Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 613 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)
Nr. 3
                   VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
            
Vastgesteld 27 september 2024
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
                  van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
                  van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
               
De vragen zijn op 23 september 2024 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken.
                  Bij brief van 26 september 2024 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.
               
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
                  het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
               
De voorzitter van de commissie, Klaver
De griffier van de commissie, Westerhoff
Vragen en antwoorden
               
1
Waar zal de € 180.000 extra voor cybersecurity aan besteed worden?
Antwoord:
Het kabinet ondersteunt Moldavië bij het versterken van de cyber weerbaarheid om weerstand
                        te bieden aan de Russische cyberdreiging richting Moldavië, die sinds het begin van
                        de oorlog in Oekraïne fors toegenomen is. Deze dreiging richt zich op destabilisatie
                        en het ondermijnen van de EU-toetredingsagenda.
Het betreft een gezamenlijke inspanning, waarbij Buitenlandse Zaken op verzoek van
                     Defensie een subsidie verstrekt aan het European Institute for Political Studies of Moldova. Deze bijdrage wordt besteed aan het verzorgen van cyber awareness trainingen en
                     workshops voor Moldavische autoriteiten en scholieren. Daarnaast richt het project
                     zich ook specifiek op cybertrainingen voor vrouwen om zo de diversiteit in de Moldavische
                     IT-sector te verhogen en het personeelstekort te verkleinen. De kosten van dit driejarige
                     project worden betaald door het Ministerie van Defensie dat daarvoor jaarlijks EUR
                     180.000 overhevelt naar de BZ-begroting.
               
2
Waar zal de € 690.000 extra voor het tegengaan van internationale georganiseerde criminaliteit
                     aan besteed worden?
                  
Antwoord:
Buitenlandse Zaken draagt bij aan de Rijksbrede ondermijningsaanpak, gecoördineerd
                        door het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Buitenlandse Zaken ontving van het
                        Ministerie van Justitie en Veiligheid budget voor het uitvoeren van vijf projecten
                        die bijdragen aan de uitvoering van deze Rijksbrede ondermijningsaanpak:
• Onderzoeksproject Amazone: doelstelling is om middels een regionaal samenwerkingsverband
                              tussen overheden, journalisten en onderzoekers beter inzicht te verkrijgen in hoe
                              transnationale georganiseerde misdaad in de Amazoneregio opereert.
• Publiek-private samenwerking in Peru: pilotproject gericht op ondersteuning van boeren
                              en kwetsbare gemeenschappen d.m.v. microfinanciering. Doel is tegengegaan dat kwetsbare
                              gemeenschappen noodgedwongen geld lenen bij de criminele organisaties.
• Publiek-private samenwerking in Ecuador: in aanvulling op een EU-project wordt bijgedragen
                              aan het opzetten van publiek-private samenwerking in de haven van Guayaquil om de
                              veiligheid te verbeteren met als doel vertrek van drugs naar Europa te verminderen.
• Expertbijeenkomst Verdrag van San José: door internationale experts van kustwacht,
                              douane en andere instanties bijeen te brengen wordt enerzijds beoogd de samenwerking
                              t.b.v. maritieme drugsbestrijding in de Caribische regio te versterken, terwijl anderzijds
                              het doel is nog ontbrekende landen te interesseren om toe te treden tot het Verdrag
                              van San José.
• Versterking anti-witwassen Peru: project zal kwetsbaarheden in het Peruaanse financiële
                              systeem in kaart brengen om vervolgens beter te kunnen bepalen waar kennis en expertise
                              vanuit Nederland ingezet kan worden.
3
Welke concrete doelstellingen heeft u bij het tegengaan van internationale georganiseerde
                     criminaliteit?
                  
Antwoord:
Buitenlandse Zaken draagt bij aan de Rijksbrede ondermijningsaanpak, gecoördineerd
                        door het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het hoofddoel van dit internationale
                        offensief is om in internationaal verband de wereldwijd vertakte criminele netwerken,
                        machtsstructuren en verdienmodellen te verstoren en te ontmantelen. Dit moet de ondermijning
                        van onze samenleving door de georganiseerde criminaliteit beperken. Op de langere
                        termijn moet dit ervoor zorgen dat Nederland (en de rest van Europa) een minder aantrekkelijke
                        plek is voor de productie, invoer, doorvoer en export van illegale verdovende middelen
                        en het witwassen en investeren van crimineel vermogen.
Om het hoofddoel te bereiken, zijn er vier subdoelen gedefinieerd:
1. 
                           Upstream disruption houdt in dat we zorgen dat drugs die in het buitenland worden geproduceerd niet richting
                           ons land komt. Hierbij richten wij ons op het versterken van de samenwerking met,
                           en de informatiepositie in bron- en transitlanden van drugs. Met deze vroegtijdige
                           verstoring willen we drugshandel en aanverwante criminaliteit bij de bron terugdringen;
2. Weerbare logistieke knooppunten moeten ervoor zorgen dat zee- en luchthavens in binnen
                           en buitenland niet misbruikt worden door criminele netwerken voor de in- en doorvoer
                           van drugs. We zetten in Europees verband in op het vergroten van de weerbaarheid van,
                           en samenwerking tussen, internationale logistieke knooppunten en processen;
3. Downstream disruption betekent zorgen dat Nederland minder drugs exporteert. Hiervoor is vroegtijdige verstoring
                           van de productie, export en doorvoer van drugs uit Nederland nodig. Dit doen we door
                           versterkt toezicht en handhaving van exportstromen, en door beleidsmatige en operationele
                           interventies op zowel nationaal als internationaal niveau;
4. Criminele waardestromen verstoren om de mogelijkheid om snel veel crimineel geld en
                           vermogen te vergaren, en hiermee te investeren, te doorbreken. Hierbij richten wij
                           ons op het opsporen van internationale criminele geldstromen (crimineel betalingsverkeer)
                           en opbouw van crimineel vermogen, door het tegengaan van witwassen, ondergronds bankieren
                           en door intensievere inbeslagname en ontneming van crimineel vermogen.
4
Kunt u toelichten waardoor de post «reisdocumenten en verkiezingen» is gedaald?
Antwoord:
Het betreft geen daling maar een overheveling van EUR 266.000 naar het Ministerie
                        van Binnenlandse Zaken ten behoeve van de Schipholbalie. Deze balie is een samenwerking
                        tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de gemeente Haarlemmermeer om Nederlanders
                        in het buitenland de mogelijkheid te bieden om hun paspoort te vernieuwen bij een
                        bezoek aan Nederland.
5
Waardoor is de post voor internationaal cultuurbeleid lager uitgevallen?
Antwoord:
Ten behoeve van de conferentie die mei jl. is georganiseerd door de ministeries van
                        Buitenlandse Zaken, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Defensie gezamenlijk – ter
                        markering van het 70 jarig bestaan van het Haags Unesco Verdrag ter bescherming van
                        erfgoed in conflict – zijn middelen tussen de departementen geschoven ter dekking
                        van de organisatiekosten.
Ondertekenaars
- 
              
                  
 ,
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Jesse Klaver, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 A.W. Westerhoff, griffier
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
          