekking tot het verdere
proces van deze onderhandelingen is en hoe de regering naar deze vrijhandelsovereenkomst
kijkt, zo vragen zij.
Samenwerking inzake justitie en veiligheid (artikelen 18 tot en met 24)
Samenwerking in andere sectoren en op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie
(artikelen 25 tot en met 46)
Vormen van samenwerking (artikelen 47 tot en met 49)
Institutioneel kader (artikel 50)
Slotbepalingen (artikelen 51 tot en met 60)
3. EEN IEDER VERBINDENDE BEPALINGEN
4. KONINKRIJKSPOSITIE
De leden van de SGP-fractie constateren dat het verdrag geldt voor het Europese deel
van het koninkrijk, en dat is vaker zo bij verdragen. Dat begrijpen deze leden mede
gelet op de bijzonderheden van de behandelde onderwerpen. Ook begrijpen de aan het
woord zijnde leden dit gelet op de gemengde overeenkomst tussen de EU en haar lidstaten
met Maleisië. Zijn er hierdoor voordelen van dit verdrag en andere verdragen die het
Caribische deel van ons Koninkrijk mist?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.