Stenogram : Debat regeringsverklaring
5 Debat regeringsverklaring
Vergaderjaar 2023-2024
Vergaderingnummer 91
Te raadplegen sinds
2024-09-27Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2023-2024, 91
Debat regeringsverklaring
Aan de orde is het debat over de regeringsverklaring.
De voorzitter:
Dan gaan we nu luisteren naar de achtereenvolgende fracties. Ik geef graag het woord aan de heer Timmermans van de fractie van GroenLinks-PvdA.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Dank, minister-president, voor de regeringsverklaring. Ik deel met u een passie voor sport, al moet ik toegeven dat men in mij niet meteen een marathonloper zal zien. En dan heeft men ook gelijk. Alleen, er zijn verschillende vormen van uithoudingsvermogen. Ik verzeker u dat u in de komende tijd kennis zult maken met mijn uithoudingsvermogen.
"Het is onze plicht niet om onvrede bij de mensen op te stoken, maar om gemotiveerde verontwaardiging over onrecht dat gebeurt, te kanaliseren." Deze woorden van Joop den Uyl hebben niets aan kracht ingeboet. Alleen door onrecht en misstanden te bestrijden, zorgen we ervoor dat hoop weer een kans krijgt en voorkomen we de groei van extremisme, angst en haat. Dit kabinet treedt aan op een moment dat ons land lijdt aan onzekerheid over de toekomst en waarop er diepe teleurstelling is omdat de overheid heeft gefaald. Denk maar aan de toeslagenaffaire en aan Groningen. Ondertussen stapelen de grote uitdagingen zich op. Poetin vormt een rechtstreekse bedreiging voor onze veiligheid en dat vraagt om extra investeringen in onze krijgsmacht. De klimaatcrisis zorgt voor steeds ernstigere problemen, waardoor er niet gedraald mag worden met de omschakeling naar duurzame energie. Investeringen in deze transitie nemen in de VS en Azië een hele hoge vlucht. Als ons de werkgelegenheid van de toekomst dierbaar is, zullen we snel een been bij moeten trekken. Juist als de verleiding groot is om het hier en nu voorrang te geven boven de toekomst, moeten wij de ambitie hebben goede erflaters te zijn. Net zoals wij trots zijn op onze voorouders, zouden wij graag zien dat komende generaties met trots terugkijken op hoe wij het land en de planeet voor hen hebben achtergelaten. Ik zeg tegen de minister-president: financiële degelijkheid mag dan niet de enige toetssteen zijn waaraan je de toekomst afmeet. Dat is namelijk het enige punt waarin ik hem echt naar de verdere toekomst hoorde verwijzen. Solidariteit is daarbij onmisbaar, gebaseerd op de gedachte dat ik er voor jou ben als je mij nodig hebt en ik erop kan rekenen dat je er ook voor mij zult zijn als ik hulp nodig heb. Kunnen we dat nog? Niet als thuiszorgmedewerkers horen dat hun loonsverhoging wordt teruggedraaid, terwijl mevrouw Heineken onbelast haar vermogen ziet groeien. Niet zolang de energierekening van huurders stijgt, terwijl grote vervuilers belastingvrij blijven uitstoten. Niet als onze kinderen maar vier dagen les krijgen, als er geen betaalbare woningen meer zijn, als er geen plek meer is in het verpleeghuis.
Als je hoop predikt, laat het dan in hemelsnaam geen valse hoop zijn. Als je lef wilt, heb dan ook het lef een eerlijk verhaal te vertellen. Als je trots wilt zijn, wees dan trots op wat je voor een ander kan doen. Dan is geen uitdaging zo groot, of we kunnen haar aan. Mensen met een baan die zekerheid biedt en een loon waarvan je rond kan komen staan steviger in het leven en zien de toekomst met meer vertrouwen tegemoet. Mensen die een dak boven hun hoofd hebben en weten dat er een fatsoenlijk vangnet is, staan steviger. Ik geloof erin dat mensen die het goed hebben, bereid zijn bij te dragen aan goede zorg en goed onderwijs als zij daar zelf ook de vruchten van plukken. Mensen zijn bereid om offers te brengen om de vervuiling te stoppen, mits ze zien dat de grootste vervuilers ook het meest bijdragen. Daarvoor moet de politiek het stuur van de samenleving weer in handen nemen, de lusten en lasten herverdelen en bereid zijn te investeren in doorbraken. Ik noem bijvoorbeeld investeren in goed onderwijs voor kinderen, vanaf dag één, op een publieke voorschool, in goed beroepsonderwijs, in fundamenteel onderzoek naar nieuwe ideeën en technologieën en in goede verbindingen, zoals de Lelylijn. Dat levert een samenleving op waarin de kwaliteit van het bestaan centraal staat, waarin we met een open blik naar de wereld durven kijken en waarin we weer beseffen dat diversiteit onze kracht is. Ja: onze kracht. Door de eeuwen heen zijn het de contacten, uitwisselingen, botsingen en versmeltingen met alles wat anders is die ons vernieuwing, innovatie, ontdekkingen, doorbraken, groei, welvaart en welzijn brachten. Dit is altijd gepaard gegaan met uitdagingen, soms hele forse, zoals nu. Maar "grenzen dicht" is daarop nooit het juiste antwoord geweest. Perioden van stagnatie en zelfs achteruitgang zijn meestal het gevolg van afsluiting, angst voor het vreemde en een misplaatst superioriteitsgevoel. Als hoofden en harten worden gesloten voor wie of wat anders is, volgen stagnatie en verval.
Voorzitter. De afgelopen jaren was ik soms optimistisch over de mogelijkheden een andere koers uit te zetten voor ons land. Maar aan de formatietafel viel men terug op oude ideeën. De vier partijen houden het minimumloon laag om de loonkosten te drukken. Er wordt gesneden in het onderwijs en het ambtenarenapparaat, want de publieke sector zou het probleem zijn en niet de oplossing. Tegelijkertijd vereist volgens hen onze concurrentiepositie dat we de belastingen voor de rijkste Nederlanders verlagen. En omdat je kennelijk een temperatuurstijging, als die klein is, ook niet voelt onder de douche, wordt de fossielesubsidiekraan weer opengedraaid. In mijn analyse biedt het akkoord valse hoop, omdat men doet alsof een probleem kan worden opgelost door het te ontkennen of te negeren en omdat men voorstellen doet waarvan men weet dat ze noch juridisch noch politiek haalbaar zijn. Daarin spreek ik de minister-president echt tegen. Wat in het hoofdlijnenakkoord staat over asiel en migratie is juridisch niet haalbaar. Het is in strijd met onze internationale verplichtingen, maar ook met onze nationale wetten. Daarom denk ik dat het niet helpt om altijd maar hetzelfde te blijven doen en te hopen op een andere uitkomst. Beloven om ambitieus klimaatbeleid te voeren zonder erbij te vertellen dat hiervoor zware inspanningen nodig zijn, is een vorm van vals spel. De energietransitie moet worden versneld, niet vertraagd. Het is oneerlijk als de mensen die noodgedwongen het meest hun uitstoot verminderen daarbij het minst geholpen worden, terwijl ondertussen de subsidie vooral gaat naar mensen en bedrijven die hun uitstoot vervolgens het minst terugdringen. Laten we wijken met veel tochtige huurwoningen voorrang geven bij isolatie en verduurzaming en de huur verlagen zolang het nog niet gebeurt. Graag een reactie van de minister-president.
De verwaarlozing van natuurherstel ondermijnt de toekomst van de boeren. Veevoederbedrijven, handelaren in kalfsvlees en grote chemische bedrijven die landbouwgif verkopen, hebben hier misschien geen boodschap aan. Maar voor ons moet niet hun toekomst, maar die van burgers, waaronder boeren, centraal staan.
Men doet alsof de bevolkingssamenstelling in de grote steden een probleem is, maar de Arnhemmers, de Rotterdammers en al die andere inwoners van grote steden zijn vooral bezig met de toekomst. Zeker, ze vergeten niet waar hun ouders en grootouders vandaan komen en nemen de rijkdom van die achtergrond mee. Maar hun blik is gericht op overmorgen. Beoordeel en veroordeel ze op hun afkomst, en je doet ze groot onrecht, zodanig dat ze gaan twijfelen of er voor hen wel een morgen en overmorgen is in hun eigen Nederland.
Er zijn ook keuzes die ik verstandig vind, zoals de investeringen in de kinderopvang, maar ik vrees dat ze berusten op financieel drijfzand. Wat de minister-president zei over de financiën heeft mijn zorg vergroot. Door financieel wensdenken zal er snel extra bezuinigd moeten worden op de zorg en het onderwijs. Graag hoor ik van de minister-president een inschatting van de bekende tegenvallers. Worden die gedekt in de aankomende begroting? Ook hoor ik graag of het kabinet op eigen gezag voorstellen zal doen of dat voorafgaand overleg met de partijleiders daarvoor nodig is.
Veel meer dan een radicale afslag biedt het akkoord een terugkeer naar ideeën die zijn gewogen en te licht bevonden. De onvrede wordt afgekocht met symboolpolitiek, die moet verhullen dat er weinig verandert. Lekker 130 rijden. Zogenaamd nutteloze ambtenaren ontslaan. En net zolang met de vuist op tafel slaan tot je je zin krijgt. Daarmee maken we onszelf tot gevangenen van het hier en nu. Het akkoord sluit Nederland op binnen de eigen landsgrenzen en staart zich blind op de korte termijn. De toekomst? Dat zien we dan later wel.
Voorzitter. Ik beperk me vandaag tot vier voorstellen die nu het verschil kunnen maken. Ten eerste verdienen mensen meer zekerheid, met een inkomen waarvan ze kunnen rondkomen zonder toeslagen. Daarvoor moet het minimumloon omhoog, samen met de AOW en uitkeringen, wat mij betreft naar €16 per uur. Dat kunnen we betalen met een progressieve vermogensbelasting.
Ten tweede vind ik dat we ons niet mogen neerleggen bij de armoede in ons land. Zie af van de maatregelen voor box 2, box 3, aandeleninkoop en winstbelasting. Het levert 1,5 miljard euro op, die veel beter besteed is aan armoedebestrijding.
Ten derde hoop ik dat we verdere bezuinigingen op zorg, onderwijs en sociale zekerheid kunnen voorkomen, door eerst een bijdrage te vragen van vermogenden en winstgevende bedrijven.
Ten vierde wordt het tijd dat we voorrang geven aan de volksgezondheid boven de winsten van aandeelouders. In heel Nederland lopen mensen het risico ziekt te worden door het landbouwgif glyfosaat en de lozingen van pfas. Maak hier zo snel mogelijk een einde aan voor de gezondheid van onze kinderen.
Dit zijn keuzes die ons land vooruithelpen. Ik hoor graag een reactie van de minister-president.
Terwijl dit kabinet verstoken blijft van een positief vooruitgangsidee, krijgt de denkwijze van de PVV steeds meer vat op de politiek. Wilders verwoordde het zo: Nederland wordt weer van ons. Daarmee zegt hij ook impliciet: Nederland is niet van ons allemaal. Het is afrekenpolitiek. Een afrekening met mensen die zijn visie niet delen en niet bij "zijn" Nederland horen. De boodschap wordt goed verstaan: jij mag niet meedoen, want jij hoort er niet bij. Dit is een politiek die onze slechtste kanten aanspreekt, in plaats van dat het het beste in ons naar boven haalt. Deze vorm van politiek zal ons land tot op het bot verdelen, niet als bijwerking maar als expliciet doel. Niet de verbeelding, maar de verdeeldheid is aan de macht. Het uitsluiten van bevolkingsgroepen behoort tot het fundament van de PVV-ideologie. Wilders zingt al ruim twintig jaar hetzelfde valse lied. Toen de VVD de principiële bezwaren van Rutte liet varen, zong Wilders tijdelijk een paar toontjes lager. Maar regelmatig wordt zijn ware aard hem te machtig en klinken weer de meest valse tonen. Zijn discipelen delen zijn extreme gedachtegoed en zijn daarin soms nog fanatieker. Wilders is Wilders en dat zal nooit veranderen; ik denk dat dat een van de weinige dingen is waar hij en ik het hartstikke over eens zijn. Ik zeg het nog maar eens duidelijk tegen VVD en NSC: u rijdt een Trojaans paard onze democratische rechtsstaat in.
Het is van het grootste belang dat er in het parlement brede consensus is dat we onze democratische rechtsstaat en fundamentele grondrechten moeten beschermen. Het hoofdlijnenakkoord is hier duidelijk mee in strijd. Aanvankelijk was de rechtsstaatverklaring voor NSC nog onvoldoende om regeren met de PVV mogelijk te maken. Onlangs zag ik dat de heer Omtzigt diezelfde verklaring gebruikte om eerdere uitspraken van de ministers Klever en Faber wit te wassen, terwijl beiden andere woorden kiezen maar er dezelfde denkbeelden op blijven nahouden. Ik geloof dat de minister-president en de meeste van zijn collega's kiezen voor dit ambt vanuit de ambitie om het goede te doen. Ik geloof zonder enige reserve de woorden die de minister-president daarover sprak. Ik wens hen daarbij ook veel moed en veel wijsheid toe, maar ik vrees dat zij onderschatten waaraan zij gaan meewerken.
Voor het eerst neemt een partij met extreemrechtse ideeën plaats in vak K. Daarin zitten mensen die racistische complottheorieën propageren en journalisten, rechters, wetenschappers en volksvertegenwoordigers aanvallen. Die mensen ontmenselijken moslims en vluchtelingen en maken hen verdacht door over hen te zeggen dat ze parasiteren en dat ze ziektes verspreiden. Dat is een beeld dat in de duisterste jaren van de Europese geschiedenis ook op Joden werd geplakt. Nooit, nooit mag dit gedachtegoed worden genormaliseerd, laat staan tot norm worden gemaakt. Ik hoor graag van de minister-president waarom hij heeft ingestemd met de voordracht van deze bewindspersonen. Ik ben ook benieuwd of hij daar überhaupt mee kon instemmen.
We kunnen onze open democratische samenleving alleen beschermen als we ons niet onverschillig tonen en als we ons uitspreken, maar het bleef stil. NSC en VVD sloegen vragen van zich af en de rechtsstaatverklaring verliest aan betekenis bij elke misdraging waarover zij zwijgen. Of ze schuilden onder de dekmantel van het extraparlementair programkabinet. Ze verbergen niet eens meer dat hier een ouderwets coalitiekabinet zit met nauwelijks mensen van buiten en dat aangestuurd wordt door de partijleiders. Nieuw is dat bewindspersonen geen verantwoording meer afleggen over opvattingen en uitspraken uit het verleden. Fortuyn zei ooit: ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg. Zij die zich beroepen op zijn erfenis, zetten een masker van fatsoen op en beloven om niet te zeggen wat zij echt denken, en krijgen daarmee absolutie van VVD en NSC.
De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Hoe haalt de heer Timmermans het in zijn hoofd en waar haalt hij het lef vandaan om onze mensen als racist te bestempelen? Het is nogal wat, wat u zegt. Daar klopt helemaal niets van. U heeft het over de omvolking en de omvolkingstheorieën. Inderdaad, waar sommigen van ons die term hebben gebruikt, hebben wij in een verklaring gezegd: dat hadden we niet moeten doen en daar bedoelden we helemaal geen omvolkingstheorie mee zoals die tijdens het nazisme is gebezigd. Er is gezegd dat we dat woord niet hadden moeten gebruiken en dat we dat ook niet meer zullen gebruiken. We nemen afstand van alles wat daarmee te maken heeft; dat hebben we ook gezegd. We hebben gezegd dat we ons, zoals miljoenen Nederlanders — daarom hebben we de verkiezingen gewonnen — zorgen maken over de invloed van asiel, migratie en demografie. Ga door de grote steden lopen en je ziet waar we het over hebben. Dat is legitiem. Hoe durft u, nadat onze kandidaat-bewindslieden — het zijn inmiddels bewindslieden — en ikzelf daar afstand van hebben genomen, toch door te gaan met het kwalijke frame dat wij racisten zouden zijn? Dat hoort u niet te doen. Dat mag u niet doen. U beschadigt die mensen daarmee. Wilt u zich dat realiseren?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Laat ik een paar citaten aan u voorleggen. In aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen vorig jaar sprak minister Faber over "hordes parasiterende gelukzoekers". Minister Klever zei dat asielzoekers tbc, hepatitis, polio, cholera, tyfus en andere exotische ziektes met zich meebrengen. U heeft zelf eind april nog bij CPAC in Hongarije gezegd dat het beleid van open grenzen leidt tot "verdunning van onze joods-christelijke en humanistische beschaving". Er is door mevrouw Faber ook gezegd: "We moeten niet de Nederlandse bevolking gaan inwisselen voor een islamitische bevolking". Ook zei ze: "Er wordt een agenda uitgerold van antisemitisme, terrorisme en omvolking". Dit alles onderstreept wat ik heb gezegd en ik hanteer daarvoor het begrip "racisme". U kunt zeggen wat u wilt, daar blijf ik aan vasthouden. U kunt daar staan gillen wat u wilt, ik vind dit racisme en dat zal ik blijven onderstrepen.
De heer Wilders (PVV):
Ik gil niet. Ik spreek u aan op uw eigen woorden. Wat u net allemaal heeft gezegd is geheel of voor een deel toegelicht tijdens de hoorzittingen met de bewindspersonen, toen ze nog kandidaat waren. Daar is het in een context geplaatst, ook de voorbeelden die u net noemde, zoals mevrouw Klever die het had over de ziektes die u noemt en de corona die toen speelde. Ik ga dat niet allemaal herhalen. Maar het is heel kwalijk dat u en uw partij onze mensen op iets aanspreken, terwijl wij zeggen: "Dat hadden we zo niet moeten doen en we bedoelden die context niet". We zullen het hebben over onze grote zorgen over de effecten op Nederland — en dat wordt, nogmaals, door miljoenen mensen gedeeld — van immigratie en asiel. Daar zullen we het over hebben en niet meer over die verschrikkelijke theorie.
Niemand, niet één PVV'er in de Tweede Kamer, in het kabinet, in Nederland, heeft iets met racistische nazitheorieën. Wij zijn hier in dit huis zo ongeveer de grootste vriend van het Joodse volk en de staat Israël. Hoe durft u ons dat in onze schoenen te schuiven? Maar het ergste is nog dat u op het moment dat wij daar iets over hebben gezegd, om politieke redenen — en puur en alleen om politieke redenen — het mes op tafel houdt en tegen die mensen zegt: "Jij deugt niet". Daarmee doet u die mensen onrecht. Daarmee maakt u gezinnen kapot. U maakt die mensen helemaal kapot, want u zegt gewoon: "Er zitten hier halve nazi's in de zaal; er zijn hier racisten in de zaal." Dat zegt u!
Als u een vent bent, dan dient u nu meteen moties van wantrouwen in en dan gaan we daar nú over stemmen, voorzitter, want ik kan dat niet boven de Kamer en boven de tafel laten hangen. U noemt niemand van ons zo, óf u gaat daar nú politieke consequenties aan verbinden! Het feit dat u dat doet terwijl mensen uitspraken hebben teruggenomen en hebben gezegd dat ze die uitspraken niet meer zullen bezigen, betekent dat u een politicus bent die geen knip voor de neus waard is. Ik neem het met trots op voor onze bewindslieden.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dat is duidelijk, maar de citaten zijn duidelijk. Ze hebben ook niet gezegd: we hebben spijt van wat we hebben gezegd. Ze hebben gezegd: we gaan andere woorden gebruiken. Mevrouw Faber heeft een andere formule gevonden om in wezen hetzelfde te zeggen. Dat het niet zo heel erg veranderd is, bleek gisteren al meteen bij de eerste interviews die gegeven werden. Als je dan ziet hoe mevrouw Faber badinerend spreekt over mensen die een hoofddoek dragen, alsof ze dat moeten doen voor de regen, of als je ziet hoe mevrouw Klever nog steeds blackface verdedigt, sinterklaas verdedigt, dan is er dus niets veranderd in dat opzicht. U moet het toch met mij eens zijn dat blackface een puur racistische benadering is van mensen met een andere kleur? Dat valt niet te ontkennen. U kunt nog tien keer interrumperen en nog tien keer vol op het orgel gaan: ik hou vast aan mijn kwalificaties, die zijn gebaseerd op citaten. Daarvan zeggen de mensen dat ze het niet meer zo zullen zeggen, maar ze hebben niet gezegd dat ze het nooit zo hadden moeten zeggen en er afstand van nemen. Uzelf en een aardig aantal van uw collega's hebben jarenlang de omvolkingstheorie verspreid. Nadat u dat jarenlang hebt gedaan, kunt u nu niet aankomen met "dat was eigenlijk een vergissinkje, we begrepen niet zo goed wat het was, we zullen het niet meer doen". Wees dan ook een vent en hou vast aan wat je altijd hebt gezegd. U spreekt mij terecht aan op wat ik in het verleden heb gezegd, maar uw ministers mogen niet meer worden aangesproken op wat zij in het verleden hebben gezegd. Een mens is ook wat hij of zij gedaan en gezegd heeft in het verleden. Daar kan je niet zomaar afstand van nemen, tenzij je daarvoor natuurlijk excuses aanbiedt, maar dat is niet gebeurd.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Wilders (PVV):
Is Zwarte Piet nou echt het beste waar u mee kunt komen? Is het nou echt het beste dat u ons racisme verwijt door te verwijzen naar wat u "blackface" noemt, dus Zwarte Piet, die bij Sinterklaas hoort? Daarover mag je van mening verschillen. Wij vinden dat het nog steeds Zwarte Piet moet zijn. Heel veel mensen in Nederland zijn dat met ons eens en heel veel mensen zijn dat met ons oneens. Volgens mij mag dat gewoon in een land. Volgens mij heeft dat niets met racisme te maken. Als u dat als voorbeeld noemt om ons in een racistische hoek te duwen, dan duwt u half Nederland in een racistische hoek. Ik zeg het u nog één keer via de voorzitter, meneer Timmermans: u moet hiermee ophouden. Want iedere keer als u dat zegt, sta ik hier om het op te nemen voor die PVV-kiezer, voor die PVV-bewindspersoon, inmiddels dienaar van de Kroon, en voor die PVV-Kamerleden. Wij zijn geen racisten. Wij hebben niets met nazitheorieën, helemaal niets. Dat hebben we honderd keer gezegd. Als u dat blijft herhalen, terwijl wij onze zorg voor de gewone Nederlander die zijn wijk ziet veranderen en verpauperen, inderdaad ook door de immigratie … Ja, in heel Europa zie je dat gebeuren. Daarom winnen partijen zoals de mijne de verkiezingen, omdat u de andere kant opkijkt, maar wij er wat over zeggen. Als u dat in de racistische hoek duwt, dan duwt u half Nederland in de racistische hoek. Degene die dan niet deugt, die onder de gordel is, die vuile, vieze politiek speelt, ben niet ik; dat bent u.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik kon in deze filippica geen vraag ontwaren, maar laat ik herhalen dat ik sta voor de woorden die ik heb gesproken. Ik laat me zeker niet via het gebrul bij de interruptiemicrofoon vertellen wat ik wel of niet mag zeggen. Het zou goed zijn geweest als u maandag de moeite had genomen om naar de Ketikotiherdenking in Amsterdam te komen. Dan had u gehoord hoe hard blackface … Er wordt in uw rangen gelachen over Ketikoti. Dat zegt al genoeg, dat zegt al genoeg. Ik ben zo blij dat minister-president Rutte, dat ons staatshoofd zich zo nadrukkelijk heeft uitgesproken over onze collectieve verantwoordelijkheid voor wat echt racisme is, dat we daar afstand van gaan nemen en dat we nog heel veel moeten leren. Ik heb zelf ook moeten leren — toen was ik allang volwassen — dat Zwarte Piet voor sommige mensen heel diep krenkend en beledigend is. Dat wist ik ook niet. Maar op het moment dat je het weet, draag je ook de verantwoordelijkheid voor de gevoelens van andere Nederlanders die daardoor gekrenkt worden. Vanaf dat moment is het belangrijk dat je ook zegt: oké, van Zwarte Piet moeten we nu afscheid nemen, dat past niet bij het moderne Nederland, dat past niet bij de gevoeligheden in de samenleving. Als je dat weigert te doen, doe je precies wat u altijd doet: bewust mensen krenken, bewust mensen pijn doen, bewust mensen in een hoek zetten. Daar komt Nederland niet mee vooruit. Dan kunt u nog honderdduizend keer uw bewindslieden verdedigen — dat is uw goed recht, en ik begrijp dat ook wel, want u deelt hun denkbeelden — maar ik neem fors afstand van die denkbeelden.
Voorzitter. Onderschat trouwens ook niet het risico dat je neemt door mensen die enorm bewonderaar van Poetin zijn tot de Trêveszaal toe te laten. Dat is Russische roulette spelen met onze nationale veiligheid.
Sinds gisteren heeft Nederland dus een door radicaal-rechts gedomineerd kabinet: een unicum in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Wij zullen hier in de Kamer en in samenwerking met het brede maatschappelijke middenveld niets nalaten om ervoor te zorgen dat het een kortstondig unicum blijft. GroenLinks-Partij van de Arbeid zal de naargeestige afrekenpolitiek bestrijden. Ja, het zal gebeuren dat wij wetsvoorstellen steunen die de solidariteit in ons land vergroten, maar verwacht van ons niet dat wij dit PVV-kabinet in het zadel zullen houden als de coalitie verdeeld is over fundamentele vraagstukken. Dit kabinet kan niet rekenen op het vertrouwen van mijn fractie. Omdat wij van oordeel zijn dat radicaal-rechts een bedreiging vormt voor de rechtsstaat. Omdat wij van oordeel zijn dat de coalitiepartijen een valse voorstelling van zaken geven over de ware aard van dit meerderheidskabinet. Omdat wij vinden dat het hoofdlijnenakkoord geen duurzame oplossingen biedt voor de problemen van onze burgers, en de belangen van aandeelhouders boven die van werkende mensen plaatst. Het kan ook niet op onze steun rekenen omdat er bewindslieden zijn die over vele jaren blijk hebben gegeven van opvattingen die in fundamentele tegenspraak zijn met de letter en de geest van onze Grondwet. Zij hebben daarvoor geen excuses aangeboden, noch daar, anders dan in woordgebruik, afstand van genomen. Dit laatste achten wij de ernstigste schending van het vertrouwen tussen Kamer en kabinet. Daarom zullen wij in tweede termijn een motie van wantrouwen indienen tegen de ministers Klever en Faber.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat laatste vind ik opmerkelijk, want als u geen vertrouwen heeft in het hele kabinet, waarom stuurt u het hele kabinet dan niet naar huis?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voor mij is het heel belangrijk dat we ons als Kamer en als individueel Kamerlid uitspreken over de positie van deze twee ministers vanwege de opvattingen die zij steeds hebben geuit, waar zij niet echt afstand van hebben genomen en waar zij geen excuses voor hebben uitgesproken. Ik kan doen wat de heer Wilders traditioneel deed: een motie van wantrouwen tegen het hele kabinet indienen. Maar dat heeft tot gevolg dat die toch echt zal worden verworpen. Ik denk dat als Kamerleden wordt gevraagd te stemmen over een motie van wantrouwen tegen deze twee ministers en zij hun geweten laten spreken, er best eens een meerderheid in deze Kamer zou kunnen zijn die zo'n motie zou kunnen dragen.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik denk het niet, maar dat zullen we morgen zien. Ik heb nog een vraag over geweten. Amsterdam kent een wethouder van uw partij, van de partij van de heer Timmermans, die al heeft gezegd: het beleid van dit kabinet ga ik niet uitvoeren. Dat is een GroenLinks-PvdA-wethouder die zegt: ik neem de telefoon niet op als die gaat. Hij is daar later iets van teruggekomen, is iets teruggekrabbeld. Maar is het niet funest voor ons bestuur, voor het gezag, als wij wethouders en bestuurders krijgen die ondermijnend te werk gaan, die gewoon zeggen: wij gaan het beleid, ook al wordt dat democratisch vastgesteld en vastgelegd, niet uitvoeren?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Het college van burgemeester en wethouders in Amsterdam gaat er met man en macht voor zorgen dat er opvang komt voor asielzoekers die nergens terecht kunnen. Zij gaan er alles aan doen om te voorkomen dat die onzalige intrekking van de Spreidingswet tot negatieve gevolgen leidt in Ter Apel en in Budel, waar men het nu al niet kan dragen. Zij gaan ervoor zorgen dat zij de consequenties van het beleid van deze coalitie, dat hele grote gevolgen heeft voor de gemeentefinanciën, zelf opvangen. Zij gaan dus gewoon voor hun burgers staan en voor hun burgers zorgen. Dat zij daarbij ook zeggen niet mee te gaan werken aan dat beleid dat er op gericht is asielzoekers in een kwaad licht te stellen, daar heb ik respect voor. Maar uiteindelijk is het natuurlijk wel zo dat ook wethouders gehouden zijn aan de wet. Ik heb hem niet horen zeggen dat hij zich niet aan de wet zou houden. Ik vertrouw erop dat het college van burgemeester en wethouders in Amsterdam — ik ben toevallig heel erg trots op wat zij voor de stad doen — het juiste zal doen en zich aan de wet zal houden.
De heer Eerdmans (JA21):
De wereld zou toch te klein zijn als minister Faber zou zeggen: ik ga gewoon niet meer bellen met GroenLinks-PvdA-wethouders in het land? Dan zou de wereld ontploffen, voor zover mogelijk. Dat zijn naar mijn idee werkweigeraars en mensen die het bestuur van Nederland eigenlijk ondermijnen, die zeggen: we zijn recalcitrant en we zetten onze eigen principes voorop. In hoeverre kunt u garanderen dat die recalcitrante bestuurders van PvdA-GroenLinks niet gewoon spaken in de wielen gaan steken? Ik vind dat niet legitiem bij vastgesteld democratisch beleid. Hoe gaat u daar dus mee om? Hoe communiceert u met deze mensen in het land, die op die manier voor frustratie kunnen zorgen bij het totale electoraat?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zoals u zelf al heeft gezegd, heeft de wethouder inmiddels al gezegd dat hij de telefoon wel zal opnemen. Daarmee is dat probleem, zoals u dat schetst, uit de wereld, denk ik. Ik heb echt bewondering voor wethouders die proberen de negatieve effecten van het kabinetsbeleid binnen het domein dat onder hun verantwoordelijkheid valt te mitigeren, te verzachten en een andere richting in te duwen, ongeacht hun politieke kleur en ongeacht de gemeente of stad waarin zij verantwoordelijkheid hebben. Dat is ook hoe zij hun democratische mandaat interpreteren. Daar heb ik geen enkel probleem mee. Maar als u die duidelijkheid van mij wilt: iedereen, ook de wethouders, moet zich aan de wet houden; dat is duidelijk.
De voorzitter:
Dank u wel. Sorry, er is nog een vraag van mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
De heer Timmermans spreekt hier grote woorden over hoe mensen zich wel en niet zouden moeten gedragen. Dat mag. Daar mogen we fundamenteel van mening over verschillen. Maar ik hoor de heer Timmermans zelf eigenlijk hetzelfde doen. Wat voor de een allemaal heel slecht is, mag de heer Timmermans wel voor een ander doen. In zijn betoog hoor ik eigenlijk dat hij, hoewel hij het niet letterlijk zei, eigenlijk impliceert dat onze boeren mensen ziek maken. De heer Timmermans heeft het over bedrijven die landbouwgif verkopen. Gif is dodelijk in een bepaalde dosis. De heer Timmermans had het erover dat glyfosaat mensen ziek maakt.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Kán maken.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
En glyfosaat is een middel waar zorgen over zijn. Daar hebben we ook debatten over. Maar om hier te stellen dat het mensen ziek maakt, terwijl het causale verband, de rechtstreekse relatie tussen glyfosaat en parkinson … We hebben daar zelf veel contact over met Bas Bloem. Hij zegt zelf dat die relatie nog niet is aangetoond. Hoe kan het dan dat de heer Timmermans andere mensen de maat neemt, terwijl als het over boeren gaat, hier eigenlijk rustig gesteld mag worden dat het gifspuiters zijn? Ik chargeer het even, zoals de heer Timmermans zelf ook doet met andere onderwerpen. Hoe kan het dat dat wel kan? Het is een feit dat boeren op die manier als gifspuiters worden neergezet en dat wordt gedaan alsof bedrijven die landbouwgif verkopen, met iets crimineels bezig zijn. Hoe kijkt de heer Timmermans daartegen aan? Er zijn heel veel boeren en tuinders hier in Nederland die met de strengste wet- en regelgeving te maken hebben en die daar op een hele goede manier mee omgaan. Zij hebben ook contacten met neurologen zoals Bas Bloem en zijn zelf met hem in gesprek. Zij zorgen voor gezond, veilig, duurzaam en betaalbaar voedsel in Nederland.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
U moet mij geen woorden in de mond leggen. U legt verbanden die ik in mijn inleiding niet heb gelegd. U citeert mij verkeerd. Ik heb gezegd dat glyfosaat mensen ziek kán maken. Dat is precies volgens de huidige wetenschappelijke stand van zaken. Ik heb mij in een vorig bestaan uitvoerig bezig moeten houden met dit onderwerp. Ik heb dat pleit toen verloren binnen de Europese Commissie, maar dit is inderdaad een discussie die nog niet is afgerond. Bovendien willen de boeren die ik ken het liefst zo snel mogelijk af van zoveel landbouwgif. Die willen het liefst verduurzamen. Die willen het liefst investeren in een duurzame landbouw. Die willen ook aan de toekomst van hun bedrijf en hun kinderen werken. Wat u doet, ook door te accepteren dat 15 miljard die klaarstond om de boeren te helpen in de transitie is geschrapt, is ze opsluiten in een vorm van landbouw die echt geen langere toekomst heeft. Daar doet u de boeren geen plezier mee, maar daar doet u Bayer en anderen die die middelen verkopen wel een plezier mee, en ook de handelaren in kalfsvlees en noem ze allemaal maar op. Maar de boer om wie het zou moeten gaan, die een essentieel onderdeel van onze samenleving is, biedt u zo geen perspectief. U zegt alleen: alles blijft bij hetzelfde. Dat vind ik valse hoop.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ten eerste sta ik hier niet in dienst van bedrijven, mocht u dat willen impliceren.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ook dat heb ik niet gezegd, mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Voorzitter, ik zou graag het woord willen houden.
Datzelfde Bayer maakt overigens ook uw paracetamolletje, hè, dat u 's avonds inneemt als u hoofdpijn heeft van dit debat. Ik zou maar gauw stoppen met iets kopen bij Bayer, want anders ondersteunt u de big pharma. Het gaat om het volgende. Hier wordt het weer een beetje zo gezegd van "ja, de boeren die ík ken". Alsof er soort van aparte groep boeren bestaat. De boeren die ik ken — en dat zijn er meer dan u er kent, zeg ik via de voorzitter tegen meneer Timmermans — …
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ongetwijfeld.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
… zijn biologische boeren, kringloopboeren, natuurboeren en daar zijn ook gangbare boeren bij. Die maken hier niet alleen voor ons, maar voor een groot deel van Europa en een deel van de wereld goed, veilig, betaalbaar en duurzaam voedsel. Dat is onder strenge regelgeving, die hier de laatste jaren is gekomen. Het feit dat er gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, heeft ervoor gezorgd dat Noordwest-Europa sinds de komst van gewasbeschermingsmiddelen nooit meer een hongersnood heeft gehad.
De voorzitter:
Gaat u naar een vraag?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja. Ik wil nog steeds van de heer Timmermans weten waarom hij in deze bewoordingen praat van "er zijn goede boeren en er zijn slechte boeren". Wat doet dát met de mensen die nu thuis aan tafel zitten te kijken en denken "ik hoor niet bij de club van meneer Timmermans en de club van GroenLinks-PvdA; ik ben dus een slechte boer"? Wilt u dat terugnemen?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Als mevrouw Van der Plas haar rol als fractievoorzitter duurzaam serieus wil nemen, als zij ook echt met ons in debat wil, dan moet ze ophouden met voortdurend de woorden te verdraaien die mensen gebruiken en voortdurend valse beelden op te roepen. Ik heb allemaal niet gezegd wat zij beweert dat ik gezegd heb. Maar ik zeg u wel één ding: door veel te veel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en door veel te veel mest die in de natuur komt, hebben we nu het slechtste oppervlaktewater van heel Europa. Als we daar niets aan doen, krijgen we grote problemen met onze drinkwatervoorziening. We kunnen ons niet permitteren om net te doen alsof er niks aan de hand is. De boeren moeten we daarin meenemen, perspectief bieden, helpen in omschakelen. Daarom is het zo tragisch dat u hebt ingestemd met het schrappen van die 15 miljard die klaarstond om boeren te helpen in die transitie!
De voorzitter:
Afrondend.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Kijk, die opmerking over die 15 miljard is populair, maar die is al debunked door onze minister van LVVN, waar u ook ongetwijfeld meer van zal horen. Maar ik hoor ook nu weer onzin van de heer Timmermans, bijvoorbeeld dat er te veel mest in de natuur komt. Te veel mest in de natuur? Lozen boeren dan gewoon mest in sloten? Is dat wat de heer Timmermans bedoelt? De enige … Voorzitter, ik zou graag …
De voorzitter:
Ssssst.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Weet je, die hoek heeft gewoon helemaal geen verstand van deze materie, dus die laat ik maar even links van mij liggen, zal ik maar zeggen.
Mest in de natuur. Weet u wie er mest in de natuur brengt en dus echt letterlijk de natuur bemest? Natuurgebieden zijn compleet aan het verschralen op sommige plekken. Dat kunt u opzoeken. Dat zijn Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Iets wat groeit, heeft voeding nodig. Iedereen met een moestuin snapt dat iets niet alleen op zonlicht en water kan groeien, maar dat je daar ook voedingsstoffen voor nodig hebt.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik raad mevrouw Van der Plas aan om zich gewoon eens even op de hoogte te stellen van de waterkwaliteit in Nederland en dan te kijken waarom die waterkwaliteit zo slecht is. Dat heeft alles te maken met nitraat. Nitraat komt in de natuur via onder andere mest.
De voorzitter:
Prima. Heel goed, dank u wel. Dan zijn we weer helemaal bij. Dan gaan we nu luisteren naar de heer Wilders van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Na de heer Wilders ga ik schorsen voor de lunch. Het woord is aan de heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Meneer de voorzitter. Wat een fantastische dag is dit vandaag. Het is gelukt! Daar in vak K ziet u het resultaat: een nieuw kabinet, een kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB. Gefeliciteerd allemaal. Laat ik daarmee beginnen. Natuurlijk wens ik in het bijzonder ook de nieuwe premier, de heer Schoof, heel veel succes toe.
Voorzitter. Heeft u het gezien? Is het u opgevallen? Negen bewindslieden in vak K zijn afkomstig van de PVV, vijf ministers en vier staatssecretarissen. Wat ben ik ongelofelijk trots op hen. Het zijn allemaal moedige mensen, die zielsveel van ons land houden, die hun hoofd boven het maaiveld durven uit te steken. Het zijn ministers en staatssecretarissen die tot op het bot gemotiveerd zijn om hun mouwen op te stropen en aan de slag te gaan voor een beter Nederland. Zij zijn samen, natuurlijk met al hun collega's van alle andere partijen, een symbool van hoop. Staat u mij toe, voorzitter, dat ik op deze feestelijke dag ook onze kiezers bedank, die ons door de jaren heen hebben gesteund.
De heer Jetten (D66):
Het is inderdaad gelukt. Na de verkiezingswinst van de PVV is er nu een kabinet met de PVV in het hart van het landsbestuur. Maar wat een ongelofelijke bende heeft de heer Wilders de afgelopen tijd gemaakt van zijn personeelsbeleid. Het was een aanfluiting, een blamage. Meerdere mensen die hij voordroeg als verkenner, als kandidaat-premier of als kandidaat-bewindspersoon moesten het veld ruimen voordat ze überhaupt waren begonnen. Wat mij vooral opviel, is dat de heer Wilders op die momenten niet voor zijn eigen mensen ging staan, dat hij ze vernederde. Verkenner Gom moest stoppen vanwege een fraudeonderzoek en werd met een simpel tweetje afgedaan. De heer Markuszower, die niet door de AIVD-screening kwam, werd met een valse tweet afgedaan. Wat zegt dat over de wijze waarop de heer Wilders zich de komende tijd zal gaan verhouden tot de belangrijkste personeelskeuze, namelijk de minister-president?
De heer Wilders (PVV):
Ik denk dat wij dat iedere keer op een fatsoenlijke manier hebben gedaan. Dat sommige punten inderdaad niet de schoonheidsprijs verdienden, bijvoorbeeld hoe het is gegaan met de heer Van Strien en anderen, kan ik niet ontkennen. Soms, als iets je niet wordt verteld, kan je het ook niet van tevoren weten, al heb je het gevraagd. Dat is zo. Ik verhoud mij op een duale manier tot de nieuwe minister-president, zoals het hoort. De minister-president zei het al toen hij de regeringsverklaring voorlas: natuurlijk is hij gebonden en voelen hij en zijn team zich ook gehouden aan het hoofdlijnenakkoord. Dat zou ook niet anders moeten zijn. Maar in de uitwerking en anderszins zullen wij de vinger aan de pols houden. Ik zal daar zo nog wat over zeggen. Maar wij leven in een duaal stelsel, dus als fractie zullen wij waar wij de ruimte hebben — hetzelfde geldt voor het kabinet — de ruimte nemen als het bijvoorbeeld gaat om zaken die niet zijn afgesproken. Dat is het mooie van dit systeem. Dat is het mooie van dit extraparlementaire kabinet. En dat zullen we ook doen. Dus ik verheug me op een goede, misschien soms stevige, maar altijd vertrouwenwekkende relatie met de nieuwe minister-president.
De heer Jetten (D66):
Ik ben erg benieuwd of dat dat zo gaat uitpakken, want terwijl de heer Wilders zegt "dat is misschien niet altijd netjes gegaan", zakte hier iemand in het PVV-vak bijna door zijn stoel heen omdat hij dit niet zo heeft ervaren in de samenwerking met u. We zagen u vorige week allerlei beloftes doen over een basislijn, die helemaal niets waard bleek te zijn: we gaan wat minder twitteren. U heeft de afgelopen weken weer lopen spuien op dat socialmediaplatform. Dat zegt wat over de ruimte die deze minister-president de komende tijd gaat krijgen. En met alle respect, de regeringsverklaring van zojuist was het voorlezen van een simpel boodschappenlijstje, van het kwartetten dat u de afgelopen tijd met z'n vieren heeft gedaan, met een totaal gebrek aan visie daarachter. Dus met welke ruimte, vanuit welke normen en waarden, mag deze minister-president straks handelen? En welke ruimte neemt de heer Wilders om daar vanuit zijn stoel op zijn Twitteraccount de hele dag commentaar op te leveren? Want als hij dat blijft doen, dan is deze minister-president niet de leider van ons land, maar de marionet van de heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Nee, deze minister-president is absoluut niet de marionet van de heer Wilders. Ik ga ook niet over wat de minister-president mag doen. Het is al belachelijk om aan mij te vragen wat de heer Schoof als minister-president van mij mag doen. Daar gaat hij zelf over. Ik controleer, net als u, als Kamer, wat hij doet. En als ik wil twitteren, dan twitter ik. En daar gaat ook weer helemaal niemand over, behalve ikzelf. En de minister-president gaat over wat hij doet. Natuurlijk zijn er afspraken gemaakt, en mocht het kabinet iets doen wat in strijd is met die afspraken, dan zullen we het kabinet daarvoor ter verantwoording roepen. En mochten wij iets doen wat in strijd is met de afspraken, dan zullen mijn partners van de andere drie coalitiepartijen hier, maar waarschijnlijk ook het kabinet, ons tot de orde roepen. Zo werkt het, zo hoort het te werken. Vrijheid in verbondenheid. Dat is hoe het werkt.
De heer Jetten (D66):
Er zijn afspraken gemaakt, maar er zijn ook over heel veel onderwerpen geen afspraken gemaakt. Ik weet één ding zeker, ook vanuit mijn ervaring als minister: morgen is de wereld anders; morgen zal dit kabinet keuzes moeten maken waarop het hoofdlijnenakkoord geen antwoord geeft. En dan is de vraag hoe u zich daartoe gaat verhouden. De afgelopen maanden laten het zien: u heeft een spoor van vernieling achtergelaten op uw personeelsbeleid. En dat belooft weinig goeds voor de ruimte die de heer Schoof gaat krijgen om zijn baan goed in te vullen.
De heer Wilders (PVV):
Nee, het is heel simpel. Wij hebben afspraken met elkaar gemaakt in het hoofdlijnenakkoord. Daar zullen wij het kabinet aan houden. Daar kunnen onze coalitiepartners ons ook aan houden. Die voeren we uit. De PVV is goed voor haar handtekening en loyaal aan dit kabinet. Maar over iets wat niet is afgesproken — het is nu al het geval dat zaken niet zijn afgesproken; ik noem het buitenlands beleid, voor een groot deel, en er zullen nog nieuwe dingen komen — zult u het onversneden PVV-geluid horen. Wen er maar aan. Dan gaan wij niet rekening houden met de gevoelens in het kabinet. Dan gaan we voluit onze eigen lijn hanteren.
De heer Dassen (Volt):
224 dagen heeft het geduurd. Het was een hobbelige weg. U zult begrijpen dat ik niet heel blij ben met dit kabinet en met wat het kabinet van plan is. Maar het valt mij op dat de heer Wilders dat ook niet helemaal lijkt te steunen. Ik zie dat omdat de heer Wilders de afgelopen tijd eigenlijk bezig is geweest met ervoor zorgen dat dit kabinet geen stabiel kabinet kan worden. Kijk naar de mensen die hij heeft voorgedragen: eerst Markuszower, daarna Faber en Klever. Niet bepaald de mensen met de hoogste integriteitsnormen. Dat zorgt ervoor dat deze hele coalitie eigenlijk al instabiel aan het worden is. Dus ik vraag aan de heer Wilders of hij eigenlijk wel wíl dat dit gaat slagen.
De heer Wilders (PVV):
Zeker, en op al de collega's van wie u de namen noemt, ben ik heel trots. Ik hoop dus dat ze in het kabinet … Ik ben er ook van overtuigd: mevrouw Klever en haar collega van Asiel, mevrouw Faber, zijn kanjers van mensen. Dat zijn geweldige bewindspersonen. U zult er versteld van staan met hoeveel passie en succes die mensen hun portefeuille zullen uitvoeren. Zij zijn het levende bewijs van hoe graag ik van deze coalitie een succes wil maken. Het tegenovergestelde van wat u zegt is het geval.
De heer Dassen (Volt):
Toch even terug. Dit vind ik een beetje een slap antwoord. Kijk naar wat de heer Wilders nu aan het doen is. De heer Jetten gaf het al duidelijk aan: een spoor van vernieling in de afgelopen maanden. En ook in de afgelopen weken. Hij kan zichzelf niet inhouden. Net ook hier weer, bij de interrupties. Maar ook als het gaat over Ketikoti, als het gaat over de islam, kan hij het niet laten om weer verder te tweeten. Ik kan me voorstellen dat de heer Omtzigt en mevrouw Yeşilgöz op een gegeven moment denken: in wat voor coalitie zitten wij? Dus ik vraag het nogmaals aan de heer Wilders: als je de hele tijd zo'n spoor van vernieling voortzet, ben je toch niet bereid om een stabiele coalitie te hebben? Dan ben je toch niet bereid om dit kabinet daadwerkelijk verder te laten komen? Dus ik vraag hem nogmaals: is hij van mening dat dit een succes gaat worden, als hij op deze manier zelf zo doorgaat? Blijft dit kabinet dan stabiel, blijft deze coalitie dan stabiel?
De heer Wilders (PVV):
Die wordt met de dag stabieler. Het tegenovergestelde van wat u zegt, is opnieuw het geval. En de voorbeelden die u noemde, van Ketikoti tot aan islam, zijn conform de afspraken. Over Ketikoti zijn geen afspraken gemaakt. En over de islam hebben we gezegd dat dat een religie is als alle andere, wat ook moslims alle rechten geeft die alle andere religies met zich meedragen, maar dat islamkritiek mag. En islamkritiek heb ik gegeven en zal ik blijven geven, iedere dag, als ik dat wil.
De heer Dassen (Volt):
Dit is de heer Wilders ten voeten uit. En dit is ook waarom ik niet begrijp waarom de heer Omtzigt en mevrouw Yeşilgöz hier in deze coalitie zijn gestapt. Het naar voren brengen van omstreden mensen. Het blijven plaatsen van kwetsende tweets, waarbij je heel duidelijk zegt: ik ben hier niet voor alle Nederlanders. Het enige waar dat voor gaat zorgen, is dat de problemen van Nederland niet worden opgelost. Want als deze coalitie instabiel blijft, dan krijgt geen enkele Nederlander een dikkere portemonnee, dan worden de wachtlijsten in de zorg niet korter, dan lossen we het klimaatprobleem niet op, dan verduurzamen we geen huizen, dan bouwen we geen huizen; dan zorgt dit er alleen maar voor dat we continu bezig zijn met de perikelen van de heer Wilders, met zijn kwetsende uitspraken, zijn kwetsende tweets. Dat brengt Nederland geen enkele steek verder.
De heer Wilders (PVV):
Zegt u nou eigenlijk dat u liever had dat ik premier was geworden?
De voorzitter:
Mevrouw Bikker.
(Hilariteit)
De heer Wilders (PVV):
Hij heeft geen antwoord!
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, voorzitter. Dat deed meneer Wilders handig. En ik wil hem vandaag gewoon feliciteren, want het is voor hem een dag waarin er een kabinet zit met steun van de PVV. Dat is veelgevraagd. In de afgelopen maanden zag ik een collega die een grote verantwoordelijkheid heeft gekregen, en die daarom ook milder was geworden. Meer een staatsman, die meer het oog had voor het hele land, wat ook passend is, denk ik, als je zo veel verantwoordelijkheid krijgt van de kiezer. Maar ik zit nu vanochtend een poosje te kijken, en ik denk: Milders is alweer Den Haag uit gefietst. Hoe ziet de heer Wilders dat in de komende tijd? Gaat hij dat hele land op het oog houden? Is dat ook iets wat hij verwacht van de bewindspersonen die hij namens de PVV heeft geselecteerd?
De heer Wilders (PVV):
Ik zit niet in het kabinet. Ik maakte net een grapje, maar wel met een kern van waarheid, naar de heer Dassen. Ik zit niet in het kabinet, ik ben geen minister-president geworden. Daar zult u mij ook niet meer over horen klagen, want dat hebben we met elkaar afgesproken. Ik zat daarbij, ik heb daarmee ingestemd. Helaas, maar ik heb er wel mee ingestemd. En in het kabinet zit je namens het kabinet voor heel Nederland. Ik zit nu in de Tweede Kamer. Ik ben nu fractievoorzitter, politiek leider, in de Tweede Kamer, en ik zal, zoals iedere fractievoorzitter dat doet, mijn partij smoel moeten geven. Onze bewindslieden in het kabinet — en nogmaals, het zijn kanjers; het zijn specialisten die ook nog met een groot politiek gevoel en motivatie het beste voor heel Nederland zullen doen — zullen toch, ook meer dan ik als grootste coalitiepartij, gebonden zijn aan compromissen — collega's noemden het al — bij het uitwerken van akkoorden of bij iets wat niet is afgesproken. De onafgesproken onderwerpen, dat zijn er misschien wel meer dan we hebben afgesproken. Wij zullen daar, met elkaar, een compromis moeten zoeken. Nou, ik hoef dat niet. Ik hoef dat minder. Ik kan vanuit de Tweede Kamer ... Dat is het gevolg, hè. Heel veel mensen hier zullen nog spijt krijgen dat ik niet premier ben geworden, want ik ga vanuit de rol die ik heb als fractievoorzitter in de Tweede Kamer het VVD-profiel vormgeven. En dat doe ik op mijn manier. En, ehm, zo zal dat ...
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Het blijft toch wel PVV?
(Geroezemoes in de zaal)
De heer Wilders (PVV):
Ja, zeker. Ah ... PVV. Híér wil ik graag excuses voor aanbieden. Freudiaans ...
(Hilariteit)
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Kijk, die staat genoteerd. Soms blijken toch ook dingen met herinneringen ... Nou, de heer Wilders heeft een goed geheugen.
Toch even terug. Want ik begrijp heel goed hoe je als fractievoorzitter in de Tweede Kamer een coalitie hebt te controleren. En ik vind het ook een hele verstandige keus, ook om kleur op de wangen te houden. Maar je hebt een verschil tussen kleur op de wangen houden, of polarisatie en haat aanwakkeren. Als ik kijk naar de keuze van de heer Wilders voor verschillende bewindspersonen in het kabinet, dan zie ik dat het daar wel wringt. Ik denk met name aan de keuze voor minister Faber. De ene dag bestempelt zij raadsleden die zeggen dat zij een azc in Hoevelaken willen als verraders. En op een andere dag — en dat is nu — zegt zij dat ze die rol gewoon als minister gaat uitvoeren. Sorry, je kan niet van tafel verschuiven en een compleet nieuwe jurk aandoen en dan zeggen dat daarmee al je opvattingen zijn veranderd. Dat bestaat niet. Dat zal de heer Wilders toch erkennen?
De heer Wilders (PVV):
Nogmaals, ik ga hier niet alle uitspraken uit het verleden van mensen recenseren. Dat heb ik u in het vorige debat ook gezegd. Dat ga ik nu ook niet doen. Ik vond het net, omdat de heer Timmermans mijn collega's de les las, gepast om even terug te meppen, maar ik ga dat nu niet doen. Ik ga niet alle uitspraken van mijn collega's recenseren, maar ik zeg u wel dat ik trots ben op mevrouw Faber. Dat zij gekozen is om dat nu te gaan doen, is geweldig. Wat een eerlijk en tegelijkertijd inlevend persoon is zij. Ja, natuurlijk heb ik gekeken naar profielen van mensen die ik als politiek leider graag in het kabinet wilde. Ik wilde graag iemand die in staat is om stevig beleid te voeren, maar ook op een fatsoenlijke manier, en dat is mevrouw Faber. Nogmaals, ik denk dat u haar ontzettend onderschat. Ik denk dat zij geweldig goed werk gaat doen. Ik heb hele hoge verwachtingen van haar. Ik denk dat zij in no time een van de populairste bewindslieden in Nederland kan gaan worden. Nogmaals, dat is een bewuste keuze geweest.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Helemaal fantastisch dat meneer Wilders allerlei lofzangen start, maar het is geen antwoord op mijn vraag. Je kan niet de ene dag aan één kant van de tafel mensen uitmaken voor verraders — en dat is wat er gebeurde — en de andere dag zeggen: als minister ga ik gewoon aan deze mensen vragen om weer mee te doen om, als de nood aan de man is, ervoor te zorgen dat er een asielzoekerscentrum komt. Je kan niet op de ene dag veroorzaken dat volksvertegenwoordigers door deze acties in de beveiliging moeten — en ik weet dat u als geen ander weet wat dat betekent — en vervolgens aan de andere kant een totaal ander standpunt innemen, namelijk: ik conformeer me aan alle dingen die we met elkaar hebben afgesproken. Dat wringt. Dat vind ik ingewikkeld. Ik vind het prachtig dat meneer Wilders met een lofzang komt, maar dit is toch wel een keuze die hij maakt. Ik vraag hem of zijn fractie dan ook gaat meebewegen. Gaan zij zich voortaan ook fatsoenlijk gedragen tegenover raadsleden die iets anders vinden dan zij of blijven zij op dezelfde manier het toneelstukje opvoeren zoals we dat nu zien gebeuren? De ene kant van de tafel vindt iets anders dan de andere kant van de tafel. Hoe zit dat met de PVV?
De heer Wilders (PVV):
U gaat niet over hoe wij ons gaan gedragen en daar ga ik hier ook geen verantwoording over afleggen, behalve dan dat wij ons houden aan het hoofdlijnenakkoord, de rechtsstaatverklaring en alles wat daarmee samenhangt. Daar zullen we ons aan houden. Hoe we ons verder gaan gedragen, gaat u verder weinig aan.
De heer Eerdmans (JA21):
In de eerste plaats mijn felicitaties aan de heer Wilders. Het is inderdaad een historisch feit: een kabinet dat een grote verantwoordelijkheid draagt voor de rechtse kiezer, die hoopt dat er dingen gaan veranderen, en ook snel. Een van die zaken is de asieldwangwet, de Spreidingswet. Er staat glashard in het hoofdlijnenakkoord dat die wordt ingetrokken. We weten allemaal dat daar wel wat spoed bij zit, want op 1 november loopt die vrijwillige fase af. Kan de heer Wilders garanderen dat gemeentes niet zullen worden gedwongen tot asielopvang?
De heer Wilders (PVV):
Het is nu aan het kabinet om dat uit te werken. Ik hoor wat u zegt, ook de spoed. We hebben een bepaalde volgordelijkheid in het hoofdlijnenakkoord afgesproken. Na het effectueren van de artikelen 110 en 111 van de Vreemdelingenwet komt de crisiswet. Onderdeel van die crisiswet is dan het intrekken van de dwangwet, zoals ik 'm noem. Hoe heet die ook alweer in het echt? De Spreidingswet. Het kabinet zal deze zomer die uitwerking moeten geven. Wat mij betreft hoe eerder hoe beter, maar wel zoals is afgesproken in het hoofdlijnenakkoord. Nogmaals, ik ben goed voor mijn handtekening. In die volgorde zal het gaan. Wat ons betreft hoe sneller hoe beter. Dat geldt voor alles wat over asiel is afgesproken.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is toch een beetje een brijantwoord. Als er gemeenten zijn die zeggen "kom maar, wij willen een azc", dan kan ik me voorstellen dat minister Faber zegt: dan doen we het. Maar stel dat er gemeenten zijn die het niet willen, die er geen azc bij willen, niet vlak bij een woonbuurt enzovoorts. Ik ken er diverse. Ik krijg die mails en die krijgt u, de heer Wilders, ook, denk ik. Dan is het toch wel logisch als zij het vertrouwen hebben in de heer Wilders en in deze ploeg dat dat azc er niet komt? Dat is volgens mij wel iets wat we graag horen. Ik vind dat de leider van de grootste partij nu wel mag zeggen: wij zijn het daarmee eens.
De heer Wilders (PVV):
Weet u, meneer Eerdmans — dat is mijn eerlijke antwoord — wij houden ons aan de wet. Zolang die dwangwet er is, is die dwangwet er en zal ook onze minister die dwangwet — die Spreidingswet; excuses — moeten uitvoeren. Dus wij zullen ons best doen om zo snel mogelijk, conform hetgeen in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken … Denk aan artikel 110 en artikel 111, de asielcrisiswet en de asielbeslisstop. Alles wat erin staat, waaronder de intrekking van die wet, zullen we moeten doen. Ik zeg nogmaals: hoe eerder die vreselijke dwangwet wordt ingetrokken, hoe beter. Maar zolang die wet geldt, geldt die wet. Wij gaan niet tegen geldende wetten in opereren. Dat kan niet. Dat zou u ook niet doen. De wet geldt zolang die geldt. Hoe eerder die is afgeschaft, hoe beter. Dan heb je ook meer ruimte.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb een voorstel. JA21 heeft een wetsvoorstel gemaakt, een voorstel om de dwangwet in te trekken. Is het een goed idee om dat samen te doen, zodat die wet voor 1 november van tafel is? Dan moeten we nog opschieten maar dan hoeven we niet te wachten op die crisiswet die volgens mij te lang gaat duren, simpelweg omdat per 1 november die vrijwillige fase afloopt en daarna dwang in beeld komt. Dan hebben we gewoon die wet niet meer nodig. Die moet weg zijn. Dus ik zou de heer Wilders willen voorstellen om samen die intrekkingswet zo snel mogelijk in te dienen.
De heer Wilders (PVV):
De afspraak die we als coalitie hebben gemaakt, is dat de intrekking van de dwangwet onderdeel wordt van de crisiswet. Daar ben ik aan gebonden, daar houd ik mij aan. Dus ik kan op dat aanbod van u niet ingaan. Ik kan wel mijn best doen, waarbij ik hoop dat dit wordt uitgewerkt, dat die crisiswet waaronder het intrekken van de dwangwet zo snel mogelijk het licht zal zien. Maar ik moet mij aan die afspraken houden.
De heer Bontenbal (CDA):
Collega Wilders en de PVV hebben de afgelopen jaren veel mensen beledigd en geschoffeerd. Er zijn PVV-bewindslieden die datzelfde hebben gedaan in een andere rol. Er werd net al gewezen op mevrouw Faber die in het verleden andere politieke partijen, ook burgemeesters uit onder andere Hoevelaken, het azc, de gemeente waar zij zelf ook woont, huichelaars, landverraders heeft genoemd. Vindt meneer Wilders dat mevrouw Faber dezelfde dingen zou mogen zeggen nu zij de rol heeft van bewindspersoon? Mag zij als bewindspersoon politieke tegenstanders, burgemeesters of raadsleden uit gemeentes die misschien niet doen wat zij wil, nog steeds huichelaars en landverraders noemen?
De heer Wilders (PVV):
Ik ga daar niet over. Nogmaals, ik ga geen vragen beantwoorden over wat mensen eerder hebben gezegd. Ze zijn nu beëdigd en houden zich aan het hoofdlijnenakkoord en de rechtsstaatverklaring. En ik ben niet hun baas. Ze gaan zelf over wat ze zeggen en als zij iets zeggen wat u niet bevalt, dan moet u hen naar de Kamer halen en niet mij.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar waarom vond de heer Wilders het dan toch nodig om over andere uitspraken die gedaan zijn, net wel iets te zeggen, dat daar afstand van is genomen en het verhaal over omvolking?
De heer Wilders (PVV):
Omdat ze dat zelf hebben gedaan.
De heer Bontenbal (CDA):
Blijkbaar zijn er in het verleden dingen gezegd die niet oké waren, die abject waren. Blijkbaar moet daar nu afstand van worden genomen. Waarom zou iets wat in het verleden onfatsoenlijk was om te zeggen, nu opeens wel fatsoenlijk zijn? Waarom zou een bewindspersoon uitspraken nu niet meer mogen doen die in het verleden niet oké waren? Ik begrijp dat niet.
De heer Wilders (PVV):
Nee, maar ik ga daar niet over, dus ik ga uw vraag ook niet beantwoorden. Ik ga daar niet over. Ik ben niet degene die een bewindspersoon vertelt wat die wel of niet moet zeggen. Daar gaan ze zelf over. Daar zal het kabinet onderling over praten. En als u vindt dat dat te ver gaat, moet u die persoon naar de Kamer halen en als u vindt dat het niet te ver gaat dan moet u dat niet doen, maar ik ben geen politieagent. Ze gaan er zelf over en ik niet. De reden dat ik dat eerder bij dat onderwerp wel heb gedaan, is dat ze er zelf als eerste afstand van hadden genomen tijdens de hoorzitting.
De heer Bontenbal (CDA):
Tot slot. Dan normeert de heer Wilders op geen enkele manier wat er in vak K gezegd wordt en dan is dat ook wel een soort hypotheek die er op dit kabinet ligt. Want blijkbaar zegt hij niks over wat zijn bewindspersonen wel of niet mogen doen. Alles is geoorloofd. Elke uitspraak is geoorloofd. En dan moeten we maar van de heer Schoof verwachten dat hij dat gaat normeren. Dat is een vrij pittige taak.
De heer Wilders (PVV):
Ik heb niet gezegd dat alles is geoorloofd. Ik heb niet gesuggereerd dat alles is geoorloofd. Ik heb alleen maar gezegd dat ik geen politieagent ben die beperkt en bepaalt wat ze wel of niet moeten zeggen. Het zijn volwassen mensen. Ze zitten in het kabinet en ze hebben alle verklaringen ondertekend en zijn verantwoordelijk. Ze houden zich, zoals ze zelf al verklaard hebben, aan die rechtsstaatverklaring en aan het hoofdlijnenakkoord. En voor de rest gaan ze er zelf over. Als u vindt dat … Dat kan ook over bewindspersonen van andere partijen gaan, hoor. Dat hoeft niet alleen over die van onze partij te gaan. Misschien is het wel iemand van NSC die ver de schreef over gaat. Ik zie de heer Omtzigt nu al kijken, zo van: nou, ik hoop niet dat dat gebeurt. Maar wie weet, Pieter, het kan overal gebeuren. En dan moet u ze naar de Kamer halen. Dat is uw taak, dat is niet mijn taak. Ik zit hier niet om te zeggen wat ze wel of niet mogen doen.
De heer Dijk (SP):
Even over het VVD-profiel van de heer Wilders; hij zei het net zelf, dus dat was wel een mooie verspreking die ook passend is bij het onderwerp waar ik over wil beginnen, namelijk de zorg voor mensen. En ik benadruk hier: de zorg vóór mensen. Afgelopen week had u de kans om een voorstel te steunen om de 310 miljoen euro die wordt bezuinigd op de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg, terug te draaien. De handjes van die VVD'ers, ook in het uiterste rechtervak, bleven naar beneden. Die bezuiniging is ingeboekt. 4,4 miljard euro aan bezuinigingen op de zorg voor mensen van het vorige kabinet heeft u niet teruggedraaid. Sterker nog, u verhoogt die bezuinigingen op de zorg voor mensen met 1,2 miljard euro. Waar bent u in vredesnaam mee bezig, meneer Wilders?
De heer Wilders (PVV):
Wij zijn bezig met een geweldig kabinet, met geweldige maatregelen. Die zijn niet allemaal pijnloos. Daar heeft u gelijk in. Daar zit bijvoorbeeld ook 600 miljoen in die extra naar de ouderenzorg gaan. Die noemt u dan gemakshalve niet. Maar er zit ook pijn in. Op de curatieve zorg wordt inderdaad bezuinigd, met allerlei hoofdlijnplannen of weet ik hoe het heet. Dus het is niet allemaal een feest. Dat ben ik met u eens. Maar we krijgen wel heel veel voor elkaar. Ik heb u dat de vorige keer ook gezegd. Wij hebben voor elkaar gekregen dat het eigen risico voor 60% wordt bevroren. Dat leidt inderdaad tot een verhoging van de premie, maar dat wordt weer gecompenseerd door een lagere inkomstenbelasting — daar besteden we ongeveer 3,5 miljard aan — door een lagere premie voor de ondernemers en voor een deel door een hogere zorgtoeslag. Dus voor het eerst in de geschiedenis gaat dat eigen risico dankzij de PVV met 60% omlaag, nadat we dat de komende twee jaar bevriezen. Nou, dat heeft de SP nooit voor elkaar gekregen. Dat hebben wij vóór de mensen voor elkaar gekregen.
Wij hebben bovendien in 2025 en 2026 nog twee keer 2,5 miljard voor lastenverlichting voor diezelfde mensen uitgetrokken, omdat de verlaging van het eigen risico pas over twee jaar wordt ingevoerd. Dat is bij elkaar 5 miljard aan lastenverlichting voor de burgers. We verhogen de huurtoeslag. We verhogen het kindgebonden budget. Er komt een kwart miljard en een half miljard structureel voor de groepen in de knel. We verlagen voor de mensen thuis de energiebelasting. De accijnsverlaging op brandstof gaat op 1 januari gewoon nog een jaar door. Dus het wordt niet verhoogd. We hebben ook nog een keer voor de werkenden — ook een hele belangrijke groep in Nederland — 2 miljard aan lastenverlichting voor de koopkracht. De kinderopvang blijft gratis. Er komt een compensatie voor studenten.
Voorzitter. Ik zal ophouden, want ik zie dat de heer Dijk nu al spijt heeft van zijn vraag. Maar er zijn heel veel momenten en heel veel maatregelen die we juist voor de mensen doen. En u zit daar wat in de oppositie en u doet helemaal niets voor de mensen.
De heer Dijk (SP):
Dit noem ik "zuur rechts". En ik zal u zeggen waarom. U ontwijkt mijn vraag en u weet het. U weet het. U halveert inderdaad het eigen risico. Te laat! Veel te laat! De belofte was ook om het morgen helemaal af te schaffen. Dat doet u niet. Die discussie hebben we gevoerd. Ik vroeg u specifiek naar de zorg voor mensen. Ik heb het niet over lastenverlichting, ik heb het over de zorg voor mensen.
De heer Wilders (PVV):
Ik wel!
De heer Dijk (SP):
Als u me even wilt laten uitpraten! Ik heb u net een hele tirade laten houden, met een soort successenlijstje. Gefeliciteerd!
De heer Wilders (PVV):
Dank u wel.
De heer Dijk (SP):
Het gaat over de zorg voor mensen. Afgelopen dinsdag sprak ik Jan uit Rotterdam, die zei: "Ik werk in de gehandicaptenzorg en die 310 miljoen euro bezuinigingen daarop ... Het kan gewoon niet!" En u gooit er deze kabinetsperiode nog een keer in totaal 4,6 miljard aan bezuinigingen op de zorg voor mensen bovenop. U doet dat, meneer Wilders. Laat ik dan de volgende vraag stellen. Er komen meer tekorten aan. Dat weten we ook. Daar moet binnenkort een beslissing over worden genomen. Ik noem de tekorten op TenneT en extra geld voor het toeslagenschandaal. Het is terecht dat dat opgelost wordt. Dat zijn weer miljarden. We weten ook dat de vermogensbelasting kapot is. Dat is ook een scheur in de broek van meer dan 4 miljard euro. In totaal loopt dat op naar 8 miljard euro of meer. Dan is mijn vraag aan de heer Wilders, volgens de systematiek die nu in het hoofdlijnenakkoord zit: bent u bereid om voorstellen te gaan doen die ervoor zorgen dat dit kabinet, dat er nu eindelijk zit, bij verdere bezuinigingen de zorg gaat ontzien en het geld daar gaat halen waar het zit, bij die grootste vermogens waar ik u de vorige keer over interrumpeerde, die u aan het pamperen bent en waar u nog geen euro aan extra bijdrage aan vraagt? Bent u bereid om samen met mij een voorstel te doen waarmee we de regering oproepen om niet verder te gaan bezuinigen op de zorg, om geen enkele euro extra te bezuinigen op de zorg dan wat er nu al gepland staat?
De heer Wilders (PVV):
Kijk, de collega van de SP, de heer Dijk, heeft het weer de hele tijd over de hogere inkomens. Meestal heeft hij het over de grootaandeelhouders …
De heer Dijk (SP):
Ik had het over de vermogens; even de juiste woorden gebruiken.
De heer Wilders (PVV):
Hij heeft het over de hogere inkomens, en misschien ook over vermogens. Hij heeft het over allebei. Hij gaat dan weer zeggen: je doet te weinig aan dat grootkapitaal. Hij komt dan met allemaal Noord-Koreaanse teksten. Dat mag allemaal, maar het is bezijden de waarheid. Wij hebben namelijk gezien — ik vind het voor de VVD niet leuk om dat te herhalen, maar ik moet het nu wel doen — dat uit onderzoek van het CPB blijkt dat die plusjes en die koopkrachtwinst meer bij de lagere inkomens zitten. De lagere inkomens profiteren meer van het positieve beleid van dit kabinet dan de hogere inkomens. Gelukkig doen we ook heel veel voor werkenden. Ik had het net al over die 2 miljard voor werkenden. Die komt er ook bij. Uw hele beeld dat er alleen maar gepakt zou worden bij de mensen, dat de hogere vermogens meer krijgen en dat dat allemaal ten nadele zou zijn van de lagere inkomens, is gewoon een platte leugen. Het is gewoon een platte politieke leugen van u! Het CPB zegt namelijk dat de lage inkomens meer profiteren van dit pakket. Iedereen komt in de plus. Iedereen gaat erop vooruit. Oké, u heeft gelijk: er zullen deze zomer misschien nog extra maatregelen genomen moeten worden. Ik zeg daarover dat er tegenover tegenvallers ook meevallers staan.
Ik hoorde de minister van Financiën, toen hij nog demissionair was … "Demissionair", wat zeg ik nou? Demissionair is hij nog niet! Toen hij nog kandidaat-minister was, hoorde ik hem zeggen: tegenover iedere tegenvaller kan ook een meevaller staan. Deze zomer gaan we het bestuderen en bekijken wat we ervan kunnen maken. We zien dan aan het einde van de rit, van de zomer, wat er gebeurt. Uw verhaal klopt dus niet. Natuurlijk: hoe minder wij kunnen bezuinigen op de zorg, hoe beter. Dat is inderdaad niet overal helemaal gelukt. Ik hoorde minister Agema van Volksgezondheid zeggen: ik krijg inderdaad geen pot geld mee, maar er gaat zo veel geld in mijn begroting om, dat ik misschien ook wel wat kan behalen door te herprioriteren op een aantal posten. U kunt me uitlachen, maar u zit er dus drie keer naast: zowel over de zorg, als over de inkomens als over uw communistische ideeën.
De voorzitter:
Ten slotte.
De heer Dijk (SP):
Dit is precies dezelfde reactie als die van alle VVD-bewindslieden de afgelopen jaren wat betreft de zorg: we gaan herprioriteren, herschikken. Het was al van dat soort Haagse verhullende taal voor keihard bezuinigen. Ik heb het hier perfect voor me. Je kunt het allemaal nalezen. Er wordt 4,6 miljard meer bezuinigd op de zorg voor mensen.
En trouwens, over die inkomens: u zit ernaast, meneer Wilders. U zit ernaast. De allerlaagste inkomens gaan er 0,2% op vooruit. Dat is €3,50 per maand. Daar staat tegenover dat de allerhoogste inkomens er 1,7% op vooruitgaan, wat zo'n €85 per maand is. U zou zich daarvoor moeten schamen als u een campagne heeft gevoerd over bestaanszekerheid. U pampert de rijken, de hoge inkomens. Nogmaals, u heeft geen antwoord gegeven op mijn vraag. Bent u bereid om samen met mij een voorstel te doen richting het kabinet om bij een nieuw te maken regeerakkoord niet verder te bezuinigen op de zorg, ja of nee?
De heer Wilders (PVV):
Godzijdank hoeven we met de SP geen regeerakkoord te maken. Het antwoord is dus nee.
Ik kom toch even terug op uw leugens wat betreft de inkomenseffecten. Volgens mij ben ik nu aan het woord. Ik heb hier een stuk van het Centraal Planbureau voor me. Daarin staat dat het totaaleffect is dat, inclusief het hoofdlijnenakkoord, werkenden er 0,8% op vooruitgaan en uitkeringsgerechtigden 0,9%. Er staat een tweede tabel naast. Wat komt er nou door het hoofdlijnenakkoord, dus niet door het basispad? Dat is een beetje ingewikkeld. Wat is nu het effect van het hoofdlijnenakkoord, van het coalitieakkoord? De werkenden gaan plus 1%, gepensioneerden plus 0,3% en de uitkeringsgerechtigden plus 0,5%. Wat je daar ook van vindt, het is het tegendeel van wat u net zegt.
De voorzitter:
Heel kort.
De heer Dijk (SP):
Ik vind het een beetje flauw om het de hele tijd over liegen te gaan hebben. Ik zou dat dan namelijk ook aan de lopende band kunnen gaan doen. Ik heb nog steeds geen antwoord gekregen op mijn vraag.
De heer Wilders (PVV):
Dat heeft u wel gehad, maar dat bevalt u niet.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Wilders reageerde net als door een adder gebeten toen hij zei: ik ben geen racist. Dat zei hij: ik ben geen racist. Als je jarenlang de meest verwerpelijke uitspraken doet, zoals "minder, minder, minder Marokkanen". Als je zegt dat Marokkanen kolonisten zouden zijn om hier de boel over te nemen. Als je met een spandoek gaat lopen "Arnhem moet geen Arnhemmistan worden", alleen maar omdat Arnhem toevallig een Marokkaans-Nederlandse burgemeester krijgt. Als je mensen die hiernaartoe vluchten vergelijkt met rampen, met ziektes. Dan is het toch niet vreemd, dan is het toch niet gek, zeg ik tegen de heer Wilders, dat mensen zeggen "ja, daar staat een racist"? Dat zijn racistische denkbeelden. Tot het moment dat de heer Wilders afstand neemt van die verwerpelijke uitlatingen over Marokkaanse Nederlanders en over vluchtelingen, zal dat verwijt blijven komen. Want het is racisme. Ik vraag hem om daar afstand van te nemen.
De heer Wilders (PVV):
In geen honderdduizend jaar. Wij zijn geen racisten. De PVV'ers zijn geen racisten. Onze 2,5 miljoen kiezers zijn geen racisten. Onze bewindspersonen zijn geen racisten. Onze Kamerleden zijn geen racisten. Ik had het van veel mensen verwacht en van u eigenlijk ook, maar als iemand nou helemaal geen recht van spreken heeft, is het wel de vertegenwoordiger van een partij, DENK, die met zijn uitspraak "from the river to the sea" het hele Joodse volk en de staat Israël van de landkaart wil vegen. Dat is wat u doet. Dat is wat u heeft gedaan. Wij hebben hier als Kamer, met z'n allen behalve u, nota bene een motie aangenomen die zei dat het zelfs een oproep tot geweld is. Dat mag niet. Dus als nou iemand het toonbeeld is van antisemitisme, van racisme, van geweld oproepen, dan bent u het wel met uw Jodenhaat.
De heer Van Baarle (DENK):
Dit is de reactie waarvan je wist dat die zou komen. Met trots zeg ik dat van de rivier tot de zee Palestina vrij moet zijn wat mij betreft. Dat betekent dat ik geloof in een vrij Palestina, waar Joden, moslims en christenen in gelijkwaardigheid leven. De heer Wilders kan met zijn afleidingsmanoeuvres komen om af te leiden van de genocide die nu plaatsvindt in Gaza, die hij met zijn partij steunt. Maar terug naar het onderwerp. De heer Wilders blijft iemand die de meest verwerpelijke denkbeelden de wereld in blijft slingeren. Het was de heer Wilders die onlangs nog tweette dat de islam een walgelijke, verwerpelijke, gewelddadige en haatdragende religie zou zijn. Gewoon het geloof van meer dan 1 miljoen Nederlanders weer wegzetten. Zijn bewindspersonen in dit kabinet zeiden gisteren nog: dames met een hoofddoek, die hoofddoek moet af voor de vrijheid; die hoofddoek zie ik niet zitten. Ik vraag aan de heer Wilders: niet alleen het racisme, maar ook de onversneden moslimhaat; neem er afstand van! Anders blijft u de man van wie de mensen zullen zeggen dat het een racist is en iemand die moslims haat.
De heer Wilders (PVV):
Dat zijn we niet, dus ik kan geen afstand nemen van iets wat we niet zijn. Wij zijn geen moslimhaters. Ik haat helemaal niemand, ook niet moslims. We hebben een probleem met de islam, ja. Dat is religiekritiek en dat mag. Die hebben andere mensen op het katholicisme of op het boeddhisme. Wij hebben die op de islam. Maar het gaat niet over moslims. Over die hoofddoek waar u het over had, vertelt u het halve verhaal. Ik heb dezelfde minister Faber erbij horen zeggen: "Maar het mag, dus ze zijn welkom om die te dragen." Jammer dat u dat er niet bij vertelt. Dat is zoals het in de rechtsstaat werkt.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat moeten Agema en Faber straks maar gaan uitleggen aan de dames met een hoofddoek die op het ministerie werken en die zij hebben weggezet en van wie zij zeggen: wat jij draagt, daar kijken wij eigenlijk op neer. Dat zijn de verwerpelijke denkbeelden die op dit moment in dit kabinet zitten. De heer Wilders neemt geen centimeter en geen millimeter afstand van al die verwerpelijke denkbeelden van de afgelopen tijd. Wat de heer Wilders doet, is een soort balletje-balletjespel. Hij noemt het nu geen omvolking meer. Het heet toevallig de "zeer zorgelijke demografische ontwikkeling". Het is geen moslimhaat meer, maar dan is het opeens "religiekritiek". Maar wat hij blijft doen, is mensen in Nederland, Nederlandse moslims, wegzetten en kleineren en haat tegen hen aanwakkeren. Dat doet hij al twintig jaar lang. Ik zal hem daarin blijven bestrijden. Ik vind het echt een schande en een historische fout dat Omtzigt en Yeşilgöz het accepteren dat met deze maskerade racisme en discriminatie nu in dit kabinet zijn geïnfiltreerd. Ik zal er tot aan het einde van mijn dagen tegen strijden. Daar kan de heer Wilders op rekenen.
De heer Wilders (PVV):
Ik reken echt op u, hoor. Ik reken op u en blijft u het vooral doen. Laat ik één voorbeeld noemen. Nogmaals, wij hebben niets met die stomme omvolkingstheorieën, waarin mensen op basis van een niet-bestaand plan, dat totale onzin is, denken dat een bevolking moet worden vervangen. Het is dus terecht dat wij daar in de meest harde vorm afstand van hebben genomen. Ik herhaal dat nog maar een keer. Maar als het gaat om de hele demografische ontwikkeling en de gevolgen van immigratie en asiel, zijn er wel duidelijk problemen. Ik kijk dan bijvoorbeeld naar wat er gebeurt in de grote steden. Laat ik daarvan een paar cijfers noemen, want dat is waar heel veel mensen zich iedere dag opnieuw enorme zorgen over maken, ondanks wat collega Van Baarle van DENK allemaal roept. Dat is onder andere de reden dat we de verkiezing hebben gewonnen: omdat u daarover schreeuwt en scheldt, en omdat wij zeggen waar het op staat.
Kijk bijvoorbeeld naar de drie grote steden, Den Haag, Rotterdam en Amsterdam, en kijk dan naar het aandeel van de allochtone bevolking. Dat zijn gewoon feiten; ik benoem alleen feiten. Je ziet dat in 1995 in Den Haag 36% allochtoon was; nu is dat 58%. In Rotterdam was dat in 1995 35%; nu is dat 56%. In Amsterdam was dat in 1995 41%; nu is dat 59%. Dat is iets wat je mag benoemen. Dat is iets waar je beleid op moet kunnen voeren. Je bent geen racist als je zegt dat mensen zich soms niet meer herkennen in hun eigen wijk en straat en dat je die problemen serieus moet nemen. Daar is niets engs aan. Half Nederland vindt dit en half Nederland wil dat er wat aan gebeurt. Wat ben ik blij en trots dat er nu een kabinet zit dat daar in ieder geval met de invalshoek van asiel en immigratie wat aan gaat doen.
De heer Jetten (D66):
Al die cijfertjes waar de heer Wilders net zo denigrerend over sprak, dat zijn gewoon Nederlanders. Het is toch een beetje of je luistert naar … Ik moest net denken aan dat plaatje van een wolf die een hele grote zaal met schapen toespreekt met de belofte: zodra ik ben gekozen, word ik vegetariër.
De heer Wilders (PVV):
Dan word ik vegetariër. Ik ken hem. Ik vond het wel leuk.
De heer Jetten (D66):
Het is ook wel een heel treffend plaatje van wat u hier staat te doen.
De heer Wilders (PVV):
Ik ben het niet, maar ik vind het wel leuk.
De heer Jetten (D66):
We luisteren naar een politicus die halfbakken zegt: dat termpje "omvolking" zullen we niet meer gebruiken. Maar u bedoelt eigenlijk nog precies hetzelfde. Ik heb een heel directe vraag aan de heer Wilders. Hij heeft in dit debat gezegd: "De PVV is pro-Israël. Ik ben zelf een groot vriend van Israël. De heer Markuszower is een zeer groot vriend van de staat Israël." Maar tegelijkertijd zet de heer Wilders twee ministers in een kabinet die in het verleden antisemitische uitingen hebben gedaan door te spreken over omvolking en door een NSB-vlag te dragen op hun jasje. Mijn heel directe vraag aan de heer Wilders is dus: waarom accepteert hij, als leider van de PVV, antisemitisme in zijn eigen partij?
De heer Wilders (PVV):
Deze vraag is werkelijk te walgelijk voor woorden. Als er nou één partij niet antisemitisch is en als er nou één partij pro het Joodse volk en pro-Israël is, dan is het echt niet D66. Neem dat van mij aan. Vraag het aan de mensen en ze zullen u als laatste noemen. Ze zullen ons ergens bovenaan en als eerste noemen. Wij zijn dus niet antisemitisch en wij zijn dat nooit geweest. Al die mensen in vak K zijn dat niet geweest. Ik heb u ook een keer zien tweeten over dat vlaggetje. Nogmaals, tweeten mag en ik doe het zelf ook. Maar het is echt te walgelijk voor woorden om dat mevrouw Klever, die zo'n speldje droeg, na te dragen. Zij heeft ook tijdens de hoorzitting gezegd dat ze dat met trots droeg omdat haar familie in de Tachtigjarige Oorlog met Willem van Oranje vanuit Duitsland naar Nederland kwam om te helpen met het bevrijden van de Spaanse bezetting. Mevrouw Klever heeft ook gezegd dat haar vader in de Tweede Wereldoorlog door SS'ers is neergeschoten. Haar vader is door SS'ers neergeschoten. Dat u het gore lef heeft om die mevrouw nu als antisemitisch neer te zetten, maakt van u een bijzonder lage en ongekwalificeerde politicus.
De heer Jetten (D66):
Wat een laf antwoord om meteen weer te beginnen met een lage sneer naar mij, als ik de heer Wilders een heel serieuze vraag stel. Ik ga even citeren wat de AIVD schrijft over de omvolkingstheorie: "Kenmerkend voor rechtsextremistische groepen: de boodschap dat een duistere Joodse macht massa-immigratie aanwakkert om in Westerse landen de witte bevolking te verzwakken". Of de NCTV, die zei: "Deze stroming propageert terroristisch geweld als legitiem middel om het ideaal van een witte ethnostaat te bereiken". Het CIDI, de organisatie voor Joodse Nederlanders, zegt: "Volgens aanhangers van deze theorie, ook bekend als witte genocide, willen Joden of globalisten door immigratie te steunen het witte ras door rassenvermenging omvolken".
Voorzitter. Het is kraakhelder: je kunt er een ander woord aan hangen, maar in vak K zitten dankzij de heer Wilders mensen die antisemitische uitingen hebben gedaan. Het zegt iets over uw leiderschap dat u in de PVV en in het landsbestuur antisemitisme accepteert.
De heer Wilders (PVV):
Er loopt geen antisemiet rond bij mijn partij. Bij uw partij is dat volgens mij nog wel wat anders, maar bij mijn partij niet. Ik citeer even wat mevrouw Faber tijdens de hoorzitting heeft gezegd. Zij heeft gezegd: "Ik geloof niet in een plan of vooropgezet plan of wat voor complot dan ook, en mijn partij en ik verafschuwen alles wat met nazi's en hun ideologie te maken heeft. De AIVD en de NCTV hebben zich ook niet voor niets gekeerd tegen omvolking en de omvolkingstheorie en ik sluit mij daarbij aan." Hoeveel helderder wilt u het hebben? Nu doorgaan — de heer Timmermans deed dat net ook — om die mensen toch in de verkeerde hoek te duwen, is inderdaad laag. Ik heb daar geen andere woorden voor. Ze hebben allen in publieke hoorzittingen, ook in antwoord op vragen van uw collega's uit uw fractie, glashelder antwoord gegeven. In plaats van dat u ze afrekent op wat ze nu doen, blijft u ermee doorgaan die mensen in een nazihoek te duwen. Daarmee zet u die mensen en hun hele gezin als halve nazi's neer. U zou zich daarvoor dood moeten schamen!
De heer Jetten (D66):
U kunt ervan op aan dat ik ze allemaal op hun daden zal beoordelen. Maar wat je hebt gedaan en gezegd in het verleden voorspelt ook je handelen in de toekomst. Het gaat namelijk uiteindelijk over de normen en waarden waarmee je elke dag als minister besluiten gaat nemen voor dit land. U verwijst nu elke keer naar mevrouw Faber. Ja, die heeft daar in die hoorzitting wat over gezegd, maar de nieuwe minister voor Buitenlandse Handel, die het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland moet gaan vertegenwoordigen, heeft daar helemaal geen afstand van genomen. Ze heeft alleen lafjes verwezen naar mevrouw Faber en gisteren geantwoord: "Ik wil daar niets meer over zeggen". Dan neem je dus geen afstand van die omvolkingstheorie, dan neem je geen afstand van het NSB-vlaggetje, dan sta je daar gewoon nog steeds voor! Het feit dat de heer Wilders zich daarover in dit debat niet in harde bewoordingen wil uiten, is slap, is laf en zegt alles over het leiderschap van de heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Een mager applaus, maar D66 heeft natuurlijk niet meer zo veel leden, dus dat kan ik u niet kwalijk nemen. Maar ook mevrouw Klever heeft vorige week gezegd dat zij zich volledig aansluit bij, en het helemaal eens is met, de verklaring van mevrouw Faber. Ook hiermee doet u mensen dus gewoon onrecht. U moet daar echt mee ophouden. U moet ermee ophouden om mensen die hebben gezegd "ik zit niet in die hoek, ik heb nooit in die hoek gezeten; als dat zo is uitgelegd dan had ik dat niet moeten doen en ik zal het ook niet meer doen", in een foute hoek te duwen. Dat is zo fout! Nog los van wat u die mensen en hun gezin allemaal aandoet, is het zo ontzettend fout. Hou daarmee op.
De voorzitter:
Een opmerking van de orde, naar ik begrijp.
De heer Jetten (D66):
Ja, een punt van orde. De heer Wilders deed het in het vorige debat en net deed hij het ook alweer een paar keer. Dat verwijzen naar aantallen zeteltjes is echt denigrerend naar alle kiezers die op die partijen hebben gestemd. Het maakt u een klein mannetje.
De voorzitter:
Dat is geen punt van orde.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik wilde eigenlijk iets aardigs zeggen. Dat is wel heel moeilijk en ik heb diep moeten graven, maar ik dacht ik wil toch iets aardigs zeggen in dit debat. Dat is dat de heer Wilders het gewoon goed heeft gedaan. Hij is, denk ik, de beste politiek strateeg van het Binnenhof. Ik ben gewoon benieuwd — misschien wil hij het wel zeggen — hoe het was om in onderhandelingen te zitten met mensen die politiek-strategisch een stuk minder begaafd zijn, om niet te zeggen "eigenlijk wel een beetje politiek-strategische sukkels".
De heer Wilders (PVV):
Nou, ik zat alleen maar met strategisch hoogbegaafde mensen aan tafel. Mevrouw Yeşilgöz, mevrouw Van der Plas, de heer Omtzigt en de mensen om hen heen behoren tot de onderhandelaren van het hoogste niveau. Dat kunt u ook zien aan het resultaat. We hebben dingen binnengehaald maar we hebben ook dingen totaal niet binnengehaald. Ik denk dat alle partijen hele goede onderhandelaars hadden. Die zijn zeker niet minder dan ik, misschien zelfs beter. Uiteindelijk hebben ze allemaal iets binnengehaald en ook iets moeten inleveren. Dat is de waarheid.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik snap het wel, maar ik kon het proberen. Ik had graag een inkijkje gekregen in die keuken. Mijn vorige vraag gaat over iets waarover de heer Wilders mij al vaker heeft gehoord: ik mis de oude Wilders eigenlijk wel. Deze week zag ik een hoopgevende tweet. NRC had geschreven dat in de nieuwe constellatie de leider van de PVV alle ruimte, alle vrijheid houdt om te zeggen wat hij wil. Trots had hij dat geretweet met de woorden "onversneden en ongecensureerd". Ik dacht: gelukkig hoeven we niet de Wilders te missen als er een kabinet aantreedt met bewindspersonen die hebben geprocedeerd tegen de komst van een zorghuis omdat ze het uitzicht vanuit hun riante villa niet willen laten bederven, en met een minister-president, een zetbaas, die burgers heeft laten volgen en bespioneren met nepaccountants. Er waren bewindslieden voorgedragen die beschuldigd worden van het bijeenharken van miljoenen. Iemand vond €110.000 bij de NPO niet genoeg; nee, dat moest €140.000 worden. Kom op, de oude Wilders had toch gezegd "het is een corrupte bende, wat een maffiose praktijken daar"? Dat mis ik. Misschien komt het nog, maar waarom is er geen kritiek van de heer Wilders? We kennen die zo goed van hem. Als er in de afgelopen jaren maar één smetje was op welke bewindspersoon dan ook, dan stond hij hier, met de beste kritiek ever; dat moet ik hem ook nageven. Waar is die nu?
De heer Wilders (PVV):
De helft van de voorbeelden die u noemt, hoor ik voor het eerst. Ik ken geen ze helemaal niet.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
O, echt? Interessant.
De heer Wilders (PVV):
Ja, serieus. Ik ken ze allemaal niet. Bovendien is dat volgens mij, zoals dat gaat in de procedure via de landsadvocaat, allemaal op een heel nette, keurige manier naar de Kamer gestuurd. Ik heb de bijlagen inderdaad niet allemaal gelezen, maar daarin staat of mensen al dan niet aandelen, huizen of weet ik wat hadden en of ze daarvan al dan niet afstand van hebben genomen. Dat is allemaal keurig volgens de regels gegaan. Daar hoef ik dus ook geen kritiek op te hebben. Zo gaat het altijd.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Slim, opnieuw. Lekker makkelijk zeggen "deze voorbeelden ken ik niet." Dat was bij een ander kabinet niet gebeurd. Dan had de heer Wilders geweten dat bijvoorbeeld mevrouw Keijzer een villa voor zichzelf heeft laten bouwen en dat het zorghuis waarvoor plannen waren, haar uitzicht zou belemmeren. 22 demente ouderen hadden zorg nodig. Mevrouw Keijzer wou het niet. Ze heeft geprocedeerd. Zijn eigen voorgedragen premier heeft burgers anoniem laten volgen met nepaccounts. Daar zou hij wat van gevonden hebben. Zijn voorgedragen minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking werkte bij de NPO. €110.000 per jaar vond ze niet genoeg, het moest €140.000 worden. Ik mis de oude Wilders die daar gehakt van zou hebben gemaakt. Hij censureert zichzelf dus wel degelijk, alleen omdat hij dit kabinet, zijn eigen kabinet, wil sparen. Jammer!
De heer Wilders (PVV):
Nee, ook dat is niet zo. Nogmaals, ik ken de details niet, maar bijvoorbeeld mevrouw Keijzer is volgens mij gewoon een juridische procedure begonnen. Als er nou iets mag binnen de rechtsstaat, is het wel dat je als individu procedeert. Dan leg je je neer bij het besluit, of je nou wint of verliest. Zo is het gegaan. En wat betreft het salaris — ik neem aan dat u de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp bedoelt — bij Ongehoord Nederland: dat hogere salaris is van alle omroepen nog steeds het allerlaagst. Het zit dus nog steeds helemaal aan de onderkant, hoewel het natuurlijk een groot bedrag is.
Voorzitter. Allemaal collega's die de halve waarheid vertellen. Het is heel moeilijk om daarop te reageren.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik wil nog even teruggaan naar de interruptie van collega Jetten en het antwoord van collega Wilders daarop. Ik vind dat antwoord namelijk ongeloofwaardig. Ik geloof niet dat de heer Wilders een antisemiet is en ik geloof oprecht dat hij de nazistische connotatie die daaraan vastzit verwerpt. Maar de uitspraken van mevrouw Faber zijn, pak 'm beet, twee jaar geleden gedaan, gewoon zichtbaar op X, en al die tijd heeft zij daarvan niks gezegd en heeft u daar ook niks van gezegd. In het debat zelf zien we onze oud-minister-president Mark Rutte helder uitleggen, ook met zijn achtergrond als historicus, waar die connotatie vandaan komt. Zij is daarop gewezen. U bent daar dus op gewezen en al die tijd heeft u er geen afstand van genomen. Nu deze PVV-politica bewindspersoon wordt, komt er opeens een halfbakken sorry. Het is niet eens echt afstand nemen. Het is zeggen: ik ga andere woorden gebruiken. Ik heb er dus geen excuses in gehoord. Ik vraag me af of de persoonlijke opvattingen van deze mevrouw anders zijn geworden. Maar het is zo ongeloofwaardig omdat het die twee jaar lang niet gecorrigeerd is. Daarom maakt dat uw antwoord zo ongeloofwaardig.
De heer Wilders (PVV):
Nee, hoor. Nogmaals, ik ga daar niet over. Ik herinner me wat de minister-president toen heeft gezegd. Ik herinner me ook dat mevrouw Faber toen in haar antwoord zei: ja, dat kan wel, maar ik ben daar niet mee bezig. Met andere woorden, zij zei toen al: ik heb daar helemaal niets mee. Op het moment dat iemand die dat gebruikt … Nogmaals, ze had dat niet moeten gebruiken; laat dat helder zijn. Zij had dat woord niet moeten gebruiken. Zij heeft ook zelf gezegd dat ze dat woord niet had moeten gebruiken, want die hele connotatie van die verschrikkelijke theorie en die conspiracy van plannen en zo deugt allemaal voor geen meter. Dat had zij niet moeten doen. Dat heeft ze ook gezegd. Maar zij zei toen al: dat kan zo zijn, maar ik ben daar niet mee bezig. Lees: ik heb niks met dat nationaalsocialisme en weet ik wat dan ook. Als dat zo zou zijn geweest, als ik dat echt had gedacht, als ik had gedacht dat ook maar één lid van ons die walgelijke omvolkingstheorie daadwerkelijk zou steunen, had ik die er zelf, persoonlijk, uit gemieterd.
De heer Bontenbal (CDA):
Wat zegt het dan over de kennis van de geschiedenis of de democratische waarden van zo'n persoon? Wat zegt het dat je dit wel zegt, maar vervolgens ook niet ontkracht, dat je het twee jaar lang in de lucht laat hangen en dat je nog steeds bereid bent om dat woord wél te gebruiken, terwijl je weet dat het groepen kwetst? Dat geldt ook voor andere vormen van discriminatie. Het feit dat je weet dat je groepen pijn doet en dat het onfatsoenlijk is, maar dat je het bewust blijft inzetten, is toch ook niet acceptabel? Wat zegt dat over de democratische waarden van deze partij? Wat zegt dat over de democratische waarden van de andere partijen die dit toestaan?
De heer Wilders (PVV):
Er valt niks toe te staan. Mevrouw Faber heeft daar meteen van gezegd dat ze daar niet mee bezig is. Zij heeft nu, tijdens de hoorzitting, gezegd dat ze ook zelf vindt dat zij dat niet had moeten zeggen. Ik ben het daar helemaal mee eens. En daarmee is het klaar.
De heer Bontenbal (CDA):
Volgens mij is het daar niet mee klaar.
De heer Wilders (PVV):
Voor mij wel.
De heer Bontenbal (CDA):
Dingen die in het verleden zijn gezegd, doen ertoe, nog steeds. Ik vind het een hele rare beweging dat er, op het moment dat we halfbakken excuses horen, gezegd wordt: wat er in het verleden is gezegd doet er even niet meer toe. We hebben de afgelopen jaren de heer Wilders zelf te vuur en te zwaard in heel veel debatten heel veel citaten van politici hier horen debiteren. De heer Rutte is daarop aangevallen en alle andere collega-politici zijn erop aangevallen. Uitspraken uit het verleden doen ertoe en je kunt niet met een beroep op de toekomst zeggen: "Het doet er niet meer toe. Zand erover. We kijken naar voren. We gaan andere woorden gebruiken." Dat is gewoon niet hoe het werkt.
De heer Wilders (PVV):
U luistert niet naar wat ik zeg. Ik zeg dat als ik toen het idee had gehad dat mevrouw Faber dat daadwerkelijk meende — ze meende het dus niet — namelijk die verschrikkelijke theorie over omvolking, dat waanbeeld dat er plannen zijn of een conspiracy om mensen of bevolkingen te vervangen. Als ik dat idee had gehad, dan had ik dat ook gedaan. Ik heb dat idee niet gehad. Mevrouw Faber zit niet zo in elkaar. Mevrouw Faber heeft dat nooit gevonden. Dat heeft ze vorige week of de week daarvoor ook gezegd tijdens de hoorzitting. Ze heeft gezegd: ik had dat niet moeten gebruiken; ik heb dat nooit in die zin bedoeld. U hebt gelijk dat die connotatie er toen ook al was, dus misschien had zij het moeten weten, maar zij had niet het idee dat zij het gebruikte met die achtergrond. Dat heb ik geloofd en daarom ben ik tevreden met het afstand nemen ervan dat zij nu heeft gedaan. Ik eindig met zeggen: mevrouw Faber deugt honderd — wat zeg ik? — tweehonderd procent.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Maar wat vindt de heer Wilders dan terugkijkend als hij leest dat de NCTV zegt dat als het gebruik van het woord "omvolking" tot gevolg heeft dat het antisemitisme opleeft? Dat is overigens iets waartegen wij altijd zij-aan-zij opstaan, althans, zo ken ik de heer Wilders. Maar vindt hij terugkijkend dan niet dat hij die waarschuwingen van de NCTV toen al in zijn oren had moeten knopen en toen al had moeten zeggen: in onze partij wordt dit woord niet meer gebruikt? Hoe kijkt hij daarop terug?
De heer Wilders (PVV):
Wat ik al zei: ik was ervan overtuigd, ook gelet op haar reactie tijdens dat debat in de Eerste Kamer, dat zij dat er niet mee bedoelde. Achteraf gezien, zo heeft zij zelf al gezegd, had zij dat woord beter niet kunnen gebruiken. Daar sluit ik me bij aan.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dat is twee jaar later. Maar de NCTV heeft dit eerder gezegd. Ik neem hier dus geen genoegen mee. Ik vind dat de heer Wilders hier …
De heer Wilders (PVV):
Dat is toch mijn antwoord.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Laat me mijn punt afmaken. De heer Wilders zegt: dit hadden we niet zo moeten doen. Dat vind ik hoffelijk en dat staat genoteerd, ook voor de toekomst. Maar er zit natuurlijk wel een punt achter. Als onze diensten waarschuwen dat het optreden van politici in onze Kamers, in onze volksvertegenwoordiging, tot gevolg heeft dat haat toeneemt, dan hebben fractievoorzitters en partijleiders een verantwoordelijkheid te nemen. Dit keer ging het over het woord "omvolking". Daarom vraag ik de heer Wilders hoe hij daarop terugkijkt. Toen hij die waarschuwing van de NCTV las, was dat niet het moment geweest om in te grijpen?
De heer Wilders (PVV):
Nee. Ook dat antwoord heb ik al gegeven. Gelet op haar reactie was ik er toen van overtuigd dat zij dat niet zo bedoelde en daarom heb ik dat niet gedaan. Als ik had gedacht dat ze dat wel bedoelde, had ik dezelfde dag nog ingegrepen. Maar ze zei dat dat niet zo was en zo ken ik haar ook niet. Mevrouw Faber heeft niets met al het enge wat samenhangt met die door haarzelf gebruikte term. Ik geef toe dat ze dat niet had moeten doen. Ze heeft nu ook gezegd: "Ik bedoelde dat toen niet en ik bedoel het nu ook niet. Ik had het niet moeten gebruiken en ik zal het niet meer gebruiken." Dan is voor mij de kous af.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dan maak ik me toch zorgen over de rechtsstaatverklaring die men gezamenlijk ondertekend heeft.
De heer Wilders (PVV):
Juist niet.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, ik word telkens geïnterrumpeerd door de heer Wilders. Ik vind het interessant, maar ik denk niet dat dat de gewoonte is. Ik ga het toch nog een keer proberen. Dank voor de gezellige onderbreking, meneer Wilders, maar ik maak me toch zorgen over de rechtsstaatverklaring die u gezamenlijk heeft ondertekend. De NCTV zegt dat het niet gaat om wat je bedoelt met dat woord, maar dat het gaat om wat het teweegbrengt. Meneer Wilders pakt telkens terug op: "Ja, maar als iemand er iets anders mee bedoelt, dan had die persoon dat toen wel kunnen zeggen. Nu ik weet wat voor theorie erachter zit, vind ik het verwerpelijk." Maar hij heeft met zijn drie kompanen juist ook het volgende afgesproken: "De partijen zien het belang van democratische waarden en spreken af dat die door de partijen en hun vertegenwoordigers gewetensvol zal worden ingevuld. Men zal bijdragen aan een bestuurscultuur die constructieve bijdragen levert aan het landsbestuur en aan een positief bestuurlijk klimaat. De instituties die de rechtsstaat dragen zullen gerespecteerd en beschermd worden." Als de NCTV zo'n indringende waarschuwing geeft namens de diensten die onze rechtsstaat beschermen, dan kan het toch niet zo zijn dat de heer Wilders zegt: "Ja, ik weet dat mevrouw Faber wat anders bedoeld heeft, dus ik lap dat nog een poosje aan mijn laars. Ik kijk er eigenlijk niet op terug en mevrouw Bikker heeft het maar te doen met mijn antwoord." Dat is toch niet wat u heeft afgesproken? Ik kan er toch van uitgaan dat een volgende keer als de NCTV bij zoiets waarschuwt, u uw verantwoordelijkheid neemt voor die rechtsstaat?
De heer Wilders (PVV):
De volgende keer doe ik dat zeker. Maar die rechtsstaatverklaring was volgens mij van 17 januari. Dat is een paar jaar na die uitspraak. Mevrouw Faber is nu bewindspersoon en zij houdt zich 100% aan alle afspraken die we hebben gemaakt. Dat zegt ze zelf ook. Dat is prima.
De heer Dassen (Volt):
We hebben het over omvolking, maar ook over wat daarna wordt gezegd. Oké, we gaan het woord "omvolking" niet meer gebruiken, maar we noemen het "een zeer zorgelijke demografische ontwikkeling". Maar wat betekent dat nou? Als je het hebt over mensen van wie de ouders hier in Nederland zijn geboren en de statistieken die de heer Wilders net aanhaalde, dan gaat dat over mensen die één ouder uit een ander land hebben. Dan gaat het dus helemaal niet over asiel. Dan gaat het helemaal niet over migratie. Dan gaat het over mensen die hier in Nederland leven, geboren zijn, wonen. Dan vraag ik me af: wat is daar nou precies zeer zorgelijk aan?
De heer Wilders (PVV):
Dus dat. Dat gaat ook over de toenemende asielinstroom, de migratie, ook de gezinsmigratie die Nederland gewoon niet aankan. Die loopt de spuigaten uit. Als je een verantwoord politicus bent, moet je daar iets aan doen. En dat doen we. Ik kom in die steden alleen maar mensen tegen die zeggen: "Meneer Wilders, ik heb niets tegen die mensen. Ik heb helemaal niets tegen die mensen, maar het lijkt wel een beetje alsof ik hier een vreemde in mijn eigen straat ben geworden. Weet u, ik herken me daar niet meer in." Dat zijn geen racisten, dat zijn geen antisemieten. Dat zijn gewoon mensen die zich zorgen maken dat hun wijk, hun straat, waar ze vaak al generaties lang wonen, verandert. Ze hebben geen hekel aan die mensen, maar ze vinden wel dat hun stad, hun wijk en hun straat veranderen. Wij kunnen dat als Nederland ook niet aan. Wij kunnen het niet aan qua sociale zekerheid, we kunnen het niet aan qua bijvoorbeeld de zorg, we kunnen het niet aan als het gaat om onze huizen. We hebben een gigantisch woningtekort. Ik kom er zo nog op terug, maar wat is wat mij betreft een van de mooiste maatregelen die wij nu in het akkoord hebben opgenomen? Die is dat wij die voorrang van statushouders op sociale huurwoningen — mensen die later in die staatjes terugkomen — eindelijk gaan afschaffen. Ze krijgen geen voorrang meer, althans niet op basis van het zijn van statushouder. Dat gaat eruit. Dat leidt tot gejuich in bijna alle woonkamers van Nederland. Kinderen zorgen er nu voor dat ze geen gezin beginnen omdat ze nog bij hun ouders boven op kamers wonen en niet meer een huis kunnen vinden. Dat komt onder andere hierdoor. Door die toenemende migratie- en asielinstroom krijgen we dat de mensen die hier in Nederland geboren en getogen zijn geen voorrang krijgen, terwijl die statushouder, die er misschien net een halfjaar is, die wel krijgt. Het is hartstikke goed dat we daar eindelijk wat over zeggen en het is nog veel beter dat we daar eindelijk wat aan doen. Wat ben ik trots dat we als PVV die maatregel voor mekaar hebben gekregen!
De heer Dassen (Volt):
De heer Wilders geeft geen antwoord op de vraag, want het gaat over mensen die hier geboren zijn. De statistieken die hij aanhaalt gaan over Nederlanders. Dat zijn mensen die hier geboren zijn, die misschien één ouder hebben die niet uit Nederland komt. Dan zit je namelijk in die statistieken. Wat de heer Wilders dus eigenlijk zegt ... Het kwam namelijk ook in die hoorzittingen al niet naar voren en de heer Wilders geeft daar ook geen antwoord op. Omvolking wordt op deze manier op een nette manier omgekat tot andere woorden, maar is nog steeds dezelfde racistische, walgelijke drek. Dat is het. Het gaat hier om Nederlanders. Het gaat helemaal niet over die asielinstroom. Die zit helemaal niet in die cijfers. Dat wilt u misschien die mensen vertellen, maar het gaat gewoon om Nederlanders. Daar heeft u het over. Dan is het niks anders dan gewoon op een nettere manier zeggen dat je omvolking legitimeert. En dat vind ik een grote schande.
De heer Wilders (PVV):
Maar dat is niet waar. Nogmaals, de omvolkingstheorie, een walgelijke theorie, gaat ervan uit dat er planmatig ... Het is een soort idioot idee dat je denkt dat er een overheid is die planmatig van plan is om een bevolking om te volken. Dat is totale waanzin. Er is geen overheid in Nederland die van plan is om dat te gaan doen. Die theorie is te walgelijk voor woorden, dus u kunt de vergelijking met dat woord ook helemaal niet trekken, want dat is helemaal niet wat wij bedoelen. Wat we wél bedoelen, nogmaals, is het volgende. U zegt: in die cijfers zitten mensen die hier zijn geboren. Er zitten ook mensen in, zeker in de cijfers van nu, die de afgelopen jaren via migratie en gezinshereniging binnen zijn gekomen. Die zitten in de cijfers van nu die ik heb genoemd. Daar zitten ze ook in. Het zijn niet alleen maar mensen die hier geboren zijn.
Mijn punt is dat heel veel mensen in Nederland in een wijk of in een stad niks hebben aan die politiek correcte praatjes van u. Die vinden gewoon dat ze een vreemde in hun eigen straat dreigen te worden. Ze durven hun dochter niet meer over straat naar school te sturen, ze durven hun kinderen niet meer op zaterdagavond naar de kroeg te laten gaan, vrouwen worden voor hoer en weet ik wat allemaal uitgescholden op straat, hun tasjes worden geroofd. Dat komt echt niet alleen door deze mensen, maar het gebeurt in deze wijken wel heel veel dat mensen losgekoppeld zijn van de werkelijkheid. Daar moet je toch wat van kunnen zeggen? Nederlanders zijn geen racisten en geen mensen die discrimineren, maar ze willen wel dat we er wat aan gaan doen. Wij gaan er nu eindelijk wat aan doen, al praat u door tot u een blauw gezicht krijgt. Wij gaan dat doen. Wij gaan dat doen en ik ben er trots op dat we het doen. Onder andere hiervoor is mijn partij de grootste partij geworden, omdat iedereen zoals u meteen roept dat iedereen die daar wat van zegt, een racist is. Wij zijn geen racisten. De mensen in Nederland die in die wijken wonen, zijn geen racisten. Ze vinden gewoon dat Nederlanders weer op één moeten komen te staan. Daar is niets mis mee.
De heer Dassen (Volt):
Inderdaad, die mensen zijn geen racisten. Het is zeker niet makkelijk in Nederland om altijd alles met elkaar goed te regelen. Daar zullen we aan moeten werken. Maar ik vind het toch wel heel erg ziek dat als je het hebt over "omvolking" en dat omkat naar "zorgwekkende demografische ontwikkeling", je het eigenlijk hebt over Nederlanders die hier geboren zijn, maar die misschien een ouder hebben uit Azië of uit een ander continent of land dan Nederland. Wat de heer Wilders namelijk eigenlijk zegt, is: ze zijn niet wit, en daarmee zijn ze een probleem.
De heer Wilders (PVV):
Dat zeg ik niet. Weet u, ik heb zelf ooit, weet ik hoeveel jaar geleden, in Kanaleneiland in Utrecht gewoond. In het begin woonden daar misschien twee of drie mensen van buitenlandse afkomst. Op het laatst, na daar tientallen jaren te hebben gewoond, was het gewoon een stukje Marokko. Ik weet niet wat het was geworden. Ik weet wel dat als ik mijn auto vier straten verder moest parkeren, ik dan moest rennen naar mijn woning 's avonds, want ze renden achter me aan. Ze wisten inmiddels al wie ik was. Ik zat toen nog bij een andere partij. Ik was bekend. Ik moest rennen om niet in elkaar geslagen te worden, gewoon in mijn eigen wijk. Er was een islamitische slagerij, er kwamen twee moskeeën en op straat zag je alleen maar mensen in djellaba's. Nogmaals, ik haat die mensen niet, maar je hebt het gevoel dat je niet meer in je eigen land woont. Waarom mag je dat niet zeggen? Dat speelt al járen in dit land, van Kanaleneiland tot Gouda tot Weert tot Rotterdam tot Amsterdam tot hier in Den Haag. Waarom mag je daar niet wat van zeggen? Waarom mag je daar niet wat aan doen? Half Nederland maakt zich daar zorgen over. Eindelijk staat er een partij op die er wat aan doet. Dat zullen wij blijven doen. Heel veel Nederlanders zijn ons daar dankbaar voor.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar dit is toch boven-Ruttiaans eigenlijk? De gedachte achter die omvolkingstheorie staat als een huis. Wat we hebben zien gebeuren, is dat Wilders twee zeer omstreden kandidaat-ministers naar voren schoof. Toen ging mevrouw Yeşilgöz een beetje sputteren. Toen kregen we die hoorzittingen. Die gingen eerst niet heel goed. Toen ging er een weekend overheen en daarna had de kandidaat-vicepremier een afgezwakt verhaal: het was een vergissing; ze gaan dat niet meer zeggen; maakt u zich geen zorgen. Wij staan hier nu als oppositie de heer Wilders te bevragen, maar de grote vraag is natuurlijk: waarom gaat mevrouw Yeşilgöz daarmee akkoord? Hoe heeft de heer Wilders de heer Omtzigt zover gekregen dat hij niet alleen zijn mond houdt, maar deze strategie ook nog eens overneemt? Het witwassen van de gedachte achter de omvolkingstheorie … Het is hartstikke goed dat je dat woord niet meer gebruikt, maar de gedachte daarachter is in strijd met het gelijkheidsbeginsel, met artikel 1 van onze Grondwet. Omtzigt zegt daarover zelf "die ga ik verdedigen", maar Wilders heeft hem zover gekregen dat hij dit allemaal accepteert en dat hij zegt: het zijn gewoon zorgen over een demografische ontwikkeling. Nee, joh! Daar zit een racistische gedachtegang achter. Hoe heeft Wilders dat voor mekaar gekregen?
De heer Wilders (PVV):
Ik ga het niet voor de honderdste keer zeggen, maar er zit nul racistisch idee achter. Bij geen enkele PVV'er. Wij vertolken iets waarover heel veel mensen zich grote zorgen maken. Wij hebben niks met omvolkingstheorieën. We hebben niks met ideeën van mensen die denken dat de overheid opzettelijk mensen gaat vervangen. Het is te abject voor woorden. Wij sluiten ons aan bij de kritiek van de NCTV en de AIVD daarover en zullen die woorden dan ook niet gebruiken. Maar ik laat mij niet in een hoek duwen, alsof je een racist bent of aan omvolking doet als je iets zegt over al die zaken waar ik het net over had. Dan kunt u half Nederland, dan kunt u de helft van de grote steden van Nederland in die hoek duwen. Die mensen zijn dat niet. Ik word er knettergek van dat mensen in die wijken die daar zelf iets van zeggen, iedere keer racist worden genoemd, en dat is jaren het geval. Dat, die reactie, is de reden dat wij op 37 zetels zijn gekomen. Ik voorspel u: als u daarmee doorgaat en Nederlanders met terechte zorgen over hoe hun land verandert, over hoe hun wijk en straat veranderen, via mij of direct blijft uitschelden voor racist, dan zullen we met 57 zetels eindigen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dit overtuigt dus niet, en dat zou Omtzigt en Yeşilgöz dus ook niet moeten overtuigen. Ik zal tegen de heer Wilders zeggen waarom het vanuit hem ook niet overtuigt. Als je je echt zorgen maakt — gaat dat wel goed in onze steden; integreren vraagt iets van een samenleving — dan is het allereerste wat je doet het beleid dat de afgelopen 20, 30 jaar onder leiding van de VVD is gevoerd, bekritiseren. Heeft de inburgering gefaald? Hebben mensen geen taallessen gekregen? Mensen mochten niet eens werken. Is alles gedaan voor een goede opvang van mensen die zijn gevlucht voor oorlog of van mensen die wij zelf hebben gevraagd hierheen te komen om het vuile werk op te knappen? Is alles gedaan om dat goed te laten landen, om ervoor te zorgen dat je dat spreidt zodat ook de rijkere wijken een deel van deze mensen opnemen? Dát is je geoorloofde kritiek om te zeggen: hier moeten we wel aandacht voor hebben. Dat doet Wilders allemaal niet. Wat hij wel doet, is heel lelijk praten over deze hele groep mensen. Ja, dan moet je natuurlijk niet raar opkijken als anderen dat zien voor wat het is: een racistische gedachtegang. Daar moeten we een einde aan maken. De Koning heeft daarover vorig jaar gezegd: het slavernijverleden werkt nog steeds door in hedendaags racisme. Als je daar niet op aangesproken wil worden, dan moet je je daar niet schuldig aan maken. Dát.
De heer Wilders (PVV):
Wij maken ons daar niet schuldig aan. Dat is mijn antwoord.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het overtuigt niet. Ik blijf erbij: wij vragen de heer Wilders nu om verantwoording, maar eigenlijk moeten we Yeşilgöz en Omtzigt hebben, want zij maken dit gewoon mogelijk.
De heer Baudet (FVD):
Ik begin nou toch wel heel geïnteresseerd te raken in wat die verboden omvolkingstheorie nou eigenlijk precies inhoudt. Ik ben wel benieuwd of iemand mij dat kan vertellen, maar het is kennelijk een heel gevaarlijke theorie die onwaar is. Daar wil ik graag meer over weten. Dat soort dingen heb ik altijd interessant gevonden.
Maar ik heb een hele andere vraag aan de heer Wilders. Allereerst complimenten voor het hebben kunnen maken van deze coalitie en het inzetten op het inperken van immigratie. Dat juichen wij zeer toe, en we zullen ook doen wat we kunnen vanuit de Kamer om dat te steunen. Maar wat ik nog niet helder voor ogen heb, is een aantal. Er staat ook in het coalitieakkoord geen aantal genoemd. Wat voor soort migratiesaldo zou de heer Wilders graag willen zien de komende tijd? Gaan we naar nul, of gaan we misschien zelfs naar min 50.000? Dat kan ook, hè. Tot 2021 was er bijvoorbeeld een remigratieprogramma. Nederland had een remigratieprogramma, waarmee mensen met een migratieachtergrond werden aangemoedigd om weer terug te gaan. Is de heer Wilders bijvoorbeeld bereid om samen met ons te kijken of we dat remigratieprogramma kunnen heractiveren de komende jaren?
De heer Wilders (PVV):
Wij hebben onze handen nu vol met het kabinet om de plannen uit te voeren die in het hoofdlijnenakkoord staan. Dus dat is mijn antwoord. Daar staat ook het antwoord in op uw andere vraag, namelijk over het maximaal terugdringen. Daar zit bewust geen getal aan, maar "maximaal" is maximaal wat kan, wat volgens de maatregelen, de regels en weet ik wat allemaal kan. Dat staat er, en daar hou ik mij aan. En we hebben daarvoor bewust — de minister voor Asiel zei dat volgens mij gisteren ook nog een keer, toen de NOS dat aan haar vroeg — geen getal, maar het moge helder zijn dat dat een forse terugdringing moet zijn.
De heer Baudet (FVD):
De heer Wilders spreekt over "wat kan". Dat verwijst natuurlijk onder andere naar het internationaal en Europees recht. Daar zijn we aan gebonden, en dat is heel vervelend. En er staat in het coalitieakkoord dat er gekeken wordt naar een modernisering van het VN-Vluchtelingenverdrag. Dat juichen wij ook toe. Daar hebben wij in het verleden ook voor gepleit, en wij voegden daar altijd aan toe: als dat niet lukt, moet Nederland bereid zijn om dat verdrag ook op te zeggen. Als wij door internationale regels gebonden worden aan dingen die wij zelf écht niet willen, bijvoorbeeld het opnemen van toch weer te veel immigranten, dan moeten we ook bereid zijn om te zeggen: jongens, dan zeggen we dat verdrag op. Hoe kijkt de heer Wilders daartegen aan? Als het nou niet lukt straks om een goede deal te onderhandelen internationaal, zijn we dan bereid om gewoon te zeggen: "Wij zeggen dat verdrag op; we gaan niet meer meedoen aan die internationale afspraken"?
De heer Wilders (PVV):
Dat hebben we met de vier partijen niet met elkaar afgesproken. Laat ik daar helder over zijn. Bovendien, ik ga dan niet uit van "als". Wij gaan nu uit van wat we hebben opgeschreven. Dat zei de minister-president ook: dat hij het uiterste gaat doen, en garanties zijn er niet, om dat voor elkaar te krijgen. En het zou echt heel onverstandig zijn om op de eerste dag van dit kabinet — ze zitten er net — nu al te gaan preluderen op "wat als dat niet lukt?". Ik ga ervan uit dat dat lukt, en dat we hopelijk niet aan het antwoord op uw vraag toekomen.
De heer Baudet (FVD):
Ja. Tot slot dan over die remigratie. Bent u ook bereid om na te denken over het heractiveren van het remigratieprogramma, zoals Nederland dat tot 2021 had?
De heer Wilders (PVV):
Ik ben altijd bereid tot nadenken. Maar ik doe hier geen toezegging, want nogmaals: de prioriteit ligt nu bij het uitvoeren van alle maatregelen van het hoofdlijnenakkoord.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Toch even terug. Vindt de heer Wilders nou dat een Cody Gakpo, een Don Ceder, een Gidi Markuszower, een Sifan Hassan hier wel of niet hadden moeten zijn in ons land?
De heer Wilders (PVV):
Wat is dit nou voor een vraag? Ik ga op die idiote vragen helemaal geen antwoord geven. Of mensen hier wel of niet moeten zijn, daar ga ik toch helemaal niet over?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Nou, meneer Wilders heeft zojuist een heel aantal statistieken gegeven, een hele uitleg aan wat hij wel en niet onder de eerdere uitlatingen rondom omvolking vindt, namelijk dat ons land ... Hij heeft de uitleg gegeven dat hij het niet meer "omvolking" zal noemen, maar dat hij zich wel zorgen maakt. Ik maak me ook zorgen om oude stadswijken waar mensen zich niet gedragen, waar mensen niet geïntegreerd zijn, maar ik zal daar never nooit aan verbinden dat mensen die mogelijk ergens anders geboren zijn, of wier moeders ergens anders geboren zijn maar die Nederlander zijn, op wie ik trots ben, die de sterren van de hemel spelen in het voetbalelftal, die hier een heel goed Kamerlid zijn ... Die horen bij ons. Met de uitspraken die de heer Wilders doet over de veranderingen in onze steden, zet hij alle Nederlanders die een vader of moeder van buitenlandse afkomst hebben op afstand, want hij plaatst ze in hetzelfde hokje met cijfers. Dát is waarom ik deze vraag stel. Dan kunt u mij nu terugschuiven: waarom stelt u deze vraag? U veroorzaakt het zelf, omdat ik deze onrust proef bij zo veel jongeren met een vader of moeder uit het buitenland of een opa of oma uit het buitenland.
De heer Wilders (PVV):
Ook dat is allemaal niet waar. Ik ga over mijn eigen woorden en bedoelingen. Niet u. Ik heb gezegd dat Nederland het inmiddels niet meer aankan. We kunnen het gewoon niet meer aan. Daar zijn de vier partijen het over eens, anders had er niet zo'n plan gelegen om de asiel- en migratiestromen terug te dringen. Dus wij vinden — en ik vind en de PVV vindt — dat de asiel- en migratiestromen veel te groot zijn. U kunt het wel hebben over mensen die hier in het verleden zijn gekomen, maar ik heb het over nu. We kunnen het als Nederland nú niet aan. We zien dat Nederland de stromen aan asiel- en gezinsmigratie en noem maar op niet aankan. Maar goed, dat heb ik net al gezegd.
We zijn op Malta na het dichtstbevolkte land van de Europese Unie. We hebben een tekort aan woningen, we hebben een tekort aan geld, we hebben een tekort aan medewerkers in de zorg. We hebben overal tekorten. Dat betekent dat we voorzichtig moeten zijn, dat we terughoudender moeten zijn en dat we strenger moeten zijn over wie we ons land binnenlaten. Dat is toch heel normaal! Als je in je eigen huis 50 gasten hebt en zelf een tekort hebt, dan vraag je toch ook aan mensen om weg te gaan of om niet meer binnen te komen? Dat is toch heel normaal?
Dus wat wij doen, en wat eindelijk gebeurt, is wat heel veel Nederlanders willen. Als meneer Timmermans en de zijnen in het kabinet waren gekomen, waren er alleen maar meer mensen binnengekomen. Wij gaan nu het tegenovergestelde doen. Dat is het verschil tussen GroenLinks-PvdA en de PVV. En ik ben ontzettend trots dat we dat gaan doen. En niemand, maar dan ook helemaal niemand hier, laat mij daar met wat voor vragen dan ook schuldig over voelen. Ik ben er trots op. Nederland kan het niet meer aan. Er was één partij, en gelukkig zijn er nu vier, die een programma hebben waarin ze knokken voor minder asiel en minder migratie. We hadden dat al veel eerder moeten doen. Eindelijk gaan we het doen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Een heel betoog met een goede heftigheid.
De heer Wilders (PVV):
Dank u wel.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik blijf wel complimenten geven hoor, meneer Wilders. Ik ben niet van die jij-bakken. Dat vind ik helemaal niet zo leuk. Ik vind het veel beter voor onze democratie als we het debat voeren op de inhoud. Daarom wil ik daar ook even naar terug. Als u zelf continu met grote cijfers begint over hoe onze steden zijn veranderd en wat dat betekent, dan heeft dat gevolgen voor de Cody Gakpo's, voor de Don Ceders, voor de Gidi Markuszowers en voor de Sifan Hassans in onze samenleving. Dan heeft dat gevolgen voor hoe zij bekeken worden en hoe zij aangesproken worden op het station, ook op station Gouda. U vindt mij aan uw zijde als we het gaan hebben over de echte problemen van migratie: de ongebreidelde arbeidsmigratie die maar doorgaat, die druk geeft op de oude stadswijken waardoor niemand meer een huis kan vinden en die druk geeft op de sociale veiligheid, ook hier in Den Haag waar allerlei arbeidsmigranten die niet meer in dienst zijn, aan de alcohol zitten en hier op de straten lopen. Ja, dat is een probleem. En ook als asielzoekers zich misdragen of hier niet horen te zijn, dan moet je dat aanpakken. Maar de manier waarop meneer Wilders dat hier neerzet, en waarop zijn partijgenoten dat hebben neergezet, heeft telkens opnieuw gevolgen voor al die Nederlanders met een vader of moeder of een opa of oma uit het buitenland. Ik vraag de heer Wilders niet om zich schuldig te voelen. Hij moet zijn verantwoordelijkheid voelen voor al deze mensen, juist als leider van de grootste partij.
De heer Wilders (PVV):
Ik voel me verantwoordelijk voor al die Nederlanders die grote moeite hebben met open deuren of open grenzen, of hoe je het wilt noemen. Het vorige kabinet is daar volgens mij zelfs op gevallen. Het vorige kabinet is volgens mij gevallen omdat ze het niet eens werden over voldoende maatregelen om asiel en migratie of gezinsmigratie vorm te geven. Nu is er gelukkig een kabinet dat dat wel doet.
Ik maak me zorgen. Mijn mailbox zit vol met berichten van mensen die niet meer met de metro in Rotterdam van hun werk naar huis durven te gaan. En dat zijn geen uitzonderingen. Ik zei het daarnet al: er zijn mensen die hun dochter niet meer met een vriendin in een dorp of stad naar een feestje durven te laten gaan. Of een vrouw die niet meer haar kinderen naar school durft te brengen om wat er allemaal gebeurt. Dat zijn niet alleen allochtonen. Natuurlijk niet. Dat zijn ook niet allemaal asielzoekers. Maar ze zijn wel vaak oververtegenwoordigd. Daar moeten wij wat aan doen. Dat moeten we durven zeggen. Daar mag geen taboe op heersen. Als er een taboe op heerst … U maakt er een taboe van. Ja, u maakt er een totaaltaboe van. Dan wordt het alleen maar erger. Dat is het verschil tussen de ChristenUnie en de PVV. De ChristenUnie noemt het een taboe en de PVV durft er wat aan te doen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Een punt van orde.
De voorzitter:
Is het echt een punt van orde? Weet u dat echt zeker? Of is het uw vierde interruptie?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Nou, voorzitter, over de goede omgangsvormen. Ik word hier rechtstreeks aangesproken: "U maakt er een taboe van." Ik maak er geen taboe van. Dat wil ik hier genoteerd hebben, want ik heb net heel goed gezegd dat we wat moeten doen aan mensen die niet integreren. Dus voorzitter, ik hecht er ook aan dat u die orde bewaakt, want het verruwt ons debat, en dat is niet nodig.
De voorzitter:
Genoteerd.
De heer Van Baarle (DENK):
Hier staat zo iemand uit zo'n grote, oude stadswijk uit Rotterdam. Hier staat zo iemand. Ik ben het echt spuugzat dat de heer Wilders de mensen uit mijn wijk die proberen een toekomst te bouwen in onze samenleving, blijft wegzetten als een probleem. Hij zei het net letterlijk: dat je Nederland niet meer zou herkennen als Nederland, vanwege een islamitische slagerij en mensen in djellaba's. Ik zou tegen de heer Wilders willen zeggen: die mensen in een djellaba en die islamitische slager, dat ís Nederland. Dat hoort bij Nederland. Wordt het niet eens tijd dat de heer Wilders daaraan gaat wennen, dat hij eraan gaat wennen dat al die mensen, ook die in mijn wijk, die samen, ondanks hun verschillen, proberen een toekomst op te bouwen, bij Nederland horen? Daarom past het niet om te zeggen dat mensen zich niet meer herkennen, alleen maar omdat er mensen in een djellaba rondlopen of omdat er een islamitische slagerij staat. Dat hoort bij Nederland. Wen daaraan, zeg ik tegen de heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Bent u weleens in Kanaleneiland geweest?
De heer Van Baarle (DENK):
Jazeker.
De heer Wilders (PVV):
Het gaat er niet om dat er een islamitische slager of weet-ik-wat komt. Een hele wijk is totaal getransformeerd, van een wijk waar Nederlandse autochtonen wonen tot een wijk waar … Als er nog drie wonen, is het veel. Serieus. En dat in een wijk waar tienduizenden mensen wonen. Ik heb dat meegemaakt. Ik heb daar zelf gewoond, in Utrecht. Ik zat in de gemeenteraad van Utrecht, toen nog voor de VVD. Ik werkte ook in Den Haag. Ik moest daar iedere dag, zoals ik al zei, mijn auto parkeren. Ik ben daar weggevlucht. Ik moest daar wegvluchten voor mijn eigen veiligheid, maar ook gewoon omdat niemand daar meer Nederlands sprak. Niemand sprak meer Nederlands in die wijk. Als ik naar de winkel ging ... Nou ja, ik kon bijna niet meer naar de winkel gaan. Ik heb niks tegen mensen die in Nederland zijn en die het beste van hun leven proberen te maken. Ik zou zeggen: doe dat. En natuurlijk, dan hoor je erbij. Maar we zijn totaal doorgeslagen. Mensen maken daar terecht problemen van en maken zich zorgen. Ze merken het in hun gezin, in hun straat. En ik zeg: jongens, we kunnen dat niet meer aan, we moeten dat wat minder maken. Dat gaat nu eindelijk gebeuren en dat is hartstikke goed.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik ben ook in Kanaleneiland geweest. Als de heer Wilders zegt dat bijna niemand meer Nederlands spreekt op straat, dan vraag ik me echt af of hij in de tijd dat hij daar woonde, überhaupt wel met mensen sprak. Want ik zie daar mensen, talentvolle jongeren met diverse achtergronden die misschien wel beter Nederlands spreken dan de heer Wilders. En hij zet ze weg als het probleem. Hij zei net letterlijk: die wijk zag ik transformeren. Omvolking pur sang, zou ik willen zeggen. Hij legt daarmee de schuldvraag van de problemen in de samenleving neer bij mensen met een andere afkomst. Dat is vilein, want als we het hebben over de problemen in onze wijken, dan gaat dat om falend beleid, dan gaat dat om een overheid die jarenlang onvoldoende heeft geïnvesteerd om de sociale woningbouw op peil te houden, om ervoor te zorgen dat er voorzieningen zijn in die wijken. Dat u dat niet ziet maar mensen met een andere afkomst daarvan de schuld geeft, is giftige politiek, zeg ik tegen de heer Wilders. Giftige politiek.
De heer Wilders (PVV):
Ik geef niemand de schuld, maar allebei is waar. Het is de overheid die dat niet had moeten toestaan. Eindelijk gaat de overheid die migratie en asiel nu wat beperken. En ja, ik heb er ook heel veel moeite mee dat mensen, vaak mensen die al heel lang in Nederland zijn, zeker de oudere generaties, nog steeds geen woord Nederlands praten. Daar barst het van. Dat vind ik ook niet kunnen, en dat zeg ik zolang ik hier sta.
De heer Van Baarle (DENK):
Tot slot over het balletje-balletjespel dat de heer Wilders deed over de omvolkingstheorie, waarvan hij nu opeens zou betreuren dat het niet bedoeld is zoals het bedoeld is vanuit de nazistische theorie. Voorzitter, het was de heer Bosma in een andere rol die letterlijk in een debat namens de PVV zei: "Wat ik zei is niet vrijblijvend. Het is een bitterere noodzaak om de macht van de elites in te perken. De ideeën van links-liberaal of zo u wilt hoogopgeleid voeren ons richting de ondergang, de vernietiging van het volk door omvolking." Een elite die omvolking bewerkstelligt. Het was ook de heer Bosma namens de PVV die zei: "De NPO, onze nationale omroep, staat voor de nationale propaganda voor de omvolking." Dus niet alleen de elites, ook de nationale omroep is er verantwoordelijk voor. En het was de heer Wilders in 2008 die zei: "De leiders in Europa zijn niet zoals Churchill maar zoals Chamberlain, die onze cultuur en identiteit uitverkopen aan de vijand en de islam." Het is niet één keer gebeurd, het is tientallen malen gebeurd, vunzige, racistische complottheorieën waarbij elites en zelfs de nationale omroep verantwoordelijk zouden zijn voor het vervangen van het Nederlandse volk. Uit het spoorboekje van het nationaalsocialisme die theorie uiten. Ik zeg tegen de heer Wilders: het is totaal ongeloofwaardig om, nu u aan de macht kunt proeven, te doen alsof u het niet zo bedoeld heeft. Het is dondersgoed zo bedoeld. En de meneer die naast u zit, nu in een andere rol, weet dat ook.
De heer Wilders (PVV):
Ik laat mij niet in de hoek duwen van nationaalsocialisme. We zijn precies het tegenovergestelde. Dus ik ga niet in op deze totale bullshit.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb er toch een opmerking over, want waar het gaat om de uitspraken die zijn gedaan in het verleden klopt het gewoon niet wat u zegt. Ik lees een tweet voor van mevrouw Faber van 27-10-2020. Quote: "Heel Nederland levert in maar minister Sigrid Kaag peinst er niet over om zich te houden aan het regeerakkoord en weigert 500 miljoen in te leveren. Zij pompt dat liever in het VN-netwerk die een agenda uitrolt van antisemitisme, terrorisme en omvolking." Dat is een letterlijke quote. Hiermee kun je gewoon niet volhouden dat er geen agenda achter zit, want het wordt letterlijk in de quote gezegd. Ik herhaal: "Zij pompt dat liever in het VN-netwerk die een agenda uitrolt." Dus het idee dat hier geen agenda achter zit en dat mevrouw Faber het allemaal niet wist … Het is onzin, het is niet waar, het staat in tweets die gewoon op internet te vinden zijn. En er is geen afstand van genomen.
De heer Wilders (PVV):
Zoals ik al zei: ik ga niet allerlei uitspraken van PVV'ers uit het verleden becommentariëren. Dat ga ik gewoon niet doen. Niet die van mij, niet die van de heer Bosma, niet die van anderen in het verleden. Dat ga ik allemaal niet doen. Ik weet dat niemand van ons die nazitheorieën aanhangt. Integendeel, die worden juist als geen ander verketterd. En wij hebben nu ook afstand genomen van al die uitspraken. Dus ja, u kunt het vijf keer vragen. U krijgt hetzelfde antwoord.
De heer Bontenbal (CDA):
Het punt is dat u steeds wegdraait, dat u geen antwoorden geeft op de vragen en dat u dingen ontkent die u in een eerdere instantie heeft toegegeven. U heeft net in een van uw eerdere bijdragen gezegd dat er geen sprake was van een agenda enzovoorts en dat de term "omvolking" niet in die zin gebruikt is. Uit deze tweet blijkt gewoon dat dat wel zo is. Dus wat u zegt, klopt gewoon niet. Geef dat dan ten minste toe! We hoeven het niet over demografische ontwikkelingen in wijken te hebben. Ik kom uit Rotterdam-Zuid. Ik weet prima wat het is. Maar lieg niet over wat er in het verleden is gezegd! En durf te normeren wat er is gezegd! Ik ga dat ook aan dit kabinet vragen, en aan al deze fractievoorzitters.
De heer Wilders (PVV):
Gaat uw gang.
De heer Bontenbal (CDA):
Durf te normeren dat wat er in het verleden is gezegd, onfatsoenlijk is en dat je daar afstand van neemt. En dan kan dit kabinet door. Maar er wordt geen afstand genomen.
De heer Wilders (PVV):
Ik heb gezegd wat ik heb gezegd. Ik heb er niks aan toe te voegen.
Voorzitter. Staat u mij toe dat ik op deze feestelijke dag — ik zei het net al — ook onze kiezers bedank die ons door de jaren heen hebben gesteund. Want zonder jullie was dit nooit mogelijk geweest. Dus ik zeg tegen alle mensen thuis die misschien nu tv kijken of op een andere manier dit debat volgen: dank jullie wel. Ik weet het nog goed. Dit jaar precies twintig jaar geleden zat ik als eenmansgroep onder de naam Groep-Wilders in de Tweede Kamer. Daarna kwamen we als PVV met negen zetels de Kamer in. We wonnen en we verloren in de jaren daarna zetels, maar we gingen altijd door. We gaven nooit op, ook niet als het moeilijk werd, zoals vorig jaar juni, toen we op twaalf zetels in de peilingen stonden. Maar na de val van het vorige kabinet en een stevige campagne vierden we vorig jaar november een historische verkiezingsoverwinning. De PVV werd met 37 zetels met afstand de grootste partij van Nederland. 2,5 miljoen Nederlanders gaven ons hun stem en vertrouwen. Al die mensen kozen voor hoop en verandering. Ze hunkeren ernaar dat er een nieuwe, frisse wind gaat waaien in Nederland. Ze willen dat hun problemen serieus worden genomen.
En nu, zeven maanden na de verkiezingen, schrijven we geschiedenis. De PVV staat in het centrum van de macht en neemt deel aan het bestuur van dit mooie land. Het is tijd voor een nieuw begin. Zoals ik al eerder heb gezegd, ben ik ervan overtuigd dat ook de zon weer gaat schijnen in Nederland. Dat vertrouwen van de burger in de overheid is — zo zagen we een paar dagen geleden — alleen al door het aantreden van dit kabinet gegroeid. Onder laagopgeleiden is het vertrouwen in de overheid zelfs verdubbeld, alleen door het enkele feit dat dit kabinet is aangetreden.
Voorzitter. Ik heb er ontzettend veel zin in. Mijn fractie heeft er veel zin in en ik weet zeker — de minister-president zei het trouwens net zelf al — dat hij en al zijn bewindslieden er ook heel veel zin in hebben. Behalve dat ik die 2,5 miljoen PVV-kiezers wil bedanken, spreek ik ook een oprecht woord van dank uit aan mijn collega's van VVD, NSC en BBB. Mevrouw Yeşilgöz, meneer Omtzigt en mevrouw Van der Plas, dank dat we de intensieve en soms loodzware onderhandelingen toch succesvol hebben weten af te ronden.
Voorzitter. Het zal niemand verbazen dat het voor de PVV absolute prioriteit heeft dat het kabinet nu snel aan de slag gaat om te komen tot fors minder asielzoekers. We moeten — zo staat het ook in het akkoord — het strengste asielbeleid ooit krijgen. Met minder nemen we dan ook geen genoegen. Het is de belangrijkste reden dat we in het kabinet zitten. We hebben daar afspraken over gemaakt in het akkoord. Ik noem uitzonderingsbepalingen op de Vreemdelingenwet, de Asielcrisiswet en het intrekken van de Spreidingswet. Er komen grenscontroles, de grensbewaking zal worden geïntensiveerd. Het kabinet gaat — dat zal van lange adem zijn — proberen om draagvlak te vinden voor een opt-out naar Deens model. En zo gaan we maar door.
Voorzitter. Die agenda is de agenda waar Nederland massaal voor heeft gestemd. Dat zijn de veranderingen die keihard nodig zijn. Maar er is meer nodig. Het gaat niet alleen om asiel. We zijn ook blij dat er meer woningen worden gebouwd. We zijn blij dat er met minister Madlener 2,5 miljard euro beschikbaar komt voor betere en meer infrastructuur. We zijn blij dat boeren en vissers meer ruimte krijgen. We zijn blij met het eigen risico. We zijn blij dat er wat meer wordt bezuinigd op ontwikkelingshulp, bijna 2,5 miljard structureel. We vinden dat allemaal hartstikke goed. We vinden dat het kabinet daarmee aan de slag moet. Ik denk dat ook het mkb blij is met dit pakket, met de mkb-winstvrijstelling en met het feit dat we de verhoging van de energiebelasting gaan schrappen. Ik denk dat heel veel mensen in Nederland hunkeren naar een nog veiliger Nederland. De politie wordt zichtbaarder in de wijk. Dat staat in het akkoord. We gaan hard optreden tegen straatterreur. Er komt een verhoging van de strafmaat voor terrorisme. Er komen zwaardere straffen voor zware misdrijven. We gaan de prostitutieleeftijd verhogen naar 21 jaar. Dit is allemaal keihard nodig, net zoals in de zorg. Ik had het er net al over met de collega van de SP. Ook daar gebeuren er niet alleen maar leuke dingen, maar er gebeuren ook leuke dingen. We hebben de twee beste mensen uit onze partij afgevaardigd: minister Agema en staatssecretaris Maeijer. Als zij het niet kunnen, kan niemand het, zeg ik tegen de excellenties Fleur en Vicky.
Voorzitter. Ik zou hier, als het mag, vandaag wel alvast een lans willen breken voor de streekziekenhuizen in het algemeen en het Zuyderlandziekenhuis Heerlen in het bijzonder. In het hoofdlijnenakkoord staat letterlijk dat het de insteek is dat streekziekenhuizen behouden blijven. Mijn vraag aan de minister-president is om daar dan ook voor te zorgen, linksom of rechtsom, via alternatieve bekostiging — daar wordt volgens het akkoord onderzoek naar gedaan — of op een andere manier. Regel het! Streekziekenhuizen met een volwaardige spoedeisende hulp en intensive care zijn onmisbaar in de regio. Ik vraag de minister-president zich hier ook persoonlijk voor in te spannen en er samen met de minister van VWS voor te zorgen dat het Zuyderlandziekenhuis in Heerlen een volwaardig ziekenhuis blijft. Ga met ze praten. Ga praten met dat ziekenhuis en met de verzekeraars. Ga met ze praten en probeer eruit te komen. Ik zou heel graag een toezegging willen hebben van de minister-president en willen kijken of we daar in ieder geval voor de Algemene Beschouwingen een antwoord op kunnen krijgen.
Voorzitter. Eerlijk is eerlijk: we hebben niet alles binnengehaald. We hebben ook pijnlijke maatregelen moeten nemen. We hadden het net al over de curatieve zorg. Ik heb het al over het klimaatbeleid gehad, waar we voor hebben getekend. We hadden veel meer willen bezuinigen op de publieke omroep. We krijgen te maken met financiële tegenvallers. Het hoort er allemaal bij. Dat hoort bij verantwoordelijkheid nemen, bij ergens voor willen staan, bij willen werken aan verbetering. Regeren brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Wij zijn ons daar als PVV-fractie zeer van bewust.
Ten slotte heb ik nog een boodschap aan het kabinet, aan premier Schoof en al zijn bewindslieden. Ik heb er net in een interruptie al kort wat over gezegd. Mijn fractie zal zich als vanzelfsprekend houden aan alle afspraken uit het hoofdlijnenakkoord. Wij zijn goed voor onze handtekening en wij zijn honderd procent te vertrouwen. Maar als het gaat om de uitwerking van dit akkoord zullen wij scherp aan de wind varen. We zullen ons dualistisch opstellen. We zullen de resultaten kritisch beoordelen. We zullen klappen als het goed is, maar ook boos worden als het ons niet bevalt. Over al die onderwerpen waarover niets is afgesproken en wat dus vrije kwesties zijn, zullen we het onversneden PVV-geluid met veel plezier laten horen. Dat gaan we doen ten aanzien van alle bewindslieden, inclusief die van onszelf, inclusief die van de PVV. Dat is geen dreigement, maar een dualistische belofte die hoort bij een extraparlementair kabinet en in het staatsrechtelijke verkeer tussen Kamer en regering, meneer de minister-president; politieke samenwerking. Nogmaals, ik ben daar heel trots op. Ik ben daar heel blij mee. Politieke samenwerking is mooi, maar resultaten zijn beter. Daar rekenen we u en uw team op af, vanaf vandaag. Succes ermee.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Lekker dualistisch voor de dieren. Voordat dit kabinet er zat, werd er onderhandeld. De Kamer had de wet die dieren moet beschermen met steun van de PVV aangescherpt. De minister van Landbouw wilde dat niet. Mevrouw Van der Plas wilde dat niet. De heer Wilders had alle ruimte om daar gewoon bij te blijven. Maar om te kunnen gaan regeren met de BBB is dat, huppekee, zo weggegeven. Als we nu naar de verdeling van de ministersposten kijken en naar wat er staat in het regeerakkoord over de dieren, dan kunnen dieren dus niet op de PVV rekenen. Mijn vraag is dus: waarom is dat hele ministerie van Landbouw naar de BBB gegaan?
De heer Wilders (PVV):
Omdat BBB dat graag wilde hebben en omdat zij een goede kandidaat hadden. Dat zijn twee belangrijke redenen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dan hoort de heer Wilders er ook bij te zeggen: "Omdat ik, als het erop aankomt, de dieren gewoon lekker voor de bus gooi." De BBB. Dat is de partij van mevrouw Van der Plas, die zegt: "Stalbranden? Joh, daar voelen dieren helemaal niets van." Over opkomen voor dieren zegt ze: "Dat is gewoon pure emotie. De PVV moet ophouden, hoor, met moties steunen tegen dierenleed, als ze gaan regeren." Transporten, lange transporten, piepjonge kalfjes, helemaal uit Ierland: de PVV heeft de Partij voor de Dieren gesteund. De motie is aangenomen. Natuurlijk wordt die niet uitgevoerd. De BBB is daartegen. Ellenlange transporten, helemaal naar het Midden-Oosten. Afschuwelijk, die dieren zo lang in zo'n vrachtwagen! De BBB krijgt nu de sleutels in handen. Het vervoeren van dieren bij hittegolven. We hebben er hard voor gevochten om die temperatuur een beetje naar beneden te krijgen. De BBB is daartegen. Wat denkt de heer Wilders dat er gaat gebeuren? Op het ministerie van LNV worden moties voor dieren al niet uitgevoerd. Nu heeft Wilders de sleutels gegeven aan een partij die dat absoluut niet van plan is en die er hoogstpersoonlijk voor heeft gezorgd dat de heer Wilders is gedraaid en dat de wettelijke bescherming voor dieren gewoon weer uit de wet is gehaald.
De heer Wilders (PVV):
Ja? Bent u klaar?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik kan nog een uurtje doorgaan.
De heer Wilders (PVV):
Gaat uw gang.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar ik hoop dat de heer Wilders iets gaat doen voor de dieren, want hij heeft het niet genoemd bij de pijnlijke keuzes waarbij hij een concessie heeft moeten doen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is om ze voor de bus te gooien.
De heer Wilders (PVV):
Omdat er niets klopt van wat u zegt. Om te beginnen maakt u een karikatuur van de BBB. Oké, de BBB is geen PVV en geen Partij voor de Dieren, maar de BBB heeft zeker ook een groot hart voor dieren. Sterker nog, boeren hebben een groot hart voor dieren. Er is geen boer in Nederland, excessen daargelaten, die niet graag goed met zijn dieren omgaat, dus ik verwerp het idee dat de boer in Nederland antidieren is of dat de partij BBB een antidierenpartij is. Dat is een concept waar ik niet in meega. Dus ik heb er ook geen enkele moeite mee dat zij dat ministerie krijgen. Ik ben het gewoon totaal met u oneens. De BBB heeft een hart voor dieren en ook boeren hebben een hart voor dieren. We hebben in het akkoord overigens wel maatregelen voor dieren opgenomen. Ik heb u dat trouwens ook gezegd in het debat van vijf weken geleden. Ook over vervoer, bijvoorbeeld. U heeft het misschien niet gelezen of u wilt het niet lezen, maar het staat er zeker wel. Niet zo vergaand als in de wet die u graag wilt, toegegeven. Maar we hebben zeker oog voor dieren. Dat zullen we ook altijd blijven houden, maar niet op uw manier, nee. Er zijn ook andere manieren in de wereld.
De voorzitter:
Ten slotte.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Als de heer Wilders eerlijk is, zegt hij: inderdaad, dat dierenleed doet mij wat. En natuurlijk, boeren zitten vast in het systeem, dus daar moeten we ze bij helpen. Maar het neemt niet weg dat 30 miljoen dieren van ellende creperen en niet eens levend de stal uitkomen, dat dieren lijden bij stalbranden, dat dieren lijden bij dit soort transporten en dat de BBB niet op dezelfde manier als de PVV maatregelen steunt. Sterker nog, ze hebben letterlijk gezegd: hou op met het steunen van die moties als je gaat meeregeren. Wat de heer Wilders heel goed weet, is het volgende. Het weinige dat we overeind hadden gekregen voor dieren en dat we in de wet hadden weten te regelen, dat had dieren echt geholpen. Wat aangenomen moties betreft, ben ik altijd heel blij met de steun van de PVV, maar je weet ook — dat moet je ook gewoon toegeven — dat die meestal niet worden uitgevoerd, want: "het zijn maar dieren". Dus ik ben benieuwd. De heer Wilders zegt: ik ga me dualistisch opstellen tegenover dit kabinet. De PVV heeft gezegd: wij willen een einde maken aan het dierenleed in de bio-industrie. Wat gaat de heer Wilders dan doen? Want alleen het steunen van moties, die vervolgens niet worden uitgevoerd, of twitteren dat hij het schandalig vindt, is echt niet genoeg. Daar kopen de dieren helemaal niks voor.
De heer Wilders (PVV):
Wij hebben een groot hart voor dieren. BBB heeft ook een groot hart voor dieren. Er staat iets over het verbeteren van de omstandigheden voor dieren in het hoofdlijnenakkoord. Zo gaan we het doen.
De heer Stoffer (SGP):
Afgelopen maandag hadden we hier in Nieuwspoort een verlate viering van Jeruzalemdag, met parlementariërs uit Europa en uit Israël. Er was veel enthousiasme over het voornemen in het hoofdlijnenakkoord om de Nederlandse ambassade te verplaatsen van Tel Aviv naar Jeruzalem. Toen dacht ik: laat ik toch eens even kijken hoe dat precies is opgeschreven in het hoofdlijnenakkoord. Daar staat dat er onderzocht gaat worden wat een geschikt moment is om die verplaatsing plaats te laten vinden. Toen dacht ik: wat betekent "onderzoek"? Ik weet natuurlijk niet hoe dit kabinet gaat opereren, maar bij het vorige kabinet betekende "een onderzoek" over het algemeen zoiets als "op de lange baan schuiven". Mijn concrete vraag is: wat vindt de heer Wilders eigenlijk het geschikte moment om die verplaatsing plaats te laten vinden? Kunnen we daar nu niet gewoon een afspraak over maken?
De heer Wilders (PVV):
Ik heb het akkoord nu niet bij me, maar volgens mij stond er nog meer in. Volgens mij stond er ook nog iets in van "gelet op de geopolitieke situatie en het Israëlisch-Palestijnse conflict". Volgens mij stond dat er ook nog bij. Dat zijn dus de voorwaarden. Weet u, als het aan mij had gelegen, hadden we het morgen gedaan. Maar daar heb ik niet de handen voor op elkaar gekregen. Dit was het maximaal haalbare en ik ben er dankbaar voor. Ik heb het voornemen om hierin ook de vinger aan de pols te houden. Maar de voorwaarden die in het akkoord staan, zijn wel de voorwaarden: er moet onderzoek gebeuren en het moet geopolitiek niet averechts werken, gelet op het proces dat daar plaatsvindt. Het zal dus niet morgen gebeuren en misschien ook niet overmorgen, maar ik ga wel heel erg mijn best doen en mijn vinger aan de pols houden dat we het deze kabinetsperiode wel gaan doen. Want afspraak is afspraak.
De heer Stoffer (SGP):
Volgens mij zijn wij eens geestes. Nu zag ik net dat de heer Wilders een vraag stelde aan de premier en de minister van VWS, namelijk om bij of voor de APB terug te komen op het ziekenhuis in Heerlen. Zou het ook niet een idee zijn om aan de premier en de minister van Buitenlandse Zaken te vragen om er op z'n minst op terug te komen voor de APB, zodat we dan ook weten waar we aan toe zijn?
De heer Wilders (PVV):
De vraag is bij dezen gesteld.
De heer Dijk (SP):
De heer Wilders deed net een interessante oproep aan premier Schoof over het Zuyderlandziekenhuis, waar ik me heel graag bij wil aansluiten. Maar daar komt wel het volgende bij. Ik heb een voorstel ingediend en dat is hier aangenomen. Het overgrote deel van de Tweede Kamer vindt het en het overgrote deel van de regio vindt het; de provincie en de gemeente, eigenlijk alles en iedereen vindt dat het ziekenhuis opengehouden moet worden. Dan kijk ik naar de reactie op de aangenomen motie en dan staat er: het raakt daarmee in een stelsel met private zorgverzekeraars ook aan de fundamentele vrijheid van ondernemers en het eigendomsrecht van zorgaanbieders wanneer een zorgaanbieder niet mag fuseren als een stakeholder het er niet mee eens is. Dat is natuurlijk diep-ideologisch: bepaalt de democratie of de markt? Mijn vraag is wel de volgende. Ik sluit me helemaal aan bij de oproep aan de premier om nog een keer zijn best te gaan doen, maar is de heer Wilders het met de SP eens? Er zijn namelijk meerdere ziekenhuizen waar iets speelt. In Joure moet een ziekenhuis komen voor Sneek en Heerenveen; dat willen de mensen helemaal niet. We zien dat het Gelre ziekenhuis in Zutphen zo ongeveer gesloten wordt. Is de heer Wilders het met de SP-fractie eens dat als het om die ziekenhuizen gaat, we dan inderdaad die vrijheid van ondernemen en die vrijheid van eigendom moeten gaan overrulen en dat we daarop moeten ingrijpen? Is hij het met de SP eens dat als de democratie "dit moet gebeuren" zegt, het dan ook daadwerkelijk echt moet gebeuren?
De heer Wilders (PVV):
Ik weet niet of je het zo kan doen. Maar nogmaals, wij delen de wens dat er iets verandert. We hebben in het hoofdlijnenakkoord ook een onderzoek naar die zogenaamde beschikbaarheidsbijdrage staan. Weet u, dat gaat over de spoedeisende hulp en de ic's. Dat is een voorstel van Fleur Agema, toen nog mijn collega-Kamerlid. Ze weet precies waar ik het over heb. Volgens mij hebben we dat toen samen gedaan in een initiatiefnota. Het voorstel was dat je het deel van de beschikbaarheidsbijdrage voor de eerste hulp en de ic's inderdaad een beetje decollectiviseert — dat is dus een stukje uw kant op — net als de brandweer en de ambulances. Dat is vaak, los van personeelsproblemen, de reden dat het omvalt. Door de problemen van de regio en het probleem van de beschikbaarheid van de mensen worden de eerste hulp en de ic als eerste afgestoten. In Heerlen ging het ook nog over bevallingen en weet ik wat nog meer. Zonder die functies belandt een ziekenhuis in een soort sterfhuisconstructie en gaat de zorg naar andere steden. Ik ben dus al heel erg blij dat dat onderzoek daarover in het akkoord staat. Misschien is dat wel een structurele oplossing, al hebben we geen afspraken gemaakt dat we dat gaan doen, maar alleen dat er een onderzoek is. Maar ik ben zo bang dat dat voor het Zuyderlandziekenhuis misschien te laat komt. Naar aanleiding van de terechte vraag van de collega van de SP zou ik aanvullend aan het kabinet willen vragen: kunt u dat onderzoek naar de financiering versnellen? Volgens mij ligt er al een onderzoek en er is weer een nieuw onderzoek. Kunt u dat zelf doen? Kunt u dat versnellen? Kunt u dat binnen twee maanden doen? Als dat niet kan, dan komen er andere opties aan de orde. Maar ik kan nu niet overzien welke stappen we zouden moeten nemen, omdat ik daar, nogmaals, ook niet alleen over ga. Maar wij hebben dezelfde wens en daarom vraag ik aan de minister-president om te gaan praten, niet alleen met het ziekenhuis en de zogenaamde stakeholders, maar ook met de verzekeraar. Ga praten met de verzekeraar.
Volgens mij heeft u vanuit uw verantwoordelijkheid nu ook nog een onderzoek geëntameerd van de Kamercommissie, ook om te kijken hoe het precies zit met dat geld. Volgens mij steunen wij u ook daarin, om wat meer inzicht te krijgen. Volgens mij geven die stakeholders niet automatisch al die informatie, maar het is wel belangrijk om die te hebben. Maar laten wij nu alstublieft ook een keer proberen samen te werken. Ik wil dat helemaal niet van u afpakken. U was de eerste die daarover begon. Ik wil u daarin steunen. Laten wij gezamenlijk proberen te bewerkstelligen dat die streekziekenhuizen er blijven. Daar zullen de heer Timmermans en anderen zich hopelijk bij aansluiten. Zij waren daarin ook al eerder actief. Wij gaan het kabinet proberen te bewegen om naar dat ziekenhuis Zuyderland in Heerlen te gaan, met iedereen te praten en snel een oplossing te vinden. Dan krijgen we dat terug en dan kunnen we het hebben over de verschillende opties, maar laten we dat nu in ieder geval proberen.
De heer Dijk (SP):
Kijk, het gaat mij erom dat het geregeld wordt. Het is fijn om dit te horen. Maar toch kleine puntjes van kritiek: dat onderzoek is niet nodig. We weten het. Er is in de Kamer ook een voorstel voor een beschikbaarheidsbijdrage aangenomen. Wij willen dat en het kan. Ik denk dat dit een soort politieke escape is om te gaan kijken of de andere coalitiepartijen zich daarbij willen aansluiten, is even mijn inschatting. Maar het moet gebeuren. Het is dus goed om de heer Schoof op pad te gaan sturen. Prima om dat onderzoek te gaan doen. Hartstikke goed dat de PVV het inderdaad ook steunde en dat er een soort van second opinion komt over hoe dat nu zit met het vastgoed en dat soort dingen. Maar er zitten aangaande de ziekenhuiszorg ook punten in de wet zoals bijvoorbeeld dat staatssteun mogelijk niet toegestaan zou zijn als je nu het ziekenhuis in Heerlen zou willen redden. Dat moeten we er toch uit kunnen slopen, meneer Wilders, dit soort gekkigheden die gaan over eigendomsrecht en over winsten uit ziekenhuisbezit? Volgens mij worden die ziekenhuizen allemaal betaald met collectieve middelen. Dan moeten die gekkigheden er toch uit? Als de democratie zegt "wij willen dit", dan kan toch niet de markt of degene die het pand bezit zeggen "we gaan het niet doen"? Dat moeten we er toch uit kunnen halen?
De heer Wilders (PVV):
Weet u, ik ga daar niet alleen over. Ik ben nu onderdeel van een coalitie, dus ik kan daar niet alleen over beslissen. Maar uw doel is mijn doel. Ik ben daar niet alleen over begonnen. Linksom of rechtsom: het moet worden geregeld.
De heer Dijk (SP):
Nog één keer. Ik vind dat mooi, maar het zijn allemaal aangenomen moties, hè.
De heer Wilders (PVV):
Ja, ik weet het.
De heer Dijk (SP):
Moties die de volledige steun hebben. Dan bent u toch ook gewoon een democraat? U zegt dat dat ziekenhuis democratisch bestuurd moet worden. U bent ook een democraat? Dan moet dat uitgevoerd worden! Dus dan gaan we dat doen? Mooi.
De heer Wilders (PVV):
Nee, we gaan het doen zoals ik net zei. Wat mij betreft gaan we kijken of we dat onderzoek naar die beschikbaarheidsbijdrage kunnen versnellen. Dat is namelijk wat nodig is. U heeft gelijk: er ligt al een onderzoek. Wat mij betreft kan dat binnen twee maanden, maar ik vraag aan het kabinet of dat ze lukt. Dat zou dus ook een oplossing kunnen zijn voor meerdere streekziekenhuizen, want daaraan gaan ze kapot. Het vervelende is alleen dat het waarschijnlijk te laat komt voor het Zuyderlandziekenhuis. Daarom zullen we voor dat ene ziekenhuis, dat we allemaal belangrijk vinden, wat anders moeten vinden. Voor mij is alles bespreekbaar. Maar nu het kabinet op stap gaat, de minister-president met mevrouw Agema, hoop ik op een toezegging. Dan hoef ik ook niet met een motie te komen. Laten we kijken of we daar in ieder geval voor de Algemene Beschouwingen meer over te horen krijgen. Maar we staan hier aan dezelfde kant van de politiek, laten we dat ook een keer prijzen.
Dank u wel.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik schors voor de lunch tot 14.45 uur.
De vergadering wordt van 13.49 uur tot 14.44 uur geschorst.