Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
36 626 Wijziging van de Wet vrachtwagenheffing in verband met de implementatie van de herziene Europese tolheffingsregels
Nr. 4
ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 26 juni 2024 en het nader rapport d.d.25 september 2024, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 18 april 2024, no.2024000993, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de
Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging
van de Wet vrachtwagenheffing in verband met de implementatie van de herziene Europese
tolheffingsregels, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De Vice-President van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 18 april 2024, nr. 2024000993,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 26 juni 2024, nr. W17.24.00083/IV, bied ik U hierbij aan.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele redactionele wijzigingen in de memorie
van toelichting aan te brengen. Verder zijn in het wetsvoorstel de volgende correcties
aangebracht:
• Er vindt een technische aanpassing plaats van de begripsbepaling van vrachtwagen (artikel
I, onderdeel A, van het wetsvoorstel). De begripsbepaling wordt in overeenstemming
gebracht met de omschrijving in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel voor
de Wet vrachtwagenheffing2
• Om redenen van uitvoerbaarheid is in artikel 3, eerste lid, toegevoegd dat vrachtwagens
met een eendagskenteken zijn vrijgesteld van vrachtwagenheffing (artikel I, onderdeel
C, onder 1, van het wetsvoorstel). Een eendagskenteken is een bijzonder kenteken dat
wordt opgegeven voor een voertuig dat ter verkrijging van een regulier kenteken naar
en van de plaats van weging en onderzoek moet worden gereden. Dit eendagskenteken
mag alleen worden gebruikt voor de rit van en naar het keuringsstation. Het zou voor
de houder een onevenredige last zijn als hij voor deze ene rit een dienstverleningsovereenkomst
zou moeten sluiten en over de daarbij behorende boordapparatuur zou moeten beschikken.
Daarnaast zijn de verwachte aantallen laag en gaat het om korte ritten die weinig
zullen opbrengen. Ook zou het de handhaver extra werk kosten om de houder te achterhalen
bij het opleggen van een eventuele bestuurlijke boete.
• Vanwege deze toevoeging wordt een definitie van het begrip «eendagskenteken» toegevoegd
aan de begripsbepalingen in artikel 1. Ook is daaraan alsnog een definitie toegevoegd
van het begrip «handelaarskenteken». In de wet was reeds geregeld dat houders van
een vrachtwagen met een handelaarskenteken zijn vrijgesteld, maar dit begrip was nog
niet gedefinieerd.
• Het voorgestelde artikel 8, vierde lid, van de Wet vrachtwagenheffing is toegankelijker
geformuleerd (artikel I, onderdeel E, van het wetsvoorstel).
• De in de Wet vrachtwagenheffing geformuleerde bewaartermijn van gegevens na een onherroepelijke
bestuurlijke boete kan in de uitvoeringspraktijk voor problemen zorgen. Het huidige
artikel 21, tweede lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, bepaalt dat persoonsgegevens
kunnen worden bewaard totdat de bestuurlijke boete is betaald. Een bezwaar of beroep
kan echter binnenkomen na overschrijding van de gestelde termijnen, en het kan dan
nodig zijn om te beoordelen of sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Daarvoor kunnen de persoonsgegevens van de bezwaarmaker nog nodig zijn. Iets soortgelijks
geldt voor de situatie dat een bestuurlijke boete wordt kwijtgescholden. Het huidige
artikel 21, derde lid regelt dat de persoonsgegevens dan onmiddellijk moeten worden
verwijderd. Er kan echter een verzoek om of vordering tot schadevergoeding aan de
orde zijn, waarvoor de persoonsgegevens nog nodig kunnen zijn. Daarom wordt in bovengenoemde
situaties een bewaartermijn voorgesteld van vijf jaren (artikel I, onderdeel F, van
het wetsvoorstel). Daarmee wordt aangesloten op artikel 310 van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek (BW), waar is bepaald dat de rechtsvordering tot schadevergoeding verjaart
vijf jaar nadat de benadeelde bekend is geworden met de schade. Ook artikel 8:88 van
de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt een mogelijkheid om te verzoeken om schadevergoeding.
In artikel 8:93 Awb wordt voor de verjaringstermijn eveneens aangesloten bij artikel
3:310 BW.
• Als gevolg van het schrappen van artikel 21, derde lid, zijn in artikel 21 de leden
4 tot en met 6 vernummerd. Deze vernummering maakt ook een vernummering nodig van
het lid van artikel 21 waarnaar wordt verwezen in artikel 23, eerste lid, onderdeel
c.
• In de aan de Raad van State voorgelegde versie van het wetsvoorstel wordt artikel
22, eerste lid, onderdeel c, geschrapt. Dat maakt ook het schrappen nodig van artikel
22, tweede lid, onderdeel c, waarin per abuis niet was voorzien. Deze omissie wordt
nu hersteld (artikel I, onderdeel G, van het wetsvoorstel).
Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie
van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.