Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTELB. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 BeleidsartikelenArtikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringenBudgettaire gevolgen van beleidArtikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaatBudgettaire gevolgen van beleidArtikel 3: Sociale vooruitgangBudgettaire gevolgen van beleidArtikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkelingArtikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzetBijlage 1: Meerjarige juridische verplichtingen
36 550 XVII Wijziging van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2023‒2024
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,E.N.A.J. Schreinemacher
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2024 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met een toelichting op de substantiële verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel (tabel 1) conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
Een hogere bezetting en prijs bij het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen leiden tot een tegenvaller binnen het ODA-budget, waardoor een herschikking van het BHOS-budget plaatsvindt. Deze meerkosten van asiel worden grotendeels bekostigd uit het bufferartikel van de BHOS-begroting in 2026 en een kasschuif vanuit 2025. Per saldo resteert in 2026 een ombuiging van EUR 288 miljoen op de BHOS-begroting. In deze eerste suppletoire begroting wordt de ombuiging op artikelniveau verwerkt en administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» op de artikelonderdelen 1.3, 2.3, 3.1, 4.3 en 5.2. Evenals bij de ombuigingen die in de begroting 2024 zijn verwerkt zijn in de berekening de intensiveringen uit het coalitieakkoord en de BHOS-nota rekenkundig ontzien. Bij een volgend begrotingsmoment wordt inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging is verwerkt en is verdeeld naar de artikelonderdelen.
Middels de extrapolatie wordt het jaar 2029 toegevoegd aan de begrotingshorizon. Hierdoor bevat het jaar 2029 in de tabellen ‘Budgettaire gevolgen van beleid’ zowel de mutaties uit deze eerste suppletoire begroting als een extrapolatie van de jaarbedragen.
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 213 miljoen en een verhoging van de geraamde ontvangsten met EUR 11,9 miljoen. De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.
Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2024
Vastgestelde begroting 2024
3 719 718
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
1.2
6 196
2) Klimaat
2.3
31 000
3) Maatschappelijk middenveld
3.3
20 000
4) Humanitaire hulp
4.1
44 000
5) Overig armoedebeleid
5.2
163 324
6) Overige mutaties
div.
‒ 51 502
Stand 1e suppletoire begroting 2024
3 932 736
Toelichting
1) In de eerste suppletoire begroting 2024 worden de uitgaven op artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie verhoogd. De verhoging komt door een structurele verhoging van de RVO-bijdrage noodzakelijk vanwege loon- en prijsbijstelling en additionele bouwkosten voor de Osaka Expo.
2) Vanuit het verdeelartikel wordt EUR 34 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van het doorlenen van trekkingsrechten aan het Resilience and Sustainability Trust van het IMF.
3) De extra toestroom van asielzoekers uit DAC-landen heeft in 2023 tot een herschikking binnen het ODA-budget geleid. Dit betekent een totale ombuiging van EUR 3,5 miljard in de periode 2023 t/m 2026 op de BHOS-begroting. Om het imago van Nederland als betrouwbare partner in ontwikkelingssamenwerking niet te schaden, was het uitgangspunt bij de verwerking van de ombuigingen dat lopende contracten niet zouden worden opengebroken. Er wordt nu bijgestuurd op het uitgavenbudget in 2024 en 2025 ter voorkoming dat contracten met partnerorganisaties onder het VMM-subsidiekader Power of Voices alsnog zouden moeten worden open gebroken na het initieel verwerken van de ODA-ombuigingen uit 2023 en verder.
4) Het uitgavenbudget voor 2024 op artikelonderdeel 4.1 neemt toe. In verband met groeiende crises wereldwijd (in o.a. Gaza en Soedan) wordt vanuit het verdeelartikel 5.4 EUR 49 miljoen overgeheveld naar het instrument Noodhulp bijdragen op artikel 4.1 ten behoeve van humanitaire hulpverlening bij acute crises. Dit bedrag wordt o.a. ingezet voor een aanvullende bijdrage voor 2024 aan het Central Emergency Response Fund (CERF) van de Verenigde Naties (VN) (EUR 10 miljoen), waarmee VN-organisaties snel kunnen inspringen op acute noden (in 2023 o.a. in Gaza, Soedan en Libië). Daarnaast wordt EUR 5 miljoen ingezet voor een bijdrage voor de VN-gezant voor wederopbouw voor Gaza, door een overheveling naar het Stabiliteitsfonds op de begroting van Buitenlandse Zaken (artikel 2.4).
5) Ten aanzien van artikelonderdeel 5.2 neemt het budget toe. Dit komt door een reservering van EUR 20 miljoen die bedoeld is voor de wederopbouw in Gaza. Bij besteding van deze reservering wordt bepaald waar in de begroting dit budget nodig is en zal waar nodig over artikelen worden overgeheveld. Daarnaast heeft het kabinet voor de jaren 2024 en 2025 additionele middelen voor niet-militaire steun aan Oekraïne beschikbaar gesteld. Deze middelen staan op artikelonderdeel 5.2. Waar nodig wordt het budget op een later moment nog naar artikel (onderdeel) overgeheveld.
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2024
Vastgestelde begroting 2024
57 815
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Teruggave Europese Investeringsbank
5.21
11 991
Stand 1e suppletoire begroting 2024
69 806
Toelichting
1) In 2024 wordt een ontvangst verwacht op artikel 5.21 vanwege een teruggave van de Europese Investeringsbank (EIB). Het betreft ongeveer EUR 12 miljoen in 2024 en in latere jaren ongeveer EUR 100.000 per jaar tot en met 2028.
3 Beleidsartikelen
Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
411.111
0
411.111
36.769
447.880
7.000
‒ 6.100
15.450
6.200
521.207
Uitgaven
601.497
0
601.497
5.596
607.093
3.803
‒ 31.085
7.100
7.100
711.179
1.1
Duurzaam handels- en investeringssysteem, inclusief MVO
35.114
0
35.114
1.500
36.614
2.000
5.100
6.200
6.200
40.556
Subsidies (regelingen)
19.729
0
19.729
1.500
21.229
‒ 2.500
3.100
6.200
6.200
24.767
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
15.506
0
15.506
0
15.506
‒ 4.500
‒ 2.000
0
0
15.875
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
4.223
0
4.223
1.500
5.723
2.000
5.100
6.200
6.200
8.892
Opdrachten
2.281
0
2.281
0
2.281
0
0
0
0
2.294
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
2.281
0
2.281
0
2.281
0
0
0
0
2.294
Bijdrage aan agentschappen
1.909
0
1.909
0
1.909
0
0
0
0
2.300
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
1.909
0
1.909
0
1.909
0
0
0
0
2.300
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
11.195
0
11.195
0
11.195
4.500
2.000
0
0
11.195
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
5.000
0
5.000
0
5.000
4.500
2.000
0
0
5.000
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA)
6.195
0
6.195
0
6.195
0
0
0
0
6.195
1.2
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
98.273
0
98.273
6.196
104.469
3.903
4.000
3.000
3.000
95.273
Subsidies (regelingen)
30.781
0
30.781
0
30.781
0
0
0
0
30.781
Programma's internationaal ondernemen
10.000
0
10.000
0
10.000
0
0
0
0
10.000
Versterking concurrentiepositie Nederland
6.502
0
6.502
0
6.502
0
0
0
0
6.502
Invest Internationaal
9.780
0
9.780
0
9.780
0
0
0
0
9.780
Dutch Trade and Investment Fund
4.499
0
4.499
0
4.499
0
0
0
0
4.499
Garanties
1.500
0
1.500
0
1.500
0
0
0
0
1.500
Dutch Trade and Investment Fund
1.500
0
1.500
0
1.500
0
0
0
0
1.500
Opdrachten
20.752
0
20.752
3.196
23.948
903
1.000
0
0
14.752
Programma's internationaal ondernemen
10.566
0
10.566
650
11.216
0
0
0
0
10.566
Dutch Trade and Investment Fund
4.186
0
4.186
0
4.186
0
0
0
0
4.186
Wereldtentoonstelling
6.000
0
6.000
2.546
8.546
903
1.000
0
0
0
Bijdrage aan agentschappen
45.240
0
45.240
3.000
48.240
3.000
3.000
3.000
3.000
48.240
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
45.240
0
45.240
3.000
48.240
3.000
3.000
3.000
3.000
48.240
1.3
Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
468.110
0
468.110
‒ 2.100
466.010
‒ 2.100
‒ 40.185
‒ 2.100
‒ 2.100
575.350
Subsidies (regelingen)
169.690
0
169.690
22.353
192.043
17.900
18.325
16.575
19.050
209.800
Marktontwikkeling en markttoegang
15.450
0
15.450
‒ 400
15.050
‒ 400
‒ 400
‒ 400
‒ 400
20.050
Economic governance and institutions
19.900
0
19.900
0
19.900
0
0
0
0
22.400
Financiële sector ontwikkeling
36.105
0
36.105
30.270
66.375
26.630
21.750
20.850
22.550
71.550
Infrastructuurontwikkeling
32.300
0
32.300
‒ 5.000
27.300
‒ 5.000
0
0
0
34.100
Duurzame productie en handel
44.890
0
44.890
‒ 2.100
42.790
‒ 2.100
‒ 2.100
‒ 2.100
‒ 2.100
49.700
(Jeugd)werkgelegenheid
9.000
0
9.000
0
9.000
0
0
0
0
9.000
Nexus onderwijs en werk
7.065
0
7.065
‒ 1.937
5.128
‒ 230
300
0
0
0
Lokale private sector ontwikkeling
4.980
0
4.980
1.520
6.500
‒ 1.000
‒ 1.225
‒ 1.775
‒ 1.000
3.000
Leningen
38.873
0
38.873
0
38.873
0
0
0
0
85.000
Infrastructuurontwikkeling
8.873
0
8.873
0
8.873
0
0
0
0
10.000
Financiële sector ontwikkeling
30.000
0
30.000
0
30.000
0
0
0
0
75.000
Garanties
10.000
0
10.000
0
10.000
0
0
0
0
10.000
Financiële sector ontwikkeling
10.000
0
10.000
0
10.000
0
0
0
0
10.000
Opdrachten
58.000
0
58.000
0
58.000
0
0
0
0
63.350
Marktontwikkeling en markttoegang
12.000
0
12.000
0
12.000
0
0
0
0
12.000
Economic governance and institutions
17.000
0
17.000
0
17.000
0
0
0
0
17.000
Financiële sector ontwikkeling
1.000
0
1.000
0
1.000
0
0
0
0
1.000
Infrastructuurontwikkeling
1.750
0
1.750
0
1.750
0
0
0
0
1.750
(Jeugd)werkgelegenheid
26.250
0
26.250
0
26.250
0
0
0
0
31.600
Bijdrage aan agentschappen
24.000
0
24.000
0
24.000
0
0
0
0
26.000
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
24.000
0
24.000
0
24.000
0
0
0
0
26.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
167.547
0
167.547
‒ 24.453
143.094
‒ 20.000
‒ 20.425
‒ 18.675
‒ 21.150
181.200
International Labour Organisation
5.700
0
5.700
0
5.700
0
0
0
0
5.700
Lokale private sector ontwikkeling
39.341
0
39.341
1.421
40.762
1.500
725
2.475
0
35.150
Marktontwikkeling en markttoegang
15.767
0
15.767
400
16.167
400
400
400
400
18.600
Partnershipprogramma ILO
6.500
0
6.500
‒ 50
6.450
‒ 50
950
950
950
6.450
Economic governance and institutions
6.000
0
6.000
0
6.000
0
0
0
0
6.000
Financiële sector ontwikkeling
16.000
0
16.000
0
16.000
0
0
0
0
16.000
Infrastructuurontwikkeling
68.499
0
68.499
‒ 26.634
41.865
‒ 20.000
‒ 20.000
‒ 20.000
‒ 20.000
93.300
Nexus onderwijs en werk
9.740
0
9.740
410
10.150
‒ 1.850
‒ 2.500
‒ 2.500
‒ 2.500
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
‒ 38.085
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
‒ 38.085
0
0
0
Ontvangsten
14.000
0
14.000
0
14.000
0
0
0
0
14.000
Tabel 5 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2024
2024
2024
2024
2024
2025
2026
2027
2028
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
411 111
0
411 111
36 769
447 880
0
0
0
0
garantieverplichtingen
100 000
0
100 000
0
100 000
overige verplichtingen
311 111
0
311 111
36 769
347 880
Toelichting
VerplichtingenIn de eerste suppletoire begroting 2024 worden de verplichtingen op artikel 1 verhoogd o.a. voor het uitvoeren van het toezicht op de IMVO-wetgeving (CSDDD richtlijn) en voor nieuwe programma's bij de ambassades. In 2025 stijgt het budget door nieuwe verplichtingen in het kader van Osaka Expo en hogere uitvoeringskosten RVO vanwege loon en prijspeil aanpassingen. Verder wordt het verplichtingenbudget in 2026 naar beneden bijgesteld door een verlaging van het verplichtingenbudget van de ambassades en het doorschuiven van de ILO bijdrage naar 2027. In 2028 wordt het verplichtingenbudget verhoogd door nieuwe verplichtingen voor ILO en de bijdrage aan RVO. De mutatie voor 2029 betreft de toevoeging van het gehele verplichtingenbudget.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen zijn voor 89% juridisch verplicht (stand midden april 2024).Artikelonderdeel 1.1In de eerste suppletoire begroting 2024 worden de uitgaven op artikel 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem, inclusief MVO structureel verhoogd in het kader van de uitvoering van het toezicht op de IMVO-wetgeving (CSDDD-richtlijn) en de anti-dwangarbeidverordening (FLR). De CSDDD-richtlijn verplicht grote bedrijven misstanden in hun waardeketen op mens en milieu in kaart te brengen en aan te pakken. Verder ziet de anti-dwangarbeidverordening erop toe dat producten die gemaakt worden met dwangarbeid verboden worden en niet meer op de EU-markt gebracht worden.
Artikelonderdeel 1.2In de eerste suppletoire begroting 2024 worden de uitgaven op artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie verhoogd. De verhoging komt door een structurele verhoging van de RVO bijdrage, additionele bouwkosten voor de Osaka Expo en door een overheveling voor de doorlopende bijdrage aan RVO (Netherlands Branding programma). Verder worden de uitgave o.a. in 2025 en 2026 verhoogd in het kader van Osaka Expo.Nog te verdelenAls gevolg van de hogere bezetting en prijs bij het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op het ODA-budget van artikel 1 wordt EUR 38 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 1.3. Bij een volgend begrotingsmoment kan en zal inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging uiteindelijk zal worden verwerkt en verdeeld naar de artikelonderdelen.
Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
753.948
0
753.948
524.501
1.278.449
‒ 27.766
61.219
11.002
27.502
804.139
Uitgaven
905.844
0
905.844
28.943
934.787
‒ 57
‒ 74.324
43
43
1.141.825
2.1
Voedselzekerheid
392.345
0
392.345
0
392.345
0
0
0
0
439.295
Subsidies (regelingen)
97.202
0
97.202
9.230
106.432
30.300
19.250
4.500
‒ 10.700
91.000
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
13.000
0
13.000
0
13.000
0
‒ 3.000
0
0
20.000
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sector
10.000
0
10.000
10.000
20.000
10.000
10.000
10.000
0
21.000
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
3.000
0
3.000
0
3.000
0
0
0
0
3.000
Uitbannen huidige honger en voeding
19.000
0
19.000
0
19.000
0
0
‒ 14.400
‒ 14.000
12.000
Voedselzekerheid
52.202
0
52.202
‒ 770
51.432
20.300
12.250
8.900
3.300
35.000
Opdrachten
23.000
0
23.000
‒ 8.272
14.728
‒ 9.000
‒ 9.000
‒ 12.700
‒ 12.500
16.500
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
13.000
0
13.000
‒ 1.000
12.000
0
0
‒ 3.700
‒ 4.000
15.000
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
10.000
0
10.000
‒ 7.272
2.728
‒ 9.000
‒ 9.000
‒ 9.000
‒ 8.500
1.500
Bijdrage aan agentschappen
3.132
0
3.132
0
3.132
0
0
0
0
3.795
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
3.132
0
3.132
0
3.132
0
0
0
0
3.795
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
269.011
0
269.011
‒ 958
268.053
‒ 21.300
‒ 10.250
8.200
23.200
328.000
Voedselzekerheid
131.854
0
131.854
13.792
145.646
10.475
12.300
33.200
38.700
173.000
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
24.000
0
24.000
0
24.000
‒ 4.000
0
‒ 19.000
‒ 10.000
45.000
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sector
40.500
0
40.500
0
40.500
‒ 10.000
‒ 5.200
0
2.500
61.000
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
26.000
0
26.000
0
26.000
0
0
0
0
27.000
Uitbannen huidige honger en voeding
46.657
0
46.657
‒ 14.750
31.907
‒ 17.775
‒ 17.350
‒ 6.000
‒ 8.000
22.000
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.2
Water
194.164
0
194.164
‒ 2.057
192.107
‒ 2.057
‒ 2.057
‒ 2.057
‒ 2.057
231.657
Subsidies (regelingen)
55.158
0
55.158
‒ 557
54.601
‒ 7.687
‒ 1.877
3.043
4.693
75.179
Waterbeheer
27.119
0
27.119
2.293
29.412
1.443
2.443
2.943
3.693
38.500
Drinkwater en sanitatie
28.039
0
28.039
‒ 2.850
25.189
‒ 9.130
‒ 4.320
100
1.000
36.679
Opdrachten
5.250
0
5.250
‒ 1.500
3.750
‒ 500
0
‒ 2.000
250
4.378
Waterbeheer
5.250
0
5.250
‒ 1.500
3.750
‒ 500
0
‒ 2.000
250
4.378
Bijdrage aan agentschappen
2.000
0
2.000
0
2.000
0
0
0
0
2.000
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
2.000
0
2.000
0
2.000
0
0
0
0
2.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
131.756
0
131.756
0
131.756
6.130
‒ 180
‒ 3.100
‒ 7.000
150.100
Waterbeheer
89.656
0
89.656
‒ 4.000
85.656
‒ 470
‒ 5.780
‒ 3.100
‒ 7.000
89.600
Drinkwater en sanitatie
42.100
0
42.100
4.000
46.100
6.600
5.600
0
0
60.500
2.3
Klimaat
319.335
0
319.335
31.000
350.335
2.000
‒ 72.267
2.100
2.100
470.873
Subsidies (regelingen)
98.882
0
98.882
‒ 1.677
97.205
37.200
41.200
49.200
49.200
143.400
Klimaat algemeen
32.882
0
32.882
123
33.005
0
0
0
0
32.400
Hernieuwbare energie
26.000
0
26.000
0
26.000
0
0
0
0
26.000
Dutch Fund for Climate and Development
40.000
0
40.000
‒ 30.000
10.000
0
0
0
0
40.000
Bosbehoud
0
0
0
28.200
28.200
37.200
41.200
49.200
49.200
45.000
Bijdrage aan agentschappen
3.400
0
3.400
0
3.400
0
0
0
0
3.400
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
3.400
0
3.400
0
3.400
0
0
0
0
3.400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
217.053
0
217.053
32.677
249.730
‒ 35.200
‒ 39.200
‒ 47.100
‒ 47.100
324.073
Contributie IZA/IZT
357
0
357
1
358
1
1
1
1
358
Klimaatprogramma's (non-ODA)
1.595
0
1.595
‒ 100
1.495
‒ 100
‒ 100
0
0
1.555
Klimaat algemeen
150.459
0
150.459
‒ 139.224
11.235
‒ 222.101
‒ 247.101
‒ 257.101
‒ 257.101
19.018
Hernieuwbare energie
56.000
0
56.000
0
56.000
0
0
0
0
86.000
UNEP
8.642
0
8.642
0
8.642
0
0
0
0
7.142
Bosbehoud
0
0
0
11.000
11.000
22.000
28.000
30.000
30.000
30.000
Multilaterale klimaatfondsen
0
0
0
127.000
127.000
165.000
180.000
180.000
180.000
180.000
Resilience and Sustainability Trust
0
0
0
34.000
34.000
0
0
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
‒ 74.267
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
‒ 74.267
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
VerplichtingenHet verplichtingenbudget in 2024 neemt toe met EUR 524,5 miljoen. De grootste posten zijn het afsluiten van het Food Systems Resilience Program met de Wereldbank voor Oost en Zuidelijk Afrika, dit betreft een verplichting van EUR 173 miljoen (2024-2030). In 2024 wordt een vervolg gegeven aan de 10 jaar Nederlandse inzet om beschikbaarheid van goede kwaliteit zaaigoed in Afrika te verbeteren, EUR 100 miljoen (2024-2034). Daarnaast is er EUR 10,5 miljoen verplichtingenbudget overgemaakt vanuit 1.3 naar 2.3 voor het National Initiatives for Sustainable & Climate Smart Oil Palm Smallholders (NISCOPS) programma van IDH. Bovendien is het verplichtingenbudget verhoogd in het kader van de bijdrage aan het International Fund for Agricultural Development (IFAD) voor EUR 128 miljoen en voor EUR 34 miljoen om het doorlenen van trekkingsrechten aan het Resilience and Sustainability Trust (RST) van het IMF mogelijk te maken. Tot slot wijzigt het verplichtingenbudget door diverse lokale projecten voor EUR 79 miljoen.
UitgavenDe uitgaven voor 2024 op artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat zijn voor 95% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 2.3Vanuit het verdeelartikel wordt EUR 34 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van het doorlenen van trekkingsrechten aan het Resilience and Sustainability Trust van het IMF. Deze reservering doet daarmee recht aan de toezegging aan het kamerlid Hirsch bij de begrotingsbehandeling 2024 om binnen de begroting een substantieel bedrag vrij te maken voor de aanpak van grondoorzaken van armoede en irreguliere migratie. De Resilience & Sustainability Trust helpt lage-inkomenslanden en kwetsbare middeninkomenslanden weerbaarheid op te bouwen tegen externe schokken als klimaatverandering en verzekert op deze wijze duurzame groei. De trust voorziet daarmee in betaalbare financiering van de bestrijding van de grondoorzaken van armoede.
Nog te verdelenAls gevolg van de hogere bezetting en prijs bij het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op artikel 2 wordt EUR 74 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 2.3. Bij een volgend begrotingsmoment kan en zal inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging uiteindelijk zal worden verwerkt en verdeeld naar de artikelonderdelen.
Artikel 3: Sociale vooruitgang
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
309.676
0
309.676
64.224
373.900
‒ 91.342
110.660
43.577
‒ 74.123
383.272
Uitgaven
802.998
0
802.998
21.725
824.723
6.725
‒ 70.234
2.155
2.155
900.134
3.1
Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
508.537
0
508.537
1.725
510.262
1.725
‒ 70.234
2.155
2.155
558.939
Subsidies (regelingen)
201.576
0
201.576
9.618
211.194
2.765
‒ 613
‒ 5.139
‒ 6.254
271.840
Mondiale gezondheid en SRGR
201.576
0
201.576
9.618
211.194
2.765
‒ 613
‒ 5.139
‒ 6.254
271.840
Opdrachten
17.825
0
17.825
0
17.825
0
0
0
0
17.975
Mondiale gezondheid en SRGR
17.825
0
17.825
0
17.825
0
0
0
0
17.975
Bijdrage aan agentschappen
139
0
139
0
139
0
0
0
0
100
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
139
0
139
0
139
0
0
0
0
100
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
288.997
0
288.997
‒ 7.893
281.104
‒ 1.040
2.768
7.294
8.409
269.024
WHO/PAHO
6.713
0
6.713
409
7.122
409
409
409
409
7.122
Mondiale gezondheid en SRGR
184.882
0
184.882
‒ 8.302
176.580
‒ 1.449
2.359
6.885
8.000
164.500
UNFPA
60.000
0
60.000
0
60.000
0
0
0
0
60.000
UNAIDS
23.000
0
23.000
0
23.000
0
0
0
0
23.000
Partnershipprogramma WHO
14.402
0
14.402
0
14.402
0
0
0
0
14.402
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
‒ 72.389
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
‒ 72.389
0
0
0
3.2
Vrouwenrechten en gendergelijkheid
47.609
0
47.609
0
47.609
0
0
0
0
52.439
Subsidies (regelingen)
34.109
0
34.109
0
34.109
0
0
0
0
46.439
Vrouwenrechten
34.109
0
34.109
0
34.109
0
0
0
0
46.439
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
13.500
0
13.500
0
13.500
0
0
0
0
6.000
Vrouwenrechten
7.500
0
7.500
0
7.500
0
0
0
0
0
UNWOMEN
6.000
0
6.000
0
6.000
0
0
0
0
6.000
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.3
Maatschappelijk middenveld
182.859
0
182.859
20.000
202.859
5.000
0
0
0
219.206
Subsidies (regelingen)
167.592
0
167.592
15.870
183.462
3.843
5.345
5.345
5.345
217.056
Versterking maatschappelijk middenveld
167.592
0
167.592
15.870
183.462
3.843
5.345
5.345
5.345
217.056
Opdrachten
7.282
0
7.282
0
7.282
0
0
0
0
2.000
Versterking maatschappelijk middenveld
6.000
0
6.000
0
6.000
0
0
0
0
2.000
Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds
1.282
0
1.282
0
1.282
0
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
7.985
0
7.985
4.130
12.115
1.157
‒ 5.345
‒ 5.345
‒ 5.345
150
Versterking maatschappelijk middenveld
7.985
0
7.985
4.130
12.115
1.157
‒ 5.345
‒ 5.345
‒ 5.345
150
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.4
Onderwijs
63.993
0
63.993
0
63.993
0
0
0
0
69.550
Subsidies (regelingen)
1.500
0
1.500
0
1.500
0
0
0
0
0
Onderzoeksprogramma's
1.500
0
1.500
0
1.500
0
0
0
0
0
Opdrachten
60.140
0
60.140
0
60.140
0
0
0
0
69.550
Onderwijs
200
0
200
0
200
0
0
0
0
100
Onderzoeksprogramma's
2.000
0
2.000
0
2.000
0
0
0
0
1.500
Hoger Onderwijs
57.940
0
57.940
0
57.940
0
0
0
0
67.950
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
2.353
0
2.353
0
2.353
0
0
0
0
0
Onderwijs
2.353
0
2.353
0
2.353
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
VerplichtingenIn 2024 is er per saldo sprake van een verhoging van het verplichtingenbudget, voornamelijk toe te schrijven aan de uitvoering van landenprogramma’s in Benin, Oeganda en Burundi. In Benin is een voor 2023 geplande activiteit op het gebied van veilige abortus uitgesteld naar 2024 en wordt het UNFPA programma voor seksuele voorlichting aan jongeren verlengd voor een nieuwe fase van vijf jaar. De ophoging van het verplichtingenbudget in Oeganda is vooral voor de nieuwe fase van UNFPA’s ANSWER-programma. In Burundi wordt een meerjarige verplichting aangegaan in verband met de samenwerking met de universiteit in Burundi als onderdeel van het SRGR-programma.
Het verplichtingenbudget in 2025 gaat omlaag en in 2026 omhoog vanwege het doorschuiven van het UNAIDS arrangement welke nu voor 2026 is gepland. Hierdoor wijzigt de verplichtingenruimte wat in 2028 tot een verlaging leidt.
In aanvulling daarop verhoogt het verplichtingenbudget in 2026 en in 2027 vanwege de continuering van het HIV/AIDS-programma in Mozambique.
De verlaging in 2028 van het van verplichtingenbudget is vanwege de aanpassingen van het verplichtingenritme voor UNAIDS arrangement als toegelicht bij 2025.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 3 Sociale vooruitgang zijn voor 85% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 3.1Er is sprake van een per saldo verhoging van uitgaven op Global Health voor de jaren 2024 tot en met 2029 vanwege een overheveling vanuit beleidsartikel 2.2 voor een bijdrage aan het Global Analysis and Assessment of Sanitation and Drinking Water programma van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/GLAAS).
Artikelonderdeel 3.3Er wordt bijgestuurd op het uitgavenbudget in 2024 en 2025 ter voorkoming dat contracten met partnerorganisaties onder het VMM-subsidiekader Power of Voices zouden moeten worden open gebroken na het initieel verwerken van de ODA-ombuigingen uit 2023 en verder vanwege de forse asieltegenvaller bij voorjaarsnota 2023.
Nog te verdelenAls gevolg van de hogere bezetting en prijs bij het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op artikel 3 wordt EUR 72 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 3.1. Bij een volgend begrotingsmoment wordt inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging is verwerkt en is verdeeld naar de artikelonderdelen.
Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
531.190
15.000
546.190
531.578
1.077.768
‒ 532.998
397.752
‒ 79.099
‒ 36.000
750.187
Uitgaven
1.012.165
15.000
1.027.165
43.802
1.070.967
‒ 198
‒ 76.799
‒ 99
0
1.112.260
4.1
Humanitaire Hulp
520.017
15.000
535.017
44.000
579.017
0
0
0
0
520.017
Subsidies (regelingen)
117.000
0
117.000
5.000
122.000
5.000
5.000
5.000
5.000
122.000
Noodhulpprogramma's
117.000
0
117.000
5.000
122.000
5.000
5.000
5.000
5.000
122.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
403.017
15.000
418.017
39.000
457.017
‒ 5.000
‒ 5.000
‒ 5.000
‒ 5.000
398.017
Noodhulpprogramma's
288.000
15.000
303.000
39.000
342.000
‒ 5.000
‒ 5.000
‒ 5.000
‒ 5.000
283.000
Noodhulpprogramma's non-ODA
1.017
0
1.017
0
1.017
0
0
0
0
1.017
UNHCR
35.000
0
35.000
0
35.000
0
0
0
0
35.000
UNRWA
19.000
0
19.000
0
19.000
0
0
0
0
19.000
Wereldvoedselprogramma
60.000
0
60.000
0
60.000
0
0
0
0
60.000
4.2
Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
291.295
0
291.295
0
291.295
0
0
0
0
357.000
Subsidies (regelingen)
5.000
0
5.000
10.500
15.500
10.500
9.000
8.000
8.000
13.000
Opvang in de regio
5.000
0
5.000
7.500
12.500
7.500
6.000
5.000
5.000
10.000
Migratie en ontwikkeling
0
0
0
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
286.295
0
286.295
‒ 10.500
275.795
‒ 10.500
‒ 9.000
‒ 8.000
‒ 8.000
344.000
Opvang in de regio
227.295
0
227.295
‒ 7.500
219.795
‒ 7.500
‒ 6.000
‒ 5.000
‒ 5.000
288.000
Migratie en ontwikkeling
59.000
0
59.000
‒ 3.000
56.000
‒ 3.000
‒ 3.000
‒ 3.000
‒ 3.000
56.000
4.3
Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
200.853
0
200.853
‒ 198
200.655
‒ 198
‒ 76.799
‒ 99
0
235.243
Subsidies (regelingen)
57.653
0
57.653
‒ 2.200
55.453
0
0
0
0
76.438
Legitieme stabiliteit
7.000
0
7.000
0
7.000
0
0
0
0
18.950
Inclusieve vredes- en politieke processen
15.500
0
15.500
0
15.500
0
0
0
0
13.000
Functionerende rechtsorde
35.153
0
35.153
‒ 2.200
32.953
0
0
0
0
44.488
Opdrachten
1.500
0
1.500
0
1.500
0
0
0
0
1.500
Inclusieve vredes- en politieke processen
1.500
0
1.500
0
1.500
0
0
0
0
1.500
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
141.700
0
141.700
2.002
143.702
‒ 198
‒ 198
‒ 99
0
157.305
Legitieme stabiliteit
4.000
0
4.000
0
4.000
0
0
0
0
12.000
Functionerende rechtsorde
101.200
0
101.200
2.002
103.202
‒ 198
‒ 198
‒ 99
0
103.000
Inclusieve vredes- en politieke processen
36.500
0
36.500
0
36.500
0
0
0
0
42.305
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
‒ 76.601
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
‒ 76.601
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
VerplichtingenHet verplichtingenbudget voor 2024 wordt verhoogd, met name doordat een deel van de verplichtingen (EUR 250 miljoen) voor het Prospects 2 programma niet in 2023 maar in 2024 wordt aangegaan. Dit gebeurt meerjarig budgetneutraal doordat de verplichtingenbudgetten voor 2025 t/m 2029 worden verlaagd (totaal EUR 100 miljoen) en door onderbesteding op het verplichtingenbudget voor 2023 (EUR 150 miljoen). Daarnaast wordt het verplichtingenbudget voor 2024 opgehoogd in verband met de subsidietender Contributing to Peaceful and Safe Societies en de subsidietender Migration and Displacement gezien de verschuiving van het moment van toekennen van 2023 naar 2024.
Tot slot vinden verplichtingenschuiven plaats van 2025 naar 2026 (totaal EUR 456 miljoen) doordat de meerjarige verplichtingen voor UNHCR, UNRWA en WFP in 2026 zullen worden aangegaan. Aangezien de daaropvolgende verplichtingen in 2030 zijn voorzien, wordt het verplichtingenbudget voor 2029 naar beneden bijgesteld.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame economische ontwikkeling zijn voor 78% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 4.1
Het uitgavenbudget voor 2024 op artikelonderdeel 4.1 neemt toe. In verband met groeiende crises wereldwijd (in o.a. Gaza en Soedan) wordt vanuit verdeelartikel 5.4 EUR 49 miljoen overgeheveld naar het instrument Noodhulp bijdragen op artikel 4.1 ten behoeve van humanitaire hulpverlening bij acute crises. Dit bedrag wordt o.a. ingezet voor een aanvullende bijdrage voor 2024 aan het Central Emergency Response Fund (CERF) van de Verenigde Naties (VN) (EUR 10 miljoen), waarmee VN-organisaties snel kunnen inspringen op acute noden (in 2023 o.a. in Gaza, Soedan en Libië). Daarnaast wordt EUR 5 miljoen ingezet voor een bijdrage voor de VN-gezant voor wederopbouw voor Gaza, door een overheveling naar het Stabiliteitsfonds op de begroting van Buitenlandse Zaken (artikel 2.4).
Artikelonderdeel 4.2Binnen artikelonderdeel 4.2 verschuiven budgetten van het instrument bijdragen naar subsidies, met name in verband met toekenningen op het subsidiebeleidskader Migration and Displacement.
Nog te verdelenAls gevolg van de hogere bezetting en prijs bij het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op artikel 4 wordt EUR 77 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 4.3. Bij een volgend begrotingsmoment wordt inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging is verwerkt en is verdeeld naar de artikelonderdelen.
Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Art.
Verplichtingen
67.954
64.000
131.954
1.118.080
1.250.034
6.996
264.080
80
‒ 1.627
130.238
Uitgaven
318.214
64.000
382.214
112.952
495.166
85.369
‒ 223.404
88.504
29.313
2.404.097
5.1
Multilaterale samenwerking
218.595
62.000
280.595
8.900
289.495
‒ 126
2.690
1.371
1.694
235.942
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
218.595
62.000
280.595
8.900
289.495
‒ 126
2.690
1.371
1.694
235.942
UNIDO
1.950
0
1.950
0
1.950
0
0
0
0
1.950
UNDP
39.000
0
39.000
0
39.000
0
0
0
0
30.000
UNICEF
44.000
0
44.000
0
44.000
0
0
0
0
33.000
Speciale multilaterale activiteiten
14.587
0
14.587
0
14.587
0
0
0
0
54.077
Assistent deskundigenprogramma
9.000
0
9.000
0
9.000
0
0
0
0
9.000
Internationale Financiële Instellingen
14.158
0
14.158
8.900
23.058
0
0
0
0
8.324
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen
87.789
0
87.789
0
87.789
‒ 126
2.690
1.371
1.694
91.480
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken
8.111
0
8.111
0
8.111
0
0
0
0
8.111
Bijdrage aan IFI's voor steun Oekraïne
0
62.000
62.000
0
62.000
0
0
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.2
Overig armoedebeleid
92.376
2.000
94.376
163.324
257.700
251.379
‒ 22.946
72
‒ 928
112.044
Subsidies (regelingen)
9.948
0
9.948
‒ 2.081
7.867
‒ 800
‒ 800
‒ 658
‒ 658
9.307
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
9.298
0
9.298
‒ 2.081
7.217
‒ 800
‒ 800
‒ 658
‒ 658
8.657
Nationale SDG implementatie
650
0
650
0
650
0
0
0
0
650
Opdrachten
200
2.000
2.200
148.090
150.290
252.090
90
90
90
290
Nationale SDG implementatie
200
0
200
90
290
90
90
90
90
290
Programmamiddelen Oekraïne - In-kind steun
0
2.000
2.000
0
2.000
0
0
0
0
0
Programmamiddelen Oekraïne
0
0
0
148.000
148.000
252.000
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
82.228
0
82.228
‒ 2.685
79.543
89
4.099
640
‒ 360
102.447
UNESCO
4.400
0
4.400
0
4.400
0
0
0
0
4.400
Diverse ondersteunende activiteiten
8.993
0
8.993
‒ 4.518
4.475
‒ 2.018
2.190
‒ 1.018
‒ 1.018
22.618
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
300
0
300
2.081
2.381
800
800
658
658
658
Schuldverlichting
68.285
0
68.285
‒ 6.500
61.785
0
0
0
0
74.521
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking
250
0
250
0
250
0
0
0
0
250
Verdragsmiddelen Suriname
0
0
0
6.252
6.252
1.307
1.109
1.000
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
20.000
20.000
0
‒ 26.335
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
20.000
20.000
0
‒ 26.335
0
0
0
5.4
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen BNI en/of toerekeningen
7.243
0
7.243
‒ 59.272
‒ 52.029
‒ 165.884
‒ 203.148
87.061
28.547
2.056.111
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen BNI en/of toerekeningen
7.243
0
7.243
‒ 59.272
‒ 52.029
‒ 165.884
‒ 203.148
87.061
28.547
2.056.111
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen BNI en/of toerekeningen
7.243
0
7.243
‒ 59.272
‒ 52.029
‒ 165.884
‒ 203.148
87.061
28.547
2.056.111
Ontvangsten
43.815
0
43.815
11.991
55.806
99
100
101
102
27.922
Tabel 10 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2024
2024
2024
2024
2024
2025
2026
2027
2028
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
67 954
64 000
131 954
1 118 080
1 250 034
0
0
0
0
garantieverplichtingen
0
915 000
915 000
overige verplichtingen
67 954
64 000
131 954
203 080
335 034
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget neemt in 2024 toe. Dit heeft een aantal oorzaken. EUR 30 miljoen heeft te maken met reguliere middelenaanvullingen voor het Asian Development Fund en met kapitaalverhoging van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank. Daarnaast betreft het een verhoging van EUR 62 miljoen die samenhangt met de bijdrage van Nederland aan het Special Program for Ukraine and Moldova Recovory (SPUR), welke in de Nota van Wijziging op de begroting ook is toegelicht. In latere jaren wordt op artikelonderdeel 5.1 een aantal verplichtingen een jaar naar achteren geschoven. Het gaat dan om de meerjarige aanvullende bijdragen voor UNDP en UNICEF. Verder stijgt op artikelonderdeel 5.2 in 2025 en 2026 het verplichtingenbudget omdat in die jaren een meerjarige bijdrage aan het Debt Sustainability Framework (DSF) en de Arrears Clearence van de Wereldbank-IDA worden vastgelegd. Ook wordt het verplichtingenbudget verhoogd vanwege additionele middelen ten behoeve van steun aan Oekraïne (zie onder uitgaven).
Tot slot heeft het kabinet besloten om de garantie aan de African Development Bank te verhogen met maximaal EUR 915 miljoen. Dit leidt tot een verhoging van de garantieverplichtingen. Voor details over deze garantieverhoging wordt verwezen naar het toetsingskader en de begeleidende kamerbrief, welke aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet zijn voor 48% juridisch verplicht (stand midden april 2024). Van het budget in 2024 is 27% beleidsmatig gerserveerd ten behoeve van niet-militaire steun aan Oekraïne.
Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 5.1 neemt toe. Dit is met name te verklaren door de extra bijdrage aan het SPUR, welke in de nota van wijziging op de begroting 2024 is toegelicht.
Ten aanzien van artikelonderdeel 5.2 neemt het budget toe. Dit komt door een reservering van EUR 20 miljoen op nog te verdelen die bedoeld is voor de wederopbouw in o.a. Gaza. Bij besteding van deze reservering wordt bepaald waar in de begroting dit budget nodig is en zal waar nodig over artikelen worden overgeheveld. Deze reservering doet daarmee recht aan de toezegging aan het kamerlid Hirsch bij begrotingsbehandeling. Daarnaast heeft het kabinet voor de jaren 2024 en 2025 additionele middelen voor niet-militaire steun aan Oekraïne beschikbaar gesteld. Deze middelen staan op artikelonderdeel 5.2. Indien nodig worden deze middelen bij inzet naar het juiste artikel(onderdeel) overgeheveld.
Kosten eerstejaarsopvang asielzoekers
Een hogere bezetting en prijs bij het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen leiden tot een tegenvaller binnen het ODA-budget wat leidt tot een herschikking van het BHOS-budget. Deze meerkosten van asiel worden grotendeels bekostigd uit het bufferartikel 5.4 van de BHOS-begroting in 2026 en een kasschuif vanuit 2025. Per saldo resteert in 2026 een ombuiging van EUR 288 miljoen op de BHOS-begroting. De meerkosten worden overgeboekt naar de begroting van JenV.
Ontvangsten
In 2024 wordt een ontvangst verwacht vanwege een teruggave van de Europese Investeringsbank (EIB). Het betreft ongeveer EUR 12 miljoen in 2024 en in latere jaren ongeveer EUR 100.000 per jaar tot en met 2028.
Nog te verdelen
Als gevolg van de hogere bezetting en prijs bij het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op artikel 5 wordt EUR 26 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 5.2. Bij een volgend begrotingsmoment wordt inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging is verwerkt en is verdeeld naar de artikelonderdelen.
Ontwikkelingen verdeelartikel 5.4
Hieronder wordt een overzicht gepresenteerd van de mutaties die hebben plaatsgevonden op het verdeelartikel. Het totaal van de tabel komt overeen met de mutatie die is opgenomen in de eerste suppletoire begroting.
Tabel 11 Ontwikkelingen verdeelartikel 5.4 2024
Omschrijving
Mutatie
Aanpassing bni raming
68.182
Overboeking binnen BHOS-begroting
‒ 130.822
Desaldering
11.991
Aanpassing asielraming
20.271
HGIS besluitvorming
‒ 41.476
Overige
12.582
Totaal
-59.272
Toelichting:
– Vanwege de koppeling met het Bruto Nationaal Inkomen neemt het ODA-budget toe.
– Er wordt ongeveer EUR 131 miljoen vanuit het verdeelartikel elders ingezet op de BHOS-begroting. Dit betreft met name EUR 60 miljoen voor humanitaire hulp inclusief een reservering voor wederopbouw Gaza ter hoogte van EUR 20 miljoen. Daarnaast wordt EUR 34 miljoen vanuit het verdeelartikel beschikbaar gesteld ten behoeve van het doorlenen van trekkingsrechten aan het Resilience and Sustainability Trust van het IMF. Deze reserveringen doen daarmee recht aan de toezegging aan het kamerlid Hirsch bij de begrotingsbehandeling om binnen de begroting een substantieel bedrag vrij te maken voor de aanpak van grondoorzaken van armoede en irreguliere migratie. EUR 20 miljoen wordt overgeheveld naar artikel 3.1 maatschappelijk middenveld. Ook wordt EUR 6,2 miljoen naar artikel 5.2 overgeheveld ten behoeve van de Verdragsmiddelen Suriname.
– In 2024 wordt een ontvangst vanuit de EIB verwacht. Deze ontvangen middelen kunnen opnieuw ingezet worden voor activiteiten, daarom wordt het uitgavenbudget verhoogd.
– Uit de HGIS besluitvorming volgt een mutatie. Dit heeft met name te maken met de terugbetaling van de overschrijding van het ODA-budget in 2023 en de toekenning van structurele ODA LPO-middelen aan de BZ-, OCW-, en JenV-begroting.
– De toerekening voor eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen valt in 2024 naar verwachting lager uit. Gecombineerd met de eindafrekening van 2023 leidt dit conform de gebruikelijke systematiek tot een vrijval t.b.v. Het ODA-budget ter hoogte van EUR 20,3 miljoen.
– Overige bestaat uit technische mutaties, waardoor het verdeelartikel toeneemt. Het betreft met name een ramingsbijstelling van het Europees Ontwikkelingsfonds, waardoor er ODA-middelen vrijvallen naar het verdeelartikel.
– Deze mutatie leidt tot een negatieve stand op het verdeelartikel. Dit wordt overprogrammering genoemd. Overprogrammering houdt in dat er meer programma’s of bijdragen worden gepland dan waarvoor budget beschikbaar is, in de verwachting dat over het algemeen de uitvoering van programma’s en/of betalingen vertraging oploopt. De uitvoering van het beleid leert dat bijvoorbeeld (geo)politieke ontwikkelingen en uitvoeringsmogelijkheden in landen waarin programma’s worden uitgevoerd gedurende het jaar kunnen leiden tot vertragingen in de uitputting van de ODA-middelen.
Bijlage 1: Meerjarige juridische verplichtingen
Tabel 12 Uitwerking meerjarige juridische verplichtingen (bedragen x € miljoen)
2024 BUDGET
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
Totaal budget artikel 1
607
577
652
709
709
Totaal vrije ruimte artikel 1
0
15
7
7
6
1.1 Duurzame handelsystemen (IMH)
37
34
38
41
41
wv. Juridisch verplicht
31
17
17
17
17
wv. Bestuurlijk verplicht
0
15
16
16
16
wv. Beleidsmatig gereserveerd
6
2
5
6
7
Totaal vrije ruimte
0
0
0
1
0
1.2 Nederlandse handel (DIO)
104
105
97
95
95
wv. Juridisch verplicht
104
22
22
22
13
wv. Bestuurlijk verplicht
0
68
68
68
68
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
0
0
0
9
Totaal vrije ruimte
0
15
7
5
5
1.3 PSD (DDE)
466
438
517
573
573
wv. Juridisch verplicht
407
295
219
219
219
wv. Bestuurlijk verplicht
44
143
247
252
255
wv. Beleidsmatig gereserveerd
15
0
51
102
99
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
2024 BUDGET
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
Totaal budget artikel 2
935
998
1.078
1.144
1.144
Totaal vrije ruimte artikel 2
0
0
17
138
350
2.1 Voedselzekerheid
392
393
413
439
439
wv. Juridisch verplicht
392
337
285
250
234
wv. Bestuurlijk verplicht
50
50
50
wv. Beleidsmatig gereserveerd
7
78
139
205
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
2.2 Water
192
187
209
232
232
wv. Juridisch verplicht
192
149
83
62
51
wv. Bestuurlijk verplicht
38
109
135
117
wv. Beleidsmatig gereserveerd
Totaal vrije ruimte
0
0
17
35
64
2.3 Klimaat
350
417
456
473
473
wv. Juridisch verplicht
305
236
147
68
14
wv. Bestuurlijk verplicht
45
87
57
57
16
wv. Beleidsmatig gereserveerd
94
252
245
157
Totaal vrije ruimte
0
0
0
103
286
2024 BUDGET
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
Totaal budget artikel 3
825
761
812
900
900
Totaal vrije ruimte artikel 3
0
3
14
23
23
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR
510
491
511
559
559
wv. Juridisch verplicht
432
348
123
48
92
wv. Bestuurlijk verplicht
8
8
75
75
75
wv. Beleidsmatig gereserveerd
70
135
313
436
392
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
3.2 Vrouwenrechten en gender
48
43
46
52
52
wv. Juridisch verplicht
46
30
2
0
0
wv. Bestuurlijk verplicht
2
2
6
6
6
wv. Beleidsmatig gereserveerd
11
38
46
46
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
3.3 Maatschappelijk middenveld
203
169
193
219
219
wv. Juridisch verplicht
203
164
21
0
0
wv. Bestuurlijk verplicht
wv. Beleidsmatig gereserveerd
5
172
219
219
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
3.4 Onderwijs
64
57
61
70
70
wv. Juridisch verplicht
23
7
1
0
0
wv. Bestuurlijk verplicht
wv. Beleidsmatig gereserveerd
41
47
47
47
47
Totaal vrije ruimte
0
3
13
23
23
2024 BUDGET
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
Totaal budget artikel 4
1.071
1.044
1.065
1.112
1.112
Totaal vrije ruimte artikel
0
0
35
138
365
4.1 Humanitaire Hulp
579
520
520
520
520
wv. Juridisch verplicht
439
415
115
17
5
wv. Bestuurlijk verplicht
105
0
0
0
wv. Beleidsmatig gereserveerd
35
105
370
400
400
Totaal vrije ruimte
0
0
35
103
115
4.2 Opvang in de regio
291
326
338
357
357
wv. Juridisch verplicht
269
252
250
250
125
wv. Bestuurlijk verplicht
22
50
50
50
32
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
24
38
57
0
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
200
4.3 Veiligheid en rechtsorde
201
198
207
235
235
wv. Juridisch verplicht
192
148
95
52
35
wv. Bestuurlijk verplicht
9
50
50
50
50
wv. Beleidsmatig gereserveerd
0
0
62
98
100
Totaal vrije ruimte
0
0
0
35
50
2024 BUDGET
2025 BUDGET
2026 BUDGET
2027 BUDGET
2028 BUDGET
Totaal budget artikel 5
547
536
303
351
350
Totaal vrije ruimte artikel 5
0
0
23
44
40
5.1 Multilaterale samenw
289
201
217
238
238
wv. Juridisch verplicht
202
182
88
82
55
wv. Bestuurlijk verplicht
67
5
17
23
55
wv. Beleidsmatig gereserveerd
20
14
89
89
88
Totaal vrije ruimte artikel 5.1
0
0
23
44
40
5.2 Overig armoedebeleid
90
83
82
113
112
wv. Juridisch verplicht
77
75
74
89
89
wv. Bestuurlijk verplicht
0
6
6
4
4
wv. Beleidsmatig gereserveerd
13
2
2
20
19
Totaal vrije ruimte
0
0
0
0
0
Conform de toezegging tijdens de begrotingsbehandeling d.d. 31 januari 20241 bevat dit onderdeel een meerjarige uitwerking van de juridisch verplichte budgetten inclusief een toelichting. Daarnaast zijn de bedragen weergegeven die bestuurlijk gebonden zijn op grond van bestuursovereenkomsten, convenanten met koepels en/of decentrale overheden, politieke toezeggingen e.d., de bedragen die beleidsmatig gerserveerd zijn en de bedragen die vrij te besteden zijn.
Deze tabel is exclusief overprogrammering. Ook de ombuiging in 2026 is logischerwijs nog niet verwerkt.
Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringenDe programmering van artikel 1 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten waaruit een verdeling van de uitgaven over de jaren plaatsvindt waarvoor de overeenkomst is aangegaan. Voor subartikel 1.1 duurzame handelsystemen, zijn er diverse programma's ter bestrijding van kinderarbeid en ter bevordering van IMVO. Voor subartikel 1.2 versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie, gaat het om programma's met uitvoeringspartners RVO (o.a. Starters International Business, handelsmissies) en Invest International (o.a. Dutch Trade and Investment Fund). Ook zijn verplichtingen aangegaan voor de Wereldtentoonstelling in Osaka. De programma's met RVO zijn in het lopende jaar juridisch verplicht en in de jaren erna bestuurlijk verplicht. Voor subartikel 1.3 private sectorontwikkeling, zijn er meerjarige verplichtingen aangegaan op het gebied van infrastructuur (o.a. DRIVE, D2B, ORIO) die in latere jaren tot uitbetaling komen, maar ook op het gebied van jeugdwerkgelegenheid (Challenge Fund). Deze programma's zijn juridisch verplicht. Ruimte voor beleidsmatige verplichtingen (realiseren van intensiveringen op het gebied van vergroening handelsinstrumentarium, combinatieaanpak) ontstaat vanaf 2026.
Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaatDe programmering onder artikel 2 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten waaruit een verdeling van de uitgaven over de jaren plaatsvindt waarvoor de overeenkomst is aangegaan. In 2024 zullen meerjarige verplichtingen worden aangegaan voor Voedselzekerheid, Water en Klimaat om uitvoering te gegeven aan toezeggingen op de VN-waterconferentie en COP28. Voor de subartikelen 2.1 voedselzekerheid en 2.2 water wordt een groot deel van de budgetten gealloceerd op basis van meerjarige landenstrategieën van posten, voor zover deze kaders nog niet juridisch zijn verplicht, valt het overige deel van dit financiële meerjarige kader onder beleidsmatige verplichtingen omdat Nederland daarover bilaterale afspraken maakt als een betrouwbare en voorspelbare partner in ontwikkelingssamenwerking. Het subartikel 2.3 bevat verplichtingen voor multilaterale klimaatfinanciering en klimaatafspraken zoals bijdragen aan de Global Environment Facility, Green Climate Fund, UNEP en verdragscontributies in het kader van het Kyoto en Montreal protocol.
Artikel 3: Sociale vooruitgangDe programmering onder artikel 3 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten. Hieruit ontstaat een verdeling van uitgaven over de jaren waarvoor de overeenkomsten zijn aangegaan. Voor subartikel 3.1 zijn middelen bestuurlijk gereserveerd voor vaste bijdrages aan o.a. UNAIDS, UNFPA en de WHO. De beleidsmatig gereserveerde middelen hebben voornamelijk betrekking op de intensiveringsmiddelen uit het regeerakkoord en vloeien voort uit de Mondiale Gezondheidsstrategie. Voor subartikel 3.2 zijn middelen meerjarig vastgelegd voor de partnerschappen voor Power of Women, WPS en LFS. Bestuurlijk zijn middelen gereserveerd voor de vaste bijdrage aan UNWOMEN. De beleidsmatig gereserveerde middelen betreffen de beleidskaders voor de partnerschap programma's vanaf 2026. Voor subartikel 3.3 liggen de middelen meerjarig vast voor de partnerschappen voor VMM. De beleidsmatig gereserveerde middelen betreffen het beleidskader voor het partnerschap programma vanaf 2026. Voor subartikel 3.4 zijn meerjarige verplichtingen aangegaan voor de lopende onderwijsprogramma's. Vanaf 2024 zijn middelen beleidsmatig gereserveerd voor het nieuwe Beroeps- en Hogeronderwijs programma.
Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkelingDe programmering onder artikel 4 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten waaruit een verdeling van de uitgaven over de jaren plaatsvindt waarvoor de overeenkomst is aangegaan. Voor subartikel 4.1 humanitaire hulp is het grootste deel van het budget t/m 2025 meerjarig juridisch verplicht. Dit betreft onder andere de bijdragen aan VN-organisaties (WFP, UNHCR, UNRWA), CERF en t/m 2026 de subsidies aan de Dutch Relief Alliance en het Rode Kruis. Ultimo 2023 is het subsidiebeleidskader «Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027» gepubliceerd met een subsidieplafond van EUR 60 miljoen. Voor subartikel 4.2 opvang en bescherming in de regio liggen de middelen ook meerjarig juridisch vast. Het betreft hier met name het PROSPECTS programma (2024-2027) en COMPASS. Ultimo 2023 is het subsidiebeleidskader «Migration and Displacement 2023-2028» gepubliceerd met een subsidieplafond van EUR 57 miljoen. Met betrekking tot subartikel 4.3 veiligheid en rechtstaatontwikkeling is een deel van het programma via gedelegeerde landenprogramma’s vastgelegd. Het deel wat ultimo 2023 van deze gedelegeerde middelen niet juridisch is vastgelegd is opgenomen onder bestuurlijk verplicht. De bijdrage aan het Peace Building Fund is verplicht t/m 2026. Ultimo 2023 is het subsidiebeleidskader «Contributing to Peaceful and Safe Societies 2024–2031» gepubliceerd met een subsidieplafond van EUR 200 miljoen.
Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzetBinnen subartikel 5.1 zijn de verplichtingen voor de middelen- en kapitaalaanvullingen die vanaf 2024 worden aangegaan met de regionale ontwikkelingsbanken als bestuurlijk verplicht aangegeven. De Algemene Vrijwillige Bijdragen aan UNDP en UNICEF zijn per 2026 opgenomen als beleidsmatig gereserveerd. De financiering van het Assistent-Deskundigenprogramma en overige (m.n. Technische Assistentie) programma’s is voor de komende jaren beleidsmatig gereserveerd. De bijdragen aan UNESCO in 2024 en verder zijn verplichte bijdragen die als juridisch verplicht zijn aangemerkt binnen subartikel 5.2 De uitgaven voor schuldverlichting liggen tot en met 2027 grotendeels juridisch vast, de nieuwe verplichtingen voor schuldverlichting zijn als bestuurlijk verplicht aangegeven. De voorgenomen overige programma’s zijn als beleidsmatig gereserveerd opgenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Tegen |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Tegen |
JA21 | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.