Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 25 juni 2024 (Kamerstuk 21501-02-2913)
2024D26073 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken hebben enkele fracties de behoefte vragen
en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken
d.d. 14 juni 2024 inzake geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 25 juni
2024 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2913), d.d. 30 mei 2024 inzake Verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 21 mei 2024 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2910), d.d. 19 april 2024 inzake de Kabinetsappreciatie mededeling Europese Commissie
over pre-toetredingshervormingen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2887), en d.d. 17 mei 2024 inzake Jaarbericht 2023 procesvertegenwoordiging Hof van Justitie
van de EU (Kamerstuk 36 410 V, nr. 83).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Bromet
De griffier van de commissie,
Hessing-Puts
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
• Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
• Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
• Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
• Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
• Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
• Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
II Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda die 25 juni
besproken gaat worden en hebben hier nog een aantal vragen en opmerkingen over.
Deze leden zijn bezorgd over het Europees Democratieschild en hebben hier nog wat
vragen over. Zij vragen wie namens de Europese Unie gaat bepalen wat betrouwbaar nieuws
en wat nep-nieuws is. Wordt daar een Eurocommissaris voor aangesteld? Er wordt gesproken
over kwaadwillende beïnvloeding. Wat zal de EU daaronder kunnen verstaan? Voornoemde
leden vragen of dat in de praktijk kan betekenen dat de EU actief nieuws dat zij als
nep-nieuws betitelt, gaat censureren en dat mogelijkerwijs ook politiek onwelgevallige
meningen als dusdanig geïnterpreteerd kunnen worden.
Ook hebben de leden van de PVV-fractie nog enkele vragen over de tegenstrijdige houding
van het demissionaire kabinet met betrekking tot de toetredingsonderhandelingen met
Moldavië. Aan de ene kant zegt het kabinet dat het het perspectief van Moldavië om
toe te treden steunt, anderzijds zegt het kabinet uit te zien naar de beoordeling
van de Europese Commissie waaruit moet blijken of Moldavië de noodzakelijke stappen
heeft gezet, voordat het onderhandelingsraamwerk voor toetreding kan worden vastgesteld.
Voornoemde leden vragen opheldering over deze tegenstrijdige houding en of het oordeel
over het perspectief van Moldavië tot toetreding niet ondergeschikt zou moeten zijn
aan de beoordeling van de Europese Commissie.
Wat Oekraïne betreft zijn de leden van de PVV-fractie van mening dat het vaststellen
van de onderhandelingskaders voor Oekraïne, een land in oorlog, in dit stadium uiterst
ontijdig is en vragen waarom het kabinet hier toch voor opteert.
Vragen en opmerkingen van de leden van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
Raad Algemene Zaken van 25 juni 2024. Zij hebben nog enkele vragen.
Hervorming artikel 7-procudere
Al geruime tijd staat in Hongarije, en in toenemende mate ook in Slowakije, de rechtsstaat
onder druk. Dat is gevaarlijk voor de werking en slagkracht van de Unie. Daarom is
het wat de leden van de VVD-fractie betreft tijd om de artikel 7-procedure onder de
loep te nemen en waar nodig te hervormen. Deze leden hechten veel waarde aan gelijkheid
van de lidstaten, maar het kan niet zo zijn dat als een land stelselmatig de boel
ondermijnt, zowel op nationaal als op Unie niveau, daar geen passende maatregelen
getroffen voor kunnen worden. Daarom vragen zij het kabinet in hoeverre Nederland
zich op dit moment inzet voor de hervorming van de artikel 7-procedure en wat op dit
vlak het speelveld is met betrekking tot de andere lidstaten. Is het kabinet het met
deze leden eens dat het voor de Unie als geheel van belang is de gezamenlijke waarde
hoog te houden en is het kabinet voornemens tijdens de bespreking van genoemde procedure
jegens Hongarije hier aandacht voor te vragen?
Stemming Natuurherstelwet
De leden van de VVD-fractie zijn misnoegd met betrekking tot de gang van zaken rondom
de stemming over de Natuurherstelwet. Deze leden zijn geschrokken en staan paf van
het feit dat een persoonlijke stem, tegen de wens van de eigen regering van de eigen
lidstaat, in kan gaan. Geeft deze gang van zaken niet stof tot nadenken over dergelijke
procedures en is het kabinet het met deze leden eens dat hiermee de geloofwaardigheid
en de besluitvorming van de Unie als geheel mee op de tocht kan komen te staan? Is
het kabinet daarom voornemens om en marge van de Raad met de overige lidstaten te
spreken over deze situatie en daarbij te onderkennen dat het nooit het geval kan zijn
dat een persoonlijke mening prevaleert boven dat van de lidstaat?
Westelijke Balkan
De leden van de VVD-fractie zien op dit moment dat kandidaat-lidstaten op de Westelijke
Balkan toenadering zoeken en publiekelijk willen laten zien dat zij stappen zetten
in het toetredingsproces. Deze leden zijn van mening dat deze landen op dit moment
nog niet klaar zijn voor volgende stappen in het proces, maar pleiten aan de andere
kant wel voor een geëngageerde opstelling van zowel Nederland zelf als de overige
lidstaten. Hoe kijkt het kabinet hiernaar? Is het kabinet het met deze leden eens
dat deze kandidaat-lidstaten nog stappen moet zetten op het gebied van sancties jegens
Rusland en aansluiting met het GBVB? Kan het kabinet op laatstgenoemde daarbij uiteenzetten
hoe ver deze landen op dat vlak op dit moment zijn? De aan het woord zijnde leden
zijn van mening dat stabiliteit en rust op de Balkan kan bijdragen aan een stabiel
Europa. Ziet het kabinet daarbij kans om tijdens de aankomende Raad met de overige
lidstaten te spreken over een geëngageerde opstelling jegens de Westelijke Balkan,
zonder afbreuk te doen aan de criteria tot toelating?
Vragen en opmerkingen van de leden van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken bij
dit schriftelijk overleg. Zij hebben nog enkele vragen.
Deze leden lezen dat de RAZ een oriënterend debat zal voeren over het opstellen van
richtlijnen betreffende transparantie en belangenbehartigingactiviteiten. Voornoemde
leden lezen tevens dat er een voorstel zal worden gedaan dat streeft naar een EU-brede
definitie van belangbehartiging en voorziet in transparantievereisten, zoals de verplichting
van entiteiten die belangen vertegenwoordigen vanuit derde landen. Daarom vragen de
aan het woord zijnde leden of EU-lidstaten ook vallen onder het begrip van derden?
Indien dit niet het geval is, in hoeverre biedt dit de mogelijkheid voor derden gebruik
te kunnen maken van financiering middels tussenconstructies binnen EU-lidstaten?
De leden van de NSC-fractie vragen wat de criteria zijn voor de registratie van lobbyisten
en belangengroepen en hoe wordt gecontroleerd of de informatie accuraat en up-to-date
is.
Voornoemde leden vragen hoe de balans wordt gevonden tussen transparantie en privacybescherming
en wat zijn de rechten van individuen om hun gegevens te corrigeren of te laten verwijderen.
De aan het woord zijnde leden hebben met aandacht de ontwikkelingen rondom de Artikel
7-procedure tegen Hongarije gevolgd en willen graag meer inzicht krijgen in de stappen
die worden ondernomen om de rechtsstaat te versterken en de onafhankelijkheid van
de rechterlijke macht te waarborgen. Daarom vragen deze leden of het kabinet kan toelichten
of er vanuit EU-verband meer kan worden gedaan om Hongarije aan te spreken op de schendingen
van de rechtsstaat. Tevens vragen deze leden hoe de rechten van Hongaarse burgers
worden beschermd met betrekking tot de Artikel 7-procedure en wat de maatregelen zijn
om te voorkomen dat gewone burgers de dupe worden van (potentiële) politieke sancties.
Ook hebben de leden van de NSC-fractie enkele vragen over de thema’s en de democratische
legitimiteit van de intergouvernementele beslissingen. Deze leden appreciëren de kritische
houding van het kabinet tegenover de harmonisatie en het voorstel om te pleiten voor
een minimum harmonisatie. De aan het woord zijnde leden vragen hoe een beoogd minimum
eruit komt te zien en tot in hoeverre dit effectief kan worden geïmplementeerd zonder
de soevereiniteit van de lidstaten te schaden en hoe dit minimum kan bijdragen aan
het bereiken van de doelstellingen van de EU zonder onnodige bureaucratische lasten
te creëren. Daarnaast vragen deze leden wat de belangrijkste (beoogde) hervormingen
zijn voor de komende intergouvernementele conferenties. Tot slot, op dit punt, vragen
de leden van de NSC-fractie of er naast de EU-toetreding nog andere doelen en onderwerpen
zijn die tijdens deze conferenties worden besproken.
De leden van de NSC-fractie lezen dat Oekraïne en Moldavië de relevante stappen hebben
gezet waarmee is voldaan aan de aanbevelingen van de Europese Commissie. Op basis
van deze voldane aanbevelingen lezen deze leden dat Nederland op basis daarvan in
gaat stemmen met het onderhandelingsraamwerk voor verdere toetreding tot de EU. Deze
leden vragen wat de belangrijkste bevindingen zijn van de Europese Commissie over
de voortgang in Oekraïne en Moldavië en welke hervormingen zijn er doorgevoerd sinds
het laatste rapport. Daarnaast vragen voornoemde leden hoe de steun van de EU aan
Oekraïne en Moldavië wordt gemonitord en geëvalueerd en wat de criteria zijn voor
de evaluatie van de EU-steunprogramma’s.
De leden van de NSC-fractie volgen met belangstelling het EU-toetredingsproces van
Montenegro en willen graag inzicht krijgen in de voortgang en de uitdagingen die Montenegro
tegenkomt tijdens dit proces. Daarom vragen deze leden wat de huidige stand van zaken
is in het toetredingsproces van Montenegro tot de EU en welke hoofdstukken van de
acquis communautaire al zijn geopend en afgesloten. Ook vragen deze leden wat de belangrijkste
uitdagingen zijn voor Montenegro in het toetredingsproces en hoe de voortgang wordt
gemonitord. Welke concrete maatregelen worden genomen om deze uitdagingen het hoofd
te bieden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
Raad Algemene Zaken van 25 juni 2024. Zij hebben daarover nog enkele vragen.
Transparantieregister
De leden van de D66-fractie lezen dat de RAZ een oriënterend debat zal voeren over
het voorstel voor een richtlijn betreffende de transparantie van namens derde landen
uitgevoerde belangenbehartigingsactiviteiten. Deze leden steunen de wens om ongewenste
invloeden van derde landen te beperken binnen de Europese Unie. Zij begrijpen ook
de wens om dit zoveel mogelijk op Europees niveau te organiseren, de Europese rechtsstaat
is ten slotte slechts zo sterk als de zwakste schakel. Als een lidstaat zich inlaat
met onwenselijke invloeden van buiten de EU, dan heeft dat gevolgen voor de Europese
rechtsstaat als geheel. Een aantal maatschappelijke organisaties maakt zich zorgen
dat deze richtlijn onbedoelde, negatieve effecten zal hebben op het maatschappelijk
middenveld in Europa. Is dat wat het kabinet betreft een gegronde zorg? Zo ja, welke
oplossingen draagt Nederland aan om deze zorg weg te nemen? In de geannoteerde agenda
is te lezen dat een groep lidstaten zich zal uitspreken tegen de stigmatisering van
het maatschappelijk middenveld. Kan de Minister aangeven om welke lidstaten dit gaat?
Voorbereiding van de Europese Raad van 27 en 28 juni
De leden van de D66-fractie hebben ook nog enkele vragen voor de Europese Raad van
27/28 juni. Deze leden vragen of de Minister kort nog iets kan toelichten over de
stand van de onderhandelingen voor wat betreft de topposities in Brussel. In de media
is te lezen dat wat eigenlijk een simpele puzzel had moeten zijn, toch gecompliceerder
is geworden doordat de Europese volkspartij naast het voorzitterschap van de Europese
Commissie en het Europees parlement, ook nog een deel van het voorzitterschap van
de Europese Raad wil. Hoe kijkt Nederland hier tegenaan? Is Nederland voorstander
voor het opsplitsen van de Raadstermijn? Wat voornoemde leden betreft is het van belang
dat de Europese topfuncties zo snel mogelijk opgevuld worden en is het daarmee voor
de hand liggend dat het Raadsvoorzitterschap niet verder opgeknipt wordt. Europa staat
voor grote uitdagingen en het is nodig dat wij een stabiele kracht in de wereld blijven.
Een snel besluit over de Europese topfuncties zou daaraan bijdragen.
Verder wordt ook het vaststellen van de Strategische agenda besproken. De leden van
de D66-fractie lezen dat de inzet van Nederland zich voornamelijk toespitst op het
verminderen van regeldruk. Daar zijn deze leden voorstander van, maar zij zetten er
wel vraagtekens bij dat dit de hoofdprioriteit voor de Nederlandse inzet is ten opzichte
van de strategische agenda. De vorige Europese Commissie heeft zich, terecht, ingezet
voor het tot stand komen van de Green Deal. Bij de Europese verkiezingen van 6–9 juni
2024 hebben opnieuw partijen die voorstander zijn van de Green Deal een meerderheid
gehaald in het Europese parlement. Toch zien we klimaat als onderwerp nog niet sterk
terug in de prioriteiten voor de strategische agenda. Kan de Minister aangeven wat
de inzet zal worden met betrekking tot de Green Deal en het Europese klimaatbeleid
voor de volgende strategische agenda? Is het Europese klimaatbeleid wat de Minister
betreft een prioriteit voor de volgende Europese Commissie? Hoe zal Nederland zich
voor die prioriteit inspannen?
Artikel 7-procedure Hongarije
Tot slot lezen de leden van de D66-fractie dat er opnieuw een inbreukprocedure tegen
Hongarije gestart is. Deze leden steunen die procedure. Verder vinden zij het goed
dat er opnieuw over de artikel 7-procedure tegen Hongarije gesproken zal worden. Voornoemde
leden vinden het wel bevreemdend te weten dat dit de laatste RAZ is onder het Belgisch
voorzitterschap, alvorens Hongarije zelf het stokje over zal nemen. Hoe is gewaarborgd
dat Hongarije de rechtsstaat niet nog verder zal afbreken, als zij tijdens het voorzitterschap
van Hongarije minder gemakkelijk door de Raad op de vingers getikt kunnen worden?
Zullen er tijdens het voorzitterschap van Honagrije nog gesprekken gevoerd worden
over de artikel 7-procedure? Hoe ziet het krachtenveld erop dit moment uit met betrekking
tot de artikel 7-procedure tegen Hongarije? Tekent zich inmiddels een meerderheid
af voor het ontnemen van het stemrecht van Hongarije?
Vragen en opmerkingen van de leden van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben de stukken ten behoeve van het schriftelijk overleg
over de RAZ met interesse gelezen en hebben enige vragen over het nonpaper over betere
regelgeving.
Welke gevolgen moeten de territorial impact assessments hebben in het wetgevingsproces?
Deelt het kabinet de mening dat die territorial impact assessments ook altijd naar
de Kamer gestuurd moeten worden?
Hoe garandeert het kabinet dat we ons in de toekomst strenger aan het «one in, one
out»-principe houden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben gelezen dat er een oriënterend debat zal worden
gevoerd over het voorstel voor een richtlijn betreffende de transparantie van namens
derde landen uitgevoerde belangenbehartigingsactiviteiten. Er wordt gestreefd naar
een EU-brede definitie en bijvoorbeeld een register. Momenteel bestaat er in vijftien
lidstaten een transparantieregister voor belangenvertegenwoordigingsactiviteiten,
zij het niet overal op nationaal niveau. Welke inzet heeft Nederland als het gaat
om dit transparantieregister? Welke inzet heeft Nederland rondom het toepassingsgebied?
Welke inzet heeft Nederland omtrent de drempels voor de omvang van de entiteiten of
het niveau van de activiteiten die bepalen of er transparantie- of registratievereisten
van toepassing zijn?
Daarnaast hebben deze leden gelezen dat er naar verwachting een groep lidstaten zal
zijn die wat betreft de aard van de harmonisatie, zal pleiten voor minimum harmonisatie
in plaats van de voorgestelde maximum harmonisatie (rondom het transparantie register).
Welk standpunt neemt Nederland omtrent dit onderwerp in?
Ook lezen de leden van de Volt-fractie dat er zal worden stilgestaan bij de vaststelling
van de Strategische Agenda voor 2024–2029. Hoewel het Nederlandse kabinet een non-paper
heeft opgesteld met Italië, Denemarken, Tsjechië en Zweden over betere regelgeving,
vragen deze leden wat de overige inzet van het kabinet zal zijn. Kan het kabinet een
appreciatie geven van de Strategische Agenda en kan zij aangeven waar Nederland op
heeft ingezet?
Tot slot lezen de leden van de Volt-fractie dat voorlopig nagenoeg alle andere lidstaten,
met uitzondering van één lidstaat, instemmen met het vaststellen van de raamwerken.
Welke lidstaat kan niet instemmen met het raamwerk en met elke argumentatie?
II Reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
A.E.A.J. Hessing-Puts, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.