Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 535 Wijziging van de Wet inburgering 2021 in verband met het mogelijk maken van het opstellen van een nadere voorlopige uitkering aan gemeenten voor de kosten van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht en het creëren van een grondslag voor de specifieke uitkering onderwijsroute
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een wettelijke grondslag
te creëren voor het opstellen van een nadere voorlopige uitkering aan gemeenten voor
de kosten van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht
en in een wettelijke grondslag te voorzien voor het opstellen van een specifieke uitkering
voor de onderwijsroute en daartoe de Wet inburgering 2021 dient te worden gewijzigd;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet inburgering 2021 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 40 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 40a. Aanpassing van de uitkering
1. Het totale bedrag, bedoeld in artikel 40, tweede lid, voor de uitkering, bedoeld
in artikel 40, eerste lid, wordt in het jaar waarop het bedrag betrekking heeft, eenmalig
bij wet herzien op basis van bij algemene maatregel van bestuur te bepalen geactualiseerde
gegevens.
2. Bij herziening van het totale bedrag, wordt het bedrag waarmee de uitkering, bedoeld
in artikel 40, eerste lid, wordt aangepast, binnen een periode van vier weken na de
herziening door Onze Minister bekendgemaakt.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de herziening,
bedoeld in het tweede lid.
B
Het opschrift van artikel 41 komt te luiden: Artikel 41. Definitieve uitkering
C
Aan hoofdstuk 10 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 42a. Specifieke uitkering onderwijsroute
1. Onze Minister verstrekt een specifieke uitkering aan het college ten behoeve van
het realiseren van aanbod voor de onderwijsroute en voor voorzieningen die, totdat
dat aanbod is gerealiseerd, voor de doelgroep van de onderwijsroute worden getroffen
vanwege de vertraging die als gevolg van het ontbreken van aanbod van de onderwijsroute
is ontstaan.
2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld ter uitwerking van de specifieke
uitkering, bedoeld in het eerste lid, waaronder in ieder geval over de bestedingseisen
van de uitkering, de bevoorschotting, de hoogte van de uitkering, de verdeling onder
de gemeenten en de verantwoording door het college.
3. Onze Minister kan de uitkering geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien niet uit
de informatie die is verstrekt op grond van artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet
blijkt dat de uitkering is besteed in overeenstemming met het eerste lid.
4. Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met dien verstande
dat het van toepassing blijft op geschillen die op dat tijdstip in bezwaar, beroep
of hoger beroep aanhangig zijn met betrekking tot besluiten van Onze Minister die
op grond van dit artikel zijn genomen.
ARTIKEL II
Na de inwerkingtreding van deze wet berust de Regeling specifieke uitkering onderwijsroute
(Stcrt. 2022, 30604), de wijziging van de Regeling specifieke uitkering onderwijsroute in verband met
aanvullende financiële middelen (Stcrt. 2023, 27881) en de wijziging van de Regeling specifieke uitkering onderwijsroute in verband met
het opnemen van financiële middelen voor de jaren 2024 en 2025 (Stcrt. 2023, 32706) op artikel 42a, eerste en tweede lid, van de Wet inburgering 2021.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten,
colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen
houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Ondertekenaars
-
,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.