Stenogram : Staat van Groningen 2024
4 Staat van Groningen 2024
Vergaderjaar 2023-2024
Vergaderingnummer 98
Te raadplegen sinds
2024-10-29Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2023-2024, 98
Staat van Groningen 2024
Aan de orde is het debat over de Staat van Groningen 2024.
De voorzitter:
Voordat we overgaan naar het debat over de Staat van Groningen, is het natuurlijk goed gebruik in dit huis dat we een gedicht voorlezen. Als waarnemend voorzitter ga ik dat nu ook doen. Het gaat uiteraard — hoe kan het ook anders? — over Groningen. Het is een gedicht van Rutger Kopland.
Je bent in Groningen, maar hier
ben je dat niet, dit is een onbekende
plek, dit is een gedicht in
deze stad.
Waarin je al die jaren kwam en
ging, door altijd zon, altijd regen,
altijd wind, totdat je hier
stond, en dit las.
Je kwam en gaat weer weg, ook nu
zo zal het blijven tussen ons, ik ben
een onbekende plek
We gaan natuurlijk meteen door naar het debat dat aan de orde is. Dat is het debat over de Staat van Groningen. Ik heet de leden van harte welkom. Ik heet ook de staatssecretaris van harte welkom. Het is de eerste keer dat hij in de plenaire zaal het woord zal nemen. Daarmee wensen we hem alvast veel succes, maar hopelijk toch ook wel wat plezier, want het is een belangrijk onderwerp. Het is ook meteen de eerste keer dat we de Staat van Groningen hebben na het debat dat we hebben gehad over het parlementaire-enquêterapport Nij begun. Ik hoop dat we er een mooi en waardig debat van kunnen maken.
Ik heb gehoord dat mevrouw Beckerman nog een punt van orde heeft voordat we beginnen.
Mevrouw Beckerman (SP):
Het is goed dat we dit debat hebben vandaag. Het nieuwe kabinet heeft de portefeuille gesplitst. Een andere minister, de minister van Klimaat en Groene Groei, mevrouw Hermans, is nu verantwoordelijk voor de gaswinning uit kleine velden en voor de nieuwe aanvraag voor extra verlengde gaswinning, acht jaar langer, bij Warffum. Zij is verantwoordelijk voor zoutwinning en verantwoordelijk voor gasopslagen. Die minister heeft gezegd: ik wil niet bij dit debat zijn. Ik vind dat echt problematisch. De Kamer had haar verzocht om hierheen te komen. Wij willen vandaag zeker ook een punt maken over de kleine velden, over Warffum. Wij vragen allereerst waarom zij niet komt. Kunnen wij vandaag alsnog onze punten maken? Hoe gaat het kabinet hier de komende tijd mee om? Wij willen geen halve debatten voeren of van hot naar her gestuurd worden.
De voorzitter:
Dank u wel voor dat punt. U merkt terecht op dat dat verzoek twee weken geleden in de regeling is gedaan. Daarna is er een brief gekomen van het kabinet dat de minister niet aanwezig zal zijn. Persoonlijk ga ik er dus van uit — ik kijk even voor bevestiging naar de staatssecretaris — dat de staatssecretaris ervoor zal zorgen dat die vragen beantwoord worden als ze in dit debat aan de orde komen. Daar ga ik dan van uit. Het is te doen gebruikelijk dat bij een breed debat het kabinet over zijn eigen afvaardiging gaat, maar dat kan niet betekenen dat vragen niet worden beantwoord, tenzij ze buiten de orde zijn of niet voorzien zijn. Daar ga ik dus van uit. Ik doe dan ook een beroep op de staatssecretaris en zijn ambtelijke ondersteuning om ook op die vragen antwoord te geven. De andere vragen geleid ik voor nu door, denk ik. Ik kijk heel even naar u. Het is geen oproep om nu het debat te schorsen en alsnog de minister te verzoeken om erbij te zijn, toch?
Mevrouw Beckerman (SP):
Nou, voorzitter, nee. Wij hebben uiteraard heel veel voorstellen voorbereid die Groningers direct verder zouden helpen en wij willen het debat niet frustreren. Wij zouden wel graag een reactie hierop willen van het kabinet. We hebben al tien jaar debatten gevoerd over Groningen. Deze punten zijn altijd aan de orde geweest, altijd. De Kamer heeft hier altijd voorstellen over ingediend, zelfs nog bij het laatste debat waaraan u refereerde. Ik zou wel een reactie willen. Hoe gaan we hier de komende tijd mee om? Waarom is de afweging gemaakt om niet naar zo'n belangrijk debat, de Staat van Groningen, te komen?
De voorzitter:
Dank u wel. Ik geleid het verzoek door. Dan is het aan het kabinet om te kijken hoe het daarop reageert.
Ik stel voor om nu toch van start te gaan met het debat. U bent ook meteen de eerste spreker, mevrouw Beckerman. Uiteraard doet u dat namens de SP. Voor de collega's zeg ik nog even dat we een spreektijd van zes minuten hebben. Dat hebben we gisteren besloten. We hebben dus ongeveer tot 16.00 uur de tijd. We moeten het met elkaar dus wel in die vier uur doen. Ik doe dus wel een beroep op u om ook interrupties aan elkaar kort en bondig te houden, zodat ik niet op voorhand hoef te maximeren. Zo wil ik het debat graag openen. Mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel. Goedemorgen. "Om vooruit te komen, moet je soms even stilstaan." Dat is de eerste zin van de eerste beleidsbrief van de staatssecretaris. Tegelijkertijd is het probleem dat het leven van heel veel gedupeerden al jaren stilstaat. Als je alleen de stukken van vandaag leest, ontstaat soms het beeld dat het allemaal beter gaat, maar als je bij mensen thuis komt, zie je hoe mensen vastlopen door de overheid en nog steeds de vernieling ingaan. Ik zat vrijdag bij een gezin dat een mooi bedrijf heeft opgebouwd. Al jarenlang wachten ze in een kapot en onveilig huis, met scheuren en schimmel in de kinderkamer. Vorig jaar waren ze eruit: de aannemer kon binnen het budget bouwen. En nu? Nu zitten ze nog steeds in dezelfde ellende.
Waarom het weer vastloopt is volstrekt onduidelijk. "Onmenselijk" zeggen zij. Elke keer hoop geven en elke keer weer moeten vechten. We zien keer op keer vastlopende zaken in de versterking. Ook in Ten Post bijvoorbeeld. In het voorjaar van 2018 zouden huizen al gesloopt zijn en ze staan er nog. Is het beter geworden voor hen na de parlementaire enquête? "Nee" zeggen ze. Op toezeggingen van jaren geleden wordt nu weer teruggekomen. Mensen zijn zo moegestreden. Ze zeggen dat er niemand is die voor hen strijdt. Vorig jaar werd plechtig beloofd: dit is een nij begun. Maar ook nu zien velen vooral stilstand en achteruitgang, juist de zwaarst getroffen gedupeerden. De ongelijkheid is gigantisch.
Om vooruit te komen moet je soms even stilstaan, zo schrijft de staatssecretaris. Maar mensen kunnen niet langer stilstaan. En daarom zeggen wij tegen hem vandaag: om vooruit te komen, moet je samenwerken. Wij willen vandaag hele concrete voorstellen doen om vooruit te komen.
Een: pak de ongelijkheid in de schadeafhandeling en versterking aan. Er is een gigantische ongelijkheid in de schadeafhandeling, in de versterking en in de compensatieregeling. Na een lange politieke strijd is er een rapport gekomen om die ongelijkheid aan te pakken. Nu ligt dat rapport-Van Geel er al een hele tijd, maar het wordt grotendeels niet uitgevoerd. Waar is het wachten op? Is het financieel? Dan komen we graag bij de begroting opnieuw met een voorstel. Maar dit kan niet zo doorgaan. Deze ongelijkheid scheurt straten en dorpen, hele buurten, waarin de ene wel geholpen wordt, de buurman een beetje en de buurman daarnaast helemaal niet. Ik noem bijvoorbeeld de Redgerstraat, de Wedmanstraat, de Groene Zoom, de Kloosterstraat en de Fivelstraat in Ten Boer. Of de Prins Hendrikstraat, de Karel Doormanstraat en de Harm Kuperstraat in Appingedam. Zo kunnen we doorgaan. Maar ook bij de schadeafhandeling ontstaat er nu weer nieuwe ongelijkheid door een deel van de mensen €2.500 te geven en een groot deel niet. Waarom?
Het tweede voorstel: pak vastlopende zaken in de versterking aan. In het begin van mijn betoog noemde ik al twee voorbeelden van mensen die vastlopen. Nog steeds ervaren zij wantrouwen. Een gigantische bureaucratie. Ik begreep gisteren van SodM dat er 17.000 woningen zijn die onveilig zijn en moeten worden aangepakt. 17.000 moeten nog. In al die jaren zijn slechts 4.815 adressen gedaan. Driekwart moet nog. We kunnen ons die vertraging niet permitteren. Maak extra capaciteit vrij. Prioriteer Groningen, ook als dat moeilijke keuzes zijn. Zorg dat hier financiële barrières worden doorbroken, want hoe langer we wachten, hoe duurder het wordt. We zien dat talloze mensen die na jaren gehoord hebben dat hun huis waarschijnlijk versterkt of gesloopt moet worden, ineens een brief krijgen, een brief met de boodschap "we gaan niks meer voor u doen". Een Chinees restaurant in Ten Boer bijvoorbeeld. Dat kreeg vorig jaar de boodschap "met spoed versterken, dit is onveilig". Nadat ze investeringen deden, kregen ze nu de boodschap "we gaan niks meer doen". En dat terwijl zo veel woningen en bedrijven in hetzelfde pand wél worden aangepakt. Dat knakt mensen. Dat kan niet. Mensen moeten nu van voren af aan beginnen. Dat is toch niet wat met "nij begun" bedoeld werd?
Het derde voorstel: geen munitiedepots. Ik heb hier zo ongelofelijk vaak gestaan met verhalen van mensen uit Overschild die vastliepen. En eindelijk leek het dan te gaan gebeuren. Ook mensen in het buitengebied zaten eindelijk in de wisselwoning, soms na twaalf jaar strijd. En terwijl ze daar zitten en denken dat hun huis eindelijk wordt opgeknapt en veilig wordt, zodat ze het weer een thuis kunnen noemen, komen ze erachter dat het veilige huis waar ze zo naar verlangen misschien wel wordt onteigend, omdat er een munitiedepot kan komen. Hoe onbetrouwbaar wil je als overheid zijn? Dit kan toch niet waar zijn? Die mensen, die al zo lang door de overheid in de steek zijn gelaten, dreigen nu, na alle beloftes van Nij begun, weer keihard in de steek te worden gelaten. Geen munitiedepots!
Mijn laatste punt: sluit kleine velden, geen nieuwe vergunningen! Het hoofdlijnenakkoord is heel duidelijk: geen Gronings gas meer. Daar zit geen woord Spaans bij. Ondertussen zijn er zeventien kleine velden in Groningen open. Shell en Exxon hebben een verzoek ingediend om acht jaar langer gas te mogen winnen in Warffum. Het lef, na alle ellende die Groningen is aangedaan en na alle rekeningen die zij nog niet betaald hebben! Het lef! Mijn vraag aan het kabinet is heel simpel: gaat u uw woorden "geen Gronings gas meer" waarmaken? Nu een aanvraag voor verlengde winning in overweging nemen, kan het kabinet echt niet maken. Gebroken beloftes hebben we genoeg gehad. Stop de winning van Gronings gas! Sluit de kleine velden!
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Beckerman. Ik zie geen interrupties, dus ik ga de volgende spreker uitnodigen. Dat is de heer Bushoff namens GroenLinks-PvdA.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Voor veel van ons Groningers is het beeld van het weidse Groninger land wel bekend. Daar doorheen rijdend zie je af een toe een bosje met bomen, waarachter een boerderij verborgen is. Of je ziet nog net het torentje van een kerk van een dorp boven de pieken van de bomen uitsteken. Daarachter is dan een prachtig Gronings dorp. Afgelopen vrijdag reed ik door onze mooie provincie en zag ik deze prachtige beelden van het Groninger land. Oftewel: het land dat De Ploeg zo prachtig heeft vastgelegd.
Maar je schrikt ook als je zo'n dorpje — in dit geval Appingedam — binnenkomt. Aan de ene kant van de straat zie je compleet nieuwe huizen en aan de andere kant zie je volledig kapotte huizen. In sommige dorpen zijn die zelfs nog gestut omdat ze anders omvallen. Geloof me, dat doet wat met het karakter en de ziel van het dorp. En als je dan in een van die woningen naar binnen gaat, dan bekruipt je een gevoel van ongemak, want je komt bij wildvreemden binnen. Groningers zijn geen mensen die de deur openzetten en zeggen: kom maar kijken naar mijn problemen. Nee, wij Groningers doppen onze eigen boontjes wel. Toch was dat gevoel van ongemak er bij mij, maar bij het gezin waar ik afgelopen vrijdag naar binnen stapte, was dat er eigenlijk niet meer. Ik was de zoveelste vreemde die daar over de vloer kwam. Voor hen was het gewoon een vreemde die in hun huis kwam. Ik kwam niet meer bij hen thuis, want een thuis was het allang niet meer. Het was een huis dat aan de voorkant 12 centimeter hoger stond dan aan de achterkant. Het was een huis met scheuren waar je ongeveer je hand doorheen kunt steken. Het was een huis waarvan de ramen en deuren amper nog dichtkunnen en waar het in de winter niet warmer wordt dan 18 graden, maar waarvoor de energierekening wel €500 is. Het ergste van alles is dat deze mensen zeiden: onze twee dochters zijn nu 15 en 18 jaar en die zijn eerder het huis uit dan dat ze gelukkig en zonder stress in ons huis hebben gewoond.
Als je dan iets verder Appingedam inloopt, kom je bij de Westersingel en de kruising met de Wieger van den Bosstraat uit. Daar staat een blokje van 25 onder-een-kapwoningen. Deze mensen hebben een aantal jaren geleden het bericht gekregen dat hun huis onveilig is en dat het zo spoedig mogelijk moet worden versterkt. Jaren laten kregen ze het bericht: uw huis is op norm. Hetzelfde huis, met dezelfde schades, zou nu helemaal veilig zijn en daar zou niks meer aan hoeven te gebeuren. Dat is onverklaarbaar voor veel mensen. Maar wat misschien wel nog wat minder uitlegbaar is, is het grote verschil in deze woningen en de aanpak ervan. Sommige krijgen een nieuw dak, maar de ander kant van dezelfde twee-onder-een-kapper krijgt geen nieuw dak. Dat is een onuitlegbaar verschil. Dat is een onrechtvaardigheid, die moet stoppen.
Voorzitter. Ik denk dat het daarom nodig is dat er een aantal dingen gebeuren in Groningen. We kunnen niet stilstaan. Nee, we moeten die vastgelopen versterkingszaken lostrekken. Dat is één. Twee. De ongelijkheid moet niet groter worden, maar kleiner. Daarvoor moeten we het rapport van de commissie-Van Geel volledig omarmen. Iedere Groninger heeft recht op een veilig, schadevrij en verduurzaamd huis. We moeten ook stoppen met de gaswinning uit de kleine velden. Want kun je je inbeelden dat je in een onveilig huis zit en jarenlang hebt gehoord dat de gaswinning in Groningen niet kan stoppen vanwege de leveringszekerheid? En nu hoor je datzelfde argument weer als het gaat om de kleine gasvelden. Stel Groningers boven gas en stop met de winning uit de kleine velden. Ten vierde. Mijn collega Sandra Beckerman zei dit ook al. Bouw geen munitiedepots in het mijnbouwschadegebied zodat mensen straks alsnog hun huis uit moeten.
Voorzitter. Ik heb nog een aantal vragen aan deze staatssecretaris. Wat vindt de staatssecretaris van het bericht dat mensen krijgen dat hun huis op norm is terwijl ze jarenlang het idee hadden dat hun huis versterkt moest worden? Wat gaat de staatssecretaris doen voor de mensen die al eigen investeringen hebben gedaan, omdat ze in de verwachting waren dat hun huis versterkt zou moeten worden, die daarop geanticipeerd hebben en die nu te horen krijgen dat er niks meer met hun huis gebeurt? Wat gaat de staatssecretaris doen met al die mensen die het daar niet mee eens zijn en die dan gedwongen worden om weer een zienswijze in te leveren? Zij moeten bijna ingenieur of advocaat zijn om zo'n zienswijze, na een harde dag werken, op papier te zetten. Verdienen zij niet meer ondersteuning en kan dat niet makkelijker geregeld worden? Ook de ongelijkheid moet aangepakt worden. Ik zou de staatssecretaris willen vragen of hij het rapport-Van Geel volledig omarmt. Ik ben ook benieuwd naar een reactie van de staatssecretaris op maatregel 16 uit Nij begun: €2.500 voor een aantal mensen die lang moesten wachten. Maar de mensen die het langst moeten wachten op de versterking, in het kerngebied, krijgen deze €2.500 niet. Wat is de reactie van de staatssecretaris daarop? Ik zou ook heel graag willen weten wat deze staatssecretaris gaat doen om de mensen die in een kapot huis zitten en daardoor een torenhoge energierekening hebben, te helpen om de winter door te komen.
Tot zover.
De voorzitter:
Ik zie geen verdere interrupties. Of mevrouw Bikker, komt u naar voren voor een interruptie? Nee? Dan dank ik u voor uw inbreng, meneer Bushoff.
Excuus. Ik zag mevrouw Bikker naar voren komen en ik verwachtte eigenlijk de heer Bamenga. Vandaar dat ik verward was, mevrouw Bikker. U staat pas als vierde op de lijst. Excuus. De heer Bamenga komt ook al naar voren, dus dan hanteer ik toch maar de sprekerslijst. De heer Bamenga spreekt uiteraard namens D66. U heeft het woord.
De heer Bamenga (D66):
Voorzitter. Voordat ik begin met mijn tekst, wil ik toch zeggen dat ik het beschamend vind dat minister Hermans, die ik enkele weken geleden tijdens de regeling uitgenodigd heb, hier niet in de Kamer is om te spreken over de Staat van Groningen. Collega Beckerman heeft dat zojuist ook aangegeven. Hierbij wil ik de oproep van mijn collega graag steunen. Mensen in Groningen maken zich ontzettend veel zorgen over de nieuwe winning in Groningen en de minister die verantwoordelijk is, blijft gewoon weg. De minister had hier gewoon moeten zijn, hier moeten staan, hier moeten zitten, om hier het debat met de Kamer aan te gaan.
Voorzitter. Ik wil beginnen met het bedanken van de Groningers. Dit is mijn eerste debat als woordvoerder Groningen. Ik weet dat Groningen van alle partijen in de Tweede Kamer al diverse woordvoerders voorbij heeft zien komen. Dank jullie wel dat jullie je verhalen ook met mij hebben willen delen. Samen met het Gasberaad maakte ik twee weken geleden een ronde langs een aantal Groningse dorpen. Deze ronde gaf een beeld van de gemeenschap, een landschap met blauwe plekken, kneuzingen en botbreuken, maar ook van uitgeputte maar veerkrachtige Groningers. Iedereen gaat op z'n eigen manier om met het onrecht dat hun is aangedaan en de schade die nog steeds wordt aangericht.
Tijdens de gesprekken kwamen veel zorgen op tafel. De grootste zorg is het nieuwe plan van de NAM om nog eens acht jaar langer gas te winnen bij Warffum. De collega's voor mij spraken hier ook al over. Op slechts een paar kilometer afstand van het gesloten Groninger gasveld wil het bedrijf dat verantwoordelijk is voor al dat leed, nog langer gas gaan winnen. Laat D66 heel duidelijk zijn: we laten Groningers niet in de steek. Groningen is geen wingewest. Wat D66 betreft stopt de gaswinning in heel Groningen, zo snel mogelijk. Daarom komen wij in de tweede termijn met een motie die precies dát moet vastleggen. Hoe kijkt de staatssecretaris naar de aanvraag van de NAM? Is hij het met D66 eens dat de NAM compleet losgezongen is van de werkelijkheid? Handelt het kabinet nog in lijn met de eerder gepresenteerde contourennota Mijnbouw?
Voorzitter. Er kwamen nog veel meer zorgen op tafel tijdens de soms emotionele gesprekken. Ondanks eerdere moties hierover en een belofte in de kabinetsreactie op de enquête wordt de trillingstool nog steeds gebruikt. In andere woorden, de tool die voor heel veel Groningers voor heel veel ellende heeft gezorgd, is er nog steeds. Kan de staatssecretaris toezeggen dat de trillingstool voor het einde van dit jaar compleet verdwenen is?
Ook maakten veel mensen zich zorgen over het aantreden van het nieuwe kabinet en de keuzes die het maakt. Waarom, vraag ik de staatssecretaris, verhuist u met uw kantoor van Loppersum naar Groningen-Stad, buiten het aardbevingsgebied? Waarom is ervoor gekozen om mijnbouw en Groningen te beleggen bij verschillende bewindspersonen? Ziet u niet dat dit niet in het belang is van de Groningers?
Tijdens de rit langs onder andere Loppersum, 't Zandt, Zeereep en Wirdum ontstond ook voor mij een duidelijk beeld van de impact van de aardbevingen en de winningen op zowel mensen als gebouwen. Waar wij gestutte huizen zien, zien Groningers verdriet, pijn en een lelijk litteken. De eerste stutten moeten inmiddels alweer worden vervangen door nieuwe. Zo lang moeten sommige gebouwen al gestut worden. Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij werk maakt van een lijst van alle gestutte gebouwen in het aardbevingsgebied en dat hij deze zal bijhouden en toevoegen aan de Staat van Groningen?
Voorzitter. Dan nog een aantal losse vragen. Hoe kijkt de staatssecretaris naar de haalbaarheid van de versterkingsdeadline van 2028? Gaat deze gehaald worden? Cruciaal voor gedragen en effectief beleid is dat de governance en de democratische controle daarop goed worden geregeld. Hoe reflecteert de staatssecretaris op de governance van de Nij begun-gelden, en dan specifiek op de verdeling tussen Rijk, regio en gemeenten?
In het hoofdlijnenakkoord staat opgenomen dat de aanleg van de Lelylijn zal beginnen in Groningen. Is dit gewoon een lege huls, aangezien dit kabinet geen euro uittrekt voor de aanleg van de Lelylijn?
Eerder heeft een ruime meerderheid van deze Kamer ingestemd met een motie die opriep om minimaal 1% van de Nij begun-gelden te laten begroten door jongeren. Hoe staat het met de uitvoering hiervan?
Voorzitter, afrondend. Eenieder die in gesprek gaat met gedupeerden in Groningen kan niet anders dan zich schamen voor wat we daar hebben laten gebeuren. Maar ook vandaag kunnen wij keuzes maken voor de toekomst van Groningen. D66 wil een Groningse toekomst zonder gaswinning, zonder winning bij Warffum, zonder nieuwe winningsvergunningen en zonder nieuwe winningsplannen. Vrijheid en veiligheid zijn mensenrechten. Het is hoog tijd dat iedere Groninger daar weer op mag rekenen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bamenga. Ik zie geen interrupties. Ik zie wederom mevrouw Bikker opspringen, maar dit keer is ze ook echt aan de beurt, zullen we maar zeggen. Ik nodig u van harte uit, mevrouw Bikker, om het woord te voeren namens de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Afgelopen juni bezochten we als commissie opnieuw het aardgaswinningsgebied. Dat is hard nodig en dat is goed om als commissie gezamenlijk te doen. De problematiek van de schadeafhandeling dringt op papier onvoldoende tot je door. Die voel je pas en die zie je pas als je mensen in de ogen kijkt, als je ziet hoe zij geraakt zijn en hoe zij dag in, dag uit met onzekerheid leven. Ik denk aan het gezin dat voor onbepaalde tijd naar een wisselwoning moet: is dat voor één jaar, of twee jaar? Ik denk aan het echtpaar dat in een rijtjeswoning woont die zogenaamd op norm is, terwijl de woning bij de buren verderop in hetzelfde rijtje versterkt moet gaan worden. Ik denk aan die stoere Groningse boer die het toch allemaal te veel wordt als hij vertelt over de ene na de andere expert op zijn bedrijf. Die expert komt wel kijken, maar de boer heeft nog steeds geen zicht op een oplossing.
Voorzitter. Voor de ChristenUnie zijn die verhalen de staat van Groningen. Als straks alle schades zijn afgehandeld en we alle bouwputten achter de rug hebben, als we jaren verder zijn en alle huizen versterkt zijn, maar de Groningers zelf niet, dan is de operatie niet goed geweest. Dan is de ereschuld niet ingelost. Daarom wens ik deze nieuwe staatssecretaris heel veel wijsheid en al het goede bij zijn belangrijke taak. Hij komt gelukkig uit Groningen; hij kent de Groningers. Ik wens hem van harte toe dat hij daarin echt verder gaat komen. De vraag aan hem is: wanneer is die ereschuld aan Groningen wat hem betreft opgelost? Hoe ziet hij dat voor zich? Wat betekent het voor hem dat de Kamer heeft uitgesproken dat we het op gaan lossen, koste wat kost en zolang het duurt? Zo heeft de enquêtecommissie het ook uitgesproken.
Dat vraagt ook iets van de aanpak van deze nieuwe staatssecretaris. Dat begint met hoe hij zelf aan het werk gaat. Gaat hij bijvoorbeeld spreekuren houden? Staat zijn kantoor in het bevingsgebied, of heeft hij andere voornemens? Wat is zijn plan om het vertrouwen terug te winnen? Gaat hij zijn collega van Mijnbouw op het hart drukken om hier voortaan bij te zijn en, nog belangrijker, om die gaswinning bij Warffum niet door te zetten? Wat zijn de plannen? De regering gaf in het pakket Nij begun haar antwoord op de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen, maar in het hoofdlijnenakkoord kwam Groningen nauwelijks aan bod. Dat geeft onzekerheid. Dan heb ik het bijvoorbeeld over de beschikbare gelden voor Groningen. Worden die wel geïndexeerd? Vorig jaar werd de motie waarin ik dat bepleitte, gesteund door nagenoeg alle partijen. Kan de staatssecretaris nu bevestigen dat de middelen volledig worden geïndexeerd, of staat de Groningers een koude Prinsjesdag te wachten? Ik hoop het niet.
Voorzitter. Nij begun had één witte vlek. Er ontstaan namelijk verschillen tussen bewoners in het aardgaswinningsgebied. Ik heb het over buren van wie het ene huis wel, maar het andere huis niet wordt opgeknapt, soms zelfs binnen hetzelfde blok huizen, of bij wie de een wel een schadevergoeding krijgt, maar de ander niet. Dat leidt tot scheuren in gemeenschappen en roept om een antwoord. Juist daarom was het zo goed dat de commissie-Van Geel met haar rapport kwam. Die was vorig jaar heel duidelijk: "Zorg ervoor dat alle bewoners in het aardbevingsgebied een gelijkwaardige uitkomst bereiken op de onderdelen veilig, schadevrij en verduurzaamd. Deze gelijkwaardige uitkomst moet, samen met extra inzet, leiden tot een positief effect op de leefbaarheid in de buurten, dorpen en wijken." Dan mijn vragen. Hoe staat de staatssecretaris tegenover dit advies van de commissie-Van Geel? Hoe gaat hij dit uitvoeren? Hoe gaat hij ervoor strijden om de hiervoor benodigde middelen beschikbaar te krijgen? Kunnen we verwachten dat het met Prinsjesdag gefikst is, of moet het amendement van de ChristenUnie weer uit de la worden gehaald? Ik hoop van niet, maar dat doen we met plezier om de staatssecretaris en, nog belangrijker, de mensen die hierop zitten te wachten een handje te helpen. Want het kan natuurlijk niet zo zijn dat het rapport-Van Geel nu de la ingaat. Kan de staatssecretaris bevestigen dat dat boven op zijn bureau blijft liggen zolang de verschillen in Groningen bestaan? Wil de staatssecretaris in de Staat van Groningen ook rapporteren over de verschillen in het aardgaswinningsgebied, zoals benoemd door Van Geel?
Voorzitter. Ik heb nog enkele vragen over het voorliggende document, de Staat van Groningen. Ik wil de opstellers complimenteren: het is een helder en goed leesbaar document. Maar veel is nog in ontwikkeling. Voor de volledige sociale en economische agenda zijn er bijvoorbeeld nog geen resultaten op te leveren. Dat snappen we voor dit moment, maar we kijken wel uit naar de momenten waarop we dat wel gaan zien. Eind 2023 was 43% van de woningen op norm en werd aan 9% van de woningen gewerkt. Het goede nieuws is dus dat we inmiddels over de helft van het aantal te versterken adressen zijn. Maar is de datum in 2028 uit Nij begun nog haalbaar? Het Staatstoezicht op de Mijnen kwam vorige week met de conclusie dat het volledig afronden van de versterkingsoperatie vóór 2028 niet gaat lukken. 5% van de 11.000 adressen zal naar verwachting pas na 2028 afgerond zijn. Ze adviseren om nog niet over te gaan tot maatregel 29, de verduurzaming van alle te versterken woningen. Wat vindt de staatssecretaris van dat advies?
De overheadkosten, het geld voor ambtenaren, voor rapporten, blijven helaas nog steeds stijgen. Hoe denkt de staatssecretaris deze kosten te gaan terugdringen?
Het is belangrijk dat er in de Staat van Groningen ook gerapporteerd wordt over de broodnodige cultuurverandering op het ministerie. Dat past bij een overheid die naast je staat in plaats van tegenover. Wanneer is wat de staatssecretaris betreft het doel van cultuurverandering bereikt? De rapportage mag op dit punt concreter wat mij betreft.
Het betrekken van jongeren en kinderen bij de hersteloperatie is essentieel. We doen het toch juist voor hen? Deze zomer zou een plan worden gepresenteerd, inclusief invulling van de motie-Boulakjar/Bikker, om minstens 1% van de beschikbare middelen voor de sociale en economische agenda aan kinderen en jongeren tegoed te laten komen. Hoe staat het daarmee?
Voorzitter. Ik kan aansluiten bij de vragen die zijn gesteld over de munitiedepots. Ik ben zeer benieuwd wat de staatssecretaris daarop gaat antwoorden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker, voor uw inbreng namens de ChristenUnie. Dan is het woord nu aan mevrouw Daniëlle Jansen namens Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Voorzitter. Ik woon inmiddels al 36 jaar in Groningen, twee keer zo lang als in mijn geboortedorp. Ik voel me een echte Stadjer, zoals we de inwoners van de stad Groningen noemen. Voor mij is Groningen de mooiste provincie van Nederland. In mijn nog korte tijd als Kamerlid heb ik nog niet de kans gehad om de problematiek in mijn provincie Groningen aan te kaarten. Nu die mogelijkheid er is, mede door de afwezigheid van mijn collega Harm Holman, grijp ik deze kans met beide handen aan.
In mijn vorige baan als wetenschapper heb ik veel onderzoek gedaan naar de zorg voor kinderen en jongeren, onder andere in de provincie Groningen. Dat onderzoek bracht me in veel kleine dorpen, waar ik gezinnen sprak over de dagelijkse problemen waar ze mee te maken hadden. Uit de onderzoeken blijkt dat veel gezinnen in Groningen op meerdere vlakken zwaar worden getroffen. Ze kampen met armoede, problemen die van generatie op generatie worden doorgegeven en een ongezonde leefstijl door de enorme stress die ze soms ervaren.
Daar komt dan de hele aardbevingsproblematiek bij, veroorzaakt door decennialange gaswinning, die veel leed en problemen heeft gebracht voor de inwoners van Groningen. Het gaat niet alleen om de scheuren in de muren, de verzakkingen van huizen of het onbewoonbaar worden van woningen. De psychische en emotionele tol is minstens zo zwaar met voortdurende onzekerheid over de veiligheid van hun huizen en de trage afhandeling van schadeclaims. Mensen kampen met stress, angst voor nieuwe bevingen, slapeloze nachten en zelfs depressies. Het gevoel niet serieus genomen te worden door de overheid en instanties versterkt deze last alleen maar.
De voorzitter:
Dank u wel. U had het al gezien: u heeft een interruptie van de heer Bamenga namens D66.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel aan de woordvoerder, mevrouw Jansen, voor de erkenning van het leed van de Groningers. Gezien de erkenning van NRC van het leed dat Groningers hebben ervaren, zou ik graag willen weten of de Groningers ook kunnen rekenen op steun van NSC dat er in ieder geval geen nieuwe winningen meer plaatsvinden in heel Groningen?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Wij gaan ons uiteraard houden aan hetgeen in het hoofdlijnenakkoord staat. Daarin staat: geen Gronings gas meer. Ik denk dat we moeten afwachten hoe dat in het regeerprogramma precies vorm wordt gegeven.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
De heer Bamenga (D66):
De eerste zin was helder: we gaan ons inderdaad houden aan wat er in het regeerakkoord staat. Ik citeer: geen Gronings gas meer. Ik ben dus blij dat NSC op die manier erin staat. Maar de laatste zin maakte het weer iets vager. Eigenlijk werd aangegeven: we gaan zien hoe dat verder uitgevoerd kan worden. Ik kom straks in de tweede termijn met een motie dat er geen nieuwe winning meer mag plaatsvinden in Groningen. Mijn vraag is heel concreet: gaat NSC die steunen?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Of we die motie gaan steunen, ga ik intern overleggen, maar wij staan achter de zin "geen Gronings gas meer" in het hoofdlijnenakkoord.
De heer Bamenga (D66):
Tot slot. Ik hoop in ieder geval dat mevrouw Jansen, na hetgeen zij hier namens NSC zegt, niet meteen in het allereerste debat de belofte richting de Groningers gaat verbreken.
De voorzitter:
Dat was inderdaad vooral retorisch, maar ik kijk wel even ...
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Daar ben ik het helemaal mee eens.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb nog een iets concretere vraag. Op dit moment ligt er een vergunningsaanvraag voor Warffum om voor de komende acht jaar nog gas te gaan winnen. Is NSC daartegen?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik neem dit debat waar voor mijn collega Holman. Ik heb dus heel graag ruggespraak met mijn fractie voordat ik een en ander toezeg. Ik kan toezeggen dat wij als NSC achter de zin in het hoofdlijnenakkoord staan: geen Groningse gaswinning meer.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb toch nog een vervolgvraag, omdat er wat mij betreft nog wel wat licht tussen zit. In het vragenuur zou het opeens over het Groningenveld gaan in plaats van Groningen. Maar ik begrijp uit dit antwoord dat NSC echt geen gaswinning in Groningen meer wil. Dat is duidelijk, maar daar vallen dus ook die andere zogenaamde kleinere winningsgebieden onder en niet alleen het Groningenveld.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Dat klopt. Ik lees de zin niet zo dat de plannen alleen gereduceerd worden tot het Groningenveld, maar juist zo dat we helemaal geen Gronings gas meer willen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dat is goed nieuws, want daarmee lezen we het hoofdlijnenakkoord hetzelfde. Het is helder voor Groningen: geen nieuwe gaswinning en ook geen verlenging van nieuwe aanvragen voor gaswinning. Het is goed te horen dat NSC daar zo in zit. Het vragenuur gaf wel wat onrust, omdat andere coalitiepartners het anders interpreteren. Zij hebben het alleen over het Groningenveld in plaats van Groningen. Het gaswinningsgebied in Warffum is eigenlijk een zijtak van het Groningenveld. Ik denk zelfs, als je het heel nauw zou interpreteren, zoals sommigen helaas doen ... Is mevrouw Jansen het met mij eens dat een zijtak van het Groningenveld nog steeds het Groningenveld is en dat dus Kamerbreed de uitkomst eigenlijk zou moeten zijn dat we niet doorgaan met die gaswinning in Warffum?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Volgens mij is het Groningenveld heel specifiek omschreven. Ik zie de kleinere gasvelden echt als andere velden dan het Groningenveld. Als in het hoofdlijnenakkoord staat "geen Gronings gas meer", interpreteer ik dat als "geen Gronings gas meer".
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Daar ben ik heel blij mee. Mijn complimenten aan NSC, omdat het helder maakt waar ze voor staat. Ik nodig u vooral uit om ook de volgende oproep te doen aan de andere coalitiepartijen. Ik hoop dat NSC dat wil doen. Zelfs als je het anders interpreteert ... Er zal in de coalitie vast nog wel wat verder gepraat worden over hoe je het zinnetje uit moet leggen. Ik hoop van harte dat we landen op de uitkomst die NSC al heeft omarmd. Maar zelfs tegen de partijen die dat niet willen doen, wil ik zeggen — ik hoop dat mevrouw Jansen met mij die oproep wil doen — dat de gaswinning in Warffum ook gevolgen heeft voor het Groningenveld. Het is een zijtak, dus zie dat nou niet los van elkaar, maar wees consistent en zeg: hier gaan we dat niet doen.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Akkoord. Ik ga mijn best doen, mevrouw Bikker.
De voorzitter:
Dan vervolgt u uw betoog.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Gelukkig zijn er ook positieve ontwikkelingen waardoor Groningen en Noord-Drenthe met wat meer vertrouwen naar de toekomst kunnen kijken. De gaswinning is beëindigd en er is een staatssecretaris Herstel Groningen aangesteld die zelf ook uit de regio komt. We moeten ook niet het Groningse programma Nij begun vergeten. Dit broodnodige programma biedt een nieuwe start en zet in op positieve verandering voor de provincie. De rapportage De Staat van Groningen, die duidelijk maakt hoe het herstel vordert en in hoeverre er nog sprake is van regionale welvaartsverschillen, levert waardevolle input om de activiteiten binnen Nij begun verder te versterken.
Dan de versterkingsoperatie gericht op het waarborgen van zowel veiligheid als duidelijkheid voor de betrokkenen. Deze is voor Groningers van groot belang. Wat Nieuw Sociaal Contract betreft houden wij vast aan het streven om die in 2028 afgerond te hebben. We willen graag dat de staatssecretaris zich hieraan committeert en vragen daarom om de bevestiging dat deze einddatum gehandhaafd blijft.
Ik heb ook een vraag over de sociale en economische agenda, specifiek over de betrokkenheid van jongeren. Kan de staatssecretaris toelichten of de dialoogsessies een representatieve afspiegeling van de jongeren uit Groningen en Noord-Drenthe hebben geboden? Jongeren zijn vaak moeilijk te motiveren voor dit soort initiatieven, weet ik uit ervaring. Is er bijvoorbeeld ook specifiek aandacht besteed aan de betrokkenheid van juist jongeren uit gezinnen die leven in de zwaarste omstandigheden? Oog houden voor jongeren en ze erbij betrekken vinden wij erg belangrijk.
Mevrouw Vedder (CDA):
Ik hoor mijn collega praten over de deadline van 2028 en over het belang ervan voor de veiligheid. Toch zou ik haar een dilemma willen voorleggen waar ik zelf mee worstel. In het gebied geven mensen ons aan dat die deadline van 2028 ervoor zorgt dat ze onder druk worden gezet om bepaalde beslissingen te nemen waar ze nog niet aan toe zijn. Ten tweede willen ze eigenlijk de ruimte hebben om te kiezen voor versterking en verduurzaming in één zodat ze maar één keer langdurig hun huis uit hoeven en niet twee keer. Hoe kijkt mijn collega van NSC hiernaar?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Dat is een heel belangijke vraag. Ik ben het helemaal met mevrouw Vedder eens dat die datum een houvast is maar dat die niet ten koste moet gaan van wat burgers zelf willen en ervaren. Als mevrouw Vedder bedoelt dat het belang en de wensen van de bewoners voorop moeten staan, ook als dat betekent dat je het net wat anders moet doen en daardoor over de deadline gaat, dan heeft dat ook mijn voorkeur.
De voorzitter:
Ik zie mevrouw Vedder knikken. U vervolgt uw betoog.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ook heb ik een vraag over de aanbevelingen van de commissie van Van Geel. Kan de staatssecretaris hierop zijn visie geven? Het is belangrijk dat er concrete stappen worden ondernomen om de problemen in Groningen aan te pakken. Ik ben dus benieuwd of en welke van de adviezen daadwerkelijk worden omgezet in beleid of maatregelen, en welke overwegingen hij heeft bij het al dan niet opvolgen van adviezen uit het rapport.
Voorzitter. Het geld uit Nij begun is voor de Groningers. Het is goed om te zien dat er in de bijbehorende sociale en economische agenda's wordt ingezet op voorzieningen die ontzettend belangrijk zijn voor de leefbaarheid in Groninger gemeenten. Daarbij willen wij de staatssecretaris wel vragen om ook oog te hebben voor het langetermijnperspectief voor Groningen. Hoe willen we dat Groningen er over 50 jaar uitziet en wat is daarvoor nodig? Kan de staatssecretaris daarop reageren?
Als laatste: kan de staatssecretaris aangeven waar de komende tijd de focus op gaat liggen en welke doelen hij daarbij stelt? Dit sluit eigenlijk aan bij mijn pleidooi over de langere termijn. Wat zijn de drie focuspunten, de speerpunten, voor de staatssecretaris tot het volgende debat?
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft nog een interruptie van mevrouw Beckerman, namens de SP, en daarna van de heer Bushoff, namens GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Beckerman (SP):
Vorig jaar hadden we Nij begun. Er kwamen heel veel mooie woorden en excuses. Nu zien we dat heel veel mensen nog steeds vastlopen, dat er gierende ongelijkheid is, en dat er gewoon weer plannen zijn voor nieuwe gaswinning en bijvoorbeeld ook voor de bouw van een munitiedepot. Mijn eerste vraag gaat eigenlijk over dat laatste. Ik hoor mevrouw Jansen zeggen: "We hebben het gevoel niet serieus genomen te worden". Ze gebruikte een citaat van een Groninger. Als je hoort dat de mensen in Overschild tien of twaalf jaar strijd hebben moeten voeren om eindelijk hun onveilige woning versterkt te krijgen en dan nu op het nieuws moeten horen dat ze mogelijk onteigend worden voor een munitiedepot, heeft mevrouw Jansen dan het gevoel dat deze mensen serieus worden genomen? En als dat niet zo is, zegt zij dan met ons ook nee tegen de komst van die munitiedepots?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik begrijp de zorgen en de emotie van mevrouw Beckerman heel erg. Ik kan het hele verhaal snappen. Je hebt dit meegemaakt, je zit als Groningen nog in het herstelproces, er staat je nog van alles te wachten en dan krijg je eigenlijk het volgende dat je zou moeten slikken alweer voor je kiezen. Dus ik snap het. Ik vind het vervelend dat ik hier geen uitspraak over kan doen. Dat is niet omdat ik het niet kan, maar ik moet dat overleggen met mijn fractie. Ik begrijp ook dat het geen bevredigend antwoord is. Maar ik ga persoonlijk mijn best doen om mijn fractie ervan te overtuigen dat dit niet zou moeten gebeuren. Ik weet namelijk dat dit de zoveelste klap is voor de Groningers.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
Mevrouw Beckerman (SP):
We willen dat graag begrijpen. Tegelijk krijgen we al die appjes van mensen die zeggen: "Ik ga dat debat toch niet meer kijken! Ik ben er zo ziek van. Altijd weer zo'n debat met mooie woorden. En ze lepelen wat mooie citaten op." Ik snap dat mensen zeggen dat ze het debat niet meer willen kijken. "Ze zeggen mooie dingen, maar als het op stemmen aankomt doen ze iets anders." Dus ik wil echt dat appel doen. We hebben NSC gehoord over goed bestuur; we hebben NSC horen zeggen dat de Kamer haar eigen afwegingen mag maken. Dit is dus echt een oproep aan NSC om die eigen afweging te maken. Maak geld vrij voor Van Geel, want die ongelijkheid verscheurt gemeenschappen. Geen munitiedepots, geen nieuwe gaswinning en sluit die kleine velden. Als je nu al je belofte breekt en nu al zegt "geen Gronings gas meer, maar ach ja, we waren vergeten dat we de winning uit zeventien kleine velden toch nog gingen toestaan", dan is mijn pleidooi: kom alsjeblieft die mooie woorden van goed bestuur na. Doe die drie dingen.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik hoor het indringende verhaal van mevrouw Beckerman. Ik ken de ruimte die wij als NSC hebben om een eigen keuze te maken als het gaat om punten die niet in het hoofdlijnenakkoord staan. Nogmaals, ik ga echt mijn best doen.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Een onderwerp als kleine gasvelden ... Een tijdje terug was er bij lange na nog geen meerderheid voor het sluiten van die kleine gasvelden. Nu lijken er toch partijen te zijn die daar wel oren naar hebben. Dat stemt enigszins hoopvol. Maar er is nog een ander onderwerp dat een aantal maanden geleden eigenlijk niet veel verder kwam. Dat is het onderwerp ongelijkheid en het rapport-Van Geel. Mijn eerste vraag aan mevrouw Jansen van NSC is dus of zij de uitkomsten van dat rapport, dat alle Groningers recht hebben op een veilig, schadevrij en verduurzaamd huis, in ieder geval volledig onderschrijft.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
De uitkomsten van het rapport-Van Geel onderschrijf ik helemaal. Wij zijn in het voorjaar met de gehele fractie naar de provincie Groningen geweest. Toen zijn we ook in Ten Boer geweest en hebben we de verhalen gehoord die meneer Bushoff en mevrouw Beckerman hebben beschreven. Dus wij hebben de mensen gehoord. Die ongelijkheid, naast de onzekerheid, is gewoon ontzettend slopend. Dus wij ondersteunen die aanbevelingen van harte.
De voorzitter:
Een vervolgvraag?
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ja, een vervolgvraag. Inderdaad, als je het hebt over Ten Boer: daar had je de Stadsweg met onbegrijpelijke ongelijkheid. Alle woningen daaromheen werden aangepakt, behalve de Stadsweg. Daar lijkt nu beweging in te komen, maar pas nadat bewoners echt in actie waren gekomen en wederom moesten knokken voor hun recht. Is mevrouw Jansen van NSC het met mij eens dat dat eigenlijk niet de werkwijze zou moeten zijn?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik denk dat de Groningers al voldoende hebben geknokt en gestreden, dus natuurlijk ben ik er helemaal niet voor dat zij bij iedere stap moeten strijden; helemaal niet de Groningers die het zwaarst getroffen zijn. Ik zie ook wel het verschil tussen de mensen uit de provincie die relatief weinig schade hebben en die relatief snel geholpen worden, en de mensen aan de andere kant. Ik ben het er helemaal mee eens dat het mensen, die al jarenlang zitten te ploeteren om hier doorheen te komen, niet zo veel energie zou moeten kosten.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Bushoff.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ja, voorzitter, tot slot. Ik denk dat er maar één conclusie mogelijk is als je het rapport-Van Geel volledig omarmt en je vindt dat inwoners niet zelf moeten strijden om hun recht te krijgen, namelijk het recht op een veilig, schadevrij en verduurzaamd huis. De enige conclusie en enige oplossing is dan dat de regering met een plan en financiële middelen moet komen om dat rapport-Van Geel volledig uit te voeren. Dus kunt u dat dan ook steunen?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Net zoals bij de andere verzoeken wil ik zaken graag afstemmen met mijn fractie. Maar ik heb alle punten waargenomen, ook deze. Ik ondersteun, maar dat is meer op persoonlijke basis, deze punten enorm. Ik ga binnen de fractie echt mijn best doen om zo veel mogelijk voor elkaar te krijgen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik dank u voor uw inbreng, mevrouw Jansen namens Nieuw Sociaal Contract. Ik nodig de volgende spreker van de zijde van de Kamer uit. Dat is de heer Peter de Groot van de VVD.
De heer Peter de Groot (VVD):
Voorzitter. Er is een nij begun gemaakt, een nieuw begin, om het leed en het verloren vertrouwen van de mensen in het winningsgebied van het Groningenveld in Groningen en de Kop van Drenthe te herstellen. Een van de belangrijke beloftes, namelijk het stoppen van de gaswinning en het definitief sluiten van het Groningenveld, is nagekomen door deze Kamer. Het Groningenveld is op slot. Installaties zullen worden ontmanteld. Daarmee zijn het schadeherstel en de versterkingen aan huizen om aardbevingen te kunnen weerstaan echter niet afgerond. Om die reden is het goed dat we vandaag met de nieuwe staatssecretaris, die uit Groningen uit komt, het gesprek voeren over de voortgang van het vijftigpuntenplan, over wat goed gaat en wat beter kan.
Als nieuwe woordvoerder was ik eerder dit jaar in Loppersum en Zeerijp. Als commissie waren we — mevrouw Bikker zei het ook al — in juni in Ten Boer, Appingedam en Overschild om in gesprek te gaan met de mensen die daar wonen en de afgelopen jaren te maken hebben gehad met aardbevingen. Zij hebben te maken gehad met schadeherstel en versterking van hun woning. Vol bewondering heb ik geluisterd naar iedereen die betrokken is bij het herstel. Maar ik moet zeggen dat de persoonlijke verhalen over schadeherstel en versterking die niet goed lopen, door je ziel snijden. De wanhoop is bij sommige mensen enorm. De onmacht is enorm. In de Kamerbrief zegt de staatssecretaris ook iets over deze groep, wellicht in andere woorden. Ik zou het volgende tegen de staatssecretaris willen zeggen. Volgens mij weet u precies over welke mensen dit gaat. Help hen. Zorg dat groot persoonlijk leed kan worden weggenomen.
De voorzitter:
Voor u vervolgt heeft u een interruptie van mevrouw Beckerman van de SP.
Mevrouw Beckerman (SP):
De heer De Groot haalde dat bezoek aan Overschild aan. Volgens mij kunnen we allemaal nog terughalen dat we daar zaten en hoe die verhalen door merg en been gingen. Ik heb in mijn woordvoering ook een verhaal aangehaald over Overschild. Mensen dachten: we zijn er nu eindelijk uit; we zitten in de wisselwoning en het gaat eindelijk gebeuren. Dan lezen ze in de krant: je wordt mogelijk onteigend. Mijn vraag aan de heer De Groot is als volgt. Wij hebben namelijk ook vaak woondebatten samen. Zodra het woord "onteigenen" valt of zodra het woord "eigendomsrecht" een beetje wordt aangetast, dan is het altijd de VVD die zegt: "Daar staan wij voor. Wij gaan je eigendomsrecht beschermen. Wij zijn tegen onteigening." Daarom vraag ik de heer De Groot: Bent u tegen onteigening van mensen in Groningen? Bent u ertegen dat zij na zo veel jaar ellende nu hun eigendom kwijt dreigen te raken door de overheid?
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik wil graag antwoord geven op de vraag van mevrouw Beckerman. Maar ik denk dat ze deze vraag stelt in relatie tot de munitiedepots. Dat klopt toch? Oké, dan heb ik het helder. Ik snap dat gevoel van de mensen heel erg goed. Ik weet ook dat er in heel Nederland een zorgvuldig proces doorlopen wordt om te kijken waar munitiedepots moeten komen. In algemene zin is onzekerheid voor alle mensen in Nederland heel erg vervelend. Maar we moeten ook de realiteit onder ogen zien dat we in Nederland munitiedepots nodig hebben. Het beste wat we kunnen doen, en de enige oplossing die we daarvoor hebben, is dus dat proces snelheid geven en zorgen voor duidelijkheid daarover.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik val over het woord "zorgvuldig". Echt waar? Deze mensen zaten in de zomer in de wisselwoning. Zij lezen dat er al sinds vorig jaar plannen zijn. Zij lezen dat niet omdat de overheid aan hun deur komt en zegt: we hebben u jarenlang de vernieling in geholpen en we hebben nu weer een nieuw plan om u de vernieling in te helpen. Zo hoorden ze het niet. Nee, ze moesten het op het nieuws lezen. Hoezo zorgvuldig proces? Waarom zouden we niet tegen deze mensen kunnen zeggen dat we de woorden die we hier vorig jaar zo plechtig hebben uitgesproken, "nij begun", nakomen? Een nij begun is toch niet onteigend worden? Een nij begun is toch niet je woning kwijtraken? Een nij begun is toch niet dat je weer op deze manier wordt behandeld door de overheid?
De heer Peter de Groot (VVD):
Over de vorm ben ik het heel erg eens met mevrouw Beckerman. Maar de VVD staat er ook voor dat we in Nederland — ik heb het niet over precies die plek, maar over heel Nederland — wel munitiedepots nodig hebben. Ik ben het heel erg eens met mevrouw Beckerman dat dat zorgvuldig moet. Ik ben het ook heel erg eens met mevrouw Beckerman dat het niet fijn is om dat soort dingen in de krant te moeten lezen. Daar zijn we het dus echt heel erg over eens. Maar nu, in dit debat, zeggen dat we hele gebieden in Nederland uitsluiten voor het maken van munitiedepots, gaat mij, als woordvoerder over het schadeherstel van de huizen van die mensen, echt even te snel.
De voorzitter:
Tot slot op dit punt, mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Er heeft niemand iets gevraagd over heel Nederland. Mensen hebben hiernaar gevraagd omdat het mogelijkerwijs weer om honderden woningen in dit mijnbouwschadegebied gaat. Hoeveel wil je als VVD of als overheid mensen aandoen? Hoeveel stapeling kun je mensen aandoen? Dat is mijn vraag. Het lijkt me een hele terechte vraag in dit debat. Want hoe kun je het oplossen als je de huizen, nadat je ze hebt hersteld, onteigent? Dat is toch geen oplossing?
De voorzitter:
Uw punt is helder.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dus kunt u alstublieft reageren op ons verzoek, vraag ik via de voorzitter, over juist het mijnbouwschadegebied?
De heer Peter de Groot (VVD):
Dat heb ik net gedaan. Ik ben het met het eerste deel heel erg eens. Het gaat over zorgvuldigheid en communicatie. Dat herhaal ik. Op het tweede punt heb ik al antwoord gegeven. Ik ga hier vandaag in dit debat niet al zeggen dat we de keuze maken om het daar niet te doen of dat we de keuze maken om het in Limburg op die plek niet te doen. Dat ga ik in dit debat vandaag niet doen. Wat wel nodig is, is die zorgvuldigheid. Wat wel nodig is, is snelheid om duidelijkheid te geven aan mensen met — daar ben ik het helemaal mee eens — goede communicatie en betrokkenheid van mensen.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik ben benieuwd of de VVD een onderscheid maakt tussen de rest van Nederland en Groningen.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ja, zeker als het gaat over de maatregelen die we nemen in Nij begun, want die zijn op vele plekken in Nederland niet aan de orde.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat de kern daar eigenlijk al een beetje in zit, want in Groningen is de situatie inderdaad heel anders dan in de rest van Nederland; vandaar ook dat we een Nij begun hebben. Moet niet ook meespelen dat de situatie in Groningen als gevolg van jarenlange gaswinning echt anders is dan op andere plekken in Nederland? Moet dat niet onderdeel zijn van de overweging als je het hebt over de gaswinning uit kleine velden of over die munitiedepots? Of is dat bij de VVD totaal geen onderdeel van die afweging?
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik heb net tegen mevrouw Beckerman gezegd — ik zeg dat nu ook graag tegen de heer Bushoff — dat zorgvuldigheid in communicatie, de manier waarop mensen misschien moeten horen wat hun gaat overkomen, heel erg belangrijk is, want ik erken dat dat extra gevoelig ligt, zeker bij de mensen die al getroffen zijn. Alleen denk ik dat we in dit debat hier niet kunnen zeggen — en zeker ook niet daardoor het gevoel van onbehagen over de rol van Defensie in Nederland moeten voeden — dat we de hele provincie Groningen uitsluiten en dat we daar nog een stuk van Drenthe bij doen. Ik denk dat we dat hier vandaag niet moeten doen met elkaar. We kunnen wel zeggen wat de impact op mensen is, hoe we hen daarin meenemen en hoe betekenisvol dat ook voor de rest van Nederland kan zijn.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik vraag de VVD niet om nu gelijk aan te geven: wij sluiten Groningen uit van de winning van gas uit kleine velden of van het plaatsen van munitiedepots. Ik zou dat zelf graag zien, maar dat is niet wat ik aan de VVD vraag. Wat ik aan de VVD vraag, is of de bijzondere situatie waar Groningen in zit als gevolg van die jarenlange gasellende, voor de VVD meespeelt in de overweging om wel of niet te zeggen dat we doorgaan met gaswinning uit kleine velden of in de overweging om wel of niet munitiedepots in Groningen te plaatsen.
De heer Peter de Groot (VVD):
Wat voor de VVD het allerbelangrijkste in die overwegingen is, heb ik net genoemd. Eén: hoe gaan we met de mensen aldaar om? Want die hebben al heel veel voor hun kiezen gehad. En twee: als we wat doen met elkaar — dat geldt ook voor de gasvelden waar we het net over hadden; laten we het daar dan maar gelijk even over hebben — kan dat alleen als dat absoluut veilig kan. Dat geldt uiteindelijk ook voor munitiedepots, want we kunnen het ons zeker in dat gebied niet veroorloven om ervoor te zorgen dat er meer en meer een gevoel van onveiligheid komt en dat er meer en meer onrust komt. Dat kunnen we ons niet veroorloven. Daaraan haak ik ook het bezoek vast dat wij met de commissie in juni hebben gehad, omdat ik het gevoel van onveiligheid en het gevoel dat mensen niet geholpen worden, zelf in het gebied in de ogen van de mensen heb gezien. Dat maakt onderdeel uit van die overweging.
De voorzitter:
Tot slot. We doen het eigenlijk in drieën, maar u was relatief kort in uw interrupties. Daar krijgt u dus een beloning voor, tot slot.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat ik de VVD goed hoor zeggen: veiligheid met betrekking tot de munitiedepots en gaswinning uit de kleine velden speelt mee, maar ook het gevoel van veiligheid bij Groningers. Als dat ook meespeelt in de overweging van de VVD, kom je toch al snel tot de conclusie dat die munitiedepots en die gaswinning uit de kleine velden eigenlijk niet kunnen in de provincie Groningen?
De heer Peter de Groot (VVD):
Kijk, dit is precies hoe je wat mij betreft dit debat niet met elkaar moet afsluiten, want ik vind dat aan het eind een valse tegenstelling door de heer Bushoff wordt gegeven. Ik geef heel helder en duidelijk aan hoe ik hiernaar kijk. We hebben hier de afgelopen jaren de keuze gemaakt voor een nieuw begin, met maatregelen. Alleen zeggen we, bijvoorbeeld in het geval van gaswinning, tegen alle mensen in Nederland ook dat we energieleveringszekerheid willen, dat we niet afhankelijk willen zijn van akelige regimes zoals dat van Poetin en dat we een lage energierekening willen. We willen een betaalbare energierekening hebben. Wat de VVD zegt, is: als we wat doen, doen we dat alleen als dat veilig kan. Want die garantie willen wij de mensen geven. Daarvoor hebben we experts in dienst, onder anderen die van het Staatstoezicht op de Mijnen. Die vertrouw ik. Als het veilig kan, is het een ja. Als het niet veilig kan, is het een nee. Het maakt me niet uit of dat nou in Warffum, op de Noordzee of elders is. Het moet veilig, met de hand aan de kraan. Zo wil ik dit debat dan ook voeren met elkaar. Ik wil niet dat er aan het eind nog even wordt gezegd dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen technische veiligheid en een ander soort veiligheid, waar de heer Peter de Groot van de VVD dan even geen rekening mee houdt. Dat bestaat wat mij betreft niet.
De voorzitter:
Dank u wel. Vervolgt u uw betoog.
De heer Peter de Groot (VVD):
Voorzitter, ik kijk even waar ik gebleven ben. O ja. Zo veel mogelijk van het geld dat beschikbaar is voor gedupeerden, moet naar hen gaan. Eerlijk gezegd vindt de VVD het echt te bizar voor woorden dat vorig jaar slechts 22% van het geld bij het IMG naar het herstellen van schade is gegaan. De overige bijna 80% bestond uit allemaal uitvoeringskosten. Hoe staat het met de uitvoering van de VVD-motie om dit naar maximaal 50% te brengen, of liever nog lager? Er ligt namelijk een enorme kans voor deze nieuwe staatssecretaris om de overheadkosten omlaag te brengen en het afhandelen te versnellen. Hoe gaat de staatssecretaris dit doen? En is een meer gebundelde aanpak dan beter, of moet het mandaat lager liggen, bij de dorpen of in de organisatie? Hoe staat het met de minder juridische, mildere en snellere benadering van claims? Dat zijn allemaal vragen die uit de gesprekken komen die we als commissie in juni hebben gevoerd met de bewoners. Daarnaast zien we ook dat het combineren met duurzaamheidsmaatregelen 28 en 29 juist voor meer vertraging zorgt. Hoe gaat de staatssecretaris daar dan weer op anticiperen?
Voorzitter. Dat zijn veel vragen, maar de verwachtingen van deze staatssecretaris zijn ook hoog. Daarom zijn deze vragen wat mijn fractie betreft gerechtvaardigd. Het kan sneller en effectiever, zodat er meer geld bij de mensen terechtkomt. Dan kunnen hun huizen uiteindelijk veilig worden gemaakt.
Voorzitter. Dan mijn laatste punt. Er ligt ook een enorme kans in de regio, omdat er 30 jaar lang structureel geld beschikbaar is. Dat geeft de kans om de economische ontwikkeling te versterken. Als VVD staan wij ervoor dat dat geld verstandig besteed wordt, nu en in de toekomst, voor langdurige groei van de regio. Er liggen grote kansen om economisch verder te groeien. Denk hierbij aan de waterstofeconomie, maar ook aan de agro en aan recreatie en toerisme. De economische groei zorgt voor innovaties en voor banen voor de mensen in Groningen. Kartrekker Jakob Klompien is zojuist begonnen. Hoe worden de economische ontwikkelingen die ik net noemde vormgegeven? Hoe worden dorpen en gemeenten in hun kracht gezet om bij deze ontwikkelingen aan te haken en erover mee te praten, zodat op deze manier duurzame groei geborgd is? Hoe wordt de samenwerking tussen de overheid, scholen, universiteiten en het bedrijfsleven ingezet? Hoe wordt geanticipeerd op de nieuwe ontwikkelingen? Eigenlijk is de brede vraag: hoe staat het nu, wat is de stand van zaken en wat is de visie van deze staatssecretaris daarop? Hoe dat dit proces versneld worden?
Voorzitter. Het zijn een hoop vragen. Ik kijk uit naar de antwoorden. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Voor u vertrekt, heeft u een interruptie van de heer Bushoff van GroenLinks-PvdA.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik waardeer oprecht dat de VVD echt dit debat met zorgvuldigheid en met gevoel voor de Groningers betracht te voeren. Dat zie ik ook. Tegelijkertijd vind ik het lastig om te horen dat de argumenten van leveringszekerheid en "als het veilig kan" wederom de dominante argumenten zijn voor de VVD. Dat zijn namelijk ook de argumenten die Groningers jarenlang hebben gehoord toen het ging om de gaswinning. Erkent de VVD dat dat op zichzelf niet meer leidend kan zijn, maar dat ook het verleden en hoe het nu gaat in Groningen een belangrijke rol moeten spelen bij de overweging of gaswinning door kan gaan en of er munitiedepots in Groningen kunnen komen?
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik vind dit een moeilijke vraag, omdat er een tegenstelling wordt gecreëerd die er wat mij betreft niet is. Ik erken de gevoeligheden die er zijn als gevolg van de gaswinning in Groningen en als gevolg van alle debatten die wij hier hebben gevoerd over wat de effecten daarvan zijn geweest. Die hebben wij ook met elkaar vervat in een Nieuw begin. Vanuit uw perspectief snap ik ook dat u nu direct duidelijkheid wilt over de vraag of we nog gas gaan winnen in bijvoorbeeld Warffum. Maar ik ga dat u vandaag niet toezeggen, vanwege de argumenten die ik ook noem. Ik wil er inhoudelijk van overtuigd zijn of dat veilig of niet veilig kan, met gevoel voor wat er speelt in de provincie. Ik ga ervan uit dat de experts die daartoe zullen adviseren, heel goed weten wat wel en niet kan. Ik heb daar zelfs aan toegevoegd: als dat al het geval zou zijn, laten we het dan vooral doen met de hand aan de kraan als veiligheidsprincipe. Maar we gaan er vandaag niet met elkaar uit komen — dat zie ik nu al — en u gaat niet van de VVD horen: nee, dat gaan we niet doen. De VVD is wel realistisch over wat de impact is en wat de gevoeligheden zijn. Dat zal meegewogen worden in het afwegingskader dat het kabinet hanteert. Daar gaan we van uit.
De voorzitter:
Dank u wel. Een vervolgvraag.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
De VVD hoeft mij niets toe te zeggen, maar het zijn natuurlijk wel duizenden Groningers die dit soort argumenten al jarenlang hebben gehoord en die nu weer horen: op duidelijkheid moet u nog eventjes wachten. U doet het dus niet voor mij, maar u doet het wel voor de Groningers, zodat ze snel duidelijkheid krijgen en zodat ze er snel op kunnen rekenen dat niet weer gas boven Groningers wordt gesteld. Daarvoor doet u het. Maar ik heb nog een andere vraag. In het hoofdlijnenakkoord staat eigenlijk heel weinig over Groningen. In de financiële bijlage staat ook vrijwel niks. Toch zijn de uitdagingen in Groningen enorm. Kunnen we de komende jaren dus rekenen op het commitment aan Groningen van de VVD en deze coalitie?
De heer Peter de Groot (VVD):
De VVD doet helemaal niets af aan hetgeen we hebben afgesproken. Die afspraken staan. We voeren de maatregelen uit. Nij begun voeren we uit. Tegelijkertijd roep ik de staatssecretaris ook vandaag weer op om de overheidskosten van de uitvoering van het helpen van de mensen te verlagen. Daar zit namelijk nog een hele grote win, en misschien wel een win-win, als het gaat over hoeveel geld er naar de mensen gaat en het verkleinen van de verschillen die ontstaan. Het eerste resultaat dat de VVD wil zien van dit kabinet, van deze staatssecretaris, is dat ervoor gezorgd wordt dat de verschillen niet groter, maar kleiner worden. Ik wil nog een keer als laatste in deze beantwoording het volgende benadrukken. Ik was afgelopen juni samen met mevrouw Beckerman in Groningen. Zij refereerde al aan die verschrikkelijke verhalen die door je ziel snijden. De VVD wil ook dat de staatssecretaris — en ik weet zeker dat hij die verhalen ook kent — als eerste begint met dat direct oplossen. Daar heb ik hem ook toe opgeroepen.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Bushoff.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ja, voorzitter, tot slot. Ik was ook bij dat bezoek en ik hoop ook dat die verhalen, die schrijnende situaties, zo snel mogelijk worden opgelost. Ik ben het ook eens met de VVD dat we moeten kijken of die overheadkosten verlaagd kunnen worden. Maar daarnaast zou het best kunnen dat naast de bestaande afspraken die gemaakt zijn er nog meer nodig is om bijvoorbeeld uitvoering te geven aan de commissie-Van Geel. Is de bereidheid er dan ook bij de VVD om inderdaad dat te doen wat nodig is, om uitvoering te geven aan bijvoorbeeld de commissie-Van Geel om die ongelijkheid in Groningen aan te pakken?
De heer Peter de Groot (VVD):
Wij onderschrijven de conclusies die getrokken worden in de commissie-Van Geel. Daar hoeven we niet over te debatteren. Alleen u koppelt daar — ik zeg het maar even vrij, zoals ik het zelf zou willen zeggen — direct 1 miljard euro extra aan. Zover is de VVD nog niet, want er valt nog veel te winnen binnen het beschikbare budget. Dat blijft nu hangen bij de overheid. Dat moet naar de mensen toe. Daarna praten we verder.
Mevrouw Beckerman (SP):
De heer De Groot heeft het over zorgvuldigheid en goede communicatie. En in de een-na-laatste interruptie als antwoord op de heer Bushoff zei de heer De Groot: we doen niets af aan de afspraken die zijn gemaakt. Dan wil ik dat toch even naast het hoofdlijnenakkoord leggen. Want als je daar schrijft — dat is je communicatie — "geen Gronings gas meer" en je wilt zorgvuldig zijn en je wilt niks afdoen aan de beloftes die je hebt gedaan, dan is de conclusie vandaag toch glashelder? Geen Gronings gas meer.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik denk dat u aan mij vraagt of ik dat dan ook op die manier interpreteer. Dat doe ik niet. Ik was niet persoonlijk aanwezig toen dat stukje vorm kreeg, maar ik heb van de opstellers van het hoofdlijnenakkoord teruggekregen dat het gaat over het Groningenveld. U kunt wellicht de heer Vermeer daar straks nog meer over vragen, want ik weet zeker dat hij bij veel van die gesprekken wel aanwezig is geweest. Maar voor de VVD betreft die zin het Groningenveld. Ik weet even niet meer of het vorige week was of de week daarvoor, maar ik was bij de mondelinge vraag daarover. Toen werd ook al geschetst dat dat over het Groningenveld gaat en over de afspraken die daaromheen gemaakt zijn.
De voorzitter:
Een vervolgvraag, mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dan staat er dus weer een verbroken belofte in zo'n akkoord. Want er staat echt letterlijk: geen Gronings gas meer. Maar u verwees naar de heer Vermeer. Dat is wel interessant. Want op 6 maart jongstleden dienden de heer Bushoff en ikzelf een motie in om te stoppen met de gaswinning uit Warffum. Dat was 6 maart. Het werd weggestemd. We kregen maar weinig stemmen. Maar de heer Vermeer van de BBB stemde voor die motie. Dat is vandaag een beetje mijn strohalm, want we zien dat partijen nu dus wel draaien.
De voorzitter:
En uw vraag is?
Mevrouw Beckerman (SP):
Mijn vraag is of de VVD, als zij verwijst naar de heer Vermeer, daar ook naar wil luisteren. De BBB was wel tegen de winning in Warffum, in ieder geval op 6 maart. Helpt dat dan nog? We zouden toch meer ruimte laten aan de Kamer om eigenstandig afwegingen te maken? U heeft gehoord wat dit doet in Groningen. Zorg er dan voor dat we het niet opnieuw doen.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik denk dat dit hele pleidooi past bij hoe wij kijken naar het feit dat dingen veilig moeten gebeuren. U noemt wat in het hoofdlijnenakkoord staat een gebroken belofte. Ik heb aangegeven wat mijn interpretatie van het hoofdlijnenakkoord is, en dan is het geen gebroken belofte. Dat wil ik toch even aangeven. En ik ga straks zeker weten heel erg aandachtig luisteren naar de heer Vermeer.
De voorzitter:
Ik zie dat er geen verdere interrupties zijn. Ik dank de heer De Groot voor zijn inbreng namens de VVD en nodig mevrouw Vedder uit voor haar inbreng namens het CDA.
Mevrouw Vedder (CDA):
Dank, voorzitter. De Staat van Groningen: dat is de titel van het debat van vandaag. Wij in de plenaire zaal weten dan direct dat we het hebben over een soort jaarverslag waarover we dienen te debatteren. Maar als je een stapje terugdoet en de woorden "de Staat van Groningen" tot je door laat dringen, dan zijn dat woorden die diepe emotie oproepen. We hebben een enorme groep mensen zo lang in de steek gelaten, terwijl ze altijd gelijk hebben gehad, dat het nu nodig is om jaarlijks stil te staan bij de vraag in welke staat Groningen verkeert. Het is diep verdrietig dat dat nodig is.
Het is diep verdrietig dat de hele gewone mensen die ik ontmoet bevingsexpert moeten worden om hun recht te halen. Het is diep verdrietig dat de boeren die ik spreek, over het algemeen stoere mensen die al generaties gewend zijn om met onvoorspelbaarheid en tegenslag om te gaan, breken als ze over hun problematiek vertellen. Het is vooral diep verdrietig dat uit onder andere de parlementaire enquête blijkt dat veel jongeren zich afvragen of er voor hen wel perspectief is in Groningen. Het is verdrietig dat kinderen zich afvragen of ze eigenlijk wel in de provincie willen blijven wonen waar ze zijn opgegroeid. In het rapport van de Kinderombudsman "Als je het ons vraagt" is geconstateerd dat Groningse kinderen het vaakst hun leven een onvoldoende geven en dat dit percentage ruim boven het landelijk gemiddelde ligt. Voor het CDA is het belangrijk dat bij het inlossen van de ereschuld die wij hebben in Groningen nadrukkelijk wordt gekeken naar het bieden van toekomstperspectief voor kinderen en jongeren. De toekomst van Groningen begint bij een toekomst voor kinderen. Wat ons betreft wordt er dan ook een indicator opgenomen in de Staat van Groningen om te monitoren hoe het perspectief voor Groningse kinderen en jongeren zich ontwikkelt. Ik hoor heel graag hoe de staatssecretaris daarnaar kijkt.
Voorzitter. Dan wil ik het hebben over de zwaarst gedupeerden. Met de maatregelen uit Nij begun proberen we de schadeafhandeling voor zo veel mogelijk mensen milder, menselijker en makkelijker te maken. Maar juist de mensen met de zwaarste schade worden met deze maatregelen nog niet bereikt. Bij huizen die alle aardbevingen hebben meegemaakt is de limiet van €60.000 vaak te laag. Mensen worden geconfronteerd met het pijnlijke proces van eindeloze onderzoeken en onzekerheid. Dit terwijl het juist bij deze woningen in de kern van het bevingsgebied overduidelijk is dat de schade natuurlijk is veroorzaakt door gaswinning. Achter de breed aangenomen motie van het CDA destijds om die grens op te rekken van €40.000 naar €60.000 zat een diepe wens om zo veel mogelijk gedupeerden te verlossen van de emotionele impact en de mentale last van de bureaucratie, met een stukje begrip voor het feit dat je toch ergens een grens moet trekken. Maar ik begin me hoe langer hoe meer te ergeren aan het feit dat juist de mensen die onze hulp het hardste nodig hebben, toch nog weinig merken van "milder, menselijker en makkelijker". Hoe kijkt de staatssecretaris hiernaar? Kan hij wellicht in kaart brengen wat het zou betekenen om die grens van €60.000 voor causaliteit los te laten, bijvoorbeeld in de vijf gemeenten die het hardst geraakt zijn door aardbevingsschade?
Voorzitter. Dan onuitlegbare verschillen. Ook het CDA vraagt zich af waarom er zo weinig opvolging wordt gegeven aan het rapport-Van Geel. Waarom gaat het allemaal zo langzaam? Hoe gaat de staatssecretaris dit oppakken? Kunnen we voor morgen iets anders verwachten dan gisteren, vraag ik de staatssecretaris hoopvol. Collega's hebben al een heleboel voorbeelden van onuitlegbare verschillen genoemd. Ik voeg er graag nog een aan toe. In de versterking hebben we te maken met veranderend inzicht, veranderende normen. Daar heb ik als techneut wel begrip voor, maar daardoor hebben veel inwoners die al heel lang in de wachtstand hebben gestaan, nu toch niet of nauwelijks versterkt. Ondertussen hebben niet alleen die inwoners, maar heeft ook het huis zelf in de wachtstand gestaan, wachtend op uitgesteld onderhoud, met alle nadelige gevolgen nu van dien. Is de staatssecretaris het met ons eens dat deze mensen nu eigenlijk buiten hun schuld om met hoge kosten voor achterstallig onderhoud worden geconfronteerd? Kan de staatssecretaris deze mensen daar ook in helpen?
Voorzitter. Over de versterking heb ik het net al gehad in een interruptie bij mijn collega van NSC. Wij worstelen bij het CDA echt wel een beetje met het dilemma van de deadline van 2028. Natuurlijk vinden we veiligheid belangrijk. We snappen bijvoorbeeld ook de oproep van de Groninger Bodem Beweging om die deadline alsjeblieft niet los te laten. Wij nemen die heel serieus, maar wij nemen ook de vragen en de frustratie van de mensen in de regio serieus. Zij zeggen tegen ons: "Dwing mij nou niet om twee keer langdurig uit mijn huis te moeten. Ik snap dat ik versterkt moet worden en ik wil ook verduurzamen, maar kan het alsjeblieft niet tegelijk?" Wij horen ook ideeën uit de regio, als ik het dilemma schets van hoe we het dan met de veiligheid moeten doen. Is het niet mogelijk om inwoners zelf de mogelijkheid te geven om die keuze voor henzelf te maken? Inwoners die zo snel mogelijk hun huis versterkt willen hebben, kunnen daarvoor kiezen. Inwoners die er geen moeite mee hebben om langer te wachten als dat ze scheelt om twee keer het huis uit te moeten, kunnen ervoor kiezen om verduurzamen en versterken te combineren. Hoe kijkt de staatssecretaris naar dit dilemma? Ziet hij hier mogelijkheden voor?
Voorzitter. Als u het mij toestaat, heb ik nog twee korte vragen over datgene waar het vandaag eigenlijk over zou moeten gaan: het rapport de Staat van Groningen. Ik kijk even een jaar vooruit naar de volgende editie van de Staat van Groningen. Gaan we in de volgende editie niet alleen teruglezen hoe schadeherstel en versterking vorderen, maar gaan we ook zien of de onuitlegbare verschillen minder groot zijn geworden? En worden er ook tussendoelen gehangen aan de doelen van de economische en sociale agenda? Wat gaan we doen als we dan constateren dat we de doelen niet halen? Zijn deze indicatoren provinciale gemiddelden? Lopen we daar niet het risico mee dat we grote verschillen wegmiddelen en resultaten vertroebelen? Of worden bijvoorbeeld economische en sociale resultaten van het kerngebied apart uitgelegd?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Vedder, voor uw inbreng namens het CDA. Dan nodig ik de heer Edgar Mulder uit, die zijn inbreng komt leveren namens de PVV.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Voorzitter. 19 april 2024 was een belangrijke dag. Dat was de dag dat de gaskraan in Groningen definitief dicht ging. Het einde van een tijdperk, het einde van 65 jaar gaswinning en het begin van het inlossen van de ereschuld aan Groningen. Maar er was geen echte feeststemming in Groningen. Nog steeds niet. Mensen realiseerden zich namelijk dat de ellende nog steeds niet voorbij was en is. Er heerst na al die jaren van gebroken beloften natuurlijk cynisme en ook wantrouwen over de soms rommelige, bureaucratische schadeafhandeling.
Er zijn vandaag meer voorbeelden genoemd, maar neem bijvoorbeeld Appingedam. De ene helft van de gedupeerden kreeg eerder te horen recht te hebben op een nieuwbouwwoning, terwijl aan de overkant de woningen alleen zouden worden opgeknapt. Dat zou komen, zo zegt de Nationaal Coördinator, doordat er nu minder ingrijpende versterkingsmaatregelen nodig zouden zijn, omdat er nu minder bevingen zijn. Ondertussen is die ongelijkheid gelukkig hersteld door de woonstichting Groninger Huis. Die vindt namelijk voor de lange termijn sloop en nieuwbouw beter. Maar als de woningen in Appingedam eerder waren onderzocht, hadden die mensen dan ook eerder recht gekregen op een nieuwbouwwoning? Klopt dit, zo vraag ik de staatssecretaris. Zo ja, dan is de conclusie dat niet de schade zelf leidend is, maar het moment waarop het onderzoek of het onderzoeksrapport wordt opgeleverd. Klopt dit, vraag ik opnieuw aan de staatssecretaris. Kan hij hierop reageren? Precies door dit soort gebeurtenissen en voorbeelden wordt er in Groningen nog steeds niet feestgevierd. Zolang deze praktijken blijven bestaan, zal het wantrouwen in Groningen onverminderd groot blijven.
Naar aanleiding van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen heeft het vorige kabinet toegezegd om in de zogeheten Staat van Groningen jaarlijks verslag uit te brengen over de voortgang. Op 26 juni 2024 is het eerste rapport verschenen. Daarom staan we hier vandaag. Daarin lezen we dat het aantal afgehandelde schadegevallen jaarlijks toeneemt. Op zich is dat goed, maar er zijn nog steeds nieuwe bevingen en er komen nieuwe meldingen. Er is dus nog veel te doen.
Een van de belangrijkste maatregelen om de schadeafhandeling milder, makkelijker en menselijker te maken — het is al eerder genoemd — is de mogelijkheid voor bewoners om alle schades in één keer te laten herstellen. Het gaat dan om schadegevallen tot €60.000, zonder dat naar de oorzaak wordt gekeken. De maatregel is van afgelopen juli. Ik weet dat dat nog niet zo heel lang is, maar kan de staatssecretaris toch alvast aangeven hoe dit loopt en wat de voortgang is?
Die vraag wil ik ook stellen voor een andere belangrijke maatregel, namelijk de mogelijkheid om voor een vast bedrag te kiezen. Die maatregel is in maart begonnen. Ook daar de vraag: liggen we op schema?
Tot slot de uitvoeringskosten. Dat is eigenlijk het spook van ieder overheidsingrijpen. Dat zien we bijvoorbeeld ook heel erg bij de oplossing van de toeslagenellende. Het zijn namelijk torenhoge uitvoeringskosten. Ik snap de uitleg in het rapport waarom die stijgen. Die snap ik. Die rekensom kan ik maken. Maar ik vind het tegelijkertijd ook onacceptabel. Want ook de initiële €0,62 was al veel te hoog. Graag een reactie van de staatssecretaris over wat hij hieraan gaat doen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Voor u vertrekt, zie ik een aantal mensen naar voren komen — ik wil bijna "rennen" zeggen. De heer Bamenga was de snelste. Mevrouw Beckerman moet iets verder lopen. De heer Bamenga heeft het woord.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Gefeliciteerd, meneer Bamenga!
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel, voorzitter. En dank u wel voor bijdrage, meneer Mulder.
Zojuist hoorden wij, daar waar in het hoofdlijnenakkoord wordt gesproken over "geen Gronings gas meer", een andere interpretatie van de VVD: het gaat over het Groningenveld. Van NSC hoorden we dat het gaat over het gas. Ik wil graag weten wat de interpretatie van die ene zin in het hoofdlijnenakkoord, die wat mij betreft glashelder is, van de PVV is.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Ik heb van de onderhandelaars ook gehoord dat het over het Groningenveld gaat. Dat wordt bedoeld met die zin het hoofdlijnenakkoord. Dit weekend kunnen we in het regeerprogramma lezen of het zo is, maar ook ik heb gehoord dat het gaat over het Groningenveld.
De voorzitter:
Een vervolgvraag, de heer Bamenga.
De heer Edgar Mulder (PVV):
En nogmaals — excuus, voorzitter — de heer Vermeer is wel belangrijk en die was bij de onderhandelingen, dus we kunnen het hem zo vragen.
De voorzitter:
Maar we hebben het nu nog even over u, meneer Mulder.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Zeker!
De heer Bamenga (D66):
Ik was getriggerd, omdat de heer Mulder zojuist in zijn betoog ook sprak over het wantrouwen. Het wantrouwen is en blijft groot bij de Groningers. Op het moment dat er verschillende interpretaties zijn van een heldere tekst — geen Gronings gas meer — in het hoofdlijnenakkoord, dan helpt dat niet bij het herstel van vertrouwen. Hoe kijkt de heer Mulder daartegen aan?
De heer Edgar Mulder (PVV):
De evaluatie klopt volledig en daarom is het ook goed dat dat snel wordt opgelost. Met een of twee dagen kunnen we lezen wat er in het regeerprogramma staat. Maar nogmaals, van iedereen die betrokken was bij de onderhandelingen heb ik gehoord dat het gaat om het Groningenveld, wat in principe een-op-een gelijk wordt gesteld met Groninger gas.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Bamenga (D66):
Tot slot, voorzitter. De afgelopen weken, waarin ik mensen uit Groningen heb gesproken, merkte ik iets opmerkelijks. Bij het vertellen van hun verhalen stopten ze halverwege en gaven ze aan: wat heeft het voor zin? Wordt er überhaupt nog naar mij geluisterd? Deze mensen hebben te maken met trauma's, die bij het vertellen van het verhaal weer opgehaald worden. Deze mensen mogen wij niet in de steek laten. Op het moment dat het kabinet zo vaag doet over hele simpele bewoordingen — en wat glashelder in het hoofdlijnenakkoord is neergezet, namelijk geen Gronings gas meer — verwacht ik van de partijen die hebben deelgenomen aan de coalitie, dus ook van de PVV, dat ze deze mensen niet in de steek laten. Maar dat is precies wat de PVV nu wel doet door zo vaag te blijven en niet kordaat en meteen te handelen.
De voorzitter:
En uw vraag is?
De heer Bamenga (D66):
Ik heb geen vraag, maar ik wil wel aangeven dat het echt heel verdrietig en verschrikkelijk is dat het eerste wat het kabinet doet, het breken van beloftes is.
De voorzitter:
Dank u wel. Interrupties zijn in principe — niet eens als principe maar als uitgangspunt — bedoeld voor vragen. Ik wil wel proberen om dat te hanteren.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Het is jammer dat meneer Bamenga het op deze manier stelt, want de PVV laat niemand in de steek. We zijn hartstikke helder en ik geef ook gewoon antwoord op uw vraag en ik zeg heel duidelijk dat het over het Groningenveld gaat. Ik ben het eens met wat u zegt: we moeten goed omgaan met de mensen in Groningen. Ik ben dan wel geen portefeuillehouder voor het Groninger gas, maar ik heb wel een hele tijd de toeslagenouders en de debatten daarover mogen doen. Daar zie je in feite hetzelfde: burgers zijn ontzettend teleurgesteld en haken af. We moeten als overheid zorgen dat dat niet gebeurt, vandaar ook het rapport-Van Geel, vandaar ook dat we de gaswinning hebben gestopt waar het gevaarlijk was. Er lopen nog een aantal vergunningen die jaren geleden zijn afgegeven, onder andere door regeringen waar u in zat. Er is nu een aanvraag voor Warffum, waarover heel duidelijk is afgesproken dat dat alleen doorgang vindt als het veilig is. Daar moet nog een onderzoek naar plaatsvinden. Daarna zien we elkaar opnieuw in deze zaal om daarover te praten. Maar bij mijn weten hebben we niemand nu in de steek gelaten.
Mevrouw Beckerman (SP):
Daarover kun je van mening verschillen. Maar ik wil eigenlijk iets anders zeggen. De PVV heeft de afgelopen jaren eigenlijk altijd aan de kant van Groningen gestaan en ongelofelijk veel voorstellen aan een meerderheid geholpen. Uw voorganger op dit dossier, Alexander Kops, heeft bijvoorbeeld ons voorstel van vorig jaar, dat het niet gehaald heeft, gesteund, om die ongelijkheid aan te pakken. De woordvoerder van de PVV begon vandaag ook met die ongelijkheid, die echt gemeenschappen scheurt. Het voorbeeld uit Appingedam dat werd aangehaald, is opgelost nadat bewoners zélf in actie kwamen. Er zijn heel veel voorbeelden niet opgelost. Gaat de PVV, zo vraag ik via de voorzitter, voort in de lijn van de afgelopen jaren en gaat ze opnieuw stemmen voor het voorstel om Van Geel uit te voeren en de ongelijkheid aan te pakken?
De heer Edgar Mulder (PVV):
Ik wil even één ding rechtzetten: de heer Kops is nog steeds woordvoerder. Ik neem vandaag alleen even waar omdat hij een dubbele afspraak had, met excuus daarvoor. Maar daarom moet u het helaas met mij doen.
Verder omhelzen wij het rapport volledig. Zeker die ongelijkheid is belangrijk. Dat zag je ook bij de toeslagen. Sorry dat ik nogmaals die vergelijking trek. Ook daar heb je te maken met trajecten die op verschillende tijden begonnen zijn waar er een andere uitkomst is. Dat is funest voor het vertrouwen. Dat moeten we ook voorkomen. Dat moeten we zeker in Groningen voorkomen.
De voorzitter:
Er is een vervolgvraag van mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
U hoeft helemaal geen excuus aan te bieden voor het trekken van die parallel, want die parallel is gewoon heel erg duidelijk. Het gaat inderdaad in beide schandalen om mensen die vernederd zijn, mensen die de vernieling in zijn geholpen door de overheid, die continu worden gewantrouwd. Beide schandalen bestaan nog steeds. Mijn vraag is nog iets concreter. Vorig jaar hebben collega Nijboer, die nu vervangen wordt door de heer Bushoff, en ikzelf een voorstel ingediend om daar extra geld voor vrij te maken, want dat is wel nodig. Van Geel kan niet gratis. We kunnen hier niet gratis beloftes doen en mooie woorden spreken en vervolgens maar hopen dat het goedkomt, of weten dat het niet goedkomt. Mijn vraag is als volgt. Vorig jaar steunde de PVV bij de begroting het amendement om te zorgen dat we Van Geel uit kunnen voeren en de ongelijkheid echt kunnen aanpakken. Ik vraag via de voorzitter of u nog steeds bereid bent om daar extra geld voor vrij te maken.
De heer Edgar Mulder (PVV):
We staan nog steeds achter het rapport. Nu ga ik me toch even verstoppen achter het feit dat ik geen woordvoerder ben. Ik blijf even weg van het deel achter de komma, "extra geld". Dat moet ik namelijk uitzoeken. Ik heb het in mijn bijdrage wel gehad over de verdeling van de gelden en over dat het grootste gedeelte van het geld niet bij de gedupeerden terechtkomt. Als we daar een verschil in kunnen aanbrengen, betekent dat ten opzichte van de huidige situatie in principe ook al extra geld. Nogmaals, als dat nu heel belangrijk is dan moet ik voor de tweede termijn even navraag doen bij de woordvoerder en daarop terugkomen. Maar één ding staat als een paal boven water: we steunen dat rapport-Van Geel.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
En toch is het belangrijk. Ik snap natuurlijk dat je het moet navragen als je vervanger bent. Dat snap ik allemaal. Maar weet je wat zo mooi was de afgelopen jaren? We streden eigenlijk altijd gezamenlijk tegen die inderdaad "wanstaltige bureaucratie". Boven op elke euro gaat nog steeds meer dan 70 cent naar bureaucratie. We stonden daar ook altijd als er extra geld nodig was. Je kunt namelijk niet wachten totdat het is aangepakt. Dat is zo mooi aan Van Geel. Je gaat bijna van deur tot deur vragen: wat is u aangedaan en hoe gaan we het samen oplossen? Daar moet gewoon dat geld bij. Ik wil het dus wel nu weten, omdat we geen tijd meer hebben. We hebben gewoon echt geen tijd meer, want je kunt mensen niet nog langer laten wachten. Ik hoop dus dat u het wilt navragen en dat we volgende week direct hiervoor stemmen.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Ik weet niet of we hier volgende week over stemmen. Maar volgens mij zijn we het eigenlijk al eens. De uitvoeringskosten moeten anders verdeeld worden. Het moet naar de gedupeerden gaan. Het is belachelijk dat er van iedere euro 73 cent naar de uitvoeringskosten gaat. Dat was bij de toeslagen ook het geval en dat is schandalig. Ik zit alleen even met dat kommaatje "extra geld". Dat moet ik even navragen.
De voorzitter:
Dank u wel. De stemmingen zijn inderdaad de week na Prinsjesdag. Omdat het dinsdag Prinsjesdag is, zijn er dan geen stemmingen. Mevrouw Bikker, ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Maar dinsdag liggen wel de plannen van dit nieuwe kabinet voor, ook over hoe verder invulling wordt gegeven aan het beleid rondom Groningen. Toen we als Kamer Nij begun omhelsden en toen we "koste wat kost" zeiden wat betreft het schadeherstel in Groningen, wisten we allemaal dat er nog één witte vlek in zat. Dat was het rapport-Van Geel, want daar werd nog op gestudeerd. Dat gaat om dat gelijkwaardig herstel. Ik ben zo blij dat we daarin altijd met elkaar zijn opgetrokken. PVV, SP, PvdA-GroenLinks: we stonden naast elkaar. Alleen, nu bekend is dat dat 1,8 miljard kost — want dat is het: 1,8 miljard — hoop ik van harte dat de PVV die ik ken van stevige, duidelijke uitspraken, ook stevige en duidelijke daden laat zien. Ik hoop van harte dat het in de plannen van het kabinet zit. De grootste partij is ervoor, dus laten we er gewoon eens van uitgaan dat het gaat gebeuren. Maar mocht dat niet zo zijn, kan ik dan op uw steun rekenen als er een amendement met een goed verhaal komt, ook komende woensdag of donderdag bij de Algemene Beschouwingen al? Kan ik erop rekenen dat u dan zegt: "We gaan daarin mee, want Groningen verdient koste wat kost gelijkwaardig herstel"?
De heer Edgar Mulder (PVV):
Dit is een herhaling van de vraag, alleen met veel meer complimenten mijn kant op. Het antwoord is hetzelfde: ik ga het navragen.
De voorzitter:
Ik kijk naar mevrouw Bikker voor een vervolgvraag.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Zolang er hoop is, is er leven. Net na de bijdrage was ik even bezorgd dat het langzaam maar zeker uit beeld verdwijnt, maar ik zie dat het scherp op het netvlies staat van de woordvoerder van de PVV; daar ben ik blij mee. Ik hoop dat hij zich aan zijn woorden houdt. Dan toch nog even: gaat de gaswinning in Warffum wat de PVV betreft nou wel of niet door?
De heer Edgar Mulder (PVV):
Nog meer complimenten, waarvoor dank; dit is een leuke ervaring. Warffum gaat alleen door als het veilig kan. Die rapportage wachten we af.
De voorzitter:
Tot slot mevrouw Bikker, en dan mevrouw Teunissen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Betekent de zin in het regeerakkoord dan dat alleen wordt gestopt daar waar het zeker weten onveilig is? Of hoe moet ik de zin dan uitleggen? Want ook Warffum is een zijtak van het Groningenveld. Ik raak dus compleet in verwarring over wat er nou in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken over Groningen.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Er is helemaal geen verwarring. Er wordt geprobeerd verwarring te creëren. Ook bij het vragenuur ging het erover. De zin gaat over het Groningenveld. Er is een aanvraag ingediend voor Warffum. Daar wordt naar gekeken. Als dat veilig is, dan kan dat. Als het niet veilig is, dan kan het niet. Er is geen onzekerheid en geen verwarring. Helemaal niet.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het zal wel aan mij liggen, maar er is volgens mij wel degelijk verwarring. Want de PVV zegt nu dat "geen Gronings gas" over het Groningenveld gaat. Ik ken de PVV als een partij die altijd naast de mensen uit Groningen heeft gestaan, die is opgekomen voor hun belangen. Zegt de PVV dan nu tegen de mensen in Warffum: "U hoort even niet bij dat Groningse gas. U hoort niet bij de Groningers"? Laat u ze in de steek?
De heer Edgar Mulder (PVV):
Dat is een rare voorstelling van zaken. We staan exact voor wat er in het hoofdlijnenakkoord staat. Over een of twee dagen weten we hoe de uitwerking is. Dan gaan we er opnieuw over discussiëren. De woorden van mijn collega laat ik voor haar rekening.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Maar daar schept de heer Mulder nu precies de verwarring. Hij zegt: het is duidelijk wat er in het hoofdlijnenakkoord staat. Vervolgens zegt hij dat er een interpretatie komt van wat er in het hoofdlijnenakkoord door de onderhandelaars staat, namelijk: het gaat alleen over het Groningenveld. Maar er staat heel duidelijk: "Geen Gronings gas." Ik vraag het dus nog een keer. Het vorige antwoord was ook geen antwoord op mijn vraag. Laat u de inwoners van Warffum, die wel degelijk onderdeel zijn van de provincie Groningen, in de steek?
De heer Edgar Mulder (PVV):
Ik heb hier nu vier keer op geantwoord. Dat doet de PVV niet. Dat doet de regering niet. Of het moet blijken dat er in dit weekend een ander verhaal komt. Maar tot dusver is alles duidelijk.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik doe alleen de constatering dat hier wel degelijk het risico bestaat dat er een belofte uit het hoofdlijnenakkoord wordt gebroken. Ik hoor namelijk geen duidelijk antwoord.
Mevrouw Vedder (CDA):
Ik ga na de goede interrupties van mijn collega's nog even door op een ander onderwerp dat ook in het hoofdlijnenakkoord staat, dus ik hoop dat ik naar de bekende weg ga vragen. Het gaat over de Lelylijn. Er worden in het hoofdlijnenakkoord warme woorden gesproken over de Lelylijn. Mijn NSC-collega begon er net ook al over. Hoe kijkt de PVV daar eigenlijk naar?
De heer Edgar Mulder (PVV):
Ik ben zeker geen portefeuillehouder daarop. Ik doe een heleboel debatten; dat geef ik toe. Dat is ook vaak om collega's uit de brand te helpen. Maar het is hetzelfde als met het munitiedepot: dat ligt bij Defensie en dit ligt volgens mij bij Infrastructuur.
De voorzitter:
Mevrouw Vedder, een vervolgvraag.
Mevrouw Vedder (CDA):
Ik heb er als lid van een kleine partij natuurlijk alle begrip voor dat je dubbele afspraken hebben en je debatten van elkaar moet overnemen. Ik wil toch mijn vervolgvraag stellen. U heeft natuurlijk wel een minister van uw partijkleur op IenW zitten; het zijn er zelfs twee. Als u zegt dat u zich aan het hoofdlijnenakkoord houdt, dan committeert u zich ook aan de Lelylijn. Volgens mij kunt u dat best uitspreken. Betekent dat dan ook dat het gereserveerde geld voor de Lelylijn ongemoeid blijft en bijvoorbeeld niet gebruikt wordt om de 40 miljoen te dekken die straks naar de NS gaat?
De heer Edgar Mulder (PVV):
Gaan we het straks dan ook over het buitenlands beleid of over de uitbreiding van Schiphol hebben? Ik ga hier geen debat over infrastructuur voeren.
Mevrouw Vedder (CDA):
Jammer dat ik geen antwoord krijg. Ik wacht dan vol spanning af wat er gaat gebeuren met dat geld. De reden dat ik er nu naar vraag, is dat de Lelylijn natuurlijk wel onderdeel is van het eerherstel in Groningen. We kunnen wel doen alsof dit alleen maar een IenW-onderwerp is, maar dat is een beetje kort door de bocht. Heel Noord-Nederland is nu alleen maar bereikbaar via één flessenhals. De Lelylijn speelt wel degelijk een cruciale rol in het eerherstel en in de plicht die we hebben om het herstel van de economie van Groningen aan te jagen. Ik vind het dus jammer dat mijn collega dit zo platslaat en mij doorverwijst naar zijn collega. Maar ik zal het antwoord afwachten. Ik hoop dat de PVV zich gewoon aan de afspraken houdt en dus niet aan het potje voor de Lelylijn komt.
De voorzitter:
Wilt u daar nog op reflecteren, meneer Mulder?
De heer Edgar Mulder (PVV):
Het punt is dat de Lelylijn wordt behandeld in een hele andere discussie en in een heel ander dossier. Nogmaals, u kunt me vragen stellen over het buitenlandbeleid of wat dan ook, maar het is niet aan mij om daarop in te gaan. Dat weet mevrouw Vedder best wel. Dit is een beetje een goedkope poging.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Mulder. Ik zie de volgende spreker van de zijde van de Kamer al staan. Dat is mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren. Zij is de een-na-laatste spreker.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik me uitspreken over de afwezigheid van minister Hermans. We hebben het hier uitvoerig gehad over de gaswinningvergunning voor Warffum die er nu ligt. Ik hoor partijen zeggen dat dit over leveringszekerheid gaat. Dat is allemaal al bediscussieerd tijdens de hele discussie over het dichtdraaien van de gaskraan in Groningen. Er zijn drie aardbevingen in Warffum geweest die toe te schrijven zijn aan de gaswinning. Maar dan hoor ik hier toch partijen zeggen dat we het allemaal nog maar even moeten bekijken. Ik vind dat stuitend. Ik vind het ook stuitend dat de minister die hiervoor verantwoordelijk is, hier niet aanwezig is vandaag. Dat vind ik zeer teleurstellend.
Voorzitter. De belangen van de Groningers zijn keer op keer ondergeschikt geweest aan de economische belangen van de gaswinning. Ook de hersteloperatie verloopt allesbehalve voorspoedig. Dit kabinet heeft de mond vol van goed bestuur en zou het vertrouwen van Groningers terug willen winnen. Tot mijn grote verbazing zag ik bij het lezen van het hoofdlijnenakkoord dat er geen extra geld is gereserveerd voor de hersteloperatie. Hoe denkt de staatssecretaris dan wel serieuze verbetering en versnelling aan te brengen in de hersteloperatie, gezien alle signalen die we krijgen over vertraging? Welke belofte kan de staatssecretaris hier doen aan de Groningers die al zo veel jaren wachten op gerechtigheid? Is de staatssecretaris bereid om het rapport van de commissie-Van Geel volledig te omarmen om die ongelijkheid weg te nemen? Hoe gaat hij dit rapport oppakken?
Voorzitter. Dan wil ik het hebben over de belofte "geen Gronings gas meer" in het hoofdlijnenakkoord. Ik weet dat deze staatssecretaris Groningen goed kent. Ik wil toch het volgende vragen: ziet hij Warffum, maar bijvoorbeeld ook Bedum, Munnekezijl en Lauwersoog niet als Groningen? Daar wordt namelijk tot op de dag van vandaag gas gewonnen. Er wordt op dit moment gekeken naar een verlenging van acht jaar van de winningsvergunning in Warffum. Omwonenden zitten in onzekerheid over de vraag wat dit zal betekenen voor de veiligheid en voor hun huizen. Ik ken mensen in Warffum en in andere delen van Groningen. Daar zit geen verschil tussen wat betreft onzekerheid. Daar zit geen verschil tussen wat betreft de angst bij mensen over wat er gaat gebeuren. Het vertrouwen van mensen in het idee dat de overheid er voor hen staat, is bij beide afwezig.
Voorzitter. Omwonenden zitten in onzekerheid over de vraag wat dit zal betekenen voor hun veiligheid. Nogmaals, ik vind het stuitend dat de regering daar nu geen duidelijkheid over geeft en niet duidelijk nee zegt tegen Shell en Exxon door te zeggen: "Jullie hebben zo veel schade aangericht. Jullie zijn een rechtszaak gestart om nog even de laatste centen eruit te halen. Wij zeggen hier gewoon heel duidelijk nee en komen op voor de belangen van de Groningers." Het ministerie geeft nu aan dat de gaswinning veilig is, maar dat werd ook beweerd toen het grote Groningengasveld niet veilig was. Achteraf werd duidelijk dat dat een misvatting was. Hetzelfde dreigt nu te gebeuren met Warffum. Er zijn al meerdere aardbevingen geweest in Warffum, zoals ik al heb gezegd, maar wederom worden de zorgen dus niet serieus genomen. Is de staatssecretaris bereid bij minister Hermans aan te dringen om echt te stoppen met het winnen van Gronings gas en dus zeker geen nieuwe vergunningen of verlengingen toe te zeggen? Hoe gaat hij om met de onzekerheid die mensen in Warffum nu ervaren?
Voorzitter. Een van de zaken die de Partij voor de Dieren hier misschien nog wel het meest verbaast, is dat oliegiganten Shell en Exxon een arbitragezaak startten omdat ze vonden dat de schade van Groningers wat te genereus werd gecompenseerd. Ondanks de miljarden die ze in het verleden hebben verdiend aan de gaswinning, wilden ze liever niet te veel betalen om de schade te herstellen. En nu, terwijl ze een nieuwe winningsvergunning vragen, wordt dat alsnog goed afgewogen en wordt er niet meteen nee tegen Exxon en Shell gezegd. Voormalig staatssecretaris Vijlbrief liet er geen twijfel over bestaan dat hij woest was over deze gang van zaken, over die arbitragezaak. Keer op keer bewijst de NAM dat ze geen enkel belang hecht aan de omwonenden en wat er met hen of hun huizen gebeurt, en toch overweegt het kabinet de winningsvergunning. Kan de staatssecretaris mij uitleggen waarom dit kabinet denkt dat de NAM in het vervolg meer oog zal hebben voor de schade die ze aanricht? Waarom is dit kabinet in vredesnaam bereid om nieuw financieel gewin te gunnen aan een partij die via arbitrage probeert de Staat een poot uit te draaien? De NAM heeft inmiddels toch wel duidelijk genoeg bewezen dat ze een zeer onbetrouwbare partij is die enkel geeft om haar eigen winst, ook als dit ten koste gaat van de gezondheid en de veiligheid van mensen. Graag een antwoord van de staatssecretaris.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Teunissen, voor uw inbreng namens de Partij voor de Dieren. Ik zie geen interrupties, dus ik nodig de laatste spreker van de zijde van de Kamer uit. Dat is de heer Vermeer, die het woord gaat voeren namens BBB.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Voor Groningen en Noord-Drenthe is het een historisch jaar. Na jaren van ellende, obstakels, tegenwerkingen en een overheid die de pijn en het verdriet van de Groningers negeerde, is eerder dit jaar dan echt de gaskraan dichtgedraaid. Dit markeert het definitieve einde van de gaswinning in het Groningenveld. Ieder einde markeert ook een nieuw begin, in dit geval het begin van het herstellen van de vertrouwensband tussen de getroffenen van decennia aan gasboringen en de overheid: een nij begun. Het is dan ook niet toevallig dat het plan met 50 maatregelen voor herstel deze naam draagt. Vandaag spreken we over de tussenstand. De meeste maatregelen lijken nu te lopen of staan op het punt om te beginnen, en dat is goed. Ik heb er alle vertrouwen in dat de staatssecretaris dit proces in goede banen gaat leiden. Wij zullen controleren of dat ook zo gebeurt en aan de bel trekken als wij daar een ander idee over hebben.
Voorzitter. BBB vindt het ontzettend belangrijk dat de provincies en de gemeenten actief betrokken worden in het proces en zo veel mogelijk zelf de regie in handen hebben. Ik heb in maart hiertoe een motie ingediend, die unaniem is aangenomen door de Kamer. Deze motie riep op om dialogen te starten waarin de raden en de Staten invloed hebben op de methodes en om deze dialogen als uitgangspunt mee te nemen in de verdere uitwerking van Nij begun. Ik ben benieuwd hoe de staatssecretaris hier in de nabije toekomst uitvoering aan gaat geven, waar volgens hem dit proces goed gaat en waar het volgens zijn huidige beoordelingen al beter kan.
Dan heb ik ook nog een paar vragen over de daadwerkelijke maatregelen. Bij maatregel 17 is te lezen dat de laatste voorbereidingen getroffen worden voor het instellen van een specifieke uitkering voor de gemeenten Eemsdelta, Groningen en Midden-Groningen. Wanneer verwacht de staatssecretaris dat de voorbereidingen zijn afgerond, zodat deze zogenaamde SPUK-gelden, specifieke uitkeringen, door de gemeenten ontvangen kunnen worden?
Eigenlijk heb ik ook dezelfde vraag over maatregel 18. Daarmee worden de laatste voorbereidingen getroffen voor het instellen van een specifieke uitkering voor de aardbevingsgemeenten om de middelen die zijn vrijgemaakt over te maken. Wanneer verwacht de staatssecretaris dat het extra budget daadwerkelijk uitgekeerd gaat worden, zeker — misschien is het al gebeurd; dat weet ik niet — omdat het van groot belang is dat de lokale overheden voldoende personeel kunnen aannemen om het herstel te faciliteren?
Voorzitter. Voor inwoners is het belangrijk dat de informatie over het herstel snel inzichtelijk gemaakt kan worden. Maatregel 21b gaat over het digitale portaal waarin de voortgang van de versterking beschikbaar wordt gesteld aan bewoners. Dit is al met een eerste groep gedeeld. Dit portaal zal dit jaar in fases worden opengesteld. Kan de staatssecretaris ons vertellen hoe de eerste ervaringen zijn met dit digitale portaal? Wanneer verwacht hij dat het volledig is opengesteld? En hoe zullen de fases verlopen?
Dan maatregel 49. Het is natuurlijk al schrijnend dat we zo veel maatregelen nodig hebben. Als je dit allemaal weer langsloopt, realiseer je je dat. Maatregel 49 gaat erover dat in Groningen niet alleen gas uit de grond wordt gehaald; Groningen is net zo goed een plek waar zoutwinning plaatsvindt. Dat leidt, of kan leiden, tot hinder. Door zoutwinning ontstaan er namelijk netwerken aan cavernes, met alle gevolgen van dien. Dat deze cavernes bestaan, weten we. Dat ze groter worden, weten we ook. Maar hoe groot ze precies zijn, is niet bekend. In het reces ben ik daar ook op bezoek geweest. Er leven daar echt hele grote zorgen over. Als je dan ook nog hoort hoe dat afgesloten wordt met diesel en dat soort dingen, dan gaat er wel een wereld open waarvan je niet eens wist dat die bestaat en waarvan je hoopt dat we hier nooit hoeven te constateren dat dat wellicht domme beslissingen zijn geweest. Maar we moeten allemaal gaan bekijken hoe dat uit gaat pakken. De inzichten nemen in de tijd toe. Laten we er het beste van hopen, want daar is iedereen bij gebaat. Is het mogelijk om in de gesprekken die gevoerd worden met de verschillende instanties over betere kennis van de ondergrond ook de gevolgen van zoutwinning mee te nemen, vraag ik de staatssecretaris.
Voorzitter. Dan de laatste vraag. Veel van de maatregelen die nu in uitvoering zijn, komen van de voorganger van de huidige staatssecretaris, met wie hij ongetwijfeld veel te maken heeft gehad. Hij ziet nu beide kanten van de medaille. Zijn er dingen die de staatssecretaris anders wil gaan doen vanwege zijn ervaringen in de provincie? En zo ja, wat gaat dat zijn?
Volgens mij kan ik nog een aantal interrupties verwachten vanwege wat dingen die zijn doorgeschoven door een aantal van mijn collega's, waar ik iets over zou moeten zeggen.
De voorzitter:
Ik zie inderdaad een aantal mensen klaarstaan. Mevrouw Beckerman was als eerste, dus ik geef haar als eerste het woord namens de SP.
Mevrouw Beckerman (SP):
Wij staan hier vandaag om heel concrete voorstellen te doen om Groningen en Groningers concreet te helpen. Laat ik beginnen met een compliment. Op 6 maart dienden de heer Bushoff en ikzelf een voorstel in over Warffum, vandaag al vaak genoemd. Er waren maar 46 stemmen voor, maar wel ook de stemmen van de BBB. Wij vragen u of die stemmen nog staan en of u ook nu weer wilt uitspreken dat die winning daar moet stoppen en dat het bizar is dat Shell en Exxon verlengde winning willen?
De heer Vermeer (BBB):
6 maart was tijdens de onderhandelingen over de formatie. Wij als BBB hebben daar vol overtuiging voor de motie gestemd om niet te gaan winnen in Warffum. Uit de onderhandelingen is echter gekomen, zoals ook in het hoofdlijnenakkoord is vastgelegd, dat de gaswinning in Groningen stopt. Het gaat hier om Gronings gas. Ik heb zelf bij de gesprekken daarover gezeten. De ondubbelzinnige interpretatie die ik daaraan moet geven, is dat dat gaat over het Groningenveld. Zo hebben wij dat besproken. De omschrijving "Gronings gas" is in dezen zeer ongelukkig. In de vorige periode werd daar altijd zo over gesproken, maar zoals de heer De Groot en de heer Mulder al aangaven, is in die gesprekken zelf nadrukkelijk gepraat over het Groningenveld en niet over andere kleinere velden die ook in de provincie Groningen actief zijn, of over de gasopslag in Grijpskerk et cetera.
Mevrouw Beckerman (SP):
O nee. Sorry, nee. Wacht even. 6 maart. U zegt ook: vol overtuiging daarvoor gestemd. En u houdt een heel verhaal over dat regeerakkoord. Sorry. Wat betekent dit nu concreet? Ik was hoopvol vandaag. Ik zie hier collega's ook van NSC … Ik zie de hoop niet. Ik dacht dat het niet zou gaan gebeuren dat we Shell en Exxon weer gunnen dat ze acht jaar langer gas kunnen winnen. U heeft vol overtuiging op 6 maart daarvoor gestemd. Ik hoopte vandaag zo dat er een meerderheid in beeld kwam om daarmee te stoppen. Zeg alsjeblieft nee.
De heer Vermeer (BBB):
Wij hebben onderhandelingen gevoerd in de formatie en in onderhandelingen kun je niet alles binnenhalen wat je wilt. De verkiezingsuitslag is niet dat wij als BBB 76 zetels hebben binnengehaald maar 7. Dat betekent dat je moet onderhandelen, dat je toch ja moet zeggen tegen pijnlijke maatregelen in het kader van het grotere geheel. Dat betreft niet alleen dit punt over Warffum, maar ook het punt over salderen en het punt dat ik afgelopen week moest verdedigen bij hoteliers over de btw op hotels en logies. Samen een coalitieakkoord sluiten is niet alleen dingen bereiken, maar dat is ook pijn lijden en met pijn in je buik bepaalde onderwerpen verdedigen. Wel vind ik het fair om uit te leggen hoe zoiets gaat en wat daarvan de uitkomst is. Laten we daar heel duidelijk over zijn. Overigens was ook het team van NSC bij die onderhandelingen, dus wij zullen het daar ongetwijfeld nog over hebben na dit debat.
De voorzitter:
Tot slot op dit punt, mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dit doet echt pijn, inderdaad. Een van de conclusies van de parlementaire enquête over de gaswinning was dat de Kamer te weinig het verschil had gemaakt. Een van die mooie beloftes in dat coalitieakkoord was dat de Kamer vaker het verschil zou moeten kunnen maken. We krijgen hier omstandige uitleg over het coalitieakkoord. Maar waarom maken we als Kamer niet het verschil, zo vraag ik de heer Vermeer. Als het ons al buikpijn geeft, denk dan eens na over hoeveel pijn het in Groningen doet als je nu weer zo'n belofte gaat breken. Dus vraag ik aan de heer Vermeer het volgende. Is die beloofde ruimte er nog, die de Kamer zou krijgen nadat we in verschillende parlementaire enquêtes hebben gehoord dat de Kamer die ruimte ook echt moet nemen?
De heer Vermeer (BBB):
Wij zullen alleen akkoord gaan met gaswinning als er een duidelijke rapportage onder ligt die aangeeft dat dat veilig kan. Met alle respect voor iedereen, maar er zijn echt verschillen qua risico's tussen de verschillende velden. Zelfs de actiegroep in Warffum, die tegen gaswinning is, heeft op 18 augustus in het radioprogramma Dijkstra & Evenblij ter plekke aangegeven dat de risico's van gaswinning in Warffum niet een-op-een te vergelijken zijn met die in het Groningenveld. Dan nog kun je daartegen zijn. Dat snappen wij.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat het best wel wat zorgen baart dat er nu op zo'n belangrijk punt toch een heel andere houding wordt aangenomen. Ik wil de woordvoerder van de BBB nog op een ander punt bevragen. De commissie-Van Geel heeft een rapport opgeleverd over die ongelijkheid. BBB maar ook PVV waren er volmondig voor om dat te omarmen, met de bijbehorende financiële middelen. Wordt daar nu dan ook, net als op dat punt van Warffum, anders over gedacht?
De heer Vermeer (BBB):
Over dat punt is niets in het hoofdlijnenakkoord opgenomen, zoals u gezien heeft. Ik ben heel benieuwd naar het regeerprogramma, dat wij morgen krijgen, en of daar iets in staat over dit punt en, zo ja, wat. Wij hebben op 27 februari de volle steun daaraan verleend. Het is natuurlijk ook heel simpel: aangaande dingen die niet in het hoofdlijnenakkoord staan, hebben wij gewoon de vrijheid om te handelen zoals wij willen. Zo werkt dat in een coalitie. Daar is natuurlijk wel de voorwaarde aan verbonden dat wij altijd voor solide rijksfinanciën moeten zorgen. Wij zullen dus ook voor dekking moeten zorgen, maar daar ga ik graag met u naar op zoek als het niet in het regeerprogramma staat. Maar nogmaals, dat zullen wij, net als u, morgen te zien krijgen. De begrotingen zullen onder embargo zijn tot Prinsjesdag. Eerder kunnen we daar niets over zeggen.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van de heer Bushoff.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
We wachten dat natuurlijk in spanning af, maar ik hoop inderdaad van harte dat, als daar niets in staat over uitvoering geven aan Van Geel of als daar te weinig voor gereserveerd is, de ruimte die de woordvoerder van de BBB hier schetst en die de Kamer zou kunnen nemen, ook gepakt wordt door de BBB en ook door de PVV. Want dan zou er een meerderheid moeten zijn om die onuitlegbare verschillen in Groningen aan te pakken. Dus ik heb daar echt hoop op. Ik doe ook echt een beroep op u om inderdaad samen met ons, als Kamer, te kijken hoe we daarvoor voldoende middelen bij elkaar kunnen krijgen. Ik heb nog een andere vraag over die ongelijkheid, namelijk betreffende maatregel 16. U noemde zelf een heel aantal maatregelen, maar maatregel 16 noemde u niet in uw opsomming. Die gaat over de €2.500 die mensen kunnen krijgen als ze heel lang op versterkingsadvies moeten wachten. Nou zijn er ook mensen die wel een versterkingsadvies hebben gekregen, maar die nog steeds heel lang moeten wachten op de daadwerkelijke versterking. Die komen daar niet voor in aanmerking. Vindt u dat niet wat onrechtvaardig?
De heer Vermeer (BBB):
Dat klinkt inderdaad onrechtvaardig. Misschien kan de staatssecretaris dus in de beantwoording meenemen hoe de staatssecretaris daarnaar kijkt. Dan kunnen we dat meteen meenemen.
De voorzitter:
Tot slot, kort graag.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ja, tot slot. Ik constateer dan dat op het punt van Warffum en de kleine gasvelden de ruimte nog beperkt is. Dat doet pijn, maar ik hoop echt dat we dan op het punt van Van Geel en ook op het punt van maatregel 16 BBB wel aan onze zijde vinden om concrete voorstellen die we hier voor Groningen doen, toch aan een meerderheid te kunnen helpen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik weet eigenlijk niet zeker wie het eerst was, maar ik geef het woord aan mevrouw Bikker namens de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank aan de heer Vermeer voor de pijnlijke helderheid die hij schept. Ik vind het wel stoer dat hij gewoon eerlijk is over de afspraken die zijn gemaakt. Het is ongemakkelijk dat andere collega's zich achter zijn brede rug verschuilen …
De heer Vermeer (BBB):
Geen probleem.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
… maar dat is dan een compliment voor hem. Ik baal er wel van. Ik heb even overwogen om daar verder op in te gaan, maar ik ken de heer Vermeer. We hebben in januari het laatste commissiedebat over Groningen gehad. Toen heb ik hem duidelijk gehoord: ik ga, ook in de coalitie, voor de Groningers knokken voor wat ik waard ben. Ik heb gehoord dat hij rond die 1,8 miljard voor Van Geel zegt: u kunt mij benaderen; we gaan samen kijken of we een uitkomst kunnen vinden. Die handschoen pakken we als Kamer graag op, want volgens mij is dit typisch zo'n voorbeeld waarin de Kamer nu naar voren heeft te stappen. Ik vraag de heer Vermeer of hij dat ook gaat doen voor die andere punten die in Groningen zijn blijven liggen. Die zijn wel benoemd in het hoofdlijnenakkoord, of het nou gaat om de Lelylijn of de Nedersaksenlijn, maar zijn niet genoemd in de financiële bijlage of in de tabel. Dan klinkt het goed, maar de heer Vermeer is ook woordvoerder Financiën en weet heel goed wat dat betekent. Wij hopen van harte dat dit in het regeerprogramma wordt uitgewerkt, maar mocht het op deze punten voor Groningen opnieuw op een koude douche uitlopen, kan ik dan hier de uitgestoken hand van BBB vinden om hier toch klare wijn te schenken en te zeggen: ja, Groningen, wat wij opschrijven, gaan wij ook leveren?
De heer Vermeer (BBB):
Ik kan alleen maar volmondig ja op de vraag van mevrouw Bikker antwoorden. Zoals u misschien gezien hebt, is een klein detail in het hoofdlijnenakkoord dat wij zeggen dat de Lelylijn, als die er komt, moet starten in Groningen, omdat onze ervaring leert dat als iets start in de Randstad en bij Emmeloord is, het nooit afkomt als het geld dan op is. Andersom hebben wij iets meer de gedachte dat er dan meer mensen voor zullen strijden om die spoorlijn af te maken. Dat punt is er niet voor niets in gekomen. Daar kunt u ook zien dat wij de belofte die wij gedaan hebben, aan tafel gestand hebben gedaan. Dat zullen wij ook daarna doen. Dat is ook de reden waarom wij als partij graag iemand naar voren geschoven hebben om als partij toch ook voor dit moeilijke dossier, dat lang niet alleen maar tot applaus zal leiden, de verantwoordelijkheid op ons te nemen en waarom wij de heer Van Marum bereid hebben gevonden om die positie in te nemen.
De voorzitter:
Een vervolgvraag, wel ietsje korter dan de eerste vraag.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, sorry, u heeft gelijk; het was lang geleden dat we hierover een debat hadden, maar ik ga mijn best doen. Complimenten voor het juist op dit punt naar voren schuiven van een staatssecretaris. Voor de kleinste partij is dat niet de makkelijkste opdracht. Dat legt dus ook een grote verantwoordelijkheid bij de andere, grote partijen. Die hoeven niet omhoog te kijken naar het dak. Zij mogen gaan helpen om te zorgen dat we de ereschuld in Groningen daadwerkelijk oplossen. Daar ga ik ook van uit, ook als het gaat om dat rapport-Van Geel, want ik zag op dat punt wat terugtrekkende bewegingen. Laten we hopen dat dat niet gebeurt. Groningen wordt in het regeerakkoord alleen genoemd met betrekking tot de Lelylijn en het benoemen van de ernst. Ik hoop van harte dat uit de daden gaat blijken …
De heer Vermeer (BBB):
In het hoofdlijnenakkoord.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, u heeft gelijk: het hoofdlijnenakkoord. Dat lijkt, als ik de uitleg hoor, af en toe op een regeerakkoord, maar dat maakt niet uit; dat zijn woorden. Ik hoop van harte dat we in de komende weken uit de daden kunnen laten blijken dat Groningen diep in ons hart zit, maar dat deze Kamer vooral ook werk maakt van het oplossen van de ereschuld. We gaan daarmee aan de slag.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Even nog een punt over het Gronings gas. De heer Vermeer staat hier niet namens de onderhandelaars en ook niet namens het nieuwe kabinet, maar in de hoedanigheid van Kamerlid voor de BBB. Als ik het goed heb gehoord, is de nieuwe afspraak van de onderhandelaars: met Gronings gas bedoelen we het Groningenveld. Maar er staat niet dat de vergunning voor Warffum wordt afgegeven; dat staat niet in het komende regeerakkoord. Dat betekent dat dat een vrije kwestie zou kunnen zijn. Mijn vraag is dus: zit daar nog ruimte voor de BBB om daar een eigen positie in te nemen, ook met het idee dat we een extraparlementair kabinet hebben?
De heer Vermeer (BBB):
Ik vertel hier geen nieuwe afspraak. Ik geef slechts een weergave van de afspraak zoals die gemaakt is in het hoofdlijnenakkoord en waar partijen, fracties, mee akkoord zijn gegaan. Daar zal ik juist iedereen aan houden, want anders is het hele akkoord al weg voordat we begonnen zijn. Ik ben benieuwd hoe dat in het regeerprogramma uitpakt. U zult begrijpen dat u ons niet zult horen over alles daarin dat afwijkt van het hoofdlijnenakkoord, maar prima overeenkomt met ons verkiezingsprogramma. Maar wij zullen zeker terugkomen op afwijkingen.
In die regel zou u interpretatieverschillen kunnen lezen. U zou kunnen zeggen: ja, maar dat betekent niet dat het allemaal door moet gaan. Wij moeten ook gewoon eerlijk zijn naar elkaar toe. We hebben hiermee bedoeld dat het Groningenveld dichtgaat en dicht blijft, punt. We hebben met die formulering niet geprobeerd ruimte te creëren om met datzelfde regeltje ook andere projecten tegen te kunnen houden. Absoluut niet. Maar ook hier geldt weer dat veiligheid voorop staat. Dat is volledig zoals de heer De Groot ook al meldde. Wij wachten per mogelijk nieuw veld de onafhankelijke rapporten af. Als die rapporten goed vaststellen dat er geen risico op schade is, dat er veilig geboord kan worden en dat er garanties zijn die bij toch ontstane problemen per direct tot acties zullen leiden, dus dat het allemaal veilig kan, dan kunnen wij niet anders dan onze belofte in het hoofdlijnenakkoord gestand doen. Dat is dat wij op dat moment daarvoor zullen stemmen. Als het regeerprogramma daar een andere interpretatie aan geeft die beter past bij ons verkiezingsprogramma en ons eigen idee, dan zullen we dat natuurlijk aangrijpen. Maar het is nu te vroeg om dat te kunnen zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik wil ook een beroep op u doen, meneer Vermeer, om kort en bondig te antwoorden.
De heer Vermeer (BBB):
Sorry, het is complexe materie. Ik wil echt zorgvuldig zijn, want ik wil geen verkeerde verwachtingen wekken.
De voorzitter:
Uiteraard. Maar ik zou het vervelend vinden als we vandaag de staatssecretaris niet meer kunnen horen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik zou het graag nog iets simpeler willen maken. We kunnen inderdaad niet vooruitlopen op het regeerakkoord, dus laten we dat vooral ook nog niet doen. Tegelijkertijd heeft de BBB wel eerder tegen de gaswinning in Warffum gestemd. De BBB zegt nu "we moeten kijken of het veilig kan", terwijl er drie aardbevingen zijn geweest in Warffum die gerelateerd zijn aan de gaswinning. Dat is al onderzocht en geconstateerd. Uiteraard is het dan de vraag of dat dan veilig is. In ieder geval kunnen we die veiligheid niet 100% garanderen, want dat blijkt al uit de aardbevingen. Het kan zijn dat de BBB de belofte heeft gedaan om in ieder geval voor het Groningenveld de gaskraan dicht te draaien. Maar als ik het goed heb, biedt dat de BBB nog steeds alle ruimte om óók tegen de gaswinning in Warffum te zijn. Daar zijn geen concrete afspraken over. Bovendien zijn er veiligheidsrisico's.
De voorzitter:
En uw vraag is?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Sorry, voorzitter. Ook heeft de BBB al eens eerder tegen de gaswinning gestemd. Dus waarom zou de BBB nu dan opeens opschuiven?
De heer Vermeer (BBB):
Dan moet ik precies hetzelfde zeggen wat ik ook al tegen mevrouw Beckerman zei over hoe dat in elkaar zit. Uiteraard zullen wij met de kennis over de aardbevingen in dat gebied extra kritisch kijken naar wat er straks vanuit Mijnbouw voor voorstel naar de Kamer komt en wat er staat in de rapportages over de veiligheidsrisico's bij winning in Warffum. U kunt ervan uitgaan dat we daar zeer kritisch naar zullen kijken. In dit geval zijn we zeker extra kritisch omdat we daar eerder al tegen gestemd hebben.
De heer Bamenga (D66):
Dank aan de heer Vermeer, die duidelijkheid heeft gegeven over de interpretatie. We hebben namelijk verschillende interpretaties gehoord. De VVD zegt dat het gaat over het Groningenveld. NSC zegt dat ze gaan voor het einde van het gas. De heer Vermeer geeft aan dat er daadwerkelijk gesproken is over het Groningenveld en dat het een slordigheid is dat het anders op papier is komen te staan in het hoofdlijnenakkoord. Ik vind het zeer betreurenswaardig dat er juist bij zo'n onderwerp als de Staat van Groningen een dergelijke slordigheid plaatsvindt. De mensen in Groningen verdienen duidelijkheid over de toekomst. Jarenlang is gezegd dat gaswinning veilig zou kunnen, maar we hebben gezien dat het niet veilig kon. U geeft aan dat er beloftes zijn gedaan en afspraken zijn gemaakt.
De voorzitter:
En uw vraag is?
De heer Bamenga (D66):
Maar er zijn ook afspraken gemaakt en beloftes gedaan richting de Groningers. Hoe kijkt u daartegen aan?
De heer Vermeer (BBB):
We lopen nu het risico dat we iedere keer weer precies dezelfde antwoorden geven. Het is betreurenswaardig dat dit voor meerderlei uitleg vatbaar is. Dat wij daar in de laatste fase van de formatie, toen alles met stoom en kokend water ging, niet scherp op zijn geweest, betreur ik ook. Want anders had ik hier niet zo'n moeilijk verhaal hoeven te vertellen. Dan had iedereen al geweten hoe de vlag erbij hing.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van de heer Bamenga, maar wel wat korter graag.
De heer Bamenga (D66):
Ik vind het heel lastig. Ik hoor van de heer Vermeer dat er afspraken zijn gemaakt, maar tegelijkertijd heb ik de afgelopen periode gehoord hoe de coalitie wil handelen, namelijk met afstand van het kabinet, en dat ze een eigen afweging kunnen maken. De BBB heeft zich eerder uitgesproken tegen gaswinning. Gezien de moties die straks aan bod komen, hopen wij toch wel dat wij de BBB aan onze zijde kunnen treffen daar waar het gaat over een einde maken aan de gaswinning in Groningen. De mensen verdienen daadwerkelijk dat hun vertrouwen wordt hersteld. De mensen verdienen duidelijkheid.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Bamenga (D66):
De BBB is een van de partijen die dat kan bieden namens ons.
De voorzitter:
Dank u wel. Toch nog even voor de mensen thuis: het is niet dat ik zelf graag steeds wil zeggen "kom tot uw punt". Ik heb aan de voorkant besloten om u de volle ruimte te geven om veel te vragen te stellen, en om dat niet te maximeren. Maar daar heb ik ook wel een beetje uw hulp bij nodig.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat ik in een beetje pijnlijke berusting val nu duidelijk wordt dat de zin uit het hoofdlijnenakkoord, "geen Gronings gas meer", verkeerd is opgevat in Groningen en dat dit betekent dat er nog wel gewoon gas kan worden gewonnen uit de zeventien kleine gasvelden. Dat is pijnlijk. De BBB noemt het zelf ook een pijnlijke maatregel, waar zij het eigenlijk niet mee eens is, maar je moet wat geven en nemen in coalitieonderhandelingen. Mijn vraag is eigenlijk welke van de andere partijen wij moeten overtuigen om toch te zorgen dat er geen Gronings gas meer gewonnen wordt in Groningen.
De heer Vermeer (BBB):
U kunt zelf tellen, dus u kunt zelf uitrekenen welke partijen u daarvoor nodig heeft. Maar bij een hoofdlijnenakkoord in een coalitie is het gewoon simpel: als je met z'n vieren een handtekening eronder zet, dan sta je daar alle vier voor. Als er dan een liever wat anders wil, kunt u aan de ander hetzelfde vragen, maar dat kan dan alleen worden veranderd als alle vier — in dit geval — de partijen het daarmee eens zijn. Zo simpel werkt dat. Wij zijn een partij die vanaf het allereerste begin heeft gezegd dat ze verantwoordelijkheid wil nemen, ook om te regeren, ook om politiek lef te tonen om soms moeilijke besluiten te nemen. Wij moeten altijd het algemeen belang afwegen. Dat is lang niet altijd feest. Ik heb zelf ook zes jaar in de gemeente in een coalitie gezeten als fractievoorzitter van de grootste partij. Dan heb je soms ook moeilijke boodschappen te brengen, maar ik heb altijd wel ervaren, overigens ook als scheidsrechter op het voetbalveld, dat duidelijkheid uiteindelijk de meeste rust in het veld brengt en er ook voor zorgt dat we samen met elkaar verder kunnen, hoe moeilijk een besluit soms ook is.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Bushoff, en dan nog mevrouw Beckerman.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Tot slot dan. Ik waardeer het op zich: verantwoordelijkheid nemen, duidelijkheid bieden. Ik heb zelf ook heel lang in een coalitie gezeten. Ik heb zelf soms ook moeilijke boodschappen moeten brengen. Maar ik heb het ook altijd gewaardeerd dat als leden van een oppositiepartij met serieuze voorstellen kwamen, omdat inwoners van hun gemeente of in dit geval inwoners van Groningen zich ergens ernstig zorgen over maken, je er dan samen voor zorgt dat je je coalitiepartners overtuigt. Kan ik de heer Vermeer uitnodigen om samen ervoor te zorgen dat zijn andere coalitiegenoten overtuigd raken van de noodzaak om te stoppen met de kleine gasvelden in Groningen?
De heer Vermeer (BBB):
U kunt ervan uitgaan dat wij altijd zullen blijven strijden voor alle punten uit ons verkiezingsprogramma, ook al is er nu iets anders afgesproken. Maar ik wil ook wel even een winstwaarschuwing geven: dat zal nooit makkelijk zijn. Dat weet de heer Bushoff ook heel goed uit zijn eigen praktijk, want ofwel zet je dan de totale afspraak op het spel ofwel er is nieuwe informatie waardoor alle partijen zeggen: nu hebben we een nieuwe situatie; wij hebben dit punt al afgesproken, maar we moeten hier eerlijk in zijn en erop terugkomen. Datzelfde geldt voor het punt van de munitiedepots dat straks werd genoemd. Ik vind het … Mag dat, voorzitter?
De voorzitter:
Als u het kort houdt.
De heer Vermeer (BBB):
Ik snap heel goed dat als in een gebied allerlei problemen nog steeds niet opgelost zijn, je daar niet een potentieel nieuw probleem moet introduceren. Ik kan alleen maar zeggen: gelukkig zijn het zoekgebieden. Ik zou dit zoekgebied toch echt op de allerlaatste plaats zetten vanwege de omstandigheden in Groningen. Maar deze boodschap zullen we aan onze Defensiewoordvoerder meegeven.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik tot slot namens de Kamer mevrouw Beckerman het woord voor een interruptie.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik ben net heel even weggelopen, omdat het antwoord van de heer Vermeer mij raakte. Ik vroeg me af waarom. Ik weet eigenlijk wel waarom. Op het moment waarop de BBB de Kamer inkwam, hoorden we eindelijk de uitspraak dat Groningen en het toeslagenschandaal nooit waren gebeurd als we anders met elkaar om waren gegaan, als we het debat in de Kamer meer hadden gevoerd. Dat waren de woorden van de BBB. En op het allereerste moment dat het concreet wordt, hier en nu, draait de BBB. Dat maakt me eigenlijk kwaad. Ik heb een hele concrete vraag aan de heer Vermeer. We zien hem hier nu vooral staan als coalitieonderhandelaar, maar zou hij willen spreken als Kamerlid? Wat gaat er veranderen? Wat is er waar van die woorden als "extraparlementair" en van de uitspraak dat we als Kamer veel meer een rol zouden krijgen?
De heer Vermeer (BBB):
Ik kan er nu van alles over vertellen, maar ik denk dat u dat de komende tijd moet gaan zien, zodra het regeerprogramma naar buiten is gebracht. Dat zult u moeten zien uit ons handelen en onze daden in de Kamer. U moet zich realiseren dat wij staan voor ons jawoord wat betreft afspraken die wij maken met andere partijen en die nodig zijn om dit land te regeren en te zorgen dat ons land, zoals wij dat noemen, iedere dag BBBeter wordt. Daar zullen wij keihard voor knokken. Dat betekent dat je op sommige momenten hele moeilijke boodschappen moet vertellen en op andere momenten boodschappen brengt waar de vlag voor uitgaat. Ik kan het echt niet mooier maken. Ik begrijp de teleurstelling en het gevoel van mevrouw Beckerman volledig. Dit zijn geen dingen waar je makkelijk toe besluit.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ja, maar u doet het weer. U verwijst nu naar een regeerakkoord dat over een paar dagen komt. Maar, meneer Vermeer, u staat hier als Kamerlid. Wij hebben als Kamerlid een controlerende taak. Wij hebben de mogelijkheid om zelf voorstellen te doen. Het was de BBB die altijd zo gehekeld heeft …
De voorzitter:
Uw vraag is?
Mevrouw Beckerman (SP):
… dat dit soort dingen via achterkamertjes bekonkeld werden en dat Groningers daarvan de dupe waren. We hebben vier hele concrete voorstellen gedaan: geen munitiedepots, geen nieuwe gaswinning en de gaswinning sluiten, ongelijkheid aanpakken en vastlopende zaken aanpakken.
De voorzitter:
Uw vraag aan de heer Vermeer is?
Mevrouw Beckerman (SP):
Op welke van de vier kunnen we het Kamerlid Vermeer aan onze zijde vinden?
De heer Vermeer (BBB):
Zoals ik eerder heb aangegeven, gaan wij graag aan de slag met de commissie-Van Geel. Ik heb een antwoord gegeven over het munitiedepot. Ik heb een antwoord gegeven over de gaswinning, maar dat is geen fijn antwoord. Wij zullen afwachten welk voorstel met welke veiligheidsgaranties er wel of niet naar de Kamer toekomt. Echt, ik spreek hier als Kamerlid. Daarom heb ik het alleen maar over het hoofdlijnenakkoord dat wij als fractie hebben afgesproken en niet over het regeerprogramma. De tekst daarvan ken ik nog niet. Ik zal die morgen ontvangen. Ik ben heel benieuwd wat er hierover in staat. Uit wat ik uit de werkbezoeken en de persbezoeken heb vernomen, heb ik begrepen dat men voornemens is of aan het onderzoeken is om in Warffum aan de slag te gaan. Dat komt doordat daar al eerder een vergunningsaanvraag voor ingediend is. Dat heb ik begrepen en meer weet ik nog niet, net als u.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de inbreng van de zijde van de Kamer.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
De staatssecretaris heeft aangegeven ongeveer drie kwartier nodig te hebben maar ook nog te willen lunchen. Ik stel voor dat we schorsen tot 13.25 uur. Dan hebben we krap een uurtje. Dan verwacht ik u allemaal terug in de zaal en vervolgen we dit debat.
De vergadering wordt van 12.32 uur tot 13.29 uur geschorst.