Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over aanvullende humanitaire hulp aan Gaza via nieuwe airdrops (Kamerstuk 23432-515)
23 432 De situatie in het Midden-Oosten
Nr. 519
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 16 mei 2024
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
de Minister van Buitenlandse Zaken over de aanvullende humanitaire hulp aan Gaza via
nieuwe airdrops (23 432, nr. 515).
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft deze vragen, mede namens de Ministers van
Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, beantwoord bij
brief van 16 mei 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend Voorzitter van de commissie, De Roon
Adjunct-griffier van de commissie, Dekker
1
Op welke wijze monitort Nederland waar de gedropte humanitaire hulpgoederen terechtkomen,
en wie deze in bezit krijgen en verder distribueren?
Antwoord:
Nederland heeft zicht op de mate waarin de goederen terecht komen in de daarvoor aangewezen
drop zone. Door de drop zones te spreiden probeert de internationale airdrop-coalitie zoveel mogelijk mensen te bedienen. Vanwege de chaotische situatie in het
noorden van Gaza die zich kenmerkt door aanhoudende gevechten, ontvouwende hongersnood
en maatschappelijke ontwrichting, is het voor Nederland niet mogelijk te monitoren
wie de goederen vervolgens in bezit krijgt of distribueert.
De gehele bevolking heeft hulp nodig, maar er komt bij lange na niet genoeg binnen.
Bij structurele verbetering van humanitaire toegang en zodra de meest ernstige humanitaire
noden zijn verholpen kunnen de professionele hulporganisaties en de VN ter plekke
meer controle uitoefenen op distributie en zodoende helpen garanderen dat de hulp
bij de meest hulpbehoevenden terecht komt.
2
Waar komen de door Nederland gedropte hulpgoederen eigenlijk vandaan? Komen die uit
de eigen noodvoorraden, of worden die op de vrije markt gekocht?
Antwoord:
De Nederlandse pakketten worden samengesteld uit Jordaanse goederen en goederen die
Jordanië heeft ontvangen van verschillende partnerlanden en maatschappelijke organisaties.
3
Om welke redenen vervullen vooral Westers georiënteerde landen de noodhulpoperatie
en niet landen als China, India, Indonesië, maar ook omliggende landen als Saudi-Arabië
en Qatar?
Antwoord:
De multinationale airdrop-coalitie bestaat naast Jordanië en Nederland momenteel uit België, Canada, Duitsland,
Egypte, Frankrijk, Indonesië, Singapore, Spanje, de Verenigde Arabische Emiraten,
de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Er is dus sprake van een brede groep
landen uit meerdere regio’s, waaronder het Midden-Oosten.
4
Wat doet Nederland om andere landen – buiten de huidige internationale samenwerkingsverbanden
– aan te sporen om ook humanitaire hulp aan Gaza te leveren?
Antwoord:
De Nederlandse humanitair diplomatieke inzet is primair gericht op onmiddellijke,
veilige en volledige humanitaire toegang tot Gaza. Ook buiten de verschillende samenwerkingsverbanden
benadrukt het kabinet dit bij gesprekspartners.
5
Wat is de geopolitieke positie van Latijns-Amerika in het conflict Israël-Hamas en
wat doen deze landen aan humanitaire noodhulp?
Antwoord:
Latijns-Amerikaanse landen vormen een grote en diverse groep landen met zeer uiteenlopende
internationale inzet. Ook in VN-verband in contacten met Latijns-Amerikaanse landen
roept het kabinet op tot het wegnemen van alle obstakels voor het op grote schaal
leveren van humanitaire steun, in lijn met het humanitair oorlogsrecht en VNVR-resoluties
2417, 2712, 2720 en 2728. Al deze resoluties werden tevens gesteund door de Latijns-Amerikaanse
leden van de VNVR (momenteel Ecuador en Guyana).
6
Kloppen de berichten dat China en Hamas elkaar recentelijk hebben ontmoet?
Antwoord:
Het kabinet is bekend met de berichtgeving in de media over een ontmoeting in Qatar
tussen een afgevaardigde van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ismail
Haniyeh, politiek leider van Hamas.
7
Wat voor controlemechanismes heeft Nederland om ervoor te zorgen dat humanitaire hulp
terecht komt bij diegenen die het het meeste nodig hebben? Wat voor mogelijkheden
kan Nederland hier verder nog in treffen?
Antwoord:
Zie tevens het antwoord op vraag 1. Prioriteit van de Nederlandse inzet is dat humanitaire
toegang tot Gaza, in het bijzonder Noord-Gaza, onmiddellijk en aanzienlijk verbetert.
Meer goederen moeten de Gazanen bereiken. In de eerste plaats omdat zich een hongersnood
ontvouwt en humanitaire hulp van levensreddend belang is. Daarnaast is het werken
aan een constante, betrouwbare en adequate toevoer van humanitaire hulp ook een manier
om de maatschappelijke ontwrichting tegen te gaan en de weg vrij te maken voor beter
gestructureerde, gecontroleerde en gecoördineerde distributie. Hier spant Nederland
zich voor in, in nauwe afstemming en samenwerking met VN-organisaties, gelijkgezinde
landen en humanitaire partnerorganisaties.
8
In hoeverre leidt de ad-hoc inzet van C-130 vliegtuigen tot verdringen van training
en gereedstellingsactiviteiten van 336-squadron?
Antwoord:
Dergelijke inzet heeft gevolgen voor de brede geoefendheid. Daarom coördineert Defensie
o.a. via de liaison met de internationale partners voor de beste verdeling met de
minste impact op de gereedstelling. De transitie van de C-130 naar de C-390, naast
de mogelijke versterking van de logistiek ketens, maakt ook deze inzet in de toekomst
beter te garanderen.
9
Kunt u aangeven hoeveel vlieguren er gemaakt worden (vanaf Nederland, verkenning,
inzet en weer terug naar Nederland) per airdrop?
Antwoord:
Een airdrop (vanaf Amman en terug naar Amman) kost ongeveer twee vlieguren. De verplaatsing heen
en terug naar Jordanië kost circa veertien vlieguren.
10
Kunt u aangeven of er mogelijkheden zijn om de gebruikte parachutes terug te krijgen
uit Gaza?
Antwoord:
Dit is onmogelijk gezien de veiligheidssituatie in Gaza.
11
Mochten er geen mogelijkheden zijn om gebruikte parachutes terug te krijgen uit Gaza,
heeft Nederland voldoende voorraad en is er voldoende in de keten aanwezig om alle
operationele taken met betrekking tot airdrops te blijven uitvoeren?
Antwoord:
Op dit moment heeft Defensie niet voldoende parachutes uit eigen voorraad meer beschikbaar
voor eventuele toekomstige airdrops voor Gaza. Voor enkele drops heeft Nederland gebruik gemaakt van parachutes die door het World Food Program beschikbaar
gesteld zijn.
12
Wat is de juridische status van de militairen die deelnemen aan de airdrop-missie boven Gaza?
Antwoord:
Met het oog op personeelszorg en goed werkgeverschap streeft het Kabinet ernaar om
met zoveel mogelijk landen statusverdragen af te sluiten, zodat de juridische status
van Nederlands defensiepersoneel bij aanwezigheid in het buitenland goed geborgd is.
Het status of forces-akkoord (SOFA) met Israël, dat in 2021 is getekend, ligt sindsdien voor in het parlement:
het is door de Tweede Kamer goedgekeurd op 11 april 2023 en ligt op dit moment voor
in de Eerste Kamer ter goedkeuring. Het is nog niet in werking getreden en derhalve
niet van toepassing. Er bestaat sinds 2014 een eenjarig SOFA met Jordanië. Deze is
tot en met 2024 steeds met een jaar verlengd en van toepassing op het militair personeel
dat aanwezig is in Jordanië; hiermee is hun status afgedekt. Er zijn onderhandelingen
gaande over een meerjarig SOFA met Jordanië om het juridisch raamwerk voor militaire
samenwerking beter te bestendigen.
13
Zijn er medewerkers van het Ministerie van Defensie die op basis van gereedstelling
of training deelnemen aan de missies?
Antwoord:
Nee.
14
Denkt u na over een teken van erkenning voor alle deelnemers aan de airdrop-missies boven Gaza?
Antwoord:
Ja, net als bij iedere andere inzet denkt het Ministerie van Defensie na over een
gepaste wijze van erkenning.
15
Inspecteert Israël, Libanon of Nederland de goederen voorafgaand aan de dropping?
Antwoord:
Libanon speelt geen rol in de multinationale airdrop-coalitie. Jordanië is door Israël gemandateerd om de goederen voorafgaand aan de
dropping te inspecteren.
16
Registreert Israël ook de gedropte goederen in zijn initiatief, genaamd COGAT, om
hulp voor Palestijnse gebieden te coördineren?
Antwoord:
Israël dropt zelf geen goederen in Gaza. The Coordinator of Government Activities
in the Territories (CoGAT) is de Israëlische civiel-militaire tak van de IDF die de
verantwoordelijk is voor de Israëlische activiteiten in de Palestijnse Gebieden. CoGAT
was reeds voor de oorlog verantwoordelijk voor de uitvoering van het Israëlisch beleid
richting Gaza, inclusief de grensovergang voor goederen en mensen. Sinds de oorlog
heeft CoGAT deze taak ook voor humanitaire hulp toebedeeld gekregen. CoGAT registreert
inderdaad dagelijks wat er binnenkomt.
17
Houdt u de toenemende dreiging van Iran en Iraanse proxies in de gaten, specifiek
het risico dat zij ballistische raketten en luchtverdedigingsraketten in gaan zetten?
Antwoord:
Nederland houdt de toenemende dreiging van Iran en Iraanse proxies nauwlettend in
de gaten, en heeft de aanval van Iran op Israël op 13 en 14 april jl. in de sterkst
mogelijke bewoordingen veroordeeld. Nederland roept alle partijen op tot de-escalatie
en terughoudendheid.
18
In welk aandeel van de totale benodigde voedselnoodzaak in Gaza voorzien de airdrops?
Antwoord:
Het verruimen en versnellen van toegang over land is verreweg de meest effectieve
wijze om hulp bij de bevolking van Gaza te krijgen op de schaal die onmiddellijk nodig
is. De VN rapporteert dat er in maart gemiddeld 161 vrachtwagens per dag Gaza binnenkwamen,
waarbij het aantal varieerde tussen de 36 en 264. Voor 7 oktober 2023 kwamen dagelijks
ca. 500 vrachtwagens met goederen Gaza binnen – gemiddeld 7.500 ton, aldus VN-organisaties.
Per airdrop kunnen c.a. 49.000 Meals Ready to Eat (MRE’s) worden meegenomen. Bij benadering is
dit evenveel als in één vrachtwagen past. In vergelijking met het aantal trucks dat
voor de oorlog Gaza binnenkwam en in verhouding tot de bevolking van Gaza van ca.
2 miljoen inwoners gaat het dus om zeer kleine volumes. Gezien de belemmeringen bij
toegang over land schiet de hulpverlening echter enorm tekort, zeker in Noord-Gaza.
Airdrops zijn daarom een laatste redmiddel. In totaal heeft de multinationale airdrop-coalitie waar Nederland deel van uitmaakt sinds begin maart inmiddels bijna 2 miljoen
kilo aan hulpgoederen gedropt – equivalent aan ca. 133 vrachtwagens van 15 ton.
De maritieme corridor is nog in ontwikkeling. Eerder voerde World Central Kitchen
twee pilots uit en op 17 april kwam er een eerste levering vanuit Ashdod Gaza binnen,
maar langs deze weg zijn nog niet structureel significante hoeveelheden hulpgoederen
binnengekomen.
19
Hoeveel ton voedsel is per dag nodig in Gaza en hoeveel komt over land, over zee en
via de lucht binnen?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 18.
20
Deelt u de mening van Magnus Corfixen, humanitarian lead Oxfam, dat er ten minste
1.500 vrachtwagens nodig zijn om het tekort aan voedsel op te lossen?
Antwoord:
Het staat voor Nederland buiten kijf dat er onmiddellijk veel meer humanitaire hulp
nodig is en dat toegang via land de beste route is om deze hulp snel, effectief en
efficiënt te bieden. Nederland laat inschattingen over de precieze benodigde volumes
(c.q. aantal humanitaire trucks) aan professionele humanitaire organisaties zoals
VN, Rode Kruis- en Halve Maan, en (internationale) maatschappelijke organisaties.
21
Hoeveel kinderen zijn nu al slachtoffer van hongersnood in Gaza? Welke verwachtingen
heeft het kabinet over de toename van het aantal slachtoffers van hongersnood?
Antwoord:
Over het exacte aantal kinderen dat slachtoffer van hongersnood is geworden zijn geen
specifieke cijfers beschikbaar. Uit de rapportage van de Integrated Food Phase Classification (IPC) gepubliceerd op 18 maart jl. blijkt dat circa 1,1 miljoen Gazanen in de komende
maanden in hongersnood dreigen te raken.
22
In welke fase van classificatie voor hongersnood van de Verenigde Naties (VN) zitten
we nu? Klopt het dat de helft van Gaza in fase 5 (catastrofaal) zit?
Antwoord:
Uit het IPC-rapport van 18 maart jl. blijkt dat ten tijde van het uitkomen van het
rapport 39% van de bevolking (875 duizend mensen) was ingeschaald in categorie 4;
30% (676 duizend mensen) was destijds ingeschaald in categorie 5. Het rapport stelt
tevens dat 1,1 miljoen mensen in Gaza, de helft van de Gazanen, in de periode tot
medio juli naar verwachting zullen worden ingeschaald in IPC-categorie 5. Dit is de
meest ernstige categorie van het IPC-systeem.
23
Welke partijen zijn er (juridisch) verantwoordelijk voor de distributie van hulpgoederen
in Gaza, en welke rol speelt Israël hierin?
Antwoord:
Veilige, onmiddellijke en ongehinderde humanitaire toegang vereist volledige medewerking
van Israël. Het is aan Israël om te verzekeren dat humanitaire hulp door professionele
hulporganisaties, zoals de VN en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging, bij grensovergangen
wordt doorgelaten en binnen Gaza veilig, effectief en ongehinderd kan worden gedistribueerd.
Partijen bij een gewapend conflict hebben onder het humanitair oorlogsrecht de plicht
het verlenen van humanitaire hulp aan de noodlijdende bevolking toe te staan en te
faciliteren, onverminderd het recht van partijen om die goederen te controleren.
24
Is de blokkade door Israël de reden dat het leveren van hulpgoederen via de lucht
wordt verkozen in plaats van het leveren via de grond, ook al is dit laatste de meest
effectieve manier?
Antwoord:
Het kabinet heeft grote zorgen over dreigende hongersnood. Het kabinet onderstreept
dat het versnellen en verbreden van hulp over land de prioriteit heeft en van levensbelang
is. De humanitaire situatie is uiterst zorgwekkend en hulp bereikt de mensen in Gaza
nog altijd onvoldoende. Omdat de toegang voor hulp over land nog steeds onvoldoende
is als gevolg van blokkades en belemmeringen opgeworpen door Israël heeft het kabinet
ervoor gekozen door middel van airdrops een bijdrage te leveren aan de basisbehoeften van Palestijnse burgers in Gaza. Dit
is gezien de lage volumes en relatief hoge kosten echter een noodgreep.
25
Wat doet Nederland om de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 26 januari
jongstleden en 28 maart jongstleden mogelijk te maken en wat zijn de resultaten hiervan?
Antwoord:
De voorlopige maatregelen zijn alleen bindend voor de partijen bij het geschil: Zuid-Afrika
en Israël. Partijen rapporteren hierover vertrouwelijk aan het IGH, Nederland heeft
dus geen toegang tot deze stukken. Nederland heeft in meerdere contacten opgeroepen
tot naleving van de uitspraken, maar het is aan de partijen om hier uitvoering aan
te geven.
26
Op welke wijze heeft Nederland Israël ten verantwoording geroepen voor het overlijden
van zeven World Central Kitchen (WCK) hulpverleners? Wat was de reactie hierop van
Israël? Wat is de status nu van WCK?
Antwoord:
Nederland acht het altijd, in iedere context, volstrekt onacceptabel als hulpverleners
worden aangevallen. Hulpverleners mogen nooit een doelwit zijn, dit geldt voor alle
strijdende partijen. Nederland heeft deze boodschap zowel publiekelijk als bilateraal
richting Israël uitgedragen, en heeft daarbij opgeroepen tot onderzoek naar de toedracht
van het overlijden van de zeven World Central Kitchen hulpverleners. In Gaza zijn
al buitensporig veel hulpverleners om het leven gekomen, inclusief de hulpverleners
van World Central Kitchen. Nederland dringt bij Israël aan op het belang van naleving
van humanitair oorlogsrecht, waaronder de veilige en onbelemmerde toegang voor hulporganisaties.
Tevens ondersteunt Nederland de oproep van de Veiligheidsraad van de VN om tot een
onmiddellijk staakt-het-vuren te komen dat moet leiden tot het duurzaam staken van
de vijandelijkheden en duurzame vrede.
27
Hoe staat Israël tegenover het feit dat supplementaire hulpverlening over zee en via
de lucht geen vervanging is en nadrukkelijk additioneel?
Antwoord:
Publieke statements van de Israëlische regering stellen dat de beleidslijn is dat
hulpverlening over zee inderdaad additioneel is, maar het kabinet benadrukt met klem
bij Israëlische gesprekspartners dat daadwerkelijke stappen voor ruimere landtoegang
urgent nodig zijn om deze uitspraken gestand te doen.
28
Hoe wordt Israël verantwoordelijk gehouden voor de situatie in Gaza?
Antwoord:
Nederland blijft Israël er op wijzen dat het optreden in Gaza in lijn moet zijn met
internationaal recht. Daarbij maant Nederland Israël tot aantoonbaar terughoudend
optreden in Gaza. Bilateraal wordt op alle diplomatieke niveaus de noodzaak van een
onmiddellijk staakt-het-vuren en ongehinderde distributie van de juiste hulpgoederen
door heel Gaza benadrukt. Ook in multilateraal verband draagt Nederland deze boodschappen
met klem uit. Daarnaast heeft Nederland richting Israël uitgedragen dat een grondoffensief
in Rafah een «gamechanger» zal zijn voor de Nederlandse positie en dat dit politieke
gevolgen zal hebben.
Het kabinet wijst bovendien op de geldende verplichtingen onder internationaal recht,
waaronder de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof in dezen op 26 januari
jl. en 28 maart jl. en resolutie 2417 van de VN-Veiligheidsraad.
29
Op welke wijze is Israël aangesproken op VN Veiligheidsraad-resolutie 2712 conform
de motie-Dassen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2806)? Wat is het resultaat hiervan?
Antwoord:
Het kabinet roept Israël op tot het wegnemen van alle obstakels voor het op grote
schaal leveren van humanitaire steun, in lijn met het humanitair oorlogsrecht en VNVR-resoluties
2417 die mede door Nederland is ingediend, 2712, 2720 en 2728.
30
Welke criteria worden gebruikt om te bepalen wanneer droppings per vliegtuig de meest
effectieve methode zijn om hulp te bieden in plaats van transport over de grond?
Antwoord:
Bij de afweging om nieuwe airdrops uit te voeren spelen meerdere factoren een rol. Behalve de situatie op de grond en
de beschikbaarheid van benodigde capaciteiten en middelen wordt de inzet op andere
hulpsporen in samenhang meegewogen. Deze beoordeling van de impact en doeltreffendheid
van airdrops maakt het kabinet voortdurend en Nederland blijft paraat staan om zo mogelijk via
de lucht, met partners en in breder internationaal verband, aanvullende humanitaire
steun aan Gaza te leveren. Het verruimen en versnellen van landtoegang blijft echter
verreweg de meest effectieve wijze om hulp te leveren aan de bevolking van Gaza op
de schaal die onmiddellijk nodig is en dit vormt de primaire Nederlandse inzet: airdrops zijn een laatste redmiddel om in essentiële basisbehoeften van de bevolking van Gaza
te voorzien.
31
Welke maatregelen worden genomen om de nauwkeurigheid en precisie van airdrops naar
Gaza te garanderen? Welke veiligheidsprotocollen zijn er om humanitaire hulp tijdens
droppings te beschermen?
Antwoord:
Zoals aangegeven in Kamerstuk 23 432, nr. 517, heeft Defensie in nauwe samenwerking met Jordanië naar de meest geschikte locaties
gezocht om airdrops uit te voeren. Daarnaast is het gewicht van de pakketten ingesteld op het minimaliseren
van mogelijke schade. Om de drop zo nauwkeurig mogelijk uit te voeren is zorgvuldig gekeken naar een tijdstip bij daglicht,
de weercondities en de wijze van afgooien. Als de nauwkeurigheid van de drop in het geding komt, wordt besloten om deze niet uit te voeren. Hierover vindt nauwe
afstemming plaats tussen Nederland, Jordanië en Israël.
32
Welke beperkingen zijn er wat betreft het volume en de soorten humanitaire hulp die
kunnen worden geleverd via airdrops in vergelijking met transport over de grond?
Antwoord:
Zoals aangegeven in Kamerstuk 23 432, nr. 517, lenen brandstof en goederen die geconditioneerd dienen te zijn zoals specifieke
medicijnen die op temperatuur moeten blijven zich niet voor levering per airdrop. Qua volume kunnen, zoals eerder aangegeven, c.a. 49.000 Meals Ready to Eat (MRE’s)
meegenomen worden per airdrop, dit is evenveel als in één vrachtwagen meegaat. Via land zou hulp sneller en in
grotere volumes geleverd kunnen worden, mochten de grensovergangen onbeperkt opengaan.
Dit is echter niet het geval. Via airdrops worden kleinere volumes per keer gedropt, maar in totaal heeft de internationale coalitie
inmiddels bijna 2 miljoen kilo aan hulpgoederen gedropt sinds begin maart.
33
Hoe wordt de impact en doeltreffendheid van humanitaire droppings beoordeeld en na
verloop van tijd gecontroleerd?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 30.
34
Klopt het dat de Erez grensovergang in het noorden van Gaza nog steeds gesloten is,
zelfs nadat Israël vorige week aangaf dat deze geopend zou worden als extra grensovergang
voor noodhulp?
Antwoord:
Op 5 april jl. werd bekend dat Israël had toegezegd op korte termijn de grensovergang
bij Erez te zullen openen voor humanitaire hulp. Op 1 mei jl. kwam een eerste konvooi
via Erez binnen in Gaza. Dit is een stap in de goede richting, want ingebruikname
van Erez is cruciaal voor hulpverlening aan Noord-Gaza. Op moment van schrijven is
het te vroeg om vast te kunnen stellen of het gaat om een volledige en structurele
opening van de grensovergang. Nederland volgt de ontwikkelingen nauwgezet.
35
Op welke manieren hindert Israël humanitaire toegang over land? Wat is er voor nodig
om te kunnen zeggen dat de humanitaire toegang veilig, onmiddellijk en ongehinderd
is?
Antwoord:
Israël heeft slechts enkele grensovergangen geopend waardoor de toegang voor hulp
over land nog steeds ernstig tekort schiet. Dit geldt voor goederen, maar ook voor
(internationale) humanitaire staf, die ongehinderde toegang moeten hebben om Gaza
in en uit te reizen, en zich binnen Gaza vrij en veilig moeten kunnen bewegen. De
naleving van deconflictiemaatregelen door Israël schoot in de afgelopen maanden ernstig
tekort, waardoor de veiligheid voor hulporganisaties onvoldoende werd gewaarborgd.
Veilige, onmiddellijke en ongehinderde humanitaire toegang vereist volledige medewerking
van Israël, dat onder het humanitair oorlogsrecht de plicht heeft het verlenen van
humanitaire hulp aan de noodlijdende bevolking toe te staan en te faciliteren, onverminderd
het recht van partijen om die goederen te controleren. Israël deed recent toezeggingen
om de humanitaire toegang en veiligheid voor hulpverleners per ommegaande te verbeteren.
Het is belangrijk dat deze toezeggingen in de praktijk worden gebracht. Dit is tot
dusver nog onvoldoende gebeurd. Het is aan Israël om te verzekeren dat humanitaire
hulp door professionele hulporganisaties, zoals de VN en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging,
bij grensovergangen wordt doorgelaten en binnen Gaza ongehinderd, veilig en effectief
kan worden gedistribueerd.
36
Aan welke geldende verplichtingen onder internationaal recht voldoet Israël momenteel
niet?
Antwoord:
Gedegen en onafhankelijk onderzoek zal nodig zijn om schendingen vast te stellen.
Wel spreekt het kabinet Israël op verschillende manieren aan en roept het kabinet
Israël op om zich aan het internationaal recht te houden, zoals ten aanzien van het
uitoefenen van het recht op zelfverdediging binnen de grenzen van het internationaal
recht; de bouw van nederzettingen in bezet gebied; het toestaan en verzekeren van
humanitaire hulp aan de noodlijdende bevolking van Gaza en over de bescherming van
de burgerbevolking, burgerobjecten, medische faciliteiten, humanitaire hulpverleners
en journalisten onder het humanitair oorlogsrecht.
37
Overweegt het kabinet opnieuw om een schip te sturen nu er een maritieme humanitaire
corridor opgezet wordt?
Antwoord:
Nederland steunt het opzetten van een maritieme humanitaire corridor om de hulpverlening
aan de bevolking van Gaza op te schalen. De precieze bijdragen die de bij het initiatief
betrokken partners leveren zullen in nauwe onderlinge afstemming worden bepaald, om
zeker te stellen dat deze goed aansluiten bij de behoeften.
Nederland heeft een bijdrage van EUR 5 mln. aan startkapitaal voor een op te zetten
trustfund met VN-betrokkenheid aangekondigd, met mogelijk een aanvullende EUR 5 mln.
zodra het trustfund in werking is. Dit fonds kan voorzien in specifieke operationele
behoeften.
38
Wat is momenteel de situatie rond de maritieme humanitaire corridor? Hoe functioneert
deze?
Antwoord:
Een groep partners, waaronder de EU, VK, VN en VS, heeft zich achter een maritieme
humanitaire corridor geschaard en werkt de operationele details momenteel verder uit.
Nederland steunt dit initiatief en heeft een bijdrage aangekondigd aan een op te zetten
trust fund, dat de flexibiliteit moet hebben om in concrete operationele behoeften
van de maritieme corridor te voorzien. Daarnaast zijn in EU-verband twee Nederlandse
civiel experts aan het EU-team op Cyprus toegevoegd om de internationale inspanningen
te helpen coördineren.
Naast de tijdelijke provisorische haven voor de kust van Gaza waar de VS aan werkt,
kan een maritieme humanitaire corridor vanaf Cyprus ook voorzien in het leveren van
goederen aan de haven van Ashdod. Het kabinet roept Israël op tot structurele opening
van de haven van Ashdod, gekoppeld aan duurzame opening van grensovergangen naar Noord-Gaza.
39
Hoeveel airdrops heeft Jordanië tot nu toe uitgevoerd boven Gaza? Is de Nederlandse bijdrage ten opzichte
van de totale hoeveelheid airdrops evenredig in vergelijking met de bijdragen van andere landen uit de multinationale
airdrop-coalitie?
Antwoord:
Jordanië heeft al meer dan 80 keer airdrops uitgevoerd en vliegt vanaf begin maart bijna dagelijks. Nederland en de coalitiepartners
dragen bij naar draagkracht en op verschillende wijzen (hulpgoederen, materiaal, operationeel
en personeel). Nederland heeft in vergelijking met Jordanië en sommige andere coalitiepartners
minder airdrops uitgevoerd, maar het kabinet beziet de deelname aan airdrops in samenhang met de Nederlandse steun op andere hulpsporen. De Nederlandse structurele
ongeoormerkte bijdragen aan VN- en partnerorganisaties zijn in vergelijking relatief
hoog, alsook de EUR 65 mln. aan extra middelen waarmee Nederland sinds 7 oktober 2023
substantieel bijdraagt aan de hulpverlening aan Gaza. Ook was Nederland het eerste
land dat een financiële bijdrage aan de maritieme humanitaire corridor aankondigde.
40
Kunt u toelichten of het risico op burgerslachtoffers bij de droppings stijgt naarmate
de humanitaire crisis steeds schrijnender wordt?
Antwoord:
De risico’s worden per moment en per drop afgewogen. Er is op dit moment geen indicatie dat het risico op burgerslachtoffers
bij droppings toeneemt. Het risico lijkt momenteel eerder af te nemen, omdat te zien
is dat de bevolking van Gaza meer gewend is geraakt aan hulp via de lucht.
41
Komt de hulp die via airdrops is geleverd altijd in handen van de noodlijdende bevolking? Is er sprake van dat
de hulpgoederen die via de lucht gedropt worden ook in handen van Hamas terecht komen?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
42
Hoe groot schat u het dreigingsniveau voor de bemanning van de C-130, kijkend naar
raketten die nog regelmatig in het gebied worden afgeschoten? Welke maatregelen neemt
u hiertegen?
Antwoord:
Zoals beschreven in de Kamerbrieven van 6 maart en 29 maart jl. zijn aan de operatie
operationele risico’s verbonden. Om deze risico’s zo veel mogelijk te beperken heeft
Nederland een liaisonofficier in het gebied en wordt de operatie afgestemd met Jordanië
en Israël en in samenwerking met de multinationale airdrop-coalitie uitgevoerd. Ook is de C-130 uitgerust met afdoende beschermingsmiddelen.
43
Aan hoeveel airdrops verwacht u dat Nederland de komende tijd nog mee gaat doen?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 30.
44
Overweegt Nederland om buiten de internationale coalitie met Jordanië ook met andere
landen airdrops uit te voeren? Zo ja, welke?
Antwoord:
De multinationale airdrop-coalitie bestaat naast Jordanië en Nederland momenteel uit België, Canada, Duitsland,
Egypte, Frankrijk, Indonesië, Singapore, Spanje, de Verenigde Arabische Emiraten,
de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Er is dus reeds sprake van een brede
groep landen waarmee constructief en productief wordt samengewerkt. Op dit moment
is er daarom geen aanleiding om in een ander samenwerkingsverband te opereren.
45
Aangezien u stelt dat de inzet voor een aanvullende Nederlandse bijdrage voor een
airdrop voortgekomen is uit een nieuw verzoek vanuit de Multinational Airdrop Planning, kan
hieruit worden geconcludeerd dat Nederland alleen een bijdrage levert indien er een
officieel verzoek komt? Op welke manier worden deze verzoeken voor een extra bijdrage
gecoördineerd, en wie gaat hierover?
Antwoord:
De eerste Nederlandse inzet op het gebied van airdrops was op verzoek van Jordanië. Daarna heeft Nederland zelf gekeken naar de mogelijkheden
om bij te dragen, in afstemming met de coalitiepartners en op basis van de beschikbare
Nederlandse capaciteiten en middelen. Daarbij wordt ook de situatie op de grond en
de inzet op andere sporen meegewogen. Het besluit om bij te dragen wordt genomen door
het kabinet op basis van interdepartementale advisering. Het Ministerie van Defensie
heeft de Nederlandse airdrops uitgevoerd, waarbij de financiering uit het budget van de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking kwam en de Minister van Buitenlandse Zaken de
bredere diplomatieke inzet coördineert.
46
Waaruit bestaat de geweldsinstructie?
Antwoord:
Zoals aangegeven in Kamerstuk 23 432, nr. 517, is de geweldsinstructie gestoeld op het algemeen erkende recht op ad-hoc zelfverdediging.
Gelet op de aard van de inzet is de kans op noodzakelijk geweldgebruik echter gering.
Uit oogpunt van operationele veiligheid kunnen over de exacte inhoud van de geweldsinstructie
geen verdere uitspraken worden gedaan.
47
Waaruit bestaan de Rules of Engagement?
Antwoord:
Zoals aangegeven in Kamerstuk 23 432, nr. 517, bestaan de Rules of Engagement uit de geweldsinstructie. Zie voor de geweldsinstructie het antwoord op vraag 46.
48
Klopt het dat de geweldsinstructie een uitwerking is van de over het algemeen vastgestelde
Rules of Engagement?
Antwoord:
Zoals aangegeven in Kamerstuk 23 432, nr. 517, is de Nederlandse geweldsinstructie gestoeld op het algemeen erkende recht op ad-hoc
zelfverdediging.
49
Is de Nederlandse geweldsinstructie afgestemd op de andere deelnemende landen?
Antwoord:
Zoals aangegeven in Kamerstuk 23 432, nr. 517, hanteren de deelnemende landen ieder hun eigen geweldsinstructie. Landen kunnen
deze geweldsinstructie met elkaar delen.
50
Op welke manier zijn medische faciliteiten georganiseerd voor de bemanning van de
C-130 indien er tijdens de airdrops een noodgeval plaatsvindt?
Antwoord:
Zoals aangegeven in Kamerstuk 23 432, nr. 517, worden voor de uitvoering van deze missies verschillende locaties aangewezen waar
de C-130 in geval van nood kan landen of naar uit kan wijken. In de planning wordt
rekening gehouden met de medische faciliteiten die aanwezig zijn op deze locaties.
Bij voorkeur keert de C-130 bij calamiteiten terug naar Jordanië.
51
Waarom is er niet gekozen voor een definitieve – of uiterste – termijn voor de Nederlandse
inzet en vallen «toekomstige» airdrops ook onder deze artikel 100-brief?
Antwoord:
Op dit moment valt niet te zeggen of Nederland in de toekomst weer zal bijdragen aan
airdrops, wel blijft Nederlands voorlopig aangesloten bij de multinationale airdrop-coalitie. De inzet van de krijgsmacht in het kader van airdrops wordt afgewogen aan de hand van de situatie die voortdurend in ontwikkeling is. Zo
hangt het uitvoeren van airdrops onder meer af van de voortgang op toegang via de landroutes en de maritieme corridor.
Op dit moment is er nog geen zicht wanneer de humanitaire situatie in Gaza zal verbeteren.
Om die reden acht het kabinet het ook niet wenselijk nu een einddatum te verbinden
aan mogelijke inzet. Soortgelijke toekomstige inzet van humanitaire airdrops door Defensie ten behoeve van Gaza valt onder de reikwijdte van deze brief.
Hoewel het uitvoeren van airdrops inzet van de krijgsmacht betreft in het kader van artikel 100 ter verlening van humanitaire
hulp in een gewapend conflict, verhouden de specifieke kenmerken van deze inzet –
een korte aanlooptijd, zeer korte inzetduur, grote urgentie, mogelijke additionele
operationele veiligheidsrisico’s in geval van openbaarmaking en het humanitaire karakter
– zich moeilijk tot een reguliere artikel 100-procedure, ingericht voor veelal langduriger,
beter te plannen en niet primair op humanitaire hulp gerichte inzet in crisisbeheersings-
en vredesoperaties.
52
Hoeveel defensiepersoneel is er in totaal betrokken bij deze operatie en waar zijn
de eenheden die deze operatie ondersteunen gestationeerd?
Antwoord:
Het detachement betrokken bij deze operatie bestaat uit 30 personen. Tijdens de operatie
waren zij gestationeerd in Jordanië. De Nederlandse liaison bij de multinationale
airdrop-coalitie blijft in ieder geval nog tot eind april in Jordanië.
53
Wat wordt er zoal met Israël afgestemd voor een dropping?
Antwoord:
Met Israël vindt afstemming plaats over onder meer de timing, de goederen en de dropzones.
54
Is de hongersnood in heel Gaza even erg of zijn er ook gebieden die veel harder of
veel minder hard getroffen zijn?
Antwoord:
De hongersnood ontvouwt zich met name in Noord-Gaza, het zwaar getroffen gebied dat
tevens het meest verstoken blijft van humanitaire hulp. Ook in de rest van Gaza is
de voedselzekerheidssituatie kritiek.
55
Wat wordt er aan verdeling op de grond gedaan om de zwaarst getroffen gebieden beter
te voorzien?
Antwoord:
Verdeling op de grond is een grote uitdaging. Humanitaire organisaties kunnen zich
onvoldoende vrij en veilig bewegen door Gaza. Naleving van deconflictiemaatregelen
door Israël schoot in de afgelopen maanden ernstig tekort, waardoor de veiligheid
voor hulporganisaties onvoldoende werd gewaarborgd.
56
Hoeveel grensovergangen zijn er tussen Israël in Gaza? Hoeveel zijn daarvan nu open
om goederen te leveren?
Antwoord:
Totdat de oorlog uitbrak waren er 4 grensovergangen naar Gaza geopend: Erez, Kerem
Shalom, Salah Edin Gate en Rafah. In het verleden waren aanzienlijk meer grensovergangen
tussen Israël en de Gazastrook operationeel, maar Israël heeft die de afgelopen jaren
met een beroep op veiligheid gesloten. De bekendste daarvan is Karni bij Gaza-Stad.
De afgelopen maanden werden alleen de grensovergangen bij Rafah en Kerem Shalom gebruikt
voor humanitaire hulp. Op 5 april jl. deed Israël de toezegging dat het de grensovergang
bij Erez zou openen, ten behoeve van hulpverlening aan Noord-Gaza. Op 1 mei jl. werd
Erez daadwerkelijk geopend, en kon een eerste konvooi Gaza binnen via Erez. Op het
moment van schrijven is het echter nog te vroeg om vast te kunnen stellen of sprake
is van een structurele opening van Erez.
57
Wat wordt er gedaan om de overige grensovergangen te kunnen inzetten? Kan Nederland
daarvoor scanners leveren?
Antwoord:
Nederland en de internationale gemeenschap oefenen stevige druk uit op Israël om de
Israëlische regering te bewegen de grensovergangen te openen voor de ingang van humanitaire
hulp. De druk van Nederland en de internationale gemeenschap waren instrumenteel bij
het openen van de Kerem Shalom grensovergang afgelopen winter. Daarnaast blijft Nederland
samen met gelijkgezinden en VN-partners aandringen op het openen van meer grensovergangen,
met name richting het noorden.
Nederland heeft reeds in november scancapaciteit aangeboden om de aanvoer van hulpgoederen
te verruimen en te versnellen. In gesprekken met de Israëlische regering is dit aanbod
meermaals herhaald. Israël heeft echter aangegeven dat een aangeboden Nederlandse
truckscanner niet nodig is. Op korte termijn zou de beschikbare scancapaciteit geen
bottleneck zijn voor het opschalen van de hulpvoorziening. Nederland en Israël zijn daarnaast
in gesprek over het inzetten van door Nederland gefinancierde palletscanners bij Kerem
Shalom voor additionele controle van individuele pallets na verificatie door de bestaande
scanners.
58
Wat is de rol van Nederland bij het opzetten van de humanitaire corridor naar Gaza
voor de aanvoer van hulpgoederen vanaf Cyprus over zee?
Antwoord:
Nederland steunt het opzetten van een maritieme humanitaire corridor om de hulpverlening
aan de bevolking van Gaza op te schalen. Met internationale partners, waaronder de
EU, VK, VN en VS, werkt Nederland de operationele details momenteel verder uit. Daarbij
is het belangrijk om de precieze bijdragen in onderlinge afstemming te bepalen om
zeker te stellen dat deze goed aansluiten bij de behoeften. Onder aangesloten partners
bestaat eensgezindheid dat de maritieme humanitaire corridor vanaf Cyprus nadrukkelijk
in aanvulling op landtoegang wordt opgezet en dat naast een tijdelijke haven voor
de kust van Gaza ook de haven van Ashdod een belangrijke optie is.
Nederland heeft een bijdrage van EUR 5 mln. aan startkapitaal voor een op te zetten
trustfund met VN-betrokkenheid aangekondigd, met mogelijk een aanvullende EUR 5 mln.
zodra het trustfund in werking is. Daarnaast zijn in EU-verband twee Nederlandse civiel
experts aan het EU-team op Cyprus toegevoegd om de internationale inspanningen te
helpen coördineren.
59
Waar zal de 10 miljoen euro, bestemd voor de operationalisering van de humanitaire
corridor vanaf Cyprus, precies aan besteed worden?
Antwoord:
Nederland heeft een bijdrage aangekondigd van EUR 5 mln. aan startkapitaal voor een
op te zetten trustfund met VN-betrokkenheid en een mogelijke aanvullende EUR 5 mln.
zodra dit fonds in werking is. Dit fonds zal ingezet worden voor specifieke operationele
behoeften op Cyprus bij het verzamelen, controleren, coördineren en verschepen van
de hulpgoederen. Het fonds moet de flexibiliteit hebben om in concrete operationele
behoeften van de maritieme corridor te voorzien, dus de precieze besteding is vooraf
bewust niet geoormerkt.
60
Is deze C-130 voldoende uitgerust en onderhouden voor deze missie?
Antwoord:
De C-130 is voldoende uitgerust en onderhouden, en daarmee geschikt voor het uitvoeren
van de airdrops.
61
Wat is de bron van statistieken die Nederland over overledenen in Gaza gebruikt? Hoe
beoordeelt het kabinet de betrouwbaarheid hiervan?
Antwoord:
Nederland baseert zich met name op cijfers over doden en gewonden die door de VN en
de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging – organisaties die aanwezig zijn in Gaza – worden
gedeeld. Deze gegevens komen tot stand met informatie van onder meer het Gezondheidsministerie
in Gaza. Het kabinet vaart op de inschatting van vertrouwde VN-organisaties dat deze
cijfers voldoende betrouwbaar zijn voor een accuraat beeld van de acute omvang van
de humanitaire crisis.
62
Hoe verhoudt de passage dat er voor de duur van deze inzet geen beperkende effecten
voorzien zijn op de operationele gereedheid van de krijgsmacht, zich tot het feit
dat er geen definitieve einddatum voor de operatie vaststaat, omdat defensie ook in
de verdere toekomst humanitaire steun aan Gaza zal leveren?
Antwoord:
Voor eventuele toekomstige inzet van de krijgsmacht in het kader van airdrops zullen de verdringingseffecten per moment gewogen worden.
63
Wat zijn de exacte kosten van de in deze artikel 100-brief voorgestelde Nederlandse
inzet in april? Kunt u bij benadering aangeven in hoeverre de kosten kunnen oplopen
bij «soortgelijke toekomstige inzet van humanitaire airdrops door Defensie ten behoeve van Gaza»?
Antwoord:
De geraamde kosten voor de inzet van de C-130 in februari voor de leveringen bij het
Jordaanse veldhospitaal bedroegen circa EUR 1 mln. Bij de grootschalige voedseldroppingen
in maart, waarbij meerdere airdrops zijn uitgevoerd en Jordanië de parachutes en hulpgoederen leverde, bedroegen de kosten
circa EUR 1 mln. De geraamde kosten voor inzet in april zijn circa EUR 2,1 mln. In
alle drie de gevallen is in financiering voorzien vanuit de begroting van de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Bij een uitvraag via het EU-coördinatiemechanisme
voor noodhulp zou dit voor eventuele toekomstige inzet een mogelijke (gedeeltelijke)
supplementaire financieringsbron zijn.
De kosten bij eventuele soortgelijke toekomstige inzet zijn toe te schrijven aan verschillende
factoren. De totale kosten van de Nederlandse inzet hangen af van welk land de gedropte
hulpgoederen levert, welk land de parachutes en toebehoren verzorgt, de duur van de
periode waarin een C-130 in Jordanië gestationeerd is en het aantal drops dat in die periode plaatsvindt.
64
Kunt u het risico van raketten vanuit Gaza of Libanon beschrijven? Is de C-130 daar
goed tegen bewapend?
Antwoord:
Zoals beschreven in de Kamerbrieven van 6 maart en 29 maart jl. zijn aan deze operatie
operationele risico’s verbonden. Om deze risico’s zo veel mogelijk te beperken heeft
Nederland een liaisonofficier in het gebied en wordt de operatie afgestemd met Jordanië
en Israël en in samenwerking met de multinationale airdrop-coalitie uitgevoerd. Ook is de C-130 uitgerust met afdoende beschermingsmiddelen.
65
Daar waar u stelt dat, als de nauwkeurigheid van de airdrop in het geding komt, de
drop niet uitgevoerd wordt, kunt u aangeven of het al eerder gebeurd is dat een drop
hierdoor niet is uitgevoerd?
Antwoord:
Het is niet eerder voorgekomen dat een airdrop hierdoor niet is uitgevoerd.
66
Aangezien u stelt dat door de inzet van de C-130 geen beperkende effecten voorzien
zijn voor de operationele gereedheid van de krijgsmacht, hoe verhoudt dit zich tot
het feit dat het aantal transportvlieguren pas in 2026 uitgebreid gaat worden en er
een Europees tekort is aan vlieguren van transportvliegtuigen?
Antwoord:
De C-130 is specifiek geschikt voor dit type missies. Om die reden is besloten dit
toestel voor de uitvoering van de airdrops te onttrekken uit de Europese pool voor militaire transportcapaciteit. Voor militair
transport zijn meerdere middelen mogelijk, de airdrops kunnen daarentegen door Nederland alleen met een C-130 worden uitgevoerd. Daarnaast
draagt het uitvoeren van deze airdrops bij aan de getraindheid van de crew in deze niche capaciteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.L. Dekker, adjunct-griffier