Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTELB. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties2.2 Overzicht coronamaatregelen2.3 Overzicht Nationaal Groeifonds en Klimaatfonds3 Beleidsartikelen3.1 Artikel 11 Integraal WaterbeleidBudgettaire gevolgen van beleid3.2 Artikel 13 Bodem en OndergrondBudgettaire gevolgen van beleid3.3 Artikel 14 Wegen en VerkeersveiligheidBudgettaire gevolgen van beleid3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en SpoorBudgettaire gevolgen van beleid3.5 Artikel 17 LuchtvaartBudgettaire gevolgen van beleid3.6 Artikel 18 Scheepvaart en HavensBudgettaire gevolgen van beleid3.7 Artikel 19 Internationaal BeleidBudgettaire gevolgen van beleid3.8 Artikel 20 Lucht en GeluidBudgettaire gevolgen van beleid3.9 Artikel 21 Circulaire EconomieBudgettaire gevolgen van beleid3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico'sBudgettaire gevolgen van beleid3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en AardobservatieBudgettaire gevolgen van beleid3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en TransportBudgettaire gevolgen van beleid3.13 Artikel 25 Brede DoeluitkeringBudgettaire gevolgen van beleid3.14 Artikel 26 Bijdrage InvesteringsfondsenBudgettaire gevolgen van beleid4 Niet-beleidsartikelen4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement4.2 Artikel 98 Apparaatuitgaven Kerndepartement4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld5 Agentschappen5.1 Agentschap Rijkswaterstaat5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
36 550 XII Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2023‒2024
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,Harbers
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
Algemeen
De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.
Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht, tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn.
De onderstaande ondergrenzen gelden niet indien de begrotingswet -als wettelijke grondslag voor het betreffend subsidiebedrag gaat gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb. In die gevallen worden de afzonderlijke subsidiebedragen in de toelichting van het betreffend begrotingsartikel en optioneel in de tabel vermeld.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
Naast de mutaties in jaar t worden sinds de 1e suppletoire begroting 2024 tevens meerjarige mutaties die uitsluitend betrekking hebben op t+1 en/of later toegelicht. Dit wordt op de volgende manier opgenomen:
1. Mutaties die enkel op 2024 (of een ander jaar) betrekking hebben. Toelichting: 2024:
2. Mutaties die in 2024 starten (of een ander jaar) en structureel doorlopen.
Toelichting: 2024 en verder:
3. Mutaties die een afgebakende periode lopen (bijv. van 2025 t/m 2027). Toelichting: 2025 t/m 2027:
Mutaties 2029
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 (2029) opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die met de 1e suppletoire begroting zijn verwerkt. De kolom mutaties 2029 van de budgettaire tabellen toont dus het totale beschikbare budget in 2029 en niet enkel de mutaties die met de 1ste suppletoire begroting in 2029 zijn doorgevoerd.
Opbouw
Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:
– In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2024 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Eerste suppletoire begroting.
– In het overzicht in paragraaf 2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van de begroting 2024. Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.
– In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 3 Beleidsartikelen en paragraaf 4 Niet-beleidsartikelen) wordt inzicht gegeven in de meerjarige mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat.
– In de paragraaf Agentschappen (zie paragraaf 5 Agentschappen) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
De onderstaande tabellen geven de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties van de 1e suppletoire begroting 2024 weer. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 Beleidsartikelen en paragraaf 4 Niet-beleidsartikelen.
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikel
Uitgaven 2024
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
Uitgaven 2028
Vastgestelde begroting 2024
15.251.537
23.844.340
14.561.587
13.803.571
13.189.544
Belangrijkste suppletoire mutaties
1.
LPO 2024
430.498
441.804
425.446
406.300
387.349
2.
Overboekingen Fondsen
26
‒ 55.855
‒ 67.755
‒ 6.246
‒ 7.916
‒ 4.825
- Waarvan met MF
Diverse artikelen
57.868
66.491
5.043
6.923
4.321
- Waarvan met DF
Diverse artikelen
‒ 2.013
1.264
1.203
993
504
3.
Overboekingen Ministeries
‒ 238.476
‒ 2.074
‒ 6.426
‒ 6.156
‒ 6.427
4.
HGIS
Diverse artikelen
1.177
4.229
1.003
845
1.236
5.
Eindejaarsmarge
Diverse artikelen
23.116
6.
Voordelig saldo NGF-projecten en Klimaatakkoordmiddelen
Diverse artikelen
76.663
7.
Nationaal Groeifonds (NGF)
Diverse artikelen
74.005
24.587
44.328
13.850
16.830
8.
Klimaatfonds (KF)
Diverse artikelen
34.567
163.458
228.441
233.895
195.062
9.
Vergroenen reisgedrag
14
10.773
28.292
10.
Veduurzaming binnenvaart
18
12.000
10.000
12.000
12.000
12.000
11.
Kasschuif HXII
99
‒ 103.773
‒ 1.437
68.806
34.807
4.422
12.
Kasschuif Deltafonds
26
‒ 461.128
‒ 183.048
12.444
235.946
‒ 52.923
13.
Kasschuif Mobiliteitsfonds
26
‒ 819.238
‒ 769.757
117.387
104.809
200.824
14.
CA middelen BKN Spoor
26
335.374
335.366
335.371
15.
Omvorming Prorail
26
‒ 40.000
‒ 8.845.000
‒ 20.000
16.
Kerncentrale Dodenwaard
22
17.
Overige mutaties
45.566
52.622
101.642
110.215
194.245
Stand 1e suppletoire begroting 2024
14.286.514
14.739.724
15.902.032
15.296.221
14.485.825
Toelichting
1. Bij de 1e suppletoire begroting wordt de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van Hoofdstuk XII, het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds toegevoegd aan de beleidsbegroting. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling van HXII zijn verdeeld over de diverse artikelen. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling van de fondsen wordt bij de Ontwerpbegroting 2025 toebedeeld aan de artikelen op het Mobiliteitsfonds en Deltafonds.
2. Voor de uitvoering van verschillende programma's is in 2024 per saldo € 57,9 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds naar Hoofdstuk XII en € 2,0 miljoen vanuit Hoofdstuk XII naar het Deltafonds. Per saldo wordt er € 142,6 miljoen toegevoegd aan de Hoofdstuk XII begroting in de periode 2024 t/m 2028. Het gaat met name om:
• Vanuit het Mobiliteitsfonds is € 75,0 miljoen overgeboekt n.a.v. motie Bikker (Kamerstukken II 2023-2024, 36 410, nr 29), aanvullend op het reeds beschikbare budget, ter voorkoming van de voorziene structurele prijsstijgingen in het regionaal openbaar vervoerd. Daarnaast zijn middelen overgeboekt voor de aanvraag van de subsidiebeschikking NS (€ 52,0 miljoen), de vrachtwagenheffing subsidies AanZet, Laadinfra en Swim (€ 53,0) miljoen, en de verlenging project Topsector Logistiek (€ 19,3 miljoen). Verder worden er middelen naar het Mobiliteitsfonds overgeboekt voor de aanpak van het spoorknoppunt Zwolle-Meppel (€ - 40,0 miljoen).
4. Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting van per saldo - € 259,6 miljoen naar andere begrotingen in de periode 2024 t/m 2028. Dit betreft met name de overboeking naar het Provinciefonds ter voorkoming van prijsstijgingen in het openbaar vervoer, het behouden van de kwaliteit van het OV en hogere kosten voor de vergoeding studenten OV (€ 226,6 miljoen), en een overboeking naar het Gemeentefonds voor bodembescherming (€ 34,5 miljoen).
5. Dit betreft de toevoeging van HGIS-middelen aan Hoofdstuk XII, waaronder budget voor de voorbereidingen van de NAVO-top in 2025 (€ 4,4 miljoen), dekking voor contributiesitijging van het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Middellange Termijn (ECMWF) (cumulatief € 2,1 miljoen), en het betalen van de laatste factuur voor het transporten van strooizout naar Oekraïne (€ 0,8 miljoen).
6. Dit betreft de toevoeging van de reguliere eindejaarsmarge 2023 aan de HXII begroting. Deze middelen zijn toegevoegd aan de verschillende artikelen om de in 2023 voorziene uitgaven die niet meer plaats hebben gevonden alsnog in 2024 te kunnen doen.
7. De NGF-projecten op Hoofdstuk XII vertonen over het jaar 2023 een voordelig saldo van cumulatief € 68,2 miljoen en de Klimaatfondsmiddelen € 8,4 miljoen. Het voordelig saldo wordt in 2023 toegevoegd aan de betreffende artikelen, zodat de middelen beschikbaar blijven voor het betreffende beleid.
8. Dit betreft met name de toevoeging van de NGF-middelen aan het Mobiliteitsfonds voor de realisatie van het programma Rail Gent Terneuzen (€ 103,3 miljoen) en voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie wat als doel heeft om de Nederlandse luchtvaartsector te verduurzamen naar een klimaatneutrale Nederlandse luchtvaart in 2050 wordt aanvullend budget toegevoegd aan de HXII begroting (€ 73,3 miljoen).
9. Dit betreft met name de toevoeging van de KF-middelen aan Hoofdstuk XII voor Slimme laadinfra in de bouw wat nodig is om de overgang naar emissieloos bouwen te realiseren via onder andere de subsidieregeling schoon en emissieloos bouwen (€ 214,0 miljoen). Daarnaast zijn middelen voor de subsidieregeling SWiM (€ 210,0 miljoen) opgevraagd, deze regeling heeft als doel om ondernemers over te laten stappen op waterstof in het vervoer. Voor luchtvaart zijn er middelen opgevraagd voor subsidies in duurzame luchtvaartbrandstoffen (€ 60 miljoen) om het opschalen van e-fuels te stimuleren zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen. En zijn er subsidies opgevraagd om de opschaling Alcohol-to-jet te stimuleren op basis van laagwaardige reststromen, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen.(€ 90 miljoen) . Verder zijn er middelen opgevraagd voor subsidies voor duurzame en energiebesparende aandrijftechnieken bij zeeschepen (€ 111,3 miljoen), voor Plastic Hub (€ 60 miljoen) en slim laden (€ 39 miljoen).
10. Het resterende bedrag op de aanvullende post voor vergroenen reisgedrag wordt overgeboekt. Vergroenen reisgedrag heeft als doel de CO2 uitstoot te verminderen door slimmer, anders en schoner reizen te stimuleren. Het betreft € 120,4 miljoen t/m 2029 voor zero emissie touringcars, stimuleren van deelmobiliteit en verduurzamen woon-werkverkeer.
11. Vanuit de Aanvullende Post bij het minsterie van Financïen worden stikstofmiddelen toegevoegd aan het subsidiebudget voor de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen). Het gaat om het laatste deel van de Hordijkgelden voor verduurzaming van de binnenvaart. Verder wordt vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financien € 50 miljoen ontvangen voor schone motoren als aanvulling op de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen.
12. Ten laste van het generale beeld wordt per saldo € 103,8 miljoen vanuit 2024 naar latere jaren doorgeschoven. De belangrijkste onderdelen zijn schuiven op het programma subsidie Walstroom (€ 67,3 miljoen), op het programma Vergroenen Reisgedrag (€ 13,6 miljoen) en het programma Horizon (€ 9,8 miljoen).
13. Dit betreft een kasschuif op het Deltafonds om de budgetten aan te passen naar de verwachte kasritmes. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds.
14. Dit betreft een kasschuif om de uitgavenkaders op het gehele Mobiliteitsfonds in een beheersbaar ritme te krijgen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.
15. De coalitieakkoord middelen voor het Basiskwaliteitsniveau Spoor worden aan het Mobiliteitsfonds toegevoegd tot en met het jaar 2030. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.
16. De in de Ontwerpbegroting 2024 beoogde datum van het door de Kamer controversieel verklaarde dossier van omvorming van ProRail per 1-1-2025 is niet langer haalbaar. Het ministerie van Financiën heeft aangegeven deze middelen niet meer met een jaar door te willen schuiven vanwege de impact op het macro-economische beeld. De middelen worden daarom technisch uit de begroting en Rijksbrede beeldgehaald, dat wil zeggen dat zowel het inkomstenkader (belastinginkomsten) als het uitgavenkader (Mobiliteitsfonds) verlaagd wordt voor de eenmalige belastingverrekening. Zodra er meer duidelijkheid is over de omvorming, worden de middelen op basis van actuele standen opnieuw geraamd met inachtneming van de geldende budgettaire afspraken rond dit dossier en kunnen deze opnieuw worden opgevoerd. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.
17. Er is door het kabinet € 185,0 miljoen vrijgemaakt voor de ontmanteling van de Kerncentrale Dodewaard (KCD) (aanvang 2040). De Staat neemt de aandelen GKN over van NEA en op dezelfde dag neemt COVRA de aandelen GKN weer over van de Staat onder de voorwaarde dat de Staat de meerkosten rondom de beheer- en ontmanteling van de KCD draagt. Er is verplichtingenbudget toegevoegd aan de HXII begroting voor het vastleggen van de overeenkomst tussen de Staat en GKN.
18. De overige mutaties betreft voornamelijk:
• de bijdragen aan de fondsen, waaronder het toevoegen van Klimaatfondsmiddelen en de Coalitieakkoordmiddelen voor Beekdalen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds.
• Daarnaast zijn er binnen de HXII begroting verschillende interne herschikkingen doorgevoerd om tegenvallers in de uitvoering van het beleid en in de bedrijfsvoering in te kunnen passen binnen de budgettaire kaders van HXII. Het gaat hierbij om tegenvallers als gevolg van hogere kosten op het gebied van de Omgevingswet, de contributie EUTMETSAT en het regeringsvliegtuig. Daarnaast gaat het om de implementatie van gewijzgde regelgeving op het gebied van Ruimtevaart en NIS/CER2. Budgettaire ruimte hiervoor is gevonden door middel van technische herschikkingen (op het terrein van water en bodem, wegen en leefomgeving), ramingsbijstellingen (zoals onder andere een bijstelling van de raming voor de schaderegeling STINT) en een incidentele bijstelling van de budgetten voor de sanering van asbest.
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikel
Ontvangsten 2024
Ontvangsten 2025
Ontvangsten 2026
Ontvangsten 2027
Ontvangsten 2028
Vastgestelde begroting 2024
86.555
40.938
35.086
28.786
28.996
Belangrijkste suppletoire mutaties
1.
GIS- 3 en GIS-4
17
‒ 11.000
‒ 116
5.801
1.453
2.
Overige mutaties
divers
2.348
100
100
100
100
Stand 1e suppletoire begroting 2024
77.903
40.922
40.987
30.339
29.096
Toelichting
1. Dit betreft een correctie op de GIS regeling. Door de luchtvaartmaatschappijen is € 3,9 miljoen te veel betaald voor de GIS-3 regeling. In samenspraak met de luchtvaartmaatschappijen is ervoor gekozen om dit overschot te verrekenen met de kosten voor de GIS-4 regeling. Hierdoor betalen luchtvaartmaatschappijen minder voor de GIS-4 regeling. Daar wordt de ontvangstenreeks op aangepast.
Daarnaast is de ontvangstenreeks voor GIS-4 geactualiseerd naar aanleiding van de afspraken die met de luchtvaartmaatschappijen is gemaakt over het moment waarop de GIS-heffing betaald gaat worden.
2. Dit bestaat voornamelijk uit € 1,5 miljoen ontvangsten in 2024 van de provincie Zuid-Holland voor de sanering van het EMK-terrein.
2.2 Overzicht coronamaatregelen
Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) zijn opgenomen om de coronacrisis het hoofd te bieden. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual. Hieronder worden de maatregelen toegelicht die middelen beschikbaar hebben in 2024.
Tabel 4 Overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)
Art.
Naam maatregel/regeling
Bedrag verplichtingen 2024
Bedrag uitgaven 2024
Bedrag ontvangsten 2024
Vindplaats
16
Beschikbaarheidsvergoeding OV
11.674
11.356
46.584
Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 , 35 804, nr. 1 , 23 645, nr. 755 , 35 925, nr. 14 , 35 925, nr. 71
22
Tegemoetkoming vuurwerkbranche
110
110
0
Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 , 35 925, nr. 14 , 36 038, nr. 1 , 35 924, nr. 14
97 en 98
COVID-testen reizigers
1.048
3.316
0
Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 , 35 925, nr 71
Totaal
12.832
14.782
46.584
Toelichting
Hieronder is een korte omschrijving opgenomen van de maatregelen en bijhorende mutaties in de Eerste suppletoire begroting 2024.
Beschikbaarheidsvergoeding OV
Dit betreft een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer. De vergoeding is bestemd om de beschikbaarheid van het openbaar vervoer tijdens de COVID-19-crisis te kunnen borgen.
De budgetten voor de beschikbaarheidsvergoeding OV zijn niet aangepast bij deze 1ste suppletoire begroting.
Tegemoetkoming vuurwerkbranche
Dit betreft de middelen in verband met de tijdelijke subsidieregelingen voor de detailhandel en importeurs/distributeurs, die als doel hebben om de vuurwerkbranche tegemoet te komen in de extra kosten die zij maakt vanwege het vuurwerkverbod en voor de extra opslag en transport voor het F2-vuurwerk dat voor de jaarwisseling 2021 ‒ 2022 niet verkocht mocht worden.
Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is het verplichtingen en kasbudget verhoogd met € 0,1 miljoen voor de subsidie Veiligheid NL. Deze middelen zijn nodig om de laatste bijdragen te betalen voor de tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod.
Covid-testen reizigers
Dit betreft de middelen voor het COVID-testen voor reizigers, inclusief uitvoeringskosten. Er zijn nog een aantal facturen die betaald moeten worden in 2024. De reden hiervoor is dat de controle van de facturen van de testaanbieders meer tijd kost dan verwacht. Dit is nodig om er voor te zorgen dat de rechtmatigheid van de betaalde kosten gewaarborgd blijft.
Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is het kasbudget opgehoogd met € 3,3 miljoen. Dit is het budget dat in 2023 niet tot betaling is gekomen en is in 2024 nodig om de laatste opdrachten te betalen.
2.3 Overzicht Nationaal Groeifonds en Klimaatfonds
Deze paragraaf geeft een overzicht van de projecten die op de Hoofdstuk XII begroting staan voor het Nationaal Groeifonds (NGF) en toegekende middelen in het kader van het Klimaatfonds (KF).
Tabel 5 Overzicht middelen Nationaal Groeifonds (bedragen x € 1.000)
Project
Artikel
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030 t/m 2034
Totaal
Groeiplan Watertechnologie
11
0
0
15.980
13.426
13.095
13.015
21.595
9.988
47.901
135.000
NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland
11
0
0
10.197
10.194
14.004
12.216
9.956
7.079
6.354
70.000
Dutch Metropolitan Innovations
14
0
1.862
24.624
18.411
15.027
12.853
5.523
0
0
78.300
Maritiem Masterplan
14
0
0
24.502
46.347
19.269
2.552
2.030
5.300
0
100.000
Luchtvaart in Transitie
17
0
42.443
65.579
61.200
101.400
6.778
16.200
22.700
20.884
337.184
Digitale Infrastructuur en Logistiek
18
647
8.203
13.376
11.950
10.162
6.766
0
0
0
51.104
Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch
18
9.500
9.900
30.800
0
0
0
0
0
0
50.200
MF: Rail Gent Terneuzen
26
0
0
5.000
10.000
10.000
35.000
35.000
8.300
0
103.300
Totaal
10.147
62.408
190.058
171.528
182.957
89.180
90.304
53.367
75.139
925.088
Toelichting
Hieronder wordt een toelichting gegeven van de middelen die bij de Eerste suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de Hoofdstuk XII-begroting vanuit het Nationaal Groeifonds.
– Luchtvaart in Transitie (HXII): Voor het project Luchtvaart in Transitie wordt in totaal € 73,3 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het NGF. Dit project zet zich in om de Nederlandse luchtvaartsector te verduurzamen naar een klimaatneutrale luchtvaart in 2050.
– Rail Gent Terneuzen (MF): Voor het project Rail Gent Terneuzen wordt in totaal € 103,3 miljoen beschikbaar gesteld op het Mobiliteitsfonds. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de Eerste suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.
Klimaatfonds
Tabel 6 Overzicht middelen in het kader van het Klimaatfonds (bedragen x € 1.000)
Project
Artikel
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
totaal
(Slimme) Laadinfra
14
4.608
70.819
94.374
82.859
59.844
48.844
44.087
60.647
466.082
Laadinfra bouw
14
0
2.521
66.483
82.845
88.845
72.664
12.362
10.362
336.082
SWIM
14
0
0
33.000
55.000
50.000
44.000
28.000
0
210.000
Duurzame luchtvaartbrandstoffen
17
0
0
4.500
9.000
13.500
13.500
11.000
8.500
60.000
Alcohol-to-jet
17
0
0
4.500
11.000
20.000
20.000
18.500
16.000
90.000
Emissielabel binnenvaart
18
0
334
820
1.227
1.227
1.227
0
0
4.835
Verduurzaming zeevaart
18
0
0
354
9.154
15.394
23.794
36.550
22.195
107.441
Walstroom
18
0
10.349
18.628
10.349
2.070
0
0
0
41.396
Biobased bouwen
21
0
164
4.064
3.859
0
0
0
0
8.087
Circulair doen en gedrag
21
0
2.131
3.263
5.116
5.116
6.042
6.042
6.042
33.752
DEI+ Circulaire economie
21
0
860
7.033
13.738
14.768
9.205
3.024
124
48.752
Plastics norm
21
0
12.509
36.760
38.387
23.874
9.755
6.755
3.819
131.859
Nucleaire veiligheid
22 en 97
83
1.657
2.515
2.085
2.000
1.295
1.295
1.125
12.055
Totaal
4.691
101.344
276.294
324.619
296.638
250.326
167.615
128.814
1.550.341
Toelichting
Hieronder wordt een korte toelichting gegeven van de middelen die bij de Eerste suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de Hoofdstuk XII-begroting vanuit het Klimaatfonds.
– (Slimme) Laadinfra: Bij de Eerste suppletoire begroting wordt € 39,0 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor slimma laadinfrastructuur. Verder is er € 8,4 miljoen aan budget dat niet tot realisatie kwam in 2023 toegevoegd aan 2024.
– Tweede tranche laadinfra bouw: Voor € 214,0 miljoen worden middelen overgeheveld om schoon en emissieloos bouwen te realiseren, waarmee stikstofuitstoot wordt vermeden tijdens de bouw.
– Subsidie Waterstof in Mobiliteit (SWiM): Voor subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) wordt in totaal € 210,0 miljoen beschikbaar gesteld. Deze regeling heeft als doel om ondernemers over te laten stappen op waterstof in het wegvervoer.
– Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels): Voor het project duurzame luchtvaartbrandstoffen wordt in totaal € 60,0 miljoen beschikbaar gesteld. Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van e-fuels, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de Europese bijmengverplichting voor e-fuels van 2030 en daarna te behalen.
– Alcohol-to-jet (ATJ): Voor het project Alcohol-to-jet-brandstoffen wordt in totaal € 90,0 miljoen beschikbaar gesteld. Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van Alcohol-to-jet-brandstoffen (ATJ) op basis van laagwaardige reststromen, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om te voldoen aan de Europese bijmengdoel voor SAF na 2030.
– Verduurzaming zeevaart: Voor verduurzaming zeevaart wordt in totaal € 111,3 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het Klimaatfonds. Deze middelen worden gebruikt om voor duurzame en energiebesparende aandrijftechnieken bij zeeschepen te stimuleren. Een deel van deze middelen wordt ingezet voor de bekostiging van de uitvoering (€ 4,5 miljoen).
– Laadinfra walstroom: De loon- en prijsbijstelling wordt toegevoegd aan de reeds beschikbare middelen voor laadinfra walstroom (€ 1,4 miljoen).
– Biobased bouwen Er is € 6,6 miljoen toegevoegd voor innovatieregelingen en het begeleiden van inkoopprocessen door opdrachtgevers met betrekking tot biobased bouwen.
– DEI-regeling circulaire economie: Er is € 1,8 miljoen toegevoegd aan middelen voor de loon- en pijsbijstelling voor de DEI-regeling cirulaire economie.
– Plastics norm: Er is € 60,0 miljoen toegevoegd aan middelen vanuit het Klimaatfonds voor ondersteuning van ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics (plastics norm) met het in internetconsultatie gaan van de normering. Verder is er € 16,6 miljoen toegevoegd voor de uitvoeringskosten bij het programma bijmenging plastic (€ 12,8 mln.) en voor uitvoeringskosten bij onderzoek naar een CO2-heffing op afvalverbrandingsinstallaties en voor ondersteuning bij de maatwerksubsidies (€ 3,8 mln.). Tot slot is er € 2,0 miljoen toegevoegd voor de loon- en prijsbijstelling voor de plastics norm.
– Nucleaire veiligheid: Er is € 38,6 miljoen vanuit het Klimaatfonds overgeboekt voor het programma nucleaire veiligheid. Deze middelen worden ingezet ten behoeve van onderzoeken naar het langer openhouden van de kerncentrale in Borssele, borgen dat het wettelijke stelsel rondom nucleaire veiligheid en stralingsbescherming de bouw van twee nieuwe kerncentrales mogelijk maakt en het versterken van de uitvoeringscapaciteit bij onder meer IenW en ANVS. € 26,7 miljoen van deze middelen wordt gebruikt voor apparaatskosten en toegevoegd aan artikel 98. Over deze middelen was reeds in het kader van het Meerjarenprogramma 2024 besloten, maar deze waren nog niet overgeboekt naar de departementale begroting.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art. 11 Integraal Waterbeleid (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
75.504
0
75.504
147.038
222.542
‒ 19.785
‒ 22.787
‒ 18.867
‒ 14.786
65.922
Uitgaven
85.520
0
85.520
13
85.533
7.166
4.143
5.260
2.589
65.201
11.1
Algemeen waterbeleid
55.571
0
55.571
1.398
56.969
5.277
3.590
4.809
2.589
43.551
Opdrachten
20.970
0
20.970
‒ 2.612
18.358
641
3.076
4.279
2.059
11.781
Partners voor Water (HGIS)
9.948
0
9.948
‒ 500
9.448
‒ 500
0
0
0
0
Overige HGIS opdrachten
1.500
0
1.500
252
1.752
0
0
0
0
0
Regie Innovatie
1.090
0
1.090
‒ 125
965
0
0
0
0
996
VN Water (HGIS)
4.000
0
4.000
‒ 4.000
0
‒ 4.000
0
0
0
0
Overige opdrachten
4.432
0
4.432
1.761
6.193
5.141
3.076
4.279
2.059
10.785
Subsidies (regelingen)
15.869
0
15.869
2.792
18.661
3.982
10
26
26
13.981
Incidentele subsidie WKB
10
0
10
‒ 10
0
0
0
0
0
0
Blue Deal (HGIS)
2.500
0
2.500
4.000
6.500
4.000
0
0
0
0
Partners voor Water 5 (HGIS)
4.000
0
4.000
0
4.000
0
0
0
0
8.802
NGF NL2120
7.033
0
7.033
0
7.033
0
0
0
0
5.079
Overige subsidies
2.326
0
2.326
‒ 1.198
1.128
‒ 18
10
26
26
100
Bijdrage aan agentschappen
14.878
0
14.878
1.168
16.046
654
504
504
504
15.789
Bijdrage aan agentschap RWS
14.382
0
14.382
1.054
15.436
504
504
504
504
15.373
Bijdrage aan agentschap KNMI
496
0
496
114
610
150
0
0
0
416
Bijdrage aan medeoverheden
3.214
0
3.214
50
3.264
0
0
0
0
2.000
NGF NL2120
3.164
0
3.164
0
3.164
0
0
0
0
2.000
Overige bijdragen
50
0
50
50
100
0
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
640
0
640
0
640
0
0
0
0
0
Overige bijdragen
640
0
640
0
640
0
0
0
0
0
11.2
Waterveiligheid
3.441
0
3.441
‒ 1.009
2.432
‒ 150
0
0
0
3.308
Opdrachten
3.441
0
3.441
‒ 1.009
2.432
‒ 150
0
0
0
3.308
Waterveiligheid
3.391
0
3.391
‒ 1.166
2.225
‒ 150
0
0
0
3.208
Overige opdrachten
50
0
50
157
207
0
0
0
0
100
11.3
Grote oppervlaktewateren
1.734
0
1.734
‒ 795
939
0
0
0
0
1.732
Opdrachten
1.734
0
1.734
‒ 795
939
0
0
0
0
1.732
RWS Zuid-Westelijke Delta
1.077
0
1.077
‒ 652
425
0
0
0
0
1.075
Overige opdrachten
657
0
657
‒ 143
514
0
0
0
0
657
11.4
Waterkwaliteit
24.774
0
24.774
419
25.193
2.039
553
451
0
16.610
Opdrachten
6.754
0
6.754
‒ 959
5.795
1.348
‒ 145
‒ 45
0
4.932
Waarvan RWS (BOA)
4.403
0
4.403
‒ 4.403
0
‒ 3.594
‒ 3.594
‒ 3.594
‒ 3.232
0
Noordzee en oceanen
1.758
0
1.758
24
1.782
1.345
‒ 45
‒ 45
0
779
WKK opdrachten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
928
Overige opdrachten
593
0
593
3.420
4.013
3.597
3.494
3.594
3.232
3.225
Subsidies (regelingen)
16.330
0
16.330
847
17.177
622
622
412
0
9.988
NGF GPWT
15.980
0
15.980
0
15.980
0
0
0
0
9.988
Overige subsidies
350
0
350
847
1.197
622
622
412
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.690
0
1.690
531
2.221
69
76
84
0
1.690
Overige bijdragen
1.690
0
1.690
531
2.221
69
76
84
0
1.690
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 11 is in 2024 per saldo met € 147,0 miljoen toegenomen en neemt cumulatief af in de periode 2025 t/m 2029 met € 73,3 miljoen.
Dit komt met name door een verplichtingenschuif voor de NGF-projecten NL2120 en Groeiplan Watertechnologie (GPWT): De middelen zijn bij VJN 2023 in een voorlopig ritme toegevoegd aan de IenW-begroting, in afwachting van nadere uitwerking. Inmiddels is duidelijk hoe en in welk ritme de middelen aan de deelnemende partijen zullen worden verstrekt. Dit betekent onder andere dat een belangrijk deel van de verplichtingen naar de consortium deelnemers voor de looptijd van de projecten in 2024 worden aangegaan, waardoor een versnelling van verplichtingenruimte uit latere jaren naar 2024 nodig is. Bij het NGF project GPWT gaat het om € 86,8 miljoen en NL2120 € 55,4 miljoen aan verplichtingenruimte wat uit latere jaren naar 2024 wordt gehaald. Dit leidt tevens tot een aanpassing van de in de ontwerpbegroting 2024 opgenomen begrotingsgrondslagen (zie hieronder).
Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Algemeen Waterbeleid
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van Algemeen Waterbeleid in 2024 met € 2,6 miljoen verlaagd. Tussen 2025 en 2029 neemt het opdrachtenbudget cumulatief met € 12,3 miljoen toe. Dit komt met name door:
2024-2025:
– Een herschikking van de HGIS opdrachtenbudget naar HGIS subsidiebudget (per saldo ‒ € 4 miljoen in 2024 en in 2025 van opdrachten naar subsidies) ten behoeve van het Programma International Panel for Deltas & Coastal Areas (IPDC) waarvan Deltares de uitvoerende organisatie is.
2024 t/m 2029:
– Cumulatief over deze periode wordt € 21,0 miljoen toegevoegd aan loon- en prijsbijstelling.
– Daarnaast worden binnen de HXII begroting middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het opdrachtenbudget van artikel 11. Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
Subsidies
Per saldo is het subsidiebudget met € 2,8 miljoen verhoogd in 2024 en € 4,0 miljoen in 2025. Dit komt met name door de hierboven genoemde herschikking van opdrachten naar subsidies (€ 4,0 miljoen) die in 2024 en 2025 plaatsvindt. Daarnaast zijn er divere kleinere mutaties verwerkt waardoor het budget met ‒ € 1,2 miljoen in 2024 is verlaagd.
Ontvangsten
Er zijn geen ontvangstenmutaties verwerkt in de Eerste suppletoire begroting op dit artikel.
Aanpassing wettelijke begrotingsgrondslagen subsidieverlening
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat in het algemeen subsidie wordt verleend op grond van een wettelijk voorschrift. Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat één van de uitzonderingen hierop subsidies vormen waarvan zowel de subsidieontvanger als het maximale bedrag in de begroting worden vermeld.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn in de regel <Verplichtingen> dergelijke subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Voor de subsidie- en specifieke uitkeringverplichtingen die specifiek in onderstaande tabel worden vermeld geldt dat deze begrotingsvermelding de wettelijke grondslag vormt zoals bedoeld in artikel 4.23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht respectievelijk zoals bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet jo. artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht..
Tabel 8 Wettelijke grondslagen subsidieverleningen artikel 11
Maximum bedrag
Ontvanger
Toelichting
Artikelonderdeel
€ 10.509.096
Stichting Ecoshape, Building with Nature
Voor het overall programmamanagement, het ontwikkelen van fysisch-ecologische, sociaal-economische en institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het bijdragen aan de pilots Deltasteden en Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan capacity building, valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.898.492
Technische Universiteit Delft
Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.470.302
Universiteit Twente
Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.989.123
Wageningen Universiteit / Wageningen University
Voor het ontwikkelen van sociaal-economische kennis en institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.196.000
Stichting IUCN Nederlands Comité (IUCN National Committee of the Netherlands Foundation)
Voor het ontwikkelen van institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 282.720
Stichting Natuur & Milieu
Voor het ontwikkelen van institutionele kennis voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking, aan Stichting Natuur & Milieu.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 575.800
Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland
Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.345.202
Stichting SoortenNL
Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische kennis voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 437.900
Stichting Ark
Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis voor NBS kennisverdieping, het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 246.529
Stichting De Noordzee
Voor het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.149.288
Stichting De Natuur- en Milieufederaties
Voor het bijdragen aan de pilot Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 556.344
Staatsbosbeheer
Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping,het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 371.200
Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels
Voor het ontwikkelen van institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 807.000
Stichting Het Wereld Natuur Fonds-Nederland
Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 241.935
Dutch Research Institute for Transitions B.V.
Voor het ontwikkelen van sociaal-economische kennis in het kader van NBS kennisverdieping.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.312.464
Universiteit Utrecht
Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan de pilot Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 833.359
Hogeschool Van Hall Larenstein
Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor capacity building voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 882.643
HZ University of Applied Sciences
Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor capacity building voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 816.313
Stichting Yuverta
Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor capacity building voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 686.451
Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid
Voor het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 8.961.101
Wageningen Environmental Research
Voor het inbrengen van kennis over (inter)nationale NBS netwerken, vertalen van praktijkervaringen naar kennis voor nationale en internationale context, ontwikkeling van tools en handreikingen voor het opschalen van NBS en het internationaal valoriseren van NL2120 kennis.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 35.000.000
Stichting Wetsus, European Centre of Excellence for Sustainable Water Technology
Voor een continue aanvoer van nieuwe kennis en innovaties vanuit onderzoek en ontwikkeling middels het aanstellen van PhD onderzoekers.
11.04 Waterkwaliteit
€ 5.000.000
Stichting Water Alliance
Voor het ondersteunen van startups en MKB middels een ondernemerschapsprogramma gefocust op watertechnologie.
11.04 Waterkwaliteit
€ 5.000.000
Stichting Topconsortium for Knowledge and Innovation Watertechnology
Voor het inrichten van en activiteiten uitgevoerd door een Theory of Change kennisteam, een High level expert groep en een innovation squad per focusgebied.
11.04 Waterkwaliteit
€ 29.580.000
Samenwerkingsverband van Waterschap Vechtstromen, Waterschap Zuiderzeeland, Waterschap Drents Overijsselse Delta, Waterschap Vallei & Veluwe, Waterschap Rijn en IJssel
Full scale demonstratieprojecten van zuiveringsinfrastructuur: het verwijderen van vervuiling uit rioolwater, persleidingen, gemalen.
11.04 Waterkwaliteit
€ 4.252.000
Stichting Topconsortium for Knowledge and Innovation Watertechnology
Voor het (overall) programmamanagement middels een nog op te richten programmabureau aan Stichting Topconsortium for Knowledge and Innovation Watertechnology ten behoeve van TKI Watertechnologie.
11.04 Waterkwaliteit
€ 300.000
KWR Water B.V.
voor een deel van de inhoudelijke coördinatie van de pilot projecten binnen programma pilot- en testprojecten.
11.04 Waterkwaliteit
€ 300.000
Stichting Toegepast Onderzoekn Waterbeheer (STOWA)
voor een deel van de inhoudelijke coördinatie van de pilot projecten binnen programma pilot- en testprojecten.
11.04 Waterkwaliteit
Wettelijke grondslagen specifieke uitkeringen als onderdeel van de Nationaal Groei Fonds programma's NL2120
Maximum bedrag
Ontvanger
Artikelonderdeel
€ 2.027.450
Gemeente Dordrecht
Voor het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 8.204.000
Gemeente Rotterdam
Voor het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren.
11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 9.551.935
Provincie Friesland
Voor het bijdragen aan de pilot Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren.
11.01 Algemeen Waterbeleid
Overige wettelijke grondslagen subsidieverleningen
Maximum bedrag
Ontvanger
Artikelonderdeel
€ 185.000
Provincie Friesland
Voor een (jaarlijkse) bijdrage aan de provincie Friesland ten behoeve van het Omgevingsberaad Waddengebied (OBW). Het Omgevingsberaad Waddengebied is het adviesorgaan voor het Bestuurlijk Overleg Waddengebied (BOW). Het is tevens een platform waar gestructureerde discussies over het Waddengebied worden geïnitieerd en waar informatie over het Waddengebied wordt uitgewisseld.
11.01 Algemeen Waterbeleid
3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
118.942
0
118.942
91.306
210.248
‒ 80.694
‒ 23.616
‒ 26.849
‒ 29.539
124.889
Uitgaven
154.175
0
154.175
‒ 10.112
144.063
‒ 12.114
‒ 11.616
‒ 13.849
‒ 9.539
134.889
13.4
Ruimtegebruik bodem
154.175
0
154.175
‒ 10.112
144.063
‒ 12.114
‒ 11.616
‒ 13.849
‒ 9.539
134.889
Opdrachten
28.778
0
28.778
1.558
30.336
896
894
1.161
1.471
12.858
Bodem en STRONG
17.744
0
17.744
‒ 300
17.444
0
0
0
0
2.436
RWS Leefomgeving
2.740
0
2.740
0
2.740
0
0
0
0
2.535
Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW)
5.824
0
5.824
1.603
7.427
896
894
1.161
1.471
7.429
Overige opdrachten
2.470
0
2.470
255
2.725
0
0
0
0
458
Subsidies (regelingen)
26.485
0
26.485
1.200
27.685
0
0
0
0
17.992
Bedrijvenregeling
16.000
0
16.000
0
16.000
0
0
0
0
10.000
Subsidie Caribisch Nederland
9.135
0
9.135
1.200
10.335
0
0
0
0
7.992
Overig
1.350
0
1.350
0
1.350
0
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
8.668
0
8.668
‒ 283
8.385
0
0
0
0
7.041
Bijdrage aan agentschap RWS
4.154
0
4.154
0
4.154
0
0
0
0
4.153
Bijdrage aan agentschap RIVM
4.514
0
4.514
‒ 283
4.231
0
0
0
0
2.888
Bijdrage aan medeoverheden
90.236
0
90.236
‒ 12.587
77.649
‒ 13.010
‒ 12.510
‒ 15.010
‒ 11.010
96.998
Meerjarenprogramma Bodem
90.236
0
90.236
‒ 12.587
77.649
‒ 13.010
‒ 12.510
‒ 15.010
‒ 11.010
96.998
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
8
0
8
0
8
0
0
0
0
0
Overige bijdragen
8
0
8
0
8
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 13 is in 2024 per saldo met € 91,3 miljoen toegenomen en neemt cumulatief af in de periode 2025 t/m 2029 met € 180,0 miljoen.
De toename in 2024 wordt met name verklaard door de verplichtingschuiven om een meerjarige specifieke uitkering voor Bodemsanering aan te kunnen gaan. Hiervoor wordt in 2024 in totaal € 103,2 miljoen aan verplichtingenruimte vanuit latere jaren naar voren gehaald. Voor het overige hangen de wijzigingen in het verplichtingenbudget samen met de uitgavenmutaties die hieronder worden toegelicht.
Uitgaven
Bijdragen aan medeoverheden
Per saldo is het kasbudget voor de bijdragen aan medeoverheden in 2024 met € 12,6 miljoen verlaagd en in de periode 2025-2029 neemt het kasbudget voor de bijdragen aan medeoverheden af met cumulatief € 62,6 miljoen:
2024 en verder:
– Dit is met name het gevolg van een interdepartementale overboeking van IenW naar BZK ten behoeve van een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van het gemeentelijke apparaat. Hierdoor neemt het budget af met € 8,6 miljoen per jaar.
2025 t/m 2027:
– Daarnaast neemt de bijdrage aan het meerjarenprogramma bodem in de periode 2025-2027 cumulatief af met € 7,5 miljoen. Het programma wordt beperkt getemporiseerd om een bijdrage te kunnen leveren aan een interne herprioritering.
Diverse kleinere mutaties verklaren het resterende verschil.
Ontvangsten
Er zijn geen ontvangsten op dit artikel.
3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 Wegen en Verkeersveiligheid (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
388.768
0
388.768
226.392
615.160
133.755
109.185
105.880
110.271
200.759
Uitgaven
503.006
0
503.006
69.603
572.609
144.789
117.903
119.779
110.271
228.241
14.1
Netwerk
29.251
0
29.251
10.531
39.782
6.388
1.185
471
1.679
10.473
Opdrachten
15.098
0
15.098
6.135
21.233
5.953
876
162
1.370
5.063
Wegverkeersbeleid
9.114
0
9.114
‒ 2.085
7.029
‒ 131
‒ 117
‒ 117
‒ 117
3.183
Voertuigen en Digitale Infrastructuur
5.699
0
5.699
239
5.938
‒ 250
0
0
0
63
Overige opdrachten
285
0
285
7.981
8.266
6.334
993
279
1.487
1.817
Bijdrage aan agentschappen
7.831
0
7.831
1.509
9.340
421
309
309
309
5.410
Bijdrage aan agentschap RWS
7.831
0
7.831
‒ 172
7.659
421
309
309
309
5.410
Overige bijdragen
0
0
0
1.681
1.681
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
5.814
0
5.814
2.487
8.301
14
0
0
0
0
Bijdrage aan Caribisch Nederland
5.694
0
5.694
2.500
8.194
0
0
0
0
0
Regionale bijdrage MIRT
120
0
120
‒ 13
107
14
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
508
0
508
400
908
0
0
0
0
0
Overige bijdragen
508
0
508
400
908
0
0
0
0
0
14.2
Veiligheid
52.208
0
52.208
‒ 4.010
48.198
888
878
914
914
17.681
Opdrachten
3.999
0
3.999
‒ 89
3.910
‒ 225
‒ 225
‒ 287
‒ 225
4.998
Opdrachten Verkeersveiligheid
3.999
0
3.999
‒ 89
3.910
‒ 225
‒ 225
‒ 287
‒ 225
4.998
Subsidies (regelingen)
10.112
0
10.112
1.927
12.039
510
496
558
496
10.089
Veiligheid: Subsidies VVN
4.139
0
4.139
252
4.391
251
257
257
257
4.473
Veiligheid Subsidies SWOV
4.270
0
4.270
177
4.447
176
186
186
186
4.690
Overige subsidies
1.703
0
1.703
1.498
3.201
83
53
115
53
926
Bijdrage aan agentschappen
689
0
689
54
743
39
39
39
39
685
Bijdrage aan agentschap RWS
689
0
689
54
743
39
39
39
39
685
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
0
0
0
33
33
0
0
0
0
0
Overige Bijdragen
0
0
0
33
33
0
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.408
0
1.408
565
1.973
564
568
604
604
1.909
Bijdrage aan CBR
1.408
0
1.408
565
1.973
564
568
604
604
1.909
(Schade)vergoeding
36.000
0
36.000
‒ 6.500
29.500
0
0
0
0
0
Stint
36.000
0
36.000
‒ 6.500
29.500
0
0
0
0
0
14.3
Slimme en duurzame mobiliteit
421.547
0
421.547
63.082
484.629
137.513
115.840
118.394
107.678
200.087
Opdrachten
245.865
0
245.865
‒ 169.431
76.434
‒ 122.718
‒ 47.936
‒ 5.947
16.932
99.500
Innovatie en Intelligente Transportsystemen
12.522
0
12.522
‒ 702
11.820
1.557
2.480
1.375
0
116
Klimaatakkoord
64.294
0
64.294
‒ 53.860
10.434
‒ 70.069
‒ 31.510
‒ 16.326
140
30.281
Verkeersemissies
3.279
0
3.279
‒ 2.695
584
300
0
0
0
3.163
Laadinfra wegverkeer KF
27.660
0
27.660
‒ 25.679
1.981
‒ 41.858
‒ 58.381
‒ 58.756
‒ 57.956
3.967
Programma Vergroening Reisgedrag
42.532
0
42.532
‒ 33.781
8.751
‒ 21.900
‒ 16.852
5.901
23.320
46.498
NGF DMI
16.392
0
16.392
5.750
22.142
2.657
750
750
750
0
Reservering Terugsluis VWH
55.000
0
55.000
‒ 55.000
0
‒ 55.000
0
0
0
0
Laadinfra bouw KF
4.000
0
4.000
‒ 1.479
2.521
50.483
54.845
60.845
50.664
12.362
Overige opdrachten
20.186
0
20.186
‒ 1.985
18.201
11.112
732
264
14
3.113
Subsidies (regelingen)
158.996
0
158.996
192.696
351.692
242.242
150.498
115.019
90.120
93.857
Duurzame Mobiliteit
7.123
0
7.123
17.476
24.599
21.150
15.000
0
0
0
Elektrisch Vervoer
113.124
0
113.124
38.535
151.659
23.926
16.718
14.670
0
0
Laad en AanZET
0
0
0
68.000
68.000
95.000
0
0
0
0
Bronmaatregelen Stikstof
36.443
0
36.443
12.663
49.106
2.464
‒ 8.000
‒ 771
0
24.500
KF Laad en SWiM
0
0
0
54.822
54.822
97.552
125.060
101.120
90.120
68.120
Overige Subsidies
2.306
0
2.306
1.200
3.506
2.150
1.720
0
0
1.237
Bijdrage aan agentschappen
8.386
0
8.386
18.557
26.943
4.289
3.278
2.522
626
6.730
Bijdrage agentschap RWS
1.747
0
1.747
2.837
4.584
98
98
98
98
1.843
Bijdrage agentschap NEA
6.257
0
6.257
‒ 685
5.572
340
245
245
245
4.294
Bijdrage agentschap RVO
382
0
382
16.022
16.404
3.631
2.715
2.179
283
593
Bijdrage aan agentschap RIVM
0
0
0
383
383
220
220
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
8.300
0
8.300
17.866
26.166
13.700
10.000
6.800
0
0
Duurzame Mobiliteit
7.300
0
7.300
3.850
11.150
3.700
0
0
0
0
Mobiliteit en Gebieden
1.000
0
1.000
0
1.000
0
0
0
0
0
Overige bijdragen
0
0
0
14.016
14.016
10.000
10.000
6.800
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
0
0
0
120
120
0
0
0
0
0
Overige bijdragen
0
0
0
120
120
0
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
0
0
0
3.274
3.274
0
0
0
0
0
Overige bijdragen
0
0
0
3.274
3.274
0
0
0
0
0
Ontvangsten
5.782
0
5.782
0
5.782
0
0
0
0
5.782
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 14 is in 2024 met € 226,4 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 477,8 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
2024:
– Het verplichtingenbudget voor de schadevergoedingen Stint neemt toe met € 36,4 miljoen. De regeling is later opengesteld dan verwacht, namelijk in 2024 in plaats van 2023.
– Het verplichtingenbudget voor verduurzamen logistiek is verhoogd met € 13,0 miljoen omdat bij een eerdere overboeking van het kasbudget van de reservering klimaatakkoord de verplichtingen niet zijn overgeboekt.
– Het verplichtingenbudget van de subsidies SEPP, Seba en AanZet is het restant van het budget uit 2023 dat aan het budget voor 2024 wordt toegevoegd (€ 25,8 miljoen).
– Het verplichtingenbudget van de specifieke uitkering voor zero-emissie bussen is het restant van het budget van 2023 dat aan het budget voor 2024 wordt toegevoegd (€ 17,3 miljoen).
– Het verplichtingenbudget voor subsidies AanZET, slimme laadinfrastructuur, SWiM en bijbehorende uitvoeringskosten vanuit de reserveringen voor Vrachtwagenheffing wordt met € 13,0 miljoen opgehoogd.
2024 en verder:
– Het verplichtingenbudget van de reservering klimaatakkoord wordt uit latere jaren naar voren gehaald (€ 69,3 miljoen) omdat de verplichtingen benodigd zijn in 2024 o.a. voor de gewenste ophoging van het subsidieplafond voor de subsidieregeling voor elektrische bestelauto's (Seba).
– Het verplichtingenbudget van de subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWiM) wordt verhoogd met € 15,4 miljoen door een verplichtingenschuif van latere jaren naar 2024, zodat op tijd verplichtingen kunnen worden aangegaan.
Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Netwerk
Opdrachten
Per saldo is het uitgavenbudget voor opdrachten in 2024 met € 6,1 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 9,6 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2024 en verder:
– Het toevoegen van de loon- en prijsbijstelling (cumulatief € 37,3 miljoen in de begrotingsperiode).
– Daarnaast worden binnen de HXII begroting middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het opdrachtenbudget van artikel 14. Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
2 Verkeersveiligheid
(Schade)vergoedingen
Per saldo is het uitgavenbudget voor (schade)vergoedingen in 2024 met € 6,5 miljoen verlaagd. Het budget voor de compensatieregeling Stint wordt verlaagd met € 6,5 miljoen vanwege een bijstelling op basis van het aantal ingediende aanvragen. Het budget wordt ingezet voor de hierboven genoemde opgaves onder het kopje opdrachten.
3 Slimme en duurzame mobiliteit
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten in 2024 met € 169,4 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 184,1 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2024:
– Eindejaarsmarge NGF-project Dutch Metropolitan Innovations (DMI): de middelen (€ 6,9 miljoen) die in 2023 niet zijn uitgegeven, worden aan het uitgavenbudget voor 2024 toegevoegd.
– Eindejaarsmarge KF: de middelen (€ 4,4 miljoen) die in 2023 niet zijn uitgegeven, worden aan het uitgavenbudget 2024 toegevoegd.
2024 ‒ 2025:
– Middelen NGF-project DMI: de middelen (- € 1,9 miljoen) worden doorgeschoven naar 2025, een doorwerking van het vertragen in 2023.
– Reservering klimaatakkoord subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) opdrachten naar subsidies: Onderdeel van de klimaatakkoordmiddelen is een reservering voor tankinfrastructuur, die wordt ingezet voor de subsidie waterstof in mobiliteit (- € 21,3 miljoen).
2024 t/m 2026:
– Middelen vergroenen reisgedrag voor subsidieregeling touringcars: Uit de middelen bestemd voor vergroenen reisgedrag wordt € 10,0 miljoen overgeboekt naar het financiële instrument subsidies voor de subsidieregeling voor emissieloze touringcars.
2024 t/m 2029:
– Uitvoeringskosten RVO: De RVO helpt met het uitvoeren van de verschillende subsidieregelingen van slimme en duurzame mobiliteit. De uitvoeringskosten (€ 24,8 miljoen) worden overgeboekt van het instrument opdrachten naar het instrument bijdragen aan agentschap.
– Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (AanZET): Op de reservering klimaatakkoord 2019 staan middelen (- € 153,0 miljoen) voor de stimulering van bestel- en vrachtauto’s. De subsidie voor de AanZET (vrachtauto) wordt verantwoord op de budgetplaats subsidies elektrisch vervoer. Hier worden ook de subsidies van de SEPP (particuliere auto) en SEBA (bestelauto) verantwoord. Een deel van de middelen wordt overgeboekt naar het nieuwe artikel 15 van Vrachtwagenheffing (€ 110,0 miljoen). Bij Ontwerpbegroting 2024 is € 24,7 miljoen naar voor gehaald voor het jaar 2023, omdat er meer animo was. Het budget in 2024 wordt met deze overheveling aangevuld. Zo sluit het kasbudget voor de AanZET weer aan bij de prognose van de RVO.
– Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (SEBA): Op de reservering Klimaatakkoord 2019 staan middelen (- € 50,9 miljoen) voor de SEBA (subsidie elektrische bestelauto) gereserveerd. De regeling gaat in 2024 open voor € 60 miljoen. Vanaf 2025 kan er geen subsidie meer worden toegekend aan bestelbussen, omdat alleen het verschil in aanschafprijs tussen nulemissie-voertuigen en fossiele voertuigen gesubsidieerd kan worden en dit steeds kleiner of zelfs negatief wordt. Vorig jaar is namelijk besloten dat de BPM-vrijstelling voor fossiel aangedreven bestelauto’s vervalt per 1 januari 2025. Ook zijn de regels voor de Algemene Groepsvrijstelling (AGVV) veranderd. Met deze overboeking uit de reservering wordt de kas in lijn gebracht met de prognose van de RVO voor de SEBA in totaal.
– Kasschuif vergroenen reisgedrag: In totaal wordt € 14,5 miljoen naar latere jaren geschoven, vanwege vertraging in de voorbereiding van regelingen en opdrachten.
– Kasschuif opdrachtenbudget van laadinfrastructuur voor wegvervoer: het budget verandert door middelen uit latere jaren naar voren te schuiven (€ 40,0 miljoen). De kasschuif is de optelsom van verschillende ontwikkelingen binnen deze post. De middelen voor logistiek laden kunnen eerder worden uitgegeven, doordat het project versneld kan worden. Ook worden er middelen naar latere jaren geschoven. Zo gaat de regeling voor landelijk dekkend netwerk snelladen een jaar later van start en worden middelen voor Laden OV-bussen naar achteren geschoven om beter aan te sluiten op de vraag uit de sector. Deze schuiven samen resulteren in een schuif van middelen naar eerdere jaren.
– Overboeking middelen fietspaden naar Mobiliteitsfonds: De middelen (- € 42,0 miljoen t/m 2030) voor het ontwikkelen van fietspaden worden naar het Mobiliteitsfonds overgeheveld, waar de middelen worden verantwoord.
– Laadinfrastructuur wegvervoer KF opdrachten naar subsidies: hiervoor is eerder € 403,8 miljoen toegekend vanuit het KF. Een groot deel van de middelen (- € 325,3 miljoen t/m 2030) is bestemd voor de subsidieregelingen publieke logistieke laadinfrastructuur en private laadinfrastructuur die in 2024 worden opengesteld.
2025 t/m 2028:
– Klimaatfondsmiddelen laadinfrastructuur bouw: er wordt € 214,0 miljoen overgeheveld vanuit het KF naar IenW voor schoon en emissieloos bouwen, waarmee stikstofuitstoot tijdens de bouw kan worden verminderd.
2025 t/m 2029:
– Vergroening reisvervoer en personengedrag naar waterstoftrein: er wordt € 15,0 miljoen overgeboekt naar artikel 13 op het Mobiliteitsfonds voor de pilot waterstoftrein in 2026, uit het programma vergroening reisvervoer en personengedrag.
– Specifieke uitkering basisnetwerk logistiek laden van opdrachten naar bijdragen medeoverheden: Uit het Klimaatfonds is voor slimme laadinfrastructuur € 403,8 miljoen toegevoegd aan de begroting. Met een overboeking wordt een deel van het budget overgeboekt naar specifieke uitkering voor Basisnetwerk voor logistiek laden (€ 18,8 miljoen).
– Reservering klimaatakkoord subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) opdrachten naar subsidies: Onderdeel van de klimaatakkoordmiddelen is een reservering voor tankinfrastructuur, die wordt ingezet voor de subsidie waterstof in mobiliteit (- € 8,2 miljoen).
2027 en verder:
– Tweede deel AP-middelen vergroenen reisgedrag: Het resterende bedrag op de aanvullende post voor vergroenen reisgedrag wordt overgeboekt. Het betreft € 120,4 miljoen incidenteel tot en met 2029 voor zero emissie touringcars, stimuleren van deelmobiliteit en verduurzamen woon-werkverkeer. Het betreft € 31,7 miljoen structureel vanaf 2031 voor de uitvoering door uitvoeringsorganisaties RVO en RWS en beleid.
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op artikelonderdeel 14.03 in 2024 met € 192,7 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 666,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2024 ‒ 2025:
– Reservering klimaatakkoord subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) opdrachten naar subsidies: Onderdeel van de klimaatakkoordmiddelen is een reservering voor tankinfrastructuur, die wordt ingezet voor de subsidie waterstof in mobiliteit (€ 21,3 miljoen).
2024 t/m 2026:
– Middelen vergroenen reisgedrag voor subsidieregeling touringcars: Uit de middelen van vergroenen reisgedrag wordt € 10,0 miljoen overgeboekt van opdrachten naar het subsidie instrument voor de subsidieregeling voor emissieloze touringcars.
– Opvraag Slimme laadinfrastructuur KF: De middelen (€ 27,0 miljoen) worden ingezet voor de witte vlekken regeling (waar staan de laadpalen, zijn er witte vlekken?), stimuleren slim laden en laden voor logistiek.
2024 t/m 2027:
– Kasschuif bronmaatregelen stikstof: Voor het verminderen van stikstof staan er twee subsidies op artikel 14.03, te weten de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) en de Tijdelijke Subsidieregeling Stimulering Modal Shift (TSL). Omdat in 2023 meer kasbudget vanuit 2024 naar 2023 is gehaald om subsidieverhogingen te kunnen financieren is er een relatief groot tekort op het kasbudget ontstaan in 2024 wat nu uit toekomstige jaren wordt teruggehaald (€ 12,7 miljoen).
2024 t/m 2029:
– Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (AanZET): Op de reservering klimaatakkoord 2019 staan middelen (€ 153,0 miljoen) voor de stimulering van bestel- en vrachtauto’s. De subsidie voor de AanZET (vrachtauto) wordt verantwoord op de budgetplaats subsidies elektrisch vervoer. Hier worden ook de subsidies van de SEPP (particuliere auto) en SEBA (bestelauto) verantwoord. Een deel van de middelen wordt overgeboekt naar het nieuwe artikel 15 van Vrachtwagenheffing (€ 110,0 miljoen). Bij Ontwerpbegroting 2024 is € 24,7 miljoen naar voor gehaald voor het jaar 2023, omdat er meer animo was. Het budget in 2024 wordt met deze overheveling aangevuld. Zo sluit het kasbudget voor de AanZET weer aan bij de prognose van de RVO.
– Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (SEBA): Op de reservering Klimaatakkoord 2019 staan middelen (€ 50,9 miljoen) voor de SEBA (subsidie elektrische bestelauto) gereserveerd. De regeling gaat in 2024 open voor € 60 miljoen. Vanaf 2025 kan er geen subsidie meer worden toegekend aan bestelbussen, omdat alleen het verschil in aanschafprijs tussen nulemissie-voertuigen en fossiele voertuigen gesubsidieerd kan worden en dit steeds kleiner of zelfs negatief wordt. Vorig jaar is namelijk besloten dat de BPM-vrijstelling voor fossiel aangedreven bestelauto’s vervalt per 1 januari 2025. Ook zijn de regels voor de Algemene Groepsvrijstelling (AGVV) veranderd. Met deze overboeking uit de reservering wordt de kas in lijn gebracht met de prognose van de RVO voor de SEBA in totaal.
2024 en verder:
– Laadinfrastructuur wegvervoer KF opdrachten naar subsidies: hiervoor is eerder € 403,8 miljoen toegekend vanuit het KF. Een groot deel van de middelen (- € 325,3 miljoen t/m 2030) is bestemd voor de subsidieregelingen publieke logistieke laadinfrastructuur en private laadinfrastructuur die in 2024 worden opengesteld.
2025 t/m 2029:
– Klimaatfondsmiddelen SWiM: Vanuit het Klimaatfonds worden middelen (€ 210,0 miljoen) overgeheveld voor de subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWiM).
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op artikelonderdeel 14.03 in 2024 met € 18,6 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 11,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutatie:
2024 t/m 2029:
– Uitvoeringskosten RVO: De RVO helpt met het uitvoeren van de verschillende subsidieregelingen van slimme en duurzame mobiliteit. De uitvoeringskosten (€ 24,8 miljoen) worden overgeboekt van het instrument opdrachten naar het instrument bijdragen aan agentschap.
Bijdragen aan medeoverheden
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan medeoverheden op artikelonderdeel 14.03 in 2024 met € 8,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 11,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.
2024:
– Eindejaarsmarge KF: de middelen (€ 4,0 miljoen) die in 2023 niet zijn uitgegeven worden doorgeschoven naar 2024.
2024 t/m 2026:
– Klimaatfondsmiddelen slimme laadinfrastructuur KF: de middelen voor mede-overheden (€ 12,0 miljoen) worden ingezet voor de specifieke uitkering voor slim laden. Dit betreft de SPUK-regeling voor de 6 NAL-regio’s (Nationale Agenda Laadinfrastructuur)
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 Openbaar Vervoer en Spoor (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
21.437
627.500
648.937
‒ 218.428
430.509
12.706
12.239
13.051
13.051
21.453
Uitgaven
34.202
627.500
661.702
‒ 215.385
446.317
12.785
12.363
13.051
13.051
21.453
16.1
Spoor
13.761
627.500
641.261
‒ 223.798
417.463
13.060
12.363
13.051
13.051
21.453
Opdrachten
4.535
0
4.535
‒ 51
4.484
9
‒ 688
0
0
4.157
ACM
1.807
0
1.807
0
1.807
0
0
0
0
0
Overige opdrachten
2.728
0
2.728
‒ 51
2.677
9
‒ 688
0
0
4.157
Subsidies (regelingen)
5.238
75.000
80.238
‒ 84
80.154
13.000
13.000
13.000
13.000
13.860
Sociale veiligheid Spoor
2.000
0
2.000
0
2.000
0
0
0
0
0
Consumentenorganisaties OV
0
0
0
0
0
0
0
0
0
579
Overige subsidies
3.238
75.000
78.238
‒ 84
78.154
13.000
13.000
13.000
13.000
13.281
Bijdrage aan agentschappen
844
0
844
372
1.216
51
51
51
51
895
Bijdrage aan agentschap RWS
830
0
830
50
880
50
50
50
50
880
Bijdrage aan agentschap KNMI
14
0
14
1
15
1
1
1
1
15
Bijdrage aan agentschap RVO
0
0
0
321
321
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
3.042
552.500
555.542
‒ 224.035
331.507
0
0
0
0
2.439
CLU Betuweroute en HSL
2.477
0
2.477
0
2.477
0
0
0
0
2.439
Overige bijdragen
565
552.500
553.065
‒ 224.035
329.030
0
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
102
0
102
0
102
0
0
0
0
102
Overige bijdragen
102
0
102
0
102
0
0
0
0
102
16.2
Maatregelenpakket OVS
20.441
0
20.441
8.413
28.854
‒ 275
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
20.441
0
20.441
8.413
28.854
‒ 275
0
0
0
0
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector
11.356
0
11.356
0
11.356
0
0
0
0
0
Transitievangnet OV
9.085
0
9.085
8.413
17.498
‒ 275
0
0
0
0
Ontvangsten
46.584
0
46.584
0
46.584
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 16 is in 2024 met € 218,4 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 64,1 miljoen toegenomen. Dit komt met name door de overboekingen van IenW naar BZK (- € 226,6 miljoen) en doordat de middelen voor de TVOV in 2023 niet tot besteding zijn gekomen en worden doorgeschoven naar 2024 (€ 8,6 miljoen). Dit komt voort uit de systematiek van betalen middels voorschotten.
Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 OV en Spoor
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van OV en Spoor in 2024 met € 0,084 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2033 met € 117 miljoen verhoogd. Dit komt met name door een overboeking vanuit het MF ter dekking van de aanvraag concessiesubsidie NS als gevolg van de nieuwe HRN concessie (€ 13,0 miljoen structureel van 2025 t/m 2033).
Bijdrage aan medeoverheden
De verlaging van dit artikelonderdeel met € 224 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– Enkele overboekingen naar het Provinciefonds:
• Voor de uitwerking van de eenmalige compenstatie in 2024 a.g.v. de motie Krul voor de herijking van het studentenreisproduct voor de regionale vervoerders (- € 84,7 miljoen);
• met het oog op het programma op peil houden c.q. verbeteren van het OV worden extra middelen beschikbaar gesteld a.g.v. motie Bikker(- € 74,5 miljoen);
• Ter voorkoming van tariefstijgingen in het regionaal OV zijn extra DU middelen beschikbaar gesteld a.g.v. motie Bikker (- € 67,4 miljoen).
2 Maatregelpakket OVS
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van maatregelen OV-sector in 2024 met € 8,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2026 met € 0,3 miljoen verlaagd. Dit komt met name doordat de middelen voor de TVOV die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, worden doorgeschoven naar 2024. Dit komt voort uit de systematiek van betalen middels voorschotten.
Ontvangsten
Er zijn geen ontvangstenmutaties verwerkt in de Eerste suppletoire begroting op dit artikel.
3.5 Artikel 17 Luchtvaart
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid art. 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
114.121
0
114.121
109.077
223.198
55.518
78.492
60.880
926
13.995
Uitgaven
62.788
0
62.788
36.538
99.326
58.606
58.145
39.758
49.226
59.761
17.1
Luchtvaart
62.788
0
62.788
36.538
99.326
58.606
58.145
39.758
49.226
59.761
Opdrachten
26.050
0
26.050
164
26.214
10.487
2.710
917
958
6.369
Geluidsisolatie Schiphol
0
0
0
131
131
0
0
0
0
0
Caribisch Nederland
467
0
467
‒ 75
392
‒ 399
0
0
0
465
NGF Project - Luchtvaart in Transitie
80
0
80
621
701
0
0
0
0
80
GIS-4 regeling
10.366
0
10.366
‒ 4.627
5.739
3.953
1.176
0
0
0
Programma Omgeving Luchthaven Schiphol
4.275
0
4.275
‒ 954
3.321
‒ 111
‒ 100
0
0
0
Luchtruim Regio Luchthaven
1.071
0
1.071
1.058
2.129
981
0
0
0
1.489
Luchtruimherziening
1.402
0
1.402
1.345
2.747
0
0
0
0
1.118
Overige opdrachten
8.389
0
8.389
2.665
11.054
6.063
1.634
917
958
3.217
Subsidies (regelingen)
34.270
0
34.270
34.336
68.606
48.031
55.479
38.838
48.265
51.481
Tarieven Bonaire
310
0
310
1.360
1.670
550
0
0
0
0
Omploegen graanresten
1.701
0
1.701
199
1.900
6.418
11.000
20.000
20.000
18.500
Klimaatbeleid
0
0
0
250
250
28
0
0
0
0
NGF-project Luchtvaart in transitie
30.405
0
30.405
32.095
62.500
35.935
35.507
5.378
14.800
21.300
Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS)
1.205
0
1.205
0
1.205
0
0
0
0
269
Overige subsidies
649
0
649
432
1.081
5.100
8.972
13.460
13.465
11.412
Bijdrage aan agentschappen
627
0
627
1.092
1.719
‒ 126
‒ 84
3
3
56
Bijdrage aan agentschap RWS
473
0
473
‒ 16
457
‒ 297
‒ 244
3
3
56
Bijdrage aan agentschap KNMI
14
0
14
16
30
0
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschap RVO
0
0
0
636
636
0
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschap RIVM
140
0
140
191
331
171
160
0
0
0
Bijdrage aan agentschap RWS (Caribisch Nederland)
0
0
0
265
265
0
0
0
0
0
Bijdrage aan medeoverheden
0
0
0
80
80
0
0
0
0
0
Bijdrage Caribisch Nederland
0
0
0
80
80
0
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.626
0
1.626
41
1.667
20
0
0
0
1.625
ICAO (HGIS)
1.455
0
1.455
0
1.455
0
0
0
0
1.455
Overige bijdragen
171
0
171
41
212
20
0
0
0
170
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
215
0
215
825
1.040
194
40
0
0
230
Overige bijdragen
215
0
215
825
1.040
194
40
0
0
230
Ontvangsten
12.263
0
12.263
‒ 10.468
1.795
‒ 116
5.801
1.453
0
575
Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutaties 2025
Mutaties 2026
Mutaties 2027
Mutaties 2028
Verplichtingen
114.121
0
114.121
109.077
223.198
55.518
78.492
60.880
926
waarvan garantieverplichtingen
51.800
51.800
0
51.800
waarvan overige verplichtingen
62.321
0
62.321
109.077
171.398
55.518
78.492
60.880
926
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 17 is in 2024 met € 109,1 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 176,4 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
2024:
– Het verplichtingenbudget wordt met € 5,7 miljoen opgehoogd vanwege het toekennen van de eindejaarsmarge 2023.
2024 en verder:
– Het verplichtingenbudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is in 2024 met € 96,9 miljoen opgehoogd. Het verplichtingenbudget is opgehoogd met de verplichtingenruimte die in 2023 niet is ingezet (€ 36,1 miljoen) en aanvullende middelen vanuit het NGF (€ 73,3 miljoen). Daarnaast verschuift er verplichtingenruimte van 2024 (- € 12,5 miljoen) en 2029 (- € 20,3 miljoen) naar 2025 (€ 5,8 miljoen) en 2026 (€ 27 miljoen). Er is meer tijd nodig voor het opstellen van de subsidieregelingen en het doen van risicoanalyes dan voorheen gepland. Daarnaast verschuift er verplichtingenruimte vanuit 2029 naar eerdere jaren vanwege de actualisatie van de programmering.
Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Luchtvaart
Opdrachten
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op artikel 17 in 2024 met € 0,2 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 15,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende aanpassingen:
2024 en verder:
– Het opdrachtenbudget wordt in 2024 (€ 4,7 miljoen) en in 2025 (€ 4,3 miljoen) opgehoogd om de de wettelijke en overige beleidstaken uit te kunnen voeren. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
– Het budget voor de vierde gevelisolatieregeling (GIS-4) neemt in 2024 af met € 5,1 miljoen. Deze middelen worden doorgeschoven naar de jaren 2025 (€ 4 miljoen) en 2026 (€ 1,1 miljoen). Het beoordelen van de aanvragen neemt meer tijd in beslag dan voorheen gepland. Vandaar dat een deel van het budget naar achteren geschoven wordt.
– Het opdrachtenbudget neemt in de jaren 2024 t/m 2029 met € 3,1 miljoen toe vanwege het toevoegen van de prijsbijstelling.
Subsidies
Per saldo is het kasbudget voor subsidies op artikel 17 in 2024 met € 34,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 218 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.
2024:
– Het subsidiebudget voor de Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Maastricht en Rotterdam wordt verhoogd voor de versterking, professionalisering en opleiding van deelnemers van de overlegorganen bij de regionale burgerluchthavens van nationale betekenis. Het maximale bedrag per commissie bedraag € 77.500.
– Het subsidiebudget voor Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) is verhoogd. Voor een deel van de kosten van de levering van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap. Het bedrag van € 400.000 is exclusief eventuele koersverschillen.
2024 en verder:
– Het subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is voor de jaren 2024 t/m 2029 met in totaal € 121,4 miljoen opgehoogd.
• Het subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is in 2024 met € 32,1 miljoen opgehoogd. Dit komt door het toevoegen van het budget dat in 2023 niet tot besteding is gekomen aan het budget voor 2024 (€ 48,1 miljoen) en het toekennen van voorheen voorwaardelijk toegekende middelen vanuit het NGF (€ 10 miljoen). Daarnaast neemt het budget in 2024 met € 26 miljoen af door een kasschuif waarmee subsidiebudget vanuit 2024 naar de jaren 2025 t/m 2027 verplaatst wordt. Dit heeft te maken met vertragingen. Er is meer tijd nodig voor het opstellen van de subsidieregelingen en het doen van risicoanalyes dan voorheen gepland.
• Het subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is in de jaren 2025 t/m 2029 met € 89,3 miljoen opgehoogd. Dit komt door het toekennen van een deel van de middelen die vanuit het NGF voorwaardelijk aan het project waren toegekend (€ 63,3 miljoen). Daarnaast is € 26 miljoen vanuit 2024 naar de jaren 2025 t/m 2029 geschoven.
– Het subsidiebudget wordt in 2024 (€ 1,3 miljoen) en in 2025 (€ 3,1 miljoen) opgehoogd. De programmabudgetten van Luchtvaart zijn niet toereikend om alle wettelijke en beleidstaken uit te kunnen voeren. Daarom is ervoor gekozen om de budgetten voor 2024 en 2025 op te hogen om knelpunten op de korte termijn op te kunnen lossen en de continuïteit van het beleidsterein te kunnen borgen. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
2025 en verder:
– Vanuit het Klimaatfonds wordt het subsidiebudget in de jaren 2025 t/m 2030 met € 150 miljoen opgehoogd. Aan artikel 17 wordt € 150 miljoen toegevoegd voor de volgende projecten:
• Duurzame luchtvaartbrandstoffen (€ 60 miljoen): Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van e-fuels, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen.
• Alcohol-to-jet (€ 90 miljoen): Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van Alcohol-to-jet-brandstoffen (ATJ) op basis van laagwaardige reststromen, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen.
Ontvangsten
Per saldo is het ontvangstenbudget op artikel 17 in 2024 met € 10,5 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 7,1 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door het aanpassen van de ontvangstenreeks voor GIS-4:
– Het ontvangstenbudget is met € 3,9 miljoen verlaagd vanwege het verrekenen van het overschot aan middelen van de GIS-3 regeling met de kosten voor de GIS-4 regeling. Door de luchtvaartmaatschappijen is € 3,9 miljoen te veel betaald voor de GIS-3 regeling. In samenspraak met de luchtvaartmaatschappijen is ervoor gekozen om dit overschot te verrekenen met de kosten voor de GIS-4 regeling. Hierdoor betalen luchtvaartmaatschappijen minder voor de GIS-4 regeling. Daar wordt de ontvangstenreeks op aangepast.
– De ontvangstenreeks voor GIS-4 is geactualiseerd naar aanleiding van de afspraken die met de luchtvaartmaatschappijen is gemaakt over het moment waarop de GIS-heffing betaald gaat worden. De GIS-4 regeling wordt gefinancierd door de luchtvaartmaatschappijen die gebruik maken van luchthaven Schiphol door middel van de GIS-heffing.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel:
– is in regel NGF-project Luchtvaart in transitie een bedrag van € 22,2 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen.
• Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 11,5 miljoen betrekking op een subsidie aan Stichting Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum ten behoeve van ondersteunend onderzoek.
• Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 8,5 miljoen betrekking op een subsidie aan TU Delft ten behoeve van ondersteunend onderzoek.
• Bovengenoemde subsidies maken onderdeel uit van het deelproject DASAL. Het deelproject DASAL ondersteunt het NGF-project Luchtvaart in Transitie door middel van analyse en monitoring van duurzaamheids-, economische en maatschappelijke effecten (impact) van innovaties in luchtvaarttechnologie, -operaties en -beleid.
– is in de regel subsidies tarieven Bonaire een bedrag van € 0,4 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen.
• Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 0,4 miljoen (exclusief eventuele koersverschillen, omdat de subsidie in US dollars wordt uitgekeerd) betrekking op een subsidie aan DC-ANSP voor het verlagen van luchtverkeersdienstverleningstarieven. Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, zal IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap.
– is in de regel overige subsidies een bedrag van € 0,65 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen.
• Van dit bedrag heeft een bedrag van maximaal € 77.500 per commissie betrekking op een subsidie voor de Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Maastricht en Rotterdam.
Bovenstaande begrotingsvermeldingen voor Stichting Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum, TU Delft, De Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Maastricht en Rotterdam en Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid art. 18 Scheepvaart en Havens (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
303.462
0
303.462
61.363
364.825
19.224
19.038
38.033
43.293
60.910
Uitgaven
195.353
0
195.353
‒ 40.630
154.723
‒ 7.245
91.368
70.693
44.570
56.990
18.1
Scheepvaart en havens
195.353
0
195.353
‒ 40.630
154.723
‒ 7.245
91.368
70.693
44.570
56.990
Opdrachten
23.410
0
23.410
4.325
27.735
9.422
9.512
5.741
84
10.241
Topsector Logistiek
0
0
0
4.482
4.482
6.500
8.600
0
0
0
Caribisch Nederland
100
0
100
20
120
0
0
0
0
100
NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek
14.500
0
14.500
‒ 1.124
13.376
398
‒ 448
5.920
0
0
KF - zero emissie
2.032
0
2.032
‒ 1.698
334
‒ 2.062
‒ 2.605
‒ 2.605
‒ 2.605
0
NGF Project - Maritiem Masterplan
142
0
142
‒ 140
2
‒ 143
‒ 150
0
30
0
Zeehavens
2.196
0
2.196
863
3.059
‒ 47
‒ 65
‒ 175
‒ 188
2.472
Zeevaart
2.798
0
2.798
‒ 1.544
1.254
‒ 673
‒ 714
‒ 764
‒ 1.216
862
Overige opdrachten
1.642
0
1.642
3.466
5.108
5.449
4.894
3.365
4.063
6.807
Subsidies (regelingen)
167.936
0
167.936
‒ 49.550
118.386
‒ 19.899
80.409
63.505
43.579
43.250
Topsector Logistiek
0
0
0
1.500
1.500
0
0
0
0
0
Walstroom
100.415
0
100.415
‒ 67.622
32.793
‒ 19.155
49.105
32.861
5.035
0
Innovatieve Duurzame Binnenvaart
13.330
0
13.330
12.124
25.454
9.725
11.750
11.750
11.750
2.000
NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch
25.100
0
25.100
5.700
30.800
0
0
0
0
0
NGF Project - Maritiem Masterplan
29.011
0
29.011
‒ 5.471
23.540
‒ 13.729
9.400
2.500
2.000
5.300
KF - zero emissie
0
0
0
0
0
550
1.000
1.000
1.000
0
Overige subsidies
80
0
80
4.219
4.299
2.710
9.154
15.394
23.794
35.950
Bijdrage aan agentschappen
2.256
0
2.256
4.410
6.666
3.201
1.416
1.416
876
2.165
Bijdrage aan agentschap RWS
1.818
0
1.818
1.588
3.406
1.400
615
615
75
1.314
NGF Project - Maritiem Masterplan RVO
438
0
438
203
641
200
0
0
0
0
Overige bijdragen
0
0
0
2.619
2.619
1.601
801
801
801
851
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
1.644
0
1.644
15
1.659
14
14
14
14
1.210
CCR/ IMO HGIS
1.141
0
1.141
14
1.155
14
14
14
14
1.155
Overige bijdragen
503
0
503
1
504
0
0
0
0
55
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
107
0
107
170
277
17
17
17
17
124
Overige
107
0
107
170
277
17
17
17
17
124
Ontvangsten
0
0
0
716
716
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 18 is in 2024 met € 61,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 124,7 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
2024:
– Het verplichtingenbudget neemt met € 5,7 miljoen toe door het toevoegen van de verplichtingenruimte voor het NGF-project Zero Emission Services dat in 2023 niet is ingezet.
2024 en verder:
– Het verplichtingenbudget voor de Walstroomregeling neemt in 2024 met € 14,9 miljoen toe. Dit is deels (€ 8,3 miljoen) een gevolg van verplichtingruimte uit 2023 welke is opgevraagd bij VJN24 en ingezet zal worden op de uitbreiding van de stikstofregeling. Deels (€ 6,6 miljoen) betreft dit een schuif naar voren om de aangepaste planning met inzet op walstroom Rijksligplaatsen te kunnen realiseren.
2025:
– Het verplichtingenbudget voor 2025 wordt met € 3,0 miljoen oppgehoogd voor een bijdrage aan de haven in Saba. De verplichtingenruimte stond voorheen begroot in 2023 maar is wegens vertraging bij de opbouw van de haven in Saba doorgeschoven naar 2025.
Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Scheepvaart en Havens
Opdrachten
Het kasbudget voor opdrachten is in 2024 met € 4,3 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 28,7 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
2024:
– Het opdrachtenbudget voor het NGF-project Digitale Infrastructuur Logistiek wordt met € 4,7 miljoen verhoogd. Dit zijn de middelen die in 2023 door vertraging van een aantal onderzoeksopdrachten niet tot besteding zijn gekomen.
2024 en verder:
– Naar aanleiding van de verlenging van het programma Topsector Logistiek (TSL) wordt er € 19,3 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds naar de beleidsbegroting. De middelen voor de TSL staan gereserveerd op het Mobiliteitsfonds en worden overgeboekt naar de beleidsbegrotingsbegroting waar de uitgaven worden gedaan en verantwoord in de jaren 2024 t/m 2026.
– Binnen het opdrachtenbudget voor het NGF-project Digitale Infrastructuur Logistiek schuiven er middelen vanuit de jaren 2024 (- € 5,9 miljoen) en 2026 (- € 0,4 miljoen) naar 2025 (€ 0,4 miljoen) en 2027 (€ 5,9 miljoen). De kasschuif is gedaan op basis van de geactualiseerde planning voor het project.
– Aan het opdrachtenbudget wordt een bedrag van € 5,1 miljoen in de jaren 2024 t/m 2029 toegevoegd aan prijsbijstelling.
2025 en verder:
– Het opdrachtenbudget wordt in de jaren 2025 t/m 2029 met in totaal € 11,9 miljoen verhoogd voor de uitgaven in het kader van CER/NIS2. De Critical Entities Resilience Directive (CER-richtlijn) en de Network and Information Security Directive (NIS2-richtlijn) zijn gericht op een versterking van de fysieke, digitale en economische weerbaarheid van Europese lidstaten. Het budget dat aan het opdrachtenbudget op artikel 18 wordt toegevoegd is voor het implementeren van de twee richtlijnen. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
Subsidies
Het kasbudget voor subsidies is in 2024 met € 49,5 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 193,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende mutatie:
2024:
– Vanuit de Aanvullende Post bij het minsterie van Financïen worden stikstofmiddelen toegevoegd aan het subsidiebudget voor de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen). Het gaat om het laatste deel van de Hordijkgelden voor verduurzaming van de binnenvaart.
– Het opdrachtenbudget voor het NGF-project Zero Emission Services (ZES) wordt met € 5,7 miljoen verhoogd. Dit zijn de middelen die in 2023 door vertraging bij het opstellen van de subsidieregeling niet tot besteding zijn gekomen.
– Het subsidiebudget op artikel 18 wordt in 2024 opgehoogd met € 3,5 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 3 miljoen) en artikel 97 (€ 0,5 miljoen) voor een subsidiebijdrage aan de Koninklijke Nederlandse reddingsmaatschappij (KNRM).
2024 en verder:
– Het kasritme voor de subsidie Walstroom is op basis van nieuwe prognoses aangepast. Aangezien de eerste voorschotten later zullen worden uitbetaald dan voorheen voorzien verschuift er € 86,6 miljoen uit de jaren 2024 en 2025 naar de jaren 2026 t/m 2028.
– Door een kasschuif worden de middelen die in 2024 vanuit het NGF ontvangen zijn voor het NGF-project Maritiem Masterplan in het meest actuele ritme gezet. Hierbij schuiven er middelen vanuit 2024 en 2025 (- € 19,2 miljoen) naar de jaren 2026 t/m 2028 (€ 19,2 miljoen)
– Vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financien wordt € 50 miljoen ontvangen voor schone motoren als aanvulling op de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen. De ontvangen middelen worden door een kasschuif verdeeld over de jaren en in een realistisch kasritme gezet. Hierbij verschuift € 4 miljoen vanuit 2025 naar 2024 en € 36 miljoen vanuit 2025 naar de jaren 2026 t/m 2028 (€ 12 miljoen per jaar).
– Daarnaast wordt vanuit de aanvullende post € 3,3 miljoen ontvangen voor de verduurzaming van zeevaart. Met deze middelen zullen voorbereidende werkzaamheden worden verricht voor 3 pilots voor de verduurzaming van de zeevaart.
2025:
– Vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financien wordt budget ontvangen voor de stikstofopgave waarbij € 50 miljoen wordt ontvangen voor schone motoren als aanvulling op de subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen. Daarnaast wordt € 3,3 miljoen aan het subsidiebudget toegevoegd voor 3 pilots ten aanzien van verduurzaming van de zeevaart.
2025 en verder:
– Voor de verduurzaming van de zeevaart wordt in de jaren 2025 t/m 2029 € 109,6 miljoen aan het subsidiebudget toegevoegd vanuit het Klimaatfonds. Deze middelen worden ingezet voor duurzame en energiebesparende aandrijftechnieken bij zeeschepen.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid art. 19 Internationaal Beleid (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
10.370
0
10.370
342
10.712
1.272
1.278
1.274
1.260
11.124
Uitgaven
10.479
0
10.479
601
11.080
1.272
1.278
1.274
1.260
10.514
19.2
Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking
10.479
0
10.479
601
11.080
1.272
1.278
1.274
1.260
10.514
Opdrachten
3.923
0
3.923
‒ 409
3.514
517
858
854
850
5.609
Uitvoering internationaal HGIS
1.358
0
1.358
‒ 300
1.058
0
0
0
0
2.150
Uitvoering niet-HGIS
1.249
0
1.249
165
1.414
479
814
813
809
2.044
Overige opdrachten
1.316
0
1.316
‒ 274
1.042
38
44
41
41
1.415
Subsidies (regelingen)
1.692
0
1.692
73
1.765
335
0
0
0
0
Interreg
1.622
0
1.622
‒ 262
1.360
0
0
0
0
0
Overige subsidies
70
0
70
335
405
335
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
2.520
0
2.520
637
3.157
420
420
420
410
2.761
Bijdrage aan RWS
421
0
421
112
533
25
25
25
15
267
Bijdrage aan RVO
2.099
0
2.099
220
2.319
395
395
395
395
2.494
Bijdrage aan RIVM
0
0
0
305
305
0
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
2.344
0
2.344
300
2.644
0
0
0
0
2.144
Bijdrage HGIS
2.144
0
2.144
300
2.444
0
0
0
0
2.144
Bijdrage niet-HGIS
200
0
200
0
200
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 19 opgehoogd met cumulatief € 6,3 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt met name door de volgende mutaties:
2025 en verder:
– Een verhoging van de uitgaven van cumulatief € 5,4 miljoen voor het programma Ruimtevaart. Om aan de Europese verplichtingen te voldoen moet een Competent PRS Authority (CPA) worden ingericht. Daarnaast is er een hogere gebruiksvergoeding van het Galileo Sensor Station op Bonarie voor de periode 2025-2044 door een stijging in de grondstofprijzen en kosten van de materialen.
– De resterende € 0,9 cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Uitgaven
De uitgavenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 0,670 miljoen aan subsidieverplichtingen voor de jaren 2024 en 2025 opgenomen. Dit bedrag (€ 0,335 miljoen per jaar) heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan de Urban Futures Studio van de Universiteit Utrecht met als doel een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de stedelijke ontwikkeling in Afrika. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 20 Lucht en Geluid (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
56.708
0
56.708
10.594
67.302
3.551
3.141
3.115
3.100
59.688
Uitgaven
59.400
0
59.400
8.812
68.212
3.551
3.141
3.115
3.100
59.688
20.1
Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder
59.400
0
59.400
8.812
68.212
3.551
3.141
3.115
3.100
59.688
Opdrachten
11.835
0
11.835
4.946
16.781
398
301
276
261
9.066
Geluid- en luchtsanering
6.603
0
6.603
751
7.354
202
148
123
108
3.681
Waarvan RWS
3.605
0
3.605
‒ 1.513
2.092
‒ 1.145
‒ 1.188
‒ 1.188
‒ 1.188
917
Waarvan RIVM
1.617
0
1.617
4.841
6.458
91
91
91
91
3.208
Overige opdrachten
10
0
10
867
877
1.250
1.250
1.250
1.250
1.260
Bijdrage aan agentschappen
16.528
0
16.528
2.722
19.250
4.947
7.145
7.161
7.172
21.795
Bijdrage aan agentschap RWS
3.128
0
3.128
567
3.695
190
189
189
190
3.317
Bijdrage aan agentschap KNMI
11
0
11
4
15
0
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschap RVO
620
0
620
321
941
37
37
37
37
657
Bijdrage aan agentschap RIVM
12.769
0
12.769
1.830
14.599
4.720
6.919
6.935
6.945
17.821
Bijdrage aan medeoverheden
30.574
0
30.574
1.131
31.705
‒ 1.807
‒ 4.319
‒ 4.336
‒ 4.347
28.349
Uitvoering geluidsanering
25.574
0
25.574
‒ 104
25.470
‒ 1.982
‒ 4.319
‒ 4.336
‒ 4.347
28.349
Programma NSL
5.000
0
5.000
1.235
6.235
175
0
0
0
0
Bekostiging
463
0
463
13
476
13
14
14
14
478
Overige bekostiging
463
0
463
13
476
13
14
14
14
478
Ontvangsten
0
0
0
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 20 opgehoogd met € 10,6 miljoen in 2024 en cumulatief € 16,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt onder andere door een eenzijdige ophoging van het verplichtingenbudget van € 1,8 miljoen voor de uitvoeringskosten van de subsidieregeling Sanering verkeerslawaai onder de Omgevingswet.
Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgaven.
Uitgaven
1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder
Opdrachten
Het opdrachtenbudget is in 2024 met € 4,9 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2024:
– Een overboeking van €2,1 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor de opdracht aan RIVM voor het Schone Lucht Akkoord (SLA). Het gaat hier om een reservering in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) die nu wordt aangesproken.
– Een overboeking van € 1,5 miljoen van artikel 21 voor de opdracht aan RIVM. Als gevolg van de stijgende tarieven en borging van taken is extra financiering benodigd met betrekking tot het programma Duurzame Leefomgeving.
– Een ophoging van het uitgavenbudget met € 1,0 miljoen vanwege lagere werkelijke kosten dan de voorschotten van het Bureau Sanering Verkeerslawaai ( BSV) voor de afwikkeling van verleende subsidies inzake de regeling sanering verkeerslawaai. De ophoging voor de daaropvolgende jaren wordt onder Bijdragen aan agentschappen geboekt.
– De resterende € 0,3 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Bijdragen aan agentschappen
De Bijdragen aan agentschappen zijn toegenomen met € 2,7 miljoen in 2024 en cumulatief € 33,6 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt veroorzaakt door:
2024:
– Een overboeking van € 1,1 miljoen van het Mobiliteitsfonds voor de Specifieke uitkeringen in het kader van Schone Lucht Akkoord (SPUK-SLA). De benodigde middelen worden jaarlijks naar behoefte overgeboekt voor de afwikkeling van de SPUKS die zijn toegekend in 2021, 2022 en 2023 en de opdracht aan het RIVM.
2025 t/m 2029:
– Een ophoging van het uitgavenbudget van cumulatief € 5,0 miljoen over de periode 2025 t/m 2029 vanwege lagere werkelijke kosten dan de voorschotten van het Bureau Sanering Verkeerslawaai ( BSV) voor de afwikkeling van verleende subsidies inzake de regeling sanering verkeerslawaai.
2024 en verder:
– Een herschikking van € 1,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 24,1 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 ter dekking van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden voor een duurzame leefomgeving. Als gevolg van de stijgende tarieven en wettelijke basistaken is extra financiering benodigd. Dekking t/m 2029 komt vanuit het programma Geluidsanering.
– De resterende € 0,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 4,5 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Bijdragen aan medeoverheden
De Bijdragen aan medeoverheden zijn toegenomen met € 1,1 miljoen in 2024 en cumulatief afgenomen met € 19,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt veroorzaakt door:
2024:
– Ontvangen eindejaarsmarge en loonbijstelling van € 1,5 miljoen.
2024 en verder:
– Een herschikking binnen artikel 20 van ‒ € 1,3 miljoen in 2024 en cumulatief ‒ € 24,1 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 ter dekking van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden voor een duurzame leefomgeving.
– Ontvangst van de prijsbijstelling van € 0,9 miljoen in 2024 en cumulatief € 4,9 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.9 Artikel 21 Circulaire Economie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 Circulaire Economie (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
81.984
0
81.984
40.305
122.289
62.291
‒ 7.070
‒ 9.582
2.793
64.419
Uitgaven
82.391
0
82.391
1.415
83.806
19.149
27.668
23.186
11.246
64.954
21.5
Duurzaam Productketens
82.391
0
82.391
1.415
83.806
19.149
27.668
23.186
11.246
64.954
Opdrachten
36.167
0
36.167
‒ 13.261
22.906
‒ 12.236
5.074
14.075
4.263
24.044
Uitvoering Duurzame productketens
11.726
0
11.726
219
11.945
‒ 2.291
‒ 563
1.454
521
7.549
KF - Circulair doen en gedrag
2.200
0
2.200
‒ 289
1.911
‒ 1.417
‒ 2.594
‒ 2.594
‒ 3.258
2.792
KF - Plastics norm
13.070
0
13.070
‒ 11.768
1.302
‒ 11.205
4.177
14.970
6.755
6.755
KF - Biobased bouwen
1.600
0
1.600
‒ 1.436
164
2.664
3.859
0
0
0
Overige opdrachten
7.571
0
7.571
13
7.584
13
195
245
245
6.948
Subsidies (regelingen)
20.865
0
20.865
12.467
33.332
24.162
18.414
5.084
2.674
14.246
Subsidies duurzame productketens
18.865
0
18.865
2.180
21.045
721
531
552
269
7.972
KF - DEI + CE
2.000
0
2.000
‒ 1.140
860
‒ 959
‒ 762
‒ 732
‒ 895
3.024
KF - circulair doen en gedrag
0
0
0
220
220
1.380
2.610
2.610
3.300
3.250
KF - Plastics norm
0
0
0
11.207
11.207
23.020
16.035
2.654
0
0
Bijdrage aan agentschappen
23.847
0
23.847
909
24.756
4.121
4.121
3.968
4.250
26.097
Bijdrage aan RWS
10.773
0
10.773
1.180
11.953
1.831
1.831
1.831
1.831
12.604
Bijdrage aan RVO
11.905
0
11.905
‒ 3
11.902
2.502
2.502
2.349
2.631
12.536
Bijdrage aan RIVM
1.169
0
1.169
‒ 268
901
‒ 212
‒ 212
‒ 212
‒ 212
957
Bijdrage aan medeoverheden
1.005
0
1.005
1.230
2.235
3.042
0
0
0
0
Caribisch Nederland afvalbeheer
1.005
0
1.005
1.230
2.235
3.042
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
50
0
50
11
61
1
1
1
1
51
Overige bijdragen
50
0
50
11
61
1
1
1
1
51
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
457
0
457
59
516
59
58
58
58
516
Overige bijdragen
457
0
457
59
516
59
58
58
58
516
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 21 is in 2024 met € 40,3 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 53,5 miljoen afgenomen. Dit wordt met name verklaard door:
2024 t/m 2027:
– Een verplichtingenschuif waarbij € 38,0 miljoen naar voren wordt geschoven naar 2024 vanuit de drie daaropvolgende jaren. Dit is voor de subsidieregeling DEI+Circulaire Economie. In het voorjaar van 2024 wordt de eerste subsidieregeling opengezet en in het najaar van 2024 volgt de tweede tranche via de openstelling van de DEI regeling van EZK. De tranches bedragen beiden € 20,0 miljoen.
2025:
– Een overboeking vanuit het Klimaatfonds voor de plastic norm en uitvoeringskosten ten behoeve van maatwerkafspraken afvalverbrandingsinstallaties. Hiervoor wordt € 60,0 miljoen aan verplichtingen aangegaan. De uitgaven vinden plaats in de periode 2025 t/m 2029.
De resterende bedragen worden verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
5 Duurzame productieketens
Opdrachten
Het opdrachtenbudget is afgenomen met € 13,3 miljoen in 2024 en € 12,2 miljoen in 2025. In de periode 2026 t/m 2029 is het opdrachtenbudget cumulatief met € 24,7 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2024:
– € 1,1 miljoen aan eindejaarsmarge en € 1,5 miljoen aan loonbijstelling.
– Een overboeking van ‒ € 1,5 miljoen naar artikel 20 voor de opdracht aan RIVM. Als gevolg van de stijgende tarieven en borging van taken is extra financiering benodigd met betrekking tot het programma Duurzame Leefomgeving.
– Een overheveling naar BZK van ‒ € 1,4 miljoen voor de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. Hiervoor worden gelden overgeheveld vanuit het beschikbaar gestelde budget uit het Klimaatfonds.
– Een overboeking naar artikel 21 van € 1,0 miljoen voor opdrachtverlening aan het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) voor normontwikkeling op het terrein van transportleidingen.
2024 en 2025:
– Daarnaast worden binnen de HXII begroting middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het budget voor de circulaire ketenprojecten. Op basis van een geactualiseerde prognose van RVO is het beschikbare budget in 2024 met € 2,3 miljoen en in 2025 met € 2,2 miljoen verlaagd. Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
2025 en 2026:
– Een overboeking van € 2,8 miljoen in 2025 en € 3,9 miljoen in 2026 vanuit het Klimaatfonds voor innovatieregelingen en het begeleiden van inkoopprocessen door opdrachtgevers op het terrein van biobased bouwen.
2025 t/m 2029
– De € 60,0 miljoen aan middelen vanuit het Klimaatfonds voor de plastic Hub en uitvoeringskosten ten behoeve van maatwerkafspraken afvalverbrandingsinstallaties. Er wordt in 2025 € 12,0 miljoen uitgegeven en in de daaropvolgende jaren wordt € 21,0 miljoen, € 18,0 miljoen, € 6,0 miljoen en € 3,0 miljoen uitgegeven.
2024 en verder:
– Een herschikking binnen artikel 21 van ‒ € 11,2 miljoen in 2024 en cumulatief ‒ € 41,7 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. De uit het Klimaatfonds verkregen middelen omtrent de plastics norm worden ingezet als subsidies in plaats van opdrachten. Dit is voor de subsidieregeling platic hub waarbij omgeschakeld wordt van primair fossiel plastic naar plasticrecyclaat en biogebaseerd plastic.
– Een herschikking binnen artikel 21 van ‒ € 0,2 miljoen in 2024 en cumulatief ‒ € 13,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. De uit het Klimaatfonds verkregen middelen omtrent circulair doen en gedrag worden herschikt naar het instrument subsidies. Dit is voor een onderwijssubsidie en een aantal incidentele subsidies omtrent on the job training.
– Een herschikking van € 2,1 miljoen in 2024 en cumulatief € 1,3 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 voor de door RVO uit te voeren werkzaamheden in het kader van de subsidieregeling Recycling en levensduurverlenging. Doordat de uitvoeringskosten van maatregelen uit het Klimaatfonds daaruit gedekt worden, worden middelen overgeheveld naar het opdrachtenbudget.
– Een overboeking van ‒ € 1,3 miljoen in 2024 en ‒ € 6,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 naar art. 98. Dit is voor de uitvoering van diverse klimaatmaatregelen in het kader van de nationale klimaatopgave van 55% CO2- reductie in 2030 en de versnelling van de transitie naar circulaire plasticketens. Het gaat hierbij om middelen die eerder zijn ontvangen vanuit het Klimaatfonds tot en met 2030.
– Een herschikking voor de opdrachtverlening aan RWS van structureel ‒ € 1,2 miljoen in 2024. Dit is voor ondersteuning van de ontwikkeling van een strategische aanpak voor Circulaire Economie (CE) op regionale schaal.
– Een overboeking vanuit het Klimaatfonds van € 0,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 9,3 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 voor de uitvoeringskosten bijmenging plastic.
– Toevoegen van € 1,1 miljoen in 2024 en cumulatief € 5,0 miljoen over de periode 2025 t/m 2029 aan prijsbijstelling.
– De resterende ‒ € 0,6 miljoen in 2024 en cumulatief € 5,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Subsidies
Het subsidiebudget is in 2024 met € 12,5 miljoen toegenomen en cumulatief € 52,8 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2024 en verder:
– Een herschikking binnen artikel 21 van € 11,2 miljoen in 2024 en cumulatief € 41,7 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. De uit het Klimaatfonds verkregen middelen omtrent de plastics norm worden ingezet als subsidies in plaats van opdrachten. De toelichting hiervoor wordt onder het instrument opdrachten gegeven.
– Ontvangst van de Eindejaarsmarge en prijsbijstelling van € 1,1 miljoen in 2024 en cumulatief € 3,9 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.
– De resterende ‒ € 0,2 miljoen in 2024 en cumulatief € 7,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Bijdragen aan medeoverheden
De Bijdragen aan medeoverheden zijn toegenomen met € 1,2 miljoen in 2024 en € 3,0 miljoen in 2025. Dit wordt veroorzaakt door:
2024:
– Een overboeking van LNV van € 4,2 miljoen voor het Afvalbeheer op de BES eilanden. Het gaat hier om extra coalitieakkoordmiddelen die zijn toegekend voor de uitvoering van de eerste fase (tot 2025) van het Natuur en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030.
– Een kasschuif van 2024 naar 2025 van € 3,0 miljoen voor het programma Afvalbeheer op Caribisch Nederland (CN). Als gevolg van achterblijvende capaciteit op de eilanden is de verwachting dat de beoogde projecten later starten dan voorzien.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 1,1 miljoen aan subsidieverplichtingen voor de jaren 2024 en 2025 opgenomen. Dit bedrag (€0,55 miljoen per jaar) heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Stichting Het Groene Brein voor het Versnellingshuis Nederland Circulair! in samenwerking met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Nederland.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 1,8 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Stichting Milieu Centraal voor het uitvoeren van de basisactiviteiten gericht op de kerntaak van consumentenvoorlichting en het zijn van een onafhankelijke vraagbaak voor consumenten en media op verschillende duurzaamheidsthema’s, zoals circulaire economie, omgevingsveiligheid, het voorkomen van milieurisico's, klimaatadaptatie en duurzame mobiliteit. Milieu Centraal dient hiervoor een gefundeerde kennisbasis op te bouwen, deze te ontsluiten en te onderhouden.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 2,1 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Stichting Milieu Centraal voor nadere focusactiviteiten gericht op consumentenvoorlichting, zoals circulaire leefstijl, groene tuinen, houtstook, biociden en gewasberschermingsmiddelen, elektrisch vervoer, asbestdaken en andere toepassingen.
Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
76.752
0
76.752
174.543
251.295
3.190
1.179
1.147
1.130
99.915
Uitgaven
86.362
0
86.362
‒ 8.637
77.725
3.190
1.179
1.147
1.130
99.600
22.1
Veiligheid chemische stoffen
24.072
0
24.072
4.661
28.733
‒ 6.922
‒ 6.611
‒ 7.882
‒ 7.896
15.843
Opdrachten
6.922
0
6.922
2.234
9.156
3.293
3.604
2.333
2.319
9.004
KF: NVS
0
0
0
897
897
700
500
250
250
250
Waarvan RWS
1.841
0
1.841
776
2.617
775
775
775
775
2.622
Waarvan RIVM
1.080
0
1.080
592
1.672
1.944
1.945
1.945
1.945
3.026
Uitvoering Veiligheid
1.215
0
1.215
‒ 501
714
‒ 429
‒ 430
‒ 453
‒ 467
184
Uitvoering stoffen en Milieu & Gezondheid
1.234
0
1.234
181
1.415
220
731
‒ 267
‒ 267
1.285
Overige opdrachten
1.552
0
1.552
289
1.841
83
83
83
83
1.637
Subsidies (regelingen)
0
0
0
143
143
0
0
0
0
0
Overige subsidies
0
0
0
143
143
0
0
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
16.069
0
16.069
1.338
17.407
‒ 10.280
‒ 10.280
‒ 10.280
‒ 10.280
5.693
Bijdrage aan RWS
2.869
0
2.869
‒ 756
2.113
‒ 756
‒ 756
‒ 756
‒ 756
2.113
Bijdrage aan RIVM
12.856
0
12.856
2.097
14.953
‒ 9.539
‒ 9.539
‒ 9.539
‒ 9.539
3.319
Overige bijdragen
344
0
344
‒ 3
341
15
15
15
15
261
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
0
0
0
600
600
0
0
0
0
0
Overig
0
0
0
600
600
0
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.081
0
1.081
346
1.427
65
65
65
65
1.146
Bijdrage aan CTGB
1.081
0
1.081
296
1.377
65
65
65
65
1.146
Overige Bijdragen
0
0
0
50
50
0
0
0
0
0
22.2
Veiligheid biotechnologie
6.155
0
6.155
‒ 369
5.786
137
138
138
138
6.302
Opdrachten
1.171
0
1.171
303
1.474
‒ 28
‒ 27
‒ 27
‒ 27
1.152
Uitvoering veiligheid GGO
1.111
0
1.111
‒ 70
1.041
30
31
31
31
1.150
Overige opdrachten
60
0
60
373
433
‒ 58
‒ 58
‒ 58
‒ 58
2
Bijdrage aan agentschappen
4.984
0
4.984
‒ 672
4.312
165
165
165
165
5.150
Bijdrage aan agentschap RIVM
3.284
0
3.284
‒ 875
2.409
62
62
62
62
3.347
Bijdrage aan Cogem
1.700
0
1.700
203
1.903
103
103
103
103
1.803
22.3
Veiligheid bedrijven en transport
56.135
0
56.135
‒ 12.929
43.206
9.975
7.652
8.891
8.888
77.455
Opdrachten
37.415
0
37.415
‒ 15.888
21.527
525
‒ 1.669
‒ 430
‒ 506
54.075
Omgevingsveiligheid
7.618
0
7.618
‒ 3.499
4.119
‒ 2.405
‒ 2.490
‒ 2.487
‒ 2.487
13.613
Asbest
5.321
0
5.321
‒ 3.916
1.405
‒ 2.704
‒ 4.356
‒ 3.020
‒ 3.096
13.556
Waarvan RWS
1.352
0
1.352
1.889
3.241
1.888
1.888
1.888
1.888
3.244
VTH
20.504
0
20.504
‒ 11.331
9.173
564
593
493
493
17.401
Overige opdrachten
2.620
0
2.620
969
3.589
3.182
2.696
2.696
2.696
6.261
Subsidies (regelingen)
7.575
0
7.575
638
8.213
215
85
85
158
2.991
inricht & transp
7.001
0
7.001
204
7.205
198
68
68
68
2.399
regeling vuurwerkverbod
0
0
0
260
260
0
0
0
0
0
Overige subsidies
574
0
574
174
748
17
17
17
90
592
Bijdrage aan agentschappen
6.639
0
6.639
2.596
9.235
9.180
9.180
9.180
9.180
15.820
Bijdrage aan RWS
4.151
0
4.151
1.136
5.287
1.079
1.079
1.079
1.079
5.230
Bijdrage aan RVO
406
0
406
‒ 30
376
‒ 30
‒ 30
‒ 30
‒ 30
376
Bijdrage aan RIVM
2.082
0
2.082
1.490
3.572
8.131
8.131
8.131
8.131
10.214
Bijdrage aan medeoverheden
300
0
300
29
329
‒ 141
‒ 141
‒ 141
‒ 141
159
Bijdrage Caribisch Nederland
300
0
300
‒ 291
9
‒ 141
‒ 141
‒ 141
159
159
Overige bijdragen
0
0
0
320
320
0
0
0
‒ 300
0
Inkomensoverdrachten
4.206
0
4.206
‒ 304
3.902
196
197
197
197
4.410
Inkomensoverdrachten mesothelioom
4.206
0
4.206
‒ 304
3.902
196
197
197
197
4.410
Ontvangsten
250
0
250
0
250
0
0
0
0
250
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 22 met € 174,5 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 9,5 miljoen. Dit komt met name door de volgende mutaties:
2024:
– Een verhoging van het verplichtingenbudget met € 185,0 miljoen voor de overname van de Kerncentrale Dodewaard (KCD) door de Staat. Het kabinet heeft besloten om de aandelen van de NV Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland (GKN), de vergunninghouder van de kerncentrale Dodenwaard, over te nemen en via het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onder te brengen bij de NV Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA is een 100% staatsdeelneming). Bovenop de reeds op de Aanvullende Post bij Financiën gereserveerde € 40,0 miljoen heeft het kabinet € 145,0 miljoen extra vrijgemaakt voor een overeenkomst met GKN om de meerkosten rondom de beheer- en ontmantelingsfase te betalen.
– Een verplichtingenschuif van ‒ € 2,0 miljoen om de subsidie safety deal 2024 aan RVO te kunnen verstrekken.
De resterende bedragen worden verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
1 Veiligheid chemische stoffen
Opdrachten
Het opdrachtenbudget is in 2024 met € 2,2 miljoen toegenomen en cumulatief € 13,9 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2024:
– Een herschikking binnen artikel 22 van € 0,7 miljoen voor opdrachten voor zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Het is voor een bijdrage aan college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De opdrachten zijn normstelling ZZS en persistente stoffen en kennis in de keten biociden.
2024 en verder:
– Een herschikking binnen artikel 22 van € 1,0 miljoen in 2024 en daaropvolgend structureel € 2,4 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit betreft de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.
– Een overboeking van het Klimaatfonds van € 0,6 miljoen in 2024 en cumulatief € 2,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit is voor het programma nucleaire veiligheid. Het gaat hier om middelen uit het Klimaatfonds voor de periode 2024-2030.
– De resterende bedragen worden verklaard door diverse kleine mutaties.
Bijdragen aan agentschappen
Het uitgavenbudget voor bijdrage aan agentschappen is in 2024 met € 1,3 miljoen toegenomen en in de daaropvolgende jaren jaarlijks met € 10,3 miljoen afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2024 en verder:
– Een herschikking binnen artikel 22 van € 1,3 miljoen in 2024 en daaropvolgend structureel ‒ €10,3 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit is voor de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.
– Een herschikking binnen artikel 22 van structureel € 0,9 miljoen voor de opdracht aan RWS voor inwerkingtreding Omgevingswet.
– Ontvangst van de loonbijstelling van structureel € 1,0 miljoen.
3 Veiligheid bedrijven en transport
Opdrachten
Het opdrachtenbudget is in 2024 met € 15,9 miljoen afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2024:
– Binnen de HXII begroting worden middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het budget voor het Vergunningstelsel Toezicht en Handhaving (VTH) programma (€ 7,6 miljoen) en het pogramma omgevingsveiligheid (€ 0,4 miljoen). Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
– Een bedrag van € 3,8 miljoen is ingezet voor het aangaan en verlengen van inhuur voor VTH.
– Een herschikking binnen artikel 22 van ‒ € 3,0 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit is voor de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.
– Een overboeking naar artikel 21 van ‒ € 1,0 miljoen voor opdrachtverlening aan het Nederlands Normalisatie Instituut NNI voor normontwikkeling op het terrein van transportleidingen.
– De resterende ‒ € 0,5 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Bijdragen aan agentschappen
Het uitgavenbudget voor bijdrage aan agentschappen is in 2024 met € 2,6 miljoen en daaropvolgend structureel met € 9,2 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
2024 en verder:
– Een herschikking binnen artikel 22 van € 1,4 miljoen in 2024 en daaropvolgend structureel € 8,0 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit is voor de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.
– Een herschikking binnen artikel 22 van structureel € 0,7 miljoen voor de opdracht aan RWS voor inwerkingtreding van de Omgevingswet.
– Ontvangst van de loonbijstelling van structureel € 0,4 miljoen.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer)
.
3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
64.512
0
64.512
6.998
71.510
10.501
16.301
12.948
7.401
63.635
Uitgaven
66.002
0
66.002
6.948
72.950
10.451
15.751
12.398
6.851
64.298
23.1
Meteorologie en seismologie
51.146
0
51.146
3.607
54.753
2.977
3.672
3.454
3.834
47.957
Bijdrage aan agentschappen
47.059
0
47.059
3.128
50.187
2.759
2.780
2.720
2.709
43.398
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI
47.059
0
47.059
3.128
50.187
2.759
2.780
2.720
2.709
43.398
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
4.087
0
4.087
479
4.566
218
892
734
1.125
4.559
Contributie WMO (HGIS)
905
0
905
173
1.078
0
0
0
0
905
Contributie ECMWF (HGIS)
3.147
0
3.147
295
3.442
218
892
734
1.125
3.619
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
35
0
35
11
46
0
0
0
0
35
23.2
Aardobservatie
14.856
0
14.856
3.341
18.197
7.474
12.079
8.944
3.017
16.341
Bijdrage aan agentschappen
14.856
0
14.856
3.341
18.197
7.474
12.079
8.944
3.017
16.341
KNMI: Bijdrage voor Aardobservatie
14.856
0
14.856
3.341
18.197
7.474
12.079
8.944
3.017
16.341
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
De verplichtingen op artikel 23 nemen in 2024 toe met € 7,0 miljoen, en cumulatief met € 52,0 miljoen in de periode 2025-2029. Voor het overgrote deel hangt dit samen met de toename in kasbudget zoals hieronder toegelicht. Voor het overige betreft het een ophoging van het verplichtingenbudget op het artikel meteorologie en seismologie om het verplichtingenbudget gelijk te maken aan kasbudget, voor agentschapsbijdragen is dit een vereiste (€ 0,55 miljoen vanaf 2025).
Uitgaven
1 Meteorologie en seismologie
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen in 2024 toegenomen met € 3,1 miljoen, en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 13,7 miljoen.
De toename in 2024 wordt met name verklaard door de toedeling van de ontvangen loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 2,0 miljoen), aanvullende middelen voor de ontwikkeling en het onderhouden, beheren en up-to-date houden van een robuuste (efficiënter en veiliger) open data dienstverlening door het KNMI (€ 0,6 miljoen) en enkele kleinere mutaties die bij elkaar optellen tot €0,5 miljoen. Deze mutaties zijn structureel en verklaren daarmee ook de cumulatieve toename in het kasbudget voor de periode 2025-2029.
2 Aardobservatie
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen 2024 met € 3,3 miljoen toegenomen, en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 34,5 miljoen.
De toename wordt met name verklaard door aanvullend budget om de jaarlijkse contributies aan EUMETSAT te kunnen voldoen (€ 3,2 miljoen in 2024, cumulatief € 30,2 miljoen in de jaren 2025 t/m 2029). Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties. Voor het overige betreft het de toedeling van de prijsbijstelling (0,4 miljoen in 2024 en €1,8 miljoen in de jaren erna).
Ontvangsten
Op dit artikel worden geen ontvangsten geboekt.
3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid art. 24 Inspectie Leefomgeving en Transport (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
203.031
0
203.031
9.591
212.622
16.892
15.110
14.233
14.409
206.526
Uitgaven
203.031
0
203.031
16.591
219.622
16.892
15.110
14.233
14.409
206.526
24.1
Personele uitgaven
181.399
0
181.399
15.166
196.565
16.249
14.562
13.788
14.285
200.980
Personele uitgaven
181.399
0
181.399
15.166
196.565
16.249
14.562
13.788
14.285
200.980
Eigen personeel
157.393
0
157.393
13.006
170.399
12.325
12.362
12.188
12.685
163.715
Externe Inhuur
24.006
0
24.006
2.160
26.166
3.924
2.200
1.600
1.600
37.265
24.2
Materiële uitgaven
21.632
0
21.632
1.425
23.057
643
548
445
124
5.546
Materiële uitgaven
21.632
0
21.632
1.425
23.057
643
548
445
124
5.546
ICT
246
0
246
0
246
0
0
0
0
138
Bijdragen aan SSOs
56
0
56
10.000
10.056
0
0
0
0
0
overige materiele uitgaven
21.330
0
21.330
‒ 8.575
12.755
643
548
445
124
5.408
Ontvangsten
14.948
0
14.948
0
14.948
0
0
0
0
14.948
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Per saldo is het verplichtingenbudget met € 9,6 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief met € 75,0 miljoen) Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast heeft eind 2023 een verplichtingenschuif plaatsgevonden om contracten met externe inzet en licenties te verlengen voor 2024 om te borgen dat specifieke kennis bij de ILT beschikbaar blijft en werkzaamheden niet vertragen. Het verplichtingenkader is eind 2023 verhoogd met € 7,0 miljoen euro, wat leidt tot een verlaging in het verplichtingenkader 2024 van € 7,0 miljoen euro.
Uitgaven
1 Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven is verhoogd met € 16,6 miljoen en cumulatief € 73,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt verklaard door de volgende mutaties:
2023 t/m 2029:
– Een bijdrage voor de Looncompensatie van € 10,9 miljoen in 2024 en cumulatief € 54,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.
– Een bijdrage vanuit artikel 99 van € 2 miljoen in 2024 en cumulatief € 10 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit betreft de coalitie akkoord middelen voor het overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering ter verbetering van de publieke dienstverlening, met als doel beter aan te sluiten op de verwachtingen en behoeften van mensen en bedrijven. Met deze tweede tranche zijn alle middelen verdeeld.
– Een optelling van extra middelen voor nieuwe taken voor de ILT van € 2,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 10,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 Brede Doeluitkering (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
1.052.388
0
1.052.388
47.488
1.099.876
47.489
47.489
47.489
47.489
1.099.877
Uitgaven
1.052.276
0
1.052.276
60.894
1.113.170
47.489
47.489
47.489
47.489
1.099.877
25.1
Brede doeluitkering
1.052.276
0
1.052.276
60.894
1.113.170
47.489
47.489
47.489
47.489
1.099.877
Bijdrage aan medeoverheden
1.052.276
0
1.052.276
60.894
1.113.170
47.489
47.489
47.489
47.489
1.099.877
Overige bijdragen
1.052.276
0
1.052.276
60.894
1.113.170
47.489
47.489
47.489
47.489
1.099.877
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 47,5 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief met € 237,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast is in 2023 het verplichtingenbudget opgehoogd met € 13,4 miljoen om de BDU 2024 beschikking op tijd aan te kunnen gaan. In de 1e suppletoire begroting 2024 wordt hetzefde budget afgeboekt in 2024.
Uitgaven
1 Brede Doeluitkering
Het budget wordt per saldo met € 60,9 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief met € 237,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt metname door:
2024:
– Een overboeking vanuit het Mobilitetisfonds ter dekking van de BDU-beschikking 2024 voor Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA) (€ 4,3 miljoen).
– Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds ter dekking van de BDU-beschikking 2024 voor de planuitwerkingsfase van een aantal projecten (€ 9,1 miljoen).
2024-2029
– Met de 1ste suppletoire begroting is de loon en prijsbijstelling toegevoegd aan artikel 25 voor structureel € 47,5 miljoen per jaar.
3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid art. 26 Bijdrage Investeringsfondsen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
11.533.634
‒ 28.400
11.505.234
‒ 1.332.794
10.172.440
‒ 9.791.498
540.381
767.291
632.090
31.377
Uitgaven
11.533.484
‒ 28.400
11.505.084
‒ 1.331.257
10.173.827
‒ 9.845.098
540.781
767.591
632.090
31.377
26.1
Bijdrage Mobiliteitsfonds
9.883.320
‒ 28.400
9.854.920
‒ 875.957
8.978.963
‒ 9.670.716
506.400
517.434
670.306
127.819
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
9.883.320
‒ 28.400
9.854.920
‒ 875.957
8.978.963
‒ 9.670.716
506.400
517.434
670.306
127.819
Overige bijdragen
9.883.320
‒ 28.400
9.854.920
‒ 875.957
8.978.963
‒ 9.670.716
506.400
517.434
670.306
127.819
26.2
Bijdrage Deltafonds
1.650.164
0
1.650.164
‒ 455.300
1.194.864
‒ 174.382
34.381
250.157
‒ 38.216
‒ 96.442
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
1.650.164
0
1.650.164
‒ 455.300
1.194.864
‒ 174.382
34.381
250.157
‒ 38.216
‒ 96.442
Overige bijdragen
1.650.164
0
1.650.164
‒ 455.300
1.194.864
‒ 174.382
34.381
250.157
‒ 38.216
‒ 96.442
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Uitgaven
1. Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds
De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Mobiliteitsfonds is in 2024 met € 876,0 miljoen afgenomen en in de periode 2025 t/m 2029 cumulatief met € 7.848,8 miljoen. Voor meer details wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.
2. Bijdrage aan het Deltafonds
De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het aan het Deltafonds is 2024 met €455,3 miljoen verlaagd en in de periode 2025 t/m 2029 cumulatief met € 24,5 miljoen verlaagd. Voor meer details wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement
Tabel 23 Budgettaire tabel artikel 97 Algemeen Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
49.995
0
49.995
9.917
59.912
2.644
2.385
2.533
5.587
48.701
Uitgaven
48.709
0
48.709
11.969
60.678
2.662
2.403
2.533
1.818
48.851
97.1
Algemeen departement
48.709
0
48.709
8.966
57.675
2.662
2.403
2.533
1.818
48.851
Opdrachten
35.456
0
35.456
8.129
43.585
2.641
2.406
2.663
1.950
35.886
van A naar Beter
1.735
0
1.735
48
1.783
48
48
45
45
1.780
Externe juridische advisering
1.936
0
1.936
52
1.988
54
53
51
49
1.731
Onderzoeken PBL
2.841
0
2.841
993
3.834
83
83
72
72
2.527
Onderzoeken ANVS
4.476
0
4.476
56
4.532
131
131
132
129
4.534
DCC
8.899
0
8.899
0
8.899
0
0
0
0
8.588
Regeringsvliegtuig
9.859
0
9.859
7.364
17.223
319
318
318
317
9.964
Overige opdrachten
5.710
0
5.710
‒ 384
5.326
2.006
1.773
2.045
1.338
6.762
Subsidies (regelingen)
388
0
388
‒ 359
29
‒ 359
‒ 359
‒ 482
‒ 482
10
Overige subsidies
388
0
388
‒ 359
29
‒ 359
‒ 359
‒ 482
‒ 482
10
Bijdrage aan agentschappen
12.865
0
12.865
380
13.245
380
356
352
350
12.955
Bijdrage aan agentschap RWS
3.191
0
3.191
0
3.191
0
0
0
0
3.138
Bijdrage aan agentschap KNMI
237
0
237
9
246
9
9
9
9
242
Overige bijdragen
9.437
0
9.437
371
9.808
371
347
343
341
9.575
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
0
0
0
816
816
0
0
0
0
0
Overige bijdragen
0
0
0
816
816
0
0
0
0
0
97.3
Testen reizigers
0
0
0
3.003
3.003
0
0
0
0
0
Opdrachten
0
0
0
3.003
3.003
0
0
0
0
0
Testen COVID-19
0
0
0
3.003
3.003
0
0
0
0
0
Ontvangsten
1.101
0
1.101
1.000
2.101
0
0
0
0
1.380
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 97 is in 2024 met € 9,9 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 18,7 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van overlopende kasmiddelen voor COVID (€ 2,1 miljjoen 2024) en 2 verplichtingenophogingen voor het gelijktrekken met de kasbudgetten correcties (€ 3,8 miljoen in 2028 en 2029).
Uitgaven
1 Algemeen departement
Opdrachten
2024:
– Regeringsvliegtuig: het budget is ogehoogd om de toegenomen exploitatiekosten (o.a. onderhoud, personeel, brandstof) te kunnen dekken (€ 7,0 miljoen) Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.;
– Strooizout Oekraïne (HGIS): Nederland heeft in 2023 toegezegd 45 miljoen kilo strooizout te doneren aan Oekraïne. In 2024 zal nog een factuur voor het transport van het strooizout betaald moeten worden € 0,8 miljoen;
– Uitgaven PBL voor EU projecten: ACHIEVE, BIO-Agora, ECEMF, ELEVATE, ForestPaths, LAMASUS, NaturaConnect € 1 miljoen;
– Bijdrage vanuit centraal budget art 97, algemeen departementale aangelegenheden, aan FM-Haaglanden (Rijksbrede SSO), ter verbetering van de werkomgeving (-€ 0,7 miljoen);
– Voor het jubilieum van de Koninklijke Nederlandse reddingsmaatschappij wordt een bijdrage geleverd voor de historische zeilvoot. vanuit artikel 97 naar artikel 18 maritieme zaken (-€ 0,5 miljoen);
– Diverse (-€ 0,3 miljoen).
2024 en verder:
– Toegewezen loon-en prijsbijstelling 2024 (2024 € 1,2 miljoen, 2025 € 1,2 miljoen, 2026 € 1,1 miljoen, 2027 € 1,1 miljoen, 2028 € 1,1 miljoen, 2029 € 1,1 miljoen);
– Overboeking vanuit het KF voor het programma nucleaire veiligheid voor de periode 2024-2030 (2024 € 0,8 miljoen, 2025 € 1,8 miljoen, 2026 € 1,6 miljoen, 2027 € 1,7 miljoen, 2028 € 1,0 miljoen, 2029 € 1,0 miljoen, 2030 € 1,0 miljoen).
3 COVID-19 Testen reizen
Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het COVID-19 testen reizen in 2024 met € 3,0 miljoen verhoogd. Dit komt door de generaal ontvangen middelen voor de COVID-directie om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 betreft EU ontvangsten van PBL voor de projecten: ACHIEVE, BIO-Agora, ECEMF, ELEVATE, ForestPaths, LAMASUS, NaturaConnect.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de begroting is ook rekening gehouden met de subsidie Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling. Deze uitgaven hangen samen met subsidies die IenW verstrekt. In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is in regel 1 een bedrag van maximaal €54.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling aan de Technische Universiteit Delft. Jaarlijks (in 2024, 2025 en 2026) zal een voorschot worden verleend van €18.000. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hiervoor wordt bij VJN een verplichtingenmutatie uitgevoerd vanuit 2025 en 2026 om de verplichting meerjarig vast te kunnen leggen.
4.2 Artikel 98 Apparaatuitgaven Kerndepartement
Tabel 24 Budgettaire tabel artikel 98 Apparaatuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
458.464
0
458.464
52.211
510.675
37.319
33.782
23.227
24.774
420.321
Uitgaven
467.459
0
467.459
44.899
512.358
41.153
38.002
24.732
22.647
420.383
98.1
Personele uitgaven
335.890
0
335.890
51.988
387.878
34.081
24.041
21.291
19.250
301.527
Personele uitgaven
335.890
0
335.890
51.988
387.878
34.081
24.041
21.291
19.250
301.527
Eigen personeel
300.694
0
300.694
31.009
331.703
26.439
22.248
20.273
20.073
289.116
Externe inhuur
31.684
0
31.684
20.979
52.663
9.642
3.793
3.018
1.177
10.888
Overige personele uitgaven
3.512
0
3.512
0
3.512
‒ 2.000
‒ 2.000
‒ 2.000
‒ 2.000
1.523
98.2
Materiële uitgaven
131.569
0
131.569
‒ 7.089
124.480
7.072
13.961
3.441
3.397
118.856
Materiële uitgaven
131.569
0
131.569
‒ 7.089
124.480
7.072
13.961
3.441
3.397
118.856
ICT
45.243
0
45.243
‒ 6.150
39.093
3.732
10.651
1.579
1.579
35.092
Bijdrage aan SSO's
61.013
0
61.013
3.937
64.950
1.946
1.895
1.895
1.895
60.612
Overige materiële uitgaven
25.313
0
25.313
‒ 4.876
20.437
1.394
1.415
‒ 33
‒ 77
23.152
Ontvangsten
5.627
0
5.627
‒ 900
4.727
‒ 900
‒ 900
‒ 900
‒ 900
4.251
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 98 is in 2024 met € 52,2 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 144,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van (eerdere) verplichtingenschuiven van 2025 t/m 2028 naar 2024 (€ 5,4 miljoen) voor verlenging van het contract voor programmabeheersing onder de raamovereenkomst voor Advies- en Ingenieursdiensten (BADI-1). Dit t.b.v. de programma's Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing. Daarnaast een kasschuif van 2024 (-€ 2,0 miljoen) naar 2025 (€ 0,9 miljoen) en 2026 (€ 1,1 miljoen) voor project Pallas, waarvan de verplichtingen al in eerdere jaren zijn aangegaan. Tevens heeft in 2028 en 2029 een correctie op de verplichtingen plaatsgevonden om deze gelijk te trekken met de kasbudgetten op Ontwerpbegroting 2024 (€ 2,2 miljoen).
Uitgaven
98.01 Personele uitgaven
Per saldo is het kasbudget voor personele uitgaven in 2024 met € 52,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 118,1 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
De hogere uitgaven voor eigen personeel is met name het gevolg van:
2024:
– Herschikking vanuit inhuur t.b.v. Programma Omgeving Luchthaven Schiphol (POLS) (€ 0,5 miljoen);
– Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van capaciteitsinzet Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) (€ 0,7 miljoen);
– Herschikking/verdeling centrale middelen vanuit Materieel naar de directies in het kader van de Banenafspraak (€ 0,7 miljoen;
– De NGF-middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, worden toegevoegd aan het budget van 2024 (€ 1,5 miljoen);
– Toegekende Eindejaarsmarge a.g.v. overlopende facturen uit 2023 € 3,1 miljoen;
– Overboeking uit het KF voor de uitvoering van de Kabinets ambitie nucleair voor het langer openhouden van de kerncentrale Borssele en de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Dit voor de inzet van 3 fte's voor 2024 en projectkosten € 0,4 miljoen;
2024 t/m 2025:
– Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van capaciteitsinzet voor de Vrachtwagenheffing 2024 (€ 2,3 miljoen) en 2025(€ 3,1 miljoen), Tijdelijke Tolheffing 2024 (€ 0,7 miljoen) en 2025 (€ 0,3 miljoen).
2024 t/m 2026
– Eerder ontvangen middelen van EZK voor Nationaal KlimaatPlatform bestaan deels uit personele kosten en deels uit opdrachten door anderen en moeten dus worden herschikt naar Materiele uitgaven (-€ 1 miljoen per jaar).
– Kasschuif: ontvangsten van Pallas voor de vergunningverlening zijn vorig jaar niet gedesaldeerd met de begrotingsvoorstellen van ANVS. Deze middelen worden via een kasschuif in het juiste ritme geschoven (2024 ‒ € 2,1 miljoen, 2025 € 0,9 miljoen, 2026 € 1,2 miljoen).
2024 t/m 2028
– Correctie naar art 14 DGMo voor eerder te veel overgeboekt NGF-middelen naar apparaat (- € 0,8 miljoen per jaar);
– Kas- en verplichtingenschuif van 2025 tm 2027 naar 2024 en 2028 t.b.v. Maritiem om kas- en verplichtingenritme beter te laten aansluiten (2024 € 1 miljoen, 2025 ‒ € 0,1 miljoen, 2026 ‒ € 0,6 miljoen, 2027 ‒ € 0,7 miljoen, 2028 € 0,4 miljoen).
2024 en verder:
– Overboekingen naar art 24 (ILT) voor de invulling van het Basis op Orde scenario voor de Maritieme Autoriteit (- € 0,7 miljoen jaarlijks);
– Overboekingen vanuit art 21 naar apparaat t.b.v. voor de uitvoering van diverse klimaatmaatregelen in het kader van de nationale klimaatopgave van 55% CO2- reductie in 2030 en de versnelling van de transitie naar circulaire plasticketens. Het gaat hierbij om middelen die eerder zijn ontvangen vanuit het Klimaatfonds (2024 € 1,3 miljoen, 2025 en 2026 € 1,4 miljoen en 2027 t/m 2030 1,1 miljoen per jaar);
– Omdat steeds meer interne dienstverlening binnen de Bestuurskern wordt ondergebracht bij Rijksbrede sso's of d.m.v. structurele budgetoverboekingen worden verrekend is een centraal budget niet meer noodzakelijk (-€ 0,9 miljoen per jaar structureel);
– Steeds meer opdrachten worden met eigen personeel uitgevoerd i.p.v. opdrachten (Materieel) daarom is een herschikking noodzakelijk vanuit overige materiele middelen (€ 0,5 miljoen per jaar structureel);
– Toegewezen Loon-en Prijsbijstelling 2024 (2024 € 20,3 miljoen, 2025 €18,4 miljoen, 2026 € 18,0 miljoen, 2027 € 16,9 miljoen, 2028 € 16,6 miljoen, 2029 € 16,2 miljoen);
– Overboeking vanuit het KF voor het programma nucleaire veiligheid voor de periode 2024-2030 (2024 € 3,1 miljoen, 2025 € 3,9 miljoen, 2026 € 3,6 miljoen, 2027 €3,7 miljoen, 2028 € 3,5 miljoen, 2029 € 3,6 miljoen, 2030 € 3,4 miljoen).
2025 en verder:
– Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds voor project Digitale Transport Strategie (€ 0,5 miljoen per jaar 2025 tm 2028);
– Vanuit de aanvullende post bij Financiën wordt extra budget ontvangen voor de stikstofopgave (2025 € 0,4 miljoen en 2025 tm 2028 € 0,2 miljoen per jaar).
– Vanuit het Klimaatfonds wordt budget ontvangen voor verduurzaming van de zeevaart en inzet van waterstof voor de binnenvaart. Hiervoor wordt extra personeel ingezet (2025 tm 2028 € 0,5 miljoen en 2029 € 0,9 miljoen).
De hogere inhuur is met name het gevolg van:
2024:
– Overboeking vanuit art 22 voor het aangaan en verlengen van inhuur ten behoeve van het Vergunningstelsel Toezicht en Handhaving (VTH) (€ 3,7 miljoen);
– Bijdrage van RWS aan de Vernieuwing/migratie SAP (€ 3,5 miljoen);
– Overboeking vanuit het Deltafonds betreffende inhuur voor Cybersecurity (€ 0,8 miljoen);
– Herschikking vanuit ICT t.b.v. capaciteitsinzet voor het project Horizon (Datamanagement) (€ 2,5 miljoen);
– De NGF-middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, worden toegevoegd aan het budget van 2024 (€ 0,6 miljoen);
– Inhuur t.b.v. parlementaire enquête voor de COVID reizigerstesten (€ 0,2 miljoen);
– Toegekende Eindejaarsmarge voor overlopende factureringen o.a. voor het nieuwe bedrijfvoeringssysteem en inhuur procesmanager € 2,7 miljoen;
– COVID: middelen voor de COVID-directie die nodig zijn om aan overlopende opdrachten uit voorgaande jaren te kunnen voldoen € 0,1 miljoen.
2024 en 2025:
– Extra inzet voor project Herstel en Veerkrachtplan (HVP) (2024 € 0,5 miljoen, 2025 € 0,4 miljoen);
– Extra inzet op luchtvaart (2024 € 2,4 miljoen en 2025 € 1,9 miljoen).
2024 t/m 2028
– Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitsfonds voor Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing 2024 (€ 1,1 miljoen), 2025 (€ 4,6 miljoen), 2026 (€ 1,5 miljoen), 2027 (€ 1,5 miljoen) en 2028 (€ 0,1 miljoen).
2024 en verder:
– Overboekingen van art 97 Directie Communicatie (DCO) en Directoraat generaal Water en Bodem zijn gezamenlijk opdrachtgever voor Programma Ons Water. DCO financiert een deel van de capaciteit die extern wordt ingehuurd. DCO heeft budget Ons Water op het programma-artikel 97 staan. Hiervoor wordt structureel budget overgeheveld (€ 0,3 miljoen per jaar);
– Toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 (2024 € 1,7 miljoen, 2025 €1,1 miljoen, 2026 € 0,8 miljoen, 2027 € 0,6 miljoen, 2028 € 0,5 miljoen), 2029 € 0,4 miljoen.
De lagere uitgaven Postactieven is met name het gevolg van:
2025 en verder:
Binnen de HXII begroting worden middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het budget voor een compensatieregeling die aflopend is (- € 2,0 miljoen per jaar). Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.
98.02 Materiële uitgaven
Per saldo is het kasbudget voor materiële uitgaven in 2024 met € 7,1 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 31,4 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:
De afname van uitgaven aan ICT betreft voornamelijk:
2024:
– Herschikking naar externe inhuur t.b.v. capaciteitsinzet voor het project Horizon (Datamanagement) -(€ 2,5 miljoen);
– Overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds. Met deze mutatie wordt het aandeel van RWS voor Vernieuwing SAP bijgedragen (€ 3,6 miljoen);
– Toegekende Eindejaarsmarge voor overlopende factureringen o.a voor ontwikkeling nieuw bedrijfsvoeringssysteem en dienstverlening ATOS € 1,4 miljoen.
2024 en verder:
– Overboeking vanuit art 99 t.b.v. Werk aan uitvoering ANVS; Verbeteren duurzame inzetbaarheid digitale dienstverlening en verbeteren online dienstverlening aan burgers en bedrijven 2024 (€ 0,9 miljoen), 2025 (€ 0,7 miljoen), 2026 e.v. structureel (€ 0,4 miljoen);
– Herschikking vanuit overig materieel PBL t.b.v. hogere ICT-kosten door o.a. de jaarlijkse indexaties door Campus en andere dienstverleners (€ 0,8 miljoen);
– Toegekende Loon- en Prijsbijstelling 2024 en verder € 0,4 miljoen;
– Kasschuiven: voor project Horizon (content management) a.g.v. vertraagde aanbesteding (2024 ‒ € 9,8 miljoen, 2025 € 1,9 miljoen, 2026 € 7,9 miljoen) en voor uitgaven t.b.v. staatgeheime stukken (ANVS) a.g.v. vertraagde start aanpassingen aan het gebouw Koningskade (2024 ‒ € 1,2 miljoen, 2026 € 1,2 miljoen).
Toename Bijdrage rijksbrede sso’s
2024:
– Toename van de bijdrage voor Centrale kosten EC-OenP (€ 0,3 miljoen);
– Bijdrage vanuit centraal budget art 97, algemeen departementale aangelegenheden, aan FM-Haaglanden, ter verbetering van de werkomgeving (€ 0,7 miljoen).
2024 en verder:
– Overboeking naar BZK voor naheffing kosten P-Direkt a.g.v. de groei van het verzorgingsgebied 'IenW’ (- € 0,2);
– Afbouw van externe inhuur door PBL naar Bijdrage rijksbrede sso’s (€ 0,2 miljoen);
– Toegekende Loon- en Prijsbijstelling 2024 en verder (€ 1,9 miljoen).
Lagere uitgaven Overig materieel overwegend als gevolg van:
2024:
– Herschikking/verdeling centrale gereserveerde middelen vanuit Materieel naar de directies in het kader van de Banenafspraak (-€ 0,7 miljoen Bestuurskern, KNMI ‒ € 0,1 miljoen, ILT ‒ € 0,6 miljoen en RWS ‒ € 5,1 miljoen);
– Bijdrage vanuit art 11 t.b.v. Noordzeeoverleg (NZO/NZA) (€ 0,4 miljoen);
2024 t/m 2026:
– Overboeking vanuit art 99 t.b.v. Werk aan uitvoering ANVS; Verbeteren duurzame inzetbaarheid digitale dienstverlening en verbeteren online dienstverlening aan burgers en bedrijven 2024 (€ 0,2 miljoen), 2025 (€ 0,2 miljoen), 2026 (€ 0,2 miljoen);
– Eerder ontvangen middelen van EZK voor Nationaal KlimaatPlatform bestaan deels uit personele kosten en deels uit opdrachten door anderen hiervoor wordt herschikt vanuit personele uitgaven (€ 1 miljoen per jaar 2024 t/m 2026).
2024 en verder:
– Steeds meer opdrachten worden met eigen personeel uitgevoerd i.p.v. opdrachten (Materieel) daarom is een herschikking noodzakelijk naar eigen personeel (-€ 0,5 miljoen per jaar structureel);
– Herschikking naar ICT t.b.v. hogere ICT-kosten PBL door o.a. de jaarlijkse indexaties door Campus en andere dienstverleners (-€ 0,8 miljoen);
– Toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 (2024 € 1,4 miljoen, 2025 €1,0 miljoen, 2026 € 1,0 miljoen, 2027 € 0,9 miljoen, 2028 € 0,9 miljoen, 2029 € 1 miljoen);
– Overboeking vanuit het KF voor het programma nucleaire veiligheid voor de periode 2024-2030 (2024 € 0,2 miljoen, 2025 t/m 2030 € 0,3 miljoen, per jaar);
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld
Tabel 25 Artikel 99 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
8.107
0
8.107
387.610
395.717
390.686
375.337
360.260
344.073
380.116
Uitgaven
7.800
0
7.800
382.715
390.515
390.686
375.337
360.260
344.073
380.116
99.1
Nog Onverdeeld
7.800
0
7.800
382.715
390.515
390.686
375.337
360.260
344.073
380.116
Nog te verdelen
7.800
0
7.800
382.715
390.515
390.686
375.337
360.260
344.073
380.116
Nog te verdelen
7.800
0
7.800
382.715
390.515
390.686
375.337
360.260
344.073
380.116
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt in 2024 met € 387,6 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 1.850,5 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Nominaal en onvoorzien
Het uitgavenbudget wordt in 2024 met € 382,7 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 1.850,5 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.
2024 t/m 2029:
– Dit komt met name door de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van de fondsen voor € 380,5 miljoen in 2024 en € 1871,1 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 . De toegevoegde loon- en prijsbijstelling wordt bij de ontwerpbegroting 2025 toebedeeld aan de diverse artikelen binnen het Mobiliteitsfonds en Deltafonds.
– Tevens is de loon- en prijsbijstelling en eindejaarsmarge toegevoegd aan de hoofdstuk XII begroting, maar dit is gelijk vanuit artikel 99 verdeeld over de diverse beleidsartikelen.
2025:
– Tot slot is er € 4,4 miljoen overgeboekt vanuit het ministerie van BZ voor de kosten die door IenW worden gemaakt voor de organisatie van de NAVO top in 2025. De middelen worden bij de ontwerpbegroting 2025 overgeboekt naar de juiste artikelen.
Ontvangsten
Op dit artikel worden geen ontvangsten geboekt.
5 Agentschappen
5.1 Agentschap Rijkswaterstaat
Tabel 26 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RWS Suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3) = (1) + (2) Totaal geraamd
Baten
Omzet
3.559.455
157.767
3.717.222
waarvan omzet moederdepartement
3.312.661
38.696
3.351.357
waarvan omzet overige departementen
95.417
15.107
110.524
waarvan omzet derden
221.439
43.944
265.383
waarvan saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud
‒ 183.444
125.383
‒ 58.061
waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten
113.382
‒ 65.363
48.019
Rentebaten
46.172
23.298
69.470
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
1.500
0
1.500
Totaal baten
3.607.127
181.065
3.788.192
Lasten
Apparaatskosten
1.473.123
26.622
1.499.745
- Personele kosten
1.126.870
30.085
1.156.955
waarvan eigen personeel
1.057.498
28.963
1.086.461
waarvan inhuur externen
69.372
1.122
70.494
waarvan overige personele kosten
0
0
0
- Materiele kosten
346.253
‒ 3.463
342.790
waarvan apparaat ICT
46.983
‒ 1.147
45.836
waarvan bijdrage aan SSO's
67.848
‒ 719
67.129
waarvan overige materiele kosten
231.422
‒ 1.597
229.825
Externe Productkosten
2.101.059
154.834
2.255.893
Rentelasten
2.936
‒ 1.041
1.895
Afschrijvingskosten
20.359
‒ 1.438
18.921
- Materieel
20.199
‒ 1.438
18.761
waarvan apparaat ICT
4.609
808
5.417
waarvan overige materiele afschrijvingskosten
15.590
‒ 2.246
13.344
- Immaterieel
160
0
160
Overige lasten
8.000
0
8.000
waarvan dotaties voorzieningen
8.000
0
8.000
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
3.605.477
178.977
3.784.454
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
1.650
2.088
3.738
Agentschapsdeel Vpb-lasten
130
0
130
Saldo van baten en lasten
1.520
2.088
3.608
Dotatie aan reserve Rijksrederij
1.520
2.088
3.608
Te verdelen resultaat
0
0
0
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de begroting 2024 € 38,7 miljoen is met name veroorzaakt door:
– Overheveling van budget uit Aanleg en Vervanging en Renovatie ten behoeven van de overdracht van zij-objecten Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (€ 14,4 miljoen);
– Programmamiddelen voor het uitvoeren van het onderzoeksprogramma 2024 voor de water en bodemopgaven. Dit onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd onder de Subsidieregeling Instituten voor Toegepast Onderzoek (SITO-regeling) (€ 12,2 miljoen);
– Apparaatsmiddelen voor de extra capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA). Dit betreft alle advieswerkzaamheden die RWS uitvoert in opdracht van IenW (€ 7,6 miljoen);
– Bijdrage van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma Windenergie op zee (€ 3 miljoen). RWS werkt samen met EZK aan het realiseren van de doelstelling in de Routekaart windenergie op zee 2030;
– Bijdrage van RWS aan het programma Vernieuwing SAP ( ‒ € 7 miljoen)
– Het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen.
Omzet overige departementen
De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de begroting 2024 € 15,1 miljoen is met name veroorzaakt door de verschuiving van de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet van 2023 naar 2024. RWS ontwikkelt het Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) in opdracht van BZK. Met de verschuiving van de inwerkingtredingdatum blijft het project langer in de ontwikkelfase, waarbij de verwachting was dat DSO nu al in de beheerfase zou zitten. Als gevolg hiervan zullen de opbrengsten in 2024 hoger zijn dan bij het opstellen van de begroting 2024 werd verwacht. Daarnaast verwacht RWS ook een hogere realisatie van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER).
Omzet derden
Ten opzichte van de begroting 2023 neemt de omzet derden toe met € 43,9 miljoen. Dit is met name veroorzaakt door toename van de energie opbrengsten voor Maasvlakte 2 (€ 35 miljoen) die vanaf 2023 door RWS worden ontvangen. Dit was niet in de begroting 2024 opgenomen. Tegenover deze opbrengsten staan beheerkosten van het windmolenpark. Het positieve saldo is ter dekking van de reguliere energielasten van RWS. Daarnaast een hogere opbrengst op het verhalen van kosten door schaderijdingen en schadevaringen (€ 6,0 miljoen). Het restant betreft mutaties kleiner dan € 5 miljoen.
Saldo op ontvangen bijdragen
In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat (2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten de NUTW te splitsen in een post gerelateerd de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het Basis KwaliteitsNiveau (BKN) voor Exploitatie en Onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud» en Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».
Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten in de markt kan zetten dan het aan opbrengsten ontvangt. Op basis daarvan is het de verwachting dat het saldo € 125,4 miljoen minder zal toenemen, ten opzichte van de begroting 2024.
Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven in het kader van planstudies, Caribisch Nederland, werken voor en met partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten heeft gekregen dan werd verwacht bij het opstellen van de begroting 2024, terwijl de uitvoering van die opdrachten deels verder in de tijd ligt, waardoor de uitvoering in 2024 lager uitkomt. Als gevolg hiervan is het de verwachting dat het saldo € 65,4 miljoen minder zal afnemen ten opzichte van die begroting.
Rentebaten
Rentebaten zijn het gevolg van de gestegen rentepercentages sinds 2022, ter bestrijding van de inflatie. Deze stijging van het rentepercentage heeft zich ook voorgedaan na het opstellen van de begroting 2024, hetgeen een toename van de verwachte rentebaten verklaart. Het gaat hier om stijging van 2,9% naar 3,9%. RWS ontvangt rente op de rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën. Deze rentebaten worden ingezet om de misgelopen IBOI op het saldo op ontvangen bijdragen deels te compenseren.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten zijn toegenomen ten opzichte van de begroting 2024 komt met name door extra capaciteit in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA), Werken aan Uitvoering en de instroom in het kader van de banenafspraak arbeidsbeperkten.
De hogere inhuur ten opzichte van de begroting is met name het gevolg, krapte op de arbeidsmarkt waardoor RWS, gezien de productieopgave, een hoger beroep op inhuur moet doen dan werd ingeschat bij het opstellen van de begroting.
Externe Productkosten
De hogere externe productkosten ten opzichte van de begroting 2024 ad. € 154,8 miljoen is met name het gevolg van het inpassen van de herstelkosten voor de Prinses Margriettunnel. Daarnaast stijgen de kosten door de uitvoering van het kennisprogramma Water en Bodem 2024, programma OER, opdrachten voor het Nationaal Dataportaal Wegverkeer en toename van kosten als gevolg van schaderijdingen en schadevaringen. Voor meer informatie bij deze posten wordt verwezen naar de toelichting onder Omzet.
Rentelasten
De rentelasten zijn met ‒ € 1 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is met name het gevolg van een lagere realisatie op investeringen in 2023. Hierdoor zijn de rentelasten in 2024 lager dan verwacht.
Afschrijvingskosten
Ten opzichte van de begroting zijn de afschrijvingskosten naar beneden bijgesteld (- € 1,4 miljoen) als gevolg van de lagere realisatie van investeringen in 2023. Dit kent een doorwerking in de afschrijvingskosten in 2024.
Overige lasten
Dotatie aan reserve Rijksrederij
Het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de vaartuigen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde (waarop de tarieven worden gebaseerd) en de afschrijvings- en rentekosten (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd) is met € 2 miljoen naar boven bijgesteld. Van het totaal ad. € 11,6 miljoen wordt naar verwachting € 3,6 miljoen gedoteerd aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en € 8,0 miljoen aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen, bestemd voor groot, levensduur verlengend, onderhoud.
Tabel 27 Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat. Eerste suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd
1.
Rekening courant RHB 1 januari 2024
1.640.942
35.922
1.676.864
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
3.677.189
121.045
3.798.234
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 3.577.248
‒ 180.415
‒ 3.757.663
2
Totaal operationele kasstroom
99.941
‒ 59.370
40.571
Totaal investeringen (-/-)
‒ 59.913
3.890
‒ 56.023
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 59.913
3.890
‒ 56.023
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 17.940
2.216
‒ 15.724
Beroep op leenfaciliteit (+)
56.918
‒ 3.696
53.222
4.
Totaal financieringskasstroom
38.978
‒ 1.480
37.498
5.
Rekening courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3+4)
1.719.948
‒ 21.038
1.698.910
Toelichting
Rekening courant RHB 1 januari 2024
Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2024. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2023.
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 121,0 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen, derden en de verwachte rentebaten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet» en «Rentebaten».
De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 180,4 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Externe productkosten».
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.
Ten opzichte van de begroting zijn de investeringen naar beneden bijgesteld (- € 3,9 miljoen).
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.
De lagere aflossing op leningen is het gevolg van lagere investeringen in 2023, die een doorrekening kent in 2024 (- € 2,2 miljoen).
Het lagere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (- € 3,7 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen.
5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Tabel 28 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI Suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3) = (1) + (2) Totaal geraamd
Baten
- Omzet
105.908
9.793
115.701
waarvan omzet moederdepartement
71.752
7.961
79.713
waarvan omzet overige departementen
3.596
1.954
5.550
waarvan omzet derden
30.560
‒ 122
30.438
Rentebaten
‒
1.000
1.000
Vrijval voorzieningen
‒
‒
Bijzondere baten
‒
‒
‒
Totaal baten
105.908
10.793
116.701
Lasten
Apparaatskosten
88.839
5.108
93.947
- Personele kosten
56.349
4.032
60.381
waarvan eigen personeel
48.898
4.106
53.004
waarvan inhuur externen
7.397
‒ 75
7.322
waarvan overige personele kosten
54
‒
54
- Materiële kosten
32.490
1.077
33.567
waarvan apparaat ICT
14.179
1.335
15.514
waarvan bijdrage aan SSO's
2.490
‒ 275
2.215
waarvan overige materiële kosten
15.821
17
15.838
Rentelasten
129
129
Afschrijvingskosten
2.187
‒ 70
2.117
- Materieel
2.060
‒ 153
1.907
waarvan apparaat ICT
110
‒ 41
69
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
1.950
‒ 113
1.837
- Immaterieel
126
83
209
Overige lasten
14.857
7.214
22.071
waarvan aardobservatie
14.857
7.214
22.071
waarvan dotaties voorzieningen
‒
‒
waarvan bijzondere lasten
‒
‒
Totaal lasten
105.883
12.382
118.265
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
25
‒ 1.588
‒ 1.563
Agentschapsdeel Vpb-lasten
25
20
45
Saldo van baten en lasten
‒
‒ 1.608
‒ 1.608
Toelichting
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
Een groot deel van de stijging is te verklaren door extra baten voor aardobservatie (€ 7,2 miljoen) ten behoeve van de hogere contributie aan EUMETSAT . Deze worden deels gefinancierd vanuit een hogere bijdrage aan het agentschap KNMI (€ 3,2 miljoen), vrijgemaakt als onderdeel van de voorjaarsbesluitvorming 2024, en deels vanuit de vooruitontvangen bedragen (€ 4,0 miljoen) voor aardobservatie. Het restant (€ 0,8 miljoen) betreft loon- en prijsbijstelling (€ 2,5 miljoen) en lagere baten vanuit de vooruitontvangen bedragen voor Informatiehuishouding (€ -0,7 miljoen) en Masterplan (€ -1,0 miljoen).
Omzet overige departementen
Dit betreft extra opbrengsten vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in het kader van Seismologie (€ 1,5 miljoen) en regie op de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO; € 0,6 miljoen).
Omzet derden
Geen bijzonderheden.
Rentebaten
Door de gestegen rente wordt een rentebate verwacht van circa € 1 miljoen.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
Ten opzichte van de vastgestelde begroting wordt er meer personeel aangenomen onder andere om invulling te geven aan gestelde eisen aan de infomatiehuishouding. Tegelijkertijd bevat het nieuwe geraamde bedrag een begrote indexatie van 2,5% op het brutoloon (€ 1,0 miljoen) en een verwachte ophoging van de reservering openstaande verlofuren (€ 1,0 miljoen).
Materiële kosten
De materiële kosten apparaat ICT zijn gestegen met € 1,3 miljoen door diverse projecten. Het betreft het Early Warning Centre (€ 0,4 miljoen), het Masterplan De Bilt (€ 0,4 miljoen) en overige projecten (€ 0,5 miljoen). De lagere Bijdrage aan SSO’s van € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door lagere inhuur binnen het Rijk.
Rentelasten
Dit betreft de rentekosten op de leningen bij het Ministerie van Financien
Afschrijvingskosten
Geen bijzonderheden.
Overige lasten
De contributiekosten EUMETSAT (Aardobservatie) stijgen met € 7,2 miljoen.
Resultaat
Het begrote negatieve resultaat wordt veroorzaakt doordat voor 2024 kosten voor Informatiehuishouding en Lifecyclemanagement zijn begroot (€ 1,6 miljoen) waarvoor vorig jaar middelen aan het Eigen Vermogen zijn toegevoegd (€ 2,1 miljoen). Het Eigen Vermogen is in 2023 mede hierdoor gestegen van € 2,6 miljoen naar € 4,1 miljoen.
Tabel 29 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd
1.
Rekening-courant RHB 1 januari 2024
11.029
5.767
16.796
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
4.437
‒ 1.405
3.032
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 4.109
‒ 9.458
‒ 13.567
2.
Totaal operationele kasstroom
328
‒ 10.863
‒ 10.536
Totaal investeringen (-/-)
‒ 2.590
‒ 3.310
‒ 5.900
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
‒
3.
Totaal investeringkasstroom
‒ 2.590
‒ 3.310
‒ 5.900
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
‒
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
‒
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 1.706
‒ 402
‒ 2.108
Beroep op leenfaciliteit (+)
2.590
3.310
5.900
4.
Totaal financieringskasstroom
884
2.908
3.792
5.
Rekening-courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3)
9.650
‒ 5.498
4.152
Toelichting
Rekening courant RHB 1 januari 2024
Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2024. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2023.
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De mutatie ontvangsten operationele kasstroom betreffen lagere afschrijvingskosten (€ -0,1 miljoen), een ontvangst van het Rijksvastgoedbedrijf van € 0,9 miljoen en een verlaging van de verwachte betalingen luchtvaart van € -2,2 miljoen.
De mutatie uitgaven operationele kasstroom betreffen uitgaven voor diverse projecten voor IenW waarvoor reeds eerder middelen zijn ontvangen (€ -6,1 miljoen, inclusief aardobservatie). Daarnaast bestaan de uitgaven uit een negatief resultaat van € -1,6 miljoen en een afname van de schulden van € -1,8 miljoen.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.
Ten opzichte van de begroting zijn de investeringen naar boven bijgesteld (€ - 3,3 miljoen).
Grootste investeringen vinden plaats in de modernisering van de waarneeminfrastructuur (€ 1,7 miljoen), software voor dataleveringen Luchtvaart (€ 0,8 miljoen), vervanging diverse soorten sensoren (€ 0,7 miljoen) en vernieuwing van de windtunnel (€ 0,4 miljoen).
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van het KNMI.
De lagere aflossing op leningen is het gevolg van lagere investeringen in 2023, die een doorrekening kent in 2024. (€ - 0,4 miljoen).
Het hogere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (€ 3,3 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde hogere investeringen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.