Initiatiefnota : Initiatiefnota
36 696 Initiatiefnota van de leden Paternotte en Boswijk over een Nieuwe China-Strategie: voor realistische bescherming van onze vrijheid, veiligheid en economie
Nr. 2 INITIATIEFNOTA
§ 1. Inleiding
«China als partner, concurrent en systeemrivaal.» Dat is de basis onder de Nederlandse
Chinastrategie, waarvan de laatste aanpassingen nu bijna twee jaar oud zijn. Een sterk
achterhaalde basis, wat de initiatiefnemers betreft. Want de afgelopen jaren is de
mondiale positie van China ingrijpend veranderd.
De Volksrepubliek China is inmiddels uitgegroeid tot de tweede economie ter wereld,
heeft een razendsnelle militaire modernisering doorgemaakt, sinds vorig jaar met de
grootste marinevloot ter wereld en China breidt zijn invloed in het mondiale zuiden
in hoog tempo uit. En wij zijn afhankelijk van China: bijvoorbeeld voor onze medicijnen.
De grondstoffen komen uit China: als dat land het wil kunnen honderdduizenden patiënten
in Nederland zomaar zonder medicijnen zitten.
China heeft de afgelopen jaren bewezen onbetrouwbaar te zijn, met name tijdens de
coronapandemie en de Russische oorlog op het Europese continent. Het is dankzij China
dat Rusland het geweld tegen Oekraïne nog steeds kan volhouden.1 Daarnaast hackte Beijing Nederlandse defensiesystemen,2 en ondermijnt het de positie van onze scheepswerven en havens door heimelijk met
de Houthi-terroristen te onderhandelen,3 die in de Rode Zee scheepvaart bestoken. In de eigen regio stelt China zich steeds
assertiever op, met militaire oefeningen en andere vormen van intimidatie gericht
tegen met name Taiwan en de Filippijnen.4 En hoewel Taiwan ver weg lijkt: ons leven wordt dagelijks beïnvloed door de chips
die daar worden gemaakt. Smartphones, koelkasten en auto’s: ze doen het niet zonder
de Taiwanese chips. De gevolgen van een regionaal conflict zouden daarom óók voor
Nederland gigantisch zijn: véél groter zelfs dan die van de coronapandemie of de financiële
crisis in 2008.
Vreemd genoeg hoor je uit de Nederlandse regering vaak een ander geluid. Bij ontvangst
van de Chinese Vice-Premier Xuexiang omschreef Schoof de relatie tussen Nederland
en China als «goede vrienden». Schoof maakte daar niet duidelijk of hij de Chinese
ambtsdrager had aangesproken op steun aan Rusland, cyberaanvallen op Nederland of
repressie tegen de Chinese diaspora in ons land.
De huidige Nederlandse Chinastrategie stamt uit 20195 en is in 20236 herijkt. In 2024 publiceerde Minister Veldkamp nieuwe ontwikkelingen in het Chinabeleid.7 Steeds meer wordt door het kabinet erkend dat China zich laat gelden als systeemrivaal
«door zich met regelmaat af te zetten tegen de bestaande wereldorde gestoeld op gemeenschappelijke
regels en universele rechten». Maar eigenlijk is nog niet steeds niet duidelijk wat
we eraan gaan dóen. Het ontbreekt aan concrete voornemens om Nederland, de Europese
Unie, de regionale veiligheid en de rechten van minderheden te beschermen. Alleen
zachte en stille diplomatie maakt geen enkele indruk op een grootmacht als China,
zoals we in de afgelopen jaren hebben kunnen vaststellen. Het wordt dan ook tijd voor
een nieuwe strategie. Stop met de vage drieslag en noem het beestje bij de naam: China
is een systeemrivaal, gericht op het verzwakken van de westerse Democratische wereld.
De radicaal andere visie op de toekomst van de wereld is onverenigbaar met een vrije
en open democratie. China is een land dat haar invloed overal probeert uit te breiden
door strategische investeringen te doen, ook op ons continent. Daarnaast is China
nog steeds een handelspartner, en ook een concurrent. Maar handelen en concurreren
kan alleen als de spelregels voor beide partijen gelijk zijn, en daarvoor is stevige
verandering nodig.
Nu de spanningen tussen China en de Verenigde Staten toenemen en Europa een speelbal
dreigt te worden, moet Nederland vooroplopen om de Europese krachten te bundelen en
een Chinastrategie te formuleren waarin onze belangen en de belangen van de internationale
rechtsorde en mensenrechten vooropstaan. In deze nota doen de initiatiefnemers 10
voorstellen om dit te realiseren.
§ 2. Economische Weerbaarheid
Nederland en de EU zijn als geheel veel te afhankelijk van China voor de invoer van
strategische goederen en diensten. In de inmiddels twee jaar geleden gepubliceerde
geo-economische monitor werd geconcludeerd dat Nederland in ieder geval een strategische
afhankelijkheid van China kent op het gebied van de digitale transitie, voedselzekerheid
en gezondheid en zorg.8De nog altijd voortwoekerende mondkapjesaffaire uit 2020 is het voorbeeld dat iedere
Nederlander zich herinnert: tientallen miljoenen konden verdiend worden door de dominante
positie van China. Hetzelfde speelt bij de grondstoffen voor tal van medicijnen, waardoor
China bijvoorbeeld 40% produceert van de grondstoffen voor pijnstillers en onstekingsremmers
als paracetamol en ibuprofen.9 En ook op het gebied van mobiliteit verwerft China een steeds groter aandeel van
onder andere de markt voor elektrische auto’s. Eerder heeft de Kamer met de moties
Boswijk c.s. [36 600 V nr. 21 501-20, nr. 2068] om onderzoek naar de veiligheidsrisico’s van deze import gevraagd.
Deze importafhankelijkheid maakt ons enorm kwetsbaar. We zijn te lang te naïef geweest
in het erkennen van de enorme risico’s die dit met zich meebrengt. En dat is niet
voor het eerst. Na jarenlang te zijn gewaarschuwd, bleef een groot deel van Europa
aan het infuus van Russisch gas liggen, totdat Rusland een grootschalige invasie begon.
Veel Europeanen voelden dat letterlijk toen ze de verwarming thuis niet konden aanzetten
door de enorme gasprijzen. De afhankelijkheid van Russisch gas maakte zelfs dat machthebbers
in het Kremlin een totaal verkeerde inschatting maakten van onze steun aan Oekraïne:
ze dáchten dat Europa te afhankelijk was en al snel Oekraïne zou opgeven om (weer)
Russisch gas te mogen ontvangen. Die fout kunnen en mogen we niet opnieuw maken. Daarnaast
maakt deze onafhankelijkheid ons vleugellam. China weet hoe groot de consequenties
voor Nederland en Europa zijn als we stevige sancties zouden opleggen én het land
heeft een instrument in handen om ons keihard (economisch) te raken.
Deze scheve afhankelijkheid is onhoudbaar en moet veranderen. Daarom stellen de initiatiefnemers
voor:
1. Stel een strategische handelsagenda op, gericht op diversificatie en het afbouwen
van strategische afhankelijkheden
Nederland is groot geworden vanwege haar open economie, maar die openheid maakt ons
kwetsbaar zonder strategische keuzes in het handelsbeleid. Daarom stellen de initiatiefnemers
voor om te komen tot een strategische handelsagenda die het kabinet handvatten biedt
om het Europese handelsbeleid te sturen richting diversificatie van handelspartners
en daarmee het afbouwen van bestaande én het voorkomen van nieuwe afhankelijkheden.
Een goed voorbeeld hiervan zijn de akkoorden met Chili en Canada, waarmee Europa een
alternatieve partner heeft gevonden voor de import van bijvoorbeeld lithium – een
cruciale grondstof voor bijvoorbeeld batterijen.10 Nu zou de EU zich bijvoorbeeld moeten inzetten voor een snel akkoord met India, waar
we een sterke wederzijdse handel in medicijnen mee kunnen opzetten. En met Australië,
dat rijk is aan grondstoffen die onmisbaar zijn voor de duurzame transitie.
Naast de economische voordelen en het spreiden van risico’s, kan de EU ook een alternatief
bieden aan landen in bijvoorbeeld Zuid-Amerika en Afrika voor het aangaan van nog
sterkere handelsbetrekkingen met China. We zien nu hoe China haar investeringen in
Zuid-Amerika al heeft verveertienvoudigd, waarmee het land haar invloed ook sterk
uitbreidt.11 Als we niks doen, kijken we toe hoe China haar handelsstromen diversifieert en worden
we zelf nog afhankelijker.
2. Breng strategische afhankelijkheden doorlopend in kaart en bevorder industrieën
die deze afhankelijkheden kunnen verminderen.
«Ken jezelf, en ken je systeemrivaal, en je zult in honderd veldslagen niet in gevaar
zijn.»
Vrij vertaald benadrukt Sun Tzu, de legendarische Chinese strateeg, hoe essentieel
het in onzekere tijden is om onze eigen zwaktes te kennen. Voor Nederland en de Europese
Unie is dit inzicht urgenter dan ooit. Als we een autonomere en effectievere China-politiek
willen bedrijven, moeten we onze kwetsbaarheden scherp in kaart brengen en aanpakken.
In 2022 is hierin een belangrijke eerste stap gezet met de publicatie van de geo-economische
monitor, waar niet alleen de afhankelijkheden van China maar álle strategische afhankelijkheden
in kaart zijn gebracht. Dit geeft waardevolle informatie en zou wat de initiatiefnemers
betreft een doorlopend proces moeten zijn. Ontwikkel daarom een dashboard om de afhankelijkheden
inzichtelijk te maken en te houden.
Op basis van deze inzichten moeten we structureel investeren in het versterken van
Europese industrieën die onze afhankelijkheden kunnen verminderen. Een geopolitiek
instabiele wereld vraagt om serieuze Europese industriepolitiek: door onszelf onmisbaar
te maken in mondiale toeleveringsketens van strategische goederen, zoals halfgeleiders,
creëren we een geopolitieke verzekeringspolis voor ons continent. Zo’n positie biedt
niet alleen meer economische stabiliteit, maar stelt ons ook in staat om China, indien
nodig, effectief te waarschuwen of tot de orde te roepen.
3. Ontwikkel een China-scan voor Nederlandse bedrijven
Het in kaart brengen van strategische afhankelijkheden is een grote opgave waarbij
de overheid de hulp van bedrijven hard nodig heeft. Daarnaast zijn ook bedrijven zelf
erbij gebaat om duidelijk te weten of en zo ja, hoe Chinese bedrijven een onderdeel
van hun handelsketens zijn.
Dat geldt niet alleen voor de bekende toeleveringsketens en multinationals. Het draait
ook om de veerkracht van kleine en middelgrote bedrijven, die in staat moeten zijn
een toeleveringscrisis vanuit Azië het hoofd te bieden: zij vormen de ruggengraat
van onze economie.
De initiatiefnemers stellen daarom voor dat de Nederlandse overheid ondernemers ondersteunt
door een China-scan aan te bieden, naar voorbeeld van het Brexit-loket en de Brexit
Impact Scan. Bij het grote publiek is dit loket bekend geworden door het koddige «Brexit-monster»
dat toenmalig Minister Blok achter zijn bureau vond. Voor ondernemers was het vooral
waardevol omdat ze werden geholpen zich voor te bereiden op het vertrek van het VK
uit de EU.12 Heel veel ondernemers bleken namelijk niet goed te weten of, en zo ja, waar het VK
in hun handelsketen zat. En als je je eigen kwetsbaarheden niet kent, kun je je ook
niet voorbereiden op de zwartste scenario’s. Met deze scan krijgen ondernemers net
als bij de Brexit Impact Scan in kaart welke afhankelijkheid en daarmee risico’s ze
hebben die ontstaan als China (deels) wegvalt uit hun keten, bijvoorbeeld bij Chinese
handelsmaatregelen, Chinese chantage of Europese sancties.
§ 3. Taiwan en Regionale Veiligheid
In de Zuid-Chinese zee heeft China zeven eilanden opgespoten en volgebouwd met vliegvelden,
grote hangars voor militaire vliegtuigen, radarsystemen, legerkampementen en havens.
In januari liet China haar grootste kustwachtkruiser door Filipijnse wateren varen
op 800 kilometer afstand van de Chinese kust. Claims op Filipijnse eilanden worden
regelmatig kracht bijgezet met aanvaringen en intimidatie van Filipijnse vissers en
marineschepen.
Beijing dreigt bovendien vrijwel dagelijks met een eenwording van Taiwan met het zogenaamde
moederland, desnoods met geweld. Dit jaar zei Xi Jinping in zijn nieuwjaarstoespraak
zelfs dat «niemand de hereniging van China en Taiwan kan stoppen», de meest dreigende
woorden tot nu toe.13 24 miljoen vrije mensen dreigen daarmee slachtoffer te worden van de autocratische
fantasieën van de Chinese Communistische Partij. Dat is onacceptabel. Vrije democratieën
hebben de plicht op te staan tegen intimidatie en agressie tegen andere vrije volken.
Een eenwording van Taiwan met China door geweld zou in de wereld definitief het recht
van de sterkste vestigen, en ons terugwerpen naar de 19e eeuw.
Al zou men zich niet bekommeren om een wereldorde gericht op stabiliteit: het voorkomen
van annexatie met geweld en intimidatie is ook welbegrepen eigenbelang. Een Chinese
interventie in de Straat van Taiwan zou een keten van militair geweld ontketenen die
potentieel kan escaleren tot een wereldoorlog. De economische gevolgen van Chinese
agressie, zelfs zonder de directe kosten van een oorlog mee te rekenen, zijn bovendien
huiveringwekkend. Experts schatten dat een invasie van Taiwan in één jaar tijd zou
kunnen leiden tot een daling van meer dan 10% van het wereldwijde BBP – een economische
klap dubbel zo zwaar als de financiële crisis van 2008. Zelfs een minder ingrijpende
actie, zoals een blokkade, zou al net zoveel schade doen als de financiële crisis
en de coronapandemie bij elkaar.14 Nederland heeft hierbij een bijzondere positie. Ons grootste bedrijf – ASML – is
de belangrijkste leverancier van het grootste bedrijf van Taiwan – TSMC. Beide bedrijven
zijn marktleider in de wereldwijde keten van halfgeleiders. In gewone mensentaal:
de meeste chips in de wereld komen uit Taiwan, en verreweg de meeste machines waarmee
die chips gemaakt worden komen uit Nederland. Een crisis tussen China en Taiwan raakt
dus de hele wereld snoeihard, maar slaat Nederland knock-out. Desondanks is nog geen
impact assessment gemaakt van wat een Chinese escalatie richting Taiwan precies voor onze economie
zou betekenen.
Nederland en Europa dragen daarom een grote verantwoordelijkheid om dergelijke acties
van China te helpen voorkomen. De militaire rol die Europese landen kunnen spelen
bij effectieve afschrikking is beperkt, hier hebben we immers de capaciteiten niet
voor. De EU beschikt evengoed wel over een krachtig afschrikkingsinstrument, dat we
beter moeten leren gebruiken: de Europese markt. Wij zijn niet alleen afhankelijk
van China; China is dat ook van ons.
De initiatiefnemers stellen de volgende maatregelen voor:
4. Maak een EU-actieplan voor afschrikking op te stellen en bereid voor op sanctiepakketten
Toen Poetin in 2022 het bevel gaf voor de grootschalige invasie van Oekraïne had hij
geen zware sancties vanuit de EU voorzien. De tamme Europese reactie op de annexatie
van de Krim en de inval in de Donbas in 2014 deed hem geloven dat onze economieën
te sterk met elkaar verweven waren om tot zulke drastische maatregelen over te gaan.
Een voor Rusland pijnlijke miscalculatie, nu de inflatie de pan uit rijst, de roebel
is ingestort en staatsbedrijf Gazprom recordverliezen boekt en ontslagrondes doorvoert.
Een duidelijkere, vooraf aangekondigde dreiging en geloofwaardige van een economisch
offensief had Rusland mogelijk kunnen weerhouden van de mars op Kyiv. De EU heeft
in ieder geval laten zien dat als het verenigd optreedt, het juist díe economieën
waarmee haar markt nauw verweven is, grote schade kan toedoen. Laten we zorgen dat
de boodschap aan China helder is: ook daar zullen we onze economische macht inzetten
als het land de veiligheid in de wereld bedreigt.
Ontwikkel daarom een EU-actieplan voor het afschrikken van Chinese agressie.15Laat Nederland het voortouw nemen om ervoor te zorgen dat nog in 2025 deze plannen
er zijn én dat China daarvan op de hoogte is. Dit moet uiteraard niet een tot in detail
gepubliceerd plan zijn, maar wel een duidelijk signaal dat Europa er klaar voor is.
Om deze dreiging van economische sancties tegen China effectief te maken, is het essentieel
om inzicht te krijgen in waar de economische drukpunten liggen en hoe wij de Chinese
economie het hardst kunnen raken.16 De basis van de Chinese economie ligt in de export van goederen. Zo’n 40% van die
export gaat naar de EU en de G7-landen: een exportoverschot van zo’n 610 miljard dollar
per jaar. Meer dan 45 miljoen Chinese banen zijn direct afhankelijk van deze markten.17 Met een torenhoge jeugdwerkloosheid in China ligt in deze exportgerelateerde banen
de Chinese achilleshiel; als we China willen raken, zullen we minder van ze moeten
kopen.
De EU en haar lidstaten moeten daarom een grondige inventarisatie uitvoeren van China’s
afhankelijkheden van de Europese markt. Op basis van deze analyse kunnen krachtige
en doelgerichte sanctiepakketten worden ontworpen én gecommuniceerd. Hierbij is het
cruciaal om ervoor te zorgen dat Europese economieën en consumenten in staat zijn
de lasten van dergelijke sancties voor langere tijd te dragen.
Belangrijk is ook dat de te communiceren sanctiepakketten substantieel van omvang
zijn, en in één keer grote schade dreigen aan te richten. Trapsgewijze escalatie stelt,
zoals we in Rusland hebben gezien, een economie in staat om zich aan te passen aan
het ene pakket tegen de tijd dat het volgende wordt aangekondigd. Dit ondermijnt de
cumulatieve kracht van sancties. Het afschrikkingseffect is maximaal als China weet
dat het bij escalatie in één keer geconfronteerd zal worden met een overweldigende
set beperkingen.
5. Realiseer vertegenwoordiging van Taiwan in internationale organisaties
Terwijl zorgen over een militair conflict over Taiwan toenemen, is China achter de
schermen een diplomatieke campagne aan het voeren om Taiwan uit te sluiten van deelname
aan internationale organisaties. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een bewust foutieve
interpretatie van VN-resolutie 2758, door te stellen dat deze resolutie deelname van
Taiwan onmogelijk maakt.
In deze resolutie werd Taiwan echter niet bij naam genoemd. Desondanks beweert Beijing
sinds 2022 stelselmatig dat het Eén-China-beginsel «duidelijk erkend is in Resolutie
2758 van 1971 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties» en dat deze resolutie
«een universele consensus van de internationale gemeenschap» vertegenwoordigt. En
daarmee heeft China de internationale gemeenschap ervan weten te overtuigen dat Taiwan
geen plek aan multilaterale tafels behoort te hebben.
Dat betekent dat een democratisch land met 24 miljoen inwoners niét is vertegenwoordigd
in bijvoorbeeld de Verenigde Naties. Dat is niet alleen onjuist, maar ook riskant.
Corona kwam uit Wuhan, maar Taiwan waarschuwde er het eerst voor
Deelname aan een VN-organisatie kan op het eerste gezicht klinken als iets met vooral
symbolische betekenis, maar in werkelijkheid kan het de levens van miljoenen mensen
beïnvloeden. Neem bijvoorbeeld het begin van de wereldwijde COVID-19-pandemie. In
december 2019 – nu vijf jaar geleden – doken in Wuhan, China, de eerste meldingen
op van een mysterieuze virusuitbraak.
Tot op de dag van vandaag is de exacte oorsprong van COVID-19 onduidelijk, mede omdat
onderzoek ter plaatse onvoldoende toegang kreeg om tot feitelijke conclusies te komen.
Wat wél vaststaat, is dat het virus al enige tijd in Wuhan circuleerde voordat de
wereld werd gewaarschuwd. Deze vertraging ontnam andere landen een cruciale kans om
zich tijdig voor te bereiden op de verwoestende epidemie die zou volgen. Pas in januari
2020 werd de ernst van de situatie breder bekend, deels dankzij de moed van Dokter
Li Wen Liang. Hij probeerde anderen te waarschuwen voor een onbekende, mogelijk ongeneeslijke
luchtwegaandoening. In plaats van erkenning te krijgen, werd hij door de Chinese autoriteiten
gestraft vanwege zijn «opruiend gedrag». Tragisch genoeg raakte dokter Li zelf besmet
en overleed kort daarna. Zijn verhaal staat symbool voor de hoge prijs die betaald
wordt voor het opkomen voor de waarheid in China.
Er was echter één Centrum voor Infectieziektenbestrijding dat al vroeg vermoedde dat
het virus een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid kon vormen en wél snel handelde:
het Taiwanese RIVM.
Al in december 2019 – een volle week voordat het pandemische jaar 2020 begon – stuurden
Taiwanese functionarissen e-mails naar zowel Beijing als de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO). Daarin spraken ze hun duidelijke zorgen uit over de situatie in Wuhan en wezen
ze op de mogelijkheid van mens-op-mensbesmetting. Hun waarschuwingen werden totaal
genegeerd.
Twee weken later, na een fact-finding missie in Wuhan, begon het Taiwanese Ministerie
van Volksgezondheid onmiddellijk met grootschalige voorbereidingen op een uitbraak.
Taiwan vertrouwde de Chinese verklaringen niet. Wuhan werd pas drie dagen later in
lockdown geplaatst.
De Wereldgezondheidsorganisatie had toen nog een volle week nodig om te bevestigen
dat COVID-19 daadwerkelijk van mens op mens overdraagbaar was. Inmiddels was kostbare
tijd verloren gegaan. Taiwan bleek terecht wantrouwig tegenover de informatie uit
China. Maar de WHO bleef wekenlang de misleidende geruststellingen van Peking herhalen.
We kunnen speculeren over wat er anders was geweest als de wereld eerder en eerlijk
was gewaarschuwd. Maar één les is duidelijk: tijdige en transparante informatievoorziening
is van levensbelang bij het bestrijden van wereldwijde gezondheidscrises.
Taiwan had als eerste de ernst van de COVID-19-uitbraak in Wuhan door, maar doordat
zij niet mochten deelnemen aan de Wereld Gezondheidsorganisatie, werden hun ervaringen
en perspectieven niet gehoord.18
Taiwan is een van de grootste luchtvaarthubs in Azië, maar wordt uitgesloten van multilaterale
vergaderingen over luchtvaartbeleid.19 Als eiland in de Stille Oceaan ondervindt Taiwan bovenmatig veel last van de gevolgen
van klimaatverandering, maar met een Taiwanees paspoort is het überhaupt onmogelijk
om toegang te krijgen tot het terrein van een VN-klimaatconferentie.
Inmiddels heeft de Tweede Kamer als eerste Europese volksvertegenwoordiging met overweldigende
meerderheid afstand genomen van de Chinese interpretatie van resolutie 2758.20 Kort daarna volgde het Europees Parlement.21 Nu is het moment om door te pakken. Nederland moet een kopgroep vormen met landen
– binnen én buiten de EU, ook bijvoorbeeld Australië neemt afstand van de Chinese
interpretatie – in het pleiten voor betekenisvolle vertegenwoordiging van Taiwan aan
internationale organisaties.
§ 4. Mensenrechten
China vormt niet alleen een dreiging voor de wereldeconomie en regionale veiligheid,
maar ook voor haar eigen burgers die onder het autoritaire bewind van de Chinese Communistische
Partij systematisch worden gecontroleerd, gecensureerd en onderdrukt. Hoewel deze
repressie de gehele bevolking treft, zijn specifieke groepen disproportioneel slachtoffer
van de het staatsapparaat.
Zo voert de partij een genocidale campagne tegen de Oeigoerse minderheid in Xinjiang.
Honderdduizenden, mogelijk miljoenen moslims, worden geïnterneerd, gesteriliseerd
of verdwijnen spoorloos. In Tibet wordt de bevolking, inclusief hun taal, cultuur
en hele identiteit sinds de gewelddadige annexatie in 1950 systematisch onderdrukt,
met als doel de Tibetaanse identiteit volledig uit te wissen. Ondertussen is Hongkong,
ooit een symbool van vrijheid en democratie, sinds 2019 overgeleverd aan een repressief
regime dat burgerlijke vrijheden met ijzeren hand onderdrukt – in schril contrast
met de beloften van de Sino-Britse Declaratie. Bij andere minderheden is de repressie
minder vergaand, maar wordt de druk om volledig te conformeren aan centraal taal-
en cultuurbeleid wel opgevoerd. Zo zijn veel rechten op eigen taalonderwijs voor etnische
Mongolen sinds 2020 afgenomen.
Nederland is grondwettelijk verplicht tot het bevorderen van de internationale rechtsorde.
Als gastland van internationale gerechtshoven dragen wij bovendien een unieke verantwoordelijkheid
om op te komen voor mensenrechten: ze behoren de hoeksteen van ons buitenlands beleid
te vormen, zeker in onze relatie met systeemrivaal China. Handelssamenwerkingen moeten
daarom altijd gepaard gaan met harde voorwaarden die onze toewijding aan mensenrechten
onderschrijven.
Het is onacceptabel dat de wereld wegkijkt, en vaak zelfs profiteert van goedkope
producten, terwijl minderheden in China worden verplet. Wie zwijgt, stemt toe, daarom
stellen de initiatiefnemers voor:
6. Spoor EU-lidstaten aan om uitleveringsverdragen met China te beëindigen.
Het is geen geheim dat China haar rechtssysteem heeft omgevormd tot een instrument
van onderdrukking, gericht op dissidenten en minderheden. En dat instrument houdt
zich niet aan de landsgrenzen, maar wordt wereldwijd ingezet om Chinese burgers in
het buitenland te volgen en intimideren. Daarnaast probeert de CCP-dissidenten met
behulp van uitleveringsverdragen terug te halen naar China.
Nederland heeft op dit moment geen uitleveringsverdrag met China, maar andere EU-lidstaten
zoals België en Cyprus hebben in 2020 nog wel dergelijke verdragen afgesloten. Dit
terwijl veel landen recent juist hun uitleveringsverdragen met Hongkong hebben opgezegd,
vanwege de toenemende repressie en het risico dat verdachten via Hongkong alsnog naar
vasteland-China worden gebracht. Frankrijk, Italië, Portugal en vijf andere EU-lidstaten
onderhouden evenwel nog steeds uitleveringsverdragen met Beijing.
In de praktijk maakt een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
(EHRM) uit 2022 uitleveringen naar China onmogelijk, vanwege de grote risico's op
mishandeling, verwaarlozing en marteling waaraan uitgeleverde personen vrijwel zeker
worden blootgesteld. Deze bescherming is echter gebaseerd op jurisprudentie en vormt
geen vast beleid.
Als krachtig signaal van afkeuring tegen de politisering van het rechtssysteem door
China, zouden Europese lidstaten gezamenlijk alle uitleveringsverdragen met China
moeten beëindigen. De initiatiefnemers stellen daarom voor dat de Nederlandse regering
zich actief inzet voor een Europees breed en ondubbelzinnig beleid dat uitlevering
naar China categorisch uitsluit.
7. Erken dat er sprake is van culturele zuivering in Tibet.
De systematische onderdrukking van de Tibetaanse bevolking door de Chinese autoriteiten
neemt steeds schrijnender vormen aan. In 2021 bevond driekwart van de Tibetaanse kinderen
– naar schatting zo’n 800.000 – zich in door de staat gecontroleerde kostscholen die
expliciet zijn ontworpen om de Tibetaanse culturele identiteit uit te wissen en loyaliteit
aan de Chinese Communistische Partij te kweken. Kinderen worden vanaf 4 jaar uit hun
gezin gehaald, en zien hun ouders daarna slechts nog sporadisch. Het gevolg is dat
ze vervreemden van hun ouders, en elke verbinding met de Tibetaanse cultuur verliezen.
Met een systeem van beloningen én zware dreigementen, worden ouders gedwongen hun
kinderen af te staan aan deze internaten. Deze gestage uitwissing van de Tibetaanse
cultuur, taal en identiteit kan niet anders worden omschreven dan als een zuivering
van de cultuur van Tibetanen. Zelfs de naam «Tibet» is door China afgeschaft: de – in
naam autonome – regio waar de Tibetanen wonen is in 2023 omgedoopt in «Xizang».22
De initiatiefnemer stellen daarom voor dat, om recht te doen aan deze situatie en
te voorkomen dat dit onderwerp uit het collectieve bewustzijn verdwijnt, het Nederlandse
parlement de culturele zuivering in Tibet erkent en ook als zodanig agendeert.
8. Stel Europese sancties in tegen Chinese individuen en bedrijven betrokken bij mensenrechtenschendingen
in Xinjiang en Tibet
De Europese Unie heeft tot op heden slechts beperkte sancties ingesteld tegen Chinese
individuen en entiteiten die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen in Xinjiang.
In maart 2021 nam de EU maatregelen door reis- en financiële beperkingen op te leggen
aan vier Chinese functionarissen en één entiteit. Hoewel dit een stap in de juiste
richting is, blijven dergelijke maatregelen beperkt. Zo heeft de EU nog geen sancties
ingesteld met betrekking tot Tibet, terwijl de Verenigde Staten dit wel doen.
Bij een duidelijke communicatie over onze voorwaarden hoort ook een krachtige afkeuring
– zowel in woord als daad – van de mensenrechtenschendingen die plaatsvinden in Tibet
en Xinjiang. Dit vereist een stevig signaal van de EU: handel is welkom met bedrijven
en individuen die op een humane en eerlijke manier opereren, maar er moeten harde
consequenties worden verbonden aan samenwerking met partijen die mensenrechten schenden.
Daarom moeten sancties worden ingesteld tegen Chinese bedrijven en functionarissen
die betrokken zijn bij dwangarbeid en onderdrukking van minderheden. Tegelijkertijd
moet worden aangegeven dat als de situatie niet verbetert, een importverbod de volgende
stap zal zijn.
9. Voer een algeheel importverbod uit Xinjiang in als misstanden voortduren
Begin 2024 is in Brussel een politiek akkoord bereikt over de anti-dwangarbeidverordening,
waarna het Europees Parlement deze in ruime meerderheid heeft aangenomen. Dit betekent
dat er een verbod zal komen op het importeren van producten die door middel van dwangarbeid
zijn vervaardigd. Dit is een belangrijke stap richting eerlijke handel, maar om zo’n
verbod effectief te laten zijn, moet dwangarbeid in specifieke gevallen worden aangetoond.
Binnen de provincie Xinjiang is dit echter vrijwel onmogelijk. Beijing houdt de regio
effectief afgesloten voor buitenlanders, terwijl inwoners die contact zoeken met gevluchte
familieleden zwaar worden geïntimideerd. Westerse standaarden voor bewijsvoering zijn
hierdoor moeilijk toepasbaar, waardoor misstanden pas veel te laat worden erkend.
Tegelijkertijd bestaat er geen twijfel dat op grote schaal dwangarbeid plaatsvindt
in Xinjiang. Import uit deze regio draagt daarmee al snel bij aan de onderdrukking
van de Oeigoerse gemeenschap.
Daarom moet de EU, indien er geen significante verbeteringen worden doorgevoerd, overgaan
tot een algeheel importverbod op producten uit Xinjiang, zoals de Verenigde Staten
dit in 2022 hebben gedaan. Dit verbod kan onder voorwaarden worden ingevoerd vanaf
2027, met de optie om voor die tijd weer buitenstaanders toegang te geven tot Xinjiang
en de mensenrechten te herstellen. Eenmaal ingevoerd blijft het importverbod van kracht
totdat overtuigend is aangetoond dat de mensenrechtensituatie in de regio substantieel
is verbeterd.
12. Bescherm Vrije Journalistiek en Ongecensureerde Informatie over China.
De CCP onderdrukt actief kritische informatie over China en vervangt die door eigen,
positieve narratieven. Dit doet geen recht aan het grootschalige humanitaire leed
in China, ondermijnt het Westen met misleidende informatie en staat haaks op de principes
van vrije journalistiek die in Nederland worden gekoesterd.
De CCP voert systematische desinformatiecampagnes, zoals het verdraaien van feiten
over mensenrechtenschendingen in Xinjiang. Ook beïnvloedt China actief de Europese
media, inclusief Nederland. Begin 2024 bleek uit onderzoek dat China via pro-Chinese
websites de berichtgeving tracht te sturen. Deze sites, vermomd als lokale nieuwsbronnen,
verspreiden complottheorieën en gerichte desinformatie en vallen individuen aan.
Nog zorgwekkender is de intimidatie van Westerse journalisten in China. Verslaggevers
worden vaak gevolgd, hun communicatie wordt gemonitord, en journalisten worden regelmatig
geconfronteerd met restricties op het werk, zoals beperkingen bij het verkrijgen van
visums of het belemmeren van toegang tot informatie. Steeds meer westerse media ontvangen
voor een correspondent überhaupt geen werkvisum meer. Veel journalisten voelen zich
onveilig en hebben te maken met bedreigingen, zowel van de overheid als van burgerwachten.
NOS-correspondent Sjoerd den Daas werd zelfs opgepakt toen hij een demonstratie in
Chengu filmde.23 Deze omstandigheden maken onafhankelijk en onpartijdig verslaggeven een Herculesklus.
Tegelijkertijd kunnen Chinese journalisten in Nederland vrij schrijven zonder inmenging
van de overheid. Het contrast is schrijnend: niet alleen in China, maar ook in Nederland
worden kritische journalisten lastiggevallen door de Chinese ambassade en anonieme
bedreigingen.
De Nederlandse China-strategie moet duidelijk stellen dat intimidatie van journalisten
onaanvaardbaar is. Vrije, onbelemmerde berichtgeving over China moet worden gewaarborgd.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken kan hierin een sleutelrol spelen door journalisten
en redacties te ondersteunen en gespreksessies te organiseren met diplomaten. Niet
om de berichtgeving te sturen, maar om de persvrijheid te beschermen.
§ 5. Financiële Paragraaf
De voorstellen in deze initiatiefnota richten zich op politieke en diplomatieke actie.
De initiatiefnemers verwachten daarom alleen financiële consequenties binnen het RVO-instrumentarium
voor ondersteuning van bedrijven en ondernemers (met de China Impact Scan).
§ 6. Beslispunten
1. Stel een strategische handelsagenda op, gericht op diversificatie en het afbouwen
van strategische afhankelijkheden.
2. Breng strategische afhankelijkheden doorlopend in kaart en bevorder industrieën die
deze afhankelijkheden kunnen verminderen.
3. Ontwikkel een China-scan voor Nederlandse bedrijven.
4. Versterk de regionale veiligheid door een EU-actieplan voor afschrikking op te stellen.
5. Realiseer vertegenwoordiging van Taiwan in internationale organisaties.
6. Spoor EU-lidstaten aan om uitleveringsverdragen met China te beëindigen.
7. Erken dat er sprake is van culturele zuivering in Tibet.
8. Stel Europese sancties in tegen Chinese individuen of bedrijven die betrokken zijn
bij mensenrechtenschendingen in Xinjiang en Tibet.
9. Verbied zonodig import uit Xinjiang.
10. Bescherm vrije journalistiek en ongecensureerde informatie over China: Publicatie
vereisen van alle Chinese investeringen in Nederlandse private media.
Paternotte
Boswijk
Indieners
-
Indiener
Jan Paternotte, Kamerlid -
Medeindiener
Derk Boswijk, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.