Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTELB. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS3 Beleid3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties4 Beleidsartikelen4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsordeBudgettaire gevolgen van beleid4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteitBudgettaire gevolgen van beleid4.3 Artikel 3: Effectieve Europese SamenwerkingBudgettaire gevolgen van beleid4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waardenBudgettaire gevolgen van beleid5 Niet-beleidsartikelen5.1 Artikel 5: Geheim5.2 Artikel 6: HGIS onverdeeld5.3 Artikel 7: Apparaat
36 550 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2023‒2024
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 16 februari 2024 de eerste incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Eerste Kamer heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken,H.G.J. Bruins Slot
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2024. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de totale omvang van de HGIS voor 2024 toe met EUR 2.402,6 miljoen (uitgaven minus ontvangsten).
Tabel 2 Omvang van de HGIS (x EUR 1 miljoen)1
MJN 2024
VJN 2024
Mutatie
HGIS-uitgaven
9.554,1
12.161,8
2.607,7
HGIS-ontvangsten
340,0
555,1
215,1
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten)
9.214,1
11.606,7
2.392,6
X Noot
1
De tabel bevat afrondingsverschillen.
De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken, die in de navolgende tabel per categorie worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2024 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.
Enerzijds heeft het kabinet de HGIS uitgaven verhoogd in het kader van de oorlog in Oekraïne. Daarnaast stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macro-cijfers ten opzichte van de eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2023. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling, het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (bbp), en de omvang van de Official Development Aid (ODA) met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (bni). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel bbp alsook bni.
Tabel 3 HGIS uitgaven (x EUR 1 miljoen)1
Stand HGIS-nota 2024
9.554,1
1) Aanpassing BNI/BBP raming
78,3
2) Eindejaarsmarge
70,5
3) Overboekingen van/naar HGIS
2.616,8
4) Kasschuif
‒ 200
5) Desalderingen
42,1
Stand Voorjaarsnota 2024
12.161,8
X Noot
1
De tabel bevat afrondingsverschillen.
Toelichting uitgavenmutaties
Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 2.607,7 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2024 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:
1. Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het bni (ODA) en de prijscomponent van het bbp (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 78,3 miljoen. Dit betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan.
2. De eindejaarsmarge, die over 2023 is aangevraagd, is in 2024 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over voornamelijk de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken en Klimaat en Justitie en Veiligheid.
3. Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een stijging van EUR 2.616,8 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS ten gevolge van de oorlog in Oekraïne. Het kabinet heeft hiervoor aanvullend in totaal EUR 2,6 miljard beschikbaar gesteld voor militaire, diplomatieke en humanitaire steun en op het gebied van accountability. Deze middelen worden voornamelijk uitgegeven via de begrotingen van Defensie, Buitenlandse Zaken, JenV en BHOS. De laatste in het oog springende mutatie is de jaarlijkse overheveling van Buitenlandse Zaken aan Defensie voor de BSB-beveiliging van het postennet. Hierdoor neemt de HGIS af met EUR 25,2 miljoen. Het restant van de mutatie is het resultaat van meerdere kleine overboekingen.
4. Er is een kasschuif verwerkt van 2024 naar 2025 van EUR 200 miljoen. Dit is in het kader van de militaire steun aan Oekraïne, waardoor uitgaven pas in 2025 gedaan worden.
5. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 11,8 miljoen), hogere ontvangsten vanwege het terugstorten van een dubbele betaling t.b.v. IFC op de begroting van Financiën (EUR 19 miljoen) en hogere diverse ontvangsten van de Europese Investeringsbank (EIB) op de BHOS begroting (EUR 12 miljoen).
Tabel 4 HGIS ontvangsten (x EUR 1 miljoen)1
Stand HGIS-nota 2024
340.0
Mutaties
215,1
Stand Voorjaarsnota 2024
555,1
X Noot
1
De tabel bevat afrondingsverschillen.
Toelichting ontvangstenmutaties
Het ontvangstenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 215,1 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2024 is gepresenteerd. Dit komt door onder meer ontvangsten t.b.v. Oekraïne (EUR 268 miljoen). Ook wordt er EUR 42,1 miljoen gedesaldeerd. Daarnaast wordt een ontvangst op de BZ-begroting ter hoogte van EUR 95 miljoen doorgeschoven naar 2025 middels een kasschuif.
3 Beleid
3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 1,2 miljard en een daling van de ontvangsten met EUR 162,5 miljoen. De belangrijkste uitgavenmutaties bij de eerste suppletoire begroting worden in de onderstaande tabellen weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.
Tabel 5 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2024
Vastgestelde begroting 2024
13 449 258
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
2.1
12 000
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
2.4
‒ 25 230
3) Afdrachten aan de Europese Unie
3.1
‒ 903 823
4) Europees Ontwikkelingsfonds
3.2
‒ 14 331
5) Invoerrechten aan de Europese Unie
3.6
‒ 400 000
6) Apparaat; personeel
7.1.13
11 150
7) Apparaat; materieel
7.1.14
51 820
8) Nog onverdeeld (HGIS)
6.1
‒ 11 276
9) Overige mutaties
div.
33 292
Stand 1e suppletoire begroting 2024
12 202 860
Toelichting
1) Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheidHet budget voor goede internationale samenwerking stijgt in 2024, met name als gevolg van de organisatie van de NAVO-Top 2024, waarvoor de kosten gedeeltelijk op de BZ-begroting terecht komen.
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verbandConform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog- risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten.
3) Afdrachten aan de Europese UnieDe ramingen van de afdrachten aan de Europese Unie worden naar beneden bijgesteld als gevolg van een lagere bni-afdracht.
4) Europees OntwikkelingsfondsDe Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2024 zijn neerwaarts bijgesteld, op basis van een geactualiseerde raming van de Europese Commissie.
5) Invoerrechten aan de Europese UnieAls gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de cijfers Centraal Economisch Plan (CEP-cijfers) wordt de raming van de EU-invoerrechten naar beneden bijgesteld.
6) Apparaat: personeelDe positieve bijstelling van het budget voor personele uitgaven betreft voornamelijk de loon- en prijsontwikkeling.
7) Apparaat: materieelDe positieve bijstelling van het budget voor materiële uitgaven betreft de loon- en prijsontwikkeling (EUR 14,9 miljoen) en de realisatie van de huisvestingsstrategie (EUR 15,8 miljoen) middels de middelenafspraak uitgavenbudget. In de HGIS zijn er correcties voor apparaat opgenomen voor een bedrag van EUR 24 miljoen.
8) Nog onverdeeld (HGIS)De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van bbp-ramingen door het CPB, de verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2023, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen.
Tabel 6 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2024
Vastgestelde begroting 2024
4 075 549
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Diverse ontvangsten EU
3.10
1 106 590
2) Europees herstelfonds
3.11
‒ 1 185 101
3) Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
4.20
13 310
4) Diverse ontvangsten apparaat
7.10
‒ 95 000
5) Overige mutaties
div.
‒ 2 300
Stand 1e suppletoire begroting 2024
3 913 048
Toelichting
1) Diverse ontvangsten EUDe actualisatie van de perceptiekostenvergoeding leidt tot een verwachte daling van de ontvangsten, het ontvangstenbudget Overige ontvangsten EU laat daarentegen een stijging zien. Dit komt o.a. door verrekeningen van voorschotten op de invoerrechten en nacalculatie van de EU-afdrachten. Per saldo stijgt het budget op artikelonderdeel 3.10 Diverse ontvangsten EU met ruim EUR 1,1 miljard in 2024.
2) Europees herstelfondsNederland verwacht de ontvangsten uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit begin 2025 in plaats van in 2024. Daarom is deze ontvangstenraming in 2024 naar beneden bijgesteld en wordt de ontvangstenraming in 2025 verhoogd.
3) Consulaire dienstverlening aan vreemdelingenDe ontvangsten voor consulaire dienstverlening stijgen met EUR 13 miljoen omdat er meer paspoort en visa aanvragen zijn gedaan.
4) Diverse ontvangsten apparaatEr is een ontvangst van EUR 95 miljoen verschoven van 2024 naar 2025 in verband met het moment waarop de ontvangsten worden verwacht van een grote verkoop.
4 Beleidsartikelen
4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
99.615
47.250
146.865
1.906
148.771
14.360
32.068
33.438
33.883
169.643
Uitgaven
131.890
47.250
179.140
1.264
180.404
17.100
33.106
32.920
32.920
162.362
1.1
Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
52.625
45.250
97.875
‒ 5.615
92.260
16.920
32.920
32.920
32.920
84.735
Subsidies (regelingen)
750
33.000
33.750
865
34.615
800
800
800
800
1.550
Internationaal recht
750
33.000
33.750
865
34.615
800
800
800
800
1.550
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
51.875
12.250
64.125
‒ 6.480
57.645
16.120
32.120
32.120
32.120
83.185
Verenigde Naties
35.295
0
35.295
4.705
40.000
4.705
4.705
4.705
4.705
40.000
OESO
8.345
0
8.345
‒ 6.000
2.345
0
0
0
0
7.535
Internationaal Strafhof
4.650
0
4.650
‒ 4.600
50
0
0
0
0
4.650
Internationaal recht
3.585
12.250
15.835
‒ 585
15.250
11.415
27.415
27.415
27.415
31.000
1.2
Bescherming en bevordering van mensenrechten
65.402
2.000
67.402
1.500
68.902
0
0
0
0
67.402
Subsidies (regelingen)
18.722
2.000
20.722
‒ 558
20.164
‒ 99
‒ 126
‒ 148
‒ 123
18.972
Mensenrechtenfonds
18.722
2.000
20.722
‒ 558
20.164
‒ 99
‒ 126
‒ 148
‒ 123
18.972
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
46.680
0
46.680
2.058
48.738
99
126
148
123
48.430
Mensenrechtenfonds
37.030
0
37.030
2.058
39.088
99
126
148
123
38.780
Mensenrechten multilateraal
9.650
0
9.650
0
9.650
0
0
0
0
9.650
1.3
Gastandbeleid internationale organisaties
13.863
0
13.863
5.379
19.242
180
186
0
0
10.225
Subsidies (regelingen)
6.849
0
6.849
101
6.950
180
186
0
0
4.400
Carnegiestichting
6.849
0
6.849
101
6.950
180
186
0
0
4.400
Bijdrage aan agentschappen
5.448
0
5.448
5.163
10.611
0
0
0
0
4.550
Vredespaleis
5.448
0
5.448
5.163
10.611
0
0
0
0
4.550
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.566
0
1.566
115
1.681
0
0
0
0
1.275
Internationaal Strafhof
796
0
796
0
796
0
0
0
0
725
Nederland Gastland
770
0
770
115
885
0
0
0
0
550
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Geen toelichting nodig.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde zijn voor 67% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 1.1De geraamde uitgaven voor artikelonderdeel 1.1 zijn in 2024 met EUR 5,6 miljoen gedaald ten opzichte van de vastgestelde begroting. Deze wijziging betreft het saldo van meerdere mutaties. Zo is de contributie aan de Verenigde Naties met circa EUR 4,7 miljoen meerjarig verhoogd en is EUR 6 miljoen van de contributie aan OESO voor 2024 betaald in 2023. Verder is ook circa EUR 4,6 miljoen van de bijdrage aan het Internationaal Strafhof voor 2024 betaald in 2023.
Artikelonderdeel 1.2De geraamde uitgaven voor artikelonderdeel 1.2 zijn in 2024 ongeveer EUR 1,5 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Deze stijging komt door het amendement Sjoerdsma 36410-V nr. 15 over het terugdraaien van een bezuiniging van EUR 2 miljoen op het Mensenrechtenfonds voor het begrotingsjaar 2024.
Artikelonderdeel 1.3De geraamde uitgaven voor artikelonderdeel 1.3 zijn in 2024 circa EUR 5,4 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit komt voornamelijk door de toevoeging van de eindejaarsmarge van EUR 5,2 miljoen voor het Vredespaleis.
4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
262.814
15.730
278.544
96.123
374.667
18.927
‒ 23.005
‒ 22.994
‒ 10.794
287.614
Uitgaven
272.798
15.730
288.528
5.760
294.288
44.345
826
1.053
‒ 2.746
294.533
2.1
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
19.133
0
19.133
17.765
36.898
42.700
3.800
3.800
0
26.840
Subsidies (regelingen)
565
0
565
0
565
0
0
0
0
600
Atlantische Commissie
565
0
565
0
565
0
0
0
0
600
Opdrachten
0
0
0
12.000
12.000
38.900
0
0
0
0
NAVO-top Nederland 2025
0
0
0
12.000
12.000
38.900
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
18.568
0
18.568
5.765
24.333
3.800
3.800
3.800
0
26.240
NAVO
13.600
0
13.600
1.200
14.800
0
0
0
0
21.350
WEU
690
0
690
50
740
0
0
0
0
690
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
2.428
0
2.428
0
2.428
0
0
0
0
2.700
Veiligheidsfonds
1.850
0
1.850
4.515
6.365
3.800
3.800
3.800
0
1.500
2.2
Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme
15.027
3.000
18.027
1.000
19.027
0
0
0
0
13.451
Subsidies (regelingen)
12.827
0
12.827
1.000
13.827
0
0
0
0
11.251
Anti-terrorisme instituut
630
0
630
0
630
0
0
0
0
551
Contra-terrorisme
7.420
0
7.420
500
7.920
0
0
0
0
7.420
Cyber security
3.852
0
3.852
0
3.852
0
0
0
0
3.280
Global Forum on Cyber Expertise
925
0
925
500
1.425
0
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
2.200
3.000
5.200
0
5.200
0
0
0
0
2.200
Contra-terrorisme
880
0
880
0
880
0
0
0
0
880
Cyber security
1.320
3.000
4.320
0
4.320
0
0
0
0
1.320
2.3
Wapenbeheersing
10.982
0
10.982
245
11.227
555
555
555
555
11.349
Opdrachten
465
0
465
990
1.455
0
0
0
0
197
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties
465
0
465
0
465
0
0
0
0
197
Conferentie REAIM en follow up
0
0
0
990
990
0
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
10.517
0
10.517
‒ 745
9.772
555
555
555
555
11.152
IAEA
7.317
0
7.317
275
7.592
275
275
275
275
7.592
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties
1.280
0
1.280
700
1.980
200
200
200
200
1.560
CTBTO
1.920
0
1.920
‒ 1.720
200
80
80
80
80
2.000
2.4
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
195.834
10.730
206.564
‒ 13.100
193.464
‒ 910
‒ 3.529
‒ 3.302
‒ 3.301
213.071
Subsidies (regelingen)
27.528
5.000
32.528
1.527
34.055
825
825
825
825
28.353
Nederland Helsinki Comité
28
0
28
0
28
0
0
0
0
28
Stabiliteitsfonds
25.000
5.000
30.000
0
30.000
0
0
0
0
25.000
Training buitenlandse diplomaten
2.500
0
2.500
1.527
4.027
825
825
825
825
3.325
Opdrachten
3.170
0
3.170
0
3.170
1.036
0
0
0
0
Makandra
3.170
0
3.170
0
3.170
1.036
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
330
0
330
13
343
0
0
0
0
0
Makandra
330
0
330
13
343
0
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
134.129
10.000
144.129
11.767
155.896
‒ 1.149
‒ 3.737
‒ 4.815
‒ 4.814
158.800
OVSE
6.000
0
6.000
0
6.000
0
0
0
0
6.000
Stabiliteitsfonds
45.099
10.000
55.099
4.660
59.759
0
0
0
0
61.727
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties
82.937
0
82.937
0
82.937
‒ 706
‒ 3.294
‒ 4.588
‒ 4.588
91.073
Overige
93
0
93
7.107
7.200
‒ 443
‒ 443
‒ 227
‒ 226
0
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
25.230
0
25.230
‒ 25.230
0
0
0
0
0
25.230
Inzet hoog-risico posten
25.230
0
25.230
‒ 25.230
0
0
0
0
0
25.230
Nog te verdelen
5.447
‒ 4.270
1.177
‒ 1.177
0
‒ 1.622
‒ 617
688
688
688
Nog te verdelen
5.447
‒ 4.270
1.177
‒ 1.177
0
‒ 1.622
‒ 617
688
688
688
2.5
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
31.822
2.000
33.822
‒ 150
33.672
2.000
0
0
0
29.822
Subsidies (regelingen)
18.215
2.000
20.215
‒ 606
19.609
1.621
‒ 59
‒ 72
‒ 2
19.351
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA
13.822
2.000
15.822
‒ 9
15.813
1.626
‒ 354
‒ 367
‒ 297
11.652
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka
4.393
0
4.393
‒ 597
3.796
‒ 5
295
295
295
7.699
Opdrachten
4.563
0
4.563
0
4.563
0
0
0
0
2.143
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka
4.563
0
4.563
0
4.563
0
0
0
0
2.143
Bijdrage aan agentschappen
648
0
648
451
1.099
374
354
367
297
427
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka
648
0
648
0
648
0
0
0
0
257
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA
0
0
0
451
451
374
354
367
297
170
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
8.396
0
8.396
5
8.401
5
‒ 295
‒ 295
‒ 295
7.901
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka
8.396
0
8.396
5
8.401
5
‒ 295
‒ 295
‒ 295
7.901
Ontvangsten
1.000
0
1.000
0
1.000
0
0
0
0
1.242
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 - Ontvangsten (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Ontvangsten
1.000
0
1.000
0
1.000
0
0
0
0
1.242
2.10
Doorberekening Defensie diversen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
242
Doorberekening Defensie diversen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
242
Doorberekening Defensie diversen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
242
2.40
Restituties programma's
1.000
0
1.000
0
1.000
0
0
0
0
1.000
Restituties programma's
1.000
0
1.000
0
1.000
0
0
0
0
1.000
Restituties programma's
1.000
0
1.000
0
1.000
0
0
0
0
1.000
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget van artikel 2 stijgt in 2024 met ruim EUR 96 miljoen. Dit is met name het gevolg van het aangaan van nieuwe meerjarige verplichtingen op het Stabiliteitsfonds in het kader van ontmijning en op het budget voor training van buitenlandse diplomaten voor het verlengen van de overeenkomst met Clingendael.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 2 Veiligheid en stabiliteit zijn voor 78% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 2.1Het budget voor goede internationale samenwerking stijgt in 2024. Dit is met name het gevolg van de organisatie van de NAVO-Top 2025, waarvoor de kosten gedeeltelijk op de BZ-begroting terecht komen (EUR 12 miljoen in 2024). Daarnaast wordt de samenwerking met het Centre for Humanitarian Dialogue in het kader van vrede en veiligheid verlengd wat leidt tot een meerjarige stijging van EUR 3,8 miljoen van het budget van het Veiligheidsfonds, en stijgt de civiele bijdrage aan de NAVO in 2024 met EUR 1,2 miljoen als gevolg van een contributieverhoging.
Artikelonderdeel 2.4Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog-risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB-beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten. Er is een bijdrage van EUR 5 miljoen gedaan voor de VN-gezant voor wederopbouw voor Gaza, door een overheveling naar het Stabiliteitsfonds vanuit artikelonderdeel 4.1 Humanitaire Hulp van de BHOS-begroting.
4.3 Artikel 3: Effectieve Europese Samenwerking
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
11.021.214
595.900
11.617.114
‒ 1.314.169
10.302.945
‒ 553.833
363.241
232.666
‒ 475.297
17.030.917
Uitgaven
11.193.606
595.900
11.789.506
‒ 1.315.848
10.473.658
‒ 562.670
359.181
228.416
‒ 479.547
17.072.265
3.1
Afdrachten aan de Europese Unie
5.970.130
295.000
6.265.130
‒ 903.823
5.361.307
‒ 82.856
847.218
733.643
42.680
11.293.944
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
5.970.130
295.000
6.265.130
‒ 903.823
5.361.307
‒ 82.856
847.218
733.643
42.680
11.293.944
BNI-afdrachten
4.272.701
295.000
4.567.701
‒ 903.823
3.663.878
‒ 82.856
847.218
733.643
42.680
9.367.574
BTW-afdrachten
1.461.809
0
1.461.809
0
1.461.809
0
0
0
0
1.689.707
Plastic-grondslag
235.620
0
235.620
0
235.620
0
0
0
0
236.663
3.2
Europees Ontwikkelingsfonds
85.983
0
85.983
‒ 14.331
71.652
‒ 4.777
0
0
0
41.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
85.983
0
85.983
‒ 14.331
71.652
‒ 4.777
0
0
0
41.000
Europees Ontwikkelingsfonds
85.983
0
85.983
‒ 14.331
71.652
‒ 4.777
0
0
0
41.000
3.3
Een hechtere Europese waardengemeenschap
18.261
0
18.261
2.181
20.442
3.170
3.170
3.170
3.170
14.170
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
18.261
0
18.261
2.181
20.442
3.170
3.170
3.170
3.170
14.170
Raad van Europa
11.000
0
11.000
2.181
13.181
3.170
3.170
3.170
3.170
14.170
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank
7.261
0
7.261
0
7.261
0
0
0
0
0
3.4
Versterkte Nederlandse positie in de Unie
5.376
0
5.376
223
5.599
793
793
603
603
5.409
Subsidies (regelingen)
348
0
348
0
348
0
0
0
0
348
EIPA
348
0
348
0
348
0
0
0
0
348
Opdrachten
778
0
778
‒ 253
525
317
317
127
127
335
Europa College beurzenprogramma
570
0
570
‒ 380
190
190
190
0
0
0
EU-sanctiebeleid
208
0
208
127
335
127
127
127
127
335
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
4.250
0
4.250
476
4.726
476
476
476
476
4.726
Benelux bijdrage
4.250
0
4.250
476
4.726
476
476
476
476
4.726
3.5
Europese Vredesfaciliteit
129.856
300.900
430.756
‒ 98
430.658
0
0
0
0
48.742
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
129.856
300.900
430.756
‒ 98
430.658
0
0
0
0
48.742
Europese Vredesfaciliteit
129.856
300.900
430.756
‒ 98
430.658
0
0
0
0
48.742
3.6
Invoerrechten aan de Europese Unie
4.984.000
0
4.984.000
‒ 400.000
4.584.000
‒ 479.000
‒ 492.000
‒ 509.000
‒ 526.000
5.669.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
4.984.000
0
4.984.000
‒ 400.000
4.584.000
‒ 479.000
‒ 492.000
‒ 509.000
‒ 526.000
5.669.000
Invoerrechten
4.984.000
0
4.984.000
‒ 400.000
4.584.000
‒ 479.000
‒ 492.000
‒ 509.000
‒ 526.000
5.669.000
Ontvangsten
3.882.204
0
3.882.204
‒ 78.511
3.803.693
1.065.351
‒ 123.000
‒ 127.250
‒ 131.500
1.417.500
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 - Ontvangsten (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Ontvangsten
3.882.204
0
3.882.204
‒ 78.511
3.803.693
1.065.351
‒ 123.000
‒ 127.250
‒ 131.500
1.417.500
3.10
Diverse ontvangsten EU
1.245.998
0
1.245.998
1.106.590
2.352.588
‒ 119.750
‒ 123.000
‒ 127.250
‒ 131.500
1.417.250
Diverse ontvangsten EU
1.245.998
0
1.245.998
1.106.590
2.352.588
‒ 119.750
‒ 123.000
‒ 127.250
‒ 131.500
1.417.250
Invoerrechten
1.245.998
0
1.245.998
‒ 100.000
1.145.998
‒ 119.750
‒ 123.000
‒ 127.250
‒ 131.500
1.417.250
Overige ontvangsten EU
0
0
0
1.206.590
1.206.590
0
0
0
0
0
3.11
Europees herstelfonds
2.635.956
0
2.635.956
‒ 1.185.101
1.450.855
1.185.101
0
0
0
0
Europees herstelfonds
2.635.956
0
2.635.956
‒ 1.185.101
1.450.855
1.185.101
0
0
0
0
Europees herstelfonds
2.635.956
0
2.635.956
‒ 1.185.101
1.450.855
1.185.101
0
0
0
0
3.30
Restitutie Raad van Europa
250
0
250
0
250
0
0
0
0
250
Restitutie Raad van Europa
250
0
250
0
250
0
0
0
0
250
Restitutie Raad van Europa
250
0
250
0
250
0
0
0
0
250
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen op artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie en artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder toegelicht.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 3 Effectieve Europese samenwerking zijn voor 97% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 3.1Bij de eerste suppletoire begroting worden de ramingen van de afdrachten aan de Europese Unie in 2024 in totaal met EUR 904 miljoen en in 2025 met EUR 83 miljoen naar beneden bijgesteld. In 2026-2027 gaat het om een bijstelling naar boven van in totaal EUR 1,6 miljard. Deze wijzigingen zijn het gevolg van bijstellingen van de bni-afdracht. De invoerrechten worden vanaf het begrotingsjaar 2024 apart verantwoord op artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten aan de Europese Unie.
De neerwaartse bijstelling in 2024 komt geheel door mutaties op de bni-afdracht. Ten eerste is de opvraging van de middelen door de Commissie naar aanleiding van de vierde aanvullende Europese begroting over 2023 over de jaargrens geschoven. Om deze reden wordt dit bedrag pas in 2024 opgehaald bij de lidstaten. Omdat het hier gaat om een verlaging van de begroting leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van EUR -193 miljoen in 2024. Ten tweede is een correctie geboekt van de nacalculatie 2023 van EUR 556 miljoen (over het boekjaar 2022). Deze mutatie was op de bni-afdracht geboekt als negatieve uitgave, maar is verplaatst naar de overige ontvangsten (zie mutaties artikelonderdeel 3.10). De mutatie moet dus in samenhang gezien worden met de overige ontvangsten en is saldoneutraal. Ten derde is een omvangrijke neerwaartse bijstelling geboekt in 2024 van EUR 1,3 miljard als gevolg van verwachte onderuitputting op de cohesiefondsen in 2024 en 2025. Uw Kamer is eerder per brief geïnformeerd dat de besluitvorming rondom de herziening van het meerjarig financieel kader (MFK) afgewacht zou worden, voordat de onderuitputting op de EU-begroting, met name bij de cohesiefondsen, verwerkt zou worden in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten. De besluitvorming over de MFK-herziening is inmiddels afgerond. Over de uitkomsten bent u per brief geïnformeerd. De budgettaire effecten zijn grotendeels verwerkt in een incidentele suppletoire begroting1 maar nog niet de gehele impact was toen duidelijk. Inmiddels is via de aangepaste versie van de MFK-verordening ook het ritme van de bezuinigingen en intensiveringen op de speciale instrumenten boven de MFK-plafonds bekend. Dit leidt op EU-niveau in totaal tot een per saldo verhoging van de speciale instrumenten van EUR 1,6 miljard. Hierover leest u meer in de Kamerbrief over de Eerste aanvullende Europese begroting 20242. Ook wordt het exacte ritme van de Oekraïne-faciliteit verwerkt. De MFK-herziening leidt wel tot extra afdrachten, maar deze kunnen gedekt worden uit de eerder genoemde onderuitputting. De verwachting is dat de resterende onderuitputting in de jaren 2026-2027 alsnog uitgegeven zal worden. Om die reden is besloten de onderuitputting door te schuiven naar deze jaren.
De opwaartse bijstelling in 2025 betreft de nacalculatie 2024 (over het boekjaar 2023) over de bni- en btw-afdracht. Op basis van de vastgestelde bni- en btw-cijfers wordt de raming van de Nederlandse afdracht opwaarts bijgesteld met EUR 260 miljoen. De nacalculatie over de plastic-afdracht betreft een teruggave van EUR 44 miljoen en is daarom op artikelonderdeel 3.10 ontvangsten geboekt. Netto betreft de nacalculatie een eenmalige hogere afdracht van EUR 216 miljoen.
Artikelonderdeel 3.2De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2024 en 2025 zijn neerwaarts bijgesteld, op basis van een geactualiseerde raming van de Europese Commissie.
Artikelonderdeel 3.3Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 3.3, een hechtere Europese waardengemeenschap, laat een structurele stijging zien. Deze stijging is het gevolg van een verhoogde contributie aan de Raad van Europa (RvE), onder andere als gevolg van het wegvallen van de contributie van Rusland en de financiering van nieuwe prioriteiten voortkomend uit de RvE-top van Reykjavik.
Artikelonderdeel 3.6De invoerrechten worden door een technische correctie met EUR 400 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is het een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de CEP-cijfers (Centraal Economisch Plan – raming van het CPB). Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect en zodat de nationale ramingen van de inkomsten- en uitgavenkant van de invoerrechten gelijk zijn aan elkaar. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2025-2028.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 3.10De diverse ontvangsten van de EU worden in totaal met EUR 1,1 miljard naar boven bijgesteld in 2024. Dit heeft een aantal oorzaken. Ten eerste worden de ontvangsten met EUR 556 miljoen naar boven bijgesteld vanwege de nacalculatie 2023 (over het boekjaar 2022). Dit betreft een technische verschuiving van de bni-afdracht naar de ontvangsten en de mutatie is dus saldoneutraal. Zie ook toelichting artikelonderdeel 3.1. Ten tweede wordt de nacalculatie 2024 (over het boekjaar 2023) voor de plastic-afdracht verwerkt. Dit betreft een verhoging van de ontvangsten van EUR 44 miljoen.Ten derde wordt de perceptiekostenvergoeding naar beneden bijgesteld. Nederland mag 25% van de totale invoerrechten zelf houden, ter dekking van de gemaakte kosten voor de inning ervan. Deze korting geldt ook voor eventuele nabetalingen. De perceptiekostenvergoeding wordt bij eerste suppletoire begroting met EUR 100 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is het gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van CEP-cijfers. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten-en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2025-2028.
Als laatste wordt een aantal voorschotten aan de Europese Commissie verrekend3. Dit betreft de verrekening met de EU van verschillende casussen over onder voorbehoud afgedragen traditionele eigen middelen (TEM). Het gaat om de zonnepanelencasus, de lage waarde textiel en schoenen (LWTS) casus en verschillende kleinere casussen. Voor de zonnepanelencasus heeft Nederland EUR 634 miljoen vooruitbetaald, hiervan krijgt Nederland EUR 405,6 miljoen terug. Voor de LWTS casus ontvangt Nederland EUR 46,2 miljoen terug van de EUR 148,3 miljoen die was vooruitbetaald. In 2023 heeft Nederland reeds EUR 83,8 miljoen hiervan ontvangen. Voor de overige casussen krijgt Nederland EUR 167,3 miljoen terug van de EUR 236,3 miljoen die was vooruitbetaald.
Artikelonderdeel 3.11Tot en met 2026 maakt Nederland aanspraak op EUR 5,4 miljard uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. Volgens planning dient Nederland in het najaar 2024 het tweede betaalverzoek in. Uitbetaling geschiedt pas na goedkeuring door de Europese Raad op basis van een beoordeling door de Europese Commissie. De kans is groot dat Nederland het geld pas begin 2025 ontvangt. Daarom is het bedrag van circa EUR 1,2 miljard van 2024 naar 2025 verschoven.
Geldstromen richting de EU
Om een integraal beeld te geven van alle geldstromen richting de EU wordt met ingang van de Ontwerpbegroting 2024 in de BZ-begrotingsstukken een extracomptabele tabel opgenomen met een totaaloverzicht van:– Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie (bni, btw en plastic-afdrachten); – Artikel 3.6: Traditionele eigen middelen (TEM; invoerrechten); – Artikel 3.10: Perceptiekostenvergoeding – Artikel 9 Begroting Financiën: Vertragingsrente betaald aan de Europese Commissie
Tabel 12 Extracomptabel overzicht van de mutaties nationale afdrachten, invoerrechten, ontvangsten EU en vertragingsrente
Begroting
Art.
Nederland
Stand ontwerp- begroting 2024
Mutaties via ISB 2024
Vastge- stelde begro-ting
Mutaties 1e suppletoire begroting 2024
Stand 1e suppletoire begroting 2024
Mutaties 1e suppletoire begroting 2025
Mutaties 1e suppletoire begroting 2026
Mutaties 1e suppletoire begroting 2027
Mutaties 1e suppletoire begroting 2028
Mutaties 1e suppletoire begroting 2029
H5 (BZ)
3.1
Nationale afdrachten
5 970 130
295 000
6 265 130
‒ 903 823
5 361 307
‒ 82 856
847 218
733 643
42 680
11 293 944
Bni-afdracht
4 272 701
295 000
4 567 701
‒ 903 823
3 663 878
‒ 82 856
847 218
733 643
42 680
9 367 574
Btw-afdracht
1 461 809
0
1 461 809
0
1 461 809
0
0
0
0
1 689 707
Plastic
235 620
0
235 620
0
235 620
0
0
0
0
236 663
H5 (BZ)
3.6
Invoer-rechten
4 984 000
0
4 984 000
‒ 400 000
4 584 000
‒ 479 000
‒ 492 000
‒ 509 000
‒ 526 000
5 669 000
H5 (BZ)
3.10
Ontvangsten EU
1 245 998
0
1 245 998
1 106 590
2 352 588
‒ 119 750
‒ 123 000
‒ 127 250
‒ 131 500
1 417 250
Perceptie-kostenvergoeding
1 245 998
0
1 245 998
‒ 100 000
1 145 998
‒ 119 750
‒ 123 000
‒ 127 250
‒ 131 500
1 417 250
Overige ontvangsten EU
0
0
0
1 206 590
1 206 590
0
0
0
0
0
H9 (FIN)
9.44.2
Vertragings-rente
0
0
0
199
0
0
0
0
0
0
Totaal
9 708 132
295 000
10 003 132
‒ 2 410 214
7 592 719
‒ 442 106
478 218
351 893
‒ 351 820
15 545 694
4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
62.738
270
63.008
13.487
76.495
1.351
3.564
1.964
13.564
56.151
Uitgaven
61.221
270
61.491
10.732
72.223
595
1.218
1.163
1.270
59.791
4.1
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
14.587
270
14.857
1.995
16.852
‒ 10
0
0
0
14.723
Subsidies (regelingen)
1.560
270
1.830
995
2.825
‒ 10
0
0
0
1.560
Gedetineerdenbegeleiding
1.560
270
1.830
995
2.825
‒ 10
0
0
0
1.560
Inkomensoverdrachten
540
0
540
0
540
0
0
0
0
540
Gedetineerdenbegeleiding
540
0
540
0
540
0
0
0
0
540
Opdrachten
12.487
0
12.487
1.000
13.487
0
0
0
0
12.623
Consulaire bijstand
409
0
409
0
409
0
0
0
0
409
Reisdocumenten en verkiezingen
5.314
0
5.314
0
5.314
0
0
0
0
5.350
Consulaire opleidingen
400
0
400
0
400
0
0
0
0
400
Consulaire informatiesystemen
6.364
0
6.364
1.000
7.364
0
0
0
0
6.464
4.2
Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren
16.827
0
16.827
5.191
22.018
630
630
630
630
17.464
Opdrachten
15.799
0
15.799
5.191
20.990
630
630
630
630
16.436
Ambtsberichtenonderzoek
150
0
150
0
150
0
0
0
0
150
Visumverlening
2.858
0
2.858
‒ 800
2.058
0
0
0
0
2.858
Legalisatie en verificatie
80
0
80
0
80
0
0
0
0
80
Consulaire informatiesystemen
12.711
0
12.711
5.991
18.702
630
630
630
630
13.348
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.028
0
1.028
0
1.028
0
0
0
0
1.028
Bijdragen asiel en migratie
1.028
0
1.028
0
1.028
0
0
0
0
1.028
4.3
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
7.500
0
7.500
875
8.375
125
738
738
738
8.794
Subsidies (regelingen)
4.762
0
4.762
‒ 98
4.664
125
738
738
738
8.794
Internationaal cultuurbeleid
4.762
0
4.762
‒ 98
4.664
125
738
738
738
8.794
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
2.738
0
2.738
973
3.711
0
0
0
0
0
Internationaal cultuurbeleid
2.738
0
2.738
973
3.711
0
0
0
0
0
4.4
Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
22.307
0
22.307
2.671
24.978
‒ 150
‒ 150
‒ 205
‒ 98
18.810
Subsidies (regelingen)
8.436
0
8.436
1.336
9.772
‒ 724
‒ 724
‒ 779
‒ 672
7.508
Instituut Clingendael
2.800
0
2.800
‒ 750
2.050
‒ 750
‒ 750
‒ 750
‒ 750
2.050
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid
3.058
0
3.058
2.000
5.058
0
0
0
0
3.058
Internationale manifestaties en diverse bijdragen
49
0
49
272
321
22
22
22
22
71
Publieksdiplomatie
2.229
0
2.229
‒ 186
2.043
0
0
0
0
2.229
Onderzoeksprogramma
100
0
100
0
100
0
0
0
0
100
Academische Leerstoel Anton de Kom
200
0
200
0
200
4
4
‒ 51
56
0
Opdrachten
10.612
0
10.612
‒ 451
10.161
574
574
574
574
8.256
Adviesraad Internationale Vraagstukken
597
0
597
149
746
74
74
74
74
671
Instituut Clingendael
1.150
0
1.150
300
1.450
0
0
0
0
1.000
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties
1.000
0
1.000
0
1.000
0
0
0
0
1.000
Algemene voorlichting
2.790
0
2.790
‒ 1.400
1.390
0
0
0
0
2.790
Koninklijk Huis ¿ inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten
2.000
0
2.000
500
2.500
500
500
500
500
2.500
Onderzoeksprogramma
3.075
0
3.075
0
3.075
0
0
0
0
295
Bijdrage aan agentschappen
400
0
400
1.000
1.400
0
0
0
0
400
Algemene voorlichting
0
0
0
1.000
1.000
0
0
0
0
0
Verkeersnotificaties
400
0
400
0
400
0
0
0
0
400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
2.859
0
2.859
786
3.645
0
0
0
0
2.646
Europese bewustwording
463
0
463
600
1.063
0
0
0
0
250
Publieksdiplomatie
2.396
0
2.396
186
2.582
0
0
0
0
2.396
Ontvangsten
67.674
0
67.674
11.010
78.684
14.165
13.714
13.358
9.666
82.446
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 - Ontvangsten (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Ontvangsten
67.674
0
67.674
11.010
78.684
14.165
13.714
13.358
9.666
82.446
4.10
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
21.000
0
21.000
‒ 1.500
19.500
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
19.500
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
21.000
0
21.000
‒ 1.500
19.500
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
19.500
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland
21.000
0
21.000
‒ 1.500
19.500
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
19.500
4.20
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
45.600
0
45.600
13.310
58.910
16.465
16.014
15.658
11.966
62.672
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
45.600
0
45.600
13.310
58.910
16.465
16.014
15.658
11.966
62.672
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
45.600
0
45.600
13.310
58.910
16.465
16.014
15.658
11.966
62.672
4.40
Doorberekening Defensie diversen
874
0
874
‒ 800
74
‒ 800
‒ 800
‒ 800
‒ 800
74
Doorberekening Defensie diversen
874
0
874
‒ 800
74
‒ 800
‒ 800
‒ 800
‒ 800
74
Doorberekening Defensie diversen
874
0
874
‒ 800
74
‒ 800
‒ 800
‒ 800
‒ 800
74
4.41
Ontvangsten verkeersnotificaties
200
0
200
0
200
0
0
0
0
200
Ontvangsten verkeersnotificaties
200
0
200
0
200
0
0
0
0
200
Ontvangsten verkeersnotificaties
200
0
200
0
200
0
0
0
0
200
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt met ruim EUR 13 miljoen. Dit komt met name omdat er wordt geïnvesteerd in informatiesystemen voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen en er verplichtingen zijn aangegaan voor het uitdragen van de Nederlandse waarden en belangen.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden zijn voor 72% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 4.1Het budget voor consulaire dienstverlening stijgt. Dit komt omdat er betalingen uit 2023 zijn doorgeschoven naar 2024. Het gaat hierbij om Gedetineerdenbegeleiding (EUR 1 miljoen) en Consulaire Informatiesystemen (EUR 1 miljoen).
Artikelonderdeel 4.2De toename in kosten komt deels omdat betalingen uit 2023 pas in 2024 hebben plaatsgevonden. Dit geldt voor Visumverlening (EUR 800.000) en Consulaire Informatiesystemen Vreemdelingenbeleid (EUR 6 miljoen). Hierbij is rekening gehouden met de inflatie door een loon- en prijsbijstelling.
Artikelonderdeel 4.3Het budget voor Internationaal Cultuurbeleid neemt toe voor het organiseren van de UNESCO Conferentie in 2024. Dit is ter markering van het 70-jarige jubileum van het Haags verdrag voor bescherming van erfgoed in conflict uit 1954.
Voor 2026 tot en met 2028 komt er jaarlijks EUR 738.000 vrij voor het nieuwe Internationaal Cultuurbeleid en voor koloniale collecties. Deze bijdrage heeft als doel de (internationale) toegankelijkheid van de koloniale collecties in Nederland te bevorderen en de internationale museale samenwerking te versterken. Dit is in het kader van het Herdenkingsjaar en het slavernijverleden.
Na de invasie door Rusland is Oekraïne in 2023 als prioriteitsland aangemerkt in ons Internationale Cultuurbeleid. Hierdoor zijn er extra middelen beschikbaar gesteld. Het culturele budget voor de post in Moskou wordt naar beneden bijgesteld.
Artikelonderdeel 4.4Het Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB) dient ter versterking van het buitenlandbeleid van Nederland en wordt in toenemende mate ingezet (EUR 2 miljoen extra in 2024). De afgelopen jaren vond dan ook vanwege vroegtijdige uitputting incidentele ophoging plaats. Vanwege het door de veranderende geopolitieke situatie toegenomen belang meer te investeren in de bilaterale relaties is vastgesteld dat ophoging van het POBB noodzakelijk is.
Clingendael krijgt een opdracht van EUR 300.000 voor het inwinnen van kennis via het China Kennisnetwerk (CKN) en de Rusland/Oost-Europa Kennis Alliantie (REKA) van Clingendael. De Russische oorlog tegen Oekraïne heeft geleid tot een (blijvend) toegenomen vraag naar kennis en expertise inzake Oost-Europa.
Het budget voor het Koninklijk Huis wordt verhoogd met EUR 500.000 door hogere kosten van inkomende en uitgaande staatsbezoeken, werkbezoeken, en het diner en de nieuwjaarsreceptie van het Corps Diplomatique.
Voor de bijdrage aan (inter)nationale organisaties, komt er EUR 600.000 bij voor Europese Bewustwording. Dit is een eindejaarsmarge boeking door een vertraagde inkoopopdracht. Dit betreft de uitvoering van een kamermotie.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 4.20De ontvangsten voor consulaire dienstverlening stijgen met EUR 13 miljoen omdat er meer paspoort en visa aanvragen zijn gedaan. Dit komt door de 10-jaars piek, aangezien documenten die zijn uitgegeven sinds 9 maart 2014 10 jaar geldig zijn. Hiermee heeft BZ een structurele hogere ontvangst van circa EUR 10 miljoen per jaar die hoger zijn dan in de periode voor corona. In 2024 wordt EUR 4 miljoen gedesaldeerd met artikel 7 (apparaat). Bovendien wordt EUR 7,8 miljoen gebruikt om verschillende tegenvallers en intensiveringen op te vangen.
5 Niet-beleidsartikelen
5.1 Artikel 5: Geheim
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van niet - beleid artikel 5 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.10
Geheim
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.2 Artikel 6: HGIS onverdeeld
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van niet - beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
11.875
0
11.875
‒ 11.276
599
‒ 46.318
‒ 29.930
‒ 28.029
‒ 25.060
119.032
Uitgaven
11.875
0
11.875
‒ 11.276
599
‒ 46.318
‒ 29.930
‒ 28.029
‒ 25.060
119.032
6.1
Nog onverdeeld (HGIS)
11.875
0
11.875
‒ 11.276
599
‒ 46.318
‒ 29.930
‒ 28.029
‒ 25.060
119.032
Nog onverdeeld (HGIS)
11.875
0
11.875
‒ 11.276
599
‒ 46.318
‒ 29.930
‒ 28.029
‒ 25.060
119.032
Nog onverdeeld (HGIS)
11.875
0
11.875
‒ 11.276
599
‒ 46.318
‒ 29.930
‒ 28.029
‒ 25.060
119.032
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Het budget voor het artikel - Nog onverdeeld - heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2023, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor het oplossen van een aantal knelpunten, waaronder de organisatie van de NAVO-Top in 2025 en het opvangen van verhogingen van verschillende contributies.
5.3 Artikel 7: Apparaat
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van niet - beleid artikel 7 Apparaat (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2024
2024
2024
2024
2024
2025
2026
2027
2028
2029
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
1 077 118
0
1 077 118
76 070
1 153 188
4 370
24 273
24 024
23 925
1 019 339
Uitgaven
1 118 718
0
1 118 718
62 970
1 181 688
4 370
24 273
24 024
23 925
1 019 339
7.1.13
Personele uitgaven
667 523
0
667 523
11 150
678 673
8 729
8 632
8 533
8 434
678 602
Eigen personeel
655 523
0
655 523
11 150
666 673
8 729
8 632
8 533
8 434
666 602
Inhuur extern
12 000
0
12 000
0
12 000
0
0
0
0
12 000
Overige personele uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7.1.14
Materiele uitgaven
451 195
0
451 195
51 820
503 015
‒ 4 359
15 641
15 491
15 491
340 737
ICT
71 758
0
71 758
‒ 5 458
66 300
2 542
2 542
2 542
2 542
73 449
Bijdragen aan SSO's
54 147
0
54 147
6 089
60 236
6 089
6 089
6 089
6 089
60 236
Overige materieel
325 290
0
325 290
51 189
376 479
‒ 12 990
7 010
6 860
6 860
207 052
7.2
Koersverschillen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
124 671
0
124 671
‒ 95 000
29 671
95 000
0
0
0
28 571
7.10
Diverse ontvangsten
124 671
0
124 671
‒ 95 000
29 671
95 000
0
0
0
28 571
7.11
Koersverschillen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen zijn gelijk aan de uitgaven binnen het apparaatsartikel. Voor de aankoop van het pand in Brussel (in 2022) zijn de verplichtingen in 2024 EUR 28,5 miljoen lager.
Uitgaven
Artikelonderdeel 7.1.13De uitgaven voor personeel nemen voornamelijk toe door de volgende mutaties:
– Een stijging van ongeveer EUR 8 miljoen komt door de loon- en prijsbijstelling (LPB) voor zowel de kosten van het personeel op het departement als de kosten voor het uitgezonden personeel en lokaal personeel op de posten. Deze uitgaven voor LPB worden gefinancierd vanuit de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).
– Verder is er een eindejaarmarge van EUR 1,5 miljoen ten behoeve van het onderzoek naar de loonvaststellingssystematiek voor de lokale medewerkers.
– Interdepartementale overboekingen ad EUR 1,6 miljoen als bijdrage voor de inzet van personeel bij Buitenlandse Zaken t.b.v. andere departementen.
Artikelonderdeel 7.1.14De uitgaven op materieel gebied nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:
– De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget ten aanzien van ICT en overige materiële uitgaven toeneemt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 14,9 miljoen. Deze stijgingen zijn meerjarig.
– De begroting voor de ICT kosten over 2024 is lager vanwege uitgaven voor licenties die nog eind 2023 hebben plaatsgevonden.
– Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 15,8 miljoen toegevoegd in 2024. In de voorjaarsnota was er al een bedrag van EUR 13,1 naar 2024 geschoven. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.
– In de HGIS zijn er correcties voor apparaat opgenomen. Dit betreffen eindejaarsmarges en een dekking voor het gas. Het saldo van deze mutaties is gebruikt om de overprogrammering op het apparaat te dekken. Dit betreft een bedrag van EUR 24 miljoen.
– Voor 2025 is er een reservering van EUR 20 miljoen geboekt op apparaat (Overig materieel). Dit bedrag zal worden meegenomen als overprogrammering.
Ontvangsten
Voor de ontvangsten is een ontvangst van EUR 95 miljoen verschoven van 2024 naar 2025. Dit in verband met het moment waarop de ontvangsten worden verwacht van een grote verkoop.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.