Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 612 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van Verordening (EU) 2023/2631 betreffende Europese groene obligaties en optionele openbaarmakingen voor obligaties die als ecologisch duurzame obligaties op de markt worden gebracht en voor aan duurzaamheid gekoppelde obligaties (Uitvoeringswet verordening Europese groene obligaties)
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 17 oktober 2024
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand
wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Nijhof-Leeuw
Adjunct-griffier van de commissie, Van der Steur
ALGEMEEN
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de uitvoeringswet verordening
Europese groene obligaties en hebben hier een aantal vragen over.
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA zijn positief over de Uitvoeringswet verordening
Europese groene obligaties en hebben nog een enkele vraag.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de uitvoeringswet
betreffende Europese Groene Obligaties. Deze leden wensen hierover een aantal vragen
te stellen.
1. Inleiding
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA lezen in de memorie van toelichting dat
groene obligaties op dit moment slechts een fractie van de totale uitgifte van obligaties
vormen. Op welke manier zorgt de regering ervoor dat de uitgifte van obligaties verder
gaat groeien? Verwacht de regering dat de eisen om aan de verordening te voldoen het
uitgeven van groene obligaties door instellingen ontmoedigt? Wat doet de regering
om instellingen te helpen om aan de eisen te voldoen?
2. Inhoud verordening Europese groene obligaties
De leden van de VVD-fractie willen weten of de Nederlandse groene obligaties die zijn
uitgegeven dan wel nog worden uitgegeven ook (gaan) voldoen aan de voorwaarden uit
de voorliggende verordening. Hoeveel voldoen wel? Hoeveel voldoen niet? Graag ontvangen
deze leden een uitgebreid overzicht.
De leden van de VVD-fractie vinden het cruciaal dat ook kernenergie kan vallen onder
Europese groene obligaties. De leden lezen dat investeringen in duurzame economische
activiteiten vallen onder de EU-taxonomievereisten. De EP-leden zijn in 2022 akkoord
gegaan met het opnemen van nucleaire activiteiten. In hoeverre is dat hierin (maar
ook in andere wet- en regelgeving van de Europese Unie) voldoende verwerkt?
De leden van de VVD-fractie merken op dat er in het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen
dat er geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid komen (en dat bestaande koppen
zo maximaal mogelijk worden geschrapt). In de concept-uitvoeringswet wordt toch gebruik
gemaakt van één van de twee lidstaatopties. Artikel 49, vijfde lid, van de verordening
betreft de lidstaatoptie om in aanvullende sancties of maatregelen te voorzien en
hogere bestuurlijke boetes vast te stellen. Hiervan wordt gebruik gemaakt. De onderbouwing
daarvoor is in de ogen van deze leden wel enorm summier, zeker gelet op hetgeen is
opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord.
De leden van de PVV- en de VVD-fractie willen graag een uitgebreide onderbouwing waarom
van deze lidstaatoptie (ofwel een nieuwe nationale kop) wél gebruik wordt gemaakt?
De leden van de NSC-fractie vragen of het klopt dat deze verordening rechtstreekse
werking heeft. Klopt het dat deze Europese Groene Obligaties dus per 21 december 2024
aangeboden kunnen worden? In hoeverre worden deze al aangeboden, dan wel zijn er plannen
om deze aan te bieden?
Voorts vragen de leden van de NSC-fractie aan welke eisen Europese Groene Obligaties
moeten voldoen. Gaat het dan alleen om wind en zon? Of gaat het ook om warmtenetten,
WKO, warmtepompen, warmtepompen met aardwarmte, aquathermie, riothermie, houtige biomassa-
en biomestvergisters, groene waterstof, getijdenenergie en waterkrachtcentrales, CCS
en/of kernenergie?
3. Inhoud wetsvoorstel
De leden van de NSC-fractie vragen of niet elke nieuwe uitgifte van obligaties eerst
door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) moet worden goedgekeurd? Zo ja, in hoeverre
voegt deze wettelijke bepaling iets toe? Klopt het dat de AFM nu ook al de bevoegdheid
heeft om de handel in effecten te schorsen of te staken? Hoe vaak wordt hiervan gebruik
gemaakt?
Deze leden vragen ook wat de exacte rolverdeling tussen AFM en De Nederlandsche Bank
(DNB) is. Welke rol speelt de Europese toezichthouder voor dergelijke obligaties?
Welke instantie houdt er toezicht op Europese Groene Obligaties die in het buitenland
worden aangeboden?
Kan de overheid ook dergelijke Europese Groene Obligaties aanbieden? Zijn er plannen
voor dergelijke groene staatsobligaties?
De leden van de NSC-fractie vragen of het klopt dat de Belgische overheid banken probeert
te verleiden om hogere rentes aan te bieden op de spaarmarkt door staatsobligaties
aan te bieden met een (relatief) hoge rente? Klopt het dat hier veel belangstelling
voor bestaat? In hoeverre is hierdoor de spaarmarktrente in België gestegen? Waarom
geeft de Nederlandse overheid niet dergelijke (al dan niet groene) staatsobligaties
uit als stimulans voor een betere markt voor spaartegoeden?
Ten slotte vragen de leden van de NSC-fractie hoe de effectiviteit wordt gemeten van
de groene investeringen? Hoe wordt ervoor gezorgd dat de opbrengst van de investeringen
daadwerkelijk alleen aan groene projecten besteed wordt?
4. Regeldrukkosten
De leden van de PVV-fractie vragen op dit punt of er voldoende capaciteit is voor
deze uitbreiding van handhavingsbevoegdheden en wat de daarmee gemoeide kosten zijn.
5. Consultatiereacties
De leden van de PVV-fractie vragen welke criteria worden gehanteerd voor het wel of
niet openbaar consulteren.
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat er geen consultatieronde is geweest. De
AFM heeft een uitvoeringstoets uitgevoerd en heeft aangegeven dat de nieuwe bevoegdheden
en verplichtingen uitvoerbaar zijn. De leden lezen nergens dat ook DNB een dergelijke
uitvoeringstoets heeft gedaan. Waarom is dat niet gebeurd? Kan de regering in samenspraak
met DNB alsnog aangeven of het voor DNB wel of niet uitvoerbaar is?
ARTIKELSGEWIJS
BIJLAGE. TRANSPONERINGSTABEL
De leden van de VVD-fractie waarderen het dat er een transponeringstabel als bijlage
bij het concept wetsvoorstel zit. Deze leden willen weten of bij elke omzettingswet
(vanuit EU-richtlijn of verordening of anderszins) een transponeringstabel kan worden
opgenomen. Zo nee, waarom niet.
De leden van de VVD-fractie vragen wel aandacht voor de leesbaarheid van de tabel,
niet alle punten kunnen even goed worden gevolgd. Bij de lidstaatoptie artikel 49,
vijfde lid, was het bijvoorbeeld goed geweest om te verwijzen het blijkbaar bestaande
artikel in de Wft voor de bestuurlijke boete (naast alleen artikel 1:83 Wft).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
R.A. van der Steur, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.