Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 677 Wijziging van de Embryowet naar aanleiding van de derde wetsevaluatie
ARTIKEL I
ARTIKEL II
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat hetgeen is geregeld in de Embryowet en
de stand der techniek op het gebied van onderzoek met geslachtscellen, embryo’s en
daarop lijkende structuren niet langer met elkaar in overeenstemming zijn en dat het
om het evenwicht tussen de bescherming van het beginnende menselijk leven enerzijds
en de wetenschappelijke vooruitgang anderzijds te bewaren en de wet zo toekomstbestendig
mogelijk te maken, nodig is enkele bepalingen te herzien, waaronder de definitie van
embryo, enkele bepalingen aan de wet toe te voegen en enkele andere wijzigingen aan
te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Embryowet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1. De opsommingstekens «a.» tot en met «g.» komen te vervallen.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van de laatste begripsbepaling door een
puntkomma, en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van de begripsbepaling
«Onze Minister» door een punt, worden de begrippen in alfabetische volgorde geplaatst.
3. In de begripsbepaling «centrale commissie» vervalt «de».
4. De begripsbepaling «embryo» komt te luiden:
embryo:
a. entiteit die het resultaat is van het samensmelten van een in het menselijk lichaam
geproduceerde eicel met een of meer in het menselijk lichaam geproduceerde zaadcellen;
of
b. entiteit met een menselijk nucleair genoom, waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden
dat, als ontwikkeling tot en met de gastrulatie zou plaatsvinden, dezelfde essentiële
functies voor doorgaande ontwikkeling ontstaan als bij een entiteit als bedoeld onder
a en die het resultaat is van:
1°. het samensmelten van een of meer in vitro geproduceerde geslachtscellen met een of
meer in het menselijk lichaam geproduceerde geslachtscellen;
2°. het samensmelten van in vitro geproduceerde geslachtscellen;
3°. het samenbrengen van pluripotente stamcellen;
4°. celkerntransplantatie; of
5°. een andere wijze van tot stand brengen.
B
Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt in de laatste zin «het protocol» vervangen door «dit instellingsprotocol».
2. In het tweede lid wordt «het protocol» vervangen door «het instellingsprotocol».
3. In het derde lid, aanhef, wordt «Het protocol bevat» vervangen door «Het instellingsprotocol
bevat, voor zover in de instelling van toepassing,».
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Dit artikel is niet van toepassing op een instelling waar uitsluitend embryo’s tot
stand worden gebracht door het samenbrengen van pluripotente stamcellen of anderszins
handelingen met dergelijke embryo’s worden verricht.
C
Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid wordt «bedoeld in paragraaf 3 en 4,» vervangen door «bedoeld in
paragraaf 3, 4 en 5,».
2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
3. In het derde lid (nieuw) wordt «In afwijking van het derde lid, onderdeel a,» vervangen
door «In afwijking van het tweede lid,» en wordt «als bedoeld in paragraaf 5 door
haar geschiedt» vervangen door «als bedoeld in paragraaf 5, waarbij de foetus niet
wordt onderworpen aan invasieve handelingen of waarbij de toestand van de foetus naar
verwachting niet wordt gewijzigd, geschiedt door een krachtens artikel 16 van de Wet
medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen erkende commissie».
D
In artikel 3a wordt telkens «commissie, bedoeld in artikel 16 van de Wet medisch-wetenschappelijk
onderzoek met mensen,» vervangen door «krachtens artikel 16 van de Wet medisch-wetenschappelijk
onderzoek met mensen erkende commissie».
E
In artikel 5, eerste lid, wordt «hun geslachtscellen» vervangen door «hun in het menselijk
lichaam geproduceerde of hun in vitro geproduceerde geslachtscellen».
F
Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «hij» vervangen door «diegene».
2. In het derde lid wordt «hij» vervangen door «diegene» en wordt «uitdrukkelijk toestemming»
vervangen door «uitdrukkelijk schriftelijke toestemming».
3. In het vierde lid wordt «met zijn geslachtscellen tot stand gebrachte embryo’s» vervangen
door «met de geslachtscellen tot stand gebrachte embryo’s» en wordt «zijn toestemming
is vereist» vervangen door «schriftelijke toestemming van de betrokkene is vereist».
G
In artikel 7 wordt «na zijn overlijden» vervangen door «na overlijden».
H
Aan artikel 12 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Dit artikel is niet van toepassing op embryo’s die tot stand worden gebracht door
het samenbrengen van pluripotente stamcellen.
I
In artikel 14 wordt «van wie de geslachtscellen afkomstig zijn en van degenen die
het embryo ter beschikking hebben gesteld,» vervangen door «van wie de geslachtscellen
afkomstig zijn of het lichaamsmateriaal waarmee de geslachtscellen zijn geproduceerd,
van degenen die het embryo ter beschikking hebben gesteld en van degenen van wie het
lichaamsmateriaal afkomstig is waarmee pluripotente stamcellen tot stand worden gebracht
waarmee de betreffende embryo’s tot stand worden gebracht,».
J
In artikel 16, onderdeel b, wordt «met embryo’s waarmee wordt beoogd een zwangerschap
tot stand te brengen,» vervangen door «met de desbetreffende embryo’s,».
K
In artikel 17, vijfde lid, wordt «Hij is ter zake» vervangen door «Diegene is ter
zake».
L
In artikel 19 wordt n de aanhef «de commissie, bedoeld in artikel 16 van de Wet medisch-wetenschappelijk
onderzoek met mensen,» vervangen door «de krachtens artikel 16 van de Wet medisch-wetenschappelijk
onderzoek met mensen erkende commissie».
M
In artikel 20, eerste lid, wordt aan het slot van de zin een zinsnede toegevoegd,
luidende: «of waarvan redelijkerwijs de verwachting is dat uitstel tot na de geboorte
tot een minder goede prognose voor de foetus zou leiden».
N
In artikel 21, eerste lid, wordt «Indien zij minderjarig is en de leeftijd van zestien
jaar nog niet heeft bereikt» vervangen door «Indien zij de leeftijd van zestien jaar
nog niet heeft bereikt».
O
Artikel 24 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Het eerste lid (nieuw), onderdeel e, komt te luiden:
e. buiten het menselijk lichaam:
1°. een embryo, dat tot stand wordt gebracht door het samenbrengen van pluripotente stamcellen,
zich te laten ontwikkelen langer dan veertien dagen gerekend vanaf het moment waarop
de pluripotente stamcellen nadat zij zijn samengebracht, een zichzelf organiserende
structuur vormen minus de in het in artikel 3, eerste lid, bedoelde onderzoeksprotocol
geschatte ontwikkelingsleeftijd op het hiervoor genoemde moment; of
2°. een andere dan de onder 1° bedoelde embryo zich langer dan veertien dagen te laten
ontwikkelen, gerekend vanaf het moment van samensmelting.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, mag een embryo dat tot stand wordt
gebracht door het samenbrengen van pluripotente stamcellen, speciaal tot stand worden
gebracht en worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek of worden gebruikt ten
behoeve van kwaliteitsbewaking die direct verband houdt met de diagnostische processen
of behandelprocessen in de fertiliteitszorg.
P
In artikel 25, onderdeel b, wordt «menselijke embryonale cellen tot stand gebrachte
chimère» vervangen door «menselijke cellen bestaande chimaera-embryo».
Q
Het opschrift van paragraaf 7 komt te luiden als volgt:
Paragraaf 7. Handhavingsbepalingen
R
In artikel 28, eerste en tweede lid, wordt na «vierde categorie» telkens ingevoegd
«, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht».
S
Na artikel 28 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 28a
Onze Minister is bevoegd een bestuurlijke boete op te leggen van ten hoogste het bedrag
dat is vastgesteld voor de vierde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van
het Wetboek van Strafrecht ter handhaving van de artikelen 2, 3, 5, 8, 14, 15, 20
of 22.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.