Nota van wijziging : Nota van wijziging
36 410 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024
Nr. 21 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 25 januari 2024
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
De begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
voor het jaar 2024 komt te luiden:
Vastgestelde begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) voor het jaar 2024 (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
Vastgestelde begroting
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Totaal
6.453.959
3.929.261
77.875
Beleidsartikelen
6.177.919
3.653.221
73.513
21
Land- en tuinbouw
3.047.083
1.299.109
31.780
22
Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
2.275.145
1.447.043
34.190
23
Kennis en innovatie
328.288
379.608
7.543
24
Uitvoering en toezicht
527.403
527.461
Niet-beleidsartikelen
276.040
276.040
4.362
50
Apparaat
229.031
229.031
4.362
51
Nominaal en onvoorzien
47.009
47.009
TOELICHTING
Algemeen
Deze nota van wijziging wijzigt het wetsvoorstel Begroting van het Ministerie van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vanwege budgettaire ontwikkelingen die hebben
plaatsgevonden na het indienen van het oorspronkelijke voorstel. De wijzigingen hebben
betrekking op de raming van de verplichtingen en de uitgaven.
Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
Artikel 21 Land- en tuinbouw
Subsidies
Landelijke beëindigingsregelingen veehouderijlocaties
Voor de eerste openstelling van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties
(Lbv) en Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus)
worden de uitgaven verhoogd. Deze uitgaven worden verhoogd in verband met het hoge
aantal inschrijvingen voor beide regelingen waardoor de oorspronkelijke subsidieplafonds
van beide regelingen overschreden worden. Voor de Lbv wordt meerjarig in totaal € 612 mln.
toegevoegd. Deze middelen zijn afkomstig uit de gereserveerde middelen voor de structurele
aanpak stikstof op de aanvullende post. Voor de Lbv-plus wordt meerjarig in totaal
€ 850 mln. toegevoegd. Deze middelen zijn afkomstig uit de reservering voor het Transitiefonds
op de aanvullende post.
Verplaatsingsregeling
Voor de Landelijke verplaatsingsregeling veehouderijen met piekbelasting (LVVP) wordt
meerjarig in totaal € 115 mln. overgeheveld vanuit de reservering voor het Transitiefonds
op de aanvullende post. De regeling gaat financiële ondersteuning bieden voor veehouders
met een locatie die voldoet aan de criteria van de aanpak piekbelasting en die hun
bedrijf willen verplaatsen. Verplaatsing van piekbelasters was onderdeel van het advies
Remkes, dat door het kabinet integraal is overgenomen.
Ecoregeling
Ter compensatie van de korting op de tarieven van de ecoregeling (Europees gefinancierd
uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) wordt € 50 mln. beschikbaar gesteld uit
de reservering voor het Transitiefonds op de aanvullende post. Door de hoge deelnamebereidheid
onder agrariërs voor het uitvoeren van eco-activiteiten bleken de Europese middelen
(ELGF) ontoereikend te zijn voor een volledige vergoeding van de geleverde ecosysteemdiensten.
Omdat een korting een negatief effect heeft op de deelnamebereidheid voor komende
jaren en liquiditeit van landbouwbedrijven in gevaar kan brengen, heeft het kabinet
besloten tot compensatie van de tariefkorting, met middelen uit de reservering voor
het Transitiefonds (Kamerstuk 2024D00852). Aangezien er nog geen definitieve goedkeuring is afgegeven vanuit de Europese Commissie
(EC) voor het compenseren met nationale middelen, zullen de middelen terugvloeien
naar de reservering voor het Transitiefonds als het niet mogelijk is deze in te zetten
voor compensatie van de tariefkorting voor de ecoregeling.
Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Bijdrage aan medeoverheden
Uitvoeringskosten provincies
De ophoging van het budget voor de uitvoeringskosten van de medeoverheden voor de
opgaven in het landelijk gebied bedraagt € 36,1 mln., die worden overgeheveld vanuit
de reservering voor het Transitiefonds op de aanvullende post. De medeoverheden hebben
in 2022 en 2023 een voorschot ontvangen ter dekking van de apparaatskosten die samenhangen
met de uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). In 2023 is
er onderzoek gedaan naar de daadwerkelijke aanvullende kosten die gemaakt worden door
de medeoverheden in het kader van de transitie. Gelet op de noodzaak om verder tot
uitvoering te komen en de nodige voorbereidingen te treffen voor uitvoering van de
maatregelpakketten, is het van belang dat het voorschot gecorrigeerd en opgehoogd
worden met € 28,3 mln. Daarnaast vindt een correctie plaats over de toekenning van
het bedrag voor de uitvoeringskosten van 2024. Het beschikbare budget wordt daarmee
opgehoogd met € 7,8 mln.
Financiering maatregelpakketten
Voor de financiering van de door de provincies ingediende maatregelpakketten in het
kader van de Provinciale Programma’s Landelijk Gebied wordt € 1,28 mld. gereserveerd
op de LNV begroting. De middelen worden overgeheveld vanuit de reservering voor het
Transitiefonds op de aanvullende post. Dit bedrag is onderbouwd met de appreciatie
door Wageningen Economic Research (WEcR), naar maatregelen gericht op de meest urgente
gebieden (veenweide, beekdalen, overgangsgebieden), natuur of dragen bij aan meerdere
NPLG-doelen die zij als low regret beoordelen. Daarnaast zijn de middelen bedoeld
voor de opstart van gebiedsprocessen, randvoorwaardelijk voor de gebiedsgerichte aanpak,
om in de gebieden én samen met gebiedspartijen tot uitvoerbare keuzes te komen. Provincies
worden gevraagd de adviezen van WEcR te verwerken en uiterlijk 1 april 2024 aangepaste
maatregelpakketten in te dienen, die wederom integraal door het Rijk worden getoetst.
Middels deze nota van wijziging wordt het naar verwachting mogelijk om in Q2 2024
middelen beschikbaar te stellen aan de provincies en te zorgen dat alle provincies
in 2024 maatregelen met doelbereik kunnen gaan uitvoeren. Daarmee wordt ook gezorgd
dat alle partijen gezamenlijk voortgang boeken in de aanpak van de natuur-, stikstof-,
water- en klimaatopgaven in het landelijk gebied en niet stilvallen.
Agroprogramma Groningen (PEGA)
Voor het Agroprogramma Groningen wordt de LNV begroting met € 221 mln. opgehoogd vanuit
de reservering op de aanvullende post voor de kabinetsreactie op het eindrapport van
de Parlementaire Enquêtecommsie Groningen Aardgaswinning (PEGA). Dit bedrag komt bovenop
de al beschikbare € 19 mln. De ophoging zal verspreid over vijf jaar beschikt worden
aan de provincie, waarbij de eerste tranche van € 64 mln. in 2024 beschikbaar wordt
gemaakt. Het Agroprogramma is onderdeel van het herstelplan naar aanleiding van de
PEGA. Het beschikbaar maken van de middelen is onderdeel van het Agroconvenant dat
in juni van 2023 is getekend met de agrarische sector, aardbevingsgemeenten en de
provincie Groningen. De maatwerkregeling heeft als doel agrariërs in het aardbevingsgebied
te helpen met schadeafhandeling, versterkingsoperaties en investeringen. Deze is in
december 2023 al opengesteld om schrijnende gevallen te kunnen helpen.
Meerjarige doorwerking
In de onderstaande tabellen is de meerjarige doorwerking per artikel opgenomen.
Tabel 2 Meerjarige doorwerking verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Art
Omschrijving
2024
2025
2026
2027
2028
21
Land- en tuinbouw
Stand vóór nota van wijziging
1.540.083
593.906
538.993
365.797
292.501
Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv)
612.000
0
0
0
Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv-plus)
825.000
25.000
0
0
Verplaatsingsregeling
20.000
30.000
30.000
20.000
15.000
Ecoregeling
50.000
Stand na nota van wijziging
3.047.083
648.906
568.993
385.797
307.501
22
Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Stand vóór nota van wijziging
737.688
604.307
503.512
499.597
495.866
Uitvoeringskosten provincies
36.057
Financiering maatregelpakketten
1.280.400
Agroprogramma Groningen
221.000
Stand na nota van wijziging
2.275.145
604.307
503.512
499.597
495.866
Totaal
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Stand vóór nota van wijziging
3.409.502
2.214.016
2.002.378
1.831.988
1.746.381
Lbv, Lbv-plus en ecoregeling (art. 21)
1.507.000
55.000
30.000
20.000
15.000
Uitvoeringskosten provincies, financiering maatregelpakketen en agroprogramma Groningen
(art. 22)
1.537.457
0
0
0
0
Stand na nota van wijziging
6.453.959
2.269.016
2.032.378
1.851.988
1.761.381
Tabel 3 Meerjarige doorwerking uitgaven (bedragen x € 1.000)
Art
Omschrijving
2024
2025
2026
2027
2028
21
Land- en tuinbouw
Stand vóór nota van wijziging
909.109
1.345.856
695.407
347.550
245.154
Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv)
150.000
375.000
75.000
12.000
0
Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv-plus)
170.000
450.000
180.000
50.000
Verplaatsingsregeling
20.000
25.000
30.000
25.000
15.000
Ecoregeling
50.000
Stand na nota van wijziging
1.299.109
2.195.856
980.407
434.550
260.154
22
Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Stand vóór nota van wijziging
770.485
624.738
502.324
499.158
495.850
Uitvoeringskosten provincies
36.057
Financiering maatregelpakketten
576.200
525.000
179.200
Agroprogramma Groningen
64.301
59.174
62.650
18.575
16.300
Stand na nota van wijziging
1.447.043
1.208.912
744.174
517.733
512.150
Totaal
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Stand vóór nota van wijziging
2.862.703
3.057.685
2.207.798
1.846.430
1.710.731
Lbv, Lbv-plus en ecoregeling (art. 21)
390.000
850.000
285.000
87.000
15.000
Uitvoeringskosten provincies, financiering maatregelpakketen en agroprogramma Groningen
(art. 22)
676.558
584.174
241.850
18.575
16.300
Stand na nota van wijziging
3.929.261
4.491.859
2.734.648
1.952.005
1.742.031
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.