Stenogram : Eindverslag van de informateurs
5 Eindverslag van de informateurs
Vergaderjaar 2023-2024
Vergaderingnummer 75
Te raadplegen sinds
2024-08-16Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle stukken over dossier36471Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2023-2024, 75
Eindverslag van de informateurs
Aan de orde is de voortzetting van het debat over het eindverslag van de informateurs.
De voorzitter:
We gaan weer verder met het debat inzake de hoofdlijnen. Ik geef graag het woord aan mevrouw Yeşilgöz namens de fractie van de VVD. Het woord is aan haar.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Voorzitter. Op 22 november heeft de kiezer een duidelijke voorkeur uitgesproken voor een centrumrechtse koers. Daar is de afgelopen maanden heel hard aan gewerkt, in deze laatste periode onder aanvoering van de informateurs, de heer Dijkgraaf en de heer Van Zwol. Heel hartelijk dank voor uw onvermoeibare inzet. In ons eerste overleg heb ik u heel veel sterkte met ons toegewenst. Ik geloof dat dat achteraf niet helemaal onterecht was. In het begin vond u het nog grappig, maar ik denk dat dat nu iets anders wordt. Ook mijn dank aan mijn collega's Sophie Hermans en Eelco Heinen en aan iedereen achter de schermen. Zonder jullie was het absoluut niet gelukt. Niet in de laatste plaats dank aan de collega's van de drie andere partijen. Dank dat ook jullie de wensen van de kiezer serieus hebben genomen. Dank dat jullie het belang zien van samenwerken om tot een landsbestuur te komen.
Voorzitter. De VVD neemt haar verantwoordelijkheid om dit kabinet mogelijk te maken, zoals we beloofd hebben en zoals we altijd onze verantwoordelijkheid nemen om ons land stabiel te houden en vooruit te helpen. Want een stabiel Nederland heeft een stabiel landsbestuur nodig, dat ons land veilig houdt en onze vrijheden en manier van leven beschermt en verdedigt, in Nederland en samen met onze bondgenoten in de wereld om ons heen. De VVD kon instemmen met dit akkoord, want op de voor ons cruciale punten zijn strikte afspraken gemaakt. Onze liberale basisprincipes, die wij vanaf dag één hebben ingebracht, staan fier overeind. De veiligheid van ons land is een prioriteit van dit te vormen kabinet. Dit akkoord bevat maatregelen om ons zo veilig mogelijk te houden en trekt daar ook serieus budget voor uit.
De heer Dassen (Volt):
Ik hoor mevrouw Yeşilgöz zeggen dat de kiezer hiervoor gekozen heeft. Maar ik vraag mij toch af of de liberale VVD'ers het gevoel hebben dat zij gekozen hebben voor het akkoord dat hier nu ligt, waarmee voor het eerst een extreemrechtse partij in Nederland naar het centrum van de macht gaat en we normaal maken wat niet normaal is. Ik denk niet dat zij hiervoor gekozen hebben. Ik vraag me dus af hoe de liberale waarden die mevrouw Yeşilgöz net opnoemt zich verhouden tot de samenwerking met de PVV.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wij worden niet gedefinieerd door met wie wij samenwerken. Dat was in het verleden niet zo. Dat is nu niet zo. Dat zal in de toekomst ook niet zo zijn. Daarvoor staan wij héél erg sterk in onze schoenen. De heer Dassen interrumpeert mij twintig seconden nadat ik ben begonnen. Ik leg in mijn betoog graag de hele lijst met punten uit waarvan wij als liberalen blij zijn dat ze erin staan. Dat doe ik graag. Voor ons staan de belangrijkste elementen er absoluut in. Onze basisprincipes, die wij vanaf dag één hebben gecommuniceerd, ziet u allemaal terugkomen in het hoofdlijnenakkoord. Daar ben ik erg tevreden mee.
De heer Dassen (Volt):
Dat is geen antwoord op de vraag. Niet alleen ik maak me daar zorgen over en niet alleen mensen in uw partij maken zich daar zorgen over. Ook uw Europese fractie zegt: "Wat de VVD aan het doen is, kunnen wij niet accepteren. Na de Europese verkiezingen moeten we de vraag stellen of de VVD nog wel onderdeel kan zijn van de liberale fractie in het Europees Parlement." Waarom? Omdat de afspraak is — daar heeft u uw handtekening ook onder gezet — dat je niet gaat samenwerken met een radicaal- of extreemrechtse partij. Waarom niet? Omdat dat er altijd toe zal leiden dat daarmee je eigen waarden worden geschonden. Dat zien we hier ook. Ik vraag me dus af hoe mevrouw Yeşilgöz hiernaar kijkt, ook wetende dat haar Europese partij op dit moment zegt: VVD, waar zijn jullie mee bezig? Dit betekent niet alleen schade voor de VVD zelf, maar ook voor Nederland. Je ziet immers steeds meer krantenkoppen in de trant van "waar is Nederland mee bezig?"
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Waar het vandaag over moet gaan, hier in Nederland, in Europa en overal, is de inhoud. Als je naar het hoofdlijnenakkoord kijkt en moet constateren — ik heb dit in de interrupties net voorbij zien komen — dat de klimaatdoelen overeind staan, dat de defensie-uitgaven naar 2% gaan, dat Oekraïne volop gesteund blijft worden, dat we investeren in onze veiligheid, dat we voor de middeninkomens een lastenverlichting gaan realiseren, dat we ervoor zorgen dat onze ondernemers weer zuurstof krijgen … Meneer Dassen, ik weet niet of u iets weet van het liberalisme, maar dát is liberalisme. Dat hebben wij in dit akkoord voor elkaar gekregen. Richting alle collega's in de Kamer en in Europa die zich zorgen maken zou ik zeggen: kijk wat er gebeurt als liberalen aan tafel zitten; dan heb je gewoon een goed akkoord dat het land vooruitbrengt.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Dassen (Volt):
Maar dit is dus precies het tegenovergestelde, want dit is een naar binnen gekeerd akkoord. Dit is een akkoord dat de rug naar Europa toekeert. Dit is een akkoord dat zegt: we willen de afdracht verlagen, we willen opt-outs, we willen minder solidariteit in Europa. Dit is een akkoord dat niet is gericht op individuele vrijheden, maar op het neerhalen van rechten van sommige groepen. Dat gaat precies in tegen de liberale waarden. Mevrouw Yeşilgöz kan nu proberen om mij de maat te nemen door te zeggen "wat weet u van het liberalisme?", maar ik denk dat alle liberalen in Europa en in Nederland die naar dit akkoord kijken, zich geweldig kapotschrikken. Onder Mark Rutte was de VVD jarenlang een liberale partij met een voortrekkersrol in Europa, maar nu gaat zij met de rug naar datzelfde Europa toe staan en zegt zij: nu is het tijd voor het ikke, ikke, het Europa van het egoïsme.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het lijkt wel of de heer Dassen zijn inbreng heeft geschreven voordat hij het akkoord las. Het tegenovergestelde staat er namelijk in. Er staat een heel sterk internationaal hoofdstuk in. We halen de NAVO-norm van 2%. Over klimaat zeggen we juist dat we met de landen om ons heen zinnige maatregelen moeten nemen. Op al die onderdelen zien we het belang van een goede samenwerking in Europa. We zijn er kritisch op — als VVD zijn we dat altijd geweest — maar we weten dat we Europa nodig hebben voor onze welvaart, voor onze vrijheid en voor onze veiligheid. Dat staat op ongeveer elke pagina van het akkoord. De heer Dassen heeft volgens mij dus zijn inbreng geschreven voordat hij hiervan kennisnam. Het tegenovergestelde staat erin.
De heer Jetten (D66):
"Stabiel, veilig en vrij." Ik hoorde mevrouw Yeşilgöz het vorige week ook zeggen bij de presentatie van het akkoord. Bij het woord "stabiel" moest ik eerst even lachen, want na de kabinetsval, die onnodig was, en alles wat er de afgelopen maanden is gebeurd, ging het met dat stabiele bestuur dat we voor Nederland willen nog niet zo goed. Maar goed, wellicht wordt het vanaf vandaag beter. Ik heb net van de heer Wilders scherp proberen te krijgen welke financiële stabiele afspraken er nou zijn gemaakt, zodat er een beetje voorspelbaar beleid komt en we weten waar we aan toe zijn. Maar het werd me niet heel erg duidelijk. De heer Wilders ontweek die vraag toch wel, dus ga ik het proberen bij de VVD, die net als D66 graag goed op de schatkist let. Klopt het dat u heeft afgesproken dat als er financiële tegenvallers zijn — Europa geeft geen geld terug of het inboeken van 22% minder ambtenaren gaat niet lukken — en er bezuinigd moet worden, er dan een kaasschaaf gaat over alle begrotingen, evenredig aan de begrotingsomvang?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het is niet uniek dat een kabinet een post opneemt waarvan je vooraf niet helemaal zeker bent. We hebben dat ook met D66 gedaan in het demissionaire kabinet. Daar is dus helemaal niks geks aan. Als de heer Jetten zegt dat dat niet zo is, dan wil ik al die posten wel noemen. Hij heeft zijn handtekening daar ook onder gezet, net als in de periodes daarvoor. Daar is dus niks unieks aan. Dat je ambitie toont, dat je laat zien wat je zou willen, dat je bijvoorbeeld zegt dat Europese tegenvallers opgevangen zouden moeten worden in de Europese begroting en niet in de Nederlandse begroting, is helemaal geen anti-Europees verhaal. Dat is een heel erg redelijk en fair verhaal. Tegelijkertijd weet je ook dat je ergens op terug moet kunnen vallen, dat je een plan b moet hebben, als het anders uitpakt. Die afspraken hadden wij in het huidige demissionaire kabinet niet eens gemaakt. We hebben het dus nog strakker met elkaar kunnen regelen in dit nieuwe kabinet. Daarbij zeggen we inderdaad dat er in de eerste plaats naar bezuinigingen zal worden gekeken op het moment dat er tegenvallers zijn. Het is dus niet uniek wat we hier doen. Bij alle kabinetten zitten er posten in waarvan je achteraf of gaandeweg ziet dat die niet opleveren wat je had ingeboekt. Maar hier nemen we het nog een stap strakker door te zeggen: we hebben dan ook de eerste fallback, de noodrem, meteen geregeld.
De heer Jetten (D66):
Laat ik vooropstellen dat het me helemaal niet gaat om het punt of het wel of niet uniek is. Ik vind het heel logisch dat je bij een coalitieakkoord ook een financiële paragraaf maakt met financiële spelregels en dat je in een tabel zet waar je je geld aan uit gaat geven. Dan kun je namelijk ook checken of die beloftes kloppen. Je kunt heel veel snelwegen en spoorlijnen noemen, maar als je dan nul euro in de financiële platen hebt staan, dan is het een loze belofte. Maar we kunnen in die tabel wel teruglezen dat u dat geld voor Defensie gaat waarmaken; dat is dan weer goed nieuws.
Bij de heer Wilders werd niet duidelijk — u geeft daar nu gelukkig wel helder antwoord op — dat als er dingen tegenvallen, u met elkaar dus al een hele strakke afspraak hebt, namelijk: naar omvang van de begroting daarin snijden. Dat betekent dus bij een tegenvaller van ongeveer 1,5 miljard dat er ongeveer 350 miljoen van de zorgbegroting af gaat. Ik denk dat het gewoon heel goed is om dat hier aan de voorkant helder te maken, want dan weten mensen in Nederland waar zij aan toe zijn als het kabinet de komende tijd tegen tegenvallers gaat aanlopen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Voor de VVD is het heel belangrijk dat we niet bij voorbaat de lasten gaan verzwaren. Ik weet dat een groot deel van de Kamer dat wel wil, maar wij willen dat niet. Die principeafspraak klopt zoals de heer Jetten die omschrijft. Dat is een principeafspraak. Maar ik deel helemaal met de heer Wilders dat je wel dingen opschrijft omdat je erin gelooft dat je die stappen kunt zetten. Daar ga je met elkaar van uit, dus daar ga je dan voor. Ik vind het belangrijk als je een stabiel landsbestuur met elkaar opbouwt, dat je ook rekening houdt met dingen die anders lopen.
Ik heb gedurende de afgelopen vijf maanden vaak gezegd, hoe moeilijk het ook was, dat dit eigenlijk de makkelijkste tijd is, omdat we doen alsof de wereld maakbaar is. Je gaat je plannen opschrijven en je gaat daar bedragen aan koppelen. Het kan zijn dat er morgen — ik hoop het niet — een pandemie op ons afkomt of dat de oorlog dichterbij komt. Dat kan. Dan moet je daar op voorbereid zijn. Juist omdat we dat zo serieus nemen en juist omdat de drie andere collega's dat ook zo serieus namen, hebben we daarover al verdere stappen gezet en afspraken gemaakt. Ik denk dat dat heel erg wijs is. Dat hadden we in het vorige kabinet niet en dat had ons misschien wel geholpen.
De heer Jetten (D66):
Papier is heel geduldig, maar de werkelijkheid is altijd grilliger. Een paar weken nadat mevrouw Yeşilgöz en ik minister werden brak de Oekraïneoorlog uit, met een energiecrisis daaroverheen. We hebben nogal veel dingen moeten bijsturen die we niet tijdens die ellenlange formatiebesprekingen hadden bedacht. Dat gaat ook bij dit nieuwe kabinet weer gebeuren. Als we het dan hebben over stabiel landsbestuur, dan weten we nu dat er in ieder geval hele strakke financiële afspraken zijn gemaakt om binnen de Europese begrotingsregels te blijven. Dat juich ik toe, maar daar zal ik u ook aan houden.
Maar de crux blijft dan wel: wie gaat daar dan straks over? Is dat de premier? We weten nog niet wie daarvoor kandidaat is. Mag die met de minister van Financiën naar bevind van zaken handelen om dat stabiele landsbestuur ook echt voor elkaar te krijgen? Of moet dat kabinet dan met hangende pootjes terug naar de vier fractievoorzitters, die uiteindelijk de koers uitzetten, met een heer Wilders die boos twitterend vanuit zijn blauwe stoel uiteindelijk aan de touwtjes trekt? Want als dat laatste het geval is, dan gaat dat stabiele landsbestuur er niet komen. Dan heb je een kabinet dat aan de leiband van de heer Wilders loopt en dus ook niet die financiële beloftes kan gaan waarmaken.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Uiteindelijk zal de hoe-vraag bij een heleboel van de elementen die in het hoofdlijnenakkoord staan, aan het kabinet zijn. Dat is de exercitie die we nu met elkaar aangaan. De Kamer vraagt al langere tijd om echt wat afstand tussen kabinet en Kamer. Dat ziet er dus zo uit, namelijk dat een kabinet dat vervolgens kan gaan invullen. Dat vind ik overigens ook spannend. Dat wil niet zeggen dat dat totaal los van de vier partijen gebeurt. Wij vormen wel met elkaar deze politieke samenwerking. Maar het betekent ook niet dat het los van de rest van de Kamer gebeurt. Per bewindspersoon zal je dus moeten kijken hoe je aan meerderheden komt, hoe je het uitwerkt en hoe je het vervolgens laat landen. Dat is ons dagelijkse werk al als bewindspersoon, voor degenen die nog in een kabinet zitten. Maar dat zal in de toekomst alleen nog maar harder werken worden, denk ik. Dat lijkt me heel erg gezond voor het democratisch proces; dat gaan we nu in.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik wil het even over asielmigratie hebben. Mijn vraag is of er een volgorde zit in de afspraken die worden gemaakt. Concreet doel ik op het volgende. Er staat een maatregel om een asielcrisiswet te maken. Tegelijkertijd staat er natuurlijk ook een maatregel om de spreidingswet in te trekken. Nou heeft Remkes bij WNL op Zondag gezegd dat je niet het ene eerst kan doen en dan pas het andere. Dus eerst moet de instroom omlaag en pas dan is het ook redelijk om de spreidingswet in te trekken. Zit daar een volgorde in of niet?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik hoop vooral dat het kabinet volop aan de slag gaat, ook met de pagina's daarna, die de heer Bontenbal nog niet noemt. Dat betekent dat er heel veel stappen gezet kunnen worden wat betreft het aanpassen van onze eigen wetten en regels, om ervoor te zorgen dat we als land minder aantrekkelijk zijn dan de landen om ons heen, waardoor er uiteindelijk minder mensen naar ons land komen. Een nieuw bewindspersoon zal dus aan de slag gaan met die asielcrisiswet. In het verlengde daarvan ligt conform het akkoord het intrekken van de spreidingswet. Het is aan het kabinet, maar mijn wens zou niet zijn dat de bewindspersoon vervolgens wacht en pas over twee jaar een keer aan de slag gaat met het aanpassen van onze wetten en regels die nu aangepast kunnen worden. Het kan nú anders. Het had al anders gemoeten. De VVD vraagt daar al jaren om. Ik denk dat heel Nederland inmiddels vraagt om de regie te pakken en er grip op te krijgen. Dat is wel echt wat nu voorligt. Onder andere daarom denk ik dat deze samenwerking nodig was. Als je de zetels optelt, zie je dat er door de kiezer een richting is aangegeven. Kiezers zijn het namelijk zat dat we op dat vlak geen regie pakken.
De heer Bontenbal (CDA):
Heel veel partijen, ook het CDA, willen meer grip op migratie, evenals de instroom omlaag, als dat lukt. Maar de vraag naar de volgorde heeft u nog niet beantwoord. U pakt nu de asielcrisiswet, maar ik pak 'm even iets breder en neem ook de pagina's daarna, die u net noemde. Moet je niet zeggen dat je eerst aantoonbaar de instroom omlaag hebt gekregen, alvorens je de spreidingswet intrekt? Ik en eigenlijk iedereen in deze Kamer weten namelijk wat er anders gebeurt: dan liggen de grasvelden bij Ter Apel gewoon vol. Is het niet eigenlijk hele cynische politiek om het zo ver te laten komen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ten eerste denk ik dat ik met het CDA inderdaad ook een end was gekomen qua instroombeperkende maatregelen, maar uiteindelijk zijn we er in de vorige coalitie met z'n vieren niet uitgekomen. Afgelopen zomer heeft Ter Apel ook vol gelegen en hebben mensen ook in het gras geslapen. Dat vind ik inderdaad heel cynisch. Ik vind dat echt een schande voor Nederland. Dat vind ik niet alleen voor de mensen die in Ter Apel werken, wonen en leven, maar ook voor de echte vluchtelingen, voor wie wij nu geen plek organiseren. Ik vind dat verschrikkelijk. Door geen grip te krijgen, door geen regie te voeren en door als rijksoverheid geen duidelijke keuzes te maken en het al jaren te negeren, zorgen we ervoor dat echte vluchtelingen in de steek worden gelaten. Juist met deze paragraaf, juist met alle maatregelen die erbij horen, gaan we wat mij betreft zorgen dat we er zijn voor de echte vluchtelingen en voor alle mensen die in Ter Apel wonen, werken en leven. Dat is het verhaal. Daar sta ik ook ongelofelijk achter. Als VVD vragen we het al heel lang.
Vervolgens denk ik dat die crisiswet zo snel mogelijk gemaakt moet worden. Daar hoort inderdaad bij — het ligt daarvan in het verlengde — dat de spreidingswet wordt ingetrokken. De spreidingswet is vandaag ook niet geëffectueerd; die zou pas vorig jaar in de lente kunnen gaan werken. Ik denk dat het deze zomer, of dit akkoord nou bestond of niet, sowieso weer heel zwaar zou worden in Ter Apel, zoals we ook afgelopen jaren zagen. Het wordt dus echt tijd dat wij hier de regie pakken. Wat mij betreft gaat de bewindspersoon met al die elementen aan de slag. Ten slotte zeg ik, want ik begrijp waarom de heer Bontenbal deze vraag aan mij stelt, dat we als VVD de spreidingswet liever veranderd hadden willen zien. Dat weet de Kamer. We hebben het eindeloos geprobeerd. Het is ons niet gelukt. In een onderhandeling met vier partijen kom je vervolgens tot de constructie zoals die nu staat. Ik kan die nog steeds verdedigen, omdat het mij erom gaat dat we eindelijk stappen zetten om ervoor te zorgen dat er minder mensen hiernaartoe komen en dat we er dus kunnen zijn voor de echte vluchteling. Dat staat ook zo in het akkoord, overigens.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar de VVD loopt nu dus toch bewust het risico dat de rest van de pagina's die u noemt nog niet lukken, maar dat de asielketen wel helemaal dicht komt te zitten. U zei net, toen u over de asielcrisiswet begon, vier betekenisvolle woorden: "in het verlengde daarvan". Mag ik daar dan uit concluderen dat pas als dat lukt, dus als het lukt en effectief is, "in het verlengde daarvan" de spreidingswet op tafel komt?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik vind het echt aan het kabinet om dat in te vullen. De heer Bontenbal zegt dat de keten vastloopt en dat we dan echt een probleem hebben in Ter Apel. Dat hebben we nu al zoveel jaar. Het is zo urgent en zo actueel dat we er met het demissionaire kabinet dat er zit met elkaar niet zijn uitgekomen. De situatie is al zo. Dit akkoord zal die hopelijk ten goede aanpassen, veranderen. Dat is mijn inzet. Feit is wel dat het demissionaire kabinet zoals het zit, die problemen niet heeft kunnen oplossen omdat we het niet met elkaar eens werden. Dat steekt mij, want daarmee laten we dus die echte vluchtelingen in de steek en laten we al die Nederlanders die daar zo hard werken en die daar wonen en steeds weer hun best doen, ook in de steek. Dat is gewoon niet fair. Ik daag u uit. Niemand kan zeggen: als ik nu kijk naar de asielketen in Nederland en naar Ter Apel, dan zie ik dat het wel lekker loopt; waar heb je het over, Yeşilgöz? Dat kan niet, dus we proberen het hier te veranderen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Het is een feit dat het op migratie niet gelukt is om tot afspraken te komen, maar de partners van de afgelopen coalitie zagen samen wel dat het niet goed ging in de opvang en dat het daar helemaal beroerd en belabberd liep. Het is ook een feit dat in dit hoofdlijnenakkoord de volgorde eigenlijk wordt omgekeerd. We gaan dus de situatie in Ter Apel, die mevrouw Yeşilgöz nu al vreselijk en cynisch noemt, laten verergeren omdat de spreidingswet in dit hoofdlijnenakkoord al wordt ingetrokken, zonder dat je ziet of de afspraken die de coalitiepartners met elkaar gemaakt hebben, het gewenste effect hebben. Mijn vraag is wel hoe mevrouw Yeşilgöz dat taxeert richting het Noorden, richting Ter Apel en ook richting die gemeentebesturen die hun nek hebben uitgestoken om de opvang wél te organiseren. Dat vraag ik ook met het oog op die gemeentebesturen die zeggen dat ze er dan maar mee stoppen. Neem bijvoorbeeld wat Nijkerk afgelopen week heeft gezegd. Dat vraag ik ook met het oog op een staatssecretaris die dag in, dag uit belt om die opvangcrisis te voorkomen. Hoe kan het dan dat de VVD er eigenlijk voor kiest om het niet in de volgorde te zetten maar het gewoon te laten gebeuren dat het eerst erger moet worden?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is dus niet helemaal fair van mevrouw Bikker. Zowel haar achterban als mijn achterban wil dat we stappen zetten om de instroom te beperken. De afgelopen jaren zijn we er met elkaar gewoon niet uitgekomen; we hebben het niet gedaan. Mevrouw Bikker noemt het een opvangcrisis, maar het is tegelijkertijd een feit dat er te veel mensen ons land inkomen. Als je kijkt naar asiel zijn heel veel van die mensen niet de echte vluchtelingen waarvoor mevrouw Bikker en ik die veiligheid sowieso graag zouden willen bieden. We laten dus mensen in de steek. We kunnen niet doen alsof er nu een humane situatie is ontstaan en dat we dat proberen te veranderen. Ik heb net aangegeven dat die bewindspersoon het kneiterdruk krijgt. Die begint wat mij betreft ook de eerste dag met al die maatregelen, zoals het invoeren van een tweestatussenstelsel, strenge voorwaarden voor gezinshereniging, omkering van de bewijslast, afschaffing van de asielvergunning voor onbepaalde tijd en de versobering van de rechtsbijstand. Ik heb er nog twintig en die wil ik best voorlezen. Die kunnen nu allemaal; die kunnen gewoon binnen onze eigen kaders en binnen de Europese verdragen en rechten. Onze eigen regels en wetten kunnen veranderd worden om ervoor te zorgen dat we niet meer aantrekkelijker zijn dan de landen om ons heen. Ik heb nergens gezegd dat die bewindspersoon tegen het einde van de periode maar eens moet kijken of die daaraan toekomt; het moet op dag één.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Al die voorstellen vragen om voorbereiding en om wetsbehandeling. We weten allemaal dat dat enige tijd duurt als je dat in dit huis ordentelijk doet. Mijn simpele vraag aan mevrouw Yeşilgöz is: gaat het in Ter Apel de komende tijd erger worden of minder, en voor hoelang dan?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De harde werkelijkheid is dat het in de periode dat mevrouw Bikker en ik samen in de coalitie zaten, echt al behoorlijk erg was. Mensen hebben in het gras geslapen. Ik ben bang dat het deze zomer helaas niet anders zal zijn. Ik zal er als VVD, nu vanuit een andere positie, nog steeds alles aan doen om dat te voorkomen. Ik vind dat niet horen in een fatsoenlijk land, maar we kunnen niet doen alsof het daar niet al ongelofelijk uit de klauwen loopt. Dat zijn wel de feiten; dat is wat er aan de hand is. Het gaat dus om de vraag of je dan de verantwoordelijkheid neemt om niet alleen te zorgen dat er minder mensen komen, maar ook dat degenen die geen recht hebben, eerder vertrekken om ervoor te zorgen dat die asielketen ook op die manier wordt ontlast. Zo zijn we er ook voor de echte vluchtelingen. Die verantwoordelijkheid heeft het huidige kabinet in demissionaire status niet kunnen nemen. Daarop zijn we ook gevallen. U kunt het mij niet kwalijk nemen dat ik dan vervolgens kijk naar het hoofdlijnenakkoord en daarin ongeveer honderd procent van mijn verkiezingsprogramma terugzie. Ik weet dat al die ideeën waarvan mevrouw Bikker zegt dat ze nog uitgewerkt moeten worden, al door de VVD-fractie achter haar zijn uitgewerkt. We kunnen dat dus integraal aanleveren aan het kabinet. Het hoeft helemaal geen vertraging op te leveren. Aan de slag ermee.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Feit is ook dat de spreidingswet behoorlijk lang geduurd heeft, terwijl we allemaal wisten dat die echt een oplossing zou betekenen voor Ter Apel. Ik vind het dus cynisch hoe dit nu wordt neergezet, alsof we het samen de afgelopen jaren hebben laten ontstaan. Die spreidingswet had eerder gekund en dat had een hele hoop gescheeld. Het nu nog langer eigenlijk uitstralen naar gemeenten "we gaan daarmee stoppen" betekent concreet voor het Noorden dat de situatie daar de komende tijd erger zal zijn. Dat betekent concreet voor mensen — ook voor echte vluchtelingen, gevlucht vanuit Iran, vanwege een verschrikkelijke dictator — dat zij in het gras zullen slapen omdat we die opvang niet op orde hebben. Ik vind het vreselijk dat we daarin inhumaan met mensen omgaan. Maar dan toch een klein stukje democratisch en rechtsstatelijk ethos, want ik heb ook gezien hoe de Eerste Kamerfractie van de VVD naar eer en geweten een afweging over die spreidingswet heeft gemaakt. Staat het haar opnieuw vrij, ook ten opzichte van het regeerakkoord, om die afweging te blijven maken?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Uiteraard, uiteraard. Ik vind het prima — ik snap het, hoor — om helemaal te focussen op één zinsdeel in een akkoord waarin pagina's vol maatregelen staan om ervoor te zorgen dat we er juist wél zijn voor die echte vluchteling, maar ik denk dat dat de problematiek die we nu zien, echt tekortdoet, echt tekortdoet. Iedereen in het land die echt werkt met echte vluchtelingen en de echte vluchtelingen zelf zullen allemaal zeggen: neem nou eens verantwoordelijkheid, overheid, neem nou eens verantwoordelijkheid. Dat hebben we met elkaar niet gedaan. De nieuwe bewindspersoon krijgt inderdaad een ongelofelijk zware taak. Wij hebben onze eigen bewindspersoon van de VVD daarop zitten en ik weet dat hij nog steeds dag en nacht werkt om ervoor zorgen dat mensen niet in het gras slapen en dat dat ook niet altijd lukt. Degene die daarna gaat komen, krijgt het dus heel erg zwaar, maar dat wil niet zeggen dat je vervolgens niet alles op alles moet zetten om voor eens en altijd te zorgen dat we eindelijk weer grip terugkrijgen.
De heer Jetten (D66):
Dank dat ik even voor mag, zeg ik tegen mevrouw Ouwehand. Daardoor kan ik nog even doorgaan op dit onderwerp. Ook ik wil meer grip op migratie, want de situatie in Nederland is de afgelopen tijd inderdaad om je kapot te schamen. Vorig jaar zomer, bijna een jaar geleden, hadden we een heel fors pakket om die grip op migratie ook te realiseren. Dan hadden we nu al bijna een jaar met een stabiel kabinet aan die grip gewerkt. Nu heeft mevrouw Yeşilgöz ongeveer hetzelfde pakket als vorig jaar zomer plus een aantal grote symbolische maatregelen, zoals een opt-out in Brussel, die waarschijnlijk nooit gaat gebeuren, en het uitroepen van een asielcrisis, dat juridisch eigenlijk niet kan. Daar word ik een klein beetje cynisch van. Maar ik heb ook gewoon een heel serieuze vraag: hoeveel minder voordat het goed genoeg is? Wat is het getal waar mevrouw Yeşilgöz met dit kabinet naar gaat streven? Bij welk getal gaat zij zeggen: nu hebben we de instroom er ver genoeg onder om het weer een beetje fatsoenlijk met elkaar te gaan organiseren?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ken de retoriek van de heer Jetten nu al een jaar: er lag een heel uitgebreid pakket, maar om mysterieuze redenen is het kabinet gevallen. Dat is gewoon niet waar. Ik heb hier de lijst met al die maatregelen. Daar zit niks symbolisch bij. Die kunnen nu en die moeten ook nu. Daarover zijn wij het niet met elkaar eens geworden. Ik denk dat het tegenover het land fair is om dat dan ook maar eerlijk te vertellen in plaats van hier te doen alsof er een andere agenda is, want dat is helemaal niet waar. Ik had heel graag wat we nu aan het doen zijn, met de heer Jetten voor elkaar gekregen, maar dat lukte niet. En dat is wel wat nodig is om hier echt het verschil te maken. Die opt-out hebben wij in ons verkiezingsprogramma opgenomen en die staat hier ook. Daar gaan we voor pleiten in Europa en ik hoop dat dat lukt. Maar er staat nergens: dan zetten we alles op alles en dat is wat het is.
De vraag over aantallen stelt de heer Jetten aan de verkeerde partij, want ik heb nooit een aantal genoemd. Overigens hebben meer partijen in deze Kamer dat wel gedaan, maar ik nooit. Ik nooit, want ik weet dat dat niet zo werkt. Het gaat er mij om dat we er juist voor zorgen dat we hier grip op krijgen, zodat we die keuzes durven te maken, dat verschil durven te maken — wie is een echte vluchteling en wie niet? — en ons daarop kunnen richten. Volgens mij is de VVD een van de weinige partijen die daarbij geen aantal hebben genoemd, want daarmee wordt juist geprobeerd om iets te creëren, terwijl dat helemaal niet kan. Wij zijn altijd degenen geweest die serieuze voorstellen hebben gedaan die volgens de verdragen en onze wetten kunnen. Die staan nu allemaal in het akkoord. Als de heer Jetten zegt "behalve de opt-out en de asielcrisiswet waren we er eigenlijk al; dat vond ik ook ", dan kijk ik erg uit naar zijn steun voor al die maatregelen waarbij hij vorig jaar zomer niet aan mijn kant stond.
De heer Jetten (D66):
Een heel groot deel van wat er nu in dat akkoord staat, hadden we gewoon op tafel liggen. Iedereen kent die stukken, want die zijn destijds met de Kamer gedeeld. U pleit zo voor een stabiel bestuur. Mijn punt blijft dat we al bijna twaalf maanden met de uitvoering daarvan bezig hadden kunnen zijn, terwijl we nu een jaar lang op de handen hebben gezeten. Maar de vraag over het cijfer is toch wel degelijk relevant. U antwoordde net tegenover mevrouw Bikker: we gaan een paar heel forse — symbolische — vergaande maatregelen nemen om er weer grip op te krijgen en daarna kunnen we misschien weer op een eerlijke, fatsoenlijke manier vluchtelingen over het land gaan verspreiden in plaats van dat men in Ter Apel en Budel altijd maar weer de harde klappen moeten pakken omdat een deel van het land weigert om solidair te zijn en mee te doen. Dus wanneer is die grip gerealiseerd? Wanneer is het voor mevrouw Yeşilgöz goed genoeg? Wanneer is de asielcrisis voorbij, zodat we weer met fatsoenlijk beleid kunnen zorgen voor de opvang van vluchtelingen in Nederland?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De heer Jetten zegt dat, als stabiel bestuur zo belangrijk was geweest voor de VVD, het kabinet niet was gevallen. Nou, dan waren we dus met halfbakken oplossingen naar het land teruggegaan en dan hadden we tegen de mensen gezegd "u moet ons echt geloven, dit gaat echt verschil maken", terwijl deskundigen ons al die tijd aan diezelfde tafel vertelden: dit maakt het verschil niet. Daar teken ik dus niet voor. Want ik neem dit werk serieus. Wij staan hier echt voor de Nederlanders, om ervoor te zorgen dat dit land vooruit kan. Voor mij is de crisis aangepakt op het moment dat we absoluut goede plekken kunnen leveren voor de echte vluchtelingen, we absoluut voor iedereen die in deze keten werkt een goede werkomgeving kunnen creëren en er voor opvang draagvlak is onder de mensen die in de dorpen en steden wonen waar grootschalige of kleinschalige opvang plaatsvindt: wees welkom. Al die jaren geleden, toen ik naar Nederland kwam, werden wij als echte vluchtelingen warm ontvangen. Die tijd is voorbij, en dat komt niet door die mensen, maar door hoe wij het in Nederland hebben georganiseerd. Ik ga dat nooit van ze leven verdedigen. Dat ga ik gewoon niet doen. We laten mensen in de steek, en de heer Jetten doet alsof het kabinet voor niks is gevallen, alsof mensen op 22 november niet het signaal hebben gegeven dat ze vinden dat wij hen in de steek laten, maar te stom waren om goed te stemmen. Meneer Jetten, in een democratie kan dit niet zo. In een beschaafd land kan dit echt niet zo.
De heer Jetten (D66):
Een paar punten. Als je zegt "we moeten luisteren naar de experts", dan moet je niet als minister en als partijleider zelf cijfers gaan bedenken en daarmee mensen thuis angst aanpraten. Als je zegt "we moeten ervoor zorgen dat nieuwkomers in Nederland snel weten waar ze aan toen zijn", dan moet je investeren in de asielketen in plaats van ze op nul zetten. Als je zegt "mensen moeten een fatsoenlijke opvang en een fatsoenlijke huisvesting krijgen", dan moet je niet de spreidingswet door de shredder halen, maar dan moet je ervoor zorgen dat elke gemeente haar verantwoordelijkheid neemt. Hier zie je uiteindelijk toch de verschillen in het wereldbeeld van de VVD en D66, want ik sta voor een land waarin we mensen die vluchten voor oorlog en geweld of voor vervolging hier opvangen, waarin vluchtelingen de Nederlandse taal leren en vanaf dag één kunnen werken in plaats van uit hun neus te zitten vreten in een azc. Dat heeft u niet in dit akkoord geregeld. En ik sta voor een Nederland waarin arbeidsmigranten een bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse economie, maar dan niet in slachthuizen en in logistieke centra, maar in die kenniseconomie, waar we dan ook bewust voor kiezen. En ook dat heeft u niet gedaan in dat akkoord, want er zit geen enkele sturing op een betere arbeidsmigratie. Dus we zijn een jaar verloren waarin we grip op migratie hadden kunnen krijgen, en u sluit nu een heel cynisch akkoord met symbolische maatregelen die gaan stuklopen bij de rechter of in Brussel, waardoor u dus uiteindelijk al die kiezers ook niet kan geven wat ze willen, want heel veel Nederlanders willen gewoon een fatsoenlijke opvang voor vluchtelingen en meer grip op arbeidsmigratie. Met dit gebakkenluchtakkoord gaat dat echt niet lukken.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Als de heer Jetten zegt "ik sta voor een Nederland" en daarna al die elementen invult, dan verwachten kiezers dat hij daar ook echt voor staat, dat hij keuzes ook echt durft te maken in plaats van weg te kijken. Hij kijkt weg. Hij schetst een ideaalbeeld. Nou, dat deel ik, maar dat ideaalbeeld krijgen we niet voor elkaar als we die moeilijke keuzes niet durven te maken. En dat is nou precies de reden waarom het kabinet is gevallen: omdat we die met het demissionaire kabinet niet konden maken met elkaar; daar werden we het niet eens over. Die nareiscijfers zijn dezelfde cijfers als waarmee de heer Jetten werkte, want dat was wat aan de tafel langskwam. Ik laat dat al maanden gaan en ik zal het ook laten gaan; maar daar gaat het niet om, daar hebben de Nederlanders thuis niks aan. Zij willen dus dat probleem oplossen. Maar wil je het over die cijfers hebben, dan zijn dat dezelfde cijfers als waar we over spraken. Daar heeft de heer Jetten nooit op enig moment van gezegd: nou, ik challenge dit. Nee, hij wilde niet de besluiten nemen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat we er echt staan voor de echte vluchtelingen. En ik snap het: als je dat van een afstandje bekijkt en schetst hoe de wereld eruit zou moeten zien, klinkt het heerlijk. Als je in Ter Apel in het gras ligt, of in de shit moet werken, dan zal ik zeggen: nee, daar kan ik niet voor staan. En ik snap het, hè. Er zijn partijen die zeggen "laat ons in die werkelijkheid geloven die er niet is", want die partijen hebben er zelf geen last van. Ik zeg u: de echte vluchtelingen wel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Nu wordt het wel heel bont, als de VVD bij monde van mevrouw Yeşilgöz gaat schetsen dat er twee verschillende werkelijkheden zijn, en dat mensen die kritisch zijn op het beleid van de VVD van de afgelopen jaren en op dit akkoord de werkelijkheid niet onder ogen zouden zien. Mevrouw Yeşilgöz weigert een getal te noemen, en het enige getal dat ze wel noemde, dat over nareis op nareis, heeft ze verzonnen. Dat is even de werkelijkheid.
Maar waar ik mevrouw Yeşilgöz op zou willen bevragen, is: als je dan zo weinig reflecteert op bezuinigen op de IND, op het COA, al die problemen laat ontstaan, en dan nu ook zegt "we trekken de spreidingswet in", dan wil je toch het probleem in Ter Apel niet oplossen met alles wat je in je hebt, wat mevrouw Yeşilgöz net beschrijft? Maar dan ook nog eens die andere kant, dat het ontbreekt aan reflectie. Het ontbreekt ook aan vooruitkijken: wat betekent dit nou? Als je zegt "we laten het er gewoon op aankomen dat mensen naar de rechter gaan, en dan zien we wel of het kan", wat betekent dat dan voor het klimaat waarin rechters, mensen die naar de rechter stappen, de kwetsbare mensen om wie het gaat, moeten leven? Als we nu al zien dat het hitsen tegen vluchtelingen en het hitsen tegen rechters eigenlijk standaardpraktijk is geworden in een groot deel van de Kamer, wat betekent dat dan voor die veiligheid waar de VVD en mevrouw Yeşilgöz voor zeggen te willen staan?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Doordat partijen als die van mevrouw Ouwehand weigeren keuzes te maken, zij weigert te organiseren dat we hier grip krijgen op migratie, weigert ervoor te zorgen dat minder mensen ons land binnenkomen en we voor degenen die binnenkomen, goed kunnen zijn, zorgt zij ervoor dat er geen draagvlak meer is voor asielzoekers, dat er geen draagvlak meer is voor echte vluchtelingen. Dat neem ik de partijen die daarvoor wegkijken echt kwalijk. Ik neem dat hun echt kwalijk. Als ik ooit zo was ontvangen in Nederland, stond ik hier nu niet. Misschien fijn voor sommigen, maar ik had dan de kansen niet gehad die ik in mijn leven heb gehad. En daar gaat het om. Daar gaat het om. Dus houd je je vast aan een of ander beeld dat helemaal niet matcht met de werkelijkheid en ga je een beetje moralistisch doen van een afstand, of ben je bereid om moeilijke keuzes te maken? Asielbeleid is altijd beleid van insluiting en uitsluiting. Het is niet "kom allemaal maar, en dan zien we wel". Dat is wel wat we hier in dit land doen. En als mevrouw Ouwehand vervolgens zegt "weet je, zolang het kan binnen de verdragen, ben ik voor" ... Nogmaals, ik houd me in, om die hele lijst niet voor te lezen, maar het zijn een stuk of dertig maatregelen en wetsaanpassingen die gewoon nu kunnen. Dan reken ik ook op haar steun, zodat we grip kunnen krijgen, zodat we er kunnen zijn voor alle Nederlanders die hierom vragen en de echte vluchtelingen. Dat is wat het is. Daar is totaal niets cynisch aan, daar is totaal niets met de rechten aan; dit kan gewoon. Sterker nog, de helft van die dingen wordt ons gevraagd door Europa. Wij kiezen ervoor om het ruimer in te vullen. Ik snap dat mevrouw Ouwehand hier dingen zoekt om daartegen te zijn. Dat zou ik ook doen als ik in de oppositie zou zitten, maar dit lijkt me nou niet het juiste deel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Volgens mij stelde ik gewoon een vraag over wat ik mevrouw Yeşilgöz zelf in de media hoorde zeggen. Ze is gevraagd of die plannen juridisch allemaal wel kunnen. Mevrouw Yeşilgöz heeft gezegd: dat zien we dan wel. Daar ging mijn vraag over. En wat ze doet, is een jij-bak gebruiken. Ook dat is helemaal de nieuwe politieke cultuur geworden, met dank aan de VVD, alsof partijen als de mijne geen kritiek hebben gehad op het integratiebeleid, waar de VVD altijd de bewindspersonen op had. Eén opvangcentrum in Ter Apel in plaats van dat spreiden over het land, mensen niet laten integreren, mensen niet laten werken. Nee, godbetert, dat een asielzoeker zou kunnen werken en de taal kan leren. Dat heeft de VVD allemaal geblokkeerd en nu is dat probleem nog steeds aanwezig. En dan geeft ze partijen de schuld die hebben gezegd "zorg nou dat dat goed gaat" en "doe trouwens ook iets aan die arbeidsmigratie". Hierbij worden kwetsbare mensen uit Oost-Europese landen geronseld om hier het vuile werk voor de BV Nederland op te knappen. En degenen die daarvan profiteren, doen donaties aan de campagnekas van de VVD. Want zo is het ook.
Maar ik krijg dus geen antwoord op de vraag: als je dingen overlaat aan de rechter als het gaat om kwetsbare waarden ... Dat hebben we toch ook gezien bij stikstof? Het is hetzelfde verhaal. Wat gebeurt er dan? Dat wil ik van mevrouw Yeşilgöz weten. Wat betekent dat voor de veiligheid van mensen die naar de rechter gaan en van de rechters die die uitspraken moeten doen? Wat gebeurt er als die rechter heeft gezegd dat dit niet kan? Gaat mevrouw Yeşilgöz de heer Wilders en mevrouw Van der Plas bij de haren erbij slepen en zeggen: "We gaan ons nu verantwoordelijk gedragen. We gaan die rechters niet bashen. We gaan het probleem oplossen"? Of gaat ze doen wat we hier de hele tijd hebben gezien? Dat het dan de schuld is van de rechter? Dat het dan die hitsers zijn geweest die naar de rechter zijn gestapt? En wat betekent dat voor de veiligheid van Nederland?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Als de rechter aangeeft dat dingen niet kunnen, dan moet je terug naar de tekentafel. Dat zal iedereen straks ook zeggen en dat is wat het is. De bewijslastomkering, het tweestatussenstelsel, strengere voorwaarden voor gezinshereniging, het afschaffen van de asielvergunning voor onbepaalde tijd, de rechtsbijstand versoberen, voor asiel beroep bij één rechterlijke instantie zonder hoger beroep, aanscherping van het landenbeleid, ambtsberichten niet meer openbaar, verkorten van procedures, tegengaan van stapelen, overlastgevende asielzoekers aanpakken, criminele asielzoekers harder aanpakken, strenger optreden tegen geweld jegens lhbti'ers in opvanglocaties, het strafbaar stellen van niet meewerken aan uitzetting na een definitieve afwijzing of verlies van een verblijfstitel, meer grensbewaking, geen voorrang meer voor statushouders bij sociale huurwoningen, de standaardtermijn voor naturalisatie verlengen, de taaleis verhogen naar B1-niveau, afkopen asielzoekers in Europa: dat zijn allemaal Europese afspraken. Dat kan.
Mevrouw Ouwehand zegt: wat ga je nou doen als er niks kan? Ik zeg: in het hele akkoord — het is een hoofdlijnenakkoord — staan pagina's vol maatregelen die kunnen. We hadden tot op heden als VVD geen meerderheid in deze Kamer om dat te realiseren. Het zijn allemaal wensen van ons, niet omdat we zeggen dat hier niemand meer naartoe mag, maar omdat we zeggen dat het niet humaan is hoe we dit nu doen. Dit moet beter. Dus ja, als de rechter zegt dat dit niet deugt, dan deugt het niet en dan hebben we allemaal daarnaar te luisteren. Maar doen alsof dat hele hoofdstuk niet zou kunnen, is gewoon niet waar. Dus ik kijk uit naar de steun van mevrouw Ouwehand, want als zij zegt: "als het kan, dan steun ik", dan zijn wij een heel end. Dan gaat het eindelijk lukken in dit land.
De voorzitter:
Afrondend.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik doe helemaal niet alsof álles niet zou kunnen, maar er zitten hele grote …
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Zo klonk het toch wel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
… juridische kwetsbaarheden in. Daar gaat de vraag over. Ik vraag dat niet voor niks, omdat alles wat weerloos is, alles wat kwetsbaar is … Het gaat over twee grote dingen: kwetsbare vluchtelingen en de natuur. Wat hebben we op natuur uitentreuren gezien? Iedereen verdacht maken die het in zijn hoofd haalde om naar de rechter te stappen. Dan doet de rechter uitspraak en dan zijn het D66-rechters. Dan wordt de rechter aangevallen. Het kabinet voert die uitspraken helemaal niet uit. Dat luistert helemaal niet naar de rechter. Het is hitsen, hitsen, hitsen. Als die problemen nog verder uit de hand lopen … We hebben het gezien. Het was nota bene een VVD-minister die moest opstaan en die stikstofrommel moest gaan opruimen. Wat gebeurt er in zo'n klimaat? Zij krijgt intimiderende boeren op haar eigen erf. Daar wil ik mevrouw Yeşilgöz naar vragen. Wat is het gevolg als je zegt: we gaan wel zien wat de rechter vindt van de asielmaatregelen, van de maatregelen die nodig zijn om de natuur te beschermen, maar die dit kabinet gewoon gaat nalaten? Ze gaat er niet op in. Die oneliner van "we gaan weer werken aan een veiliger Nederland" is gewoon een van de vele leugens die we kunnen optellen op het lijstje van de VVD.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik gun deze samenwerking wel iets sterkere interrupties dan voorbereide zinnen om te herhalen. Ik gaf net letterlijk antwoord. Ik gun ons wel een sterkere oppositie. Die komt ongetwijfeld nu aan met de volgende interruptie, maar dit … Ik heb net letterlijk antwoord gegeven op deze vraag. Om mensen die in hun geboorteland durven op te staan tegen een regime en die tegen alle kansen in erin slagen om een veilig gebied te bereiken nou weg te zetten als weerloze mensen … Nee, die laten we nu stikken, zeg ik richting mevrouw Ouwehand. Maar echte vluchtelingen zijn geen kwetsbare types. Dat zijn de echte liberalen die opstaan tegen onderdrukking. Ik laat vluchtelingen niet wegzetten als weerloze typetjes. Dat zijn degenen waar mensensmokkelaars misbruik van proberen te maken, van al die mensen die weten: ik heb eigenlijk geen rechten daar, maar ik ga het toch proberen. Dat proberen we allemaal tegen te houden. Ik denk dat ik nooit een wereld ga meemaken waarin mevrouw Ouwehand gaat zeggen: misschien had de VVD daar wel een punt. Maar op deze manier sta je juist op voor de echte vluchtelingen, juist voor Nederlanders.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Mevrouw Yeşilgöz gebruikte in de richting van collega's Bikker en Jetten heel vaak het woord "waarheid". Ik vind dat nogal een gotspe in het licht van haar eigen uitlatingen over nareis op nareis op nareis, die op niets gebaseerd bleken. Daar zou de Kamer graag over debatteren, maar een meerderheid gunt ons dat niet; misschien kunnen we er nog een keer op terugkomen. Ik zou haar vandaag het volgende willen vragen. We komen nog uitvoerig te spreken over alle maatregelen die de coalitie voorstelt op asiel en migratie, maar één punt is urgent. Kunnen we de gemeenten in Nederland, zeker Ter Apel en Budel, niet de helpende hand reiken door duidelijk tegen ze te zeggen: pas op het moment dat de instroom afneemt, zullen we overwegen om de spreidingswet in te trekken? Daarmee geef je die gemeenten lucht. Dat hebben ze dringend nodig. Daarmee ga je door met het op een eerlijke manier spreiden over Nederland van de verantwoordelijkheid voor de opvang van asielzoekers. Als het lukt om het aantal naar beneden te krijgen, zou je vervolgens kunnen overwegen om de spreidingswet in te trekken. Ik zeg dat ook in het licht van het feit dat als ik vraag om een verhoging van het minimumloon, de heer Wilders tegen mij zegt: de Eerste Kamer heeft daar tegengestemd. Hier heeft de Eerste Kamer voorgestemd, dus dan zou je met dezelfde redenering van de heer Wilders respect voor de Eerste Kamer moeten opbrengen en de spreidingswet voorlopig van kracht moeten laten. Ik roep mevrouw Yeşilgöz op om Ter Apel, Budel en andere plaatsen in Nederland te helpen door te zeggen: wij gaan pas overwegen om de spreidingswet in te trekken als het aantal asielzoekers substantieel is gereduceerd.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De heer Timmermans weet dat wij een tijdelijke spreidingswet hadden gewild. Hij weet dat er verkiezingen zijn geweest en dat we met vier partijen tot een akkoord zijn gekomen. Hij weet ook dat de spreidingswet op dit moment nog niet geëffectueerd is. Ik weet het effect van het bestaan van de spreidingswet zonder dat die geëffectueerd is, dus ik snap de vraag van de heer Timmermans wel. Alleen, er is nu een nieuwe politieke werkelijkheid waartoe ik mij heb te verhouden, maar wij allemaal overigens. Ik ben ontzettend blij richting Ter Apel en Budel. Ik weet heel goed wat de bestuurders ervan vinden, maar ik weet ook wat de mensen die daar wonen ervan vinden. Die vragen al jaren, in ieder geval sinds ik daar kom, om de verantwoordelijkheid te nemen om ervoor te zorgen dat minder mensen het land in komen. Alle maatregelen die ik net voorlas, kunnen snel in werking worden gesteld of er kan meteen begonnen worden met het aanpassen van de wet of van de regels; dat zal niet binnen een dag zijn. Als ik de interruptie van de heer Timmermans zo hoor, denk ik dat we veel minder ver van elkaar zitten dan men zou kunnen vermoeden. Als we allemaal willen dat minder mensen het land in komen en dat we grip hebben zodat we er kunnen zijn voor wie we er allemaal willen zijn, is een en-en-enverhaal noodzakelijk.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zeker, maar dan zal er ook concreet iets aan de arbeidsmigratie moeten worden gedaan. Dan zul je concreet moeten praten over sectoren in de economie waar je misschien vanaf moet, waar mensen die in Nederland wonen niet willen of kunnen werken en waar je voortdurend mensen van buiten moet halen. Je zult concreet iets moeten doen om al die daklozen in de steden uit Centraal- en Oost-Europa een alternatief te bieden. Dat zul je allemaal moeten doen. Maar ik kom erop terug: ja, natuurlijk wil men dat er minder asielzoekers komen, maar u weet ook hoe opgelucht men in Ter Apel en Budel was toen de spreidingswet werd aangenomen in de Eerste Kamer. Nu is precies het tegenovergestelde aan de hand in die gemeenten. Die voelen zich in de steek gelaten. Met alle verschillen die we hebben over het asiel- en migratiebeleid vind ik dit iets wat onnodig pijn doet in het land. Ik zou u dus echt willen oproepen om af te spreken om pas te overwegen om de spreidingswet in te trekken op het moment dat er een substantiële reductie is van de instroom van asielzoekers. Daarmee maak je solidariteit het uitgangspunt van het beleid. Daar zit Nederland echt op te wachten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik denk dat we er vandaag samen niet helemaal uit gaan komen. Ik zeg al anderhalf jaar, vanaf het moment dat de onderhandelingen in het kabinet hierover begonnen tot en met vandaag, dat wij in dit land de vraag "wie heeft ons nodig en wie hebben wij nodig?" niet beantwoorden en daardoor iedereen in de steek laten. Ik zou graag willen dat we die vraag wel beantwoorden. Wat betreft arbeidsmigratie ben ik het helemaal met de heer Timmermans eens dat je niet alleen de misstanden moet aanpakken, maar ook moet kijken welke sectoren hier echt de kennis- en arbeidsmigranten nodig hebben en welke sectoren het op een andere manier zouden kunnen doen. Al die stappen moet je met elkaar zetten. Ik weet dat er ook bestuurders zijn die absoluut anders kijken naar wat we hier hebben opgeschreven. Ook ik heb van hen berichten gehad. Ze zijn overigens ook blij dat we echt stappen zetten om ervoor te zorgen dat er minder mensen het land in komen. Wat mij betreft gaan we zo snel mogelijk met al die elementen, zodat de instroom ook echt naar beneden gaat en het afdwingen van spreiden überhaupt niet nodig was. Maar dat zal de tijd moeten leren. Dat snap ik.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Tot slot. De mensen in Ter Apel en Budel en op andere plekken hebben de afgelopen jaren het gewicht moeten dragen van het falen van het opvangbeleid. Die mensen hebben iets van hoop gekregen toen de spreidingswet werd aangenomen. Sla die hoop nou niet de grond in. Dat is mijn oproep. Help ons allemaal in heel Nederland om op een solidaire opvang voor asielzoekers te organiseren. Daar worden we een beter land van.
De voorzitter:
De heer Eerdmans. De heer Dassen is al geweest in dit rondje.
De heer Eerdmans (JA21):
Goede constatering.
De voorzitter:
U was de eerste in dit rondje.
De heer Dassen (Volt):
Er zijn al meerder sprekers twee keer geweest. Ik neem aan dat ik dan toch ook gewoon een tweede keer kan.
De voorzitter:
Ja, u mag een tweede keer, maar eerst even de heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, even een compliment voor u, want hier hou ik van. Mensen die even iets meer op hun tellen passen en naar voren komen mogen ook een vraag stellen in plaats van de zesde keer Dassen.
(Hilariteit)
De heer Eerdmans (JA21):
Dat mag ook gezegd.
De voorzitter:
Ik neem het in ontvangst.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik dacht dat het compliment voor mij was bedoeld.
De heer Dassen (Volt):
U kwam er snel tussendoor, voorzitter.
De heer Eerdmans (JA21):
Via de heer Dassen komt het bij mevrouw Yeşilgöz. De spreidingswet, de dwangwet voor asiel, is er uiteindelijk natuurlijk gekomen dankzij de Eerste Kamerfractie van de VVD. Nu wordt aangekondigd dat die wordt afgeschaft. Heel goed. Maar we weten ook dat 1 november de vrijwillige periode afloopt. Dan gaat het dwangelement in feite op tafel komen. Kan mevrouw Yeşilgöz ons garanderen dat die dwangwet voor die tijd wordt ingetrokken?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nee, dat is aan het kabinet. U weet dat ik niet in het kabinet kom.
De heer Eerdmans (JA21):
Maar dit is wel belangrijk. Veel mensen hebben natuurlijk grote problemen geuit over het fenomeen "dwangwet" dat ze naar hun gemeente zien komen. Dat betekent dat er in hun gemeente gedwongen azc's met asielzoekers worden geplaatst. De hoop is nu gevestigd op de nieuwe coalitie. Die heeft gezegd: die dwangwet gaat van tafel. Maar er is wel haast bij. Mijn vraag is eigenlijk of die Eerste Kamerfractie van de VVD ook echt mee gaat. Of zit daar halverwege nog een Van der Burgvleugel, waardoor we ons toch wat zorgen moeten maken of dat echt gaat lukken?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik vind het niet fair om namen te noemen van mensen die wel of niet voor dit akkoord zouden zijn. De Tweede Kamerfractie van de VVD is unaniem voor. We hebben lang met elkaar gesproken en de fractie steunt dit. Met de Eerste Kamerfractie heb ik niet urenlang gesproken. Zij hoeven zich er ook helemaal niet aan te committeren. Die zal wel zien wat er vanuit de Tweede Kamer en het kabinet komt. Het enige wat ik op dit moment kan doen is het verzoek van de heer Eerdmans doorgeleiden naar het nog te vormen kabinet, want ik ga er gewoon niet over. Dat is de uitwerking. Dat is het bijzondere van een hoofdlijnenakkoord. Dit gaat ons, mij ook, vandaag in het debat en de komende jaren lastigvallen. Ik ga het niet bepalen. Dit gaat het kabinet bepalen. Dat moet het gedegen, volgens het reguliere democratische proces, invullen, zoals altijd in Den Haag.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is hartstikke goed, maar er is wel enige haast bij. Dat wil ik hier gezegd hebben. 1 november begint de dwang in de huidige wet. JA21 heeft die intrekkingswet gemaakt vanuit de gedachte: mocht de formatie mislukken, dan ligt die klaar. Die kan ik dus zo aanbieden aan de ploeg, als die er komt en als die er zit. Er is haast bij. Ik wilde de laatste vraag stellen. Deze coalitie heeft, zoals we weten, geen meerderheid in de Eerste Kamer. De vier partijen zullen moeten sprokkelen. Als ik goed tel, moet je 50PLUS er nog bij hebben, naast FVD, SGP en JA21, om die meerderheid te hebben. Je moet dus wel weten waar je mee bezig bent, als je wilt dat die dwangwet voor 1 november van tafel gaat. Ik vind dat nogmaals wel een heel belangrijk signaal naar de huiskamer, in tegenstelling tot wat linkse collega's de hele tijd zeggen. Mensen zitten echt totaal niet op die asieldwangwet te wachten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Hoe dan ook, het is aan het kabinet om dat uit te werken. Ik heb in meerdere coalities gezeten waarbij er geen meerderheid was in de Eerste Kamer. Politiek hard werken aan steun voor je punt is denk ik heel gezond. We zijn dat als VVD'ers gewend en we zullen dat nu niet anders doen. Ik raad de heer Eerdmans aan om met de nieuwe bewindspersoon straks snel koffie te gaan drinken.
De heer Dassen (Volt):
Mevrouw Yeşilgöz had het net over wegkijken. Zij weet heel goed dat het direct impact heeft wat wij hier doen. Vandaag werd door het COA naar buiten gebracht dat duizenden opvangplekken, die heel hard nodig zijn, niet klaargemaakt worden, omdat de spreidingswet wordt ingetrokken. Dat is toch wegkijken voor het grote probleem waar COA en heel veel vluchtelingen nu mee te maken krijgen? Hierdoor zorgen we ervoor dat Ter Apel deze zomer en daarna volledig overspoeld is. Hoe gaan we zorgen dat we niet wegkijken?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ter Apel is de afgelopen twee jaar al overspoeld. Sinds 2021 is het absoluut een crisissituatie. Of we hier nu wel of niet staan met een akkoord, dat was deze zomer niet anders geweest. Dat is wel de pijnlijke waarheid. Ik kan mij voorstellen dat verschillende partijen deze zomer hier zullen zeggen dat het door deze coalitie komt, maar de afgelopen jaren was het niet anders. De enige manier om dat structureel en fundamenteel anders te krijgen, is keuzes maken en ervoor zorgen dat minder mensen het land binnenkomen. Die keuzes maken we nu.
De heer Dassen (Volt):
Dat zijn keuzes die pas op lange termijn effect gaan hebben en niet direct. Op dit moment zijn er al duizenden opvangplekken minder. De Ombudsman zei het hier gisteren heel mooi. Hij zei: maak geen beloftes die je niet waar kunt maken. Als je nu kijkt naar de voorstellen die gedaan worden, dan zijn dat niet de voorstellen die daadwerkelijk tot een oplossing gaan leiden, zoals een tweestatusstelsel of het intrekken van de spreidingswet.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Moet ik het nog een keer voorlezen?
De heer Dassen (Volt):
Dat zijn allemaal zaken die niet tot een oplossing bijdragen. De Ombudsman zei: als je dat soort beloftes doet en je kunt ze niet waarmaken, dan schaad je daarmee het vertrouwen in de politiek.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is precies het ding. Ik sta hier al een tijdje. Tot net was het alsof iedereen hier grip op migratie wilde. De heer Dassen zegt dat alle maatregelen die Nederland minder aantrekkelijk gaan maken dan de landen om ons heen geen enkel effect hebben. Daarmee zegt hij dus dat hij er niet in gelooft en dat hij ook niet vindt dat het aantal mensen dat naar Nederland komt naar beneden moet. We zitten er dan fundamenteel anders in. Ik gun Nederland en de mensen die hier naartoe komen echt beter dan wat we nu leveren. Al deze punten, soms een wetswijziging en soms een aanpassing van regels of systemen, laten bij elkaar opgeteld zien dat Nederland klaar is met het ruimer interpreteren van alles. We hoeven niet te zorgen dat we aantrekkelijker zijn in Europa dan dat we hoeven te zijn. Ik denk dat dat het meest humaan is dat we kunnen doen om meer grip te krijgen op de situatie. Als dat niet het verhaal van de heer Dassen is, dan is dat zijn goed recht. Ik denk dat Nederland snakt naar een overheid die meer grip hierop heeft. Ik denk dat Nederland dat ook op 22 november heeft laten zien. Dat is wat hier gaande is. Mensen zijn het zat dat we daarvan wegkijken. Ik wil absoluut niet horen bij de groep die daarvan wegkijkt.
De heer Dassen (Volt):
Dat is wel precies wat mevrouw Yeşilgöz doet. Ze kijkt weg en ze belooft heel veel dingen die ze niet kan waarmaken. Dat is precies de waarschuwing waar ze geen antwoord op geeft. Als je kijkt naar de dingen die ik net noemde, bijvoorbeeld het tweestatusstelsel, dan zie je dat ze daar in Duitsland al jaren vanaf proberen te komen. Er is ook een reden dat we dat in Nederland niet meer willen. Het strafbaar stellen van illegaliteit doen ze in België en dat leidt tot gigantisch veel overlast. Het afkopen doen ze in Hongarije. Is dat dan het rijtje waar wij als Nederland onderdeel van willen zijn? Dan zeg ik inderdaad: dat zou ik niet willen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wij zijn hier niet gekozen om de hele dag te vertellen wat we wel of niet willen. We zijn gekozen om dingen te doen en om het verschil te maken voor al die mensen. Volt loopt altijd voorop om kritisch te zijn op elke Europese afspraak op asiel, om alles te blokkeren of tegen te houden en om overal te zeggen wat wel of niet kan. Ik zou wel willen horen bij landen als Duitsland, Frankrijk of Scandinavië, waar ze duidelijk grip proberen te krijgen op het aantal mensen dat komt. Als je ziet in wat voor situatie wij in Nederland nu zitten, dan zou ik het bijzonder vinden als iemand zegt dat het wel lekker loopt, dat het humaan is of dat je hier trots op bent. Dat is gewoon niet aan de hand. Dat betekent dat we een stap verder moeten gaan dan het wisselen van ideologische wensbeelden. We moeten besluiten nemen. Dat is wat hier voorligt. Al deze elementen gaan wel degelijk het verschil maken, en ik hoop ook op korte termijn. Daar ga ik in ieder geval alles aan doen.
De heer Van Baarle (DENK):
De coalitiepartijen presenteren vandaag de resultaten van hun akkoord in een jubelstemming. Keuzes waar ik het hartgrondig mee oneens ben, maar dat zal mevrouw Yeşilgöz niet verrassen. De vraag is alleen of het een eerlijk verhaal is. Mevrouw Yeşilgöz en de andere partijen kunnen naar hun achterban gaan met al die cijfers die ze uit de doorrekening halen, maar aan de andere kant weten we dat van zo'n 1,5 miljard aan uitgaven volstrekt onzeker is of ze door deze coalitie wel gerealiseerd kunnen worden. Wat die asielplannen betreft zei mevrouw Yeşilgöz in een andere rol over de noodmaatregelen uit een brief van haar collega Van der Burg "dat kan niet". Nu ze hier staat in een andere rol kan het ineens wel. We gaan onder dit akkoord enorm bezuinigen op de rijksoverheid, op gemeenten, zonder duidelijk te maken waar de VVD op wil bezuinigen, wat we dan minder gaan doen. Vertelt zij dan aan haar kiezers wel het eerlijke verhaal als zij praat over de resultaten die ze boekt, zonder uit te leggen dat nog zeer onzeker is of die daadwerkelijk behaald kunnen worden, omdat de financiële en de inhoudelijke onderbouwing onvoldoende is om te kunnen zeggen: dit gaan we bereiken? Dan vertelt mevrouw Yeşilgöz, buiten dat ik het met haar keuzes oneens ben, ook nog eens een heel oneerlijk verhaal aan haar achterban.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het tegenovergestelde is waar. Als het gaat over de bezuinigingen op ambtenaren, zijn er in de afgelopen jaren mede door iedereen hier in de Kamer — wij ook, overigens — allerlei nieuwe taken, nieuwe wensen, nieuwe taken, nieuwe wensen, zoveel ambtenaren bij gekomen. Die doen allemaal relevant, belangrijk en belangwekkend werk. Daar doe ik niets aan af. Maar we hebben het apparaat wel dermate laten optuigen dat het gezond is om weer te kijken waar het minder kan. Als het gaat over de Europese afdracht, zeggen wij dat tegenvallers in Brussel ook in Brussel moeten worden opgevangen en niet op de begrotingen van de lidstaten. Dat is een heel fair standpunt. We gaan daar ons best voor doen. We hebben voor de toekomstige samenwerking nu al afgesproken dat je voor het geval dat het niet wordt gehaald, een plan b moet hebben, een noodrem moet hebben, dat je ergens op terug moet kunnen vallen. Het vorige kabinet had tig van dit soort posten en toen hadden we niet eens zo'n afspraak gemaakt. Toen heb ik overigens de heer Van Baarle niet gehoord.
Als het gaat over een asielcrisiswet klopt het dat vanuit het ministerie is aangegeven dat de juristen inschatten dat het niet gaat. Maar vanuit de VVD-fractie is afgelopen jaar al tweemaal gevraagd: voer dat nou in, doe dat nou! Als je dan verkiezingen hebt gehad, aan de onderhandelingstafel zit en een hoofdlijnenakkoord schrijft, is het niet gek dat je daar je politieke wensen inbrengt. Al die wensen zijn gebaseerd op één ding: hoe brengen we dit land verder? Dat is hoe het er uitziet. Daar kan de heer Van Baarle het mee eens zijn of niet, maar dit is absoluut het eerlijke verhaal. Sterker nog, het staat er ook zwart-op-wit. Als je dan kijkt naar het totaalplaatje op de financiën en je ziet een dalend tekort, een lagere schuld, forse investeringen in veiligheid maar juist stijgende koopkracht en minder armoede, dan kan je daar wel tegen zijn, maar dat is in economisch moeilijke tijden toch een redelijk goed verhaal.
De heer Van Baarle (DENK):
Dit vind ik echt te makkelijk. Mevrouw Yeşilgöz zegt: de overheid is in de afgelopen tijd enorm gegroeid. Dat klopt. Sinds 2018 zijn er 25 fte bijgekomen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Duizend.
De heer Van Baarle (DENK):
25.000, excuus. Als de VVD zegt: we gaan die met elkaar schrappen, alleen maar op basis van het argument dat het aantal in de afgelopen tijd gegroeid is, zonder daarbij het eerlijke verhaal te vertellen wat er dan minder wordt gedaan, dan is dat niet eerlijk tegenover de kiezer en tegenover de achterban. Ik zou mevrouw Yeşilgöz dus willen vragen: wat gaat er dan daadwerkelijk minder gebeuren bij de overheid? We weten dat bijvoorbeeld de hersteloperatie toeslagen voor een heel groot gedeelte afhankelijk is van externe inhuur. Gaan we daar dan minder mensen voor inzetten? Gaan we minder mensen inzetten voor bijvoorbeeld de klimaattransitie? Gaan we minder mensen inzetten voor de hersteloperatie in Groningen, waar ook een enorme groep mensen op is gezet om de mensen in Groningen te helpen? Ik vind dat mevrouw Yeşilgöz, als zij zegt "we gaan de overheid afslanken op een heel grote manier", ook eerlijk moet zijn tegenover haar achterban en de mensen in Nederland en erbij moet vertellen wat er dan ook in tastbare zin minder gaat worden. Dan moet ze niet met algemene woorden komen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat is een terechte vraag, die de heer Van Baarle straks aan het nieuwe kabinet moet stellen. Want dat is het. Dit gaan we — dat zei ik net al — vandaag vast nog een paar keer beleven. Maar het is een keuze: of je hebt een dichtgetimmerd coalitieakkoord met vier partijen die zeggen "zo zal het precies gaan" — dan hebben we hier een ander debat — of je voert de wens van de meerderheid van de Kamer uit, die zegt "we willen meer afstand en ruimte, dus het kabinet komt maar met dingen en dan zien we wel." Dan ziet het er zo uit. Wij hebben de afgelopen vijf maanden inderdaad geen tijd besteed aan dat exact tot achter de komma uitwerken en dat dan ergens in een la verstoppen, zodat ik als ik dan de vraag krijg, zou kunnen zeggen: het kabinet moet het bepalen, maar ik wil dat het er zo uitziet. Dat zou volgens mij ook niet goed zijn. Het is juist aan die bestuurders om dat vervolgens te bepalen en om te kijken waar het kan, op zo'n manier dat het wel goed te dragen is. Want, nogmaals, ik vind de vraag terecht, maar ik vind dat hij niet op het juiste moment aan de juiste persoon wordt gesteld. Wij maken die keuze niet alleen omdat er, overigens door de wensen van de politiek, heel veel ambtenaren bij zijn gekomen, maar ook omdat als we in economisch moeilijke tijden willen investeren en we naar geld zoeken, de VVD altijd zal kijken naar waar het bij de overheid minder kan, in plaats van de belastingen te verhogen voor de mensen thuis en de mkb'ers. Dat zijn de keuzes die we hier hebben gemaakt.
De heer Van Baarle (DENK):
Hieruit blijkt dus dat mevrouw Yeşilgöz mij doorverwijst naar een toekomstig kabinet, maar zelf geen antwoord heeft op de vraag wat er dan minder wordt bij de overheid, waar deze coalitie een recordbedrag op wil bezuinigen, niet alleen op de landelijke overheid, maar ook op gemeenten. De mensen in Nederland kunnen er dus rekening mee houden dat slachtoffers van de toeslagenmisdaad of gemeenten die geld krijgen voor het openhouden van bibliotheken of sportvoorzieningen te maken krijgen met het afschalen van hun hulpverlening en diensten. Dat is de implicatie van het antwoord van mevrouw Yeşilgöz. Deze bezuiniging op de landelijke overheid levert ongeveer 1 miljard op, maar ik zie aan de andere kant dat er 1,2 miljard wordt uitgegeven aan maatregelen om het makkelijker te maken voor aandeelhouders om aandelen in te kopen, aan de dividendbelasting en aan de renteaftrek in de Vpb. Ik zou aan mevrouw Yeşilgöz willen vragen: kan zij mij tonen waaruit blijkt dat die maatregelen van 1,2 miljard daadwerkelijk iets opleveren voor de economie? Want als die maatregelen niks opleveren, waarom moeten we dan 1 miljard bezuinigen op de overheid, waardoor bijvoorbeeld de toeslagenouders, maar ook mensen in gemeenten die te maken krijgen met een bibliotheek die misschien moet sluiten, in onzekerheid verkeren? Kan mevrouw Yeşilgöz mij dus het bewijs geven dat die maatregelen iets opleveren voor de economie? Ik heb het bijvoorbeeld in de CPB-doorrekening niet kunnen zien.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De heer Van Baarle gaat wel heel erg creatief om met wat er op papier staat en met mijn woorden, zo creatief dat ik mezelf even moet herpakken. Waar begin je? Want er worden allerlei aannames gedaan die, denk ik, echt niet fair zijn. Het is straks aan een verstandig kabinet, waar wij ook bewindspersonen in hebben. Als een van onze bewindspersonen op die post zit, dan kan de heer Van Baarle dus ook aan diegene gaan vragen: welke keuzes heb je gemaakt? Als ik zeg dat ik ervan uitga dat er verstandige keuzes zullen worden gemaakt, dan is het best raar dat de heer Van Baarle hier nu concludeert dat het allemaal onverstandig zal zijn.
U ziet vervolgens dat wat we in het hele pakket en in de financiële plaat hebben gedaan, als doel heeft om ervoor te zorgen dat we de mkb'ers, de ondernemers laten zien dat we hen waarderen en dat we zien dat zij zorgen voor innovatie en banen. We laten zien dat we ze niet het land uit willen jagen, maar dat we juist willen dat ze hier blijven, hier investeren en zorgen dat ons land nog welvarender wordt voor alle Nederlanders. Dat zijn de keuzes die daarin zijn gemaakt. Daar kan je voor of tegen zijn, maar opgeteld levert dat een lastenverlichting op voor middeninkomens en voor ondernemers, forse investeringen in veiligheid en al die elementen die ik net noemde. Daar ben ik tevreden mee.
De voorzitter:
Prima. U continueert.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik was gebleven bij het feit dat we serieus budget uittrekken voor maatregelen die ons zo veilig mogelijk houden. Dat gaat onder andere over onze voortdurende inzet en strijd tegen drugscriminaliteit en ondermijning, maar ook over onze verantwoordelijkheid nemen voor veiligheid in de wereld, dus het tegenovergestelde van gesloten zijn en met je rug naar de wereld staan. Juist door de NAVO-norm vast te leggen en steun aan Oekraïne vast te leggen, zorgen we ervoor dat we onze verantwoordelijkheid internationaal blijven nemen.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik verwelkom de afspraken die zijn gemaakt over de steun aan Oekraïne, dus goed dat de vier partijen het daarover eens zijn. Alleen zijn de centjes daar nog niet echt bij geleverd. Er moet dit voorjaar nog over 1 miljard voor dit jaar worden besloten en in het najaar over 3 miljard voor het jaar erop en het jaar daarna. Heeft u ook akkoord van alle vier de partijen dat zij dat zullen steunen in de Kamer?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Daar heb ik alle vertrouwen in. We hebben het op exact dezelfde manier geregeld als het demissionaire kabinet nu, buiten de kaders, dus het is geregeld.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dat is fijn. Daar staat dus ook de handtekening van de PVV onder, die eerder niet voor die steun stemde. Die zal daar dus nu voor stemmen. Fijn om dat te kunnen vaststellen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Krijg ik daar een compliment, meneer Timmermans?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik vind het fijn dat we dat kunnen vaststellen. Wat ik minder fijn vind, is dat onder uw leiding … Als u zo spreekt over niet met de rug naar de wereld staan en open zijn naar de wereld, hoe kunt u dan in hemelsnaam zo tekeergaan bij de begroting voor ontwikkelingssamenwerking? Als er één instrument is dat de Nederlandse overheid heeft om de ontwikkeling in arme landen in een gunstige zin te beïnvloeden en dat ook leidt tot minder migratie en tot betere klimaatadaptatie … Daar heeft Nederland in de afgelopen decennia veel bereikt. U breekt dat nu helemaal af, waarmee u het risico loopt dat er meer migranten naar Europa en naar Nederland komen. Waarom in hemelsnaam heeft de VVD gekozen voor een breuk met een beleid waar de VVD jarenlang achter stond, dat de VVD gesteund heeft en waarvoor de VVD ook bewindslieden heeft geleverd?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat steunen we nog steeds. Noodhulp, opvang in de regio: dat blijft allemaal in stand. De heer Timmermans kan niet helemaal verrast zijn dat we wel hebben gekeken waar het wat minder kan met ontwikkelingshulp. Dat stond ook in ons verkiezingsprogramma. Dat staat er volgens mij altijd in, dus dat is niet een heel nieuw punt voor de VVD. Het belang van het in stand houden van de basiselementen en fors investeren in defensie maakt dat we naar buiten toe altijd onze verantwoordelijkheid zullen nemen. We maken daarin wel andere keuzes dan de heer Timmermans, maar ik geloof niet dat ons doel heel erg verschilt.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Nou, Nederland heeft weleens op 1% van het bruto nationaal product gestaan als het gaat om ontwikkelingssamenwerking. De afgelopen periode heeft het ook heel vaak de norm gehaald — net gehaald of net niet gehaald — van 0,7%. Nu zakken we naar onder 0,5%, misschien in de richting van 0,4%. Dat is toch echt een kaalslag op het gebied van ontwikkelingssamenwerking? Daar kan mevrouw Yeşilgöz niets anders van maken.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Er blijft — gelukkig, zeg ik — wel geld over voor ontwikkelingssamenwerking in de vorm van steun voor het nakomen van internationale verplichtingen, opvang in de regio en noodhulp. Maar we maken daarin andere keuzes, dat is waar.
De heer Jetten (D66):
Over veiligheid gesproken: de politie in Nederland verzet echt fantastisch werk, maar staat ook voor heel grote uitdagingen. Veel zorgtaken, bijvoorbeeld voor verwarde personen, komen bij politieagenten terecht. Burgmeesters op het platteland zitten met de handen in het haar omdat er al jaren te weinig agenten in de regio zijn en ook in de steden staat de inzet van de politie zwaar onder druk, onder andere door veel ME-inzet en door de vergrijzing, waar ook het politiekorps mee te maken heeft. De afgelopen maanden dacht ik: bij dit rechtse kabinet van deze vier partijen zal in ieder geval één onderwerp goed geregeld zijn, namelijk het investeren in veiligheid. Vorige week zaten mevrouw Yeşilgöz en ik bij Op1 aan de talkshowtafel en toen stelde ik daarover een kritische vraag. Want maar 300 miljoen, terwijl ik een miljard had verwacht. Dat stond immers in het verkiezingsprogramma van de VVD. D66 zat daar ook dicht tegenaan. Toen kreeg ik als antwoord, kort samengevat: "Dat is eigenlijk niet zo erg. We hebben de politie aan tafel gehad bij de formatie en die vindt het eigenlijk ook wel best zo." De politie en de vakbonden hebben de afgelopen dagen de noodzaak gevoeld tot het gezamenlijke statement dat de bijdrage van dit coalitieakkoord aan de politie in de komende jaren echt ondermaats is en dat er boven op wat u nu heeft afgesproken 400 miljoen nodig is voor de basistaken van de politie en de benodigde extra inzet. Mijn simpele vraag aan mevrouw Yeşilgöz is: waarom heeft u die 400 miljoen niet geregeld?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Eerst een paar correcties in de vragen van de heer Jetten, als dat mag. Er gaat met dit akkoord bijna 3 miljard naar veiligheid, nationaal en internationaal. Dit is een van de grootste investeringspotten naast klimaat. Vervolgens is het niet zo dat D66 bijna een miljard uittrekt. Als je inzoomt op de politie, blijkt dat aanzienlijk minder te zijn. In het akkoord hebben we nu 300 miljoen opgenomen voor de veiligheidsketen. Daarnaast is er 200 miljoen voor de rechtsstaat. Daar zit ook geld in, bijvoorbeeld voor de rechtspraak. Bij elkaar is dat echt een grote bak geld. Overigens kan ik als minister over specifiek de politiebonden zeggen dat ik nog nooit heb meegemaakt dat ze na het bereiken van een akkoord niet heel kritisch waren. Zo hoort dat ook. Ik was daar trots op en ik verwachtte het ook. Al hadden we een miljard vrijgemaakt: ik had ze nog steeds graag gezien, want zij moeten aandacht vragen voor de zware taak die zij hebben. Wij kunnen dat politiek doen, maar zij zijn degenen die het vervolgens waar moeten maken. Zij geven aan als ze het hele akkoord lezen: als wij al die taken morgen moeten oppakken, gaat dat niet. Natuurlijk, dat weten we. Dat betekent dat een kabinet dit vervolgens samen met hen moet gaan inrichten. Hoe ga je dat doen? Als het je lukt om bijvoorbeeld de taak ten aanzien van verwarde personen weg te nemen en te beleggen bij de zorg, waar die taak ook thuishoort, speel je weer ongelofelijk veel mensen vrij.
Er spelen dus een paar dingen tegelijk. De bonden en de politie laten het vertrouwde geluid horen dat hier bij hoort. Dat hoort ook, en daar moeten we ook naar luisteren. Zij zijn niet aan de formatietafel geweest. Ik spreek ze vaak als minister, maar daar zijn ze niet geweest; andere veiligheidsdiensten wel. Vervolgens hebben we een aantal andere dingen waargemaakt. Van bewaken en beveiligen hebben we nu een generaal dossier gemaakt, wat een enorm verschil zal betekenen voor de politie, de NCTV en andere partners. Zo kan ik wel even doorgaan. Er valt heel veel meer over te zeggen, maar in de basis zullen we het altijd samen met de politie, het Openbaar Ministerie en de rechtspraak doen. Daar moet het goed lopen. Ik ben ervan overtuigd dat niet alleen deze vier partijen, maar ook een meerderheid van de Kamer het zullen steunen als we meer geld nodig hebben voor de politie. Maar voor nu is dit het.
De heer Jetten (D66):
Er is meer geld nodig voor de politie. Zelfs na de presentatie van het akkoord hebben de politie, de korpsleiding en de politievakbonden dat heel helder gezegd. Dat was volgens mij bij Goedemorgen Nederland. De doorrekening van het akkoord laat ook zien dat er meer nodig is. Er staat inderdaad bij Defensie een dikke vette plus. Dat is goed, want er is nogal wat aan de hand in de wereld. Maar bij Veiligheid staat er -0,7. Voor de mensen thuis: dat betekent dus een bezuiniging van 700 miljoen op Veiligheid. In uw programma was er de investering van 1 miljard beloofd. Er waren dus politieagenten die dachten dat met dit rechtse kabinet hun salaris omhoogging, er nieuwe collega's konden worden aangenomen en de werkdruk naar beneden ging. Kiezers dachten dat de veiligheid in goede handen was. Die komen nu toch een klein beetje bedrogen uit. Maar ik ben blij dat mevrouw Yeşilgöz zegt: als er meer nodig is, kunnen we dat regelen.
Ik wil die handschoen dus best graag oppakken. Ik heb even naar de doorrekening van de VVD zitten kijken. Ik heb allerlei dekkingsopties gevonden in uw programma, waarmee we die 400 miljoen, die de politie nu vraagt, vandaag nog kunnen fiksen. Dan gaat u met het nieuwe kabinet dus niet alleen maar met dat mooie inhoudelijke akkoord met daarin allerlei afspraken de boer op, maar stoppen we er ook nog 400 miljoen bij, zodat die basis op orde komt. Kunnen wij vandaag zaken doen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit vind ik de cynische kant van de politiek. De heer Jetten zegt namelijk dat er 700 miljoen wordt bezuinigd op Veiligheid. Al die mensen horen dat. De politieagenten horen dat ook, terwijl het niet waar is. Het gaat namelijk over wat het oplevert als je inderdaad minder asielzoekers krijgt. Het is helemaal geen bezuiniging. Meneer Jetten, dit is de reden waarom mensen 22 november massaal op partijen hebben gestemd die er niet eerder hebben gestaan en de verantwoordelijkheid hebben genomen. Dus doe dit niet, meneer Jetten. Dit hoeft niet zo. Ik geef net aan dat ik het er helemaal mee eens ben dat we altijd moeten kijken naar wat de politie meer nodig heeft.
Ik weet precies met welke motie de heer Jetten straks gaat komen; zover gezocht was die niet. Maar die ga ik niet steunen, want we hebben een afspraak gemaakt met deze partijen. We hebben gezegd: dit is 300 miljoen voor de veiligheidsketen en dit is 200 miljoen voor het versterken van de rechtsstaat. Dit zijn de stappen die we eerst gaan zetten, naast de 2,4 miljard voor Defensie. Als er dan in de toekomst meer nodig is, ga ik er ten eerste van uit dat de bewindspersoon ervoor zal vechten, net als ik de afgelopen jaren heb gedaan. Met hulp van iedereen binnen de ambtenarij en de politie heb ik een van de beste cao's ooit voor de politie kunnen afsluiten. Ik ga ervan uit dat die bewindspersoon dat ook doet. Als er iets extra's nodig is, ga ik ervan uit dat deze coalitie samen met de rest van de Kamer dat ook regelt. Dus nee: moties die daar nu in gaan wurmen, ga ik niet steunen. We hebben voor nu andere keuzes gemaakt, omdat we vonden dat dat nu nodig was. Ik noem lastenverlichting naar de middeninkomens, naar de ondernemers en naar alle mensen thuis. Dat zijn ook politieagenten. Het is dus niet zo dat we ze in de steek laten. Voor al die taken die erbij komen, gaan er ook taken van af. Het kabinet gaat netjes met de politie kijken hoe je dat inricht op een manier waarop dat goed gaat. Tot slot op dit punt: al zouden we vandaag 3 miljard vrijmaken voor de politie, de Politieacademie zit vol. Het absorptievermogen van de organisatie is bereikt; er kunnen niet meer agenten zomaar bij. Dus volgens mij moeten we niet proberen hier goedkope politiek te bedrijven, maar juist heel goed luisteren naar de politie en het gezamenlijk goed doen.
De heer Jetten (D66):
Ik weet eigenlijk niet zo goed of ik hierom moeten lachen of een beetje moet huilen. Want dit was wel een heel cynisch antwoord. U denkt dus 700 miljoen te kunnen besparen op de politieketen, omdat we heel misschien ...
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Op asiel!
De heer Jetten (D66):
... heel misschien ...
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nee, dat is de JenV-begroting. Het is op asiel, niet op de politieketen.
De heer Jetten (D66):
Maar die politieketen heeft daar nu nog niks aan. Want die grip op migratie heeft u niet morgen geregeld.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het is niet ten koste van de politie!
De voorzitter:
De heer Jetten, de heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
De top van de politie én de politievakbonden hebben ook dit akkoord minutieus gespeld. Ze hebben gekeken of de verkiezingsbelofte voor betere arbeidsvoorwaarden, minder werkdruk en meer inzet op het platteland wordt waargemaakt. Hun conclusie is gewoon, heel hard: nee. Mijn simpele vraag aan mevrouw Yeşilgöz is als volgt. U bent nu een paar jaar minister van Justitie en Veiligheid geweest en weet hoe belangrijk het is om te luisteren naar die politiemensen. Als ik een motie indien, waarin ik met u kan regelen, volgens een dekking van de VVD, dat we die 400 miljoen gewoon opplussen, dan kunt u die mooie ambities waarmaken in plaats van de politie op te zadelen met extra taken zonder extra geld.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Als D66 opeens, nu, op miraculeuze wijze voor de politie staat, dan zie ik straks graag uw steun. Dan zie ik straks graag de steun voor al die elementen die in de veiligheidsparagraaf staan, van het taakstrafverbod bij geweld richting hulpverleners en de politie, tot en met de inzet op tasers en camera's; al die zaken, waar D66 altijd van zegt: daar doen wij niet aan mee. Dan hier, opeens, met een of ander raar frame komen en doen alsof er 700 miljoen bezuinigd wordt op de politie ... Daar is niks van waar, zeg ik tegen alle agenten die nu live meeluisteren en thuis; niks van waar. Er wordt fors geïnvesteerd. Afgelopen periode is er overigens, samen met de andere partijen, ook fors geïnvesteerd. Naar de aanpak van ondermijning gaat het meeste geld ooit. Al die elementen blijven we versterken. Dus ik vind het prima dat u mij de maat neemt, maar dan wel op basis van feiten.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Het valt toch niet te ontkennen dat als u de doelen voor de asielketen niet haalt, u 700 miljoen moet bezuinigen? Waar of niet?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat is helemaal niet aan de orde.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Maar als u uw doelen niet haalt, moet u 700 miljoen bezuinigen. Zo lees ik het document van het Centraal Planbureau. U kunt daar niet iets anders van maken.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Er zal door deze coalitie niet bezuinigd worden bij Justitie en Veiligheid op deze manier. Als er dan een taakstelling komt voor bezuinigingen, dan zitten we inderdaad op de plek waar u het net over had. Dan gaan we kijken en dat gaat de minister van Financiën samen met al die ministers doen. Zo is het de afgelopen jaren ook gegaan. Toen hebben we trouwens ook niet bezuinigd op de politie. Dus nee, dat is niet aan de orde.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
U stond daarstraks te verkondigen dat de financiële plaat en de afspraken hard zijn. Dan ontkomt u er niet aan als u uw doelen in de asielketen niet haalt, om 700 miljoen te bezuinigen. Dat valt niet te ontkennen; dat zijn feiten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat gaat dus niet van de politie af. Nogmaals, ik heb in de afgelopen jaren als minister ook moeten bezuinigen en dat is nooit van de politie afgegaan. Daarin heb je dus de keuze. Als het binnen JenV is, dan heb je nog steeds je eigen keuzes als je een deel van die taakstelling op je moet nemen. Dat heb ik gedaan. Overigens heb ik hier elke week vragen moeten beantwoorden over de keuzes die ik toen heb gemaakt. Die heb ik met plezier beantwoord. Die gingen over de ophoging van de boetes, omdat ik degene was die weigerde om het bij de politie weg te halen. Mij is toen door die hoek van de Kamer de maat genomen door steeds te zeggen: nee, dat moet je wel doen. Ik heb dat geweigerd.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Oké. Kunt u ons dan alvast inzicht geven in waar u het dan vandaan wilt halen? Gaat dat …
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is dezelfde vraag als de heer Van Baarle mij stelde.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
… bij de rechtbanken of de gevangenissen vandaan komen? Waar gaat u het geld vandaan halen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat is dezelfde vraag als de heer Van Baarle mij stelde. Als dat zo zou zijn — het lijkt nogal ver gezocht op basis van de CPB-doorrekeningen, van onze eigen doorrekeningen van ons verkiezingsprogramma en van alle deskundigen — stel, stel, stel, dan zal het aan het kabinet zijn. Maar dat is niet aan de orde. Ik snap het frame dat de heer Timmermans hieroverheen probeert te leggen, maar dat is echt niet aan de orde hier.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Nee, nee, dit soort jij-bakken. Dit is geen frame. Dit haal ik gewoon uit de documenten. Als u uw doelstelling niet haalt, dan moet u 700 miljoen bezuinigen. Punt.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Eén ding weten we zeker: het aantal niet, maar er zullen minder mensen naar ons land komen en er zullen minder aanspraken gemaakt worden op sociale voorzieningen, op uitkeringen en op bijstand. Dat is een garantie. Hoeveel, dat zullen we met elkaar moeten zien. Bij de doorrekening die wij met het verkiezingsprogramma hebben ingeleverd en het hoofdlijnenakkoord ondersteunt het CPB dat ook. Dus ik denk dat ik even verderga.
De voorzitter:
Graag.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik was bij het stukje gekomen dat er in het akkoord eindelijk stevige maatregelen zijn op asiel. Maar dat hebben we al met elkaar vastgesteld. Dat is ongelofelijk belangrijk zodat Nederland het vrije en veilige land blijft waarin we draagvlak houden voor de echte vluchtelingen, zuinig zijn op onze verworvenheden en onze vrijheden beschermen.
Voorzitter. De basisvoorwaarden voor een financieel verstandig beleid staan ook overeind. Ook dat heb ik net uitvoerig meegegeven. Wij zorgen ervoor dat het voor degenen die hun best doen of gedaan hebben, in ons land gewoon goed is. Wij zorgen ervoor dat zij een prettig en betaalbaar leven hebben. Er is ook ruime aandacht voor de versterking van de positie van mensen met een middeninkomen, door lastenverlichting en het op termijn bijna gratis maken van de kinderopvang voor werkenden. Dat laatste is voor de VVD van groot belang om de onafhankelijke positie van vrouwen in ons land verder te verstevigen.
Voorzitter. Zoals eerder gezegd, zijn we ook onze ondernemers niet vergeten. We geven ze weer zuurstof, zodat zij kunnen doen wat zij het liefste doen: ondernemen. Dat doen we door lastenverlichting, minder regels en meer ruimte voor groene groei. Als het aan de VVD ligt, dan is ondernemen vanaf nu geen vies woord meer in Den Haag en koesteren we onze mkb'ers en andere ondernemers. Zij vormen immers de ruggengraat van onze samenleving. Zij zijn degenen die lef tonen en risico's nemen. Zij zijn degenen die onze welvaart doen groeien en banen creëren.
We werken aan de betaalbaarheid van wonen, zowel voor mensen met een huurhuis als mensen met een koophuis. De hypotheekrenteaftrek blijft in stand en het eigenwoningforfait wordt niet verhoogd. We zorgen ervoor dat er zowel huur- als koopwoningen worden gebouwd.
Ik ben ook blij dat we oog houden voor het klimaat door ons aan de doelen van de Klimaatwet te houden en de afgesproken maatregelen verder uit te voeren. En er is een enorme extra investering in kerncentrales. We willen de planeet niet alleen doorgeven aan de generaties na ons; we willen er daarmee ook voor zorgen dat we niet langer afhankelijk zijn van regimes, waar we helemaal niet van afhankelijk willen zijn.
Voorzitter. Voor de VVD is het van groot belang dat een aantal zaken op het gebied van persoonlijke vrijheden en zelfbeschikking zijn vastgelegd. Wij willen en gaan ook geen stappen terugzetten in ons land. De fundamenten van onze vrije samenleving houden in dat je altijd de vrijheid hebt om jezelf te zijn, dat je regie hebt over je eigen leven en je eigen lichaam, dat je mag houden van wie je wilt en dat je je leven kunt leven zoals je dat wilt. Zolang twee vrouwen niet rustig hand in hand over straat kunnen, een man met een keppeltje niet veilig zichtbaar zichzelf kan zijn en vrouwen nog steeds moeten strijden voor zelfbeschikking, blijft dat onze strijd.
Voorzitter. Ik ga afronden; het meeste is immers ook al gezegd. Het is nu zaak om al deze maatregelen te gaan uitwerken en uitvoeren, om te laten zien aan alle Nederlanders dat de politiek weer aan hun kant staat. En wat betreft wat er in dit akkoord niet is uitgewerkt: u hoort hier nu in ieder geval twee van de vier punten en straks nog twee. We zullen vurig verdedigen wat de intentie daar was en wat we daarmee willen, maar het is aan het kabinet. Ja, die uitwerking hoort bij een extraparlementair kabinet. Ik zal de toekomstige voorstellen vanuit de Kamer gaan beoordelen en, waar nodig, aanvullen met eigen initiatieven. Dat wordt met een stabiel kabinet dat Nederland veilig houdt in een hele onrustige wereld.
Dank u wel.
De heer Stoffer (SGP):
Ik was niet van plan te interrumperen, maar er zat toch iets in de bijdrage van mevrouw Yeşilgöz dat mij triggerde. Zij zei namelijk: "vanaf nu is ondernemen geen vies woord meer in Den Haag". Hoe kwam het dan nu eigenlijk dat het de afgelopen jaren zo misging? Wat zat er volgens haar mis?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Volgens mij was er een heel cynisch beeld van ondernemers, alsof dat allemaal een soort Dagobert Ducks zijn, die op een zak met geld zitten en niet willen bijdragen aan dit land. Het tegenovergestelde is waar. Er zijn vanuit de Kamer vaak voorstellen geweest waar ik geen voorstander van was, die een meerderheid voor elkaar kregen en die ervoor zorgden dat ondernemers als een soort bankautomaat werden gezien voor alle plannen. Ik ben blij dat we een heel groot deel daarvan in het akkoord kunnen terugdraaien. Ik vind ook dat ondernemers dat verdienen. We moeten de manier waarop onze mkb'ers en alle andere ondernemers bijdragen aan ons land, weer waarderen en koesteren. De heer Stoffer kan dat ook terugzien in dit akkoord.
De heer Stoffer (SGP):
Ik ben blij dat de VVD na zo veel jaren tot dit zelfinzicht is gekomen. We trekken de komende jaren samen op. Dank u wel.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wij hadden dat inzicht al. Maar wat mooi is, is dat we nu hopelijk een meerderheid in de Kamer hebben, waardoor het soort rare voorstellen waarbij echt alle rekeningen naar de ondernemers gaan, zoals de motie-Van der Lee, geen meerderheid meer gaan krijgen.
De heer Dassen (Volt):
Ik wil nog even verdergaan over het toekomstige verdienvermogen van Nederland. Ik vraag me af wat er met de bezuinigingen die er op onderwijs plaatsvinden en het schrappen van de verschillende fondsen overblijft van het toekomstige verdienvermogen van Nederland. Dit soort zaken werken allemaal door en er wordt daarnaast juist minder ingezet op innovatie.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
We blijven natuurlijk wél inzetten op innovatie. Aan de ene kant hebben ondernemers, evenals de wetenschap, vooral nodig dat de overheid hen met rust laat. Dat doen we onder andere hiermee. Aan de andere kant hebben ze ook investeringen nodig. Dat doen we bijvoorbeeld door Invest-NL overeind te houden.
De heer Dassen (Volt):
In het akkoord staat dat versterking van de kenniseconomie, innovatie en infra een prioriteit moet zijn. Mevrouw Yeşilgöz noemt Invest-NL. Daar gaat geloof ik 1 miljard naartoe. Het Nationaal Groeifonds en het fonds onderzoek en wetenschap worden geschrapt, voor 8 miljard. Dat is nogal een vermindering van de investeringen die wij doen in ons toekomstige verdienvermogen. Ik vraag me dan toch af hoe mevrouw Yeşilgöz dat rijmt met wat zij net zegt.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Investeren in het toekomstige verdienvermogen doe je ook door ondernemers te laten ondernemen. Dat werd hen door een meerderheid in deze Kamer de afgelopen jaren behoorlijk onmogelijk gemaakt. Die elementen draaien we terug. We zorgen dat ondernemers weer zuurstof ervaren en kunnen ondernemen. Hetzelfde geldt natuurlijk voor innovaties en start-ups: ze willen ruimte. Wat ik het meeste terughoor als ik ondernemers spreek, is: geef me in ieder geval een betrouwbare, voorspelbare en transparante overheid. Klaar! Een meerderheid hier in de Kamer zorgde continu — en ik hoop dat dat nu klaar is — dat ondernemers werden gezien als een soort bankautomaat. Dat moet stoppen. Dat gaat het verschil maken. Dat gaat niet door ergens geld in te pompen en het er ergens anders weer uit te laten komen. We investeren er nog steeds in, maar ik denk dat we nu echt veel slimmere keuzes maken, zodat ondernemers ook echt kunnen ondernemen.
De heer Dassen (Volt):
Het zou en-en moeten zijn: niet alleen moet ondernemers de ruimte gegeven worden, maar je moet er ook voor zorgen dat je echt werkt aan en investeert in je toekomstige verdienvermogen. De Kenniscoalitie geeft dat ook aan. Kijk naar de landen om ons heen. We hebben als Nederland afgesproken dat we eigenlijk 3% van ons bbp willen investeren. Dat is de Lissabonnorm. Kijk naar wat Duitsland en België doen. Die zijn veel harder aan het investeren in toekomstige technologieën als kwantum, AI en noem maar op. Vergelijk dat met wat ze in de Verenigde Staten en in China aan het doen zijn. Dat is de race waar we mee te maken hebben. Dat is de concurrentie op wereldschaal waar we mee te worstelen hebben. Dan kan mevrouw Yeşilgöz hier toch niet zeggen dat dat niet moet gebeuren, dat we juist die investeringen moeten verlagen, dat we minder moeten gaan doen aan innovatie en dat alleen 1 miljard in Invest-NL voldoende is? De Chinezen en de Amerikanen zullen ons uitlachen. Als je kijkt naar wat andere landen in Europa doen, dan zullen we achterblijven, juist op die nieuwe innovatieve technologie, juist op dat verdienvermogen van Nederland voor de toekomst. Ik vraag aan mevrouw Yeşilgöz of ze dat mee wil nemen en of ze ook wil zien dat het niet voldoende is om alleen maar te zeggen dat we ondernemers weer moeten waarderen. Want dat moeten we ook, maar dat is wel onvoldoende om ons toekomstige verdienvermogen en onze welvaart waarmee we uiteindelijk de zorg, het onderwijs en defensie kunnen bekostigen, ook te waarborgen. Dat is precies een beetje de korte termijn waar mevrouw Yeşilgöz nu aan refereert.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Integendeel. De heer Dassen zegt "korte termijn", maar al die voorstellen waar volgens mij de heer Dassen ook voorstander van was en die nu in het hoofdlijnenakkoord worden teruggedraaid, zorgden ervoor dat ondernemers hier niet eens meer konden ondernemen. Alle voorbeelden die de heer Dassen noemt, gaan ook over private investeringen. Dan moet je wel je land zo hebben ingericht dat bedrijven hiernaartoe willen komen en willen blijven. Als je aan de ene kant in Den Haag, in de Kamer, dat alles kapot maakt, de hele tijd de belastingen verhoogt, zorgt dat we daarin ook met de rest van Europa uit de pas lopen, zodat ondernemers niet meer kunnen ondernemen, en dan vervolgens mooie verhalen houdt, zoals dat men wel moet kunnen innoveren … Ze moeten er wel zijn, meneer Dassen! Ze moeten vervolgens hier wel überhaupt hun werk kunnen doen en voor banen kunnen zorgen. Dat werd hen in Den Haag, door een meerderheid van de Kamer, echt onmogelijk gemaakt. Dat is wat mij betreft, wat de VVD betreft, echt ongelofelijk klaar. Dit is een reden waarom wij een heel groot deel van ons politiek kapitaal aan die onderhandelingstafel hebben geïnvesteerd in het terugdraaien van al die links-rabiate voorstellen in de motie-Van der Lee die ervoor zorgden dat ondernemers bijna kopje-onder gingen. Ja, ik had ook andere keuzes kunnen maken, zoals de heer Jetten straks in moties gaat laten zien, maar die kon ik niet maken omdat ik moest opkomen voor ondernemers die hier bijna de nek werd omgedraaid. Dat moet nu klaar zijn.
De voorzitter:
Mevrouw Bikker. Maar als de heer Tom van der Lee even naar voren wil komen, dan kan dat ook, hoor. Nee, nee, nee, nee, nee.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het was niet persoonlijk, meneer Van der Lee. Een klein beetje.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, be careful what you wish for. Ik wil toch even terug. Ik heb net met de heer Wilders wat gesproken over het hoofdlijnenakkoord en een aantal witte vlekken, dingen die er niet in staan, en hoe je daar dan mee omgaat. Mijn eerste beeld was eigenlijk dat wat er niet in staat, vrije kwestie is. Dat is aan de Kamer, behalve als het in de financiële bijlage staat. Daarmee staat eigenlijk alles vast. Maar goed, dat gaan we dan ontdekken. Tot nu toe denk ik dat de VVD daarin slim onderhandeld heeft. Vervolgens kwam ik er in het gesprek met de heer Wilders achter dat er toch een aantal dingen wel zijn afgesproken die niet in het hoofdlijnenakkoord staan. Het viel mij bijvoorbeeld op dat zowel de heer Wilders als mevrouw Yeşilgöz met nadruk noemen dat de klimaatdoelen en de 55% staan. Dat heb ik niet zo teruggelezen in het hoofdlijnenakkoord, maar dat hoor ik nu, als ik het goed beluister, wel strak terug van de beide eerste hoofdpersonen uit de coalitie. Dan is mijn vraag aan mevrouw Yeşilgöz: zijn er meer van dat soort afspraken die niet in die hoofdlijnen zijn beland maar die eigenlijk wel een gegeven zijn voor deze vier coalitiepartners?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik heb de tekst niet voor me, maar het verbaasde mij en het verbaast me nu ook dat mevrouw Bikker bijvoorbeeld uit de klimaatparagraaf niet haalt dat we die doelen vasthouden, want dat doen we wel. De een heeft daar wat harder voor gevochten dan de ander; laat ik me even zacht uitdrukken. Maar het is wel overeind gebleven en het grootste deel van het Klimaatfonds is overeind gebleven. Sterker nog, er komt 9,5 miljard extra bij voor kernenergie. Dat is allemaal bedoeld om die doelen te halen. Er staat zelfs bij: als we de doelen niet halen, komt er ook alternatief beleid om ervoor te zorgen dat we ze wel halen. Wat mevrouw Bikker eruit had gehaald, verbaasde mij dus. We hadden dat misschien wat helderder kunnen opschrijven. Maar nee, in die zin is het niet zo dat er een soort schaduwlijst met afspraken is die we nog ergens in een la hebben. Nee, bij een hoofdlijnenakkoord spreek je soms echt op hoofdlijnen dingen af. Daar gingen zojuist heel veel debatten over. De hoe-vraag is aan het kabinet. Nee, we gaan niet bezuinigen op de politie. Hoe ga je het vervolgens allemaal wél inrichten? Dat is aan het kabinet. Je doet dus uitspraken en vervolgens laat je het aan het kabinet. Wat er niet in staat, is in de regel inderdaad een vrije kwestie. Het kan best zijn dat we er alle vier anders in zitten. Het kan ook zijn dat we er alle vier hetzelfde in zitten of dat we in die vijf maanden bijvoorbeeld niet over een bepaald onderwerp hebben gesproken; dat kan ook.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Helder. Ook helder dat voor het kabinet de vraag "hoe dan?" … Hopelijk zullen ze een andere kop voor de regeringsverklaring verzinnen, maar ik kan dit volgens mij nu nog noteren voor veel punten. Tot nu toe is het dus wel "het kabinet hoe dan?". Maar dan even terug. In de hoofdlijnen mis ik een aantal thema's waarvan ik denk dat het spannend is om daar geen afspraken over te hebben. Ik benoem er twee en ik ben heel benieuwd hoe mevrouw Yeşilgöz daarnaar kijkt. Dat is aan de ene kant het feit dat een hele hoop omwonenden van vliegvelden, of dat nou Schiphol is of Lelystad — neem de Veluwe, neem de Foodvalley — echt zitten te springen om duidelijkheid: gaat de luchtvaart krimpen en blijft Lelystad open of niet? Ik zie daar uitspraken over van een VVD-Kamerlid, maar mijn beeld is dat dat dan de VVD-opvatting is en niet de opvatting van de coalitie. Het zou dus heel goed kunnen dat Lelystad dichtgaat. Eenzelfde vraag heb ik ten aanzien van het thema van de pensioenen. Dat is natuurlijk een vrij groot thema, waar het in de verkiezingstijd veel over is gegaan. Ik lees daar bijzonder weinig over in het hoofdlijnenakkoord.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik begrijp beide vragen heel goed. Om met die laatste te beginnen: ik kan aansluiten bij wat de heer Wilders daarover zei. Het staat de fracties dus inderdaad vrij om zelf met voorstellen te komen, maar het kabinet zal dat niet doen. Over de vliegvelden staan volgens mij duidelijke zinnen … Nou ja, "duidelijke zinnen" … Er staan zinnen daarover in. Ik snap waarom mevrouw Bikker dan vraagt: waar ben je dan op uitgekomen? Het eerlijke antwoord is dat we het met elkaar op die manier niet eens werden, maar het belangrijk genoeg vonden om het er wel in te vermelden. Dat is dan iets waar we langer bij stil hebben gestaan. We hebben ook gezegd dat het aan het kabinet is om ervoor te zorgen dat de omwonenden inderdaad prettig kunnen leven en wonen, maar dat je het verdienvermogen van Nederland niet aantast en dat je kijkt hoe je het kunt regelen met Schiphol. Dat is een ingewikkelde en die laten we ook graag aan het kabinet. Nogmaals, dit is voor mij de invulling van een hoofdlijnenakkoord. Een afgetimmerd coalitieakkoord heeft nadelen. Mevrouw Bikker en ik weten dat, maar we weten ook allebei dat het voordelen heeft. Dat is ook met elkaar nagaan wat die ruimte voor de Kamer, die de Kamer en ik zo graag wilden, dan betekent. Hoe ziet die er dan uit? Maar deze twee kunnen straks in de praktijk inderdaad op verschillende manieren worden opgepakt.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dat vraagt dus wel om wat precisie in de communicatie, want het maakt natuurlijk heel veel uit of die nachtvluchten op Schiphol wel of niet doorgaan, en om precisie in de indruk die je wekt. Het vraagt ook om precisie in de communicatie over de manier waarop we bijvoorbeeld verdergaan met de opvolging van de parlementaire enquêtes. Eerlijk gezegd, zie ik in het hoofdlijnenakkoord wat dat betreft bijzonder weinig terug over Groningen. Ik hoop toch van harte dat de coalitiepartners, die in hun financiële bijlage echt wel stevige afspraken hebben staan en zaken op een bepaalde manier wel hebben dichtgetimmerd, hun oren niet zullen sluiten voor wat Groningen juist op dat vlak nodig heeft. Er zijn verwachtingen gewekt rondom de commissie-Van Geel. Ik zie daar nu niks over in de financiële bijlage. Ik vind dat heel spannend, want ik heb eigenlijk geen idee hoe deze partijen daar nog geld voor willen fiksen. Over die witte vlekken zeg ik wel echt: hoe dan?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Bezien vanuit de positie van mevrouw Bikker snap ik dat zij dat witte vlekken noemt. In mijn beleving is het niet mogelijk om een hoofdlijnenakkoord te hebben, een akkoord op die hoofdlijnen, zonder dingen ter uitwerking over te laten aan het kabinet of ruimte te laten aan de Kamer. Dat is namelijk de definitie daarvan. Dus voor mij zijn dat geen blinde vlekken. Voor mij is dat de fase die we nu ingaan, waarin er heel veel ruimte is voor de Kamer, maar ook voor het kabinet, doordat dit niet van tevoren helemaal is ingevuld. Het hoe dan was wel de wens van de Kamer: zorg dat er wat meer afstand is. Maar dan krijg je een niet totaal uitgewerkt coalitieakkoord van 83 pagina's. Dat is hoe het dan werkt. Het kan best zijn dat de Kamer na deze periode zegt "misschien moeten we voortaan wel alles dichttimmeren", maar ik hoop dat we dit met elkaar en met lef los kunnen laten en kunnen kijken waar het kabinet mee komt. Wat mij betreft gaat het kabinet al die belangrijke elementen ook met de maatschappelijke partners, met de gemeenten en met het veld goed vormgeven. Het moet gaan over stabiel en verantwoord bestuur, en daar hoort dit wel bij.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik wil even doorgaan op die witte vlekken, zoals mevrouw Bikker ze noemt. Zij fluistert mij in: misschien zijn het wel zwarte gaten. Als natuurkundige vind ik dat een mooiere term. Wat gaan we bijvoorbeeld doen met de pensioenwet? Ik heb het idee dat de VVD-fractie dat toch echt anders interpreteert dan bijvoorbeeld de NSC-fractie.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ga het gewoon doen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, dit is makkelijk voor mijn interruptie. Staat het de NSC-fractie vrij om allerlei andere voorstellen te doen op dat punt?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Zeker.
De heer Bontenbal (CDA):
Dus alles wat niet besproken is, valt onder de vrije ruimte. Dan ben ik ook benieuwd hoe we dat gaan doen met allerlei vrije kwesties die impact hebben op de doelen. Als je vliegveld Lelystad openhoudt, dan heeft dat gevolgen voor stikstof, dan heeft dat gevolgen voor klimaat. Hoe gaat dat bij de uitwerking als een kabinet al die plannen bij elkaar moet brengen? Ik noem bijvoorbeeld het afschaffen van de hybride warmtepomp. Dat zorgt ervoor dat je je klimaatdoel door iets anders moet halen. Dat kan bijvoorbeeld een extra windpark op zee betekenen. De 130 kilometer per uur die gereden moet worden, gaat ten koste van stikstofruimte, waardoor we geen PAS-melders kunnen legaliseren. Die dingen hangen wel allemaal met elkaar samen. Hoe gaat een bewindspersonenploeg dat dan coherent onder elkaar uitvechten?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het zou wel jammer zijn als de oppositie al voordat er een kabinet is, zegt dat de hoofdlijnen niet werken en dat zij het al helemaal uitgewerkt had willen zien. Volgens mij was het een breed gedragen wens om het op hoofdlijnen te doen. En dan ziet het er wel zo uit. Vervolgens hebben we met elkaar afgesproken dat de leiders in de Kamer blijven. Ik wil hier best bewindspersoontje spelen, maar ik ben straks geen bewindspersoon meer. Dat is echt aan het nieuwe team. De vragen van de heer Bontenbal laten zien dat dit geen makkelijk werk is, maar dat wisten wel. Al deze elementen moet je afwegen. In een hoofdlijnenakkoord geef je dus aan wat de richting wat jou betreft is, maar het hoe vul je dan niet in. Als ik mij niet vergis, hebben we daar vanaf de eerste ronde met de heer Plasterk zo over gesproken en in ieder geval met de heer Putters en met deze informateurs. Wij moeten onszelf bedwingen om niet overal het hoe dan in te gaan vullen, want dan timmer je het helemaal dicht. Dat was niet de opdracht aan onszelf en dat was volgens mij ook niet de opdracht van de meerderheid van de Kamer. Het kan dus geen totale verrassing zijn dat we vooral het wat hebben ingevuld maar niet het hoe dan. Dat we daar juist ruimte laten, kan dus niet echt een verrassing zijn.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar de vraag is natuurlijk: in welke gradatie laat je het open, ja of nee? Mijn idee is toch dat een deel van de moeilijke discussies wel doorgeschoven wordt naar de bewindspersonenploeg. Maar goed, dat gaan we dan wel zien.
Dan heb ik, tot slot, een laatste vraag, en dan bent u van mij af — in de eerste termijn overigens, niet voor de rest van het jaar. Het gaat over hoe we gemeentes behandelen. Dus die SPUK-uitgaven worden allemaal in het Gemeentefonds gestopt. Allemaal technisch, maar daar gaat een kaasschaaf van 10% overheen. Tegelijkertijd staat er ook in het akkoord dat gemeentes niet meer zelfstandig mogen bepalen wat de hoogte van de ozb is. Dus aan de ene kant trek je geld weg bij gemeentes en zeg je "dat is efficiency". Tja, dat vind ik vrij makkelijk. We trekken geld weg bij gemeenten, en aan de andere kant zeggen we: je eigen belastinggebied gaan we inperken. Dat is toch geen doen, om zo met lokale overheden om te gaan die zo belangrijk zijn voor de uitvoering van de heel veel grote opgaven die we op dit moment hebben?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
En daar staat ook bij dat we dat in overleg met ze zullen doen. Dat is ook de reden waarom niet is gezegd tot hoe hoog zo'n ozb mag, of hoe dat er precies uit moet zien. Het moet wel behapbaar zijn; het moet wel op een manier zijn die gemeenten aankunnen. Maar tegelijkertijd willen we niet dat daar een soort van — hoe zeg je dat? — kleppen staan, waarmee je mensen steeds hogere lasten kunt opleggen. Ik bedoel, wat u overal in terugziet, vanuit mijzelf en vanuit de VVD gezegd — en elke partij zal dat voor zichzelf anders vertellen — is: hoe kunnen we nou voorkomen dat er sprake is van lastenverzwaringen, niet voor 100% maar zo veel mogelijk? Hoe kun je zorgen voor zo veel mogelijk lastenverlichting, zorgen dat mensen weer een betaalbaar leven kunnen hebben, en ondertussen weten dat we een polderland zijn, dus we dat ook gezamenlijk met elkaar moeten doen? Dat zijn de elementen die de heer Bontenbal hieruit haalt, en dat is precies wat het is. En als je kijkt naar andere elementen — maar dan gaan we misschien heel erg in op die plaat — dan wordt bijvoorbeeld een bezuiniging op de jeugdzorg, iets wat we officieel anders noemen maar die van 511 miljoen, weer teruggedraaid. Ook weer een grote wens van gemeenten, zoals we weten. Dus ik denk dat we in de balans een goed verhaal hebben, of in ieder geval een heel goed startpunt voor het kabinet om met gemeenten en provincies in gesprek te gaan.
De voorzitter:
Prima. Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de vierde spreker van vandaag: de heer Omtzigt van de fractie van NSC.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik heb vijf minuten, toch? Ja. Voorzitter. Voor de verkiezingen maakte Nieuw Sociaal Contract duidelijk dat Nederland een forse koerswijziging nodig heeft, vooral op de gebieden van goed bestuur en bestaanszekerheid. Verder stelden wij dat migratiebeperking nodig is, en dat we daar een wet voor wilden indienen. En dat we in een enorme woningcrisis zitten in dit land, waardoor veel mensen het leven stil hebben staan. We hebben dus een forse woningbouwimpuls nodig. Dat waren de eerste vier hoofdstukken van ons verkiezingsprogramma. We wilden ook een meer open verhouding tussen Kamer en kabinet voor hoe het land geregeerd wordt.
De verkiezingsuitslag op 22 november gaf een aardverschuiving in politiek Den Haag. Hij stuurde ook een aantal duidelijke signalen van de Nederlandse samenleving naar deze Tweede Kamer. Zaken als migratiebeperking zijn absoluut noodzakelijk.
Vandaag sta ik hier om een bijzondere samenwerkingsrelatie aan te kondigen en te verdedigen, die we met vier partijen aangaan: de Partij voor de Vrijheid, de VVD, BBB en Nieuw Sociaal Contract. Een akkoord op hoofdlijnen. Dat hebben we gesloten om samen te komen tot een extraparlementair programkabinet, waarmee we laten zien dat de regering weer op enige afstand komt te staan. Een aantal wissels zal de komende tijd omgaan in Nederland. Op het gebied van goed bestuur hebben we de grootste hervormingen sinds ten minste 1966, en waarschijnlijk sinds 1918. We zetten de eerste stappen op weg naar grondwettelijke toetsing en de oprichting van een grondwettelijk hof. We gaan het kiesstelsel wijzigen, zodat kiezers en gekozenen regionaal dichter bij elkaar komen te staan. De inspecties worden onafhankelijker, zodat ze kunnen ingrijpen, en klokkenluiders worden nog beter beschermd. Ik zou u graag de totale lijst voorlezen, maar dit is de agenda die wij gemaakt hebben na het toeslagenschandaal en na het Groninger gasschandaal, omdat we moeten leren dat we onze instituties ook moeten versterken.
Op het gebied van bestaanszekerheid verlagen we het eigen risico. We voeren een nieuwe lagere schijf in bij de inkomstenbelasting. We verlagen de gasbelasting na de vele verhogingen. We verhogen ook de huurtoeslag en het kindgebonden budget. U zult zien dat vooral de mensen aan de onderkant baat hebben bij de plannen die dit kabinet heeft ingediend. Daar ben ik trots op, want die armoede in Nederland moet niet verder oplopen. Maar bestaanszekerheid is zo veel meer dan inkomen. Bestaanszekerheid gaat ook over het hebben van een vast inkomen, over het hebben van werk dat zeker is en dat je niet constant te weinig werk hebt om rond te komen.
We hebben een woningbouwimpuls van 7,5 miljard euro. We willen 100.000 woningen per jaar erbij hebben, zodat mensen weer kans hebben op een woning.
Bij migratie ligt er een zeer ambitieus pakket om zowel de arbeidsmigratie, de studiemigratie als de asielmigratie fors in te perken in de komende jaren.
De heer Bontenbal (CDA):
We weten dat collega Omtzigt steeds voor een goed bestuur en ook voor de rechtsstaat heeft gepleit. We weten ook dat hij in het verleden zelf kritisch was op een heel aantal maatregelen die nu in de asielmigratieparagraaf staan. Veel partijen hier willen ook meer grip op migratie, dus wij zouden als fractie een aantal maatregelen die hierin staan, kunnen steunen. Collega Omtzigt was in het verleden ook kritisch over een asielstop en over het opschorten van behandelingen. Wat heeft hem doen besluiten om deze paragraaf wel te accepteren? Mijn vraag is eigenlijk: is er een juridische toets gedaan op deze maatregelen? We hebben vanochtend om 10.00 uur heel veel documenten gekregen waarin op allerlei dossiers vragen zijn uitgezet, maar uitgerekend op dit dossier zie ik niet een vraag en niet een antwoord. Is er een juridische toets gedaan op alles wat in de asielmigratieparagraaf staat?
De heer Omtzigt (NSC):
Er zijn veel juridische toetsen gedaan in het afgelopen jaar, in de tijd dat het CDA nog samen met de VVD, D66 en de ChristenUnie een pakket maakte. Die toetsen zijn ook openbaar. Er is geen asielstop, maar er is een asielbeslisstop. Dat betekent dat mensen hier geregistreerd en opgevangen worden. Zoals we net gehoord hebben, zijn de asielrichtlijnen dan integraal van toepassing. Dat betreft de Opvangrichtlijn, de Procedurerichtlijn en de Kwalificatierichtlijn. Dat betekent dat ook tijdens die stop iemand na maximaal 15 en in uitzonderlijke gevallen na 21 maanden een eerste besluit moet hebben. Dit is ook volgens de Europese regelgeving.
De heer Bontenbal (CDA):
Bent u alsnog bereid deze hele paragraaf wel te laten toetsen? Integraal.
De heer Omtzigt (NSC):
Bij elke wet die wij hier behandelen, wordt getoetst, zowel door de regering zelf als door de Raad van State als door de Tweede Kamer, of die voldoet aan de verdragen en aan de richtlijnen. Op initiatief van de fractie van Nieuw Sociaal Contract, overigens ook met steun van de CDA-fractie, heeft de Tweede Kamer een commissie voor grondrechten en constitutionele toetsing ingericht. Wij zijn zeker van plan om alle maatregelen die in het akkoord staan waarvan we denken dat ze getoetst moeten worden … Ik vermoed zomaar dat dit bij de asielmaatregelen wat vaker gebeurt dan bij de andere maatregelen. Die kunnen daar getoetst worden.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar het kan dus zijn dat daar dingen in staan die bij nadere toetsing niet blijken te kunnen. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat juist deze paragraaf diepgaand aan zo'n toets zou zijn onderworpen. Maar goed, dat komt blijkbaar nog.
Dan wil ik mijn laatste interruptie in dit drieluik besteden aan het afkopen van asielkopers. We zijn een van de meest welvarende landen ter wereld. Het kán. Het migratiepact biedt daar ruimte voor, maar is het niet cynisch dat juist Nederland dit gaat gebruiken? Het Hongarije van Orbán doet het en daar is die regel misschien ook wel voor gemaakt. Maar is het niet cynisch dat Nederland, zo'n welvarend land, ook voor de asielzoeker die het echt nodig heeft, die namelijk voor oorlog en geweld op de vlucht is, die maatregel gaat toepassen? Duik je daarmee niet onder een morele ondergrens?
De heer Omtzigt (NSC):
Wij vangen in Nederland relatief veel asielzoekers op. Veel mensen krijgen een status, zeker in vergelijking met de landen om ons heen in de Europese Unie. Er zitten een aantal maatregelen in het pakket die niet in ons verkiezingsprogramma stonden, maar een aantal maatregelen stonden er wel in. Dus ook wij hadden bijvoorbeeld het tweestatussenstelsel, wat een vergaande hervorming is van het asielstelsel, in ons verkiezingsprogramma staan. Ook overeenkomsten met derde landen staan in ons programma. Wij hebben die afkoop niet in ons verkiezingsprogramma staan, maar ik denk dat het goed te verdedigen is om dat een aantal jaren te doen tijdens deze regeerperiode, ook omdat wij op dit moment te maken hebben met een forse opvangcrisis en een behoorlijke wooncrisis.
De heer Stoffer (SGP):
De heer Omtzigt sprak zojuist over inkomen, bestaanszekerheid en dergelijke. Ik heb van de week nog een motie opgeduikeld, de motie-Van der Staaij/Omtzigt, van oktober 2021. We hebben een hoofdlijnenakkoord. Wat daar niet in staat, is een vrije kwestie, heb ik begrepen. Datgene waar ik het over wil hebben, is volgens mij een vrije kwestie, want ik kom het niet tegen: de eenverdiener. Als SGP is dat ons al jarenlang een doorn in het oog. Dat is het de heer Omtzigt ook al een hele tijd. Ik zie daar iemand zitten die wat beweegt in dat vak. Dat mag. Ik heb dat ooit van hem over mogen nemen, met liefde. Mijn concrete vraag is de volgende. In de motie, vanuit die periode gericht op Rutte IV, staat: "spreekt uit dat een volgend kabinet concrete maatregelen moet nemen om de belastingkloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen". Mijn vraag is wat we van dit kabinet kunnen verwachten. Als we daar niet al te veel van kunnen verwachten, vraag ik wat de heer Omtzigt en ik samen kunnen doen om hier de schouders onder te zetten.
De heer Omtzigt (NSC):
Daar moet ik even over nadenken. In dit pakket zitten een behoorlijk aantal vrije kwesties, maar zaken die de financiële plaat rechtstreeks raken, zijn natuurlijk geen vrije kwesties. Als Nieuw Sociaal Contract zou zeggen dat het ons wel leuk lijkt om een belastingverlaging aan díé groep te geven, zal mevrouw Van der Plas van BBB, of de heer Wilders of mevrouw Yeşilgöz, ongetwijfeld een andere groep vinden die te veel belasting betaalt. Zoals u gezien heeft, is het koopkrachtbeeld evenwichtig. Dat betekent dat eenverdieners er ongeveer net zoveel op vooruitgaan als tweeverdieners en alleenstaanden. Dat heeft u gezien in de doorrekeningen. Wat dat betreft is het pakket dat er ligt evenwichtig. Als het pakket van een wat linksere signatuur er zo uitgezien had, had u het ook geloofd. Het feit dat de uitkeringsgerechtigden er het meest op vooruitgaan van alle groepen, al is het verschil vrij minimaal, zegt voldoende.
Wij zijn dus wel degelijk geïnteresseerd in een aanpak van knelpunten. Er staat nog één specifieke post op de begroting. Dat is een half miljard euro voor de aanpak van groepen die een specifiek knelpunt hebben. Een van de dingen die in de toelichting genoemd worden, zijn werkende gezinnen die onder het minimuminkomen zitten. Dat kunnen bijvoorbeeld de eenverdieners zijn. Het is niet zwart-wit, zoals u weet. Er zijn dus ook gezinnen waarbij één persoon een klein baantje heeft en één persoon net geen volledige baan. Door de algemene heffingskorting val je als gezin dan onder het bijstandsniveau. Daar moet de regering een oplossing voor zoeken. Dat is een van de groepen die wij als knelgroep gedefinieerd hebben. Daar is een half miljard voor gedefinieerd. Ik moet wel zeggen dat het niet eenvoudig is om dat ten uitvoer te brengen. Maar ja, er is wel wat. En nee, er is geen ongelimiteerde mogelijkheid om de financiële plaat te veranderen.
De heer Stoffer (SGP):
Deze vraag is totaal niet bedoeld om te kijken of ik iemand in een fuik kan laten zwemmen. De heer Omtzigt zal dat ook nooit laten gebeuren. Daar is hij veel te ervaren en te deskundig voor. Ik bespeur bij hem in ieder geval, als er enige realiteitszin is, wel de opening om hier met elkaar serieus naar te kijken. Dat is ook mijn vraag. Laten we alsjeblieft de komende periode als er een nieuw kabinet komt — ik ga ervan uit dat dat er komt — serieus met elkaar kijken naar deze problematiek en dit niet vergeten. Laten we als SGP, NSC en hopelijk vele anderen in de Kamer schouder aan schouder staan om de kloof tussen de een- en tweeverdieners in ieder geval de goede richting op te laten gaan. Als we elkaar daarin kunnen vinden, is dat al een heel klein beetje winst die we vandaag geboekt hebben.
De heer Omtzigt (NSC):
Net zoals de voorgaande sprekers heb ik het debat met veel interesse gevolgd. Het is een hoofdlijnenakkoord. Het zijn 25 kantjes. Die zijn niet eens zo dichtgetikt als vorige regeerakkoorden. Die waren drie tot vier keer langer. Ik denk dat over een heleboel zaken geen afspraken gemaakt zijn. Dat betekent dat je zuurstof in het politieke debat gaat krijgen. Dat betekent dat je op een aantal punten met vier partijen afspraken zult maken, maar op een aantal punten kun je hier in vrijheid beleid maken. Dat is ook ooit de bedoeling van de Tweede Kamer geweest. In de Nederlandse Grondwet staat nergens dat er een coalitie- of oppositie-Kamerlid moet zijn. Het is een Kamerlid, dat zonder last moet kunnen stemmen. Ik zie uit naar die vormen van samenwerking met andere partijen in deze Tweede Kamer. Dat is mijn langgekoesterde wens, zoals u weet. Op een aantal zaken moet je gewoon afspraken maken; dat is volstrekt helder. Financieel zijn er altijd meer wensen dan er geld beschikbaar is. Dat geldt voor deze coalitie, voor dit samenwerkingsverband, misschien nog wel ernstiger dan voor eerdere samenwerkingsverbanden. Maar op andere punten zijn er zeker dingen te doen. Ik hoorde net vliegveld Lelystad al. Noem eens wat.
De heer Dijk (SP):
Ik heb drie vragen aan de heer Omtzigt over bestaanszekerheid. De eerste gaat over asielmigratie. Ik las de paragraaf. Je verwacht dat er een stevige paragraaf ligt, maar dan staat er ook: "asielvergunningen voor onbepaalde tijd worden afgeschaft". Als er nou iets ongelooflijk veel onzekerheid creëert en eigenlijk het tegenovergestelde is van bestaanszekerheid, dan is dit het. Ik wil graag dat u daarop reageert.
De heer Omtzigt (NSC):
Asielvergunningen voor onbepaalde tijd worden afgeschaft. Dat betekent dat je, zoals de Europese richtlijnen ook aangeven, toetst of iemand terug kan na die bepaalde tijd. Overigens is wel veranderd dat je na de termijn van nationalisatie, die opgerekt wordt naar tien jaar, ook met een asielvergunning voor bepaalde tijd genaturaliseerd kunt worden als Nederlander.
De heer Dijk (SP):
Er staat nog bij dat de rechtsbijstand voor asielaanvragen zo veel mogelijk wordt beperkt. Dat zijn allemaal dingen die ervoor zorgen dat mensen keihard in onzekerheid leven en geen bestaanszekerheid krijgen. Een tweede vraag. Pensioenen. Mensen hebben hun leven lang gewerkt. Het gaat om uitgesteld loon. Dat is wat pensioen namelijk is: hun geld. Daar staat niks over in dit akkoord. Is het een vrije kwestie? Dit gaat namelijk ook over bestaanszekerheid, geen casinopensioen maar een zeker en vast pensioen voor mensen die dat graag willen. Is het een vrije kwestie en zo ja, kunnen we daar dan ook ergens vandaan geld voor bij sprokkelen? Moeten we daarvoor een fonds gaan oprichten? Zegt u het maar.
De heer Omtzigt (NSC):
Het is een vrije kwestie, omdat het er niet in staat, maar we gaan wel met enig beleid om met een pensioenspaarpot van 1.500 miljard. Maar ja, er zijn geen afspraken gemaakt over hoe dat precies verder moet. Ik merk overigens wel op dat er in de Eerste Kamer een meerderheid is voor de nieuwe Pensioenwet. Het geheel terugdraaien zie ik dus niet snel gebeuren, zeg ik in alle eerlijkheid.
De heer Dijk (SP):
De wereld kan altijd veranderen. Laten we ons best gaan doen. Die uitnodiging heeft u dus van mij. Dan mijn laatste vraag, over bestaanszekerheid en armoede. U bent goed met cijfers. U weet donders goed dat het armoedecijfer van 2024 tot 2028 4,7% blijft. Met een bevolkingsgroei worden dat dus zelfs nog meer mensen. De kinderarmoede stijgt zelfs. Dat weet u ook. Ik heb niet echt veel zin om een discussie te gaan voeren over deze percentages, want het zijn gewoon feiten en gegevens die iedereen kan inzien. Waarom heeft de man die campagne voerde op bestaanszekerheid niet gevochten als een leeuw tegen armoede, een aanslag op mensen? Ik zei het net al: kinderen kunnen niet naar verjaardagen, kunnen niet naar het voetballen, kunnen niet met hun vriendjes spelen, kunnen geen nieuwe kleren krijgen. Ik hoor achter me dat er zo meteen inderdaad 17.000 extra kinderen in armoede komen. U heeft een campagne gevoerd op bestaanszekerheid. In het vorige regeerakkoord stond dat het gehalveerd werd. Op dit punt wordt het niet eens minder bij mensen, maar meer. Ik vind dat — dit is ook een oordeel — voor iemand die campagne heeft gevoerd op bestaanszekerheid om je te schamen.
De heer Omtzigt (NSC):
Een aantal punten daarop. Het eerste punt daarop is dat er voor het vorige regeerakkoord, van de regering waar ook de partij van de heer Jetten onderdeel van uitmaakte, 25 miljard extra beschikbaar was. Die regering heeft dus, in vergelijking met wat er bij de verkiezing was, in 2025 en 2026 25 miljard extra kunnen uitgeven. Deze coalitie, dit samenwerkingsverband, moet een netto bezuiniging van ongeveer 6 tot 7 miljard doorvoeren. We moeten netto dus bezuinigen in plaats van dat we netto ontzettend veel extra geld hebben. Dat maakte de discussies ook lastig. Het tweede is dat de armoede afneemt, ondanks het feit dat wij bezuinigd hebben — nu kom ik wat in de techniek terecht — in vergelijking met het basispad, dus in vergelijking met wat het vorige kabinet van plan was. Hij neemt af ten opzichte van de plannen van het vorige kabinet. Hij komt in het algemeen weer op het niveau van wat hij was in 2024. Voor gezinnen met kinderen stijgt hij een stukje. Drie. Als u kijkt naar voetnoot acht van het CPB dan ziet u dat er op aandringen van Nieuw Sociaal Contract een fonds van een half miljard euro is voor groepen in de knel. Dat zijn bijvoorbeeld die werkende alleenverdieners die onder het bijstandsniveau zitten vanwege de samenloop van sociale zekerheid en belastingen. Je hebt daar een aantal speciale maatregelen voor nodig en daar is een half miljard voor beschikbaar, dat is niet weinig. Dat is in de doorrekening niet toegerekend aan die gezinnen die in de knel zitten, omdat het CPB dat niet kon en dat begrijp ik. Wij hebben die maatregel niet aangeleverd en het is best ingewikkeld. Er is dus fors geld beschikbaar voor die groepen in de knel. Daarmee hopen we dat percentage ook weer onder die 4,4% te krijgen.
Tot slot, in het regeerakkoord staat niet voor niets dat de regering er elk jaar naar streeft om het armoedecijfer, voor gezinnen met kinderen en in z'n algemeenheid, onder het referentiejaar 2024 te krijgen. Dat is waar de heer Dijk aan refereerde. Hij mag mij daar ook elk jaar aan houden, want ik zal daar ook de regering elk jaar aan houden.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voor mij gaat dit debat over de vraag: wat betekent het dat er nu een coalitie is met extreem en radicaal rechts? Maar ik wil eerst aansluiten bij de vragen die de heer Dijk heeft gesteld. Sommige dingen zijn nieuw of historisch en sommige dingen veranderen dus helemaal niet. We horen hier, in antwoord op een vraag over al die mensen die in armoede zitten, een technocratisch verhaal dat erop neerkomt dat we het ietsje minder slecht gaan doen dan de vorige coalitie en we in Nederlands dus dankbaar mogen zijn. Mensen die geen geld te makken hebben en die hun kinderen geen eten kunnen geven, hebben daar geen hol aan. Dat wilde ik eerst even gezegd hebben.
Dan mijn vraag waarvoor ik hier stond. Goed bestuur. Er staan plannen in dat hoofdlijnenakkoord voor in de verre toekomst, als ze ooit zullen worden uitgevoerd. Op dit moment gebeuren er al dingen, met steun van Nieuw Sociaal Contract, die het tegenovergestelde zijn van goed bestuur. Ik haal er maar een voorbeeld uit: de plannen over landbouw. Hoelang moeten boeren nu al wachten op duidelijkheid uit Den Haag? Wat zegt deze nieuwe coalitie? We gaan weer even van alles en nog wat proberen in de hoop dat het goedkomt. Wacht maar even af wat daar uitkomt. Is dat bij Nieuw Sociaal Contract de definitie van goed bestuur? Mensen nog langer in onzekerheid laten, terwijl de feiten in al die rapporten aangeven dat het een onhaalbare zaak is en slecht gaat aflopen? NSC laat boeren nog maar even in de illusie van die valse hoop dat ze gewoon door kunnen op deze manier. Is dat goed bestuur?
De heer Omtzigt (NSC):
Op het eerste punt. Ik ben overigens degene die het meeste kritiek gehad heeft op de doorrekeningen van het CPB. De heer Timmermans en de heer Jetten vroegen om deze doorrekening, dus ik kijk daarnaar en zie dat deze doorrekening een aantal positieve punten laat zien van het voorgenomen beleid. Als je denkt dat je via een doorrekening de armoede naar beneden brengt en je bent niet in staat om te kijken wat je wilt op het niveau, dan zal ik u nog een aantal maatregelen noemen die we gaan nemen.
Als het aan Nieuw Sociaal Contract ligt, zouden wij bijvoorbeeld internetgokken verbieden. Formeel gezien zal het niets doen met de plaatjes van het CPB. Het zou wel een hoop mensen uit de grote ellende halen. Die groepen in de knel gaan we bereiken. Het kostte me een jaar lang vragenstellen in de Kamer om erachter te komen dat er tienduizenden gezinnen die werken onder het bijstandsniveau zitten. Dat willen en gaan wij oplossen. Ik ga u niet zeggen dat het makkelijk is en dat het binnen een dag kan. Misschien zal er ook iets voor achttienjarigen of negentienjarigen moeten gebeuren.
Het derde is dat er een enorme woningbouwimpuls zit. Op ons aandringen is er 7,5 miljard extra voor het bouwen van woningen, 30% zijn betaalbare huurwoningen en de rest is betaalbaar voor de middeninkomens. Waarom is dat van groot belang? Voor heel veel gezinnen is niet net €5 of €10 extra per maand belangrijk, maar of ze die woning hebben of niet. Het zijn niet allemaal gemakkelijke oplossingen of gemakkelijke oneliners. Hierin is echt geïnvesteerd in het programma dat wij hebben neergelegd.
Als je naar arbeidsmigratie kijkt, zeg ik via u, voorzitter, dan ziet u dat wij plannen over arbeidsmigratie en regulering van de uitzendsector en van de organisaties die die mensen werven, gaan doorvoeren. Dit is het eerste kabinet dat komt met een afwegingskader — dat moet mevrouw Ouwehand aanspreken — of wij wel nieuwe bedrijven moeten willen die louter draaien op arbeidsmigranten of die een enorme belasting vormen voor schoon water en qua energieverbruik. Dan moet u denken aan distributiecentra of bepaalde datacentra die wij te gemakkelijk naar Nederland hebben laten komen. Dan nemen wij maatregelen, en wel maatregelen die effect gaan hebben. Die zullen niet binnen een maand of twee effect hebben, maar wij kijken er wel degelijk naar hoe we dit op de lange termijn vorm gaan geven.
De tweede vraag van mevrouw Ouwehand ging over de landbouwparagraaf. Ik denk dat zij met name de veeteeltparagraaf bedoelt en dan vooral de mestderogatie en dat we die terug willen hebben. Wij vinden dat wij ook plannen met Brussel moeten kunnen heronderhandelen. Er zitten op drie punten in dit regeerakkoord forse vragen aan Brussel. Die zitten er op het gebied van het landbouwbeleid, en dan is de vraag met name om te kijken of we de mestderogatie gedeeltelijk terug kunnen krijgen. Er zijn ook vragen op het gebied van de asielparagraaf, de opt-out. Dat is overigens een wens geuit in de motie van collega Caspar Veldkamp. Die zou het langst duren, want daar heb je een verdragswijziging voor nodig waar alle 27 lidstaten mee instemmen. Als u mij dus vraagt of dat volgend jaar gebeurt, is het antwoord daarop: nee, maar je moet het wel tijdig kenbaar maken.
De derde vraag die wij met nadruk op tafel gelegd hebben, is: Nederland is een nettobetaler en zal dat ook blijven. Dat is heel logisch als u het welvaartsniveau in Nederland vergelijkt met dat van een aantal andere landen. Maar er zit een miljardenoploop in hoeveel nettobetaler we zijn en wij vinden dat daar wel wat vanaf kan, dat het ook met 1,6 miljard minder kan. Ja, wij vinden dat we in Brussel harder kunnen onderhandelen. Ja, wij vinden dat we dat de afgelopen jaren en de afgelopen decennia weleens te weinig gedaan hebben. En ja, we denken dat we daar soms iets te makkelijk plannen ingeleverd hebben waar we later enige spijt van kregen.
(Hilariteit)
De heer Omtzigt (NSC):
Was dat tegen mij gericht? Wie was dat?
De voorzitter:
De heer Paternotte heeft even een jingletje ingestart.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik verstond iets van "later" en "altijd".
De voorzitter:
Dit was even Radio Paternotte.
De heer Omtzigt (NSC):
Valt dat onder de NPO?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Wat een timing!
De voorzitter:
Dat de heer Paternotte dat een tweede keer gaat doen, betwijfel ik.
Mag ik iedereen vragen om korte vragen en ook korte antwoorden? Anders koersen we echt op middernacht, wil ik maar zeggen. We zijn met de vierde spreker bezig.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Over armoede. Deze coalitie kiest ervoor om de belasting op vermogen te verlagen en de armoede niet zo hard aan te pakken als zou kunnen. Dat ten eerste. Ten tweede constateer ik dat Nieuw Sociaal Contract zegt "wij vinden het inderdaad goed bestuur om de boeren nog langer in onzekerheid te laten en het gewoon nog een keertje te gaan proberen in Brussel". Ik wil de heer Omtzigt meegeven dat als hij zegt: soms hebben wij dingen gedaan die we beter anders hadden kunnen doen, dan was dat dus niet-instemmen geweest met de Programmatische Aanpak Stikstof die nu volledig is vastgelopen.
Over goed bestuur lees ik ook dat de heer Omtzigt de rechtsstaat wil versterken, maar in het coalitieakkoord wordt als het aan Nieuw Sociaal Contract ligt, de toegang tot de rechter in milieuzaken gewoon beperkt. Dit hele coalitieakkoord ademt "dit is wat wij willen, maar misschien moet dan de helft van de zaken maar door de rechter worden beslist". Is dát versteviging van de rechtsstaat? Verstevig je de rechtsstaat met allerlei zaken over landbouw, over natuur, over asielmigratie en met al die vage plannen die we nu in het hoofdlijnenakkoord lezen en waarvan experts zeggen dat het nog maar de vraag is of het juridisch kan? Het gevolg zal zijn dat het allemaal op het bordje van de rechter terechtkomt. Is dat wat de heer Omtzigt verstaat onder "versterken van de rechtsstaat"?
De heer Omtzigt (NSC):
Zoals ik aan de collega van het CDA heb meegegeven, zullen wij alle plannen hier in de Tweede Kamer toetsen op of zij aan de Europese richtlijnen, internationale verdragen en dergelijke voldoen. Daar zullen wij ons ook aan houden. Dat hebben we afgesproken in de coalitie. Dat heeft u de andere twee partners ook horen zeggen. Dat is een gemeenschappelijke afspraak en daar kunt u ons aan houden. Als u vraagt naar toegang tot de rechter, dan heeft u bijvoorbeeld ook gezien dat we eens gaan herevalueren hoe het met de strafbeschikking gaat. Dat houdt in dat heel veel Nederlanders feitelijk door het Openbaar Ministerie een straf opgelegd krijgen, niet voor de rechter komen, maar wel een strafblad krijgen. Juist op dat punt willen we zorgen dat de toegang tot de rechter verbeterd wordt. Ik denk dat mevrouw Ouwehand refereert aan de zin over wie er mag procederen namens het algemeen belang. Ja, zij knikt. Zoals u ziet, wordt er onderzoek gedaan naar wat dat precies is. Daar is nog geen besluit over genomen. Zo staat die zin ook in het hoofdlijnenakkoord.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar als je de rechtsstaat wil versterken, dan weet je dat het Verdrag van Aarhus al regelt dat je gewoon naar de rechter moet kunnen als het gaat om milieuzaken. Dit is dus niet het versterken van de rechtsstaat, wil ik maar even zeggen.
Mijn laatste vraag …
De heer Omtzigt (NSC):
Nee, de vraag is of iedereen altijd met alles naar de rechter mag. Dat wordt onderzocht. Maar het Verdrag van Aarhus blijft rechtovereind, zeg ik tegen mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Hiermee suggereer je dus dat iedereen altijd met alles naar de rechter gaat als het gaat om milieuzaken. Dat is helemaal niet waar!
De heer Omtzigt (NSC):
Nee, niet …
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, zeker wel! Ik heb die motie die NSC heeft gesteund wel gelezen. Dit is wat er bedoeld wordt. Ga nou niet staan draaien. Dat is ook geen versterking van onze parlementaire rechtsstaat.
Mijn laatste vraag is de volgende. We hebben gezien dat de NSC-fractie heeft gezegd: we zullen Wilders scherp houden hoor, want die gaat natuurlijk gewoon los, maar dan komen wij in actie. Vorige week heeft een PVV-lid hier in de Kamer Palestijnen een "nepvolk" genoemd. Niemand van NSC kwam naar voren. Niemand stond op om te zeggen: dit is een ontkenning van het bestaansrecht van de Palestijnen; dit kan op geen enkele manier. Wanneer ga je echt vechten voor die kwetsbare waarden die we in onze democratische rechtsstaat moeten verdedigen in plaats van demoniseren?
De heer Omtzigt (NSC):
Palestijnen zijn geen nepvolk; laat dat volstrekt helder zijn. Het is een volk dat in de Gazastrook leeft en gedeeltelijk op de Westbank onder de Palestijnse Autoriteit. Wij verschillen van mening over hoe we dat kwalificeren. Ik hoef niet naar voren toe om dat duidelijk te maken, net zomin als u mij de vraag hoeft te stellen of ik nog steeds voorstander ben van een tweestatenoplossing. Dat is zeker het geval.
De heer Jetten (D66):
Even terug naar het thema bestaanszekerheid, waar de heer Omtzigt net zelf over sprak en ook over in debat ging met de heer Dijk en de heer Stoffer. Veel jongeren in Nederland hebben te maken met issues rondom mentale gezondheid, prestatiedruk en grote financiële zorgen. Kortom, de bestaanszekerheid van de jonge generatie staat behoorlijk onder druk. Bij College Tour tijdens de verkiezingscampagne zei de heer Omtzigt daarover tegen studenten in de zaal dat we wat milder moeten zijn voor elkaar en dat zij niet het idee moeten hebben dat ze constant op de top moeten presteren. Daar was ik het eigenlijk ontzettend mee eens, want we hebben de afgelopen jaren nogal veel prestatiedruk op die studentengeneratie gelegd. Daarom verbaast het me zo dat we na de pechgeneratie straks misschien wel de burn-outgeneratie gaan krijgen, omdat deze coalitie weer iets gaat invoeren waarvan ik dacht dat we er voor altijd vanaf waren, namelijk de langstudeerboete, een straf op studeren. Mijn vraag aan de heer Omtzigt is waarom hij ervoor heeft gekozen om die langstudeerboete weer in te voeren.
De heer Omtzigt (NSC):
Een aantal punten als antwoord. Het eerste antwoord is dat ik als Kamerlid van het CDA tegen de invoering van het leenstelsel, dus tegen de afschaffing van de basisbeurs, gestemd heb. Die basisbeurs is afgeschaft door de Partij van de Arbeid — de heer Timmermans zat toen in de regering — en de VVD, gesteund door D66 en GroenLinks, de heer Klaver in dit geval. Die basisbeurs is daarna, ook op ons aandringen, weer ingevoerd. Ik heb de afgelopen tijd best heftige aanvallen gehad van D66 over de vraag of de compensatie die wij in dit regeerakkoord hebben zitten — 1,4 miljard euro voor de pechgeneratie, boven op de 1 miljard die al uitbetaald is, zodat studenten die geen beurs gehad hebben en thuiswonend waren, nu ongeveer 65% krijgen van wat ze anders gekregen hadden — voldoende was. Het zou D66 sieren als ze niet constant mooi loopt te doen richting de studenten, maar volle verantwoordelijkheid zou nemen voor het afschaffen van de basisbeurs en het ervoor zorgen dat studenten jarenlang geen beurs gehad hebben en alleen schulden konden aangaan.
Ik snap de vraag over de langstudeerboete. In vorige kabinetten was het altijd leuk, want dan hadden we de heer Verhagen en de heer Rutte, en dan wisten we hoelang ze gestudeerd hadden. Dat was een jaar of vijf extra. Je hebt straks ongeveer een jaar extra voordat je aan die langstudeerboete komt. Als we erover moeten praten of er, net als nu bij de basisbeurs, uitzonderingen zijn voor mensen die langdurig ziek zijn of over hoe we omgaan met mensen die een bestuursjaar doen, dan heeft u mij aan uw zijde om te kijken hoe we dat goed gaan oplossen. Maar ik kom zelf uit een academische traditie in Engeland waarin je, als een studie drie jaar duurde, er ook drie jaar over mocht doen, en geen drie jaar en twee maanden. Het collegegeld in Nederland is best hoog, dik €2.000, maar veel opleidingen kosten het vijfvoudige voor de belastingbetaler. Dat betekent dus dat als je moet kiezen hoe je daarmee om moet gaan, je ook aan een student mag vragen om in normale omstandigheden de studie binnen de studietijd plus een jaar af te ronden. Je zit daar als student immers met een forse bijdrage van de Nederlandse samenleving. Is het mijn favoriete maatregel in het hoofdlijnenakkoord? Dat is hij niet, zeg ik u eerlijk. Maar ik vind 'm echt verdedigbaar ten opzichte van de rest van de samenleving, die die studieplek betaalt.
De heer Jetten (D66):
De afgelopen periode heeft ook D66 de conclusie getrokken dat het leenstelsel niet werkte en tot meer druk leidde bij studenten. Daarom heeft D66-minister Dijkgraaf de basisbeurs weer ingevoerd en de afgelopen jaren fors in het onderwijs geïnvesteerd. Daar waren we het samen over eens. Toch weer even terug naar de details van die langstudeerboete. Dat betekent dat je vanaf het collegejaar 2026-2027 €3.000 meer moet gaan betalen als je langer studeert dan de afgesproken periode. 10% van de studenten zou nu in die categorie vallen. We weten ook dat in die categorie langstudeerders, waar een beetje een stigma op zit, over het algemeen studenten uit minder welvarende groepen zitten die geen zak geld van hun ouders meekrijgen en naast hun studie ook nog veel moeten werken om het überhaupt te kunnen betalen. Dat zijn studenten die aan het stapelen zijn geweest, die eerst misschien niet op een goede school zaten of die een te laag studieadvies hebben gekregen. Met die langstudeerboete straft u dus eigenlijk precies de groep die we meer kansen willen geven om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. Zoals de heer Omtzigt zelf al zegt, zitten er misschien mensen bij met een zorgbehoefte, of mantelzorgers of topsporters. Het rammelt eigenlijk aan alle kanten. Mijn vraag aan de heer Omtzigt is heel serieus: bent u bereid om de invoering van de langstudeerboete te heroverwegen?
De heer Omtzigt (NSC):
Nee, ik ben vandaag niet bereid om dat te heroverwegen. Maar als u vraagt of we bij zorgvuldige wetgeving ook goed kijken naar bepaalde groepen, dan is mijn antwoord: ja, wanneer de wetgeving naar de Kamer komt, zullen wij dat doen.
De heer Jetten (D66):
Fijn als we daar samen naar gaan kijken, maar ik ben echt niet tevreden. Als je onder de streep kijkt naar wat het volgende kabinet gaat doen voor studenten, dan blijkt dat de basisbeurs ten opzichte van de afgelopen twee jaar vanaf 1 september weer omlaaggaat, komt er minder compensatie voor de pechgeneratie dan de afgelopen maanden is beloofd, gaat de btw op studieboeken omhoog, is onduidelijk hoe er meer studentenwoningen bij komen en wordt er fors bezuinigd op het onderwijs. En om het helemaal af te maken komt er ook nog eens langstudeerboete voor studenten die hun studie net niet helemaal binnen de lijntjes weten te volbrengen, terwijl studeren — daarover ging het ook in College Tour — niet alleen een tijd is waarin je moet presteren binnen een bepaalde afgesproken tijdslimiet, maar ook een tijd waarin je jezelf kan ontwikkelen, nieuwe mensen ontmoet en jezelf kan emanciperen. Als we echt staan voor bestaanszekerheid en kansengelijkheid, dan moeten we de studenten niet opzadelen met dit soort studieboetes.
De heer Omtzigt (NSC):
Dank voor de ingestudeerde lijst. Ik zal erop antwoorden. De basisbeurs ging ook in de plannen van het huidige kabinet per 1 september omlaag. De huidige regeringspartijen hebben daar niets aan gedaan. Het was een tijdelijke verhoging van de basisbeurs. Daarin zit dus geen enkel verschil tussen de partij van de heer Jetten en mijn partij. Minder compensatie dan gedacht. In andere verkiezingsprogramma's heb ik geen enkele compensatie gezien. Wij hebben 1,4 miljard compensatie gevonden, onder andere door juist de 30%-regeling voor een stuk aan te passen. Wij hebben altijd gezegd dat dat ongeveer 1,4 miljard is. Andere partijen hebben daar andere cijfers opgeplakt. Ik heb geen enkele andere partij een gedekt voorstel zien doen. Nieuw Sociaal Contract heeft dat wel gedaan. De btw op studieboeken gaat inderdaad omhoog. Dat betekent dat een studieboek dat nu €40 kost, straks €44 zal kosten en dus €4 duurder zal zijn. Kan ik garanties geven over studentenwoningen? Nee. Maar feit is dat er 7,5 miljard extra is en dat geld is voor alle type woningen, ook studentenwoningen. Ik hoop van harte dat die nood gelenigd kan worden. De bezuinigingen op hoger onderwijs. Ik geef u aan dat het vorige kabinet 25 miljard extra uitgegeven heeft, waarvan structureel ongeveer 4,5 miljard voor onderwijs. Daarvan blijft dik 3 miljard over. Alle intensiveringen met betrekking tot de basisvaardigheden en kansengelijkheid zijn recht overeind gebleven in het regeerakkoord.
Dan vraagt u naar de boete vanwege het net niet binnen de lijntjes afronden. Nou, het is heel simpel. Je hebt een jaar. Dat is niet net binnen de lijntjes. Je hebt een jaar uitlooptijd voordat je tegen de langstudeerboete aanloopt. Dan doet deze regering iets wat de vorige regering niet heeft gedaan. De vorige coalitiepartijen vonden het schandalig dat wij spraken over buitenlandse studenten op de Nederlandse universiteiten. Bijna 40% van de instroom in het eerste jaar komt nu uit het buitenland. Geloof mij, het is echt een verrijking dat je in een ander land kunt studeren. Iedereen die mijn cv gezien heeft, zal begrijpen dat ik dat niet ga ontkennen. Maar het feit dat dit 40% is en dat dit uit de Nederlandse publieke kas gefinancierd wordt — dit geldt trouwens ook voor de ideeën die we de afgelopen tijd aan de universiteiten gezien hebben — betekent dat we daarmee eigenlijk onze plekken om mensen die hier opgroeien goed te onderwijzen niet altijd beschikbaar hebben gehad. Ze konden namelijk geen woning vinden en geen plek aan de universiteiten. Dat gaat met dit huidige hoofdlijnenakkoord net iets makkelijker worden. Is het een perfect plaatje? Nee, het is geen perfect plaatje.
Maar wij gaan ervoor zorgen dat Nederlands weer de standaard voertaal op de universiteiten wordt. Dat is belangrijk. Dat is belangrijk omdat er nu onderzoeken gedaan worden die heel belangrijk zijn, maar niet voor de Nederlandse samenleving. Op het gebied van belastingen — dat mij na aan het hart gaat — ziet u dat wij in dit land heel veel mensen hebben die onderzoek doen naar de vennootschapsbelasting, waarin veel gaten zitten. Ik heb in dit land nog geen hoogleraar gezien die als leeropdracht heeft om te kijken hoe we met het toeslagenstelsel verder moeten, terwijl dat een urgent maatschappelijk probleem is. Dat moet anders. Waarom doen we dit? We doen dit omdat we wel graag in de internationale wetenschap meedoen — dat doe ik zelf ook graag — maar we vinden het ook belangrijk om te kijken welke knellende vraagstukken voor Nederland opgelost moeten worden. Er liggen grote uitdagingen en die gaan we aan.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik vond het onnavolgbaar wat dit nog te maken had met de vraag van de heer Jetten. Maar goed, dat laten we maar even zitten.
Ik wil teruggaan naar de sociale kwestie. Op initiatief van de heer Omtzigt is de Commissie sociaal minimum ingesteld. Die commissie komt eigenlijk tot een dubbele conclusie. De eerste conclusie is: als je echt iets aan de armoede wil doen, dan moet er 6 miljard bij. De tweede conclusie is: zoek het nou niet in toeslagen, maar zorg dat het inkomen gewoon omhooggaat. Ik kan me nog herinneren dat de heer Omtzigt die conclusies ook omarmde. In de afspraken zien we dat er juist weer gekozen wordt voor de route via de toeslagen. Ook zien we dat er van die 6 miljard maar 3 miljard overblijft. Dan zal de heer Omtzigt meteen tegen mij zeggen: we hebben het krapper dan het vorige kabinet, dus we moeten keuzes maken. Ja, je moet keuzes maken. Maar waarom kies je er dan voor om de belasting op aandelen te verlagen? Waarom kies je er dan voor om de belasting op kapitaal te verlagen? Het gaat om een bescheiden bijdrage van de rijkste Nederlanders, waarmee je meer geld zou hebben gehad om iets te doen voor het sociaal minimum, bijvoorbeeld door het minimumloon te verhogen. Waarom heeft u die keuze gemaakt?
De heer Omtzigt (NSC):
Ten eerste draaien we een verlaging van het kindgebonden budget terug. Ook de Commissie sociaal minimum zegt dat het kindgebonden budget een effectieve manier is om de armoede onder kinderen terug te dringen. Daar heeft het vorige kabinet ook forse stappen op gezet naar aanleiding van dat pakket voor het sociaal minimum. Ik denk dus dat het zeer goed is dat we dat via dat kindgebonden budget laten lopen, wat ook een toeslag is. Dit hoofdlijnenakkoord voert een nieuwe wat lagere belastingschijf aan het begin in. Dat betekent dat vooral mensen die een laag inkomen hebben, minder belasting gaan betalen. Dat gaat namelijk een klein stukje naar beneden. Daar is een paar miljard voor uitgetrokken. Dat ziet u in de toelichting. Dat ziet u ook daaraan dat de puntenwolk voor de groep die net boven het sociaal minimum zit, net iets hoger ligt dan de puntenwolk voor de mensen met een hoger inkomen. U had niet verwacht, zo zeg ik tegen de heer Timmermans, dat er in een kabinet met deze samenstelling feitelijk geen nivellering of denivellering plaatsvindt. Dus: ja, we doen er van alles aan om de mensen rond het sociaal minimum eruit te tillen. Ik noemde net ook al dat er nog een half miljard beschikbaar is, onder andere om mensen te helpen die nu wel werken maar onder het bestaansminimum zitten en waar geen tegemoetkoming voor is. Daarbij gaat het om ongeveer 10.000 gezinnen.
De belasting op aandeleninkoop. In mijn ideale wereld, zeg ik u, zou ik het amendement van de heer Van der Lee volgen. Ik vind dat de inkoop van aandelen belast moet zijn. Want op het moment dat je als vennootschap geld uitkeert aan je aandeelhouders, is dat belast. Dat is de dividendbelasting. Als het via box 2 is, heb je het aanmerkelijk belang.
Maar dan toch ... We zitten helaas in de Europese Unie en een bedrijf kan zich verplaatsen. Bedrijven die ervoor kiezen om hun beurskoers omhoog te doen door het inkopen van eigen aandelen, hebben de keuze om dat in Nederland of in België, Frankrijk of Duitsland te doen. Frankrijk heeft een hele kleine belasting op het inkopen van aandelen, maar die is vrij marginaal. De andere landen hebben er geen. Als Nederland als enige land een belasting heeft op de inkoop van eigen aandelen, dan levert dat alleen op papier geld op. Want een groot bedrijf dat zich in — noem eens een vestigingsplaats — Veldhoven bevindt en dat aandelen zou willen inkopen, gaat dat niet langer doen en zal op termijn naar Frankrijk of België verhuizen. Dat is de kille werkelijkheid. U vindt mij dus aan uw zijde, zeg ik tegen de heer Timmermans, om te kijken of we in Europa kunnen zorgen dat er een gelijk speelveld bestaat voor het inkopen van eigen aandelen. Daar maak je namelijk het werkelijke verschil. Ik snap dat het ongemakkelijk voelt; ik vind het een ongemakkelijke maatregel. Maar dit is de reden dat we het op deze manier doen.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Los van het feit dat ik de veronderstelling bestrijd dat bedrijven alleen om deze reden vertrekken, wil ik toch wijzen op het volgende. Terwijl wij het in de campagne samen heel vaak hebben gehad over de noodzaak om de armoede onder kinderen snel terug te dringen, zullen er op basis van de plannen die u nu presenteert in 2028 17.000 meer kinderen dan vandaag in armoede leven. Dat moet voor u en voor mij, voor ons alle twee, ondraaglijk zijn. Wat gaat u daaraan doen?
De heer Omtzigt (NSC):
Er staan twee dingen in het regeerakkoord. Ik heb u net gezegd dat er nog een half miljard euro klaarstaat voor maatregelen voor groepen in de knel. Daar zitten nadrukkelijk gezinnen met kinderen tussen. Dat moet nog in beleid omgezet worden. Ik hoop dus dat het lukt om het fors onder dat niveau te krijgen. Ten tweede staat in het hoofdlijnenakkoord niet voor niks de zin dat het kabinet elk jaar kijkt of we wat betreft zowel de armoede als de armoede bij gezinnen met kinderen onder het referentieniveau van 2024 zitten. Dat was het laagste in lange tijd. We kunnen de regering dus ook elk jaar aanspreken op of dat beleid lukt. Ik denk dat we mekaar daar zeker kunnen vinden. Ik heb er hard voor gevochten dat die zinnen in het hoofdlijnenakkoord staan, maar heb er bij de collega's ook veel overeenstemming over gevonden dat het belangrijk is dat de armoede onder kinderen in Nederland afneemt. Ik noem het feit dat het Rode Kruis hier voedselpakketten uitdeelt. Dat hebben we ook niet altijd gehad in dit land. Ik hoop de dag mee te maken dat dat niet langer nodig is. Ik wil daar ook hard werk van maken.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zou de heer Omtzigt mij dan volgen als ik hem een uitspraak van de Kamer zou voorleggen waarin we afspreken dat we, linksom of rechtsom, niet zullen toestaan dat de armoede onder kinderen in Nederland toeneemt?
De heer Omtzigt (NSC):
Ik zal de regering daar als eerste op aanspreken. U kunt mij er ook elk jaar op aanspreken of dat lukt. Ik ga er ook van uit dat de heer Timmermans dat elk jaar zal doen.
De heer Dassen (Volt):
Gisteren was de heer Van Zutphen, de Ombudsman, hier in de plenaire zaal. Hij heeft eigenlijk een heel duidelijk signaal aan de Tweede Kamer afgegeven, namelijk dat hij bij "het strengste asielpakket" van dit akkoord moest terugdenken aan "het strengste fraudebeleid" dat werd gevoerd: niet luisteren, snel van start gaan en hardvochtig te werk gaan. Dat is volgens mij een heel duidelijk signaal van de Ombudsman. Dat moeten we in de Tweede Kamer serieus nemen. Ik verbaasde mij er dan ook over dat de heer Omtzigt net het initiatief van de heer Bontenbal voor een rechtsstaattoets op die hele paragraaf, waar veel zorgen over zijn, niet omarmde. Ik vraag me af hoe dat kwam.
De heer Omtzigt (NSC):
Wij voeren hier een toets uit op elke wet die binnenkomt. Op ons initiatief hebben we nu hier in de Kamer een speciale commissie, de commissie voor grondrechten, die dat uitvoert. Wat ons betreft kan een minderheid van de Kamer bij elk plan dat binnenkomt, vragen om dat aan een speciale toets te onderwerpen. Want de heer Dassen zal het met me eens zijn dat dat op bepaalde wetgeving niet vaak nodig zal zijn. Ik bedoel dat hier heel veel wetgeving is waarvan niemand denkt dat die de randen van de rechtsstaat raakt. Bij asiel zal dat wat vaker zo zijn. Hij zal mij aan zijn zijde vinden als hij die toetsen wil uitvoeren. Maar ik heb namens Nieuw Sociaal Contract dit hoofdlijnenakkoord getekend in de wetenschap dat alle vier de partijen de volle intentie hebben, en dat ook uitgesproken, opgeschreven en ondertekend hebben en hebben laten zien, dat ze zich aan de rechtsstaat willen houden. Daar kunnen we elkaar ook elke dag gewoon op aanspreken. Ik ga er ook van uit dat de regering en de minister-president — u zult dan vragen wie dat is; daar komen we zo wel een keertje op terug — zich ook gewoon netjes zullen houden aan de ambtseed en aan de eed die ze op de Grondwet en het Statuut voor het Koninkrijk zullen afleggen, en dat ze zich aan alle wetten zullen houden, inclusief de Grondwet.
De heer Dassen (Volt):
Die commissie voor grondrechten noemde de heer Omtzigt net ook al. Ik begrijp daarvan dat het nu nog een werkgroep is en dat ze morgen pas de tweede bijeenkomst hebben. Het gaat dus nog wel even duren voor die hier daadwerkelijk in staat is om dit te gaan doen. Ik hoorde mevrouw Yeşilgöz net ook zeggen dat alles meteen implementeerbaar is, dat we daar dus meteen mee van start kunnen. Daar gaat het dan wel even mis. Ik vraag dan nog steeds of het ook niet goed bestuur is om het van tevoren te toetsen, op het moment dat er zo veel zorgen zijn en dat er ook zaken in staan waarvan we weten dat ze eigenlijk niet kunnen, juist ook om te voorkomen dat we tot bestuurlijke ongelukken komen. We willen dadelijk niet bij de rechter terechtkomen en we willen niet dat de rechter de schuld gaat krijgen van zaken. Dat is toch ook goed bestuur?
De heer Omtzigt (NSC):
Dat zullen we toetsen. Ik voel hier eigenlijk aankomen dat de heer Dassen zich aanmeldt bij de werkgroep van mevrouw Palmen om deze groep in te richten. Ik denk dat mevrouw Palmen dat zeer op prijs zal stellen. Ik kijk even naar haar. O, mevrouw Koekkoek zit er al in.
De heer Dassen (Volt):
Dat mevrouw Koekkoek er al in zit, is leuk maar het is geen antwoord op de vraag.
De heer Omtzigt (NSC):
Nee, maar wij …
De heer Dassen (Volt):
Wij zijn daar druk mee bezig omdat we ons daar inderdaad zorgen over maken. U kunt dat nu dus op deze manier wegschuiven, maar ik begon de interruptie met het noemen van de heer Van Zutphen, de Ombudsman. Hij stond hier gisteren en gaf ook een heel duidelijk signaal. Ik denk dat de heer Omtzigt hier vaker in de Kamer heeft gestaan om te zeggen dat we hier signalen van de Hoge Colleges van Staat serieus moeten nemen.
De heer Omtzigt (NSC):
Die staan zelfs …
De heer Dassen (Volt):
Dat gebeurt dan niet op deze manier, door het weg te schuiven met "dan kan de heer Dassen zich aanmelden". Ik vraag nogmaals aan de heer Omtzigt waarom hij niet bereid is om die paragraaf op voorhand te gaan toetsen, in plaats van zich nu te verschuilen achter allerlei zaken die nog niet helemaal geïmplementeerd zijn.
De heer Omtzigt (NSC):
Je kunt pas toetsen als de maatregelen precies zijn vormgegeven. Bij heel veel van die maatregelen zijn twee of drie verschillende vormgevingen mogelijk. Je kunt dus wel in zijn algemeenheid gaan toetsen, maar daar zul je niet zoveel uit krijgen. Je kunt bijvoorbeeld de aanscherping van de glijdende schaal toetsen. Dat is dus de vraag hoe ernstig een overtreding moet zijn voor het gevolgen heeft voor je asielaanvraag. U zult in de memo's die vanmorgen naar de Kamer gestuurd zijn, ook zien dat er binnen het internationaal recht nog een aanscherping gedaan kan worden. Maar als je de aanscherping te hard maakt, ga je over de grens van het internationaal recht. Als je nu zegt "toets een aanscherping", zal de uitkomst zijn dat er aanscherpingen zijn die je wel kunt doen en dat er aanscherpingen zijn die je niet kunt doen binnen het internationaal recht. Wat heb je dan? Dan heb je niet zoveel. Daarom vraag ik om te wachten tot die maatregelen er precies liggen. Dan zullen we ze toetsen; dat is onze taak als Kamerlid. Het maakt niet uit of je oppositie-Kamerlid dan wel coalitie-Kamerlid bent. Ik ben ervan overtuigd dat de regering die er komt, haar best zal doen om het binnen die grenzen te houden, want dat hebben we met z'n allen beloofd. Ik wil overigens over die commissie voor grondrechten het volgende zeggen. Wij doen ons best dat die commissie zo snel mogelijk up and running is. Wat ons betreft wordt dat ook een vaste Kamercommissie en geen tijdelijke Kamercommissie.
De voorzitter:
Niemand kan u horen, meneer Dassen. U moet even op dat ding drukken.
De heer Dassen (Volt):
Excuus, voorzitter, maar dat komt ook doordat de heer Omtzigt en ik elkaar een paar keer sneller antwoord gaven dan wellicht gewenst was.
De voorzitter:
Mooi gevonden, maar gaat uw gang.
De heer Dassen (Volt):
Wat ik de heer Omtzigt wel hoor zeggen, is dat hij bereid is om zo'n toets uit te laten voeren op het moment dat de zaken verder uitgewerkt zijn. Heb ik hem daarmee goed begrepen? Want dat zou een goede stap voorwaarts zijn. Ik ben er voorstander van om het nu al helemaal te toetsen, maar als de heer Omtzigt zegt dat ze het nog verder willen uitwerken, moeten we dat in ieder geval altijd laten toetsen.
De heer Omtzigt (NSC):
Op elke wet en op elke AMvB zit een advies van de Raad van State, die precies op deze rechtsstatelijke zaken toetst. Ook de Kamer doet deze toets. Ik sta open voor andere suggesties, maar ik geef wel aan dat wij binnen het huidige wetgevingsproces die toetsprocedure aan het versterken zijn en ook vinden dat die goed doorlopen moet worden. Daar zult u ons aan uw zijde vinden. En als daar iets uitkomt, zullen we daarop acteren.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Omtzigt wil samen met zijn coalitiepartners 1 miljard gaan bezuinigen op de rijksoverheid en 638 miljoen op gemeenten. Ik vraag me af of de heer Omtzigt al helder heeft wat daarvan de praktische implicaties zijn voor mensen in het land. Welke keuzes worden daarbij gemaakt? Wat gaat de overheid nog wel doen en wat gaat de overheid minder doen? Wat zijn in het dagelijkse leven de gevolgen hiervan voor mensen?
De heer Omtzigt (NSC):
Het aantal ambtenaren is in de afgelopen jaren lang redelijk constant gebleven, maar is de afgelopen vijf jaar zeer fors opgelopen. Wij vinden dat dat weer enigszins terug kan. We hebben het nu over de rijksambtenaren. Daarna had u het over de gemeentes, toch? Ja. Dat is aan de gemeentelijke autonomie. Het vorige kabinet … Sorry, er is nog steeds een huidig kabinet; dat was ik even vergeten. Mevrouw Yeşilgöz lacht, want ze is daar nog steeds onderdeel van. Nee, u niet, maar u zit hier wel vaak, moet ik zeggen. Het kabinet heeft via een akkoord met de VNG weer een soort trap-op-trap-afsystematiek vastgesteld, en dat betekent dat de gemeentelijke uitgaven mee kunnen stijgen met wat er hier in het Rijk gebeurt, en dat het voor de rest aan de gemeentes en de gemeentelijke democratie is om keuzes te maken over welke zaken in een individuele gemeente wel of niet gebeuren.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Omtzigt geeft een omschrijving van wat hij gaat doen, maar dat weten we: de heer Omtzigt gaat 1 miljard bezuinigen op de rijksoverheid en 638 miljoen op gemeenten. De vraag was: wat zijn daarvan de gevolgen voor mensen? Laat ik het voorbeeld van de toeslagenmisdaad noemen. We weten dat er enorm veel mankracht nodig is bij de overheid om de toeslagmisdaad af te handelen. Als de heer Omtzigt 1 miljard gaat bezuinigen op de rijksoverheid, dan staat dat op gespannen voet met het recht doen aan al die mensen. De helft van de ouders wacht op dit moment nog op afhandeling. De heer Omtzigt vindt het van belang dat er in gemeenten gewerkt wordt aan bestaanszekerheid, dat er toegankelijke voorzieningen zijn in de regio. Op alle bijdragen die we als Rijk geven aan gemeenten, bijvoorbeeld voor bibliotheken of kansengelijkheid, wordt gewoon 10% bezuinigd, 638 miljoen! En de heer Omtzigt staat voor goed bestuur — althans, dat zegt ie. Als hij hier een blinde bezuiniging heeft ingeboekt zonder te kunnen zeggen wat daarvan de gevolgen zijn voor de mensen die afhankelijk zijn van de rijksoverheid en van gemeenten, is dat geen goed bestuur. Dat is slecht bestuur.
De heer Omtzigt (NSC):
De bezuinigingen op de rijksoverheid slaan op de kerndepartementen en niet op de uitvoering, en komen dus niet terecht bij de Belastingdienst of bij de hersteloperatie kinderopvangtoeslag. En u zult begrijpen dat ik met zeer grote nauwkeurigheid zal volgen hoe recht gedaan wordt aan de gezinnen die getroffen zijn door het kinderopvangtoeslagschandaal. Dat zal ik blijven doen de komende jaren en daar kunt u mij dagelijks en desnoods ook 's nachts op aanspreken. Maakt u zich daar niet druk over. Ik maak me wel grote zorgen over of dat proces op dit moment nog soepel genoeg loopt, en over hoe het bijvoorbeeld op dit moment bij de Commissie Werkelijke Schade loopt. Maar dat weet de heer Van Baarle van mij als geen ander.
Er zijn op dit moment meer dan 100 specifieke uitkeringen die in het Gemeentefonds gaan, en we besparen veel administratieve lasten door die over te doen met, inderdaad, een korting op de SPUK. Dat is op de hele gemeentelijke begroting — ik kijk even naar de heer Van Hijum — rond de decentrale overheid denk ik een korting van rond de 1%. Is dat veel? Tja, dat moet je zelf bepalen, of dat veel is. Maar in alle eerlijkheid: op het moment dat wij bezuinigingen moeten doorvoeren, zijn er een aantal bezuinigingen die overal neerslaan, ook daar. Dat zeg ik in alle eerlijkheid. Maar er is geen grote bezuiniging van een zodanige omvang dat gemeentes juist door die bezuiniging in één keer totaal in de knel zouden komen.
De heer Van Baarle (DENK):
Nou, de heer Omtzigt had grote woorden tijdens de campagne, namelijk dat we de mens weer centraal moesten gaan stellen, en niet het modellendenken; niet het rationele bezuinigen en dingen opdragen, maar redeneren vanuit de mens. Ik hoor bij de heer Omtzigt niet eens het begin van een antwoord op wat het gewoon rationeel inboeken van "o, even een miljard bij de rijksoverheid weg, even 638 miljoen euro bij gemeenten weg" voor praktische gevolgen heeft voor mensen. Daar spreek ik de heer Omtzigt op aan. En als hij het heeft over de afhandeling van de toeslagenmisdaad, dan valt die bezuiniging daar wél neer, zeg ik tegen de heer Omtzigt. Want de afhandeling van de toeslagenmisdaad, het recht doen aan die ouders, daar zijn ontzettend veel mensen extern voor ingehuurd, omdat we het met elkaar in de snelheid niet konden belopen om daar mensen een aanstelling voor te geven. Er zijn met stoom en kokend water externe mensen ingehuurd om ervoor te zorgen dat we die ouders kunnen helpen. Deze overheid, dit kabinet, de heer Omtzigt gaat in dit akkoord gewoon met een kaasschaaf alle externen bij de overheid wegsturen, voor een groot gedeelte, dus ook de mensen die op dit moment werken aan de afhandeling van de toeslagenmisdaad. Dus ik zeg de heer Omtzigt nog een keer: denk na over de implicaties die dit heeft voor mensen in het land, voordat u een kille bezuinigingen inboekt, zonder de gevolgen te overzien. Want dit raakt echt aan uw kernthema.
De heer Omtzigt (NSC):
Misschien is het goed om richting de heer Van Baarle aan te geven wat we wel doen in dit hoofdlijnenakkoord aan de verhouding tussen overheid en burger. De grondrechten in Nederland worden voor het eerst toetsbaar. Dit betreft de grondwettelijke toetsing maar ook de toetsing hier in de Tweede Kamer. Dat is een dure les die we geleerd hebben van het toeslagenschandaal, maar ook van het Groninger gasschandaal; een les die overigens — zie Groot-Brittannië gisteren — in meerdere landen geleerd wordt.
Dit akkoord bevat een recht op vergissen. Dat betekent dat niet elk foutje meteen enorme consequenties moet hebben. Ook dat hebben wij geleerd van het toeslagenschandaal. Er staat in het akkoord een recht op contact. Je moet de overheid kunnen benaderen. Dat kan per telefoon zijn met een vaste contactpersoon. Dat kan via een e-mail zijn. Het ligt aan de dienst zelf hoe dat moet, maar je moet in contact kunnen treden.
We willen de incassokosten en aanmaningskosten van de overheid flink naar beneden brengen, omdat juist die kosten grote hoeveelheden mensen in de problemen gebracht hebben.
Het is ons gelukt om de hele bezuiniging op de jeugdzorg, die de huidige coalitie niet kon terugdraaien, terug te draaien in dit hoofdlijnenakkoord, omdat we wisten dat die zeer kwetsbare groepen ouders en kinderen raakt. Ook in het kader van het toeslagenschandaal: u ziet achter u Faith Bruyning zitten die u alles kan vertellen, niet alleen over de jeugdzorg, maar ook over de uithuisplaatsingen. Ouders en kinderen die te maken krijgen met uithuisplaatsingen, krijgen meer rechten. U kunt eens praten met Judith Uitermark, die achter u zit. Zij kan u uitleggen dat zij als rechter tussen een kwartier en een halfuur de tijd had om een ingewikkelde uithuisplaatsing te doen, met gevolgen voor het leven. Wij willen de rechten voor ouders en kinderen uitbreiden en wij willen minder uithuisplaatsingen. Uithuisplaatsing is namelijk niet alleen slecht voor het ouder en het kind, maar ook verschrikkelijk duur. Wij nemen al een aantal concrete maatregelen in het hoofdlijnenakkoord. We hopen dat de regering in dezelfde geest nog een aantal van dit soort maatregelen zal nemen bij de uitwerking van het regeerprogramma. Zal het altijd goed gaan in de verhouding tussen overheid en burger, als er een nieuwe regering zit? Het antwoord is: nee, er zullen fouten gemaakt blijven worden. Het is onze taak als Kamerlid om er dan bovenop te zitten.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik wil de heer Omtzigt complimenteren, want hij is veel aan het uitleggen en aan het toelichten. Als ik de financiële bijlage lees, dan zie ik in een aantal dingen de hand van NSC. Eén daarvan is dat er verandering komt in het gegeven dat we jarenlang hebben gezien dat het geld op ontwikkelingssamenwerking eigenlijk wegliep, via de asielinstroom naar de Justitiebegroting. Dus de ODA-budgetten, voor de mensen die de vaktermen kennen, werden enorm vaak afgeroomd naar Justitie. Dat gaat nu veranderen. Daar ben ik blij mee. Maar dan houdt het compliment op. Dat kon de heer Omtzigt ook wel vermoeden, denk ik.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik voel hem al aankomen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Vervolgens wordt er 2,4 miljard bezuinigd op die ontwikkelingshulp. Dus de hulp aan de allerkwetsbaarsten en allerarmsten van de wereld wordt structureel minder. Zij zullen hier nooit naartoe komen, want zij hebben helemaal niet de middelen om richting Europa te komen. Zij hebben wel qua humaniteit ernstig te lijden. Daarover kan je het debat voeren, met z'n tweeën of vieren op allerlei plekken. Ik vind dat echt heel jammer. Maar vervolgens gebeurt er ook nog iets — en die had ik echt niet zien aankomen — in het sociale contract waarbij burgers en bedrijven zelf instappen om te geven aan die allerarmsten. De giftenaftrek wordt gehalveerd; de anbi's dus. Wat betreft die stapeling ben ik niet benieuwd naar de technische toelichting, maar juist naar de politieke weging van Nieuw Sociaal Contract. Kan de heer Omtzigt die toelichten?
De heer Omtzigt (NSC):
Net als in andere interrupties, zijn dit drie vragen bij elkaar. Ik zal proberen ze alle drie te beantwoorden. De eerste gaat over ontwikkelingssamenwerking. Op ontwikkelingssamenwerking wordt inderdaad structureel 2,3 miljard op het ODA-gedeelte gekort. Maar, om u een voorbeeld te geven, de asieltoerekening in 2026 bedraagt 2,4 miljard. Ik heb het er even bij gepakt. Dat betekent dat van het huidige ODA-budget, dat dan 7,7 miljard bedraagt, 2,4 miljard wordt af gehaald omdat we formeel volgens de boekhoudregels van de OESO de eerstejaarsopvang van asielzoekers — u weet dat we er daar veel van hebben — ten laste mogen brengen van de ontwikkelingshulp. Dat gaan we inderdaad maximeren op ongeveer 10%. Dat is een advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken. Dat betekent dat die de komende jaren gemaximeerd wordt op rond de 600 miljoen. Dan kun je er dus geen 2,4 miljard meer van aftrekken, maar 600 miljoen. We zijn akkoord gegaan met een bezuiniging op ODA van ongeveer 2,3 miljard. Dat betekent dat er een bezuiniging van enige honderden miljoenen per jaar overblijft op ontwikkelingssamenwerking. Waar we nu zitten, vinden wij dat een verdedigbare keuze.
Ik deel echter wel de opvatting — misschien moet ik dat nog een keer toelichten — dat er in het buitenlands domein een paar goede maatregelen zitten als je hier minder asielzoekers en ontheemden naartoe wilt laten komen. De eerste maatregel is ervoor zorgen dat Oekraïne op haar voorwaarden de oorlog met Rusland kan beëindigen. We hebben hier 120.000 ontheemden uit Oekraïne. Die zouden niets liever willen dan terugkeren naar hun eigen land. Die willen helemaal niet hier in Nederland zijn, joh. Die zouden liever gewoon wonen waar ze vandaan komen. Als we daaraan werken, hebben we heel veel opvangplekken vrij, kan ik u verzekeren, want de gemeentes vangen die 120.000 mensen op dit moment op. Hetzelfde geldt als er minder problemen zouden zijn in Syrië en als we mensensmokkelaars uit Eritrea zouden aanpakken. Dat zouden echt effectieve ingrepen zijn in het vluchtelingen- en asielbeleid. Ook daartoe zijn we bereid. Een van de redenen dat we in de buitenlandhoek dus een herschikking doen, is dat we inderdaad vinden dat we in de huidige, buitengewoon onzekere wereld meer geld nodig hebben voor Defensie, niet omdat we het leuk vinden of omdat het leuk is om geld uit te geven aan het leger, maar omdat het met een oorlog op het Europese continent onontkoombaar is dat wij ervoor zorgen dat wij ook klaar zijn. Dat is ook waarom Isa Kahraman, onze defensiewoordvoerder, het initiatief zal steunen om die 2% in de wet vast te leggen.
Wat de giftenaftrek betreft … Ja, ik bedoel: ik krijg vraag voor vraag. Ik hoor de heer Klaver zeggen dat dat de simpele vragen zijn. Zeker. Er is een evaluatie van de giftenaftrek geweest. Die evaluatie heeft laten zien dat het niet zo'n effectieve belastingmaatregel is. Oftewel: de giftenaftrek an sich leidt niet tot heel veel extra giften. Er wordt daarom een stuk bezuinigd op de giftenaftrek. Dit onderzoek heb ik ook nog bij me in een map, maar het is mevrouw Bikker ongetwijfeld bekend. Als u vraagt of het in ons verkiezingsprogramma stond, is het antwoord: nee. Dat weet u ook wel. Maar omdat die effectiviteit niet zo hoog was, zijn wij akkoord gegaan met deze maatregel. Wij vinden die dus verdedigbaar.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank, vooral ook voor het laatste stuk van het antwoord, want dat was wel de kern van mijn vraag. Het staat voor mij namelijk voor meer, voor hoe de samenleving en juist de kracht van die samenleving terug te vinden zijn in dit hoofdlijnenakkoord. Eerder had ik het met collega Wilders en collega Yeşilgöz over een aantal witte vlekken. Voor mij is de betrokkenheid van mensen op elkaar er zo een. Het beperken van de giftenaftrek, het afschaffen van de maatschappelijke diensttijd en het feit dat vrijwilligerswerk en mantelzorg helemaal niet genoemd worden in het hoofdlijnenakkoord zijn nou typisch de dingen waarvan ik denk: dat gaat over het christelijk-sociaal denken waar ik meneer Omtzigt heel vaak over heb gehoord. Ik ben dus benieuwd of hij richting de regeringsverklaring kans ziet om toch juist ook dat appel op die samenleving in een gepolariseerd land, waarin we het zo nodig hebben dat we omzien naar elkaar, meer te verwezenlijken. Het is namelijk zo jammer als we het alleen maar hebben over kille afspraken, terwijl mensen in relatie tot elkaar gegeven zijn en we dat nog heel hard nodig gaan hebben de komende tijd.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik sta vol voor die betrokkenheid met vrijwilligerswerk en mantelzorg. Moeten we iedereen in dat hoofdlijnenakkoord noemen? In het hoofdstuk over veiligheid hebben we inderdaad de politieagenten, de boa's en de rechters bedankt, en in het hoofdstuk over landbouw de vissers en de landbouwers. Ik had inderdaad heel graag de mensen die vrijwilligerswerk en mantelzorg doen, de vele onderwijzers die voor de klas staan, en de mensen in de verpleging genoemd in dat akkoord. Dus als ik dat hierbij mag doen, doe ik dat van harte. Hun werk wordt buitengewoon gewaardeerd. Het feit dat ze niet genoemd worden, betekent dus niet dat ze niet belangrijk zijn als cement voor deze samenleving en dat hun rol niet gewaardeerd wordt.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Maar dan maak ik 'm toch even af, want er staan inderdaad meer dingen wel in de tekst maar vervolgens niet in de financiële bijlage. Daar zit precies mijn zorg voor al dit soort initiatieven. Heel vaak staan die inderdaad niet structureel in de plaat, maar worden die telkens opnieuw incidenteel gefinancierd, of dat nou gaat om de mantelzorg, het vrijwilligerswerk, de maatschappelijke diensttijd of de giftenaftrek. Voor mij zijn dat allemaal momenten waarop je zegt: schakel je de samenleving in om het goede te doen of zeg je "succes ermee"? Ik hoop van harte dat NSC juist ook op dit punt aanspreekbaar is als we de komende tijd gaan kijken naar wat je financieel zou moeten doen om dat vol te houden. Ik ben daar heel benieuwd naar bij die regeringsverklaring. Laten we alsjeblief voorkomen dat dit cement van de samenleving, zoals de heer Omtzigt dat terecht zegt, verkruimelt omdat we het nu even een witte vlek hebben laten blijven in het hoofdlijnenakkoord. Als we elkaar daarop kunnen vinden, dan is dat voor mij echt een winstpunt, want dan is dat de terugkeer van dat warme stuk samenleving waar we allemaal trots op zijn en dat iedereen graag overeind houdt.
De heer Omtzigt (NSC):
Dat houden wij zeer graag overeind. Kijk, op het moment dat de vrijwilligersvergoeding niet genoemd wordt in de fiscale plaat, dan blijft die als fiscale regeling overeind.
De heer Dijk (SP):
Een aantal dingen staan niet in dit hoofdlijnenakkoord. Ik noemde eerder al de pensioenen. Ik vind het opvallend dat de enorme budgetkortingen op de gemeenten van zo'n 2,3 miljard euro in 2026 er niet in staan. Daar moet dus ook nog ooit een keer een oplossing voor worden gevonden. Eén ding vind ik ook heel bijzonder — zeker omdat de heer Omtzigt hier voor mij staat — namelijk de hersteloperatie van het toeslagenschandaal. U weet en ziet dat die op zijn minst gezegd niet lekker loopt. Mijn vraag is: hoe is dat besproken?
De heer Omtzigt (NSC):
Ten eerste heb ik net al aangegeven dat pensioenen een vrije kwestie zijn. We gaan rustig kijken hoe we dat goed en verantwoord kunnen doen. Ik heb het net gehad over terugdraaien. Dat zat niet in ons verkiezingsprogramma, maar we kunnen zeker praten over hoe we in het komende jaar kunnen werken richting wijzigingen.
De hersteloperatie heeft tot nu toe buiten haken gestaan, ook voor de begroting. Ik hoop, overigens net zoals die andere drie partijen, van harte dat die hersteloperatie ... De VVD, PVV en BBB zitten daar niet anders in. Ik heb hier bijvoorbeeld vaak samen met mevrouw Van der Plas gestaan over hoe het nu weer ging met die hersteloperatie. Dat zullen we blijven doen. Dezelfde vraag stelden collega's over Oekraïne: waarom staat er geen precies getal voor 2029 over hoe we Oekraïne steunen? Dat is omdat ik werkelijk waar geen idee heb wat in 2029 nodig is voor Oekraïne of voor het toeslagenherstel. Ik hoop wel dat het toeslagenherstel dan is afgerond, maar ik durf u geen garanties te geven. Zover ben ik ondertussen wel.
Laat ik het maar gewoon even zeggen. We hebben hier nu heel lange discussies over hele precieze cijfers over vijf jaar. Het vorige kabinet werd in 2020 geconfronteerd met een coronacrisis en moest 100 miljard uittrekken. Het kabinet werd in maart 2022 geconfronteerd met een Russische inval in Oekraïne en moest Oekraïne ondersteunen met F-16's en de opvang van 120.000 ontheemden. Dat kostte miljarden. Het feit dat het er niet in staat, betekent soms ook gewoon dat we niet precies weten wat er gaat gebeuren en dat we van de regering verwachten dat zij naar bevind van zaken handelt. Dat geldt voor Groningen, toeslagenouders en voor geopolitieke uitdagingen die we alsdan hebben.
De heer Dijk (SP):
Ik begrijp dat er niet hele uitgewerkte plannen in staan, maar er staat nu bijna niets. Dat geeft ook bij mij en mijn fractie een soort onduidelijkheid en onzekerheid over wat ermee gaat gebeuren. In de afgelopen tijd verschenen er berichten in de media over dat het weer zoveel miljarden meer kan gaan kosten. Ik zou graag willen horen hoe dat is besproken. Hoe gaat deze ... Mag ik het coalitie noemen of is dat voor een extraparlementair kabinet ...
De heer Omtzigt (NSC):
U mag het noemen zoals u het wilt. Ik noem het een extraparlementair program.
De heer Dijk (SP):
Oké, dan lijkt coalitie mij het beste woord. Hoe is daarover gesproken? Er komen tegenslagen die miljarden gaan kosten. Daar hoef je geen raketwetenschapper voor te zijn.
De heer Omtzigt (NSC):
In de stukken die richting informateur Plasterk zijn gestuurd, heeft u gezien dat op heel veel terreinen forse tegenvallers zijn te verwachten, zowel bij de verduurzaming, de vergroening en een aantal rechtszaken die tegen de Staat loopt als bij het toeslagenschandaal, Groningen en infrastructuur. Ik noem ook het Hoogwaterbeschermingsprogramma over hoe we Nederland droog houden. Dat zijn allemaal enorme onzekerheden. Dat betekent gewoon dat de regering daarnaar moet handelen. Ik had graag een hele pagina over het toeslagenschandaal geschreven. Je moet dan alles beschrijven. Dat heb ik bewust niet gedaan, omdat het een hoofdlijnenakkoord is. Maar u weet dondersgoed dat ik die mensen niet zal vergeten. Al zou ik ze vergeten, dan zullen zij niet vergeten om ervoor te zorgen dat ik het niet vergeet.
De heer Dijk (SP):
Ik had het mooi gevonden als u er wel een pagina aan had besteed.
De heer Omtzigt (NSC):
Dat snap ik.
De heer Dijk (SP):
Ook omdat we dan de discussie verder kunnen brengen. Dat vind ik hieraan namelijk jammer. Als ik het goed begrijp, is dit een volledig open kwestie, zowel als het gaat om de centen als om de manier waarop dit beter is op te lossen.
De heer Omtzigt (NSC):
De manier waarop het beter is op te lossen, is een open kwestie. Als het gaat om de centen is het niet zo dat iedere vraag die iemand stelt kan worden toegevoegd aan het budget. We weten dat daar onzekerheden in zitten.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb een vraag aan de heer Omtzigt. In het akkoord staat ook geschreven dat het eigen risico in de zorg meer dan gehalveerd wordt. Een aantal hoogleraren heeft daarop gezegd dat dit heel aardig en sympathiek klinkt, maar dat het op termijn verschrikkelijk veel geld gaat kosten. Het levert ten eerste een veel grotere zorgvraag op. Ten tweede is daar geen personeel voor en ten derde zal de premie waarschijnlijk moeten stijgen, want het moet betaald worden. Hoe reageert de heer Omtzigt op de reacties uit de wetenschap en uit de hoek van de artsen?
De heer Omtzigt (NSC):
Daar kun je op twee manieren naar kijken. Het eigen risico is ongelofelijk impopulair in Nederland, en zeker bij mensen met een laag inkomen. De reden daarvoor is dat die €385 die je nu kwijt bent als je naar het ziekenhuis gaat voor mensen een grote belemmering is om hulp te zoeken wanneer ze die hulp keihard nodig hebben. Wij waren ook getroffen door het feit dat het afschaffen of het halveren van het eigen risico ongeveer twee keer zo duur is als wij dachten. Dat is twee keer zo duur, omdat heel veel mensen meer zorg zullen vragen. Dat zijn mensen die nu zorg mijden.
Er zitten trouwens twee maatregelen in het eigen risico. Eentje daarvan is netjes overgenomen van de huidige coalitie. Niet alleen gaat het eigen risico naar €165. Een andere maatregel is dat het eigen risico in porties van €50 wordt volgemaakt. Je bent dus niet in een keer €165 kwijt, maar eerst €50 en een volgende keer weer €50, tot je bij €165 uitkomt. Daarmee wordt de drempel lager.
Het zal een uitdaging zijn om de zorgvraag op te vangen. Ik vond de berekeningen van VWS erg hoog. We zien vandaag in de berekeningen van het Centraal Planbureau dat de verlaging van het eigen risico een half miljard goedkoper is — dat is nog steeds heel duur, zeg ik erbij — omdat dat tweede effect wat kleiner is. Maar inderdaad, er is een uitdaging in zowel de zorg als in de kinderopvang. Ik kijk daarbij even naar mevrouw Yeşilgöz, die de kinderopvang net genoemd heeft. Op het moment dat je de bijdrage voor de kinderopvang verhoogt en die bijna gratis wordt, ook voor de middeninkomens, zal er extra vraag optreden. Daar zullen we beleid op moeten voeren.
Als u me vraagt of er één bijlage bij het regeerakkoord is die we niet geschreven hebben en die we wel hadden moeten schrijven, dan is dat de bijlage "Wie gaat dit uitvoeren?". Daar ben ik me van bewust. Ik ben me ervan bewust dat we in een aantal cruciale sectoren in Nederland tegen limieten gaan aanlopen. De vraag is daar waar we de mensen vandaan halen, of dat nou voor de energietransitie — ik kijk dan naar de heer Bontenbal — de zorg, het onderwijs, of de kinderopvang is, waarover we ontzettend mooie plannen hebben kunnen opschrijven. Daarom is dat onderwijs ook zo belangrijk. Daarom is het zo belangrijk dat mensen langer kunnen doorwerken. Maar dit blijft een grote uitdaging.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is de kern. Ik denk dat het extreem problematisch is als je mensen die zorg mijden het idee geeft dat ze zorg kunnen halen en dat ze naar het ziekenhuis moeten gaan als ze dat willen, als er vervolgens een wachtlijst blijkt te bestaan die twee keer zo lang is als de lijsten zoals we ze nu kennen. Dat is het op termijn opstapelen van verwachtingen en teleurstellingen. Dat is eigenlijk het punt dat ik vooral wil maken en waarop gewezen wordt. Je hebt natuurlijk een personeelstekort, maar als je het op deze manier inleidt, wordt het nog veel erger.
De heer Omtzigt (NSC):
Ja, en toch aarzel ik bij deze beschrijving. Dat heeft te maken met de reden waarom ik denk dat de PVV zo hard op het eigen risico heeft ingezet. Dat heeft te maken met het feit dat als u — ik kijk dan naar de heer Eerdmans — of ik naar het ziekenhuis moet en €385 moet betalen, wij niet hoeven nadenken of we dat doen. Dat doen wij, want we hebben een inkomen waarmee we die €385 kunnen betalen. Mensen met een laag inkomen moeten die afweging wél maken.
Het hele idee van het nieuwe zorgstelsel was dat de zorg gelijk was voor allerlei groepen in de bevolking. Er zijn een paar dingen die de zorg ongelijk maken. Het eigen risico is daarbij een heel groot element. Dat betekent dat bepaalde mensen fors minder toegang hebben tot zorg dan mensen met een wat hoger inkomen. In Nederland zien we dat het verschil tussen het aantal gezonde levensjaren voor de groepen met het laagste en het hoogste inkomen bijna twintig jaar is. Er zijn grote verschillen in de verwachte gezondheid. Daarom is preventie van het grootste belang, is het van het grootste belang dat we mensen gelijke toegang tot zorg geven, dat er een vorm van kansengelijkheid is en dat we actief gaan werken om gezondheidsverschillen te verkleinen. Hier hoort nog een tweede maatregel bij. Dat is dat de verzekeringspolis glashelder wordt. Nu kan het zo zijn dat je een polis koopt die net €2 goedkoper is, maar waarbij het ziekenhuis waar je toevallig naartoe gaat niet onder de gecontracteerde zorg valt. Nou, dan ben je helemaal in de aap gelogeerd. Daarom werk ik er ook naartoe dat iedereen het begrijpt en dat het doel van de Zorgverzekeringswet, namelijk één basisverzekering voor iedereen, effectief veel meer is zoals die één basisverzekering voor iedereen. En ja, dat kost wat geld; dat snappen we. Maar ook dat is een politieke keuze.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik denk dat we veel beter mensen gezond moeten gaan maken en moeten voorkomen dat ze inderdaad in de rij staan gaan bij het ziekenhuis. Maar goed, dit moet geen zorgdebat worden; laten we dat maar uitstellen tot de regeerploeg bekend is. Dat wou ik eigenlijk voor mijn laatste vraag bewaren. De heer Omtzigt heeft een etentje met de heer Plasterk gehad, ik geloof in Enschede.
De heer Omtzigt (NSC):
In De Lutte.
De heer Eerdmans (JA21):
Juist. Dat was afgelopen vrijdag, begreep ik.
De heer Omtzigt (NSC):
Ja.
De heer Eerdmans (JA21):
De lucht was geklaard tussen de heer Omtzigt en de heer Plasterk. Toch kwam maandag de verklaring van Ronald Plasterk, waarin hij zegt: er zijn berichten over mij verschenen en die vind ik onwaar en onheus. We weten waar hij het over heeft. Die zijn te belemmerend voor mijn positie om leider van het nieuwe kabinet te worden, zegt hij. Heeft de heer Omtzigt nog druk uitgeoefend? Laat ik het aardiger formuleren. De heer Wilders heeft meteen "jammer" en "helaas" enzovoort ge-x't, zeg maar getwitterd. Mevrouw Van der Plas heeft dat volgens mij ook gedaan. Van mevrouw Yeşilgöz weet ik het niet uit mijn hoofd. Maar wat is uw reactie eigenlijk geweest richting de heer Plasterk? Heeft u nog contact met hem gehad of heeft u van de andere kant gezegd: "Ik vind het eigenlijk heel goed dat jij nu je conclusie trekt, Ronald, want zo gaat het niet verder"? Ik ben benieuwd hoe dat na vrijdag gelopen is.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik vind het lastig om elk contact te openbaren, maar zoals dat betaamt op het moment dat je nog wat uit te praten hebt, zijn wij gewoon gaan zitten. Dat was in De Lutte, in De Wilmersberg. Dat was buitengewoon prettig, samen met Eddy van Hijum. Dat hebben we gedaan om gewoon te praten over wat er in het verleden gebeurd is, maar ook over welke plannen je met een nieuw kabinet kunt maken. Die problemen waren daarmee uit de wereld. Het enige wat nog stond waren de integriteitstoets — die zullen wij doen bij elke bewindspersoon die aangezocht wordt — en de vraag hoe dat patentenonderzoek uitgevoerd had kunnen worden. Dat had uitgevoerd moeten worden door de informateur of de formateur.
De heer Jetten (D66):
Ik heb één checkvraag vooraf, namelijk of het net een slip of the tongue was van de heer Omtzigt. Hij zei in een interruptiedebatje met de heer Dassen in een bijzin: "We zitten helaas in de EU." Ik wil dat even weten.
De heer Omtzigt (NSC):
Nee, dat is geen slip of the tongue. Nee. Dat is een slip of the tongue, sorry.
(Hilariteit)
De heer Jetten (D66):
Oké, check.
De heer Omtzigt (NSC):
Wij zitten gelukkig in de EU. Ik wil de EU op een aantal manieren hervormen, zoals u weet. Maar het woord "nexit" zouden we niet gebruiken, dus dat gebruiken we niet. Dat is dan ook weer een slip of the tongue, ja.
De heer Jetten (D66):
Dan hebben we dat opgehelderd; dat is in ieder geval fijn. Ik wil het over een ander onderwerp hebben. De coalitie gaat op behoorlijk wat punten de btw fors verhogen. Ik zat te denken: wat betekent dat nou gewoon voor mensen thuis? Stel dat je een weekendje naar Twente gaat, een prachtige streek in Nederland. Het is hartstikke leuk om af en toe een weekendje weg te gaan.
De heer Omtzigt (NSC):
Er zijn hele mooie campings. Dan doet het helemaal niks.
De heer Jetten (D66):
Maar niet iedereen wil op de camping staan. Je gaat met de trein naar Twente toe. In die trein wil je een boek lezen. Dat boek wordt €2,40 duurder. 's Avonds wil je naar een optreden van Ilse de Lange in het theater in Enschede: €15 duurder. Omdat het een stuk van huis is, besluit je om een leuke bed and breakfast te boeken in Hengelo: €14 duurder. Als je dan de volgende ochtend de Tubantia wil lezen, moet je daar €0,40 extra voor neerleggen. Kortom, een weekendje Twente wordt met deze btw-verhogingen €30 duurder. Dat zou prima uit te leggen zijn als je dat geld echt nodig had om hele belangrijke investeringen te doen en alle andere opties om die financiële plaat sluitend te krijgen uitgewerkt waren. Maar ik zie dat we belastingontwijking nog meer kunnen aanpakken. We gaan vervuilende rode diesel weer subsidiëren. Er waren dus ook andere keuzes te maken. Mijn vraag aan de heer Omtzigt is: die btw-verhogingen moeten u toch ook niet helemaal lekker zitten?
De heer Omtzigt (NSC):
Nee, als ik de keuze heb, verhoog ik helemaal geen belastingen. Dan verlaag ik de belastingen, geef ik meer geld uit en doe ik alsof het niet anders kan. Maar in tegenstelling tot de vorige regering, die 25 miljard per jaar extra kon uitgeven, moeten wij een aantal miljarden ombuigen. Als je dan ook een aantal keuzes wilt maken, zoals de verlaging van het eigen risico of extra geld voor de versterking van de rechtsstaat — wij willen dat voor de rechtsstaat, mevrouw Yeşilgöz voor extra inzet voor de politie — dan zal er ergens helaas ook iets binnengehaald moeten worden. Ik moet wel zeggen dat ik de kaartjes van Ilse de Lange nog nooit zo duur heb gezien. U doet net alsof dat €15 duurder is. Dan zou een kaartje €135 kosten.
De heer Jetten (D66):
Klopt.
De heer Omtzigt (NSC):
Kost dat €135? Poeh. Dan ben ik daar recentelijk niet naartoe geweest. Muziek van Ilse de Lange is wel mooi, net als de B&B, maar ja. Dit zijn keuzes. Dit zijn keuzes die we kunnen dragen voor de intensiveringen die we doen, maar die maak ik niet met heel veel plezier. Overigens zit er ook nog een stelpost van 250 miljoen euro in — dat is meer dan de btw op boeken — om fiscale constructies te bestrijden. We willen ook af van trustvennootschappen die eigenlijk geen functie hebben voor de economie. Als een groot bedrijf hier namelijk een treasuryfunctie heeft, dan heb je gewoon een doorstroom. Dan komt het geld namelijk overal vandaan naar binnen en wordt het hier uitgegeven. Dat is helemaal prima. Dat hoort bij de economie; dat moet je hier ook hebben. Maar we willen af van een trustvennootschap om belasting te vermijden. We nemen dus wel degelijk een aantal maatregelen in dit regeerakkoord. Maar ik vind het leuk dat u bij de VVV van Twente wilt komen werken.
De heer Jetten (D66):
Ja, dat doe ik graag.
De heer Omtzigt (NSC):
Dat stellen wij op prijs. U bent nog vergeten dat het voetbalkaartje voor FC Twente ook nog wat duurder wordt. Maar dat is het echt helemaal waard, kan ik u verzekeren, gezien de voorronde van de Champions League!
De heer Jetten (D66):
Bij Twente nog meer dan bij …
De heer Omtzigt (NSC):
O nee, ik mag niet naar die kant kijken vandaag.
De heer Jetten (D66):
We gaan geen opmerkingen maken over de club van mevrouw Yeşilgöz!
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Doen, doen!
De heer Omtzigt (NSC):
Nou, u mag ook wat zeggen over Roda JC, meneer Timmermans!
De heer Jetten (D66):
Ik ben als Nijmegenaar en Feyenoordfan goed bediend dit jaar.
Maar goed. De heer Omtzigt geeft terecht aan dat je financiële keuzes moet maken als je zo'n coalitieakkoord maakt. Ik proef ook wel dat hij niet heel erg enthousiast is over die btw-verhoging. Maar er zijn volgens mij ook andere opties. Er zijn nog meer belastingconstructies die we kunnen aanpakken. We zouden in plaats van verlagen, de belasting op CO2-vervuiling gewoon wél kunnen verhogen. Dat levert heel veel geld op. Dan hoeven we daarmee niet die hardwerkende mkb'ers met een boekenwinkel, of die hoteleigenaren die in de grensstreek concurreren met hotels in Duitsland of België, te straffen. Dan hoeven we boeken ook niet nog duurder te maken, als we zien dat mensen in dit land zo veel moeite hebben met lezen en schrijven. Is de heer Omtzigt dus bereid om richting de Miljoenennota aan de kabinetsploeg die eraan zit te komen, te vragen of er ook nog andere manieren zijn om deze paar honderd miljoen bij elkaar te schrapen, zodat we de btw op boeken en theaters niet omhoog hoeven te gooien?
De heer Omtzigt (NSC):
Even één opmerking. Een kaartje voor Ilse de Lange is €49,50 als je naar Hengelo gaat. Dat is dus geen €135. Die kon ik al niet plaatsen. Gelukkig maar. U bent van harte welkom dus. Je kunt er voor die prijs met z'n drieën naartoe.
Als u met goede alternatieven komt op het moment dat er een belastingplan ligt, dan zijn die van harte welkom. Maar ik heb toch twee opmerkingen over de keuzes die de heer Jetten maakt. Ik snap, zeker vanuit het perspectief van de heer Jetten als minister voor Klimaat, dat hij graag extra belasting heft — al is het niet zo dat hij graag belasting heft — als dat het effect heeft dat het de CO2-vervuiling, en die van bepaalde andere vervuilende stoffen, tegengaat. Het belastingniveau en de kostprijs van stroom zijn in Nederland nu zo hoog geworden dat bedrijven hier sluiten. De stroomprijs is hier 40% à 50% duurder dan in de omliggende landen. Het heffen van extra belasting op stroom en andere zaken heeft nu echt het waterbedeffect gekregen dat bedrijven hier vertrekken naar vlak over de grens. Ik zou daar dus zeer zorgvuldig mee zijn. Mocht de heer Jetten goede voorstellen hebben voor het bestrijden van belastingconstructies die meer dan 250 miljoen opleveren, dan ben ik, of eigenlijk Folkert Idsinga — dat is de collega die binnen onze fractie belastingen doet — zeer zeker bereid om te kijken of we dat kunnen doen.
De heer Jetten (D66):
Heel kort. Ik heb overigens met een andere pet op, namelijk als minister voor Klimaat, een onderzoek in gang gezet om juist de tarieven voor bedrijven die verduurzamen, fors te verlagen. Daar kan een volgend kabinet dus hopelijk verstandige dingen mee gaan doen. Maar ik pak deze handschoen graag op door straks, bij het Belastingplan, een paar honderd miljoen te vinden bij bedrijven en vermogende mensen die belasting ontwijken, zodat we daar de rekening neerleggen in plaats van bij al die mensen die in Nederland willen genieten van een boek of het theater. Ik zie u dus weer bij het Belastingplan in september. Dan kunnen we deze Twentetaks hopelijk met elkaar terugdraaien.
De heer Omtzigt (NSC):
Welke taks?
De heer Jetten (D66):
De Twentetaks.
De heer Omtzigt (NSC):
Dat is wel goed gevonden als frame. Dat is toch wel knap!
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb waardering voor een aantal onderdelen uit het akkoord; ik zal daar in mijn bijdrage straks iets over zeggen. Wat ik het zuurst vind aan het akkoord, is dat het weinig investeert in het sterker maken van de samenleving. Dat straalt het akkoord niet uit. Het heeft echt iets kils in mijn optiek. De maatregel die ik daar het meest exemplarisch voor vind, is het schrappen van de maatschappelijke diensttijd. Er zijn meer dan 100.000 jongeren die daar inmiddels aan hebben deelgenomen, met succes. Een kwart van het aantal jongeren blijft actief bij de organisatie waar ze de diensttijd hebben ingevuld. Dat is prachtig. We maken daar de samenleving sterker mee. Het kost 200 miljoen. Waarom heeft u geaccepteerd dat juist die maatregel geschrapt wordt? Het is relatief weinig geld en het zijn dit soort prachtige projecten die de samenleving sterker maken.
De heer Omtzigt (NSC):
Daar bleef ook best wel wat van over. Wij schaffen de subsidie af. De maatschappelijke diensttijd kan gewoon decentraal voortgezet worden. Als een jongere vrijwilligerswerk wil doen bij de voetbalclub — daar zit ik zelf bij en dat gebeurt ook; mijn dochters hebben dat gedaan — hoeft er op zich geen subsidie op te zitten om dat voort te zetten. Ik hoop van harte dat het niet alleen van subsidie afhangt. Ik zeg nogmaals — ik kan het herhalen — dat ik het een verdedigbare maatregel vind dat er geen landelijke subsidie op hoeft te zitten. We schaffen de mogelijkheid om het te doen niet af en stellen het juist zeer op prijs dat jongeren in contact komen tijdens hun schoolperiode met een totaal andere werkelijkheid dan waar zij normaal in zitten.
De heer Bontenbal (CDA):
Dit is te makkelijk. Dan schuif je het namelijk op het bord van gemeenten, die ook nog eens die 10% aan hun broek krijgen en de ozb niet mogen verhogen, of het gaat gewoon niet door; dat weet u ook. Als dat geld niet naar maatschappelijke diensttijd gaat, sneuvelt het project gewoon; dat weet u. U kunt zeggen: het mag doorgaan. Nee, dit project gaat natuurlijk niet door, als er niet vanuit het Rijk een bijdrage is. Het begint net te lopen. Het is iets prachtigs en het boekt successen. De rapportage is net uit. Daarin kunt u de successen in lezen. Het is zo exemplarisch voor dit akkoord dat het zo weinig de samenleving sterker maakt. Deze maatregel doet dat juist wel. Dan verbaast het me dat je de maatregel, die relatief weinig geld kost, toch schrapt.
De heer Omtzigt (NSC):
Ja, dat is een politieke keuze die we gemaakt hebben. Overigens wijs ik u wel op de verhoogde inzet voor het Dienjaar bij Defensie.
De heer Bontenbal (CDA):
Daar zijn we blij mee, dus dat is goed. Dan zou mijn laatste, derde, vraag zijn of u bereid bent om ook ruimte te geven als het CDA met voorstellen komt om die maatregel wél overeind te houden. Wilt u daar dan over meedenken?
De heer Omtzigt (NSC):
Nogmaals, de financiële plaat raakt ook de verhoudingen met de partners in het samenwerkingsverband dat we hebben in dit kabinet, dus dat zou ik met de anderen moeten overleggen. Als u met goede voorstellen komt die breed overtuigen in de Kamer, staan wij daarvoor open. Zoals ik aan het begin al gezegd heb, bestaat er ook een grote lijst van vrije onderwerpen waarbij ik graag het aanbod aanga om daar gezamenlijk initiatieven op te ondernemen.
De voorzitter:
Als u een stilte laat vallen, komt er vanzelf weer een interruptie. De heer Timmermans.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Deze kan kort, voorzitter. Ik heb het er zojuist ook al met de heer Wilders over gehad. We weten inmiddels dat de bedoeling van de nieuwe coalitie is dat de heer Van Zwol wordt aangewezen als formateur. Vervolgens gaat men aan de slag met een kandidaat voor het voorzitterschap van de ministerraad. Deelt de heer Omtzigt met mij de keuze om deze kandidaat ook te onderwerpen aan een hoorzitting in de Kamer, aangezien het niet iemand is die als grootste uit de verkiezingen is gekomen, iemand die niet getest is en nieuw is in het geheel? Dan zou de Kamer toch de mogelijkheid moeten hebben om deze persoon te horen alvorens deze persoon minister van Algemene Zaken en voorzitter van de ministerraad wordt?
De heer Omtzigt (NSC):
Daar moet ik even over nadenken. Overigens snapte ik het antwoord van de heer Wilders ook, die zei: laat dat nou net de persoon zijn die hier waarschijnlijk urenlang loopt te antwoorden op vragen bij de regeringsverklaring. Dat is niet een simpele hoorzitting, maar meer vergelijkbaar met een kruisverhoor. Het is dus van alle ministers degene die het meest getest gaat worden voordat de regering begint met regeren. Ik moet hier gewoon even over nadenken, maar ik wil wel de indruk wegnemen dat deze persoon niet getest gaat worden voordat die zijn werkzaamheden — zijn of haar werkzaamheden — kan aanvangen.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Nog even ter ondersteuning van wat ik zei: bij de regeringsverklaring zijn ze al op het bordes geweest en hebben ze de eed al afgelegd. Het zou goed zijn als we voordat dat proces een aanvang vindt, voordat de Koning de eed of de belofte afneemt, al kunnen vragen: wie is dit eigenlijk, is deze persoon geschikt? De regeringsverklaring gaat over wat de gehele regering doet, maar ik wil weten of degene die voorgedragen wordt, die we nu nog niet kennen, geschikt is. Ik vind dat een hele gebruikelijke, normale vraag als ook andere bewindslieden diezelfde test moeten ondergaan.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik ga daar even over nadenken. Ik denk dat het niet per se noodzakelijk is, maar laat mij er gewoon even over nadenken als u met een voorstel komt.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De oude Pieter Omtzigt zou meteen ja hebben gezegd.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik wijs er toch op dat dit de eerste coalitie is die alle bewindspersonen, inclusief de helft van de bewindspersonen die van buiten komt, blootstelt aan een publieke hoorzitting. Dat is nogal wat wat je vraagt van mensen. Natuurlijk is er meteen weer zoiets van "én het moet meer, én het moet harder", maar ik vind het nogal wat wat wij van mensen met een publiek ambt vragen. De heer Timmermans weet hoe zwaar dat kan zijn, gezien de publieke ambten die hij heeft uitgeoefend. Ik hoop dus wel dat we heel hard op de inhoud gaan zijn — daar reken ik ook op, daar reken ik ook op bij de heer Jetten en de heer Timmermans — maar enigszins zacht op de persoon.
Voorzitter. Het is een akkoord op hoofdlijnen. Formateur Richard van Zwol zal samen met de vier partijen een minister-president aanzoeken, zoals ik zojuist al zei, en daarna een aantal ministers. Deze ministers zullen daarna samen de tijd nemen om een regeerprogramma voor de komende jaren te schrijven. Ik heb al een aantal waardevolle suggesties gehoord, of het nou mantelzorgers betreft of de verhouding met de samenleving, waar ze in mijn ogen aandacht aan kunnen besteden in dat regeerprogramma, maar het is hún regeerprogramma.
Deze nieuwe procedure heeft voordelen. Politieke partijen houden hun kenbaarheid en kopstukken zijn niet langer gebonden aan het spreken met één mond, waartoe leden van het kabinet gehouden zijn in Nederland. Daardoor was het altijd onherkenbaar wie waarvoor stond in een kabinet en raakte het politieke midden zijn kleur volledig kwijt. Dit was een van de redenen voor de politieke aardverschuiving die we gehad hebben. Want wat ik hier vandaag ook gehoord heb, enige analyse over waarom er zo'n grote verschuiving is geweest, heb ik nog niet overal gehoord. Er zijn veel vrije onderwerpen waarop de regering of de politieke partijen een meerderheid in de Tweede Kamer en overigens ook in de Eerste Kamer kunnen vinden. Dat is het zuurstof voor de democratie.
Voor Nieuw Sociaal Contract zijn er nog twee aandachtspunten. Vanzelfsprekend begeeft de regering zich binnen de kaders van de rechtsstaat. Dat hebben we ook nog expliciet afgesproken, veel duidelijker dan andere regeringen dat gedaan hebben. Na het toeslagenschandaal, waarbij dertien wetten jarenlang overtreden zijn, was er ook enige aanleiding om het daarover te hebben. De plannen van de regering moeten uitvoerbaar zijn. Bij de tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties — dat was een parlementair onderzoek van de regering — was er een advies om een uitvoeringstoets te brengen op het regeerakkoord. In de ogen van Nieuw Sociaal Contract is het wenselijk dat de nieuwe regering haar eigen plannen in het regeerprogramma ook toetst. Want op het moment dat iets niet helemaal uitvoerbaar is of dat er kleine problemen zijn, kunnen de uitvoeringsorganisaties, die zwaar werk doen en die ook overbelast zijn geraakt de afgelopen jaren, of het het COA en de IND betreft, of het de Belastingdienst betreft, het UWV of het CBR, tijdig zeggen: dit kan wel en dit kan niet. Dat helpt ons alleen in het vertrouwen van de burger.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag nog van de heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Eén ding is na dit debat duidelijk. De heer Omtzigt en de fractie van NSC zijn definitief de brug over. Ze gaan samenwerken met de PVV, waar eerst nog grote twijfels over waren. De heer Omtzigt heeft ook met verve dat akkoord hier staan verdedigen. Maar er is een vraag die nog altijd boven het debat hangt: wie gaat die kabinetsploeg straks leiden? Mijn vraag aan de heer Omtzigt is de volgende. Hij is een van de langstzittende Kamerleden. Hij heeft altijd heel veel kritiek gehad op premier Rutte. Wat is het functieprofiel waar hij die volgende minister-president op gaat beoordelen? Waar moet iemand aan voldoen om in de komende vijf weken een go te krijgen om dat volgende kabinet te gaan leiden?
De heer Omtzigt (NSC):
Ik denk dat het goed is dat wij met z'n vieren dat gesprek morgenochtend aangaan. U weet: de twee kerntaken van de minister-president zijn het leiden van de ministerraad en het vertegenwoordigen van Nederland in het buitenland. Dat zijn de twee kerntaken die de komende minister-president goed moet kunnen uitvoeren.
De heer Jetten (D66):
Mag de heer Wilders dan die kandidaat ook voordragen? Dat is de afgelopen weken hier steeds wel de indruk geweest. De heer Wilders mag zelf geen premier worden, maar het is wel aan hem om dan een kandidaat uit te kiezen. Dat is de afgelopen weken in ieder geval niet goed gegaan. Mag hij de komende weken weer een alternatief naar voren schuiven? Of is dat iets wat u met z'n vieren gaat beslissen?
De heer Omtzigt (NSC):
We gaan samen kijken hoe we dat het beste kunnen doen. Het is logisch dat de heer Wilders, die met zijn PVV 37 zetels in de Tweede Kamer heeft gekregen bij de vorige verkiezingen, daarbij een zeer zware stem heeft.
De heer Jetten (D66):
Helder. Stel dat de heer Wilders daar een zware stem in heeft gehad en die nieuwe premier straks is begonnen en er vrij snel achter komt dat de werkelijkheid weerbarstiger is. Er is ergens een oorlog, er is een crisis of er zijn financiële tegenvallers, en er moeten aanpassingen worden gedaan aan het regeerprogram zoals u dat nu met z'n vieren heeft uitonderhandeld. In hoeverre vindt de heer Omtzigt dan dat die premier naar bevind van zaken mag handelen, aanpassingen mag doen aan de financiële plaat of aan het regeerakkoord? Of moet ie dan altijd terug naar de vier partijleiders? En valt daarmee eigenlijk dat extraparlementaire karakter wel mee en is het gewoon een traditionele coalitie waarbij uiteindelijk vier fractievoorzitters de baas zijn van de Trêveszaal en niet de voorzitter van die vergadering?
De heer Omtzigt (NSC):
In Nederland hebben we de regel dat er uitgegaan wordt van het vertrouwen van de Tweede Kamer in het kabinet of in een bewindspersoon, tenzij het tegenovergestelde blijkt. Dus als er geen motie van wantrouwen ingediend wordt, dan wordt er gewoon van uitgegaan dat dat vertrouwen er is. Er is geen expliciete vertrouwensstemming, zoals die wel bestaat in andere parlementen. De regering regeert en zal af en toe gewoon contact zoeken. Dat contact zal ze natuurlijk vaak zoeken met de partijen die bewindspersonen geleverd hebben, maar dat zal ze ook zoeken met andere partijen omdat er een behoorlijk aantal vrije kwesties is. Daar nu al precies een regelboekje voor geven zou de complexe werkelijkheid die zich gaat voordoen geweld aandoen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Mijn indruk is dat de heer Omtzigt daarmee een beetje voorsorteert op kabinetten van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig waarin bewindspersonen met visie een stuk neerlegden om Kamerfracties te overtuigen. Heb ik dat goed? Daar sluit het volgende nog bij aan. Hij hield net een hartstochtelijk pleidooi voor het kijken naar de gevolgen voor de uitvoering. Dat snap ik heel goed, want als we iets hebben te leren van de afgelopen tijd, dan is het dat we telkens moeten kijken naar de gevolgen voor de uitvoering. Maar betrekt de heer Omtzigt daar dan ook de resultaten van die uitvoeringstoets bij? Ik denk bijvoorbeeld aan het aantal opvangplaatsen in de asielzoekerscentra. Stel dat dat enorm toeneemt door de huidige maatregelen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat je over dat hoofdlijnenakkoord toch denkt: hebben we nou het meest verstandige met elkaar afgesproken? Ik ben even benieuwd hoe de heer Omtzigt dat nou weegt. Als de bewindspersonen straks vanuit hun kennis en knowhow aan de slag mogen en zij concluderen dat dingen niet, slecht of minder goed uitvoerbaar zijn, hoe moeten ze daar dan mee omgaan in het licht van het hoofdlijnenakkoord?
De heer Omtzigt (NSC):
Die moeten ze aangeven. De regering regeert en wij controleren wat er dan gebeurt.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Helder. En als je maatregelen voorstelt — ik denk met name aan de migratieparagraaf, waar heel veel van afhangt — is hij dan met mij van mening dat het belangrijk is om scherp te hebben wat de gevolgen zijn voor COA en IND? Is hij met mij van mening dat je dan ook op dat punt die uitvoeringstoets moet doen? Veel hangt ook af van hoe die paragraaf de komende tijd wordt uitgevoerd en van wat dat betekent voor bijvoorbeeld het noorden, niet alleen voor Ter Apel, maar ook voor Budel en andere plekken.
De heer Omtzigt (NSC):
De uitvoeringstoets dient breed gedaan te worden. Ik heb er vertrouwen in dat we op asiel en migratie een paragraaf hebben liggen die uitvoerbaar is. Ik zit er a priori dus wat anders in dan mevrouw Bikker, gelet op de verwachtingen die ze hier wekt. Maar mocht er iets misgaan — de asielketen is kwetsbaar; dat hebben we de afgelopen jaren gezien — dan zal daarop geacteerd worden. Maar het hele idee dat ik hier krijg, is dat dat de enige uitvoeringsorganisaties zijn. Als politiek hebben wij soms het onmogelijke gevraagd van de Belastingdienst. Wij hebben Belastingdienst/Toeslagen soms iets te snel iets laten uitvoeren. Bij het CBR waren er wachttijden van maanden waardoor mensen geen herkeuring kregen of geen eerste rijbewijstoets konden afleggen. Denk ook aan de problemen die we bij DUO hebben gehad. Ik kan alle uitvoeringsorganisaties langsgaan. Als je denkt dat deze toets bedoeld was voor één uitvoeringsorganisatie, dan heb je het mis. Dat is die namelijk niet.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dat suggereer ik ook niet. Ik constateer alleen dat dit kabinet nogal stevig inzet op die migratieparagraaf. Die staat niet voor niets als eerste genoemd. Ik heb meneer Wilders daar zeer uitgesproken over gehoord.
De heer Omtzigt (NSC):
Bestaanszekerheid staat als eerste genoemd.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Excuus. U heeft hélemaal gelijk. Dat punt geef ik u ook graag. Maar bij de presentatie van het akkoord, die u samen gaf, was de heer Wilders vrij uitgesproken over wat voor hem als grootste partij op één stond en dat was het punt van migratie. Dus toch even. We kunnen hier gaan betweteren, maar daar gaat het ons volgens mij allebei niet om. Volgens mij gaat het erom dat we uitvoerbaar en goed beleid hebben. Maar als ik kijk naar de migratieparagraaf, de plannen en de bezuinigingen die worden ingeboekt en zie dat de spreidingswet wordt afgeschaft, dan maak ik me zorgen over de uitvoerbaarheid. Die zorg heb ik ook bij andere punten. Wat betreft de toeslagen maak ik me ook nog steeds zorgen bij dit hoofdlijnenakkoord. Maar ik pak iets specifieks eruit, omdat ik het heel spijtig zou vinden als we hoog-over een uitvoeringstoets doen terwijl we de uitvoeringstoets juist moeten doen op de plekken waarvan je ook echt benieuwd bent of het daar gaat piepen en kraken en of het te doen is voor de uitvoeringsorganisaties. Vandaar mijn voorbeeld. Ik hoop van harte op de steun van NSC, juist op deze punten, zodat we beleid in het land krijgen dat daadwerkelijk uitvoerbaar is.
De heer Omtzigt (NSC):
Dat is waarom we dat open neerleggen bij de regering. Daar moet goed rekening mee gehouden worden. We gaan er ook van uit dat ze daar rekening mee houden met zo'n uitvoeringstoets. Dat zou nieuw zijn, want dat hebben vorige regeringen niet gedaan. Nogmaals, ik zou mijn handtekening niet onder dit hoofdlijnenakkoord gezet hebben als ik niet zou denken dat het uitvoerbaar zou zijn. Ik denk dat het uitvoerbaar is. Ik heb er vertrouwen in dat wij de goede mensen gaan vinden die dit kunnen uitvoeren. Ik heb er ook alle vertrouwen in dat we ooit wel een keer een probleem onderweg gaan tegenkomen dat we niet van tevoren gezien hadden. Ook dan zullen we gewoon handelen.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Uit het debat vandaag blijkt duidelijk dat de vier coalitiepartijen heel duidelijke afspraken hebben gemaakt over het financieel kader en dat als daar tegenvallers of meevallers zijn, het kader zoals afgesproken leidend is. Dat kan dan niet anders dan betekenen dat op het moment dat er nieuwe uitdagingen zijn of dingen veranderen — de heer Omtzigt noemde er al een aantal — het kabinet zich zal moeten beraden met de vier partijleiders over hoe dat dan ingevuld moet worden, want die vier partijleiders hebben getekend voor een dwingend financieel kader. Dus wat is hier nou anders dan bij een klassiek kabinet en een klassieke coalitie? Dan kun je het wel hebben over allerlei maatregelen, maar uiteindelijk is de kern van overheidsbeleid verbonden met het geld dat je ervoor hebt. En over dat geld zijn gewoon dwingende coalitieafspraken, die dan ook, neem ik aan, de premier en het kabinet zullen binden en de premier en het kabinet dus ook zullen dwingen om met de partijleiders te overleggen als er een verandering komt.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik vind dit niet zo spannend. Ik vind het volstrekt logisch dat we goed nadenken over de financiën. Als het hier zo zou kunnen zijn dat we wisselende meerderheden zouden kunnen vinden om extra geld uit te geven en extra bezuinigingen te doen, kan ik u verzekeren dat we voor de categorie extra uitgeven ontzettend veel wisselende meerderheden zullen vinden en dat het voor de categorie bezuinigen in één keer een heel stuk magerder wordt. Dat is hoe het werkt, of je nou in de gemeenteraad zit, of het over uw eigen huishoudportemonnee gaat of het hier over de rijksbegroting gaat. Dus ja, natuurlijk zal er dan met elkaar gesproken worden, omdat er op elk moment meer wensen zijn, meer noden van de samenleving, of dat over armoede gaat, over Oekraïne gaat, over het toeslagenschandaal of over of we wel genoeg geld voor de zorg hebben. Er zijn altijd meer noden dan er geld beschikbaar is en deze vier partijen hebben ook enige terughoudendheid bij het verhogen van belasting, kan ik u verzekeren.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Goed. Ik ben heel blij met dit antwoord, want dan weten we heel duidelijk dat dit een gewone meerderheidscoalitie is. U gaat een meerderheidscoalitie aan met de heer Wilders. Zeg dat dan gewoon. Dit is een gewone verhouding tussen kabinet en Kamer. Klassiek. Geef het nou maar geen andere namen. Het is een meerderheidscoalitie geleid door een premier die we nog niet kennen, maar eigenlijk politiek aangestuurd door de vier leiders in de Kamer, waarmee we gewoon een klassiek kabinet hebben.
De heer Omtzigt (NSC):
Nou, de heer Timmermans heeft niet goed opgelet, dat de helft van de ministers van buiten komt, dat de vier partijleiders in de Tweede Kamer blijven, dat er een minister-president van buiten aangezocht wordt, dat er een hoofdlijnenakkoord is dat door de ministers zelf uitgewerkt gaat worden in een regeerprogramma. En ja, er moeten financiële afspraken gemaakt worden, want er is werkelijk waar geen coalitie te vormen als je geen manier van afspraak hebt over hoe je met de financiën omgaat. Als we dat spannend gaan vinden, dan snap ik 'm echt niet meer.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Het enige verschil is dat de minister-president niet de leider is van de grootste partij in de coalitie. Dat is het enige verschil met een normaal kabinet. Er zitten in dit kabinet, het demissionaire kabinet, ook ministers van buiten. Ook dat is nieuw. In de meeste kabinetten zaten weleens ministers van buiten. Ook dat is niet nieuw. Ik weet het ongemak bij NSC en de heer Omtzigt dat hij een coalitie aangaat met de heer Wilders, maar hij doet het gewoon. Teken er dan ook voor.
De heer Dassen (Volt):
Ik ga toch even door op wat de heer Timmermans net zei, want dat is inderdaad wel iets wat nu bewaarheid wordt. De heer Omtzigt heeft eerder aangegeven dat hij niet met de PVV in een coalitie zou stappen en als partij die is opgericht voor goed bestuur en de rechtsstaat, is dat ook helemaal te begrijpen. Nou stond mevrouw Ouwehand hier net en die stelde eigenlijk een heel terechte vraag: wanneer staat u op om te zorgen dat die rechtsstaat en het goede bestuur, die democratie, ook beschermd wordt? Uw antwoord daarop was: daar hoef ik niet elke keer voor op te staan. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik dat wel van u verwacht, dat ik verwacht dat op het moment dat journalisten tuig van de richel worden genoemd, zoals deze week weer met een retweet werd gedaan, dat partijen zich bemoeien met journalisten, dat de heer Wilders op CPAC staat te verkondigen tegen mensen die de Capitoolbestorming steunen "we gaan u allen groot maken", de heer Omtzigt zich uitspreekt, dat de heer Omtzigt een streep trekt en aangeeft wanneer iets normaal is en wanneer iets niet normaal is. Het is heel mooi dat er zaken op papier staan, maar de democratie wordt niet alleen maar doorleefd met zaken die op papier staan. Dat gebeurt met woord en daad. Ik hoop wel dat de heer Omtzigt het vuur heeft — wat ik van hem ken en waarmee hij zijn partij heeft opgericht voor de rechtsstaat en het bestuur — en elke keer de stap naar voren neemt op het moment dat de democratie en de rechtsstaat op die manier onder vuur komen te liggen.
De heer Omtzigt (NSC):
De democratie betekent dat de Nederlandse kiezers op 22 november met 37 zetels duidelijk hebben gemaakt welke koerswijziging ze willen, ook op het gebied van migratie. Wij wilden overigens ook een koerswijziging op migratie, ook al was die wat minder hard op een aantal punten dan die van de PVV. De democratie betekent ook dat je daar goed rekenschap van geeft en niet tegen een hele grote groep kiezers zegt: u bent geen onderdeel van deze democratie. Daarom hebben wij het proces de afgelopen maanden vormgegeven zoals het is vormgegeven. We hebben het vormgegeven door eerst te praten over wat wij vinden wat die basisregels van de democratie zijn. Daar kwam op 10 januari een verklaring over uit. Die verklaring ging er ook van uit dat we ons houden — dat hebben alle vier de partijen hier ook bevestigd — aan het internationaal en Europees recht. In die verklaring stond dat wij de grondrechten beschermen, bijvoorbeeld door de islam en het christendom beide te zien als een godsdienst. Op godsdienst zijn overigens alle vormen van kritiek gewoon toegestaan. Dat is een verklaring waar ik geen kritiek op gehoord heb van de heer Dassen. Ik denk dat hij 'm zelf had kunnen ondertekenen. De partijen zullen zich ook binnen de grenzen van de rechtsstaat begeven. Dat hebben ze alle vier spontaan gezegd.
Er ligt nu een hoofdlijnakkoord. We hebben hier nu tot 17.30 uur gezeten, waarbij ik nog niet op één punt heb gehoord waarom het niet zou voldoen aan die basislijn. We zijn dus heel duidelijk geweest, bijvoorbeeld dat we antisemitisme en moslimhaat hard zullen bestrijden. Daarom denk ik dat dit verantwoord kan in de vorm van het extraparlementair programkabinet, dat we net beschreven hebben. Ik denk dat dat recht doet aan de uitslag. De heer Dassen kan mij, maar ook alle anderen, er dagelijks op aanspreken als iemand iets zou doen. Maar meteen zeggen dat het niet kan, zonder te zeggen hoe het wel kan, laat ik niet gebeuren.
De heer Dassen (Volt):
Dit is een procesantwoord, terwijl ik gehoopt had dat de heer Omtzigt zou aangeven dat hij ervoor zal zorgen dat hij elke keer naar voren stapt op het moment dat de instituties of de media of wie dan ook als onderdeel van de democratische rechtsorde aangevallen worden. Daarvan had ik gehoopt dat dat het antwoord zou zijn. Maar helaas, dat is het niet. En dat is inderdaad wel de zorg die ik heb. Daar wil ik het ook bij laten, want ik hoef daar nu verder niet een heel debat met de heer Omtzigt over te voeren.
Wel heb ik nog een andere vraag, en daar gaat mijn laatste interruptie aan op. De heer Omtzigt en ik hebben meerdere keren initiatieven ontplooid om te zorgen dat de integriteit in het bestuur verbeterd wordt. De vorige keer dat er een formateur werd aangesteld, hebben wij gezamenlijk een motie ingediend om te zorgen voor een lobby- en draaideurverbod en een afkoelperiode, en om ervoor te zorgen dat er gespreksverslagen worden gemaakt van de gesprekken tussen de minister-president en de bewindspersonen en dat die gedeeld worden met de Kamer. Die motie zou ik graag opnieuw willen indienen. Ik vraag aan de heer Omtzigt of hij die kan steunen.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik ga 'm zo nog even bekijken. In het hoofdlijnenakkoord staat heel duidelijk dat er een lijst komt van de GRECO-aanbevelingen, waar de heer Dassen en ik ons op baseerden, en dat we die gaan volgen. Al het andere is een vrije kwestie, dus ook daar zullen we gewoon initiatieven blijven nemen op zaken als een lobby- en draaideurverbod. Het huidige kabinet was daar overigens al een stukje mee bezig, gezien de brieven die we in de afgelopen twee maanden gekregen hebben. En toch: dit is het eerste kabinet dat in het hoofdlijnenakkoord heeft staan dat er een grondwettelijk hof wordt opgericht, waarbij de grondrechten, die al sinds ... Wij zijn het enige land in heel Europa waar je niet naar de rechter kunt als je grondrechten aangevallen, geschonden, worden. Dat kan niet in Irak, Cuba, Noord-Korea en Nederland. Dat gaan we regelen. We gaan kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat de media minder geconcentreerd wordt. Er komt een extra toetsing. Ik heb gisteravond opgemerkt dat DPG — dat heeft meer dan tien krantentitels, van Trouw, de Volkskrant en Het Parool tot het AD, alle regionale dagbladen, van Tubantia tot PZC en van het Brabants Dagblad tot de Stentor, en ook NU.nl — bijvoorbeeld RTL en Videoland zou kunnen overnemen. Dan is er namelijk een concentratie waardoor je de pluriformiteit verliest. Er staat 200 miljoen voor goed bestuur. Er is op dit moment een Staatscommissie rechtsstaat bezig om te kijken hoe de instituties versterkt kunnen worden. Daar sta ik voor, elke dag. Ik ben mijn werk in Malta, in Polen en zelfs in Rusland de afgelopen jaren niet vergeten. Daar kunt u me op elk moment op aanspreken.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De heer Omtzigt zei zojuist: we hebben afspraken gemaakt over de basislijn. Ik heb niemand horen zeggen dat het hoofdlijnenakkoord dat we nu met elkaar ...
De heer Omtzigt (NSC):
Sorry, ja, u heeft gelijk. Dat klopt.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja. Ik dacht: is hij me nou vergeten?
De heer Omtzigt (NSC):
Nee.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Goed. Het zou wel fijn zijn dat de heer Omtzigt, als hij ons wil geruststellen dat er goed op de rechtsstaat wordt gepast, ook ziet en zelf erkent dat talloze voorstellen die we in het hoofdlijnenakkoord zien, maar zeker ook het gedrag van de partijleiders dat we sinds het vaststellen van de basislijn hebben gezien, een ondermijning van de rechtsstaat zijn. Het is precies het tegenovergestelde van wat er nodig is. Ik ben dus verbijsterd dat de heer Omtzigt daarover niet in ieder geval zegt: ik heb niet alles binnengekregen wat ik wilde, maar ik erken wel dat alleen al op bijvoorbeeld het vlak van natuur ... We hebben daar in Europa afspraken over gemaakt: er geldt een verslechteringsverbod. De natuur in Nederland mag niet verder achteruitgaan; dat is al jaren wel het geval. Kijk naar het hoofdlijnenakkoord. Daarin staat: "Tja, de rechter heeft gezegd dat de Nederlandse staat maatregelen moet nemen om dat verslechteringsverbod ook eens na te leven. Dat nemen we natuurlijk niet serieus. In plaats daarvan gaan we in Brussel proberen de maatregelen weer te versoepelen." Dat is het tegenovergestelde van het respecteren van de rechtsstaat. Het tegenovergestelde!
De heer Omtzigt (NSC):
Het verslechteringsverbod hebben we in Nederland op landniveau strakker vormgegeven dan andere landen. Ik denk dat u dat straks met mevrouw Van der Plas kunt uitdiscussiëren. Ik sta voor de rechtsstaat. Ik laat me hier ook niet aanmeten dat ik hier niet vecht en blijf vechten voor onafhankelijke instituties. Dat is precies wat ik het afgelopen jaar heb gedaan en ook blijf doen. Als u naar het ambitieuze hoofdstuk nummer 7 van het hoofdlijnenakkoord kijkt, ziet u dat veel instituties aanzienlijk versterkt worden. En ja, er zijn grote verschillen van opvatting tussen de vier partijen. Dat hoort bij politieke partijen. Dat kan, maar dat betekent niet dat je geen vormen van samenwerking aangaat. Wij hebben een vorm van samenwerking gevonden waarbij het mogelijk is om elkaar erop aan te spreken als je vindt dat een andere partij ergens niet aan voldoet. Dat kan ook over ons gezegd worden en dat doet u op dit moment.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar dit is niet de eerste keer. Ik hou het even bij het natuurbeleid. Het gaat niet alleen om deze coalitie; het is al jaren aan de gang. De afspraken worden hardnekkig genegeerd: men weet wat er in de wet staat, maar doet het gewoon niet en verzint een list. De rechter maakt daar na jaren ... Dat mensen dat hebben moeten aanvechten, tot bij het Europees Hof aan toe! Daar gaan jaren overheen. Intussen gaat de natuur achteruit en zijn er maatregelen die slecht zijn voor een gezonde landbouw. Na jaren zegt de rechter: dit mag zo niet. En je gaat het opnieuw doen? Dan heb je je kans toch wel gehad. Dan ben je hardnekkig aan het wegkijken van de internationale afspraken die we met elkaar hebben gemaakt om onze natuur ten minste niet nog verder achteruit te laten gaan dan die al is gegaan. Daar ligt dus een grote verantwoordelijkheid.
Ik wil nog iets zeggen. Je kan op papier schrijven wat je wilt, maar als in de praktijk de vrije pers wordt aangevallen, als in de praktijk het hitsen tegen alles wat in deze samenleving kwetsbaar is, gewoon doorgaat, dan is deze dag misschien nog wel donkerder dan die van vorige week toen dat coalitieakkoord kwam. Want de heer Omtzigt zegt hiermee: ik normaliseer niet alleen een radicaal-rechts kabinet, maar, weet je wat, ik praat het met vrome woorden over de rechtsstaat ook nog goed. Nou, dan zijn we helemaal ver van huis.
De heer Omtzigt (NSC):
We zitten hier in het hart van de democratie, waar 150 volksvertegenwoordigers gekozen zijn die allemaal de eed op de Grondwet afgelegd hebben en ook gezegd hebben dat ze zich eraan gaan houden. Van alle Kamerleden probeert u het nu mij aan te smeren dat ik het minst gezegd zou hebben van schendingen van de rechtsstaat van de afgelopen paar jaren. Denkt u dat, als dat zou gebeuren in Nederland of in Europa, in de politiek of elders, in mijn eigen partij of elders, ik er dan niets mee zou doen? Dat werp ik verre van mij, mevrouw Ouwehand. Daar kunt u me ook dagelijks op aanspreken.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat doe ik, en de heer Omtzigt reageert niet met "ja, ik zie hier ook dat de rechtsstaat ondermijnd wordt". Er is sprake van een aanval op de vrije pers; er is sprake van liegen over nareis op nareis. We vragen hier een debat aan en NSC steunt dat niet. Er wordt hier in het parlement taal gebezigd die mensen ontmenselijkt. Het bestaansrecht van de Palestijnen werd ontkend. Dan verwacht ik dat je, als je voor die rechtsstaat bent, het ziet en dat je er wat aan doet. Dat is wel het minste. In plaats daarvan wijst de heer Omtzigt naar zijn eigen hoofdstuk. Als je je in de praktijk niet houdt aan het respecteren van de rechtsstaat, dan betekent dat niks. Dat moet je niet goedpraten. Ik herhaal het: de heer Omtzigt maakt niet alleen een radicaal-rechts kabinet mogelijk, hij probeert het ook nog goed te praten. Dan is de glijdende schaal waar we op staan, gewoon wel zodanig ingezeept dat we veel harder afglijden dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Ik vind het echt heftig.
De heer Omtzigt (NSC):
Mevrouw Ouwehand beweert hier dat ik niks gezegd zou hebben over het bestaansrecht van de Palestijnen. Dat is mij net gevraagd en ik heb duidelijk laten weten wat ik daarvan vind. Juist op dit moment, nu die oorlog in Gaza aan gang is, zult u mij daarover horen. U zult mij horen over de verschrikkelijke aanvallen door Hamas op 7 oktober. Maar u zult me zeker ook horen over het bestaansrecht van de Palestijnen en over de Israëlische acties in de Gazastrook. Dat kunt u ook zien in de inbreng van onze collega Caspar Veldkamp. U zegt net dat ik er niks van gezegd heb. Dat klopt apert niet. Het klopt apert niet dat ik me niet soms uitspreek. Als u daarnaar vraagt, zal ik dat ook doen. Ik ben overigens niet de enige scheidsrechter in dit parlement; dat is de rol waar u me nu in probeert te duwen.
De heer Van Baarle (DENK):
Het klopt inderdaad dat de heer Omtzigt niet de enige scheidsrechter is.
De heer Omtzigt (NSC):
Op het voetbalveld op zaterdag ben ik gelukkig de enige; dat is al moeilijk genoeg, kan ik u verzekeren.
De heer Van Baarle (DENK):
Ja, maar meneer Omtzigt is wel onderdeel van een coalitie van een aantal politieke partijen, waaronder politieke partijen die in de afgelopen tijd verschrikkelijke dingen hebben gezegd. Er is één politieke partij die het bestaansrecht van de Palestijnen heeft ontkend door te zeggen dat Palestijnen "een nepvolk" zijn. Een politieke partij heeft gezegd dat het on-Nederlands is als moslims in de openbare ruimte gebruikmaken van hun vrijheid om te bidden. "Nederland is Nederland niet meer", tweette de heer Wilders. Een andere coalitiepartner zei: "Antisemitisme zit bij sommige mensen in de ziel". Er werd zelfs gezegd: "in de islamitische cultuur". Ik zou van iemand als de heer Omtzigt, die prat is gegaan op het belang van gelijkwaardigheid, wetende wat de toeslagenmisdaad heeft gedaan, verwachten dat hij niet alleen met zijn eigen standpunten komt maar dat hij ook gewoon afstand neemt van dat soort verdelende retoriek die vanuit een radicaal-rechts perspectief komt en de samenleving indeelt in groepen. Waarom neemt de heer Omtzigt daar niet gewoon met ferme woorden afstand van?
De heer Omtzigt (NSC):
U hoort van mij waar ik afstand van neem. U vindt dat ik op commando precies moet zeggen wat ik vind. Ik zeg u vandaag dat de Palestijnen een volk zijn, dat wij dat erkennen en dat wij voor een tweestatenoplossing zijn. Dat is toch helemaal geen vraagteken? Er is toch helemaal geen vraag die daarover gesteld moet worden? Ik snap dus niet helemaal wat de heer Van Baarle, door die twijfel te zaaien, nu van mij verlangt. Er ligt hier een akkoord, een basistekst, waarin de vrijheid van godsdienst helder erkend wordt. Die is helder erkend in september … In januari. Je kunt dus gewoon van alle grondwettelijke rechten gebruikmaken.
In de tekst van het hoofdlijnenakkoord staat dat wij discriminatie, racisme, antisemitisme, waarvan ik moet zeggen dat die hard toeneemt in deze samenleving, en moslimhaat zullen bestrijden. Daar kunt u mij en andere collega's ook op aanspreken. Daar zal ikzelf ook mee bezig blijven. U noemde niet voor niets het discriminatoire karakter van het toeslagenschandaal. Juist daarvan heb ik geleerd en juist daarom staan er tal van zinnen in het hoofdlijnenakkoord. Om maar eens een voorbeeld te noemen: er staat dat alle automatische beslissingen, alle zaken die we met algoritmes doen, waardoor je die discriminatie er ongewild in kunt krijgen, herleidbaar moeten zijn. En ja, er zijn verschillen tussen politieke partijen. Dat is waarom we deze vorm van samenwerking gekozen hebben. Ja, er zijn dus tal van onderwerpen waar we niet precies hetzelfde over denken. Dat is nieuw in Nederland, maar ik denk wel dat dat belangrijk is om te erkennen. Zoals ik eerder heb laten zien op bijvoorbeeld pensioenen — waar de SP mij op aan kijkt — betekent dat dat we zelf voorstellen kunnen doen tot veranderingen van die wet. We zullen de wet niet intrekken — dat staat ook niet in ons verkiezingsprogramma — maar we zullen wel met voorstellen komen. Dat is hoe een extraparlementair kabinet werkt.
Ik denk dat we hier het afgelopen uur het eerste stukje hebben kunnen zien van hoe fel de debatten daarover zullen zijn. Ik denk dat de democratie wel vaart bij een fel debat, bij felle, duidelijke keuzes en soms ook bij het heel duidelijk de maat nemen van elkaar als iets niet klopt. Een democratie vaart ook wel bij het erkennen van de redenen voor de totaal andere verkiezingsuitslag van 22 november. Deze was totaal anders dan die we daarvoor hadden. De erkenning dat een groot gedeelte van Nederland zich niet langer herkende in en gerepresenteerd voelde door de huidige politieke partijen, is een sentiment dat ik hier bij vooral de toekomstige oppositie niet voldoende scherp gezien heb. U mag mij overal de maat op nemen en ik ben ervan overtuigd dat u dat zult blijven doen. En dat hoort erbij. Maar ik probeer ook te kijken waar deze politieke aardverschuiving vandaan kwam en welk beleid er gewenst wordt. Dat is een beleid van migratiebeperking. Dat is een beleid van meer burgerrechten. Dat is een beleid van meer woningen bouwen. Dat is een beleid om bestaanszekerheid een prominente plek te geven. En dat is wat wij de komende jaren willen waarmaken als Nieuw Sociaal Contract en waarop u ons elke dag kunt aanspreken.
De heer Van Baarle (DENK):
Waar ik de heer Omtzigt op aanspreek, is dat hij de meest verschrikkelijke uitingen, radicaal-rechtse uitingen, discriminerende uitingen en uitingen vanuit wantrouwen normaal maakt in dit land door zich daar niet met felle bewoordingen tegen uit te spreken. Waar ik hem op aanspreek, is dat hij politieke partijen die die uitspraken doen, beloont door ze op te nemen in het landsbestuur. Dat moet iemand die staat voor de Grondwet serieus nemen. Ik heb de uitspraken net opgenoemd. Dat zijn geen normale uitspraken. De uitspraak "Palestijnen zijn een nepvolk" is het niet erkennen van een fundamenteel recht op zelfbeschikking. Zeggen dat antisemitisme in de islamitische cultuur zou zitten, is een walgelijke, discriminerende generalisatie. Ik verwacht van de heer Omtzigt niet dat hij dan zegt: ja, er zijn binnen deze constellatie verschillen en religiekritiek mag. Ik verwacht dat hij zich daar ferm tegen uitspreekt. Op het moment dat hij dat niet doet, draagt hij bij aan de normalisatie van radicaal-rechts en zorgt hij ervoor dat dit gedachtegoed het landsbestuur in sijpelt. Ik zeg hem: stop op die weg. Stop op die weg.
De heer Omtzigt (NSC):
U heeft mij nu meerdere keren gevraagd of ik de Palestijnen als volk erken. Ik erken dat volmondig, inclusief een tweestatenoplossing. Daarmee heb ik een andere positie ingenomen dan een collega-Kamerlid van de Partij voor de Vrijheid. Wat mij opvalt, en dat zeg ik u in alle eerlijkheid, is dat ik probeer te kijken hoe we politiek omgaan met het ongemak dat ik voel. Daarom was er die verklaring van 10 januari. Dat is waarom we de dingen openlijk bespreken. Maar ik heb hier ook tegen een aantal andere collega's gezegd: hebben we ook nagedacht over wat we de afgelopen jaren niet goed hebben gedaan terwijl we 25 miljard hebben uitgegeven, over wat we niet goed gedaan hebben waardoor we grote delen van de Nederlandse bevolking volstrekt vervreemd hebben van de politiek en waardoor wij als parlement en politici onderaan de ladder van publiek vertrouwen gekomen zijn, ver onder de politie, rechters, ambtenaren, leerkrachten en verpleegkundigen? Ver daaronder! Ik wil eraan werken dat dat de komende jaren wél gebeurt en dat we begrijpen hoe we dat vertrouwen moeten terugwinnen in deze gecompliceerde, moeilijke politieke omgeving. Daarom heb ik een stap naar voren gezet.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat het verwijt van mevrouw Ouwehand niet zozeer was dat de heer Omtzigt nú niet heeft gezegd wat hij heeft gezegd. Het verwijt is dat op het moment dat een PVV-Kamerlid het over een nepvolk heeft, de woordvoerder van Nieuw Sociaal Contract die erbij is, zijn mond houdt, dat hij niks zegt. Op het moment dat Wilders zegt dat hem een politiek proces is aangedaan, hoor ik vanuit de bankjes van NSC geen enkele reactie. Op het moment dat Wilders zegt dat vluchtelingen bezetters zijn, hoor ik vanuit NSC geen enkele reactie. Op het moment dat de pers werd aangevallen omdat er onwelgevallige stukken in staan, heb ik u niet zien reageren. Kijk, ik geloof in uw goede bedoelingen. Ik geloof ook in uw oprechtheid als het gaat om de democratische rechtsstaat, maar bij democratisch ethos hoort ook dat je je laat horen op het moment dat er iets gebeurt wat in strijd is met het democratisch ethos. Ik wil u niet de maat nemen. Ik wil u alleen voorhouden dat u in feite toestemt als u zwijgt wanneer iemand iets zegt wat in strijd is met het democratisch ethos. Dat mag ik niet laten gebeuren. Ik weet dat u dat ook niet wil laten gebeuren. Ik wil u niet de maat nemen op dat punt, maar ik roep u wel op niet te dralen en niet te wachten, maar meteen te zeggen: dit kan niet. Zo houden we het democratisch ethos in dit land overeind. Anders wekt u de indruk dat u zwijgt vanwege de coalitie, om Wilders maar niet voor het hoofd te stoten.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik zwijg niet zodat ik iemand niet voor het hoofd stoot. Ik zeg alleen wel wat van het feit dat hier maar één politicus genoemd wordt die hier dingen zou kunnen zeggen waar ik de hele dag afstand van zou moeten nemen. Maar u zult mij niet horen zwijgen. U hebt mij de afgelopen jaren als ik iets vond niet horen zwijgen. U heeft dat niet gehoord wanneer er een regering zat die ik zelf steunde en u heeft het niet gezien toen dat in Europese landen gebeurde. Ik kan een hele flauwe jij-bak doen over mensen die dat wel deden in Brussel. Ik kan dat allemaal doen, maar ik wil het niet. U heeft me toen ook niet horen zwijgen. En u zult me niet horen zwijgen wanneer mensen diep in de problemen komen door overheidshandelen. Ook dan hoort u mij niet zwijgen.
U hoort mij met oplossingen komen. Ik denk alleen dat we met deze coalitie, met dit samenwerkingsverband, een aantal urgente problemen van Nederland goed kunnen gaan oplossen. Zullen dat alle problemen zijn? Nee. Zullen we het altijd met elkaar eens zijn? Nee. Zullen we het elkaar publiekelijk vertellen wanneer we het niet met elkaar eens zijn? Ja, zelfs zo vaak dat ik tijdens de formatie weleens gedacht heb dat we elkaar ook weleens een onsje minder de maat konden nemen, of minder over elkaar in de krant konden praten. Dat hoort bij deze coalitie en dat gaat gebeuren. Daar hoeft u helemaal niet zo bang voor te zijn. Het idee dat u me alleen daarop hebt uitgedaagd in het afgelopen anderhalf uur en minder op de plannen voor Nederland, is misschien wel een compliment voor het hoofdlijnenakkoord en de openingen richting de oppositiepartijen die wij bewust in dit akkoord gelaten hebben.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Twee flauwe dingen. Die impliciete jij-bak pik ik niet. Ik ben jarenlang beveiligd omdat ik het regime in Polen en Hongarije heb aangepakt, dus die impliciete jij-bak van u …
De heer Omtzigt (NSC):
U voerde campagne, meneer Timmermans.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik pik dit niet van u. Tot slot. Ik denk dat het ontzettend belangrijk is dat we op dit punt actief blijven. Als ik iets doe wat niet klopt, dan reken ik erop dat u mij aanspreekt. Maar hier gaan we een heel andere kant op met dit land. We doen nu net alsof dit een normale coalitie is. Dat is het niet. Radicaal rechts komt in het centrum van de macht te staan. Dat is uniek in de Nederlandse geschiedenis. Dat schept een speciale verantwoordelijkheid voor u en mij als mensen die geloven in een open democratie. Laten we die verantwoordelijkheid samen invullen en niet zwijgen als iets gebeurt dat niet deugd.
De heer Omtzigt (NSC):
U voerde campagne …
De voorzitter:
De heer Timmermans is aan het woord.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ten tweede spreek ik u aan op het gedrag van uw coalitiepartners. U kunt daarover iets zeggen op het moment dat het nodig is. Dat is iets wat hoort bij democratisch ethos. Ik zeg u daarbij: ik neem u niet de maat, maar ik laat mij ook niet door u de maat nemen op dit punt.
De heer Omtzigt (NSC):
Ik zwijg niet wanneer er iets gebeurt wat niet deugd. Juist daarom bracht ik u toch even in herinnering dat bij de vorige verkiezingen voor het Europees Parlement precies vijf jaar geleden de heer Timmermans als voorman van de Sociaaldemocraten campagne voerde met Joseph Muscat, de premier van Malta. Wij wisten toen al hoe corrupt zijn regime was. De heer Timmermans zei helemaal niets. Joseph Muscat moest later aftreden vanwege de moord op Daphne Caruana Galizia, omdat zijn regering ten diepste corrupt was. Wij hoorden het niet. Via de voorzitter zeg ik tegen de heer Timmermans dat als hij mij overal op aanspreekt, ik ook de heer Timmermans daarop zal aanspreken. De heer Timmermans deed dat wel in Polen en Hongarije. Waarvan akte. Hij deed dat ook toen het moeilijk werd, maar hij deed dat ook weleens een keer niet. Omdat hij mij erop aanspreekt, zal ik niet zwijgen om hem daarop aan te spreken.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Het onderzoek naar de moord op Caruana Galizia is ook vanuit de Europese Commissie en door mij persoonlijk gesteund. Wij hebben de familie alle steun gegeven die daarbij nodig was. Dat weet de heer Pieter Omtzigt ook. Het is terecht dat de corruptie in Malta is aangepakt. Daar doe ik niets aan af. Maar ik wil staande houden dat we nu in dit land met een unieke historische situatie te maken hebben die nog niet eerder is voorgekomen: radicaal-rechts in het centrum van de macht. Dat betekent dat mensen die geloven in democratisch ethos een extra verantwoordelijkheid hebben om ervoor te zorgen dat wij niet normaliseren wat nooit normaal mag zijn.
De heer Omtzigt (NSC):
Daarom hebben we dit akkoord gesloten. Daarom is duidelijk dat de basis van de rechtsstaat in het akkoord zit. Daarom zitten die afspraken van januari erin. Daarom zit die versterking van de rechtsstaat erin. Daarom steek ik mijn nek uit en ga ik niet aan de zijkant staan.
En toch, ja, de Europese Commissie steunde het onderzoek naar de moord op Daphne Caruana Galizia, maar de heer Timmermans voerde campagne met degene die hoogst verantwoordelijk was. Hij prees hem voor de lhbti-rechten daar. Dat was terecht, want dat doet Malta goed. Maar de heer Timmermans zei niets over de corruptie tijdens die verkiezingscampagne. Die beelden zijn duidelijk. Ja, je moet je mond opendoen. Ja, je moet je mond ook opendoen in je eigen politieke familie. Dat heb ik ook gedaan en dat zal ik blijven doen als dat noodzakelijk is. Ik denk dat we hier binnen de democratische rechtsstaat die alle vier de partijen hebben onderschreven, vormgeven aan de plannen om een aantal urgente problemen van Nederland op te lossen. Heb ik daarbij voor honderd procent mijn zin gekregen? Of hebben wij als Nieuw Sociaal Contract — wij zijn wél een democratische ledenpartij — daarbij voor honderd procent onze zin gekregen? Het antwoord is: nee. Nee, dat heb je met twintig zetels. Je probeert uiting te geven aan je idealen. Daar vecht ik elke dag keihard voor. Daar mag u mij elke dag op blijven aanspreken, of dat nu van links of van rechts komt, of dat nu in de straat is of door mensen die in de knel zitten. Mensen weten mij te vinden. Dat vertrouwen zal ik niet beschamen.
De voorzitter:
De volgende spreker is de heer Jetten van D66.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Na de verkiezingen begon volgens traditie het oer-Hollandse gezelschapsspel de formatie. Geert was er als eerste bij. Hij riep: wie doet er mee met een spelletje kwartet? Hij keek olijk de zaal in, maar bij de uitgang was het al dringen. Ikzelf stond al buiten. Frans snelde naar de exit en ook Mirjam en Henri verlieten de zaal. Caroline zat als eerste enthousiast aan tafel en zei: "Ik speel met Geert." Dilan draalde nog wat. Ondanks het feit dat ze bij de verkiezingen haar hand had overspeeld besloot ze toch: "Ach ja, waarom niet? Ik doe ook een potje mee." Pieter twijfelde nog het langst. Hij wilde eerst nog even thuis overleggen. Daarna deed hij toch mee. Hij mocht het kwartetspel beginnen. "Geert, mag ik in de categorie rechtsstaat van jou het moskeeverbod?" "Die heb ik. Die geef ik je meteen," zei Geert verheugd. "Weet je wat? Ik heb nog zo veel kaarten; je mag ze allemaal hebben, zolang je maar in dit kabinet komt zitten. En wil er nog iemand wat drinken? Want mijn ijskast zit overvol."
Voorzitter. Zo werd het kwartetkabinet geboren. BBB scoorde een kwartetje voor boeren, PVV voor asiel, NSC voor democratisering en de VVD voor defensie. Er mist nog altijd één belangrijke kaart, namelijk de kaart van premier. Het grote probleem van zo'n kwartetkabinet is dat niemand het geheel in handen krijgt. Onderwijs, gezondheid, klimaat: ze liggen allemaal op de stapel van ongebruikte kaarten. Dat is slecht voor het land. Een op de drie leerlingen kan niet goed lezen en schrijven. Schoolklassen moeten naar huis worden gestuurd omdat er geen leraar is en werkgevers staan te springen om goed geschoold personeel. Net nu we weer fors investeren in goede docenten, in het wegwerken van leerachterstanden, in vaste contracten voor wetenschappers, in meer innovatie, voeren PVV, VVD, NSC en BBB de grootste onderwijsbezuiniging van deze eeuw door. Dat is een frontale aanval op de toekomst van onze kinderen en op onze economie. Daarom zeg ik: draai deze bezuinigingsblunder terug.
Voorzitter. Over de zorg wekten de coalitiepartijen hoge verwachtingen, van de gratis tandarts en de terugkeer van verzorgingstehuizen tot het afschaffen van het eigen risico. Maar er ligt nu een akkoord met meer kwakzalverij dan echte geneeskunde. Het gevolg is dat de wachtlijsten zullen oplopen, de kwaliteit van zorg niet beter wordt en mensen uiteindelijk meer gaan betalen. Het allerbelangrijkste is nog wel dat we met elkaar niet langer en gezonder leven, want deze coalitie bezuinigt op preventie en op de GGD's. Nederlanders verdienen beter.
Voorzitter. Terwijl de klimaatcrisis ons recht in het gezicht staart, kijkt deze coalitie weg van droge zomers, overstromingen, een hoge energierekening en mislukte oogsten met duurdere groenten en fruit tot gevolg. Dit is dus ook niet het moment om die groene koers af te zwakken, maar juist om door te zetten. Het Klimaatfonds gaat niet door de shredder, zoals de heer Wilders altijd stoer riep, maar toch bezuinigt deze coalitie miljarden op duurzame energie, werkt ze groene koplopers tegen en gaan vervuilende bedrijven niet meer, maar minder betalen. Dat is oneerlijk en onrechtvaardig voor al die mensen die zo hun best doen om te verduurzamen. Het is bovendien onnodig. Want vergeet niet: als er één land is dat deze klimaatklus kan klaren, zijn wij dat. Wij zijn het land van de deltawerken en het land dat ook kan verdienen aan groene actie.
Tot slot, voorzitter. Dit kwartetkabinet is geen spelletje. Het is een instabiel experiment, met partijen die wilde beloftes doen om Europese migratieafspraken of natuurbeleid onderuit te halen, terwijl ze nu al weten dat dat niet zal gaan lukken. Daarmee kun je achteraf de schuld aan Brussel geven, en aan de rechter als boosdoener voor het feit dat die beloftes niet waargemaakt zijn. Dat is een beetje alsof je een schwalbe maakt, daar een rode kaart voor krijgt, maar vervolgens de schuld geeft aan de scheidsrechter. Nederland verdient beter. D66 zal daarom de komende tijd stevig oppositie voeren en een alternatief bieden. Want voor ons is duidelijk dat Nederland een prachtig land is, een open land, een vrij land, waarin we ons niet terugtrekken achter de dijken, maar onze centen verdienen dankzij samenwerking over de grenzen heen. D66'ers staan voor een land waarin iedereen zichzelf kan zijn. Dat is het land waar ik aan wil bouwen. Dat land laten we niet van ons afpakken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar mevrouw Van der Plas. Daarna ga ik schorsen voor het diner.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Goedenavond, voorzitter. Voorzitter, burgers van Nederland en mensen op de publieke tribune. Allereerst wil ik de informateurs, de heer Van Zwol en de heer Dijkgraaf, bedanken voor de fijne samenwerking de afgelopen weken. Ook nu weer een groot woord van dank aan de mensen in het formatiekwartier die ons hebben ondersteund. De ambtenaren van Algemene Zaken en van de ministeries, geen vraag was hun te veel. De bodes, die altijd met een vrolijke lach op hun gezicht voor ons zorgden. De beveiligers, die over onze veiligheid waakten. En de restaurantmedewerkers, die elke dag zorgden voor de lunch en, indien nodig, het diner. Zonder jullie allemaal was dit niet gelukt. Zeer veel dank. Het was ook niet gelukt zonder de coalitiepartners: de heer Wilders, de heer Omtzigt en mevrouw Yeşilgöz. Ook dank aan hen.
Voorzitter. Op 22 november 2023 koos dit land voor een andere koers. Toen we op 24 november startten met de formatie, zei ik dat we recht moesten doen aan de verkiezingsuitslag. Dat is gelukt. Daar ben ik trots op. Daar zijn we als BBB trots op. Daar is de BBB-kiezer trots op. En daar is de ruimte meerderheid van Nederland trots op. Zeker, de weg hiernaartoe had hobbels. Maar hobbels zijn er om te nemen en dat hebben we gedaan. Wij hebben dat altijd gedaan met een positieve en constructieve houding. Wij deden dit niet voor onszelf, maar voor de mensen in het land die snakken naar een oplossingen voor veel problemen die door de vorige kabinetten niet zijn opgelost of zelfs erger zijn geworden.
Dit hoofdlijnenakkoord is een akkoord voor de hele samenleving, voor iedereen die elke dag zijn bijdrage levert aan Nederland, groots of klein, voor de stille meerderheid die zich eindelijk gehoord en gezien voelt, en voor de boeren, de tuinders en de vissers, die deze week eindelijk meer lachten dan huilden; huilen deden ze de laatste jaren volop. De wanhoop in de ogen van redelijke mensen is deze week hoop geworden. Er is ook hoop voor die kleine jongen, een boerenzoon, die mij twee jaar geleden na een bijeenkomst in Zeeuws-Vlaanderen achternarende en aan de mouw trok. Hij vroeg mij: mevrouw Van der Plas, denkt u dat ik ooit nog boer zal kunnen worden? Ik kon niet tegen hem liegen op dat moment. Ik zei: dat weet ik niet, jongen, maar ik zal er alles aan doen. Met dit akkoord durf ik te stellen dat er weer hoop is voor die Zeeuwse jongen en vele andere jonge potentiële boeren, tuinders en vissermannen. Als ik de potentie in dit akkoord niet had gezien, dan had ik mijn handtekening er niet onder gezet. Men voelt de hoop, men voelt het lef en men voelt de trots.
De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik ben eerlijk gezegd bang dat die hoop van korte duur is. Je kunt de vorige coalitie van alles verwijten ten aanzien van wat er mis is gegaan — er zijn dingen misgegaan; dat zal het CDA echt niet ontkennen — maar er stond wel een hele grote pot geld klaar, namelijk om boeren toekomstperspectief te geven. Deze coalitie schrapt dat transitiefonds van 21 miljard. Er komt dan een andere bijdrage, een uitgavenpot van ongeveer 5 à 6 miljard voor terug. Dat betekent de facto dat er 15 miljard op de toekomst van de landbouw wordt bezuinigd. Ik snap dat u de hoop stelt op Brussel. Het zou prachtig zijn als Brussel gaat meebewegen; dat hopen wij ook. Maar feitelijk haalt u 15 miljard voor de toekomst voor de agrarische sector weg. Ik begrijp werkelijk niet dat de BBB dit verdedigt.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
In dat stikstoffonds was 17 miljard gereserveerd voor opkoop. Dat was helemaal niet voor het perspectief. Dat was voor opkoop, om boeren weg te halen, om boeren uit te kopen. 5 miljard van dat transitiefonds — 5 miljard! — zou maar richting het boerenerf gaan. Voor de rest was het bedoeld om boeren op te kopen, en dan ook nog met het idee dat we dan stikstofdoelen gaan halen. Want dat is wat Brussel zegt, hè: met dat geld moet je ook je reductie behalen. Maar wat als dat nou niet was gebeurd en we hier zo veel boeren hadden uitgekocht, voor al die miljarden? "Het duizenddingendoekje" heb ik het transitiefonds vorig jaar nog genoemd in een debat. Het is een duizenddingendoekje waar je alles mee kunt doen en waarvan niemand controleert of het geld wel bewezen effectief wordt uitgegeven. Stop dus maar met het frame dat wij 17 miljard bij de boeren weghalen. Stop dus maar over die 15 miljard, 17 miljard of enkele miljarden. Dat was namelijk helemaal niet bedoeld om op het boerenerf terecht te komen. Een heel groot deel zou ook nog gaan naar adviesbureaus en consultancybureaus. Slechts een klein deel zou terecht komen op het boerenerf.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat zit anders. Een heel deel zou bijvoorbeeld naar het verplaatsen gaan, zodat je jonge boeren ook weer toekomst kunt geven. Maar als ik u was, zou ik dan nog nooit dat transitiefonds geschrapt hebben. Dan zou ik de middelen anders besteed hebben. Maar u heeft toegestaan dat er 15 miljard, waar u misschien nog een andere invulling voor had kunnen vinden, is weggegeven. Het Klimaatfonds is nota bene opgehoogd met een paar miljard. Dat heeft de VVD slim gedaan; het Klimaatfonds is groter geworden, maar het transitiefonds voor de landbouw is fors kleiner geworden. Ik begrijp echt niet dat u dat kunt verdedigen.
Ik heb nog twee vragen. Alle provincies zijn bezig om het NPLG, het Nationaal Programma Landelijk Gebied, uit te voeren. Daar is geen financiering meer voor. Wat gaan we op dit moment tegen al die provincies zeggen?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
De nieuwe minister van Landbouw gaat hiermee aan de slag. Wij hebben hier een hoofdlijnen … Wat zegt u? U zegt dat er geen geld voor is. Maar er blijft zeker geld over. We moeten ook kijken hoe wij de doelen gaan halen. Wij hebben ook in het hoofdlijnenakkoord staan dat boeren veel meer naar doelsturing moeten — dat is iets waar het CDA ook groot voorstander van is — en dat er veel meer moet worden ingezet op innovaties. Daar wordt ook geld voor vrijgemaakt.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat willen wij ook allemaal, maar volgens mij is er geen geld meer voor het NPLG en zitten de provincies nu dus klem.
Dan heb ik nog één vraag. Die gaat over de 130 kilometer per uur. In de ambtelijke adviezen die zijn opgevraagd, staat heel duidelijk dat het gaat om extra stikstofruimte. Extra stikstofuitstoot en extern salderen; u weet er alles van. Dat moet ergens vandaan komen. Dat wordt waarschijnlijk bij de boeren gehaald. 130 kilometer per uur rijden betekent feitelijk dat het voor de PAS-melders, die we allemaal graag willen legaliseren, nog moeilijker gaat worden om gelegaliseerd te worden. Dit is wat 130 kilometer per uur gaat doen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou, fijn dat u zo'n vooruitziende blik heeft. Geef mij die ook; dan ga ik morgen naar de lottoboer en vul ik het lottoformuliertje in. U heeft kennelijk een vooruitziende blik. Dat is helemaal niet …
De heer Bontenbal (CDA):
Dat staat in het ambtelijke advies. Ik lees gewoon het advies op dat vanochtend om 10.00 uur is gegeven.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Als dat bij boeren wordt weggehaald …
De heer Bontenbal (CDA):
Extern salderen staat er gewoon letterlijk in.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Of dat bij boeren wordt weggehaald, is aan het nieuwe kabinet. Dat hangt ook af van hoe wij in Brussel omgaan met de stikstofregels. Wij gaan daarvoor naar Brussel. Daar gelooft niemand in, maar wij wel. Wij hebben ook al een nieuwe stikstofwet aangekondigd. De KDW's moeten uit de wet worden gehaald. Er moet een andere drempelwaarde komen. Het AERIUS-model moet vervangen worden zodra er een juridisch houdbaar alternatief is. Ik ben gelukkig dus wat optimistischer dan de heer Bontenbal.
De heer Jetten (D66):
Ik wil allereerst mevrouw Van der Plas feliciteren, want het is haar tegen de maatschappelijke stroom in gelukt om er weer een fossiele subsidie bij te krijgen, namelijk de subsidie op vervuilende rode diesel. Dat lijkt misschien een cadeautje voor de boeren, voor wie mevrouw Van der Plas op zegt te komen, maar door tegelijkertijd die 15 miljard bij de boeren weg te grissen, is het uiteindelijk wel een heel zuur cadeautje.
In het hoofdlijnenakkoord staat dat er bij het toewerken naar dat betere verdienmodel voor boeren wordt gewerkt met het trappetje van Remkes. Dat was het stikstofadvies van een paar jaar geleden. Dat trappetje van Remkes houdt in: innoveren, extensiveren, verplaatsen en stoppen. Je kunt extensiveren, dus minder dieren op meer grond houden, verplaatsen, omdat je op een andere plek je bedrijf wel kan voortzetten, en stoppen, omdat heel veel boeren de komende jaren ook willen stoppen. Wij wilden dat met de vorige coalitie doen met 15 miljard, zodat dat een warme sanering zou zijn geweest, zodat je als boer was gecompenseerd voor de schade die je opliep, zodat je geld kreeg voor het afbreken van je stal en zodat je had kunnen investeren in een alternatief bedrijfsmodel op je boerenerf. U maakt daar nu, met het schrappen van dat transitiefonds, een ijskoude sanering van. Ik kan u zeggen dat zelfs Tjeerd de Groot dit de afgelopen jaren niet bedacht kreeg.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nee, de heer De Groot zal dit akkoord niet zo leuk vinden, denk ik. Dat snap ik. De heer Jetten zegt: boeren willen stoppen. Weet u waarom boeren willen stoppen? Omdat ze het gewoon helemaal spuugzat zijn hoe ze behandeld worden. Er zijn ouders die tegen hun kinderen zeggen: neem het bedrijf alsjeblieft niet over. Dat heeft er niks mee te maken dat ze geen toekomst meer zien vanwege regelgeving. Dat speelt wel mee, want de afgelopen jaren is er constant sprake van stapelende regelgeving, maar het heeft het meest te maken met hoe zij door sommige groepen, sommige partijen en sommige individuen zijn weggezet in Nederland. Dat heeft er de afgelopen jaren toe geleid dat de boeren wanhoop in de ogen kregen. Dat is wanhoop in de ogen van redelijke mensen, zoals de heer Remkes zei.
Als de heer Jetten denkt dat hij mensen een plezier doet door ze uit te kopen … Het is één groot drama op het boerenerf om uitgekocht te worden. Ik lees en krijg dagelijks berichten van melkveehouders die voor de laatste keer de melk laten ophalen, die voor de laatste keer hun koeien verzorgen en met het hele gezin huilend op het erf staan als de koeien weggaan. Dat is hier helemaal niet in het vizier geweest. "Joh, laat ze toch stoppen. Dat is hartstikke mooi, zo'n zak geld. Daar kunnen ze lekker hun stallen mee afbreken. Het is toch hartstikke mooi wat we hier doen?" Wat wij hier doen, is verschrikkelijk.
Wat wij de boeren de laatste jaren in Nederland hebben aangedaan, is verschrikkelijk. Generaties lang hebben ze daar gezeten en zijn ze boer of visser geweest. Het is een hele levensstijl. Ze hebben gezorgd voor het landschap, voor toerisme en recreatie in de buurt en voor gezond voedsel. Ze hebben alles gedaan wat de maatschappij van hen heeft gevraagd. En ze zijn hier weggezet als "dierenbeulen", "gifspuiters", "milieuvervuilers" en "mensen die we hier liever niet hebben". De heer Timmermans zei laatst nog: de intensieve veehouderij moet hier maar weg, die moet maar even verplaatsen, net als de glastuinbouw, want die zijn wel een beetje ongewenst. U kunt het hier met z'n allen bestrijden, maar praat met elke willekeurige boer: boeren zijn hier in Nederland weggezet als ongewenst; ze zijn ongewenst verklaard. Dát is waarom de meeste boeren stoppen, want ze hebben er gewoon helemaal genoeg van.
Ik snap dat. Partijen hier zeggen dat wij valse hoop geven. Nee, wij geven boeren hoop. Boeren snappen heel goed dat wij dat containerschip niet ineens kunnen draaien en dat het niet morgen allemaal geregeld is. Dat zeggen ze ook. En als je iets hebt wat uiteindelijk niet lukt, maar ze hebben wel gezien dat je er kei- en keihard voor strijdt — iets wat hier is nagelaten, want boeren moesten weg — dan krijgen ze weer vertrouwen in de toekomst.
En voorzitter, weet je wat vertrouwen in de toekomst doet met mensen en met bedrijven? Ze gaan weer investeren. Ze gaan weer dingen doen. Maar alles wat hier gebeurd is, heeft die hele verduurzaming misschien wel op slot gezet, omdat het óf niet kon, óf niet mocht, óf het was nooit goed genoeg. En elke ondernemer in Nederland weet dat als mensen toekomstperspectief hebben — dat begint bij vertrouwen, in de trant van: hèhè, ik mag er zijn; ik hoef hier niet weg — zij gaan investeren in bedrijven. Dan hebben zij weer goede hoop.
Moet ik mij daarvoor schamen? Nooit. Nooit zal ik mij daarvoor schamen. Wat we regelen, dat regelen we. Wat niet kan, dat zullen we uiteindelijk zien. Maar ik ga ervan uit dat het wél lukt. Ik heb de hele linkse hoek in deze Kamer de hele dag alleen maar horen zeggen "het lukt niet, het kan niet." Zo gaat het al vanaf 22 november: ach, het gaat ze nooit lukken, haha, komt nooit goed. Dat is de sfeer die daar heerst. De sfeer die hier heerst, aan deze kant, is: "Jongens, we gaan ervoor. We gaan het aanpakken. We zijn er positief in en we zijn er ook positief in dat het lukt." Ik ben daar blij mee, en niet alleen ik: een grote meerderheid van Nederland staat te juichen dat deze coalitie is gevormd.
De heer Jetten (D66):
Een heel lang antwoord, maar eigenlijk geen antwoord op de vraag die ik net stelde. Want natuurlijk is het super emotioneel als je met je boerenbedrijf stopt. Vaak gaat het om mensen die van generatie op generatie op dezelfde plek wonen en met veel trots dat bedrijf hebben gerund. Daar dan mee stoppen, is een heel heftig besluit. Dat is precies de reden waarom minister Van der Wal de afgelopen jaren het gros van het geld van het transitiefonds juist voor deze gezinnen had gereserveerd, zodat als je om welke reden dan ook wil of moet stoppen, je niet zelf letterlijk en figuur in de shit zit met een veel te hoge hypotheek bij de bank, met allerlei rekeningen die niet betaald zijn, met stallen waar je niets meer mee kan en waar de drugscriminelen voor komen aanbellen met de vraag of zij die kunnen gebruiken.
Dat geld in dat transitiefonds is ervoor bedoeld dat je je familiebedrijf op een nette manier kunt verplaatsen of stoppen en dat je op een nette manier weer een nieuw bestaan en een nieuw perspectief kan opbouwen. Mevrouw Van der Plas geeft het hier zelf toe: we hebben al die beloftes in dit akkoord niet morgen geregeld. U moet nog tien keer naar Brussel; u moet nog naar de rechter; u moet nog nieuwe modellen ontwikkelen. Maar u heeft wel morgen die 15 miljard geschrapt. U draait boeren dus een rad voor ogen, zonder hun een nieuw verdienmodel te bieden. Daardoor zal de korte blijdschap van nu uiteindelijk een hele zure boodschap voor die boeren zijn.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik ben blij dat wij een positievere instelling hebben dan de heer Jetten. Dat helpt ons land namelijk wat verder.
Wat betreft het op een nette manier afbreken van de stallen: hoort de heer Jetten wel wat hij zegt? Hoort de heer Jetten wat hij zegt? "Zodat ze op een nette manier kunnen stoppen." "Zodat ze op een nette manier kunnen verplaatsen." Die mensen wíllen helemaal niet verplaatsen; die mensen wíllen helemaal niet stoppen. Die mensen willen daar blijven, op de grond waar ze generaties lang boer zijn geweest. Dat is wat ze willen en dat is waar we voor moeten strijden. "Op een nette manier verplaatsen": dit is dus waar boeren gewoon zo wanhopig van hopen. We verplaatsen op een nette manier, dan hoor je er niemand meer over, doei. Maar zo werkt het niet. Stap eens in het leven, in het hart en de ziel van een boer of een visserman, van een vissersfamilie. Het is niet voor niks dat mensen tegen mij hebben gezegd — ik heb dat hier al vaker aangegeven: Caroline, we huilen meer dan dat we lachen; doe wat!
En dat is niet alleen door regels. Boeren hebben alles gedaan wat de maatschappij vraagt, regel op regel, ze hebben altijd meebewogen en het is nooit goed. Nooit goed! Dat is wat boeren raakt. Boeren willen niet verplaatsen. Die willen niet weg. Die willen blijven, die willen boer zijn. Er wordt hier of door andere groepen weleens gezegd: joh, dan worden ze toch fietsenmaker. Als ze fietsenmaker wilden worden, waren ze fietsenmaker geworden. Heel simpel. Dan waren ze geen boer geworden; dan waren ze fietsenmaker geworden. "Dan worden ze maar fietsenmaker". Wat? Wat is dit? Dat is waar ik voor strijd.
Het afbreken van de stallen is ook zoiets bizars. Ja, dan krijgen ze geld voor het afbreken van de stallen. Als een boer al wat anders wil doen en wil stoppen, dan is het best handig om die stallen mogen te houden en daar bijvoorbeeld een recreatieverblijf van te maken, een dagopvang van te maken of daar iets mee te doen. Maar weet je hoe de regels zijn? Ja, dat mag niet hè. Kannie-magniekabinet, dat kan niet, nee. Ho, dat kan niet. U moet even die stal gaan afbreken en dan moet u een nieuwe stal gaan opbouwen. Ja, natuurlijk mag u het wel voor recreatie hebben, maar dan moet u gewoon even wat nieuws neerzetten. Ja hallo, zegt de boer, maar ik heb al een stal hè; dat kan ik gewoon zo veranderen. Nee, dat kan allemaal niet. Hier! Ze zijn helemaal gek geworden in Nederland.
De heer Jetten (D66):
Als die boer zijn stal zou willen omvormen tot een dagverblijf, een minicamping of wat dan ook, had het vorige kabinet met minister Van der Wal daar 15 miljard voor beschikbaar, om boeren daarmee te helpen. Bij u is het nul euro. U trekt nul euro uit met dit coalitieakkoord om die boeren weer perspectief te geven. Die boeren zijn zo chagrijnig op de Nederlandse politiek — daar geef ik ze ook groot gelijk in — omdat we ze decennialang vast hebben laten zitten in een systeem waarin je alleen nog maar een droge boterham kon verdienen als je verder ging intensiveren, verder ging opschalen, nog een lening bij de bank nam, nog een keer je met een kluitje in het riet liet sturen door hele grote bedrijven die hier miljarden aan verdienen, terwijl je als boer er maar geen euro op krijgt voor die liter melk of die kilo varkensvlees die je verkoopt.
Het gaat dus uiteindelijk om het perspectief dat we gaan bieden. We hebben in dit land meer boeren nodig om op een duurzame manier fatsoenlijk voedsel te produceren waar we als samenleving een eerlijke prijs voor willen betalen. Dat kan die sector niet alleen. Die sector heeft daar linksom of rechtsom de hulp van de overheid bij nodig. Niet loze beloftes in een akkoord, maar een heldere visie met geld om boeren daarbij te helpen. En u levert gewoon niet. Sterker nog, u pakt die 15 miljard van de boeren af en het enige wat u ze teruggeeft, is gesubsidieerde rode diesel. Maar van harte gefeliciteerd.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik constateer dat de heer Jetten slecht luistert. Een ding weet ik zeker. De partij die de boeren in ieder geval niet heeft geholpen de afgelopen jaren, dat is D66. En dat is uitgekomen in de zetelaantallen op 22 november 2023. Er is geen boer, met gezond verstand zeg ik erbij, in Nederland die niet ... Ik heb het over de partij en niet over de personen.
De heer Jetten (D66):
...
De voorzitter:
Mevrouw Van der Plas is aan het woord. Ik zet uw microfoon even aan en dan kan u overnieuw beginnen.
De heer Jetten (D66):
Ik kan ook een flauwe opmerking gaan maken over hoeveel zetels we allebei hebben. Laten we dat alsjeblieft niet gaan doen. We debatteren hier gewoon op de inhoud.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou ja, goed. Ik ben van één naar zeven gegaan en D66 van 24 naar negen. Tel uit je winst.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Even terug. Ik heb gezien wat een blijdschap er is onder boeren, juist ook omdat men ziet dat er een kabinet komt dat echt naast boeren wil zoeken naar oplossingen. Mijn complimenten daarvoor, ook aan mevrouw Van der Plas dat ze daarnaar gezocht heeft. Echt waar, ik prijs de dag dat het lukt om een aantal uitzonderingen in Brussel voor elkaar te krijgen, omdat de Nederlandse grond anders is dan de grond op zoveel andere plekken in Europa waar dezelfde richtlijnen voor gelden. Ik wens u van harte toe dat het lef daarbij nodig is ... Dat zeg ik natuurlijk via u, voorzitter, al zie ik de voorzitter nog niet direct naar Brussel gaan en wens ik dat iemand anders toe. Ik wens u echt van harte toe dat het lukt om in Brussel dat resultaat te boeken. Dat wil ik allereerst vooropstellen, want volgens mij is dat echt iets wat winst is in dit akkoord, met daarbij de notie dat het voor de boer niet begint bij geld. Het begint bij de waardering voor het vak, het vaak eeuwenlang een familiebedrijf hebben en de wens van heel veel jonge boeren om dat voort te zetten. Natuurlijk vind ik het wel heel spannend zoals het nu opgeschreven staat. Want ja, natuurlijk moet met volle inzet van alles geprobeerd gaan worden in Brussel.
En natuurlijk kunnen we gaan kijken hoe die Europese uitslag zal zijn en of die inderdaad een verandering kan geven. Ik heb eerder gezien dat Piet Adema — zeg maar Piet — met volle inzet aan de slag is gegaan; ik ken bijna niemand die zo veel lef heeft als deze minister. Het lukte niet en daarom vind ik het loeispannend om te kijken of het de komende tijd wel lukt. Ik heb de gedachte gehad: heeft mevrouw Van der Plas, BBB, dat gewogen toen ze dit opschreef? Ik zie de intentie en de wens, maar ik benoem ook het risico. We snappen elkaar echt wel als het gaat om de spanning op het boerenerf, maar ik ben wel heel benieuwd hoe mevrouw Van der Plas dat ook weegt naar de toekomst toe.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou, ik kom niet net uit een ei gekropen, dus natuurlijk heb ik dat afgewogen. Dat is mijn antwoord. Natuurlijk.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Oké, dan gaan we zien hoe dit zich ontwikkelt. Ik vind het wel spannend, ook voor de boerenerven, waar het nu al heel ingewikkeld is. Denk aan het feit dat ze hun mest niet kwijt kunnen. Ik woon in het veenweidegebied en zie de problemen voor de melkveebedrijven op dit moment. Het is heel lastig. Waar kunnen zij aanspraak op gaan maken? Ik ben dus ook wel benieuwd welke mogelijkheden mevrouw Van der Plas ziet voor de tussentijd, voor de tijd waarin het, in ieder geval in de beeldvorming, nog wachten zal zijn op Brussel. Dat is vraag één.
Twee. Hoe beoordeelt mevrouw Van der Plas de kracht van het ministerie van Landbouw naar de toekomst toe? Ik zie 500 miljoen voor landschapsbeheer, maar …
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Agrarisch natuurbeheer.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, nou, ik wil ook wel agrarisch natuurbeheer zeggen — dat maakt me niet uit — maar ik weet heel goed dat de boer betaald moet worden voor die diensten. Dat vind ik belangrijk en daarvoor hebben we gestreden. U heeft het voor mekaar gekregen. Complimenten daarvoor. Maar ik vind het opnieuw wel heel spannend voor dat kleine ministerie van Landbouw. Als er gesproken wordt over bezuinigingen, dingen moeilijk zijn en de kaasschaaf over alle ministeries gaat, kan ook dit ministerie opnieuw geraakt worden. Hoe heeft mevrouw Van der Plas dat gewogen?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat is onder andere door ook de naam "Voedselzekerheid" in het ministerie te zetten. Voedselzekerheid is een wereldwijd vraagstuk. Sinds de komst van BBB in de Tweede Kamer is voedselzekerheid veel meer op de agenda komen te staan. Daarmee moeten we ook onze boeren hier beschermen. Vroeger was het misschien van: joh, land … Ik kan me het volgende nog herinneren; ik denk dat het in 2017 was. Ik was De Wereld Draait Door aan het kijken toen alle ministersposten bekend werden gemaakt. Matthijs van Nieuwkerk zei nog iets als: o ja, en Carola Schouten krijgt het ministerie van Landbouw; die heeft ook wat gekregen. Ik zat voor de televisie en dacht: mensen hebben geen idee hoe belangrijk land- en tuinbouw is, dat hier voor voedsel wordt gezorgd en dat dit een van de belangrijkste ministeries is.
Dat hebben wij wel op de kaart weten te zetten, want niemand kan meer om het ministerie van Landbouw heen, en zal dat straks ook niet kunnen. Niemand kan er meer omheen dat onze boeren, tuinders, telers en vissers in Nederland echt de mooiste taak van de wereld hebben, namelijk gezond voedsel produceren. Wij hoeven de wereld niet te voeden als Nederlandse agrarische sector, maar we kunnen wel helpen de wereld te voeden. Nederland heeft een vruchtbare delta, goede grond, een goed klimaat, goede infrastructuur, rivieren waarover getransporteerd kan worden en goede wegen. Het is heel belangrijk om dat in Nederland te houden. Andere landen die dat niet hebben, tikken echt op hun voorhoofd, zo van: waar zijn jullie mee bezig? Die denken echt: waar zijn jullie mee bezig?
Ik was een paar weken geleden nog in Rome. Daar heb ik gesproken met Hans Hoogeveen, jullie allen welbekend. Hij heeft jarenlang op het ministerie van Landbouw gewerkt en werkt nu voor de voedselorganisatie in Rome. Daar wordt ook gezegd: "Jongens, jongens, jongens, waar zijn jullie mee bezig in Nederland? Snappen jullie wat jullie aan het doen zijn?" Als het eenmaal weg is, komt het nooit meer terug. Er is geen mens in Nederland die tonnen of miljoenen gaat investeren in een boerenbedrijf als de toekomst hier niet zeker is. Niemand gaat dat doen. Het buitenland kijkt naar ons en denkt: ze hebben geen idee wat ze aan het doen zijn. We hebben bijna de meest vruchtbare landbouwgrond ter wereld en de beste boeren, met de hoogste kennis, universitair geschoold vaak nog.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Mevrouw Van der Plas hoeft mij hier niet van te overtuigen.
De voorzitter:
Mevrouw Van der Plas is aan het woord.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik geef antwoord op een vraag. Ik probeer daarvan het belang te zien, omdat mij gevraagd werd of ik een en ander wel heb afgewogen. Ja, ik zou bijna zeggen "ik ben gekke Henkie niet", maar dat wordt onze Henk weer boos.
De voorzitter:
Is die wel gekke Henkie?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nee.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, toch even. 2017 was inderdaad de tijd dat dat ministerie terugkwam. Ik weet dat nog heel goed, want daar waren wij als ChristenUnie bij betrokken. Dus ja, we zagen dat belang echt wel en we hebben ook gezien dat er een aantal dingen niet goed zijn gegaan. Daar heb ik me al eerder over uitgesproken. Wat ik aan mevrouw Van der Plas duidelijk probeer te maken, is waar mijn zorg ligt en dat is een oprecht meedenken. Dat is niet om te zeuren, dat is niet om irritant te doen, dat is oprecht meedenken omdat ik ook de toekomst van die boer voor ogen heb. En als ik dan kijk naar het ministerie van Landbouw en als je dat vergelijkt met de grote potten geld die een heel aantal andere ministeries krijgen, dan vind ik de afspraken die zijn gemaakt spannend financieel gezien. Als het minder gaat, zal ook dit ministerie moeten leveren zoals het er nu ligt, terwijl er bij het ministerie verder ook al het nodige vertrokken is doordat het transitiefonds weg is. Ik geef dat aan mevrouw Van der Plas mee. Ik krijg dan een uitleg over waarom boeren heel belangrijk zijn en daar ben ik het volmondig mee eens, maar ik geef toch deze zorg mee.
Ik heb een laatste vraag, voorzitter. Als het gaat over stikstof, vind ik dat het in deze Kamer veel te vaak alleen over de boeren is gegaan, alsof zij alleen zouden moeten leveren, terwijl ik vind dat je ook hebt te kijken naar de luchtvaart, dat je ook hebt te kijken naar de industrie. Dan is mijn vraag aan mevrouw Van der Plas welke zekerheiden zij heeft in dit hoofdlijnenakkoord dat ook als het gaat om de klimaatdoelen en om de doelen waar het kabinet nog steeds aan gehouden juist ook naar die andere sectoren gekeken zal worden. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de vliegvelden, aan Lelystad, maar je kan ook aan andere zaken denken. Welke zekerheden heeft zij dat ook die andere sectoren aangesproken zullen worden?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Mij wordt heel vaak gevraagd: welke zekerheden heeft u? Ik heb geen zekerheid. Ik heb nergens zekerheid over. Ik zei vorige week tegen de pers ook: als ik hier van de roltrap val, dan ben ik dood. Ik ben dus zelfs niet zeker dat ik vanavond levend dit pand verlaat. Dus ik vind dat zulke rare vragen altijd: welke zekerheden heeft u, welke garanties heeft u? Garantie krijg je op de wasmachine. Dat is waar je garantie op krijgt. Maar wij gaan hiervoor, wij strijden hiervoor. Het is een goed doordacht akkoord. De handtekeningen van alle vier de partijen staan eronder, ook van de VVD, ook van NSC en ook van de PVV. Je hebt natuurlijk nooit garanties, maar je zet er niet iets waarvan je niet gelooft dat het kan. Het kan wel. Er zijn landen die ook met een onmogelijke taak naar Brussel zijn gegaan en die het ook lukt.
Wij hebben redelijk vaak gehoord dat er in Brussel tegen ons wordt gezegd: er is hier, in Brussel, gewoon verbazing over hoe weinig zichtbaar Nederland is om dingen te bereiken voor het land. Andere landen lopen daar met honderden mensen rond. Ngo's, de Greenpeacen van de wereld: allerlei organisaties zitten daar elke dag met z'n honderden en die zitten de hele dag koffie te drinken met Europarlementariërs, met ambtenaren. Die zitten allemaal dingen door te geven. Mevrouw Bikker kan nee schudden, maar dat is wat er daar gebeurt. En wij zijn Nederland. Wij willen altijd voorloper zijn en we willen koploper zijn, maar ondertussen hebben we onszelf daar heel gedienstig neergezet. Dat is ook, zeg ik via de voorzitter tegen mevrouw Bikker, wat wij horen in Brussel. Dat is niet even meneer weet ik veel wat met welke achternaam die ons dat even op straat zegt: hé, heb je dat gehoord? Nee, wij praten ook met mensen. We zijn niet gek. We hebben heel veel contacten in Brussel. Dat is overigens ook de reden dat we meedoen aan de Europese verkiezingen 6 juni. Stem BBB, zeg ik er maar even bij.
De voorzitter:
Zo, even een commercialtje. Meneer Timmermans.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Laat ik vooraf zeggen: ik ben ook weleens een keer in Brussel geweest en Nederland is best goed met lobbyen in Brussel, hoor. Steek je licht niet onder de korenmaat. Nederland heeft daar een goed diplomatiek ambtenarenapparaat. LNV is daar heel goed vertegenwoordigd. LTO is daar ook heel goed vertegenwoordigd. Dus het laatste waar ik me zorgen over zou maken, is het lobbyen vanuit Nederland. Maar laat ik even teruggaan naar wat voor mij de kern van de zaak is. Brussel, geen Brussel: we hebben in Nederland twee heel grote problemen. Dat is dat onze natuur zich niet meer kan herstellen omdat er onder andere te veel stikstofdepositie in de natuur is. Het tweede probleem is dat de waterkwaliteit belabberd is in Nederland. Dat heeft heel veel met nitraat te maken. Dat betekent dat we die problemen moeten oplossen, of dat nou door Brussel gevraagd wordt of niet. We zullen die problemen moeten oplossen.
Ik vind dat de landbouw een deel van de oplossing kan zijn. Ik vind ook dat we in dit land een balans kunnen vinden tussen een gezonde natuur en het bedrijven van een gezonde landbouw dat duurzaam is. Maar daarvoor is wel een gigantische transitie nodig en voor die transitie is heel veel geld nodig. Daarom vind ik het zo jammer dat in dit akkoord niet meer de 15 miljard staat die zou hebben kunnen helpen om die transitie voor heel veel boeren ook mogelijk te maken. Mevrouw Van der Plas zal het toch niet met mij oneens zijn dat de meerderheid van de boeren dondersgoed weet dat de veestapel kleiner zal moeten worden als we dit willen oplossen. Dat betekent niet dat er geen verdienmodel meer is, maar het zal op een andere manier moeten. Die transitie zal vanuit de overheid ondersteund moeten worden. Maar biedt boeren in hemelsnaam geen valse hoop, want dan is de teleurstelling nog twee keer groter. Het allerlaatste wat ik zou willen, is dat we in een situatie van koude sanering belanden. U kunt GroenLinks-Partij van de Arbeid er altijd op aanspreken om samen met u daar oplossingen voor te vinden, maar we kunnen niet wegstrepen dat onze natuur moet kunnen herstellen en de kwaliteit van het water beter moet. Anders raakt het rechtstreeks de volksgezondheid. Dan zouden we zeer onverantwoordelijk bezig zijn.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat zijn hele grote woorden die de heer Timmermans hier gebruikt. Hij zegt dat het de volksgezondheid raakt en dat de waterkwaliteit beter moet. Nederland is een delta, dus we liggen laag. Dat betekent dat water uit grote delen vanuit het zuiden en het oosten van Europa Nederland binnenstroomt. In Duitsland zijn de stikstofnormen voor het water veel hoger dan in Nederland. In België zijn ze ook hoger. Wij hebben hele strenge normen. Die zijn veel strenger dan in Duitsland en België. Dus waar de Maas bij wijze van spreken in het zuiden ons land binnenkomt, aan de Duitse kant, of aan de Belgische kant ...
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De Maas komt uit België. Ik woon er toevallig.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, zeker. Maas, Waal, Rijn, IJssel. Ja, ook de IJssel. Dat is weer een zijtak van de Rijn. Ik ben ook op school geweest, hoor. Maar de heer Timmermans weet wat ik bedoel. De rivieren die uit het zuiden of het oosten het land binnenkomen, krijgen in Duitsland of in België de kwalificatie "in orde", maar zodra ze in Nederland zijn, is de waterkwaliteit niet goed. Dat heeft te maken met de strenge normen die wij in Nederland hebben. Wij als Nederland hebben er zelf voor gekozen om heel Nederland als kwetsbaar gebied aan te wijzen, terwijl niet elk gebied kwetsbaar is en niet in elk gebied de waterkwaliteit overal even goed of even slecht is. Dat willen wij veranderen. Ik wil de heer Timmermans ook nog wel eventjes herinneren aan het gesprek dat wij hier hadden vorig jaar, toen wij met grote overmacht de Provinciale Statenverkiezingen hadden gewonnen en in alle provincies de grootste waren geworden, en ook niet voor niks een aanzienlijk aantal zetels hebben behaald in de waterschappen, met deelname aan 21 van de 21 waterschappen.
De voorzitter:
Ja, en nu even terug.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat zijn leuke tijden; daar heb ik het zo graag over. Maar nu even terug. Toen heb ik de heer Timmermans hier uitgenodigd. Ik vond het zeer aardig dat hij ook de moeite nam om daarvoor naar Den Haag af te reizen. Toen hebben wij hier een heel gesprek gehad. De heer Timmermans als Eurocommissaris is een heel andere heer Timmermans als fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA. De heer Timmermans heeft in dat gesprek gezegd: wij zijn het een beetje zat om de boeman te zijn van Nederland; constant wordt er tegen de EU gezegd dat het allemaal niet van Europa mag, en dat ben ik wel een beetje beu, want er mag heel veel binnen Europa. Toen heb ik aan de heer Timmermans nog het volgende gevraagd. In de Vogel- en Habitatrichtlijn bijvoorbeeld zit een uitzonderingsregel. Dat is iets technisch; dat hoef ik niet helemaal uit te leggen. Wanneer is iets dan een crisis? Wanneer kun je dan spreken van een crisis? Toen zei de heer Timmermans tegen mij: "Dat bepaalt elke lidstaat zelf. Die legt dat voor aan Brussel. Jullie moeten eens ophouden met zeggen dat Brussel zo streng is, want dat zijn wij helemaal niet." Maar als GroenLinksfractievoorzitter zit de heer Timmermans hier een ander verhaal af te steken. Vorige week zei hij tegen de pers: het is allemaal wensdenken; ze zien je in Brussel aankomen. Jawel, meneer Timmermans, zeg ik via de voorzitter.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Nee, mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik kan me dat gesprek nog heel goed herinneren en u kan dat iets minder.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik kan dat ook. Ik heb toen heel helder tegen u gezegd dat de doelen onveranderlijk zijn, namelijk dat de natuur zich moet kunnen herstellen, maar dat Nederland in de manier waarop het dat doet, veel meer ruimte heeft dan het zegt. Dat heb ik toen tegen u gezegd; dat zeg ik nu weer tegen u. Daarom ben ik net begonnen door te zeggen: het doel is dat de natuur de ruimte krijgt om zich te herstellen. Die ruimte krijgt de natuur op dit moment niet. Daar gaan we allemaal een hele hoge prijs voor betalen, te beginnen bij de boeren. Dus als u de boeren echt wil helpen, en daar wil ik u in bijstaan, dan zullen we ervoor moeten zorgen dat we een transitie tot stand brengen die duurzaam boeren mogelijk maakt. Dat kost geld. Dat geld heeft u nou net geschrapt in de begroting die u samen met uw partners heeft opgesteld. Dáár maak ik me zorgen over. Want uiteindelijk keert de wal het schip. Uiteindelijk zult u gedwongen worden om de waterkwaliteit te verbeteren en de stikstofdepositie te reduceren. Dan dreigt voor boeren een koude sanering. Ik wil er alles aan doen om dat te voorkomen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat wil de heer Timmermans niet. Dat is nou juist het grote probleem. Hij wilde het ook niet toen hij Eurocommissaris was. Er ligt bijvoorbeeld een rapport van het RIVM. Dat is een wetenschappelijk rapport. Er ligt ook een rapport van Herman de Boer van de universiteit van Wageningen. Daarin wordt duidelijk gesteld dat de uitspoeling van nitraat naar water bij het gebruik van kunstmest vele malen hoger is dan bij het gebruik van dierlijke mest. Dat rapport is uiteindelijk een keer, zij het te laat, in Brussel terechtgekomen. Niemand doet er daar wat mee. We weten dat boeren minder stikstof uit dierlijke mest op het land mogen brengen, nu de derogatie afgebouwd wordt.
We weten hier — het is willens en wetens — dat dat uiteindelijk door kunstmest vervangen moet worden. Want gras groeit niet alleen op water en zonlicht, zoals heel veel mensen denken. Boeren moeten kunstmest gaan gebruiken. We weten hier nu al dat dat tot een hogere uitspoeling van nitraat op het oppervlaktewater gaat leiden. Dat weten wij. Dat weten ze in Brussel ook. En er is geen mens die zegt: ho, maar dit gaan we niet doen! Want wat krijg je over drie of vier jaar? Dan wordt er weer waterkwaliteit gemeten. Dan blijkt dat de nitraatuitspoeling hoger is door het gebruik van kunstmest, waartoe boeren gedwongen worden, omdat ze geen gebruik meer mogen maken van het natuurlijke product mest. De nitraatuitspoeling wordt dus hoger. Dan zegt Brussel: Nederland, u houdt zich niet aan de afspraken; we gaan u nog harder pakken. Dát wil ik niet. Daarover wil ik het in Brussel hebben: Waarom hebben jullie daar niks mee gedaan? Waarom is er niet naar geluisterd?
Zijn die rapporten goed genoeg onder de aandacht gebracht? Ik wil dat weten. Wat kunnen we doen, zonder in Brussel vijandig te zijn? Ik ben dat totaal niet; ik ben hartstikke vriendelijk. Ik ben af en toe een beetje fel, maar ik ben vriendelijk. Dát wil ik weten. De heer Timmermans heeft daar niets aan gedaan en hij gaat er hier in deze Kamer ook niets aan doen. Want nu ga ik even naar de lottoboer: ik ga u voorspellen dat als wij daartoe een motie gaan indienen, de handen in de twee linkervakken hier niet omhooggaan.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Afrondend, voorzitter. Laat ik zeggen dat het gesprek nogal meandert.
De voorzitter:
Nou ...
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Helemaal niet.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik wil bij mijn conclusie blijven. We zullen minder stikstof moeten laten neerdalen om onze natuur de ruimte te geven om te herstellen. We zullen minder nitraat in de natuur moeten brengen om de waterkwaliteit omhoog te brengen. Dat gaat helaas niet zonder een reductie van de veestapel. Laten we dat op een manier doen waarop we boeren een perspectief op de toekomst geven. Trek daar voldoende geld voor uit. Dan hebben de boeren een perspectief en onze natuur ook.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, ik ga het dan nog een keer zeggen en nu op het gebied van stikstof. Er liggen rapporten van de Universiteit van Amsterdam. Er ligt een rapport waarin wordt aangegeven dat het na zoveel honderd meter van een boerenbedrijf helemaal niet zeker is waar die stikstof neerdaalt. Dat is niet aan te tonen. Er is een onderzoek van de NOS van een paar maanden geleden dat heeft aangetoond dat al die miljarden, die miljarden die we hier zo graag rondstrooien om die boeren maar weg te krijgen en die in het uitkopen van duizenden boeren gestoken worden, nog niet eens 2% tot 3% stikstofreductie zullen betekenen. Op mijn vragen of we weten wat het dan gaat doen, of we weten wat er dan gebeurt en of we weten dat dat gaat helpen, heeft de minister voor Natuur en Stikstof hier letterlijk gezegd: nee. Dat was het antwoord: dat weten we niet.
Er komen straks ook nog klimaatmaatregelen aan; daar hebben we ook vragen over gesteld. Weten we wat die maatregelen gaan doen? Weten we dat dat gaat helpen? Nee, dat weten we niet. De minister voor Klimaat, de heer Jetten, heeft hier wel gezegd dat alles wat we doen, al die miljarden die we uitgeven, 0,000036 graad opwarming van de aarde gaat schelen. Nou, ik kan u vertellen dat, als ik onder de douche sta, ik er niks van merk als ik mijn kraan 0,000036 graad warmer of kouder zet. En wij gaan hier wel rigoureuze maatregelen treffen, rigoureuze maatregelen om die boeren hier weg te halen. We weten niet wat het gevolg is en ik weet wel wat het gevolg is; dat kan ik in ieder geval zeker weten. Het landschapsbeheer gebeurt niet meer. Ik zou nog graag even mijn zin willen afmaken, voorzitter.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het landschapsbeheer gaat eraan. Want wie gaat ons landschap beheren? Wie gaat dat betalen, vraag ik aan meneer Timmermans. Dat is wat de boeren nu doen, hè. Daar moet straks ook voor betaald worden. Hoeveel miljarden gaat dat kosten? Worden die op de burger afgewenteld? En wie gaat al die boerderijen vervangen die ook een agrarische kinderopvang hebben of een zorgboerderij zijn, en die ook weggaan? Wie gaat dat doen? Wie gaat die kinderen opvangen? Wie gaat zorgen voor die mensen die nu dagelijks op die boerderij zijn? Wij krijgen daarover dagelijks mails van mensen die daar bezorgd over zijn. Wie gaat dat doen? Dat weet de heer Timmermans niet. De heer Timmermans had dit kunnen stoppen toen hij EU-Commissaris was en dat heeft hij niet gedaan. Hij gaat het hier zeker niet doen.
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik hoorde mevrouw Van der Plas net iets zeggen wat me uit het hart gegrepen is, namelijk dat al die klimaatplannen en al die duurzaamheidsplannen, als alle modellen kloppen, maximaal een Nederlands effect op het klimaat zouden hebben van nul komma nul nul zoveel graden. Dat heb ik ook al vaak gezegd. Het is dus volkomen futiel; het slaat helemaal nergens op om onze hele economie op te offeren voor dat soort volstrekt verwaarloosbare temperatuurschommelingen. Ik ben blij dat mevrouw Van der Plas het daarmee eens is. Maar ik begrijp niet waarom stat er in het akkoord zoals we dat hebben gezien, helemaal niets staat over het verlaten van die klimaatdoelstellingen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat is omdat wij hebben afgesproken dat wij ons aan verdragen houden. Dat kan de heer Baudet niet leuk vinden, maar zo is het nou eenmaal.
De heer Baudet (FVD):
Ja, en vindt u het zelf wel leuk of vindt u het eigenlijk ook niet zo leuk?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Daar hoef ik hier niet op in te gaan. Ik heb mijn mening over klimaatverandering en ik constateer dat er klimaatverandering is. De eerste groep die daar last van heeft, is die van de boeren. Er is ook bijna geen boer die het niet inziet, behalve dan misschien die halve boer waar u op het erf komt. De meeste boeren willen wel degelijk verduurzamen. Dat vinden ze ook helemaal niet erg, want zij zijn rentmeester van hun grond, van hun boerderij. Zij geven de aarde graag door aan de volgende generatie. Dat heeft niks met linksigheid of wollensokkenpraat te maken, maar met verantwoordelijkheid voor de generatie die na je komt. Klimaatverandering is ook van miljarden jaren. Ik heb net nog een stuk gelezen over het uitsterven van de dinosaurussen door een meteoriet of vulkaanuitbarstingen. Dat zou kunnen; dat heeft niks met het klimaat te maken. Maar je ziet wel dat we in de tijd dat de dinosauriërs hier leefden, een heel ander klimaat hadden, een heel ander klimaat. Ik bedoel: Antarctica is ook ooit tropisch geweest. De linkse hoek raakt nu wat verveeld door deze realistische praat. Ze mogen best gaan dineren, maar ik praat daar wel graag over, ook omdat wij uit onze eigen achterban — die is vrij groot — horen van boeren: wij vinden het helemaal niet erg om maatregelen te treffen, maar wij willen wel gewoon een eerlijk beleid, een realistisch beleid, een draagbaar beleid en een uitvoerbaar beleid; help ons daarbij. Forum voor Democratie zegt van alles: nee, dat is niet zo. Dat helpt niet. Dan komen we nergens.
De heer Baudet (FVD):
Ik hoor mevrouw Van der Plas dus aan de ene kant sceptisch over het nut van 0,00 zoveel graden minder opwarming. Daar zijn we het over eens. Aan de andere kant zegt ze: we zijn overeengekomen dat we ons aan de verdragen gaan houden. Inderdaad, de verdragen die vorige kabinetten hebben afgesloten, verbinden ons, Nederland, om uiteindelijk naar helemaal CO2-uitstootneutraal te gaan. Daar is natuurlijk ook een Nederlandse vertaling van gekomen in de Klimaatwet, zoals u weet. Maar dat gaat op een gegeven moment toch wringen. Ik kan me ook wel voorstellen dat u zegt: laten we één stap zetten en dan zien we hoe het later verdergaat. Maar ik zou daarover toch iets van reflectie willen. Nul CO2-uitstoot, helemaal CO2-neutraal, betekent wel een waanzinnige ombouwing van Nederland, die veel groter is dan wat u nu zegt. Natuurlijk is het waar dat boeren als rentmeester ook best op een normale manier met de natuur willen omgaan. Maar de implicaties van nul CO2-uitstoot netto voor Nederland zijn veel groter dan dat. Dat is ook eigenlijk volstrekt onhaalbaar, als je het even normaal gaat uitrekenen. Misschien kan mevrouw Van der Plas daar toch nog iets over zeggen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Wij hebben als BBB altijd aangegeven dat beleid haalbaar, uitvoerbaar, betaalbaar en draagbaar moet zijn. In die zin kan ik een eind meegaan met de heer Baudet. Wij willen als BBB niet dat er weer extra doelen bovenop komen. Wij zijn er in Nederland goed in om dat wat de Europese Unie tegen ons zegt extra, sneller en meer te doen. We hebben in het hoofdlijnenakkoord ook op meerdere onderwerpen gesteld: geen nationale koppen boven op Europees beleid. Dit betekent zoveel als: geen extra regelgeving boven op Europees beleid doen. Zo staan wij erin. Tot die tijd staat het in Nederland ieder Kamerlid vrij om nieuwe wetsvoorstellen te doen om verdragen of wetten aan te passen. Als we dat nooit hadden gedaan in Nederland hadden we nog kinderarbeid gehad en geen stemrecht voor vrouwen. Sommige mensen in Nederland zullen er misschien wel blij mee zijn als vrouwen niet meer mogen stemmen. Dat is een grapje trouwens. Dit gaat weer een heel eigen leven leiden. Dat had ik niet moeten zeggen. Dat is mijn antwoord.
De voorzitter:
Dank u wel. Kunt u ons naar het diner praten? We hebben eerst nog een interruptie van de heer Jetten.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Mevrouw Ouwehand komt ook nog, dus het duurt nog wel een uurtje voordat we hier klaar zijn, denk ik.
De voorzitter:
Dat kan iets sneller, denk ik.
De heer Jetten (D66):
Misschien om het vorige onderwerp nog af te ronden: de btw op bioscopen blijft gelukkig wel nog laag. Don't look up is een filmtip die ik aan mevrouw Van der Plas zou willen meegeven. Maar ik heb een ander thema, want er is één zinnetje in het coalitieakkoord waarop ik eigenlijk al een week zit te kauwen. Misschien kan mevrouw Van der Plas mij helpen. Wat is "politiek neutrale seksuele voorlichting"?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
In ons beeld is dat dat kinderen seksuele voorlichting kunnen krijgen zoals wij dat vroeger ook op school hebben gehad. Dat is wel handig voor kinderen die in groep 7 of 8 zitten. Jongens gaan dan richting de puberteit en meisjes gaan menstrueren. Dan is het wel handig dat je weet dat je van seks met een jongen kindjes kan krijgen. Voorlichting over voortplanting en over hoe het lichaam in elkaar zit: zo hebben wij het op school gehad. Wij vinden ook dat dat moet blijven. Wij zijn er niet voor dat dat wordt afgeschaft. Er zijn ook heel veel kinderen die thuis die voorlichting niet krijgen. Dan is het wel goed dat scholen dat oppakken. Maar al die gekkigheid die over kinderen wordt uitgestort als ze 5 of 6 jaar oud zijn … Dat ze leren hoe ze … Mag ik dat woord zeggen, voorzitter? Nee? U weet het wel. Dat ze leren hoe ze bepaalde seksuele handelingen moeten verrichten aan de onderkant van het lichaam van een andere persoon — laat ik het zo zeggen — dat is toch niet normaal? Dat gaan wij kinderen toch niet vertellen? Alsjeblieft. Dat is hoe ik erin sta.
De heer Jetten (D66):
Ik was al even bang dat je bij politiek neutrale seksuele voorlichting leert dat je alleen nog maar met je rechterhand en niet met je linkerhand mag masturberen. Dus dit eerste antwoord valt me nog mee. Maar hier zit natuurlijk wel een heel verkeerd mensbeeld onder. Het is niet zo dat we in Nederland op scholen massaal aan onze kinderen hele belachelijke dingen leren. We leren hen tegenwoordig alleen net even iets meer dan alleen maar het feit dat je als meisje in de puberteit ongesteld kan worden of dat als een mannetje en vrouwtje met elkaar in bed belanden daar een baby uit voort kan komen. Gelukkig leren we tegenwoordig bij seksuele voorlichting aan jongeren ook dat seks iets is wat je met consent doet, dat het ook om plezier kan gaan, dat je als jongen en jongen of als vrouw en vrouw op elkaar verliefd kan worden en met elkaar seks kan hebben. We leren ook dat er in het hele spectrum meer is dan alleen maar die man en die vrouw. Dat zijn gewoon voorlichtingstaken die jongeren helpen om weerbaarder en sterker te zijn, en om niet in hele vervelende situaties terecht te komen. Maar door dat zinnetje "politiek neutrale seksuele voorlichting" in het coalitieakkoord wordt de indruk gewekt dat we hier aan de lopende band jongeren en kinderen niet-neutrale voorlichting aan het geven zijn. Waarom was het zo nodig om dat op te schrijven?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou, omdat wij vinden dat het moet blijven bij de normale seksuele voorlichting. Ik vind het bijvoorbeeld heel ongemakkelijk om kinderen van 5, 6 jaar oud mee te nemen in vragen over wat seks is, en met mij vinden heel veel Nederlanders dat. Kijk, ik weet niet hoe het vroeger bij de heer Jetten ging, maar op het moment dat ik leerde dat een mannetje en een vrouwtje seks hadden en daarvan een kindje kregen, dacht ik: dat hebben mijn vader en moeder dus ook gedaan. Ik schrok me helemaal kapot, want dat wilde ik helemaal niet. Ik wil helemaal niet dat ze dat hebben gedaan! Ik wil dit niet horen! Ik was toen 12 of 11. Laat staan hoe dat is als je 5 bent. Ik heb er redelijk lang over moeten doen om dat trauma …
De voorzitter:
Nou, bent u er überhaupt wel overheen gekomen?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, zeker, zeker. Mijn kinderen hebben dat trauma nu! Dat gaat van generatie op generatie, kan ik u vertellen. Maar joh, als een kind 5 of 6 is, gaan we dat toch niet doen? Hou op. Weet je, die ouders kunnen dat zelf vertellen als ze dat nodig vinden. Laten we dat op school niet doen. Laten we weer gaan lezen, schrijven en rekenen. Ik weet wat de volgende vraag is, namelijk: waarom gaat de btw op de boeken dan omhoog? Ik vul die maar even in voor de heer Jetten, want dat scheelt hem weer een interruptie. Ja, kijk, dat kinderen bijna niet meer kunnen lezen of schrijven, is het gevolg geweest van jarenlang beleid waarbij wij in ieder geval niet een coalitie zaten.
De voorzitter:
Afrondend, afrondend.
De heer Jetten (D66):
Dat was niet mijn volgende vraag. Ik kan mevrouw Van der Plas geruststellen dat toen ik seksuele voorlichting kreeg over een mannetje en een vrouwtje, dat vrij weinig indruk op mij heeft gemaakt. Maar ik heb in al die jaren op de basisschool en de middelbare school nooit geleerd dat er ook andere mogelijkheden waren, net zoals heel veel andere kinderen en jongeren in Nederland. En als je geen goede seksuele voorlichting krijgt, dan kan dat gewoon leiden tot hele kwetsbare en onveilige situaties. Als je, zoals in dit coalitieakkoord staat, gaat bezuinigen op preventie en de GGD's, dan betekent dat dat kwetsbare groepen, die vaker in seksueel onveilige situaties terechtkomen, daar de komende jaren minder hulp voor kunnen gaan krijgen.
Ik wil toch wel één ding heel duidelijk maken: het is een fabeltje dat we kinderen van de leeftijd 5 en 6 dingen leren die ze niet horen te leren. Die seksuele voorlichting op Nederlandse scholen gebeurt al vele jaren ontzettend professioneel, met aandacht voor leeftijdsgroepen, en in de afgelopen jaren gelukkig ook met meer aandacht voor diversiteit en de kant van vrouwen en de lhbti-gemeenschap bij seks. Door dat ene zinnetje op te schrijven heeft u toch geïnsinueerd dat er een heleboel foute dingen gaande zijn in Nederland. Door te bezuinigen op preventie en de GGD's maakt u het straks moeilijker om voor veilige seksuele voorlichting en ondersteuning te zorgen. Dat is echt een hele foute keuze. Ik praat er graag nog een keer wat langer met u over door, want dit moeten we echt niet gaan doen. Seksuele voorlichting gaat uiteindelijk om de veiligheid van jongens, meisjes en iedereen van de lhbti-gemeenschap.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Laat ik vooropstellen en duidelijk maken dat ik er niet tegen ben dat kinderen leren dat ook mannen samen kunnen zijn of vrouwen samen kunnen zijn. Dat heb ik nooit gezegd. Dat staat daar ook niet in, natuurlijk niet. Natuurlijk vind ik normaal dat kinderen dat leren. Waar ik het over heb, is de explicietheid van zaken. Die krijgen wij gewoon terug van ouders. We krijgen gewoon toegestuurd wat er in lesjes staat. Dat gebeurt gewoon. Dan kan de heer Jetten wel zeggen dat dit niet zo is, maar dat gebeurt gewoon wel. Dat is wat wij niet willen. Ik heb gezien dat er inmiddels ook aan a bij de letterbak is gekomen: lhbtiqa+. Sorry, daar ben ik misschien te onwetend voor, maar ik heb geen idee waar de a voor staat. Jongens, laten we het nu gewoon behapbaar houden voor de leeftijdsgroep. Dat staat er ook in: het is toegesneden op de leeftijdsgroep op de basisschool. Laten we al die gekkigheid die er verder bij zit, zoals ik die daarstraks heb beschreven, gewoon even achterwege laten.
De voorzitter:
Kunt u teruggaan naar uw tekst? Dan kunt u afronden en dan gaan we naar het diner.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik ga zeker terug naar mijn tekst. Even kijken waar ik was gebleven.
Voorzitter. Een van de sterkste schouders die Nederland dragen, zijn onze politieagenten. De inzet van de politie in Nederland is voor ons onmisbaar en essentieel om Nederland vrij en veilig te houden. Wij hebben grote waardering en respect voor alle politieagenten en al die mensen die elke dag voor onze vrijheid en veiligheid staan. Naast het geld dat wij in het hoofdlijnenakkoord hebben vastgesteld, is het vooral belangrijk dat de politie in haar taken wordt ontlast. Te vaak moeten zij dingen doen die niet tot hun basistaken behoren, zoals de zorg voor verwarde personen of de administratieve rimram in de asielketen oplossen. Deze taken horen niet tot de basistaken en moeten worden gedaan door andere daarvoor opgerichte organisaties. Of inzet bij demonstraties, de politie moet daar staan om te faciliteren, maar niet om met honderden uit het hele land te zijn opgetrommeld omdat er geweld of ordeverstoringen worden verwacht. Er zal dan ook onderscheid worden gemaakt tussen vreedzaam demonstreren en ordeverstorende acties. Bedreigingen en geweld worden niet getolereerd. Notoire relschoppers worden hard aangepakt en gestraft. Voetbalhooligans zullen ook harder worden aangepakt, bijvoorbeeld naar het Engelse model.
Samen met de politie en de veiligheidsketen gaan we kijken waar de middelen het meest effectief kunnen worden ingezet. Zo hebben wij ook afgesproken dat er meer zichtbare aanwezigheid en meer politie en politieposten moeten komen in de wijken, in de buurten en in de regio. Ook de recherche moet worden versterkt. Wanneer extra inzet nodig is voor onze politie, zullen wij daar met elkaar natuurlijk ook altijd naar kijken. Wij doen dat in het belang van de politiemensen die ons land veilig en vrij houden. En wij doen dat daarmee in het belang van de burger die recht heeft op vrijheid en veiligheid.
Voorzitter. Om af te sluiten een stukje eerlijkheid. Is alles in het akkoord van de ene op de andere dag uitvoerbaar? Wordt het in de komende jaren alleen maar zoet en geen zuur? Kunnen we alle 18 miljoen Nederlanders allemaal even tevreden houden? Zullen deze plannen zonder slag of stoot het licht zien? Op al deze vragen is het antwoord: nee. Maar wij zullen er wel elke dag knetterhard aan werken. Wij doen dit werk niet omdat het makkelijk is, maar juist omdat het moeilijk is. Wij doen dit voor een BBBeter Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors tot 20.00 uur voor het diner.
De vergadering wordt van 18.54 uur tot 20.04 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Bontenbal van het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. In een van de reconstructies in de krant las ik dat, toen er nog steeds gedoe was over de titel van het akkoord, BBB-collega Henk Vermeer geïrriteerd gezegd zou hebben: "We gaan er geen CDA-tekst boven zetten." Dat lijkt mij een terechte opmerking van collega Vermeer, want dit akkoord bevat inderdaad weinig CDA-tekst.
Voorzitter. Het zoeken naar een nieuwe coalitie en het formeren van een nieuw kabinet na Tweede Kamerverkiezingen is altijd een moeilijk proces. Hoewel de inhoudelijke en ideologische verschillen tussen de verschillende partijen blijven bestaan, moet er een gemeenschappelijke basis gevonden worden. Na de confrontatie in de verkiezingscampagne moet de kunst van het compromis beoefend worden. Het vraagt om een democratische gezindheid, of ethos, om er toch met elkaar uit te willen komen. Het belang van ons land is immers groter dan het belang van de eigen partij. Dat belang reikt verder dan het hier en nu.
In het hoofdlijnenakkoord mist het CDA een gemeenschappelijke visie op de toekomst van Nederland. Het is één akkoord, met vier verschillende verhalen. Elke partij heeft haar eigen wensenlijst opgeschreven. Voor het CDA is de visie die nodig is voor Nederland glashelder: na decennia van individualisering en nadruk op het ik moeten we opnieuw werken aan een sterke, verantwoordelijke samenleving. Een samenleving waarin mensen omzien naar elkaar. Een samenleving die bereid is te investeren in een toekomst van een Nederland van alle Nederlanders, en die geen genoegen neemt met de bescherming van de status quo. Het CDA zal losse voorstellen van het nieuwe kabinet daarom beoordelen aan de hand van deze vraag: draagt het voorstel bij aan een sterke, verantwoordelijke samenleving? Dat doen we niet zozeer vanuit een oppositierol als wel vanuit ons verantwoordelijkheidsbesef dat de toekomst van Nederland mede in onze handen ligt.
Laat ik beginnen met de goede voorstellen in het akkoord. Het akkoord bevat op veel punten een voortzetting van het huidige beleid. Dat is een goede zaak, want er is ook stabiliteit in beleid nodig. Ik denk dan aan de hervormingen op de arbeidsmarkt, de inzet op volkshuisvesting, het grotendeels intact laten van het klimaatbeleid, de voortzetting van de steun aan Oekraïne, de investering in defensie en het verhogen van het kindgebonden budget om gezinnen sterker te maken.
Mijn fractie heeft ook veel vragen bij dit akkoord. Die vragen heb ik ook in mijn interrupties gesteld. Die zal ik niet herhalen. De belangrijkste vraag die ik aan de informateurs wil stellen, is welke juridische adviezen zij gekregen hebben over de migratieparagraaf. Dan doel ik vooral op de asielcrisiswet. Zijn de maatregelen die worden genoemd juridisch getoetst en dus uitvoerbaar?
Naast de goede voorstellen die het ook bevat, vindt de CDA-fractie dit een kil akkoord, een akkoord dat de samenleving niet sterker maakt. Dat betreuren wij. Het voorbeeld dat dit het meest zichtbaar maakt, is het afschaffen van de maatschappelijke diensttijd. Vanochtend demonstreerden de jongeren die hierbij betrokken zijn voor de Tweede Kamer om de maatschappelijke diensttijd in stand te houden. Jaarlijks maken inmiddels meer dan honderdduizend jongeren kennis met vrijwilligerswerk en de verantwoordelijke samenleving in de praktijk. Het CDA zal zich ervoor inzetten om de maatschappelijke diensttijd te behouden.
Voorzitter. Het akkoord is inderdaad geen CDA-tekst. Wel zal het CDA steeds met voorstellen komen — ja, meneer Vermeer, met CDA-teksten — die de samenleving op één gaan zetten. Want het gaat pas goed met ons als we het met elkaar goed hebben.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Dijk van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Mensen hebben de hoop dat de problemen van gezinnen en kinderen in armoede worden opgelost. PVV, VVD, NSC en BBB hebben het lef om de armoede niet op te lossen, maar op het niveau van 2024 te houden. Duizenden kinderen blijven zo in armoede leven, kinderen die niet mee kunnen doen. En ze zijn er nog trots op ook.
Mensen hebben de hoop dat de problemen voor mensen die zorg niet kunnen betalen worden opgelost. PVV, VVD, NSC en BBB hebben het lef om het eigen risico niet af te schaffen, maar pas over twee jaar te halveren en hiervoor ook nog eens de premie te verhogen. En ze zijn er nog trots op ook.
Mensen hebben de hoop dat de problemen van huurders met een te hoge huur wordt opgelost. PVV, VVD, Nieuw Sociaal Contract en BBB hebben het lef om de huren niet te verlagen, maar weer verder te verhogen. En ze zijn daar nog trots op ook.
Mensen hebben de hoop dat de problemen met migratie voor de samenleving opgelost worden. PVV, VVD, NSC en BBB hebben het lef om aan de ene kant een hardvochtig beleid op asiel te bepleiten, en zetten aan de andere kant de sluizen voor arbeidsmigratie wagenwijd open, om zo het verdienmodel van bedrijven met lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden in stand te houden en de samenleving voor de kosten te laten opdraaien. En ze zijn er nog trots op ook.
Het verkorten van de WW, het afschaffen van de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten, geen regeling voor vroegpensioen voor zware beroepen, geen verhoging van het minimumloon: bij elkaar 1 miljard aan bezuinigingen op de sociale zekerheid. Ook in de zorg tellen de bezuinigingen op tot bijna 1 miljard euro. Het onderwijs kent een vergelijkbare bezuiniging. Het is zo ontzettend onnodig! Het gaat niet om een onsje meer of een onsje minder. Het gaat niet om een procentpuntje hier of daar. Een verhoging van de koopkracht van 0,2% voor de laagste inkomens is niet genoeg. Dat is niet de inhaalrace die nodig is, zeker niet als de hoogste inkomens en de grootste vermogens er het meeste op vooruitgaan. Dat vergroot de ongelijkheid en de tweedeling juist.
Geen euro wordt er van de grote vermogens, de aandeelhouders, de beleggers en de bedrijfswinsten gevraagd; helemaal niks. Sterker nog, ze krijgen het geld met bakken in hun schoot geworpen. Dat kan dan weer wel geregeld worden, nu en meteen ook. Het wordt nu meteen geregeld, terwijl mensen moeten blijven wachten op het afschaffen van het eigen risico, op die lagere huren en op die hogere lonen. Het is glashelder welke belangen er hier gediend worden. Het is business as usual. Het is knettergek.
Het kan anders en het kan echt een stuk beter. Op 1 mei deed de SP het voorstel voor een nieuwe miljonairsbelasting, een vermogensbelasting van 5% op de vermogens boven de 5 miljoen euro. Dit zou een minimale bijdrage zijn van de 0,3% allerrijksten van ons land. Het levert 12,5 miljard euro op. Dit voorstel deden wij omdat wij vinden dat mensen die zich inzetten voor de samenleving en die de sociale vooruitgang dienen, nu ook echt sociale vooruitgang verdienen. Met deze bescheiden vermogensbelasting kan geïnvesteerd worden in onze publieke sector, in onze zorg, in het onderwijs, in de politie, in het ov, in de hele publieke sector. Het minimumloon kan omhoog, de bijstand kan omhoog, de AOW kan omhoog en het eigen risico kan helemaal afgeschaft worden.
Mensen hebben de hoop dat er geïnvesteerd wordt in onze samenleving, voor sociale vooruitgang en goede publieke voorzieningen. Het gaat om een samenleving zonder tweedeling en met meer gelijkheid. Mensen willen dat onze samenleving weer een samen-leving wordt, dat mensen geen honger hebben, dat mensen geen angst hebben voor de kosten die zij hebben als ze naar de tandarts gaan, dat mensen zich niet in hun thuis bedreigd voelen omdat ze de huur niet meer kunnen betalen. Mensen snakken naar een samenleving zonder grote onderlinge spanningen, die ook door politici worden aangewakkerd en gevoed, zonder dat alles en iedereen voortdurend tegen elkaar opgezet wordt. Mensen willen niet dat de samenleving wordt verdeeld, maar wel dat de welvaart eerlijker wordt herverdeeld. Dat is niet wat dit akkoord biedt. Dat is niet wat deze partijen gaan leveren. Daarvoor is meer nodig. Daarvoor zal de SP zich blijven inzetten. We zullen plannen die verdeeldheid en ongelijkheid veroorzaken, bestrijden. We zullen met nieuwe voorstellen blijven komen om de politieke druk voor sociale vooruitgang binnen en buiten dit parlement op te voeren.
Voorzitter, wij zijn er klaar voor. Laat die nieuwe premier maar komen, wie het ook mag zijn. Ik kan niet wachten.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Baarle van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Vandaag bespreken we het eerste radicaal-rechtse coalitieakkoord uit de moderne parlementaire geschiedenis. Het is een coalitieakkoord waarmee Wilders en zijn PVV door VVD, NSC en BBB worden genormaliseerd. Dit akkoord is een knieval voor racisme en moslimhaat. Jarenlang zaaide Wilders haat tegen Nederlandse moslims door de islam te vergelijken met kanker en natuurrampen en door de Koran gelijk te stellen aan Mein Kampf. Wilders stelde fascistoïde maatregelen voor, zoals het verbieden van de Koran en het sluiten van moskeeën. Wilders wilde minder, minder, minder Marokkanen. De conclusie van vandaag — dat is een gitzwarte conclusie — is dat je, als je jarenlang moslimhaat, discriminatie en racisme uitdraagt, mag gaan besturen in dit land. Wilders wordt door VVD, NSC en BBB beloond voor zijn discriminerende trackrecord. Zij moeten zich hiervoor kapotschamen. Ze openen de doos van Pandora en maken normaal wat niet normaal is.
VVD, NSC en BBB vinden het gedachtegoed van Wilders blijkbaar niet alleen normaal; ze gaan het ook gewoon uitvoeren. Er wordt ingegrepen in de vrijheden van Nederlandse moslims. De islamitische gebedsoproep gaat beperkt worden, de inspectie wordt op Koranscholen afgestuurd, de hoofddoek wordt geweerd uit de politieorganisatie, de vrijheid van onderwijs wordt ingeperkt en moskeeën die geld ontvangen uit het buitenland, krijgen een probleem. De anti-islamagenda van Wilders staat niet in de ijskast, maar is allang ontdooid en staat vers in dit akkoord. Het is wellicht algemeen geformuleerd, maar we weten waar het vandaan komt en wat het doel is. DENK zal zich hier keihard tegen verzetten.
Vluchtelingen en mensen met een migratieachtergrond worden in dit akkoord gewantrouwd. Nieuwkomers worden per definitie verdacht gemaakt van antisemitisme en moeten verplicht naar het Holocaustmuseum. Dat moet alleen maar omdat de PVV en de BBB denken dat antisemitisme in de islamitische cultuur zou zitten. Dat is islamofoob, maar ook hypocriet. Want wie de lessen van het verleden daadwerkelijk geleerd zou hebben, zou nooit een partij aan de macht helpen die de antisemitische omvolkingstheorie verspreidt.
Vluchtelingen raken rechten kwijt met onrechtstatelijke voorstellen zoals een asielcrisiswet, een beslisstop en het ontnemen van rechtsbijstand. In een democratie heeft iedereen rechten, dus ook nieuwkomers. Maar deze coalitie wil daar een hiërarchie in gaan aanbrengen. Het is "eigen volk eerst"-beleid, dat de problemen van de samenleving afwentelt op mensen die hiernaartoe vluchten. Het is ook beleid waarmee Nederland zich internationaal zal isoleren. Door ons zo op te stellen tegenover de internationale gemeenschap, op het gebied van vluchtelingen maar ook op het gebied van klimaat bijvoorbeeld, zal Nederland steeds vaker alleen komen te staan. Daar komt bovenop dat het budget voor ontwikkelingshulp totaal wordt uitgekleed, terwijl de wereld letterlijk in brand staat. Deze coalitie van Israël-knuffelaars doet daar nog een schepje bovenop door als Nederland weg te kijken van de Israëlische oorlogsmisdaden in Gaza en door als een van de weinige landen de ambassade van Nederland naar Jeruzalem te willen verplaatsen. Dat is radicaal isolationisme.
Voorzitter. Dit akkoord betekent ook een kaalslag wat betreft onze solidariteit en de kansengelijkheid in dit land. De investeringen in bestaanszekerheid zijn karig. De doelstellingen wat betreft armoede en kinderarmoede zijn gewoon lamlendig. De armoede gaat volgens het CPB zelfs stijgen. Er wordt bezuinigd op onderwijs en kansengelijkheid. Geld dat beschikbaar is voor kwetsbare jongeren, wordt daarmee weggeroofd. Langer doen over je studie, wordt beboet.
Terwijl heel veel Nederlanders hun rekening niet meer kunnen betalen, gaan deze vier partijen bijna 2 miljard euro aan snoepjes uitdelen aan rijke aandeelhouders, mensen met veel vermogen, grote bedrijven en de fossiele industrie. Tegelijkertijd moet de gewone Nederlander gaan betalen. Benzine en diesel worden duurder. Studeren wordt duurder. Tijdschriften en kranten worden duurder. Dan hebben we ook nog de Wilders-wokebelastingen, in de vorm van een vliegtaks en een belasting op plastic verpakkingen. Wie had ooit kunnen denken dat Wilders de agenda van Sigrid Kaag zou gaan uitvoeren?
Maar laten we ook hoopvol zijn: dit is een fatamorganakabinet. De asielmaatregelen gaan het niet halen bij de rechter, de miljardenbezuinigingen op de overheid gaan ze niet rond kunnen rekenen, en de miljardenbezuinigingen op de EU, de afdrachten, gaan er niet komen. Binnen de kortste keren moet het radicaal-rechtse kabinet terugkomen naar de Kamer en dan komt deze coalitie voor een splijtende keuze te staan: nog meer miljardenbezuinigingen of het kabinet laten klappen. Ik voorspel u: dit gaat klappen. Hoe dan ook, ik ga daar niet op wachten, wij gaan daar niet op wachten. DENK gaat zich op alle mogelijke manieren keihard verzetten tegen deze radicaal-rechtse combinatie, met alle parlementaire middelen die tot onze beschikking staan.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Donkere tijden voor Nederland: voor het eerst in de geschiedenis is er een radicaal-rechtse coalitie aan de macht. Dat komt niet uit de lucht vallen. Dat is het gevolg van jarenlange ophits- en zondebokpolitiek, waar onder andere de VVD, die in een existentiële crisis lijkt te zitten, toch wel enthousiast aan heeft meegewerkt met de PVV-corvee dat wij al jaren van ze kennen.
Voorzitter. We hoorden u vorige week een gedicht voorlezen van Lucebert. Ik zeg er eerlijk bij dat ik het niet altijd even gemakkelijk vind, maar dat gedicht heb ik wel vaker als inspiratie gebruikt: alles van waarde is weerloos. En alles van waarde heeft onze rechtsstaat nodig. De natuur waar we met z'n allen volledig afhankelijk van zijn, de bescherming van minderheden, het basale gegeven waar je op moet kunnen vertrouwen dat je gelijk bent hier in Nederland en dat je niet als minderwaardig wordt weggezet, als tweederangsburger wordt behandeld, dat je niet tegen elkaar wordt opgezet. Zo'n samenleving, daar is die rechtsstaat voor. Die rechtsstaat is ervoor om de macht te kunnen bevragen. Om tegenmacht te organiseren. Die rechtsstaat moet je dus respecteren.
Het was al een zeer zorgwekkend teken dat de coalitieonderhandelingen begonnen met: we moeten een basislijn vaststellen over de rechtsstaat. Ja, het was al de bedoeling dat je daar trouw aan bent en dat je die respecteert. Is die basislijn er gekomen, op 10 januari — ik weet de datum niet precies meer? Daarna hebben we allemaal antirechtstatelijke gedragingen gezien. En nu staan we hier toch te doen alsof de rechtsstaat in veilige handen zou zijn, want we hebben iets op papier geschreven. Ik dacht het toch niet. Ik dacht het toch niet.
Henk Kamp werd vandaag heel even aangehaald. Dit gedrag, dat je netjes op papier schrijft wat mensen willen horen … In zijn geval was dat "de veiligheid van Groningers staat voorop", maar dat bleek nergens uit. Dan kun je wel de samenleving opzadelen met vijf jaar afwachten of die belofte waar wordt gemaakt, maar die Groningers raakten zwaar in de problemen, en meer en meer en meer. Ze werden gewoon voorgelogen vanuit vak K.
Precies dat is niet exclusief voor een partij als de PVV of een partij als BBB; we zagen dat hier al. Dus wat we hier moesten doen, was die rechtsstaat versterken, verbeteren, zorgen dat we ons aan onze eigen wetten gingen houden, de uitspraken van de rechter over natuur en klimaat naleven, minderheden echt beschermen en niet tegen elkaar opzetten. Maar het tegenovergestelde gebeurt met dit akkoord.
Voorzitter. De dieren waren al opgeofferd voordat de partijen eruit waren. De dieren hadden wettelijke bescherming gekregen om ze eindelijk een keer op lange termijn te bevrijden uit de bio-industrie, maar dat is in de achterkamertjes al onderuit geschoffeld om de BoerBurgerBeweging ter wille te zijn, de partij die de loopjongen is van de agro-industrie. Dat zegt alles over deze coalitie, over de geest waarin ze kijken naar alles wat onze bescherming nodig heeft: kwetsbare vluchtelingen, minderheden, het recht om jezelf te zijn in deze samenleving. Wil je armoede echt oplossen, of zeg je dat maar een beetje en kies je er in de keuzes die je maakt in het coalitieakkoord toch voor om weer de rijken te ontzien? Doet het je echt iets dat we de vrije pers versterken, of leg je kranten een btw-verhoging tot 21% op? Dit soort keuzes. Nederland heeft een kabinet nodig dat staat voor alles wat kwetsbaar is en dat beschermt wat we nodig hebben om onze toekomst veilig te stellen.
Het meest illustratief zijn misschien nog wel de boeren. Kennelijk was de tragiek voor de boeren nog niet diep genoeg en moeten ze weer een rondje met valse beloften, weer een rondje met feitenvrije politiek en het laten aankomen op rechtszaken. Dit ondermijnt alles wat boeren nodig hebben. Want zij zijn de eersten die er last van hebben als de biodiversiteit nog verder achteruitgaat en het klimaat nog verder escaleert. Boeren hebben níéts aan het nog verder uitstellen van de transitie die nodig is, en burgers trouwens ook niet. Als ons drinkwater steeds vervuilder is — drinkwaterbedrijven waarschuwen nu al dat ze hogere kosten maken vanwege te veel mest, te veel gifstoffen — bij wie komt de rekening dan te liggen?
Wij weten hoe het afloopt en de Partij voor de Dieren zal met alles wat ze in zich heeft keihard vechten tegen dit schadelijke politieke project.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U krijgt een roffel van uw fractie. We gaan luisteren naar de heer Baudet van de fractie van Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Felicitaties aan de vier formerende partijen. Er ligt een akkoord, maar waarom moest dit nu zo ontzettend lang duren? Nooit zal ik begrijpen wat toch de functie is van al die politieke spelletjes die we de afgelopen maanden hebben gezien: het tijdrekken, het tussentijds weglopen, het dreigen, het weer lijmen, het half voordragen van een premierskandidaat om die vervolgens weer pootje te lichten. Nooit zal ik begrijpen wat de voltallige vaderlandse pers daar toch deed, elke dag weer, eindeloos wachtend voor de kamer waarin de gesprekken plaatsvonden. Waar dat hele circus mij wezensvreemd is, zie ik dat een groot aantal beroepspolitici er echt van geniet. Politieke spelletjes, een-tweetjes met de media, kleine valletjes zetten, iemand eerst excuses laten maken in De Telegraaf en daarna smalend zeggen: grapje, toch niet. Echt verbijsterend. Met het landsbelang heeft het niets te maken. Dat wilde ik even zeggen.
Dan nu de inhoud. Volgens mij is mevrouw Van der Plas een goed mens met het hart op de juiste plek. En Geert Wilders heeft over ongeveer 50% van de onderwerpen gelijk. Maar het akkoord, helaas, is voor minstens 80% voortzetting van het staande beleid. Ondanks wat ketelmuziek blijft op de grote thema's, zo lees ik, de koers gewoon hetzelfde. We krijgen geen nexit. Geen uitbreiding van referendummogelijkheden. Geen direct gekozen burgemeester. Geen wijziging van het klimaatbeleid. Geen heropening van het Groninger gasveld. Geen onderzoek naar wie Nord Stream 2 opblies. Ook geen opzeggingen van vluchtelingenverdragen. Geen stop op de invoering van CBDC, de uitrol van vijftienminutensteden, de macht van het World Economic Forum. Geen ruiterlijke verdediging van de vrijheid van meningsuiting. Geen woord over het pandemieverdrag. Zelfs geen statement over het stoppen van censuur op het internet. Niets van dit alles. Integendeel, het stikstofbeleid gaat door, de CO2-doelstellingen blijven gehandhaafd, de oorlog in Oekraïne gaat door, de steun aan de NAVO gaat door, de woeker van de verzorgingsstaat gaat door. Ook staat er niks over woke en lgbt in het akkoord. Niets over kinderen niet langer blootstellen aan hormoonblokkers en puberteitsremmers.
Wel komt er een constitutioneel hof, wat een absolute ramp betekent voor onze rechtsstaat en onze democratie, omdat een klein clubje globalistische linkse rechters dan de ultieme baas wordt in dit land. Er wordt gerept over aanpassing van ons kiesstelsel, wat niets anders kan betekenen dan verplichtingen aan partijen om aan allerlei criteria te voldoen, wat het veel moeilijker zal maken voor kleine getuigenispartijen zoals de onze om te overleven.
Dan de btw op boeken, theatervoorstellingen, concerten, enzovoorts, die meer dan verdubbeld wordt. Festivals worden duurder. Kaartjes voor voetbalwedstrijden worden duurder. Airbnb wordt duurder. Hotels worden duurder. Vliegtickets worden duurder. Ook de zorgpremie wordt onvermijdelijk duurder vanwege een onverantwoorde verlaging van het eigen risico. Ook de accijnzen op brandstof gaan met €0,21 per liter omhoog. Er komt een plasticheffing, een verhoging van de kansspelbelasting met meer dan 20%. Allemaal socialisme, allemaal big government. Cadeautjes voor specifieke groepen, voor zieligen, terwijl de sterkeren, de productieveren en gewoonweg de mensen die gemiddeld verdienen en gemiddeld leven het allemaal moeten betalen. De staatsafhankelijkheid wordt verder vergroot, de middenklasse wordt verder uitgeknepen en een aantal grote bedrijven blijft smullen van de groene subsidies, die gewoon voort zullen gaan.
Begrijp me goed. Natuurlijk ben ik blij met 130 kilometer per uur op de snelweg. Vanzelfsprekend juichen we de toezeggingen richting de boeren en de vissers toe. En we krijgen ietsjepietsje minder immigratie voor een paar jaar, totdat een volgend kabinet ongetwijfeld de sluizen weer wagenwijd open zal zetten. Maar laten we wel wezen: wát een teleurstellende migratieparagraaf is het toch eigenlijk. Want waarom geen intensivering van het remigratieprogramma? Waarom wordt illegaliteit niet strafbaar gesteld? Waarom geen opmerking over Schengen? Waarom niets over de desastreuze Amerikaanse regimechangeoperaties in het Midden-Oosten, die de oorzaak zijn voor veel vluchtelingenstromen? Waarom ging de PVV daar toch allemaal mee akkoord als dit de prijs is van een plekje aan tafel, de prijs van even de ring van de macht mogen dragen? Zelfs na zo'n eclatante verkiezingsoverwinning is het bestaan van het kartel toch echt bewezen. De poot stijf houden om te laten zien hoe weinig mensen in het land toch eigenlijk te zeggen hebben, was mijns inziens misschien een betere keuze geweest.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Stoffer van de Staatkundig Gereformeerde Partij.
De heer Stoffer (SGP):
Hoop, lef en trots: dat is de titel van het hoofdlijnenakkoord. Een drieslag doet het altijd goed, maar ik vroeg me af: wat zou ik erboven gezet hebben? Het flitste gelijk door mijn hoofd: geloof, hoop en liefde. Ik kom daar nog op terug.
Voorzitter. Na het bekend worden van de verkiezingsuitslag was breed de conclusie dat die uitslag vertaald diende te worden in een kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB. Ook de SGP adviseerde dat. Het akkoord dat vorige week is gesloten, leest als iets van gewone mensen. Daarom benaderen wij dat ook positief kritisch, nuchter en zakelijk, maar tegelijk waakzaam en alert.
Vandaag stip ik slechts een aantal concrete punten aan, een paar plussen en uiteraard een paar minnen. Een hoogst actueel punt is Israël, na het bloedbad van 7 oktober en het verterende vuur van het antisemitisme. Het akkoord straalt op dit punt vertrouwen uit. Een goed voornemen is het plan om onze ambassade van Tel Aviv te verplaatsen naar Jeruzalem. Ik zeg: symboliek doet ertoe.
De houding ten opzichte van de EU is meer zelfbewust. Binnen de EU moet meer ruimte komen voor verschillende afwegingen in plaats van te streven naar een superstaat. Onze boeren en vissers zouden er wel bij varen. Ook wat betreft migratie zijn wij positief gestemd. Er blijft ruimte voor hen die door vervolging en geweld geen kant meer op kunnen, maar er komt ook een broodnodige inperking van de instroom van migranten.
De SGP is blij dat in het hoofdlijnenakkoord ons gisteren ingediende wetsvoorstel om de NAVO-norm voor Defensie wettelijk te verankeren, is omarmd. Ik heb het gecheckt, meneer Wilders: het ligt bij de woordvoerder van uw fractie, de heer Pool. Ik verwacht dus dat het ook positief bekeken wordt.
Voorzitter. Ik wil ook een aantal gevarendriehoeken bij het akkoord zetten. Ik wil beginnen bij onderwijs. Respect voor de vrijheid van onderwijs moet blijken uit daden en niet uit woorden. Het is zorgelijk dat de burgerschapswet weer wordt aangescherpt. Verder zijn de plannen om meer toezicht te krijgen op informeel onderwijs ronduit vaag. Het gezin en de eenverdiener worden in het akkoord niet genoemd. Mijn vraag is: zien de vier partijen deze hoeksteen van de samenleving wel staan? Ook bij de medisch-ethische vraagstukken is waakzaamheid geboden. De verruimde abortuswetgeving, die door het vorige kabinet is ingezet, gaat door. Het voorkomen van abortussen zien we niet meer terug. Ook rond embryo's geeft de coalitie ruimte aan verruimingen.
De SGP zou het ook goed vinden als er meer erkenning zou zijn voor de rol van kerken in de samenleving, niet slechts als het gaat om de helpende hand voor de kwetsbaren, maar ook bij vragen over de zin van ieders leven en als bezielend verband voor de samenleving. De geestelijke nood is hoog.
De bezuinigingen op de hulp aan onze naasten, dichtbij en veraf, zijn de SGP een doorn in het oog. In het verlengde hiervan hebben wij grote moeite met het snijden in de giftenaftrek. Dat is funest voor goede doelen en komt geheid als een boemerang terug als de overheid zelf al het werk der barmhartigheid moet overnemen.
Tot zover onze eerste indrukken van het voorliggende hoofdlijnenakkoord. Er valt natuurlijk veel meer over te zeggen, maar dat zullen we Deo volente doen bij de verdere uitwerking van het akkoord in de debatten die daarover volgen.
Voorzitter. Ik wil uiteraard de informateurs danken voor hun inzet en resultaat, maar dit debat is een tussenstand. Er ligt een inhoudelijk hoofdlijnenakkoord, maar soms zit het venijn 'm in de staart. Dat bewijst ook de geschiedenis. De formatie van wat in 1977 het tweede kabinet-Den Uyl moest worden, liep na vele maanden vast op de poppetjes. Oorzaak: wantrouwen en chagrijn tussen de hoofdrolspelers van een arrogante PvdA en een kapot gebeukt CDA. Ik wil maar zeggen: we zijn er nog niet.
Voorzitter. Ik kom nog even terug op het begin, die drieslag hoop, lef en trots. Ik zei al dat ik me meer thuis voelde bij de woorden "geloof, hoop en liefde", want in die woorden klinkt namelijk iets door van de notie dat niet alles maakbaar is, niet in het leven van mensen en ook niet in het leven van volken. Het geloof dat deze wereld in Gods handen is en niet van ons afhangt. Zelfs de heer Wilders, zeg ik via u, voorzitter, kan de zon nog niet één minuut eerder of later doen opgaan. Maar ook de hoop dat God ons wil leiden door zijn woord en de geest van Pinksteren. En boven alles de liefde van God voor mensen, maar tevens de bron van liefde voor elkaar. Daar kunnen we het echt mee doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Een kritische vraag van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik had toch verwacht vanuit de traditie waaruit Chris komt, dat hij eerder de titel "ellende, verlossing en dankbaarheid" had genoemd.
De heer Stoffer (SGP):
Ik vind dat ook een hele mooie drieslag, maar ik dacht vandaag: laat ik het eens positief-kritisch benaderen. Maar ik moet zeggen dat ellende, verlossing en dankbaarheid ook eigenlijk een heel mooie uitkomst is. Ik ben blij met de suggestie. Als ooit het CDA en de SGP een akkoord kunnen gaan sluiten, dan zetten we die erboven. Dat is afgesproken.
De voorzitter:
Ik geef nu graag het woord aan mevrouw Bikker van de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. "Hoop", een prachtig woord. Een fundament, een anker. Het tegenovergestelde van angst. Hoop, dat is licht dat vanuit de toekomst op het heden valt, schrijft de priester Tomáš Halík. Het maakt dus heel veel uit wat voor toekomst je voor ogen hebt. Daar moest ik aan denken bij het eerste woord van dit coalitieakkoord, "hoop". Het vervolgt met "lef" en "trots". "Hoop" en "lef" zijn mooie woorden die een belofte met zich meebrengen en dus ook woorden die een grote verantwoordelijkheid scheppen.
Hoop. Veel mensen hebben de hoop dat dit nieuwe kabinet een antwoord zal zijn op hun wanhoop. We hadden het al over de boeren, over de slachtoffers van het toeslagenschandaal, over de hoop van mensen met een veel te smalle beurs voor wie de maand altijd langer duurt dan dat ze geld hebben. Dat zij hoop krijgen, dat is mooi.
"Lef", het tweede woord, kan je ook zien als moed. Politiek is niet voor bange mensen en regeren leidt onherroepelijk tot kritiek. Toch nemen vier partijen ook vandaag verantwoordelijkheid voor het landsbestuur. Ik ben blij dat ons land weer een missionair meerderheidskabinet gaat krijgen. Besturen betekent complexe dilemma's en ingewikkelde afwegingen en dat vraagt moed om eerlijk te zijn over wat wel en niet kan. Want sommige plannen lijken wel een droomvlucht, zoals de unanieme instemming van alle Europese lidstaten op een aantal dingen die worden voorgesteld. Is het dan moedig om nu met heel veel aplomb een nieuwe koers aan te kondigen, terwijl je ergens ook wel aanvoelt: zullen die anderen ons die ruimte gunnen? Dat is spannend. Heb je dan ook de moed om er uiteindelijk voor te gaan staan als het niet gelukt is en dan niet de instituten als de rechterlijke macht of de Europese Unie de schuld te geven?
En dan dat derde woord, "trots". Heel eerlijk: dat is voor mensen van de ChristenUnie een klein beetje een ingewikkeld woord, want wij leren dat trots een hoofdzonde is. Maar, zeg ik erbij, alleen als dat neerkijken op anderen betekent. Ik proef bij de coalitiepartijen vooral dat zij trots zijn op Nederland in de betekenis van fier, van rechtop staan, en fier zijn op anderen, dat is iets goeds. Maar het mag natuurlijk niet zo zijn dat we ons in ons landje terugtrekken achter de dijken, alsof de wereld daarbuiten, de oorlog in Oekraïne, honger en armoede wereldwijd, noodzakelijke samenwerking in Brussel voor vrede en welvaart, niet bestaat.
Voorzitter. De verkiezingsuitslag maakte duidelijk dat dit land toe is aan verandering. Men wil geen technocratische oplossing zonder een duidelijk verhaal waarom we bepaald beleid voeren. En ja, dat is de afgelopen jaren onvoldoende gelukt. Maar ook deze coalitie staat voor diezelfde uitdaging. Want als je echt samen aan de slag wilt gaan, dan vraagt dit opnieuw om leiderschap met visie. De ChristenUnie zal bij nieuwe plannen, of die nu van links of van rechts komen, kijken of die ons land tot bloei brengen, mensen in de meest kwetsbare positie vooruithelpen en of er daarmee recht wordt gedaan. Want als je hoop biedt, moet dat geen valse hoop worden.
Voorzitter. De afgelopen jaren was het voor de ChristenUnie op sommige dossiers keihard werken om dingen tegen te houden, zoals bij de medisch-ethische kwesties. Dat dossier komt met deze coalitie in rustiger vaarwater. Dat is goed nieuws. Op andere fronten, zoals armoedebestrijding, zie ik dat onze inzet overeind blijft, maar de ambitie is vertrokken. Uit de doorrekening van het CPB blijkt zelfs dat de ambitie om armoede niet te laten toenemen nog niet helemaal slaagt. De armoede stijgt onder deze nieuwe coalitie, met name onder kinderen. Nu is de inkt nog niet droog, maar dit vraagt wel echt om aanpassing voor Prinsjesdag.
Voorzitter. Als ik met deze constructief-kritische blik naar dit akkoord kijk, zie ik ondanks de goede voornemens vooral veel grote beloftes. Dan resoneert bij veel zinsneden nog: hoe dan? Want ja, ik zie de nood van de gedupeerden in Groningen en de wanhoop van de omwonenden in Ter Apel. Maar gaat het schrappen van de spreidingswet er niet voor zorgen dat de crisis in Ter Apel groter wordt en er veel meer azc's nodig zijn dan nu? Wat gebeurt er met het rapport-Van Geel voor een rechtvaardiger schadeherstel in Groningen? Dit is een compleet witte vlek in het akkoord. Laat dit niet het kabinet worden van goede woorden voor het noorden, maar vervolgens zonder daden voor het noorden.
Voorzitter. In dit akkoord is de samenleving de grootste witte vlek. Klaarstaan voor de ander lijkt uit beeld. Het belang van mantelzorg en vrijwilligerswerk is cruciaal gezien de vergrijzing en het goed samenleven, maar blijft onbenoemd. De maatschappelijke diensttijd wordt geschrapt, de giftenaftrek wordt beperkt en ontwikkelingssamenwerking wordt zwaar gekortwiekt. Kortom, dit akkoord kan nog wel wat samenlevingsvisie of uitwerking op deze punten gebruiken.
Ik ben bijna klaar, voorzitter.
De voorzitter:
Maak 'm even af dan.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, dat is ook goed. Maar dan krijgt u wel nog even een goede preek van mij voor uw kiezen.
De voorzitter:
Ik ben er klaar voor.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Afsluitend. Je diepste hoop gaat niet komen van deze coalitie en zelfs niet van de ChristenUnie, echt niet. Ik herhaal de woorden van Halík: "Hoop is licht dat vanuit de toekomst op het heden valt." Zo zie ik de opdracht van de christelijk-sociale politiek. We plaatsen onze samenleving, de economie en de schepping in het licht van het hoopvolle toekomstperspectief van de vrede en het recht van Gods koninkrijk. En ja, ik hoop dat het kabinet aan de slag gaat met de problemen in het land, dat het kabinet het goede zoekt en recht doet. Wij wensen van harte iedereen die zich daarvoor inzet, Gods zegen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Heel goed. De heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Hoop vanuit de toekomst: prachtig. Mevrouw Bikker noemde bijna in een bijzin het rapport-Van Geel. Dat is een heel belangrijk rapport, want wij hebben door heel hard werk van een iemand hier in de zaal, maar aangemoedigd door heel veel Kamerleden, de afgelopen tijd eindelijk die gaskraan in Groningen dichtgedraaid. Ondertussen gaan de aardbevingen in Groningen nog een tijd door, en zien we dat heel veel mensen nog met schade in hun woningen zitten en dat de mentale schade in Groningen vrij diep zit. Daar moet de komende jaren dus ook de volle aandacht voor blijven. Wat vindt mevrouw Bikker, met dat rapport-Van Geel in de hand, dat de opdracht zou moeten zijn voor het volgende kabinet in de fatsoenlijke afhandeling van Groningen?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank voor deze vraag. Allereerst hoop ik van harte dat het nieuwe kabinet voort zal zetten dat een bewindspersoon niet alleen in Den Haag is maar vooral ook veel in Groningen. Want als staatssecretaris Vijlbrief iets goed gedaan heeft, dan is het wel dat hij daar geregeld te vinden is. Dat hoor ik van zoveel Groningers terug. Daar begint het mee. Maar het volgende is ook dat we écht recht doen, juist op die punten waar Groningers al heel lang op zitten te wachten. Om het rapport-Van Geel hebben we allemaal gevraagd. Deze Kamer heeft dit najaar al gezegd: we zullen daar ook in moeten investeren. Maar dat vraagt dan nu ook wel om de keuze die ook in die financiële bijlage nog niet zit en die wel nodig is voor Groningen. Niet voor niks had ik het er ook over dat die woorden voor het Noorden niet bij woorden moeten blijven. Of het nou gaat om de Nedersaksenlijn, waar ik echt goede woorden over zie maar niet het geld — we weten allemaal hoe men tussen Stadskanaal en Emmen zit te springen om die verbinding — of dat het om dat rapport-Van Geel of om de Lelylijn gaat: het moet wel echt nog uitgewerkt worden. Dank voor die vraag, maar ik vind het belangrijk dat erin wordt geïnvesteerd. Ik zou het nog kunnen hebben over de buslijnen, het ov: het staat erin, goeie plannen, maar nog geen poen. En dat moet nog wel gebeuren.
De voorzitter:
De volgende spreker is de heer Dassen van de fractie van Volt.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Deze formatie duurt lang. Te lang. Maar tegelijkertijd lijkt de tijd ook voorbij te vliegen. Want toen het kabinet een jaar geleden viel, was het nog ondenkbaar dat de PVV in het centrum van de macht zou komen. En toch staan we hier vandaag. Sommigen zeggen: het valt mee; Geert Wilders wordt geen premier. Dat klopt. Maar zijn winst is wel groot, want zijn ideeën worden op deze manier normaal gemaakt. Daarmee normaliseren VVD en NSC wat in een democratie nooit normaal zou moeten zijn. Ook in Europa wordt dat gezien, zoals bij de Europese liberale fractie. Zij zien ook dat dit niet normaal is.
Voorzitter. Wanneer met droge ogen wordt beweerd dat Jodenhaat onderdeel is van de islamitische cultuur, wanneer men zich bemoeid met journalisten of wanneer journalisten weer "tuig van de richel" worden genoemd, dan verwacht ik dat coalitiepartijen daar niet passief naar zullen kijken. Het hoofdlijnenakkoord stelt daarom niet gerust. Het recht van sommigen wordt ingeperkt en het vrije woord wordt duurder gemaakt. Het is een akkoord dat de rechtsstaat amper waarborgt voor mensen die vluchten voor oorlog en geweld.
Voorzitter. Dient dit akkoord het belang van Nederland? Ik noem de studenten, die zich afvragen wat de langstudeerboete voor hen betekent, de ondernemer, die investeringen in innovatie nodig heeft, de generaal, die weet dat Europese samenwerking nodig is om ons veilig te houden, en de rechter en de Brusselse ambtenaar, die zich zorgen maken over wie de schuld krijgt van de niet uitvoerbare plannen. Bovenal zien zij dat Nederland zich naar binnen keert, door in Europa niet te kiezen voor samenwerking, maar voor confrontatie. Dat terwijl wij onze samenleving opgebouwd hebben door altijd een open vizier op de wereld om ons heen te hebben, omdat daar ook voor Nederland de oplossingen liggen. Terwijl wij meer dan ooit een sterke en daadkrachtige Europese Unie nodig hebben, gaat het in dit akkoord slechts over minder EU. Opt-outs, uitzonderingen, lagere bijdrages: dat is het Europa van ieder voor zich. Mevrouw Van der Plas zei het laatst terecht: wij zijn Europa. Maar dit regeerakkoord ademt vooral: ik ben Europa. Ikke, ikke, ikke! Of zoals Van Kooten en De Bie het zeiden: "Samen voor ons eigen. Laat de rest de rambam krijgen."
Voorzitter. We hebben een politiek nodig die de complexiteit van de wereld niet ontwijkt, maar bij de horens pakt, die de rechtsstaat koestert en die mensen naast elkaar in plaats van tegenover elkaar zet. We hebben een open land nodig, dat samen met 450 miljoen Europeanen werkt aan een veilige, groene en rechtvaardige wereld. Maar deze meerderheidscoalitie durft niet aan een visie voor een sterk, solidair en daadkrachtig Europa. Dat vereist namelijk verbinding en verbeeldingskracht. Dat vereist de hoop dat tegenstellingen overbrugd worden, het lef dat we voorbij nationale ego's kunnen stappen en de trots op het vrije en internationale land dat Nederland is en altijd zal zijn.
Voorzitter. De afgelopen maanden hebben we zitten kijken naar de making van een rommelkabinet. Een kabinet dat gestoeld is op wantrouwen in plaats van op vertrouwen is wankel en hangt vanaf dag één aan een zijden draadje. Dat is niet de stabiliteit die bedrijven, ondernemers en de burgers verwachten. Want dit akkoord staat vol met beloftes die waarschijnlijk niet waargemaakt kunnen worden. Zoals de Ombudsman gisteren in deze Kamer stelde, moet je niet te veel beloven als je het niet kan waarmaken. Dat is funest voor het vertrouwen in de politiek.
We zullen niet stilzitten en aanzien hoe deze beloftes tot meer teleurstelling en minder vertrouwen zullen leiden. Want er is een alternatief dat het vechten waard is: een Nederland dat zijn grenzen overstijgt door de verbinding te zoeken en door bruggen te slaan, met een politiek die vooruit wil. Wij zijn ieder van ons de architecten van onze toekomst. In deze verandering van een tijdperk bepalen wij Europeanen hoe wij ons lot in eigen handen nemen. Wij zijn Europa.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Eerdmans van de fractie van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Een lange zit. Dank aan de informateurs voor de begeleiding van een bijzonder proces, zo kunnen we wel zeggen. Het hoofdlijnenakkoord is vrij gedetailleerd en concreet. Dat vind ik een compliment aan de opstellers, de vier partijen. Dit akkoord is geen extreemrechts akkoord. Dit is volgens mij ook geen extreemrechtse coalitie. Laten we het noemen wat het is: een centrumrechtse coalitie. Dat is precies conform de motie-Eerdmans, in februari door de Kamer aangenomen, die stelde dat er werk moest worden gemaakt van een centrumrechts kabinet. Maar het valt me niet mee met de krachttermen vandaag in het debat. Alsof het ondraaglijk lijden gaat beginnen! De druiven zijn zuur, maar in plaats van dat links zich nou eens afvraagt waar die uitslag nou vandaan komt, worden er overal verwijten gemaakt en krachttermen gebruikt. Ik hoor vandaag weinig reflectie of bezinning aan de linkerkant. Het is duidelijk dat het tijd is voor een totaal andere koers. Ons migratiebeleid is in alle facetten, van arbeid tot asiel, vastgelopen. We zijn veel te aantrekkelijk geworden voor asiel. Ik lees goede maatregelen waarvoor JA21 de afgelopen jaren ook al heeft gepleit. Natuurlijk staat of valt alles zo meteen met de uitvoering, die wij in beide Kamers kritisch zullen volgen. Wij missen echt in het uitgebreide asielhoofdstuk wel een expliciete keuze voor het vaak door mij geopperde Deense model, de Deense aanpak. Dat zou inhouden dat we partnerlanden zoeken buiten de EU om onze asielprocedures en de opvang over te nemen. Er staat namelijk nergens geschreven dat asielzoekers die hier aankloppen, ook hier op ons grondgebied een veilig onderkomen moeten krijgen. Dat kan dus ook heel erg goed in een ander land en op een ander continent, mits veilig en beschermd.
Voorzitter. In het hoofdlijnenakkoord staat dat wordt ingezet op opvang in de regio, en er wordt gesproken over migratiedeals. Maar wat zijn dat dan voor deals, vraag ik me af. Indien dat niet de Deense aanpak inhoudt, kunt u de komende tijd zeker de nodige initiatieven van mij verwachten.
JA21 heeft met verbijstering gekeken naar de kritiek van een groot deel van de Kamer op het uitroepen van de asielcrisis, want je moet echt wel uit een ei komen om die crisis niet te zien. Als het zo doorgaat, gaan we richting de 78.000 asielverzoeken, en volgend jaar kan het oplopen tot 83.000. Het ministerie spreekt zelf van een maatschappij-ontwrichtende situatie. Hoe "crisis" wil je het hebben? Het is dus terecht om dit gewoon te gaan doen. Activeer die artikelen 110 en 111 van de Vreemdelingenwet en voer die asielbehandelstop in. Laat je vooral niet op voorhand afschrikken door rechtszaken die ongetwijfeld worden aangespannen. Het is echt hoog tijd voor een krachtige minister van Asiel en Migratie, in plaats van een staatssecretaris van "kan niet en wil niet".
Voorzitter. In het akkoord wordt een aantal goede stappen gezet met betrekking tot de Klimaatagenda. Ik noem even de twee extra kerncentrales, het schrappen van de warmtepompplicht, het terugdraaien van de verhoogde CO2-heffing, geen koppen zetten op Europese regels en inzetten op klimaatadaptatie. Maar ik vind het inderdaad wel opvallend dat de klimaatdoelen allemaal overeind blijven. We moeten nog afwachten of dat nou gaat gelden voor de totale operatie aardgasvrij, want daar zit gigantisch veel geld in, zoals ik al in het interruptiedebatje met de heer Wilders heb gemeld.
Voorzitter. Het pakket van lastenverlichting van 2 miljard voor de middeninkomens is mooi, maar we weten nu al dat het niet genoeg zal zijn. Het CPB heeft het doorgerekend en ziet inderdaad dat de werkende middenklasse qua koopkracht juist achterblijft bij de rest. Het zal toch niet zo zijn dat onder een rechts kabinet mensen met een uitkering er meer op vooruitgaan dan de werkende ruggengraat van Nederland? Op dit moment zit onze grootste zorg dan ook bij het financiële plaatje met de komende lastenverzwaringen. Denk aan de plastictaks, de "verre vliegtaks" en de hogere btw voor hotels, de musea, kranten en digitale media. En nee, we worden ook niet blij van de halvering van het eigen risico en ook niet van de 10% korting op het Gemeente- en het Provinciefonds. Maar goed, het is een lumpsum. Je kijkt naar het totaal en het is eigenlijk een afweging van belangen. Wij gaan het bij het regeerakkoord verder bestuderen.
Voorzitter. Dan tot slot over de poppetjes. Kijk, het papier is geduldig en we hopen dat er snel een kabinet komt van aanpakkers, van inderdaad mensen met hoop, lef en trots. Maar de grote huiskamervraag is natuurlijk wie die nieuwe premier wordt. Ik heb al gezegd dat dat wat ons betreft Wilders mag zijn. Die kan de lead nu nemen. Hij is de winnaar; hij verdient het en hij mag het gaan doen. Maar goed, ik heb gehoord wat de heer Wilders hier zelf over zei.
Voorzitter. Ik rond af met het volgende. De kabinetten-Rutte hebben laten zien hoe je flink tegen de schenen van rechtse kiezers kan trappen. Dat is flink afgestraft. Nederland stemde al die jaren rechts, maar kreeg er links voor terug. Dat lijkt nu wel een keer afgelopen te zijn. Wij hebben de hoop dat dit ook gaat gebeuren gevestigd op de vier partijen. JA21 wenst deze nieuwe coalitie oprecht alle succes.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is een vraag van de heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Ik heb een vraag aan de heer Eerdmans: is hij beschikbaar?
De heer Eerdmans (JA21):
Nee. Ik kan beter vragen: waarvoor?
(Hilariteit)
De heer Jetten (D66):
U mag van mij, en misschien van de heer Wilders, zelf kiezen.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb deze vraag zo vaak gehad, misschien net als velen. Daarom dacht ik wel te weten wat u bedoelt. Als u mij vraagt voor een post in het kabinet, is het antwoord nee. Dat kan ik wel toelichten als u dat wil.
De voorzitter:
Ja.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik sluit dat zeker niet uit, maar ...
De voorzitter:
O.
(Hilariteit)
De heer Eerdmans (JA21):
Maar zeker wel op deze termijn. Er zijn drie voorwaarden waaronder ik minister zal worden. De eerste is dat JA21 in het kabinet stapt. De tweede is dat het een post is die mij bevalt. De derde is overleg met mevrouw Eerdmans.
De heer Jetten (D66):
Dat laatste is natuurlijk heel belangrijk, maar ik zal ervoor zorgen dat uw telefoonnummer bij de heer Van Zwol terechtkomt, mocht dat nog niet het geval zijn.
De heer Eerdmans (JA21):
Oke, dat is terecht. Dat kunnen we sowieso doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Zo helpen wij Kamerleden elkaar toch altijd. Tot zover de termijn van de Kamer. Dank aan de heer Eerdmans. Ik geef graag het woord aan de heer Van Zwol als zijnde oud-informateur. Daarna zal ook de heer Dijkgraaf spreken. U weet dat u de heren niet kunt interrumperen, maar na afloop wel een enkele feitelijke, informerende vraag kunt stellen. Het woord is aan de heer Van Zwol.
De heer Van Zwol:
Dank u wel, voorzitter. De vraag die is gesteld door de heer Bontenbal, geeft me ook de gelegenheid om een paar woorden te spreken. Ik weet overigens niet of ik aan alle vereisten die de heer Eerdmans net heeft genoemd om voor een ministerschap in aanmerking te komen, in een volgende fase kan voldoen. Maar wie weet is er nog een staatssecretariaat over; hoop doet leven.
Alle gekheid op een stokje: het behoeft in uw Kamer geen betoog dat de fase tussen verkiezingsuitslag en regeringsvorming even belangrijk als kwetsbaar is. Kwetsbaar, omdat er heel veel ongeschreven regels zijn, waar uiteindelijk het parlement zelf over gaat. Die ongeschrevenheid biedt overigens wel de democratische mogelijkheid om het formatieproces zo in te richten dat dat voldoet aan de eisen die de verkiezingsuitslag met zich meebrengt. De flexibiliteit is in zekere zin dus een voordeel, maar het moet uiteraard niet omslaan in het nadeel van een te grote kwetsbaarheid. Enige ordelijkheid is dus ook noodzakelijk.
Meneer de voorzitter. Uw Kamer speelt daarbij de belangrijkste rol om die ordelijkheid te bewerkstelligen. In onze opinie doet uw Kamer dat ook al jarenlang: door de opdrachten te formuleren aan informateurs, door termijnen te stellen, door debatten als deze te houden en door na afloop ook evaluaties te doen. Wij beiden, de heer Dijkgraaf en ik, vinden het ook een voorrecht in dezen een kleine bijdrage aan de ordelijkheid te kunnen leveren. Dus dank daarvoor.
Dan de vraag van de heer Bontenbal over juridische adviezen naar aanleiding van de asielparagraaf in het hoofdlijnakkoord. Iedereen heeft kunnen zien in de vanochtend geopenbaarde stukken — vragen aan de departementen en de gekregen antwoorden — dat er niet specifieke vragen over het asiel- en vreemdelingenrecht zijn uitgezet en teruggestuurd. Maar dat wil niet zeggen, en ik hecht eraan dat te benadrukken, dat de asielparagraaf in het luchtledige is opgeschreven. Uiteraard is het vertrekpunt de verkiezingsprogramma's van de vier onderhandelende partijen, waarbij de meeste van deze programma's vrij specifiek en gedetailleerd zijn. Deze verkiezingsprogramma's zijn ook terug te voeren tot ervaringen die deze partijen de afgelopen jaren hebben opgedaan.
Vervolgens is het ook niet in het luchtledige opgeschreven, omdat uiteraard volop gebruik is gemaakt van de openbare beleidsstukken. Of deze nu komen van de ACVZ, tegenwoordig de AIV, van een commissie als de commissie-Roemer of van de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050. Al dat soort openbare beleidsstukken zijn uiteraard ten volle benut. Dat geldt ook voor openbare stukken die ingaan op het juridische framework van het asiel- en vreemdelingenrecht. Ik noem twee vrij recente, grote, complexe adviezen op dit terrein: Terechte zorg, verkeerd uitgangspunt, uit april 2020 over het asiel- en vreemdelingenrecht in Europees en Internationaal perspectief van de heren Donner-Den Heijer en Van noodwet tot crisisrecht, het advies van de afdeling Advisering van de Raad van State uit december 2021. Op basis daarvan kan iedereen zien dat wat is opgeschreven in het hooflijnenakkoord uitgaat van bestaand juridisch instrumentarium. Er is geen nieuw instrumentarium bedacht, laat staan verzonnen. Al het gebruikte instrumentarium moet uiteraard worden gelezen in de afspraken die de vier partijen hebben gemaakt, zoals verwoord in het verslag van informateur Plasterk, dat gaat over de Grondwet, het internationaal recht en de verdragen en richtlijnen. Ik heb geconstateerd dat de fractievoorzitters dat in hun bijdragen in de loop van vandaag ook nog een keer hebben benadrukt.
Tot slot. Uiteraard geldt voor de heer Dijkgraaf en mij dat als je een tijdje meeloopt in Den Haag het eigenlijk wel op je bucketlist staat om een dagje in vak K te zitten. Dank voor de gelegenheid. En een dagje was ook wel weer voldoende.
(Geroffel op de bankjes)
De heer Dijkgraaf:
Daar heb je je antwoord.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Dijkgraaf.
De heer Dijkgraaf:
Dank, meneer de voorzitter. De heer Van Zwol heeft de vraag van de heer Bontenbal beantwoord. Ik zal alle andere vragen beantwoorden. Dank aan de Kamer, want wij beschouwen dat als een compliment. Er wordt wel gezegd "het was een rommelig proces" en "het was chaos" en dergelijke, maar als er dan maar één vraag uit komt, denk ik: dan viel dat toch wel mee.
Een van de lastige dingen van informateur zijn, is dat je procesbegeleider bent en geacht wordt geen mening te hebben. Ik herinner me dat er ergens in de afgelopen acht weken iemand was — ik zal geen namen noemen, maar het was de leider van de grootste fractie — die op een gegeven moment zei: het gaat er niet om wat jij vindt, maar om wat wij vinden. Je hebt natuurlijk weleens de neiging om je mening te geven, maar hij had daarin volstrekt gelijk. Wij zijn slechts procesbegeleiders.
Ik moet zeggen, meneer de voorzitter, dat ik deze dag op een gegeven moment gestopt ben met te turven wanneer ik dacht of ik zou interrumperen, want ik had begrepen van u dat dat niet gebruikelijk was en dat dat ook niet de bedoeling was. Het waren acht boeiende weken. Ik wil de vier fracties danken. Mevrouw Yeşilgöz zei het al in het openbaar — we kwamen binnen, de camera's waren aan en het is uitgezonden — dus ik kan het herhalen: veel sterkte met ons. Dat is soms best wel uitgekomen, maar het is allemaal goed gekomen. Volgens mij hebben we uiteindelijk een heel mooi proces met elkaar doorlopen, dat ook tot een resultaat heeft geleid. Veel dank aan de vier fracties en aan uw Kamer voor het vertrouwen om dit werk de afgelopen tijd te mogen doen.
Ik zou zeker ook het ondersteunend personeel willen bedanken. Gezien wat er allemaal op hen af is gekomen en hoe professioneel dat allemaal is gebeurd, wil ik hen een groot compliment geven. Je ziet hoe hard men werkt en hoeveel uren men wil maken. Wij zouden ons werk zonder die inzet niet kunnen doen, dus heel veel dank daarvoor. Dat geldt zeker ook voor de ondersteunende ambtenaren, die voor de buitenwereld veel minder zichtbaar zijn. Voor de onderhandelende partijen en voor ons, de formateurs, waren zij wel zichtbaar. Dank voor de uitstekende manier en de professionaliteit waarmee ze dat deden. Dat is soms best een lastige positie — dat is niet zo heel bekend — want natuurlijk zitten ze soms toch een beetje tussen wal en schip. Wij hebben ze nodig om de juiste informatie naar boven te halen. Ze zijn natuurlijk ook dienend aan het proces en ze zijn tijdelijk gedetacheerd. Dat zorgt dus voor best een lastige positie. Ik zou ook voor de toekomst aandacht voor willen vragen, zodat zij in de gelegenheid worden gesteld om dat uitstekende werk voort te zetten.
Ten slotte zou ik de heer Van Zwol willen danken. Hij kijkt enigszins verbaasd en ik had mij ook wel gerealiseerd dat dat zou gebeuren. Ik denk dat wij 24 uur bezig waren toen de pers ons vroeg hoelang we elkaar kenden. Dat was in de veronderstelling dat we goed samenwerkten. Het eerlijke antwoord was dat wij elkaar vier keer eerder ontmoet hadden: twee keer digitaal en twee keer fysiek in een commissie van de Raad van State waar we beiden in zitten. Het mooie is dat we elkaar vanaf het begin vertrouwden. Dat helpt erg in dit proces. Het is ook mooi dat dat dus kan als je elkaar nog niet heel lang kent. Ik mag hopen dat dat voor het komende kabinet ook gaat gelden en dat men van het begin af aan vol vertrouwen aan het regeren gaat.
Dank u wel.
(Geroffel op de bankjes)
De voorzitter:
Dank u wel.
Dan de tweede termijn. Het woord is aan de heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, dank u zeer. Dank ook aan de informateurs voor uw geweldige werk. Ik was dat vergeten in mijn eerste termijn.
Voorzitter. Ik kan me beperken tot één motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
kennisgenomen hebbende van het verslag van de informateurs en het daarin opgenomen advies ten aanzien van de kabinetsformatie;
neemt de inhoud van dit advies over;
wijst op grond van artikel 11.3 van het Reglement van Orde de heer Richard van Zwol aan als formateur met de opdracht de vorming van een kabinet dat berust op het hoofdlijnenakkoord van de fracties van PVV, VVD, NSC en BBB, en deze opdracht binnen vijf weken af te ronden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.
Zij krijgt nr. 42 (36471).
Dank u wel. De heer Timmermans.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Onder dankzegging aan de informateurs drie moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de onderhandelende partijen zoeken naar een kandidaat-minister-president van buiten de actieve politiek, die geen eigen democratisch mandaat heeft;
spreekt uit dat de Tweede Kamer ook een openbare hoorzitting met de kandidaat-minister-president organiseert,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Timmermans, Dassen, Ouwehand, Van Baarle, Eerdmans en Sneller.
Zij krijgt nr. 43 (36471).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat mensen die chronisch ziek zijn niet profiteren van een lager eigen risico, doordat de tegemoetkoming arbeidsongeschiktheid wordt geschrapt;
spreekt uit dat chronisch zieken evenveel moeten profiteren van een lager eigen risico als de rest van Nederland,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Timmermans, Dijk, Van Baarle en Ouwehand.
Zij krijgt nr. 44 (36471).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de kans levensgroot is dat zich aanzienlijke tegenvallers voordoen ten opzichte van het hoofdlijnenakkoord;
overwegende dat de coalitie heeft afgesproken dat extra bezuinigingen nodig zijn bij tegenvallers en dan bezuinigingen dreigen op zorg, onderwijs en sociale zekerheid;
spreekt uit dat bezuinigingen voorkomen moeten worden en dat bij tegenvallers eerst gekeken moet worden naar hogere lasten op winst en vermogen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Timmermans, Dijk, Van Baarle, Ouwehand en Dassen.
Zij krijgt nr. 45 (36471).
Mevrouw Yeşilgöz.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dank, voorzitter. Ik denk dat dit debat heeft aangetoond dat we als vier heel verschillende partijen met vier heel verschillende leiders samen iets proberen te maken van een verkiezingsuitslag. Voor mij is in de kern ongelofelijk van belang dat wij als nieuwe coalitie er ook zijn voor alle Nederlanders. Dat maakt het beleid dat wij met elkaar maken, de woorden die we gebruiken en de beelden die we oproepen ook cruciaal.
Er gebeuren in dit debat een paar dingen die wat mij betreft heel erg pijnlijk kunnen zijn voor de mensen voor wie wij dit werk doen. Een van de dingen was het beeld dat werd geschetst alsof we gaan bezuinigen op onze politieagenten. Dat is niet aan de orde. Maar het gebeurde ook bij het interruptiedebat tussen de heer Jetten en mevrouw Van der Plas. Het werd, wellicht onbedoeld, een lacherig debat. Dat deed mij wel denken aan een kindje dat dit vervolgens ziet en zelf nog niet precies weet hoe het zijn gevoelens moet uiten. Het kind zou graag willen kunnen houden van wie het wil houden en kunnen spelen met wie het wil spelen, maar het wil ook zijn seksualiteit kunnen ontwikkelen. Voor de VVD is het opnemen van de seksuele diversiteit in de kerndoelen cruciaal geweest. Wij hebben daar hard voor gestreden, juist om er te kunnen zijn voor kinderen. Maar het is ook cruciaal voor kinderen om hun grenzen aan te kunnen geven in een wereld die straks heel erg onveilig voor hen zou kunnen blijken. Ik moest ook denken aan leraren die naar eer en geweten op de beste manier die kinderen dat proberen te leren.
Voorzitter. Ik denk dat het ongelofelijk belangrijk is dat we in deze Kamer al die verantwoordelijkheden ook heel zwaar op onze schouders voelen rusten, of je nou in een coalitie zit, in een nieuwe politieke samenwerking of in een oppositie. Dat wilde ik graag nog onderstrepen.
Ik kijk uit naar de komende tijd.
De heer Baudet (FVD):
Zegt mevrouw Yeşilgöz van de VVD nu dat ze voorstander is van lgbt-propaganda onder jongeren, onder kinderen op basisscholen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is wat ik hoopte dat vandaag niet zou gebeuren. Wij staan hier voor alle Nederlanders, zeg ik richting de heer Baudet. Wij staan hier voor ieder kind, voor iedere volwassene en voor zijn of haar recht om totaal zichzelf te kunnen zijn. In vrijheid jezelf kunnen zijn, is geen propaganda, maar dat is de basis van onze vrije, democratische samenleving waarvoor ik de politiek ben ingegaan en elke dag zal strijden. Als dat nodig is, zal ik dat ook doen richting de heer Baudet met zijn abjecte ideeën om dat weg te zetten als propaganda.
De heer Baudet (FVD):
Dus mevrouw Yeşilgöz is er voorstander van dat transgenders en zo op basisscholen komen voorlezen en dat soort dingen? Ik vraag dat gewoon voor de duidelijkheid.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ben heel erg duidelijk. Ik zal altijd strijden tegen dit soort bekrompen ideeën die doen alsof onze kinderen geïndoctrineerd worden. Wij weten dat daar leraren zijn die op de beste manier kinderen leren dat je moet kunnen houden van wie je wilt houden, dat je mag zijn wie je wilt zijn en dat je je grenzen altijd mag aangeven in een wereld die zich soms tegen je zal kunnen keren. Dat is cruciaal. Dat is de basis. Ik vind het ontzettend zonde dat de heer Baudet dit soort abjecte ideeën in de Kamer verkondigt. Hij hoort ook die verantwoordelijkheid te voelen voor al die jongeren die nu kijken of hiervan horen en denken: "Mag ik er dan niet zijn? Zijn die mensen er dan niet voor mij?" Ik vind dat verschrikkelijk, maar het laat zien waarom ons werk in de politiek nodig is. Aan welke kant van welke samenwerking ik ook zit, die vrijheid is cruciaal.
De heer Baudet (FVD):
Ja, dat is prima. Het laat ook goed zien wat de verschillen zijn tussen onze partijen. Als je transgenders in het basisonderwijs normaal vindt, kun je VVD stemmen. Als je dat niet normaal vindt, kun je FVD stemmen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het laat absoluut de verschillen zien. Het laat ook een strijd zien. Een strijd voor vrijheid, liberale waarden en zelfbeschikking. Ik word er fysiek misselijk van dat er partijen zijn die iets anders voorstaan.
De voorzitter:
De heer Omtzigt van NSC.
De heer Omtzigt (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de informateurs dat zij ons acht weken lang bij de les hebben gehouden. Iedereen die ons heeft gezien, heeft gezien dat dit soms best moeite kan kosten. Zoals collega Yeşilgöz al zei: wij zijn vier compleet verschillende partijen. Dat zal ook zo blijken.
Ik steun van harte de motie van de heer Wilders over het benoemen van de heer Van Zwol tot formateur. Hij zal dus nog een week of vijf ... Ook dat is optimistisch. Ik moet tegen hem zeggen dat mijn gok is dat we weer totaal tegen de deadline aan gaan werken, waarbij wij op de laatste avond weer met voorstellen komen. Het kan ook diep in de nacht zijn. Zo gaat dat formatieproces. Dat gaat moeizaam. Dat heeft met de onderlinge verschillen te maken.
Die onwennigheid zien we hier vandaag ook over de nieuwe verhoudingen, en over wat een extraparlementair programkabinet betekent. Dat betekent nieuwe vormen van samenwerking. Het betekent ook witte vlekken die bewust wit gelaten zijn om een mogelijkheid tot samenwerking te creëren, en nog niet weten hoe we daarmee moeten omgaan. Ik zie dat als grote winst. Ik zie het als grote winst dat er nu een wat open verhouding kan ontstaan tussen regering en parlement, en ook tussen de fracties die met elkaar een samenwerkingsverband gaan vormen.
Ik hoop wel dat we de hoofdzaken in de gaten houden. De interrupties over de Lentekriebels doen denken dat we daar in deze Kamer een keer een apart debat over zouden moeten voeren. De heer Klaver had daar een opmerking over. Het is van belang dat we kijken wat dit land nodig heeft. Dit land heeft echt urgent een beter bestuur nodig en echt urgent maatregelen voor bestaanszekerheid. En ja, wij zullen op een later moment terugkomen om ervoor te zorgen dat we goed toetsen of alle plannen goed uitvoerbaar zijn. Dat hoort bij onze kerntaak als parlementariërs.
Wij wensen de formateur veel succes met zijn nieuwe taak. Ik kan namelijk wel zeggen dat we afgesproken hebben dat we de formatie met hem doen. Het is inderdaad nieuw dat de formateur niet samenvalt met de beoogd minister-president. Ik hoop dat zo snel mogelijk naar buiten kan komen wie wel de beoogd minister-president is.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Jetten, D66.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb twee moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat onze politiemensen behoren tot de beste ter wereld, maar dat er investeringen nodig zijn om dat zo te houden;
constaterende dat het hoofdlijnenakkoord nieuwe taken belegt bij de politie zonder daar adequate financiering voor uit te trekken;
constaterende dat de politie heeft aangegeven minimaal 400 miljoen structureel nodig te hebben om de basis en capaciteit op orde te brengen, te investeren in professionalisering van mensen en vernieuwing van systemen en werkprocessen;
verzoekt de aanstaande coalitie om ervoor te zorgen dat de politie na financiering voor de nieuwe taken zoals omschreven in het hoofdlijnenakkoord ook nog minimaal 400 miljoen structureel extra ten opzichte van het basispad toebedeeld krijgt (we dekken dit door de verplichtstelling van pensioenopbouw te verlagen voor de hoogste inkomens; burgers die alsnog vrijwillig meer willen opbouwen, blijven daarin fiscaal gefaciliteerd tot de aftoppingsgrens),
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Jetten en Eerdmans.
Zij krijgt nr. 46 (36471).
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Dank voor de handreiking van de heer Omtzigt. We gaan de komende tijd flink aan de slag om bij het Belastingplan een beter alternatief aan te dragen voor de verhoging van de btw op boeken. Alvast ter aanmoediging de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat iedereen volgens het hoofdlijnenakkoord het recht heeft zich één keer te vergissen;
overwegende dat we dit recht deze coalitie ook gunnen;
van mening dat Nederlanders weer meer en beter moeten gaan lezen;
spreekt uit dat de btw-verhoging op boeken, tijdschriften en kranten van tafel moet,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Jetten, Timmermans en Bikker.
Zij krijgt nr. 47 (36471).
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Ik noemde dit akkoord "een luchtkasteel gebouwd op financieel drijfzand". Ik ben er tijdens dit debat niet geruster op geworden. Ik denk dat toekomstige nachtelijke coalitieruzies al besloten liggen in dit akkoord. Dat maakt één ding heel duidelijk: deze nieuwe coalitie verdient een heel stevige oppositie. Daar zijn we als D66 klaar voor. Ik wens de beoogd formateur veel succes bij waarschijnlijk de langste formatiefase ooit.
De voorzitter:
Mevrouw Van der Plas, BBB. Uw chocolaatjes liggen hier, hè?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Nogmaals dank aan de informateurs. Daar hebben we echt heel fijn mee samengewerkt. Ik noemde ook de ambtelijke ondersteuning, de bodes, de beveiliging en het restaurant. Daar ben ik ze heel erkentelijk voor. Heel veel mensen denken door het beeld naar buiten toe: "Er is allemaal gedoe, allemaal ruzie en allemaal dit en dat. Gaat het wel goed? Kunnen ze met elkaar?" Nou, ik kan u ook onthullen dat we heel erg veel hebben gelachen met elkaar en dat we liedjes hebben gezongen, althans Henk en ik vooral. Hup, daar is Willem met de waterpomptang, Calimero, Beleef de dag van je leven in de Flevohof en We are all together now van Jomanda zijn allemaal langsgekomen. We hebben dus echt ook heel veel plezier gehad. Er zijn beelden van. Er zijn beelden, maar deze zullen in het Nationaal Archief verdwijnen. Het slot daarvan gaat pas open in het jaar 2124, als we zeker weten dat al onze kinderen dood zijn en wij dood zijn, zodat we er allemaal niet meer op aangesproken kunnen worden. Nee, het was heel goed.
Het was de mensen al een beetje opgevallen. Wat loopt ze nou met dozen chocola? Mag ze dat allemaal wel hebben? Maar ik heb wel wat meegenomen. Ik weet zeker dat mevrouw Yeşilgöz, de heer Omtzigt en de heer Wilders dachten dat het voor hen was, maar dat is niet zo. Helaas! Ik heb dit meegenomen, eentje voor de heer Van Zwol, eentje voor de heer Dijkgraaf en een grote voor het ondersteunend personeel en iedereen in het formatiekwartier die ons heeft geholpen. Ja, die mensen werken hier, maar ze mogen er gerust uit graaien. Ik kan nu ook wel een liedje zingen dat bij deze doosjes hoort, maar dan zou ik reclame maken. Ik hou het dus op: tralala dat jij er bent. Alsjeblieft. O nee, dat moet de bode doen.
Dank u wel.
(Geroffel op de bankjes)
De voorzitter:
De chocolaatjes maken onderdeel uit van de beraadslaging. De heer Bontenbal van het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Ik zit nu allemaal liedjes te bedenken, maar ik ga daar geen grappen over maken. Ik wil de informateurs bedanken voor het goede werk dat ze hebben gedaan. Het is inderdaad zoals collega Stoffer zei: als je een SGP'er en een CDA'er bij elkaar zet, dan gaat het goed. Wij dienen geen moties in vandaag. Wist u, voorzitter, dat hier te veel moties worden ingediend? Ik heb een plan om minder moties in te dienen eigenlijk wel een beetje in het hoofdlijnenakkoord gemist, maar wellicht komen we daar nog over te spreken. Wij zullen ook niet voor moties stemmen vandaag. Dat heeft er simpelweg mee te maken dat het allemaal spreekt-uitmoties zijn. Wij denken dat er een veel geschikter moment is om over dit soort dingen te praten, namelijk bij het debat over de regeringsverklaring. Dan kunnen er gewoon nette voorstellen worden gedaan. De vier partijen laten dit allemaal uitwerken in een regeerprogramma. Ik denk dat dat ook een geschikt moment is om integrale voorstellen te doen, hoe sympathiek de voorstellen over kinderarmoede enzovoorts ook zijn. Maar ik denk dat we ons een beetje moeten beheersen wat betreft het aantal moties in dit soort debatten.
Er is één uitzondering. Dat is de motie van collega Wilders. Daar gaan wij als fractie natuurlijk nog even over nadenken. Stiekem vind ik het leuk om de heer Van Zwol nog een klein beetje te laten bungelen in het ongewisse, maar misschien dat wij een hand over ons hart strijken en toch voor deze motie stemmen. U bent namelijk wel een van de meest geschikte personen daarvoor.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Spannend. De heer Dijk van de SP.
De heer Dijk (SP):
Ja, voorzitter, die Bontenbal, hè, zonder moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat "bestaanszekerheid" een belangrijk thema was tijdens de verkiezingen;
overwegende dat uit de analyse van het CPB blijkt dat door het hoofdlijnenakkoord de (kinder)armoede zelfs toeneemt;
spreekt uit dat geen kind in armoede zou moeten opgroeien;
verzoekt het nieuw te vormen kabinet dit als doelstelling te hanteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 48 (36471).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het eigen risico slechts wordt gehalveerd in 2027;
overwegende dat mensen hierdoor alsnog een drempel zullen ervaren wanneer zij zorg nodig hebben;
verzoekt het nieuw te vormen kabinet het eigen risico volledig af te schaffen vanaf 1 januari 2025 en dit te betalen door het zwaarder belasten van de allergrootste vermogens,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 49 (36471).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de huren in de sociale sector vanaf 1 juli 2024 met maximaal 5,8% kunnen stijgen;
verzoekt het nieuw te vormen kabinet dit te voorkomen door de huren te bevriezen en dit te betalen door maatregelen die alleen het bedrijfsleven ten goede komen te schrappen, zoals het verlagen van de energiebelasting voor de hogere schijven, het verhogen van de renteaftrekbeperking van de Vpb en het verhogen van de mkb-winstvrijstelling,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 50 (36471).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er geen maatregelen worden genomen om het minimumloon te verhogen in dit hoofdlijnenakkoord;
verzoekt het nieuw te vormen kabinet het minimumloon alsnog te verhogen en dit te betalen door het afschaffen van de belastingkorting op de inkoop van de eigen aandelen terug te draaien,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 51 (36471).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Nibud de koopkracht voor verschillende typen huishoudens in beeld kan brengen;
verzoekt het Nibud om een doorrekening te maken van het coalitieakkoord, zodat de gevolgen voor verschillende typen huishoudens inzichtelijk zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 52 (36471).
De heer Dijk (SP):
Tot slot. Ik heb een debatje gehad met de heer Omtzigt over open kwesties. Ik ben ontzettend nieuwsgierig en benieuwd naar hoe dat gaat verlopen. Ik zie alleen dat er geen enkele cent voor gereserveerd is. Ik kijk dus heel erg uit naar dat soort debatten.
De voorzitter:
Dan de heer Van Baarle van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank u wel, voorzitter.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit de doorrekening van het CPB blijkt dat ten opzichte van 2024 het aandeel personen in armoede met 0,1 procentpunt toeneemt en het aandeel kinderen met 0,5 procentpunt;
van mening dat een toename van de armoede onacceptabel is;
spreekt uit dat de 800 miljoen euro voor de verlaging van de dividendbelasting moet worden ingezet voor het voorkomen van armoede,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 53 (36471).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het hoofdlijnenakkoord een bezuiniging van 22% op de kerndepartementen bevat;
overwegende dat er forse personele inzet nodig is voor de afhandeling van de toeslagenmisdaad en de aardbevingsschade in Groningen;
spreekt uit dat de afhandeling van de toeslagenmisdaad en de aardbevingsschade in Groningen niet in gevaar mag komen door bezuinigingen op het ambtelijke apparaat,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 54 (36471).
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, tot slot. Ik vind het dieptriest dat ik deze motie überhaupt moet indienen. Maar als in dit huis een volk dat alle bestaansrecht en het recht op zelfbeschikking heeft, een nepvolk wordt genoemd, vind ik dat ik deze motie moet indienen.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
erkent het bestaansrecht en het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen en spreekt als wens uit dat de komende regering dit uitdraagt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 55 (36471).
Mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren ziet af van haar tweede termijn.
Dan is het woord aan de heer Baudet van de fractie van Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Dank u wel, voorzitter. In mijn eerste termijn heb ik twee klachten geuit over het huidige akkoord. Dat ging ten eerste over de manier waarop het tot stand kwam, met het in mijn ogen zeer incorrecte optreden ten opzichte van de heer Plasterk. Ten tweede ging dat over de inhoud van het akkoord. In mijn ogen laat dat nogal wat te wensen over qua duidelijkheid en breuk met het verleden. In dat kader heb ik twee moties. De eerste is als volgt.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit dat de heer Ronald Plasterk een uitstekende premierskandidaat was geweest,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.
Zij krijgt nr. 56 (36471).
De heer Baudet (FVD):
De tweede motie betreft de inhoud van het akkoord en de inhoud van het te voeren beleid. Ik denk dat er nog een goede kans is dat dit kabinet alsnog de juiste koers vindt. Dat zou zo zijn als de relatief meest rechtse persoon in dit coalitieverband, al valt dat vergeleken met ons natuurlijk allemaal erg mee, toch maar premier wordt. Dan kan die misschien nog enigszins de koers houden. Dat is natuurlijk Geert Wilders zelf.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit dat de heer Geert Wilders alsnog gewoon premier moet worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Baudet.
Zij krijgt nr. 57 (36471).
De heer Baudet (FVD):
De PVV is de grootste partij met 37 zetels; van harte gefeliciteerd met een bijzondere verkiezingsoverwinning. We gunnen het Geert Wilders van harte.
De heer Stoffer (SGP):
Ik heb toch een vraag. Dit gaat natuurlijk over personen. Volgens mij moeten we over personen altijd stemmen met briefjes. Dat kan niet gewoon met handopsteken en dergelijke.
De heer Baudet (FVD):
O ja? Dan zouden we dus ook niet kunnen stemmen over een motie over wie de formateur of de informateur zou moeten worden.
De voorzitter:
Ik vind de moties dermate frivool dat ik daar geen schriftelijke stemming over wil houden. Het spijt mij vreselijk, hoor. Sorry.
De heer Stoffer (SGP):
Goed. Dit soort moties helpt natuurlijk niet om het aanzien van het parlement te vergroten. Ik wil de heer Baudet voorstellen om ze in te trekken.
(Hilariteit)
De heer Baudet (FVD):
Waarom helpen deze moties niet om het aanzien van het parlement goed te doen? Ik denk van wel. Ik denk dat heel veel mensen in Nederland denken: de leider van de grootste partij moet in principe premier kunnen worden. De partij heeft 37 zetels en is met afstand de grootste. Het is Geert Wilders en zijn partij gelukt om een coalitieakkoord uit te onderhandelen. Er is eerder een premierskandidaat min of meer voorgedragen. Die is het niet geworden. Wat mij betreft geven we nu alsnog de eer aan de heer Wilders zelf. Ik vind dat een hele serieuze en inhoudelijke motie.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, noemde u nu een motie om mij tot premier aan te wijzen "frivool"?
(Hilariteit)
De voorzitter:
Ik speel met mijn toekomst; ik weet het.
De heer Wilders (PVV):
Hoelang dacht u Voorzitter te willen blijven?
De voorzitter:
Maar goed, met alle soorten van plezier breng ik beide moties aanstaande dinsdag in stemming en dan doen we het gewoon schriftelijk.
De heer Wilders (PVV):
Volgens mij hoeft dat niet. Ik dank de heer Baudet voor zijn vriendelijke motie. Ik waardeer het oprecht. Maar zoals ik al zei, hebben we de afspraak gemaakt om in de Kamer te blijven. Zelfs mijn fractie zal die motie niet kunnen steunen. U moet natuurlijk doen wat u wilt, maar helaas gaat dat 'm niet worden.
De heer Baudet (FVD):
Dan zullen we het wel zien. Wij gaan in elk geval wel voorstemmen.
De voorzitter:
Dat scheelt weer. Mevrouw Bikker van de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
De voorzitter vraagt wie ik ga kandideren. Dat is niet aan de orde, voorzitter! Ik wil wel heel graag de informateurs danken voor hun goede werk. We gaan nog stemmen, maar eerlijk gezegd wil ik de formateur alvast veel hoop, lef en sterkte wensen.
Voorzitter. Naar aanleiding van het debat heb ik één motie, die ik nu graag in zou dienen. Er zijn heel veel dingen waar wij vragen over hebben gesteld en waarover we van gedachten hebben gewisseld. Dat gaat ook nog volgen bij een regeringsverklaring, maar op één punt denk ik: dat kunnen we toch nu al wel met elkaar regelen? Dat betreft het volgende.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het hoofdlijnenakkoord het huidige doel om de kinderarmoede te halveren niet is terug te vinden, maar wel het doel de (kinder)armoedecijfers niet uit te laten komen boven het referentiejaar 2024;
overwegende dat uit de Analyse hoofdlijnenakkoord 2025-2028 van het CPB blijkt dat de maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord nog niet toereikend zijn voor het realiseren van de gemaakte afspraak;
spreekt uit dat de te nemen maatregelen zodanig zijn dat (kinder)armoede in Nederland de komende jaren bij voorkeur lager en maximaal op het niveau van het jaar 2024 uitkomt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bikker, Timmermans, Jetten, Dassen en Eerdmans.
Zij krijgt nr. 58 (36471).
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, dat was het voor nu. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Dassen van Volt.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Dank ook aan beide informateurs. Ik heb één motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de anticorruptie waakhond GRECO van de Raad van Europa al jaren constateert dat Nederland onvoldoende bindende maatregelen kent om corruptie te bestrijden en integriteit te waarborgen;
verzoekt de formateur voorafgaand aan de aanstelling van de nieuwe bewindspersonen met de potentiële bewindslieden in gesprek te gaan, hen te laten vaststellen dat zij zich houden aan het lobbyverbod voor het oude ministerie en aanpalende beleidsterreinen, het draaideurverbod en de afkoelperiode met verplicht advies, en hen verplicht de self-assessment integriteit bewindspersonen af te laten nemen, dit gesprek schriftelijk vast te leggen en daarover terug te rapporteren aan de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.
Zij krijgt nr. 59 (36471).
De heer Dassen (Volt):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Eerdmans van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb vier moties.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit dat de Spreidingswet voor 1 november van dit jaar ingetrokken moet zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 60 (36471).
De heer Eerdmans (JA21):
De tweede motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit dat in het regeringsprogramma concrete en jaarlijks afrekenbare doelstellingen moeten worden opgenomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans en Bikker.
Zij krijgt nr. 61 (36471).
De heer Eerdmans (JA21):
De derde motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het hoofdlijnenakkoord stelt dat windmolens zo veel mogelijk op zee komen in plaats van op land;
spreekt uit dat er zo snel mogelijk een pauzeknop komt voor zowel het Rijk als de provincies op het verlenen van vergunningen voor nieuwe windturbines of windturbineparken op land,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 62 (36471).
De heer Eerdmans (JA21):
De laatste motie is iets uitgebreider. Dat komt door de actualiteit van vandaag.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Noorwegen, Spanje en Ierland vandaag hebben aangekondigd de Palestijnse Staat te zullen gaan erkennen;
constaterende dat Slovenië, België en Malta voornemens zijn een soortgelijke stap te nemen;
overwegende dat dergelijke besluiten getuigen van steun aan een decennialange terreurcampagne van de internationaal erkende terroristische organisatie Hamas;
overwegende dat terroristisch, religieus fanatisme nooit mag leiden tot diplomatieke successen;
roept de nieuwe regering op diplomatieke steun aan Palestijnse staatsvorming te allen tijde enkel te verlenen mits sprake is van wederzijdse legitieme, democratisch onderbouwde en diplomatieke onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnse autoriteiten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 63 (36471).
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We hebben bij elkaar 22 moties. Ik stel vast dat er geen bewindspersonen aanwezig zijn om ze te appreciëren, tenzij de heer Dijkgraaf dat even wil doen. Ik zie hem … Nee, zo werkt het niet. Ik ga straks schorsen en dan gaan we om 22.00 uur stemmen. Maar niet voordat ik de beide oud-informateurs hartelijk dank heb gezegd voor hun acht weken noeste arbeid met resultaat. Het wordt enorm gewaardeerd. Zij hebben zich belangeloos ingezet voor de parlementaire democratie; daar zijn we ze intens dankbaar voor. Ik zal ze nu even een mooi ruikertje overhandigen. Hartelijk dank, hartelijk dank, hartelijk dank.
(Geroffel op de bankjes)
De vergadering wordt van 21.34 uur tot 22.06 uur geschorst.