Brief regering : Verslag Energieraad 4 maart 2024
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1060
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 maart 2024
Met deze brief stuur ik u het verslag van de Energieraad die op 4 maart 2024 plaatsvond
in Brussel. Nederland werd tijdens de Energieraad hoogambtelijk vertegenwoordigd.
Tevens breng ik uw Kamer middels deze brief graag op de hoogte van de meegestuurde
verklaringen en non-papers.
De twee verklaringen zijn en marge van de Energieraad van 4 maart ondertekend en betreffen
een verklaring van de «Friends of Renewables» groep en de «Nucleaire Alliantie». Nederland
maakt deel uit van beide groepen, omdat het in haar toekomstige energiemix zowel een
rol voor kernenergie als hernieuwbare enerige ziet. Wat Nederland betreft staan de
groepen dan ook niet tegenover elkaar, maar vertegenwoordigen ze beide een ambitie
om onze CO2-vrije energiedoelen te behalen. Elke lidstaat streeft een eigen energiemix na, waarin
enerzijds lidstaten een dominante positie voor kernenergie zien en anderzijds lidstaten
juist een dominante positie voor hernieuwbare energie zien. Zoals hierboven benoemd,
benadrukt Nederland dit onderscheid niet, maar zoekt het juist de verbinding tussen
beide groepen. Nederland heeft in dit geval beide verklaringen kunnen ondertekenen,
omdat de beide verklaringen overeenkomen met Nederlands energiebeleid.
• Friends of Renewables: het blijvende belang van de rol van hernieuwbare energie om
de klimaat- en energiedoelstellingen te bereiken.
• Nucleaire Alliantie: de erkenning van de rol van kernenergie en een oproep tot het
creëren van een faciliterend kader voor kernenergie op Europees niveau.
De twee meegestuurde Nederlandse non-papers zijn gericht op de agenda van de nieuwe
Europese Commissie en zullen worden gedeeld met de Europese Commissie en, waar relevant,
met de lidstaten en stakeholders. Deze papers zien toe op:
• Non-paper «Policy reflections on the European energy system and infrastructure»: het
non-paper is gezamenlijk opgesteld door EZK met netbeheerders en de ACM om gedeelde
prioriteiten voor de nieuwe Europese Commissie in kaart te brengen t.a.v. energie-infrastructuur.
• Non-paper «Further harmonization of Electricity Grid Tariff methodology»: het non-paper
is opgesteld door EZK en pleit voor Europese harmonisatie van de methodologie met
behulp waarvan nettarieven worden vastgesteld.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Verslag formele Energieraad 4 maart 2024
Op 4 maart vond in Brussel de formele Energieraad plaats. Op de agenda stond een debat
over de voorbereiding op energiegebied voor de winter 2024–2025. Daarbij werd een
politiek akkoord bereikt rond het aannemen van de Raadsaanbeveling gasbesparing. Na
dit eerste debat stond er ook een gedachtewisseling over flexibiliteit in het energiesysteem
op de agenda. Tot slot werd er onder het kopje diversenpunten ook gesproken over het
stoppen van import van LNG uit Rusland, de impact van unilaterale heffingen in het
kader van het vullen van gasopslagen, de energiesituatie in Oekraïne en informatie
over de stand van zaken met betrekking tot het halen van de 2030 klimaat- en energiedoelstellingen.
Voorbereiding voor aankomende winter (2024–2025) en politiek akkoord Raadsaanbeveling
gasbesparing
Tijdens de Energieraad zijn gedachten en standpunten uitgewisseld over de voorbereidingen
voor aankomende winter, en is een politiek akkoord bereikt op het aannemen van de
Raadsaanbeveling gasbesparing.
Het Belgisch voorzitterschap en de Europese Commissie (hierna: Commissie) begonnen
de discussie met de huidige stand van zaken met betrekking tot de gasmarkt en leveringszekerheid.
De Europese Unie (hierna: EU) heeft sinds het begin van de energiecrisis veel maatregelen
getroffen waarmee adequaat op de uitdagingen is gereageerd. De huidige winter is bijna
voorbij en het huidige beeld is positief. De gasopslagen zijn nog voor de helft gevuld,
de prijzen zijn stabiel en de gasvraag ligt lager dan voor de crisis. Echter, de Commissie
hamert erop dat de toekomst onzeker is en we met elkaar ervoor moeten zorgen dat de
vraag naar en de opslag van gas gemonitord wordt. Zeker richting de winter van 2024–2025
is dit van cruciaal belang. Vandaar dat de Commissie voorafgaand aan deze Energieraad
met het voorstel voor een Raadsaanbeveling gasbesparing is gekomen. Deze Raadsaanbeveling
moet ervoor zorgen dat de lidstaten doorgaan met maatregelen om de vraag naar gas
te verminderen en hier toezicht op houden. Deze Raadsaanbeveling is de opvolger van
de bestaande Noodverordening gasbesparing die op 31 maart 2024 afloopt.1 De Commissie heeft aangeven te kiezen voor een Raadsaanbeveling in plaats van een
éénjarige verlenging van de Verordening omdat er volgens de Commissie in juridische
zin niet langer sprake is van een crisissituatie zoals bedoeld in artikel 122 VWEU
(aangezien de gasopslagen aanzienlijk gevuld zijn en gasbesparing aanhoudt).
Net als de Commissie stellen vrijwel alle lidstaten dat de EU goed heeft gereageerd
op de energiecrisis met verschillende noodmaatregelen. Ook wijzen lidstaten erop dat
met het aannemen en implementeren van REPowerEU, de Hervorming van de Elektriciteitsmarkt,
de Richtlijn Hernieuwbare Energie en het waterstof- en gas decarbonisatiepakket de
EU er op dit moment goed voorstaat. Echter, onder lidstaten klinkt ook een duidelijke
oproep door te gaan met maatregelen om de leveringszekerheid van de EU in de toekomst
te bewaken. Met geopolitieke spanningen en een nog steeds krappe mondiale gasmarkt
moet de EU waakzaam blijven. Vandaar dat vrijwel alle lidstaten de Raadsaanbeveling
gasbesparing konden steunen en een politiek akkoord is bereikt. Een aantal lidstaten
stelde dat ze liever een meer bindend instrument hadden gezien, zoals opnieuw een
verlenging van de noodverordening. Daarentegen heeft Nederland, met een aantal andere
lidstaten, er juist voor gepleit dat alle noodverordeningen met dezelfde maatstaf
gemeten moeten worden. Aangezien op dit moment geen sprake meer is van een (acute)
crisis, zouden ook de andere nog bestaande noodverordeningen beëindigd moeten worden.2 Ook riep Nederland samen met een aantal andere lidstaten de Commissie op om de gasleveringszekerheidsverordening
(EU 2017/1938) te evalueren en te herzien, in lijn met de onderhandelingsuitkomst
van het waterstof- en gasdecarbonisatiepakket. De Commissie gaf aan dat hier al voorbereidingen
voor worden getroffen en dat dit als prioriteit voor de volgende Commissie zou moeten
gelden. Tot slot pleitten veel lidstaten voor actieve EU-inzet op lange termijn maatregelen
om de leveringszekerheid van de EU te versterken zoals interconnectie, goede infrastructuur
en diversificatie van energiebetrekkingen.
Flexibiliteit in het energiesysteem
Gezien de energietransitie en de toenemende elektrificatie heeft het Belgisch voorzitterschap
een gedachtewisseling over flexibiliteit in het energiesysteem geagendeerd tijdens
de Energieraad. In het debat zijn de lidstaten en de Commissie het eens over de noodzaak
van flexibiliteit en worden ook veel dezelfde instrumenten als oplossingen genoemd.
Veel lidstaten wijzen naar vraaggestuurde maatregelen en het aanpassen van tariefstructuren
om aan de flexibiliteitsbehoefte te voldoen. Echter, sommige lidstaten stellen dat
we voorzichtig om moeten gaan met het aanpassen en, eventueel, complexer maken van
het huidige tarievenkader. Ook wordt de noodzaak van het verzwaren en uitbreiden van
de nationale elektriciteitsnetwerken en interconnectie tussen lidstaten opnieuw genoemd
als belangrijke maatregelen voor het versterken van flexibiliteit.
Energieopslag in de vorm van batterijen is ook een terugkerend onderwerp in de discussie
en enkele lidstaten noemen ook seizoensopslag middels pomp-waterkracht en waterstofopslag
als cruciaal. Digitalisering, met name het toepassen van slimme meters en gebruik
van opslagcapaciteit in elektrische voertuigen, wordt genoemd als één van de al veel
toegepaste instrumenten om meer flexibiliteit op nationaal niveau te generen. In dit
kader wordt er ook gewezen op het belang van databescherming en standaardisering.
In de discussie heeft Nederland, met andere lidstaten, gepleit voor een holistische
aanpak en de noodzaak om als EU niet te veel te richten op bepaalde technieken maar
dat we juist moeten streven naar een diverse mix. Niet alleen om zo aan onze algehele
flexibiliteitsbehoefte te voldoen maar ook omdat er een uitdaging ligt in het feit
dat flexibiliteit gebruikt wordt voor verschillende doelen, balans en transport, waarbij
de inzet voor die doelen niet altijd in elkaars verlengde ligt. Hierbij is ook stilgestaan
bij netcongestie omdat wanneer flexibiliteit wordt ingezet om vraag en aanbod in balans
te krijgen dit soms ook kan zorgen voor toenemende netcongestie. Nederland heeft aangegeven
dat deze spanning op Europees niveau aandacht verdient.
Diversenpunten
Tot slot werden er een aantal diversenpunten besproken die onder andere zagen op een
oproep om te stoppen met de import van LNG uit Rusland en de impact van unilaterale
heffingen in het kader van gasopslag. Ook heeft de Oekraïense Minister voor Energie,
Mr. Galuschenko, een update gegeven over de energiesituatie in Oekraïne. De Minister
gaf aan dat het deze winter goed is gegaan met het Oekraïense energiesysteem en er
vrijwel geen beperkingen zijn geweest voor consumenten maar dat er zorgelijke situaties
blijven ontstaan in Oekraïne. Vandaar dat er een oproep werd gedaan door de Minister
en de Commissie om meer te doneren aan het Energy Support Fund.
Tot slot heeft de Commissie aandacht gevraagd voor de stand van zaken met betrekking
tot het behalen van de EU 2030 doelstellingen en vraagt de Commissie aandacht voor
het belang van de nationale energie- en klimaatplannen (INEKs). De Commissie herhaalt
hier de punten die uitgebreid omschreven zijn in het verslag van de Energieraad van
19 december (Kamerstuk, 21 501-33, nr. 1057).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie