Brief Algemene Rekenkamer : Reactie op de brief van het Presidium over een verzoekonderzoek door de Algemene Rekenkamer inzake de werking, doelmatigheid en doeltreffendheid van het prijsplafond en andere energiesubsidies
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 454 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2023
In uw brief van 26 september 2023 heeft u de Algemene Rekenkamer een verzoek gedaan
om het prijsplafond en andere energiesubsidies te onderzoeken (Bijlage bij Kamerstuk
29 023, nr. 445). Naar aanleiding daarvan, ook in het licht van de bijgevoegde adviezen van de vaste
commissie voor Economische Zaken en Klimaat en de commissie voor de Rijksuitgaven,
laten wij u weten dat wij voor een groot deel aan uw verzoek tegemoet kunnen komen.
Een aantal van de door de Kamer gestelde vragen ligt, naast de primaire verantwoordelijkheid
voor adequate informatievoorziening door de Minister, meer in de expertise of bevoegdheid
van andere instituties, zoals het CPB, de ACM of het CBS. Wij hebben met deze organisaties
contact opgenomen om te bezien of zij in de beantwoording aan de Kamer kunnen voorzien.
Dit is hieronder per onderdeel weergegeven.
In de brief van 14 september 2023 aan de leden van uw Kamer heeft uw presidium geconstateerd
dat de Minister in eerste instantie zelf verantwoordelijk is voor het delen van toereikende
monitor- en voortgangsinformatie en hier ook op aangesproken mag worden (Kamerstuk
29 023, nr. 445). De Algemene Rekenkamer wil het belang van uw constatering onderstrepen. Het is
de primaire verantwoordelijkheid van Ministers om te voorzien in de informatiebehoefte
van het parlement. Het parlementair recht op informatie is niet voor niets vastgelegd
in de Grondwet. Budgetrecht en informatierecht van uw Kamer zijn hoekstenen in ons
parlementaire bestel.
De energiecrisismaatregelen die door het kabinet zijn ingesteld na de Russische inval
in de Oekraïne en de daaropvolgende oorlog, zijn onder hoge maatschappelijke en politieke
druk tot stand gekomen. Ze leiden tot substantiële rijksuitgaven en kunnen risico’s
met zich mee brengen. De Algemene Rekenkamer doet om deze reden onderzoek naar deze
energiecrisismaatregelen.
In ons verantwoordingsonderzoek naar het Jaarverslag van het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat over het jaar 2023 zullen we voor ons oordeel over de rechtmatigheid
van de verplichtingen en uitgaven in de jaarverslagen met bijzondere aandacht de energiecrisismaatregelen
onderzoeken, zoals het tijdelijke prijsplafond voor energie van kleinverbruikers,
de tegemoetkoming energieprijzen kleinverbruikers en de tijdelijke subsidieregeling
tegemoetkoming blokaansluitingen. We onderzoeken daarbij de beheersmaatregelen, zoals
maatregelen ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik, maar ook IT-beheerprocessen
en accountantscontroles op aangeleverde informatie door energieleveranciers.
Met betrekking tot uw vraag over het financieel beslag bij het Rijk, kunnen we aangeven
dat we in het verantwoordingsonderzoek een overzicht op hoofdlijnen geven van de stand
van zaken van gerealiseerde uitgaven en verplichtingen van de crisismaatregelen.
Voor wat betreft uw vraag over het doelgroepbereik, onderzoeken we specifiek de Tegemoetkoming
Energiekosten energie-intensief MKB (TEK). Deze regeling is in het leven geroepen
ter ondersteuning van bedrijven die door de grote stijging van energieprijzen in 2022
geraakt zijn of die geraakt dreigen te worden. We onderzoeken naast de beheersmaatregelen
onder andere ook welke bedrijven met de subsidie worden bereikt en de mogelijke redenen
van niet-gebruik van de regeling. De keuze om de TEK te onderzoeken betekent dat wij
de andere grote regeling, het tijdelijke prijsplafond voor energie van kleinverbruikers,
niet zelf op het bereiken van de gewenste doelgroepen onderzoeken.
Het CBS heeft in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in juli
van dit jaar een onderzoek naar de energierekening met de prijsplafondkorting gepubliceerd,
onder andere naar huishoudens en woonvorm.1 Desgewenst kun u de Minister vragen een update van het onderzoek te laten maken.
Het CBS heeft voorts in november dit jaar een belevingsonderzoek naar huishoudens
en de energierekening gepubliceerd.2 Begin 2024 verwacht het CBS in samenwerking met TNO een monitor energiearmoede uit
te brengen.
Voor wat betreft uw vragen over koopkrachteffecten hebben we contact opgenomen met
het CPB, dat ex ante onderzoek deed naar het prijsplafond en de koopkrachteffecten
van hogere energieprijzen.3 De vragen over transactiekosten en uitvoeringskosten (alsmede naar effecten op financiële
resultaten bij energiemaatschappijen) zijn voorgelegd aan de ACM, die eerder onderzoek
heeft gedaan naar de prijzen van de drie grootste energieleveranciers.4 Het CPB en de ACM hebben aangegeven (vooralsnog) geen concrete plannen te hebben
voor publicaties op korte termijn, maar zij monitoren de energiecrisismaatregelen
nauwgezet.
Tot slot kunnen we uw Kamer melden dat we op het gebied van de energiecrisismaatregelen
samenwerking hebben geïnitieerd met andere «supreme audit institutions», nationale rekenkamers, van EU-lidstaten en met de Europese Rekenkamer. Zo hebben
we een inventarisatie gemaakt van hun (voornemens tot) onderzoek naar energiecrisismaatregelen.
Binnen deze samenwerking organiseren we binnenkort in Den Haag – in samenwerking met
de Duitse rekenkamer en de Europese Rekenkamer – een conferentie van EU-Rekenkamers
over energievraagstukken en -crisismaatregelen. De samenwerking tussen Rekenkamers
leidt op termijn mogelijk tot interessante inzichten van landen hoe en met welke doeltreffendheid
en doelmatigheid zij energiemaatregelen hebben ingezet. We zullen uw Kamer te zijner
tijd over relevante uitkomsten informeren.
Gelet op het maatschappelijk, economisch en politiek belang blijft de Algemene Rekenkamer
energievraagstukken, zoals energietransitie, maar ook energiecrisismaatregelen, nauwgezet
volgen en onderzoeken.
De beantwoording op bovenstaande onderdelen naar aanleiding van ons eigen onderzoek
zullen we opnemen in ons rapport bij het Jaarverslag van het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat over 2023, dat we op Verantwoordingsdag (15 mei 2024) zullen publiceren.
We vertrouwen erop uw Kamer hiermee voldoende te hebben ingelicht.
Algemene Rekenkamer
P.J. Duisenberg, president
C. van der Werf, secretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.J. Duisenberg, president van de Algemene Rekenkamer