Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 27 november 2023 (Kamerstuk 21501-02-2780)
2023D46311 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder meer de Geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 27 november 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2780).
De voorzitter van de commissie,
Wuite
Adjunct-griffier van de commissie,
Prenger
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng PvdD-fractie
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de toegezonden geannoteerde agenda
voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 27 november 2023 en hebben daarover de
volgende vragen en opmerkingen.
Met betrekking tot de dertiende Ministeriële Conferentie van de WTO (MC13) vragen
deze leden welke stappen de Commissie concreet zet c.q. welke suggesties de Commissie
voorstelt om de WTO te moderniseren en effectiever te maken. Welke kansen ziet de
Commissie om de verschillende geschillen met andere grote handelsblokken, zoals de
Verenigde Staten en China, te beslechten? En welke assertieve stappen zet Nederland
hierin ter voorbereiding van de voorstellen van de Commissie over de MC13?
Met betrekking tot de Trade and Technology Council (TTC) vragen deze leden of in de TTC ook de export beperkende maatregelen van technologische
bedrijven, zoals ASML, worden besproken? Wat is de inzet? Wat doet Nederland – in
EU-verband en bilateraal met de VS – concreet om de Nederlandse belangen te verdedigen
en onder de aandacht te blijven brengen?
Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot de besluitvorming over de Corporate
Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD)?
Hoe kan het dat het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Australië onlangs is gesneuveld?
Hoe kan het dat het belang van rood vlees zwaarder weegt dan afspraken over kritische
grondstoffen en de afbouw van de afhankelijkheid van landen als China en Rusland?
Wat heeft Nederland gedaan om van het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Australië
wel een succes te maken? Is er wel zicht op uiteindelijk een akkoord voor het vrijhandelsverdrag
tussen de EU en Australië?
Begin november 2023 kwam de Nordic Council samen. Hierin stond onder andere centraal
om de samenwerking op het gebied van veiligheid voor de Scandinavische landen te verbeteren.
Dat kan onder andere door de winning van kritische grondstoffen in Noorwegen en Zweden.
Kan Nederland -al dan niet in Benelux verband- de samenwerking hierover en in het
algemeen met de Scandinavische landen (via bijvoorbeeld de Nordic Council) en andere
Noordzee landen intensiveren? En op welke manier?
Inbreng leden van de PvdD-fractie
De leden van de PvdD-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het kabinet inzet
op een actief handelsbeleid, waarin handelsakkoorden een belangrijk instrument zijn.
Het kabinet stelt dat handelsakkoorden kunnen bijdragen aan het vergroten van de economische
weerbaarheid en slagvaardigheid van de EU en zorgen voor verbeterde markttoegang voor
ondernemers. Het kabinet stelt ook dat handelsakkoorden de diversificatie van handelspartners
faciliteren en daarmee de risico’s van strategische afhankelijkheden mitigeren.
Erkent de Minister dat er bij een Mercosur-verdrag, waar landbouw onderdeel van is,
de fundamentele risico’s voor Nederlandse boeren, de voedselveiligheid en de Amazone
worden vergroot? Zo ja, hoe rijmt de Minister dat met de inzet van het kabinet? Zo
nee, waarom niet? Erkent de Minister dat het verdrag tot een forse toename van oneerlijke
concurrentie voor Europese boeren leidt? Erkent de Minister de zorgen van voorzitter
Gert-Jan Oplaat van de Vereniging van de Nederlandse Pluimvee verwerkende Industrie
(Nepluvi), die waarschuwt voor oneerlijke concurrentie voor de Nederlandse pluimveesector
als het vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie (EU) en Zuid-Amerikaanse landen
wordt goedgekeurd?1 Zo nee, waarom niet? Is de Minister het met deze leden eens dat met de inzet zoals
gemeld in de geannoteerde agenda het kabinet de Nederlandse boeren niet beschermt
tegen oneerlijke concurrentie van buitenaf? Zo ja, gaat de Minister de komende Raad
benadrukken dat Nederland tegen het verdrag is als landbouw er in staat, conform wens
van de Kamer? Zo nee, waarom niet?
Is de Minister op de hoogte dat de Nederlandse pluimvee-industrie (Nepluvi) vindt
dat Nederland zich moet verzetten tegen een handelsverdrag met de Mercosur-landen?2Op welke manier neemt de Minister dit standpunt en de zorgen van de industrie mee
richting de Raad op 27 november?
In de als bijlage bij de geannoteerde agenda meegestuurde voortgangsrapportage Handelsakkoorden
november 2023, lezen de leden van de PvdD-fractie het volgende:
«Op 14 september jl. hebben de Mercosur-landen een eerste reactie gestuurd aan de
Commissie over dit voorstel, waarover de Tweede Kamer per brief is geïnformeerd. De
Commissie is momenteel is gesprek met de Mercosur-landen over de uitwerking van de
door Mercosur-landen neergelegde uitgangspunten.»
Er wordt in deze passage verwezen naar Kamerstuk 31 985, nr. 79. Deze brief is echter in 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd. De leden van de PvdD-fractie
vermoeden dat moet worden verwezen naar Kamerstuk 31 985 nr. 82. Over dat Kamerstuk hebben deze leden een aantal vragen.
Op 28 september jl. heeft de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
om een kabinetsreactie gevraagd op de reactie van de Mercosur-landen op het EU-voorstel
voor een additioneel instrument voor duurzaamheid. De brief van de Minister gaat vervolgens
alleen in op wat de reactie van Mercosur-landen inhoudt3. De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister nogmaals om een inhoudelijke reactie
op de inhoud van de tegenreactie? Deze leden zijn op de hoogte van het feit dat de
Europese Commissie de onderhandelingen doet, maar horen graag wat het kabinet er inhoudelijk
van vindt.
Tot slot hebben de leden van de PvdD-fractie nog een aantal vragen over het rapport
van Greenpeace: «EU-Mercosur: the European Union's dirty plastic secret»?4. In 2021 verbood de EU binnen haar eigen grenzen een groot aantal plastic producten
voor eenmalig gebruik, zoals plastic wegwerpbestek.5 Nederland staat achter het terugdringen van wegwerpplastic.6 Ondertussen blijft het produceren en exporteren van deze schadelijke producten toegestaan.
Uit de analyse van Greenpeace blijkt dat met het EU-Mercosur verdrag de tarieven op
kunststoffen, inclusief kunststoffen voor eenmalig gebruik, verlaagd zullen worden.
Dit zal de EU in staat stellen om PVC, plastic bestek, nylon, kleding gemaakt van
plastic en plastic afval tegen een lagere prijs aan de Mercosur-landen te verkopen.
Kan de Minister uitleggen hoe deze tariefverlagingen in het Mercosur-verdrag vallen
te rijmen met het mondiaal terugdringen van wegwerpplastic? Is de Minister het ermee
eens dat het Mercosur-verdrag hiermee EU-wetgeving ondermijnt? Zo ja, graag een toelichting.
Zo nee, waarom niet? Erkent de Minister dat de EU geen handelsverdragen moet sluiten
die de export van wegwerpplastic naar het mondiale Zuiden stimuleren? Zo nee, waarom
niet? Is de Minister bereid dit onder de aandacht te brengen tijdens de Raad op 27 november?
Zo ja, hoe en zo nee, waarom niet?
Wil de Minister zich hard maken voor nationale en Europese wetgeving die de verkoop
van producten die verboden zijn in de EU, zoals bepaalde pesticiden en wegwerpplastic,
aan landen in het mondiale Zuiden verbiedt?
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda voor de formele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 27 november
2023.
21 501-02, nr. 2780 – Brief regering d.d. 10-11-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 19 en 20 oktober 2023.
21 501-02, nr. 2771 – Brief regering d.d. 26-10-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Kwartaalrapportage EU-wetgevingsonderhandelingen op het gebied van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken. 22 112, nr. 3754 – Brief regering d.d. 04-09-2023, Minister van Buitenlandse Zaken, E.N.A.J. Schreinemacher
Kabinetsappreciatie Advanced Framework Agreement en interim Agreement on Trade EU-Chili.
21 501-02, nr. 2715 – Brief regering d.d. 04-10-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Reactie op de NCP-analyse van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive
(CSDDD) aan de hand van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen over
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. 26 485, nr. 428 – Brief regering d.d. 10-10-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Kabinetsappreciatie Economisch Partnerschapsakkoord (EPA) tussen de Europese Unie
en Kenia.
21 501-02, nr. 2781 – Brief regering d.d. 13-11-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Wuite, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
M. Prenger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.