Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTELB. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 Beleidsartikelen3.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie3.2 Artikel 2. Nationale veiligheid3.3 Artikel 3. Woningmarkt3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit3.5 Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet3.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid3.8 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid3.9 Artikel 14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité4 Niet-beleidsartikelen4.1 Artikel 11. Centraal apparaat4.2 Artikel 12. Algemeen4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld5 Agentschappen5.1 Dienst van de Huurcommissie (DHC)5.2 Logius5.3 Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)5.4 Rijksvastgoedbedrijf (RVB)5.5 Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
36 470 VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2023‒2024
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII);
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.M. de Jonge
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De tweede suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2023. De tweede suppletoire begroting is opgebouwd vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 1) inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124), amendementen (Kamerstukken II 2022/3, 36200 VII, nr. 50 tot en met 52), de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 1), de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11), de Prinsjesdag suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36435 VII, nr. 1).
Bij de suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 van 19 september jl. is de mutatie van € 58,2 mln. wel toegelicht maar niet verwerkt in de begrotingsstaat en in de budgettaire tabel van artikel 3. In deze tweede suppletoire begroting 2023 is in de begrotingsstaat en in de budgettaire tabel de juiste stand vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) opgenomen voor de uitgaven van artikel 3 zijnde € 6.813.367.
Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2023
Artikel
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
1. Openbaar bestuur en democratie
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.
2. Nationale Veiligheid
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.
3. Woningmarkt
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 5 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.Ontvangsten: 10 mln.
4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.
5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.
6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.
7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.
9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 4 mln.
11. Centraal apparaat
Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.
12. Algemeen
Verplichtingen 1 mln.; Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen 2 mln.; Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.
13. Nog onverdeeld
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.
De in de tabel budgettaire gevolgen van beleid gepresenteerde budget‐ flexibiliteit (percentage juridisch verplicht) is de stand per 23 oktober 2023.
Overzicht coronamaatregelen
Tabel 2 Extracomptabele tabel coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
naam maatregel/regeling
Bedrag verplichtingen 2023
Bedrag uitgaven 2023
Bedrag ontvangsten 2023
Relevante Kamerstukken
1
Inkomstenderving waterschappen
6.449
6.449
(Kamerstukken II 2023/24, 36470 VII,nr.2)
3
Huurtoeslag
‒
‒
‒ 1.800
(Kamerstukken II 2020/21, 35850 VII,nr.1)
Totaal
6.449
6.449
‒ 1.800
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Art.
Uitgaven 2023
Vastgestelde begroting 20231
9.286.890
Stand 1e suppletoire begroting 20232
10.322.760
Stand Prinsjesdag suppletoire begroting 2023
10.435.085
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Compensatie hoogwater Limburgse gemeenten
1
3.211
2) Inkomstenderving waterschappen
1
6.449
3) Afrekening AIVD en MIVD
2
6.083
4) Bijdrage MIRT verkenning Utrecht
3
‒ 69.351
5) Afdracht BTW woningbouwimpuls
3
‒ 11.894
6) Onderuitputting woningbouwimpuls
3
‒ 120.298
7) Natuurinclusief isoleren
4
7.200
8) Afdracht BTW lokale aanpak isolatie
4
‒ 11.400
9) Bijdrage omgevingswet
5
10.000
10) Ontvlechting eindbalans UBR
11
8.000
11) Verrekening gemaakte kosten FMH
11
5.392
12) Desaldering ontvangsten Doc Direct
11
5.375
13) Aanvulling raming kosten HRM advies & DVA's
11
4.791
14) Kwijtschelden publieke schulden
12
‒ 50.000
15) Diverse mutaties
div
2.964
Stand 2e suppletoire begroting 2023
10.231.607
X Noot
1
Inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124) en amendementen (Kamerstukken II 2022/3, 36200 VII, nr. 50 tot en met 52).
X Noot
2
Inclusief de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11).
Toelichting
1) Dit betreft de compensatie van een deel van de kosten die de zwaarst getroffen gemeenten hebben gemaakt na de wateroverlast in Limburg (€ 3,2 mln.).
2) Dit betreft een overheveling van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën in verband met de inkomstenderving van de waterschappen als gevolg van de COVID-19 pandemie (€ 6,4 mln.). Deze middelen worden uitgekeerd aan de waterschappen.
3) Jaarlijks worden de bedrijfsvoeringskosten van de AIVD en MIVD verrekend tussen het ministerie van BZK en het ministerie van Defensie. Voor 2023 ontvangt de AIVD hiervoor € 6,1 mln. vanuit het ministerie van Defensie.
4) Er is een overboeking van € 69,4 mln. naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) ter verkenning van Openbaar Vervoer en Wonen in de regio Utrecht.
5) Er is een overboeking van € 11,9 mln. naar het ministerie van Financiën (onderdeel btw-compensatiefonds) voor de btw-afdracht van de aanvragen van de 5e tranche van de woningbouwimpuls.
6) De onderuitputting van 5e tranche woningbouwimpuls (€ 120,3 mln.) wordt generaal teruggeboekt. De middelen worden in 2024 weer opgeboekt op artikel 3.
7) De bestaande specifieke uitkering voor natuur inclusief isoleren wordt dit jaar opgehoogd met € 7,2 mln. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen.
8) Er is een overboeking van € 11,4 mln. naar het ministerie van Financiën (onderdeel btw-compensatiefonds) van de btw-afdracht voor de regeling lokale aanpak isolatie (LAI).
9) Dit betreft een desaldering van € 10,0 mln. van de meerontvangsten van artikel 4 voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
10) Het agentschap UBR is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas/verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF via de overgedragen liquide middelen (een begrotingsontvangst) van UBR. Middels een desaldering worden deze middelen nu ingezet ter dekking van de betaling van deze openstaande facturen (€ 8 mln.).
11) Er zijn overboekingen van de andere departementen van in totaal € 5,4 mln. ter dekking van de gemaakte kosten voor werkplekken door FMH.
12) Middels een desaldering van € 5,4 mln. (door hogere ontvangsten) worden de geraamd uitgaven van Doc-Direkt verhoogd.
13) Middels een desaldering is er een aanvulling op de raming van de kosten van € 2,1 mln. voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Verder is er een desaldering van € 2,7 mln. als aanvulling op de raming van de kosten van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's).
14) De compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten bij medeoverheden vindt plaats op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Omdat op dit moment volgens de voorwaarden nog niet kan worden overgegaan tot betaling, komt het restant van het budget (€ 50 mln.) dit jaar niet meer tot uitputting en wordt generaal teruggeboekt. In het voorjaar wordt gekeken naar de meerjarige raming en welke middelen nodig zijn voor de doelstelling.
Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Art.
Ontvangsten 2023
Vastgestelde begroting 20231
679.570
Stand 1e suppletoire begroting 20232
857.104
Stand Prinsjesdag suppletoire begroting 2023
934.994
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Natuurinclusief isoleren
4
7.200
2) Bijdrage omgevingswet
4
10.000
3) Meerontvangsten bijdrage zakelijke lasten
6
4.200
4) Benzineveilingen
9
91.000
5) Meer opbrengst bodemmaterialen
9
6.486
6) Ontvlechting eindbalans UBR
11
8.000
7) Desaldering ontvangsten Doc Direct
11
5.375
8) Aanvulling raming kosten HRM advies & DVA's
11
4.791
9) Diverse mutaties
Div
‒ 376
Stand 2e suppletoire begroting 2023
1.071.670
X Noot
1
Inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124) en amendementen (Kamerstukken II 2022/3, 36200 VII, nr. 50 tot en met 52).
X Noot
2
Inclusief de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11).
Toelichting
1) Het betreft de meerontvangsten op artikel 4 in 2023. Er wordt € 7,2 mln. gedesaldeerd en ingezet voor ophoging van de specifieke uitkering voor natuur inclusief isoleren, voor de aanpak van de vleermuizen.
2) Het betreft de meerontvangsten op artikel 4 in 2023. Er wordt 10,0 mln. gedesaldeerd voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) op artikel 5.
3) Het betreft de meerontvangsten op artikel 6 in 2023. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd en ingezet op artikel 9 voor de relatief veel aanslagen voor zakelijke lasten uit voorgaande jaren die zijn binnengekomen en betaald moeten worden door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
4) Er is circa € 6,4 mln. aan meerontvangsten voor bodemmaterialen.
5) Er is € 91 mln. aan meerontvangsten doordat de veiling van benzinestations langs Rijkswegen meer heeft opgebracht dan geraamd.
6) Het agentschap UBR is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas/verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF via de overgedragen liquide middelen (een begrotingsontvangst) van UBR. Middels een desaldering worden deze middelen nu ingezet ter dekking van de betaling van deze openstaande facturen (€ 8 mln.).
7) Er zijn meer ontvangsten van € 5,4 mln. bij Doc-Direct. Middels een desaldering wordt het budget verhoogd.
8) Er zijn meerontvangsten van € 2,1 mln. van de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Middels een desaldering wordt het budget verhoogd. Verder zijn meerontvangsten van € 2,7 mln. van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering wordt het budget verhoogd.
3 Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
456.372
8.073
464.445
Uitgaven
322.221
7.073
329.294
1.1
Bestuur en regio
201.154
9.677
210.831
Subsidies (regelingen)
16.198
1.935
18.133
POK - Multiproblematiek
1.036
800
1.836
POK - Antidiscriminatie
159
720
879
Oorlogsgravenstichting
3.969
0
3.969
Bestuur en regio
3.546
315
3.861
POK - Basisinfrastructuur
5.664
0
5.664
Regiodeals
0
100
100
Werk aan Uitvoering
1.819
0
1.819
Diverse subsidies
5
0
5
Opdrachten
7.322
‒ 1.940
5.382
POK - Multiproblematiek
1.028
‒ 824
204
Bestuur en regio
2.690
‒ 157
2.533
POK - Antidiscriminatie
370
‒ 191
179
Regiodeals
2.279
‒ 100
2.179
Diverse opdrachten
155
115
270
Antidiscriminatie
800
‒ 783
17
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
577
22
599
Diverse bijdragen
274
0
274
POK - Antidiscriminatie
0
22
22
Regiodeals
303
0
303
Bijdrage aan medeoverheden
176.032
9.660
185.692
Groeiopgave Almere
9.774
0
9.774
Evides
1.250
0
1.250
Regiodeals
165.008
0
165.008
Gemeenten
0
9.660
9.660
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
63
0
63
Bijdragen internationaal
63
0
63
Bijdrage aan agentschappen
962
0
962
RWS
962
0
962
1.2
Democratie
121.067
‒ 2.604
118.463
Subsidies (regelingen)
47.032
0
47.032
Politieke partijen
30.431
‒ 638
29.793
Comité 4/5 mei
130
0
130
ProDemos
8.979
0
8.979
Verbinding inwoner en overheid
1.837
500
2.337
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers
3.397
0
3.397
Weerbaar bestuur
2.258
138
2.396
Opdrachten
7.493
‒ 1.265
6.228
Verbinding inwoner en overheid
3.817
‒ 1.002
2.815
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers
543
‒ 134
409
Weerbaar bestuur
3.133
‒ 129
3.004
Inkomensoverdrachten
7.522
‒ 489
7.033
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers
7.032
0
7.032
Vergoeding rouwvervoer
490
‒ 489
1
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
3.600
‒ 1.042
2.558
Diverse bijdragen
3.600
‒ 1.042
2.558
Bijdrage aan medeoverheden
52.760
0
52.760
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
52.760
0
52.760
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
102
‒ 10
92
Bijdrage internationaal
102
‒ 10
92
Bijdrage aan agentschappen
2.558
202
2.760
Dienst Publiek en Communicatie
2.558
202
2.760
Ontvangsten
14.905
551
15.456
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 6 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
2023
juridisch verplicht
30%
bestuurlijk gebonden
69%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
1%
Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 30% juridisch verplicht.
1.1 Bestuur en regio
Bijdrage aan medeoverheden
Gemeenten
Dit betreft een overheveling van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën in verband met de inkomstenderving van de waterschappen als gevolg van de COVID-19 pandemie (€ 6,4 mln.). Deze middelen worden uitgekeerd aan de waterschappen. Daarnaast betreft het compensatie van een deel van de kosten die de zwaarst getroffen gemeenten hebben gemaakt na de wateroverlast in Limburg (€ 3,2 mln.).
1.2 Democratie
Opdrachten
Verbinding inwoner en overheid
Dit betreft voornamelijk een overboeking naar de begroting van het Provinciefonds ten behoeve van de aanjagende rol van Provincies bij het versterken van de slagkracht van kleine gemeenten tegen ondermijnende invloeden, bijvoorbeeld in het kader van een provinciale weerbaarheidsnorm of provinciale ondermijningsprogramma’s.
Weerbaar bestuur
Dit betreft voornamelijk een overboeking naar de begroting van het Provinciefonds in verband met de impuls vervolgaanpak vakantieparken en Ariadne project. De provincies ontvangen middelen voor de vervolgaanpak op vakantieparken (Kamerstukken II, 2022/23, 32 847, nr. 1070), met name voor het verder verbeteren van de registratie van vakantieparken. Daarnaast ontvangt de provincie Gelderland een bijdrage voor continuering van het Ariadne project in het kader van het verlengingsplan 2023 en 2024 t/m 2026. Dit samenwerkingsproject is gericht op het aanpakken van criminaliteit en ondermijning op en rondom vakantieparken.
3.2 Artikel 2. Nationale veiligheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2. Nationale veiligheid (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3)=(1+2)
Verplichtingen
445.117
5.125
450.242
Uitgaven
445.117
5.125
450.242
AIVD apparaat
426.786
‒ 3.875
422.911
AIVD geheim
18.331
9.000
27.331
Ontvangsten
17.214
0
17.214
Toelichting
Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 100% juridisch verplicht.
Uitgaven
AIVD apparaat
Er vindt een overboeking plaats naar het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de bijdrage van € 0,4 mln. aan TNO voor kennisopbouw.
De toegekende middelen voor de Contraterrorisme (CT) infobox zijn dit jaar niet geheel nodig binnen de CT infobox. Hierom wordt € 0,5 mln. binnen de doelstellingen van CT elders ingezet.
Daarnaast worden de jaarlijkse bedrijfsvoeringskosten van de diensten (AIVD en MIVD) verrekend tussen het ministerie van BZK en het ministerie van Defensie. Voor 2023 ontvangt de AIVD hier circa € 6,1 mln. vanuit het ministerie van Defensie.
Er vindt een reallocatie plaats naar het geheime budget van de AIVD van € 9 mln.
AIVD geheim
Er vindt een reallocatie plaats vanaf het budget AIVD apparaat naar het geheime budget van de AIVD van € 9 mln.
3.3 Artikel 3. Woningmarkt
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
7.151.876
‒ 202.599
6.949.277
Uitgaven
6.813.367
‒ 207.588
6.605.779
3.1
Woningmarkt
5.031.040
‒ 1.829
5.029.211
Subsidies (regelingen)
32.411
3.912
36.323
Bevordering eigen woningbezit
8.600
0
8.600
Stimuleringsmiddelen wooncooporaties
176
0
176
Ouderenhuisvesting
14.016
‒ 2.000
12.016
Woningmarkt
9.619
5.912
15.531
Opdrachten
56.633
722
57.355
NHG risicovoorziening
49.905
0
49.905
Woningmarkt
6.728
722
7.450
Inkomensoverdrachten
4.917.355
‒ 5.160
4.912.195
Huurtoeslag
4.917.355
‒ 5.160
4.912.195
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
3.211
0
3.211
Woningmarkt
3.211
0
3.211
Bijdrage aan medeoverheden
3.500
‒ 700
2.800
Grote gezinnen
3.500
‒ 700
2.800
Bijdrage aan agentschappen
15.977
‒ 10
15.967
Dienst van de Huurcommissie
15.815
75
15.890
RVO (Uitvoeringskosten BEW)
162
‒ 85
77
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
1.953
‒ 593
1.360
Financiën (IXB)
800
‒ 800
0
Infrastructuur en Waterstaat (XII)
1.153
207
1.360
3.3
Woningbouw
1.782.327
‒ 205.759
1.576.568
Subsidies (regelingen)
1.006
‒ 38
968
Woningbouw
1.006
‒ 38
968
Opdrachten
16.424
357
16.781
Woningbouwimpuls
106
250
356
Volkshuisvestingsfonds
1.059
‒ 350
709
Woningbouw
2.308
100
2.408
Tijdelijke uitvoeringsorganisatie
12.856
287
13.143
Grootschalige woningbouwgebieden
95
70
165
Storting/onttrekking begrotingsreserve
136.700
1.400
138.100
Herplaatsingsgarantie
136.700
1.400
138.100
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
151
38
189
CBS
151
38
189
Bijdrage aan medeoverheden
1.457.430
‒ 209.495
1.247.935
Flexpools
10.000
‒ 1.232
8.768
Woningbouwimpuls
357.202
‒ 251.543
105.659
Volkshuisvestingsfonds
280.684
0
280.684
Kwetsbare groepen
35.585
0
35.585
Woondeals
10.000
0
10.000
Grootschalige woningbouwgebieden
454.500
0
454.500
Versnelling huisvesting
11.459
0
11.459
Overlooplocaties
48.000
‒ 6.720
41.280
Start-bouwimpuls
250.000
50.000
300.000
Bijdrage aan agentschappen
170.616
1.979
172.595
RVO
3.656
‒ 2.654
1.002
RVB
166.960
4.633
171.593
Ontvangsten
564.955
‒ 11.307
553.648
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 9 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 3
2023
juridisch verplicht
100%
bestuurlijk gebonden
0%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 100% juridisch verplicht.
Uitgaven
3.1 Woningmarkt
Subsidies
Ouderenhuisvesting
Het gereserveerde budget voor de opvang van Soedanese vluchtelingen blijkt onvoldoende om alle kosten tot en met december te kunnen betalen. Er wordt hiervoor € 2 mln. overgeboekt van dit budget.
Woningmarkt
Op grond van artikel 91 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Wet FinBES) kan een bijzondere uitkering worden verstrekt. Gelet op artikel 92, lid 2, onderdeel c van de Wet FinBES kan aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor het kalenderjaar 2023 een bijdrage worden toegekend voor de kosten van de verhuurdersubsidie, van respectievelijk USD 1.051.078 (€ 0,9 mln.), USD 118.500 (€ 0,12 mln.) en USD 23.750 (€ 0,02 mln.). Daarnaast vindt een nabetaling plaats aan Bonaire voor de particuliere verhuurderssubsidie van USD 350.000 (€ 0,3 mln.) en een voorschot voor de particuliere verhuurderssubsidie van USD 660.000 (€ 0,6 mln.).
In de huurtoeslag wordt een raming opgenomen voor Wonen in Caribisch Nederland. In deze raming is ook een bedrag bestemd voor de afgesloten Woondeal Bonaire. Hiervoor wordt € 3 mln. aan dit budget toegevoegd.
Opdrachten
Woningmarkt
Voor de opvang van Soedanese evacuees is er budget gereserveerd. Het gereserveerde budget blijkt echter onvoldoende om alle kosten tot en met december 2023 te kunnen betalen. Er wordt € 2 mln. overgeboekt naar dit budget om de kosten te kunnen betalen. Daarnaast zijn er nog facturen ontvangen voor de opvang van Afghaanse Nederlanders van de gemeente Haarlemmermeer.
Er vindt tevens een mutatie plaats van circa € 1,3 mln. naar het Gemeentefonds. Deze decentrale uitkering is bedoeld voor gemeenten die via het Rijk zijn betrokken bij de zogenoemde nazorg van evacuees uit Soedan. Het betreft de zorg voor Nederlanders die vanaf eind april zijn gerepatrieerd uit Soedan.
Inkomensoverdrachten
Huurtoeslag
Er vindt een overboeking van circa € 2,2 mln. plaats voor de bijzondere uitkering en de bijdrage voor de kosten van de verhuurdersubsidie aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze overboeking betreft ook de nabetaling aan Bonaire voor de verhuurderssubsidie.
Er vloeit daarnaast € 3 mln. van de huurtoeslag naar de afgesloten Woondeal Bonaire.
3.3 Woningbouw
Storting begrotingsreserve
Herplaatsingsgarantie
Dit betreft de geraamde uitvoeringskosten van circa € 1,4 mln. voor de financiële herplaatsingsgarantie. De middelen worden gerealloceerd naar de begrotingsreserve om deze terug in de risicovoorziening te storten.
Bijdrage aan medeoverheden
Flexpools
Dit betreft de btw afdracht aan het btw-compensatiefonds behorend bij de flexpool regeling.
Woningbouwimpuls
Het betreft hier meerdere mutaties.
Er is een overboeking van € 69,4 mln. naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) ter verkenning van OV en Wonen in de regio Utrecht.
Er is een overboeking van € 11,9 mln. naar het ministerie van Financiën (onderdeel btw compensatiefonds) van de btw afdracht voor de aanvragen van de 5e tranche van de woningbouwimpuls.
De onderuitputting van 5e tranche woningbouwimpuls (€ 120,3 mln.) wordt generaal teruggeboekt. De Woningbouwimpuls kent een 100 procent eindejaarsmarge waardoor deze middelen in 2024 weer opgeboekt worden op artikel 3.
Uit de onderuitputting van woningbouwimpuls is er een reallocatie van € 50 mln. gedaan naar de start-bouwimpuls. Zie de start-bouwimpuls voor verdere toelichting.
Uit de onderuitputting worden daarnaast drie amendementen (€60 mln.) gedekt die recent zijn ingediend bij de begrotingsbehandeling. Tevens wil ik mij inzetten om een deel van de onderuitputting bij Voorjaarsnota vrij te maken ten behoeve van een regeling waarmee grotere en complexe locaties financieel kunnen worden ondersteund, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring.
Overlooplocaties
Dit betreffen uitgaven in het kader van de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Na het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten kan in 2023 worden overgegaan op uitkering door middel van een SPUK-regeling voor circa € 41,3 mln. Voor het overige deel van de fysieke herplaatsingsgarantie vinden de uitgaven plaats in 2024.
Start-bouwimpuls
Dit betreft een ophoging van het budget voor de start-bouwimpuls van € 250 mln. naar € 300 mln. vanuit de onderuitputting van de vijfde tranche woningbouwimpuls, gezien de grote interesse die bestaat in de regeling. De startbouwimpuls is bedoeld voor nieuwbouwprojecten die door de veranderde economische omstandigheden dreigen te vertragen of on hold te worden gezet.
Bijdrage aan agentschappen
RVO
Het betreft hier een tweetal mutaties.
Er vindt, conform afspraak met het ministerie van Financiën, een afboeking plaats van circa € 1,3 mln. van de onderuitputting van de middelen van de woningbouwimpuls, waarvoor een 100% eindejaarsmarge geldt. In 2024 zullen deze middelen weer worden opgeboekt bij de 1e suppletoire begroting 2024.
Verder wordt er € 1,4 mln. gerealloceerd naar de risicovoorziening voor de financiële herplaatsingsgarantie van flexwoningen.
RVB
Het betreft hier meerdere mutaties.
De matching van bouwlocaties aan de ingekochte flexwoningen vraagt meer maatwerk en verloopt minder snel dan verwacht. Aanvullend wordt circa € 4,6 mln. beschikbaar gesteld voor de verlenging van de distributielocaties en voor meerkosten voor ingekochte flexwoningen.
Ontvangsten
Dit betreft een saldo van meerdere mutaties, waarvan een tweetal toegelicht.
Door een latere matching van ingekochte flexwoningen met afnemers, komt een deel van de ontvangsten later binnen dan geraamd. In 2023 wordt € 11,3 mln. afgeboekt. Deze ontvangsten schuiven door naar 2024.
3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
1.281.240
3.376
1.284.616
Uitgaven
1.061.783
‒ 4.874
1.056.909
4.1
Energietransitie en duurzaamheid
1.043.623
‒ 2.393
1.041.230
Subsidies (regelingen)
377.205
‒ 1.989
375.216
Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen
10.716
‒ 7.000
3.716
Energiebesparing Koopsector
15.618
0
15.618
Energiebesparing Huursector
369
648
1.017
Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof)
5.691
900
6.591
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed
126.830
7.000
133.830
Energietransitie en duurzaamheid
29.227
3.854
33.081
Renovatieversneller
7.739
0
7.739
SAH
11.700
0
11.700
Warmtefonds
155.390
0
155.390
Nationaal Groeifonds
11.925
‒ 7.391
4.534
Biobased Bouwen
2.000
0
2.000
Opdrachten
4.750
‒ 666
4.084
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
1.500
0
1.500
Energietransitie en duurzaamheid
3.250
‒ 666
2.584
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.482
554
2.036
Energietransitie en duurzaamheid
1.482
554
2.036
Bijdrage aan medeoverheden
623.252
1.250
624.502
Aardgasvrije wijken
0
154
154
Ventilatie in scholen
0
210
210
Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak woningisolatie)
376.579
‒ 11.400
365.179
Ondersteuning aanpak energiearmoede
186.173
‒ 5.063
181.110
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
16.500
0
16.500
Nationaal Isolatie Programma (Soortenmanagement)
44.000
10.000
54.000
Nationaal Groeifonds
0
7.349
7.349
Bijdrage aan agentschappen
32.222
1.122
33.344
ILT (Handhaving Energielabel)
527
‒ 518
9
RVO (Uitvoering Energieakkoord)
1.789
‒ 1.683
106
Dienst Publiek en Communicatie
113
0
113
RVO (Energietransitie en duurzaamheid)
24.478
2.892
27.370
RVB
3.540
389
3.929
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed
1.775
0
1.775
Nationaal Groeifonds
0
42
42
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
4.712
‒ 2.664
2.048
EGO (innovatie)
4.287
‒ 2.239
2.048
Handhaving energielabel C
425
‒ 425
0
4.2
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
18.160
‒ 2.481
15.679
Subsidies (regelingen)
15.191
‒ 3.531
11.660
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
15.191
‒ 3.531
11.660
Opdrachten
1.409
1.050
2.459
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
1.409
1.050
2.459
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
50
0
50
Overige bijdragen
50
0
50
Bijdrage aan agentschappen
1.510
0
1.510
RVB
1.510
0
1.510
Ontvangsten
686
18.600
19.286
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 11 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
2023
juridisch verplicht
80%
bestuurlijk gebonden
20%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 80% juridisch verplicht.
Uitgaven
4.1 Energietransitie en duurzaamheid
Subsidies (regelingen)
Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen
Vanwege de hoge respons op de conceptregeling Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA) wordt het budget opgehoogd met € 7 mln. voor 2023. Daarvoor wordt vanuit de onderuitputting op de Subsidie Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) dit bedrag gerealloceerd.
Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof
Dit betreft subsidies van € 0,9 mln. aan building balance voor innovatieve bouwprojecten.
Verduurzaming maatschappelijk vastgoed
Vanwege de hoge respons op de conceptregeling Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA), is prognose van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) dat dit budget opgehoogd moet worden met € 7 mln. voor 2023. Dekking vindt plaats uit de onderuitputting van de Subsidie Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) in 2023. Het budget voor 2024 zal bij de 1e suppletoire begroting van 2024 met € 7 mln. naar beneden worden bijgesteld.
Energietransitie en duurzaamheid
Dit betreft een reallocatie van € 1,7 mln. van energielabelbudgetten naar het instrument subsidies Energietransitie en duurzaamheid voor het verstrekken van energielabelgerelateerde subsidies en een reallocatie van € 4 mln. naar het instrument subsidies Energietransitie en duurzaamheid voor een subsidie aan Energie Samen voor energiefixers. Daarnaast wordt de participatiecoalitie van € 0,4 mln. middels een reallocatie omgezet van een opdracht in een subsidie. Daarnaast worden de bestaande specifieke uitkering voor natuur inclusief isoleren in 2023 opgehoogd met € 2 mln. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen.
Nationaal Groeifonds
Vanuit het groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving wordt totaal € 7,35 mln. inclusief BTW verdeeld via een specifieke uitkering over twee gemeenten en een provincie. Zie hiervoor de specificatie onder bijdrage aan medeoverheden.
Bijdrage aan medeoverheden
Nationaal Isolatie Programma (lokale aanpak woonisolatie)
Dit betreft de afdracht aan het BTW compensatiefonds van € 11,4 mln. voor de regeling Lokale Aanpak Isolatie (LAI). Het budget wordt voor deze afdracht gerealloceerd naar het juiste instrument Energietransitie Gebouwde Omgeving.
Ondersteuning aanpak energiearmoede
Dit betreft een reallocatie van € 4 mln. naar de subsidiepost Energietransitie en duurzaamheid voor een subsidie aan Energie Samen voor energiefixers. Daarnaast wordt de bestaande specifieke uitkering voor natuurinclusief isoleren in 2023 opgehoogd met € 0,8 mln. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen. Tevens wordt aan de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk onderzoek een opdracht gegeven voor de uitbreiding van het onderzoeksprogramma Energietransitie Studies in het kader van energiearmoede onderzoek. Dit budget van € 0,3 mln. wordt gerealloceerd naar het juiste instrument.
Nationaal Isolatie Programma (soortenmanagement)
De bestaande specifieke uitkering voor natuurinclusief isoleren wordt dit jaar opgehoogd met totaal € 10 mln., waarvan € 7,2 mln. uit een desaldering en € 2,8 mln. uit een reallocatie. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen.
Nationaal Groeifonds
Vanuit het groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving wordt totaal € 7,35 mln. inclusief BTW verdeeld via een specifieke uitkering over twee gemeenten en een provincie. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, volgens, in overeenstemming met artikel 17, lid 2 van de Financiële Verhoudingswet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente en provincie zijn opgenomen.
De middelen voor de provincie Noord-Holland van € 0,127 mln. en de gemeente Amsterdam van circa € 5,9 mln. zijn bestemd voor proeftuinen die zich richten op datagedreven beheer en onderhoud, levensduurverlenging en toekomstbestendig vervangen van infrastructuur zoals kademuren, bruggen en wegen. De middelen voor de gemeente Almere van circa € 0,276 mln. zijn bestemd voor proeftuinen die zich richten op de ontwikkeling van de productieketen voor toekomstbestendig biobased bouwen. De aanvragen voor deze specifieke uitkeringen worden beoordeeld volgens, in overeenstemming met de eerder door het kabinet en groeifondscommissie goedgekeurde doelstellingen, kernprestatie indicatoren (kpi’s) en deliverables. De verantwoording vindt plaats volgens de SiSa systematiek. Voor de btw-afdracht aan het btw-compensatiefonds wordt circa € 1,1 mln. afgedragen.
Tabel 12 Verdeling Nationaal Groeifonds Toekomstbestindige Leefomgeving (bedragen in €)
Beschikbare bedrag
Afdracht BTW-compensatie
Toegekend bedrag exclusief BTW
Provincie Noord-Holland
154.267
26.774
127.493
Gemeente Amsterdam
6.862.575
979.183
5.883.392
Gemeente Almere
331.732
55.717
276.015
Totaal
7.348.574
1.061.674
6.286.900
Bijdrage aan agentschappen
RVO (Uitvoering Energieakkoord)
Dit betreffen meerdere reallocaties vanuit RVO naar het juiste instrument voor het verstrekken van energielabelgerelateerde subsidies van € 0,8 mln., voor diverse overboekingen aan het ministerie van EZK van € 0,3 mln. en voor een bijdrage aan het Kadaster voor Appartementsrechten BIM Legal van € 0,5 mln.
RVO (Energietransitie en duurzaamheid)
Dit betreft middelen van € 2,3 mln. voor een aanvullende opdracht aan RVO voor circulaire bouweconomie van het instrument RVO (Energietransitie en duurzaamheid). Tevens worden er ontvangsten van € 0,5 mln. van de regelingen die RVO uitvoert, ingezet voor de opdracht aan RVO voor deze regelingen.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Energietransitie Gebouwde Omgeving (EGO)
Dit betreft een toevoeging van het Nationaal Isolatie Programma (lokale aanpak woonisolatie) en een afdracht van € 11,4 mln. aan het btw- compensatiefonds voor de regeling Lokale Aanpak Isolatie (LAI). Het budget wordt gerealloceerd naar het juiste instrument voor de afdracht. Daarnaast betreft het een subsidies aan building balance voor innovatieve bouwprojecten van € 0,9 mln. Verder betreft dit diverse kleinere overboekingen en reallocaties met een saldo van totaal € 1,3 mln. naar andere instrumenten.
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Subsidie (regelingen)
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Dit betreft middelen van € 2,3 mln. voor een aanvullende opdracht aan RVO voor circulaire bouweconomie dat wordt gerealloceerd naar het instrument RVO (Energietransitie en duurzaamheid). Daarnaast betreft het een reallocatie van € 0,9 mln. dat van deze subsidieregeling wordt omgezet in een opdracht aan de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). Verder bevat deze regeling nog enkele kleine reallocaties naar andere instrumenten met een saldo van € 0,3 mln.
Opdrachten
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Betref een reallocatie van € 0,9 mln. dat van deze regeling wordt omgezet in een opdracht aan de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). Verder wordt een subsidiebudget van 0,2 mln. gerealloceerd van het subsidiebudget naar het opdrachtenbudget bouwregelgeving voor de inkoopopdracht voor circulair bouweconomie.
Ontvangsten
Het betreft de meerontvangsten op dit artikel in 2023. Er wordt € 7,2 mln. gedesaldeerd en ingezet voor ophoging van de specifieke uitkering voor natuurinclusief isoleren voor de aanpak van de vleermuizen, zie bij bijdrage aan medeoverheden. Verder wordt er € 10,0 mln. gedesaldeerd voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) op artikel 5 onder bijdrage aan ZBO's/RWT's.
3.5 Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
132.603
30.933
163.536
Uitgaven
132.603
10.933
143.536
5.1
Ruimtelijke ordening
67.092
‒ 3.069
64.023
Subsidies (regelingen)
2.026
‒ 411
1.615
Programma Ruimtelijk Ontwerp
595
103
698
Basisregistraties
581
0
581
Ruimtelijk instrumentarium (diversen)
800
‒ 500
300
Basisregistraties Ondergrond
50
‒ 14
36
Opdrachten
14.327
‒ 4.333
9.994
Programma Ruimtelijk Ontwerp
3.934
‒ 629
3.305
Basisregistraties Ondergrond
2.247
‒ 859
1.388
Gebiedsontwikkeling
1.806
‒ 940
866
Geo-informatie
385
0
385
Ruimtelijk instrumentarium (diversen)
5.955
‒ 1.905
4.050
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
36.658
3.833
40.491
Kadaster (Basisregistraties)
31.471
3.242
34.713
Geo-informatie
42
0
42
Basisregistraties Ondergrond
607
75
682
Diverse bijdragen
0
316
316
Geonovum
1.736
0
1.736
ICTU
2.345
0
2.345
Nationaal Groeifonds
457
200
657
Bijdrage aan medeoverheden
2.602
0
2.602
Diversen projecten ruimtelijke kwaliteit
250
‒ 250
0
Gebiedsontwikkeling
2.352
250
2.602
Bijdrage aan agentschappen
11.199
‒ 2.376
8.823
RVB
3.477
‒ 800
2.677
RWS (Leefomgeving)
7.549
‒ 1.576
5.973
Basisregistraties Ondergrond
47
0
47
RIVM
126
0
126
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
280
218
498
Economische Zaken en Klimaat (XIII)
280
218
498
5.2
Omgevingswet
65.511
14.002
79.513
Subsidies (regelingen)
1.907
0
1.907
Eenvoudig Beter
1.907
0
1.907
Opdrachten
3.487
‒ 1.000
2.487
Aan de Slag
3.187
‒ 925
2.262
Serviceteam Rijk
300
‒ 75
225
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
30.682
15.782
46.464
Kadaster
27.784
17.071
44.855
Geonovum
2.345
‒ 1.304
1.041
ICTU
543
15
558
Serviceteam Rijk
10
0
10
Bijdrage aan agentschappen
29.435
‒ 780
28.655
RWS (Eenvoudig beter)
3.658
185
3.843
Serviceteam Rijk
2.543
‒ 615
1.928
Aan de Slag
23.234
‒ 350
22.884
Ontvangsten
11.952
2.210
14.162
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 5
2023
juridisch verplicht
79%
bestuurlijk gebonden
1%
beleidsmatig gereserveerd
20%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 79% juridisch verplicht.
Uitgaven
5.1. Ruimtelijke Ordening
Opdrachten
Ruimtelijk instrumentarium (diversen)
Dit betreft met name een reallocatie voor een bijdrage van € 0,5 mln. aan het Kadaster voor het beheren, exploiteren en door ontwikkelen van de landelijke voorzieningen voor de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur. Tevens betreft dit € 1,4 mln. aan middelen, die onderdeel zijn van een totale bijdrage van € 3,7 mln., die worden overgeboekt naar het Provinciefonds. De middelen zijn bestemd ter ondersteuning van provincies in het proces van het opstellen van het ruimtelijk voorstel en ruimtelijk arrangement en zorgen dat de ontwikkelperspectieven daar onderdeel van uitmaken.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Kadaster (Basisregistraties)
Dit betreft een afrekening van 2022 van € 0,5 mln. voor de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur (NGII) en een reallocatie van € 2,8 mln. voor een bijdrage aan het Kadaster voor het beheren, exploiteren en doorontwikkelen van de landelijke voorzieningen voor de NGII.
Bijdrage aan agentschappen
RWS (Leefomgeving)
Dit betreft met name een reallocatie van € 1,7 mln. voor een bijdrage aan het Kadaster voor het beheren, exploiteren en doorontwikkelen van de landelijke voorzieningen voor de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur. Tevens betreft het bijdragen van € 0,1 mln. van andere departementen voor de instandhouding en releases van het huidige Omgevingsloket-Online (OLO2).
5.2. Omgevingswet
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Kadaster
Dit betreffen meerdere reallocaties van totaal € 16,6 mln. voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de vaststelling van de bijdrage van € 0,4 mln. voor 2022 aan Kadaster voor uitbouw en implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet.
Geonovum
Dit betreft de vaststelling van de bijdrage van € 0,8 mln. voor 2022 aan Geonovum voor afbouw, uitbouw en het beheer van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Tevens betreft het een reallocatie van € 2,1 mln. om de bijdrage aan de Tactisch Beheer Organisatie (TBO), uitgevoerd door het Kadaster, voor de jaaropdracht voor beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet op de juiste regeling te kunnen verantwoorden.
Ontvangsten
Dit betreffen de vaststellingen van de bijdragen voor 2022 aan het Geonovum voor afbouw, uitbouw en beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet van € 0,8 mln., aan het Kadaster voor uitbouw en implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet van € 0,4 mln. en aan KOOP voor beheer en implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet van € 0,6 mln. Verder betreft het de afrekening 2022 voor Nationale Geo-Informatie Infrastructuur (NGII) van € 0,5 mln.
3.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
512.951
‒ 3.336
509.615
Uitgaven
512.951
‒ 3.336
509.615
6.2
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving
87.070
‒ 4.704
82.366
Subsidies (regelingen)
9.761
982
10.743
Overheidsdienstverlening
9.761
982
10.743
Opdrachten
33.479
‒ 25.076
8.403
Overheidsdienstverlening
14.329
‒ 9.004
5.325
Informatiesamenleving
19.150
‒ 16.072
3.078
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
15.250
8.648
23.898
CBS
134
0
134
KvK
5.724
‒ 5.724
0
ICTU
6.890
11.905
18.795
Diverse bijdragen
2.502
2.467
4.969
Bijdrage aan medeoverheden
1.037
260
1.297
Gemeenten
634
260
894
Provincies
403
0
403
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
89
30
119
Digitale dienstverlening
89
30
119
Bijdrage aan agentschappen
27.401
10.452
37.853
RVO
831
3.600
4.431
RODI
7.903
‒ 5.000
2.903
Diverse bijdragen
0
38
38
Logius
16.928
9.003
25.931
RvIG
0
700
700
RDI
1.739
1.261
3.000
AZ-DPC
0
850
850
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
53
0
53
Buitenlandse Zaken (V)
53
0
53
6.5
Identiteitsstelsel
40.495
‒ 102
40.393
Opdrachten
4.973
‒ 2.711
2.262
Identiteitsstelsel
4.973
‒ 2.711
2.262
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
3.409
‒ 1.964
1.445
Diverse bijdragen
0
45
45
ICTU
3.409
‒ 2.009
1.400
Bijdrage aan medeoverheden
264
926
1.190
Gemeenten
264
926
1.190
Bijdrage aan agentschappen
31.849
3.647
35.496
RvIG
31.849
3.647
35.496
6.7
Hoogwaardige dienstverlening één overheid
63.758
1.470
65.228
Subsidies (regelingen)
6.750
‒ 2.000
4.750
Hoogwaardige dienstverlening één overheid
2.691
0
2.691
VNG
4.059
‒ 2.000
2.059
Opdrachten
10.134
‒ 5.167
4.967
Hoogwaardige dienstverlening één overheid
10.134
‒ 5.167
4.967
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
3.986
8.278
12.264
ICTU
3.986
5.200
9.186
CBS
0
500
500
KvK
0
337
337
Diverse bijdragen
0
2.241
2.241
Bijdrage aan medeoverheden
24.262
‒ 2.241
22.021
Gemeenten
24.262
‒ 2.241
22.021
Bijdrage aan agentschappen
18.626
2.600
21.226
Logius
2.536
0
2.536
RvIG
11.736
600
12.336
AZ-DPC
3.718
1.400
5.118
Diverse bijdragen
636
600
1.236
6.8
Generieke Digitale Infrastructuur
321.628
0
321.628
Subsidies (regelingen)
3.436
10.038
13.474
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid
3.436
10.038
13.474
Opdrachten
45.305
‒ 41.030
4.275
Doorontwikkeling en innovatie
45.305
‒ 41.030
4.275
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
7.893
5.431
13.324
KvK
7.226
0
7.226
ICTU
0
5.431
5.431
RDW
1
0
1
Diverse bijdragen
666
0
666
Bijdrage aan medeoverheden
806
0
806
Gemeenten
113
0
113
Provincies
210
0
210
Waterschappen
483
0
483
Bijdrage aan agentschappen
264.188
25.561
289.749
Logius
239.993
25.378
265.371
RvIG
11.243
0
11.243
RVO
11.155
0
11.155
RDI
745
0
745
Diverse bijdragen
688
183
871
AZ-DPC
364
0
364
Ontvangsten
10.927
4.200
15.127
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 16 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 6
2023
juridisch verplicht
92%
bestuurlijk gebonden
3%
beleidsmatig gereserveerd
2%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
3%
Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 92% juridisch verplicht.
Uitgaven
6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving
Opdrachten
Overheidsdienstverlening
Dit betreft met name een reallocatie van € 7,0 mln. om de middelen voor onder andere de subsidie Alliantie Digitaal Samenleven en het BSN-koppelregister polymorfe pseudoniemen (BSNk PP) op de juiste instrumenten subsidies en bijdragen aan agentschappen te verantwoorden. Daarnaast worden er middelen gerealloceerd voor onder meer het programma Interbestuurlijke Datastrategie door ICTU en voor DigiD videobellen door NL wereldwijd van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Informatiesamenleving
Dit omvat met name een reallocatie van € 6,0 mln. om de realisatie van de werkagenda op het juiste instrument subsidies en bijdragen aan agentschappen te verantwoorden. Daarnaast betreft dit diverse reallocaties voor onder meer de RVO-jaaropdracht, het programma Interbestuurlijke Datastrategie door ICTU, de Europese Digitale Identiteit (eID) en BSNk PP door Logius op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. Ook worden er middelen beschikbaar gesteld aan Bonaire, Saba en Sint-Eustatius voor het inrichten van CIO-offices, het ontwikkelen van digitaliseringsagenda's en de digitale basis.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
KvK
Dit betreffen reallocaties van in totaal € 5,7 mln. voor onder meer ibewustzijn cybersecurity en het programma Regie op Gegevens (RoG) door ICTU en voor de bijdragen informatiepunten Digitale Overheid om deze op de juiste regelingen ICTU en diverse bijdragen te kunnen verantwoorden.
ICTU
Dit betreft reallocaties om de middelen voor het programma Interbestuurlijke Datastrategie, ibewustzijn cybersecurity en RoG op de juiste regeling te kunnen verantwoorden.
Bijdrage aan agentschappen
RODI
Dit betreffen voor het overgrote deel reallocaties om de middelen voor de jaaropdracht RVO, de uitvoering van het Elektronische Toegangsdienstenstelsel (ETD-stelsel) door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) en de Single Digital Gateway (SDG) door de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) op de juiste regelingen RVO, UBR, Telecom en AZ-DPC te verantwoorden.
Logius
Dit betreffen met name reallocaties van circa € 13,9 mln. voor eID en BSNk PP om deze op het juiste instrument bijdrage aan agentschappen te verantwoorden. Verder is er een reallocatie van ‒ € 5,2 mln. om de middelen voor het programma Interbestuurlijke Datastrategie door ICTU op het juiste instrument bijdrage aan ZBO's /RWT's te kunnen verantwoorden.
6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid
Opdrachten
Hoogwaardige dienstverlening één overheid
Dit betreft voornamelijk een reallocatie van € 5,2 mln. om middelen die zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) op het juiste instrument (bijdragen aan ZBO's/RWT's) en regeling (ICTU) te verantwoorden.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
ICTU
Dit betreft een reallocatie van € 5,2 mln. vanuit Opdrachten Hoogwaardige dienstverlening één overheid. Zie hierboven bij Opdrachten Hoogwaardige dienstverlening één overheid de verdere toelichting.
6.8 Generieke Digitale Infrastructuur
Subsidies
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid
Dit betreft een reallocatie van € 10,0 mln. vanaf het instrument opdrachten. Zie hieronder bij opdrachten de verdere toelichting.
Opdrachten
Dooronwikkeling en innovatie
Dit betreft een reallocatie van € 41,0 mln. om de inzet van het vernieuwingsbudget op de juiste instrumenten te verantwoorden. Het betreft een subsidie aan de VNG voor de implementatie van Single Digital Gateway (SDG) fase 2, een bijdrage aan ICTU voor de Europese Digitale Identiteit (EDI), een bijdrage aan Logius voor diverse projecten op het gebied van gegevensuitwisseling en infrastructuur, en diverse bijdragen voor de projecten eHerkenning en nabestaandenmachtiging.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
ICTU
Dit betreft een reallocatie van € 25,4 mln. vanaf het instrument opdrachten. Zie hierboven bij opdrachten de verdere toelichting.
Bijdrage aan agentschappen
Logius
Dit betreft een reallocatie van € 5,4 mln. vanaf het instrument opdrachten. Zie hierboven bij opdrachten de verdere toelichting.
Ontvangsten
Het betreft de meerontvangsten op dit artikel in 2023. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd en ingezet op artikel 9 voor de relatief veel aanslagen voor zakelijke lasten uit voorgaande jaren die zijn binnengekomen en betaald moeten worden door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
101.768
‒ 215
101.553
Uitgaven
100.299
‒ 610
99.689
7.1
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
94.161
‒ 610
93.551
Subsidies (regelingen)
7.744
590
8.334
Diverse subsidies
1.302
50
1.352
Overlegstelsel
1.575
0
1.575
POK - Ambtelijk Vakmanschap
0
40
40
Bedrijfsvoeringsbeleid
205
500
705
POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie
95
0
95
Ondersteuning koepels implementatie Woo
863
0
863
Kwaliteit management rijksdienst
20
0
20
Compensatie Waterschappen Woo (structureel)
3.356
0
3.356
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat
223
0
223
POK - Ondersteuning melders misstanden
105
0
105
Opdrachten
31.616
‒ 3.255
28.361
Bedrijfsvoeringsbeleid
8.299
‒ 2.600
5.699
Kwaliteit Management Rijksdienst
4.412
‒ 482
3.930
Werkgeversbeleid
1.715
‒ 12
1.703
Informatiehuishouding
2.475
‒ 336
2.139
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening
2.512
‒ 400
2.112
POK - Ambtelijk Vakmanschap
812
0
812
POK - Staat van de Uitvoering
0
37
37
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie
181
0
181
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat
609
‒ 35
574
POK - Ondersteuning van melders van misstanden
613
‒ 70
543
Open Overheid
1.620
0
1.620
Adviescollege ICT
275
0
275
Personele inzet crisisopvang
8.093
0
8.093
Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid
0
643
643
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
9.553
2.410
11.963
POK - Ambtelijk Vakmanschap
39
0
39
Bedrijfsvoeringsbeleid
1.455
316
1.771
Werkgeversbeleid
1.798
0
1.798
POK - Staat van de Uitvoering
2.197
0
2.197
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie
10
0
10
Diverse bijdragen
4.054
2.094
6.148
Bijdrage aan medeoverheden
1.084
0
1.084
Compensatie Waterschappen Woo (incidenteel)
1.084
0
1.084
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
53
30
83
POK - Ambtelijk Vakmanschap
0
30
30
Werkgeversbeleid
53
0
53
Bijdrage aan agentschappen
43.900
‒ 214
43.686
POK - Ambtelijk Vakmanschap
1.214
80
1.294
O&P Rijk (arbeidsmarkt communicatie)
10.184
0
10.184
I-Functie Rijk
450
0
450
Bedrijfsvoeringsbeleid
1.331
3.884
5.215
Werkgeversbeleid
4.342
0
4.342
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening
7.525
1.002
8.527
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie
236
0
236
Diverse bijdragen
8.161
‒ 2.084
6.077
KOOP
7.270
‒ 3.581
3.689
Logius
3.187
0
3.187
Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid
0
485
485
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
211
‒ 171
40
Bedrijfsvoeringsbeleid
181
‒ 181
0
POK - Ambtelijk Vakmanschap
30
‒ 30
0
Bevorderen veilig werk- en meldklimaat
0
35
35
Ondersteuning van melders van misstanden
0
5
5
7.2
Pensioenen en uitkeringen
6.138
0
6.138
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
6.138
0
6.138
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen
6.138
0
6.138
Ontvangsten
123
1.171
1.294
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 18 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 7
2023
juridisch verplicht
81%
bestuurlijk gebonden
3%
beleidsmatig gereserveerd
4%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
12%
Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 81% juridisch verplicht.
Uitgaven
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Opdrachten
Bedrijfsvoeringsbeleid
Dit betreft met name de reallocatie van € 1,7 mln. naar artikel 11 voor de uitbreiding van de capaciteit voor het rijksbrede Programma Hybride werken en voor het rijksbrede Programma Denk Doe Duurzaam. Verder betreft dit een reallocatie van € 0,5 mln. naar het juiste instrument subsidies voor het onderzoeksprogramma werk in transitie.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Diverse bijdragen
Dit betreft overboekingen van in totaal € 1,5 mln. ten behoeve het project werkplek van de toekomst van de ministeries Financiën, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Verder wordt het budget van het ministerie van BZK van € 0,5 mln. voor het project werkplek van de toekomst gerealloceerd van artikel 11.
Bijdrage aan Agentschappen
Bedrijfsvoeringsbeleid
Dit betreft met name de overboekingen van in totaal circa € 1,5 mln. van de andere departementen voor het programma Digi inkoop. Ook is er een reallocatie van € 1,5 mln. van artikel 11 voor de bekostiging van de rijkshubs in Assen en Leiden ten behoeve van een programma van facilitair en huisvesting en hybride werken. Verder betreft dit een desaldering van € 0,9 mln. van de ontvangsten van de programma's hybride werken en digi inkoop, die worden ingezet voor bijdrage aan agentschappen, zie ook de toelichting bij de ontvangsten.
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening
Dit betreft de overboeking van € 1,0 mln. van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de bijdrage aan de Rijksbrede ICT voorzieningen.
Diverse bijdragen
Dit betreft voornamelijk een reallocatie van € 1,8 mln. naar artikel 11 voor het project werkplek van de toekomst.
KOOP
Dit betreft een reallocatie van € 3,6 mln. om de bijdragen uit programma overheid aan het informatiehuishoudingbudget binnen artikel 7 om op het juiste instrument opdrachten te verantwoorden.
Ontvangsten
Het betreft de ontvangsten voor de programma's hybride werken, inkoop en aanbesteding en digi inkoop. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd en ingezet om de kosten van deze programma's te dekken, zie ook bij de uitgaven onderdeel bijdrage aan agentschappen.
3.8 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
163.718
5.100
168.818
Uitgaven
163.718
5.100
168.818
9.1
Doelmatige Rijkshuisvesting
90.774
0
90.774
Bijdrage aan agentschappen
90.774
0
90.774
RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)
17.335
0
17.335
RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)
51.524
2.500
54.024
RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)
10.570
‒ 2.500
8.070
RVB (Bijdrage voor monumenten)
3.966
0
3.966
RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)
7.379
0
7.379
9.2
Beheer materiële activa
72.944
5.100
78.044
Bijdrage aan agentschappen
72.944
5.100
78.044
RVB
14.329
0
14.329
RVB (Onderhoud en beheerkosten)
4.651
0
4.651
RVB (Zakelijke lasten)
53.964
5.100
59.064
Ontvangsten
144.531
98.855
243.386
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 20 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 9
2023
juridisch verplicht
98%
bestuurlijk gebonden
0%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
2%
Van het totale uitgavenbudget op artikel 9 is 98% juridisch verplicht.
Uitgaven
9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting
Bijdrage aan agentschappen
RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge College van Staat)
Dit betreft € 2,5 mln. ten behoeve van hoger uitgevallen leegstand- en beveiligingskosten. Deze middelen zijn nodig voor de periode waarin zowel de gebruikers als aannemers niet aanwezig zijn op het Binnenhofcomplex en zij dus ook niet verantwoordelijk zijn voor deze kosten. Deze middelen worden gerealloceerd vanaf de regeling RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ).
RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)
Een aantal projecten wordt later opgeleverd dan verwacht, waardoor de kosten voor deze projecten dit jaar niet meer in rekening worden gebracht. Het budget wordt ingezet voor de hierboven beschreven reallocatie van middelen (€ 2,5 mln.) vanwege de hoger uitgevallen leegstand- en beveiligingskosten van het Binnenhofcomplex.
9.2 Beheer materiële activa
Bijdrage aan agentschappen
RVB (Onderhoud en beheerkosten)
Via deze regeling worden de middelen vanuit de meerontvangsten (circa € 1,4 mln.) van de pacht van het Windmolenpark Zeewolde gedesaldeerd en direct overgeboekt naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Dit dient ter financiering van de specifieke uitkering aan de provincie Flevoland ten behoeve van het Saneringsfonds Windpark Flevoland.
RVB (Zakelijke lasten)
Onverwacht zijn er relatief veel aanslagen voor zakelijke lasten uit voorgaande jaren binnengekomen die betaald moeten worden. De kosten zijn daardoor dit jaar hoger dan verwacht. Dit wordt gedekt door een meevaller op artikel 6 en een herbestemming van LPO middelen.
Ontvangsten
Dit betreft met name € 91 mln. aan meerontvangsten, doordat de veiling van benzinestations langs Rijkswegen meer heeft opgebracht dan geraamd. Daarnaast omvat dit circa € 6,4 mln. aan meerontvangsten voor bodemmaterialen. Tot slot betreft dit de meerontvangsten (circa € 1,4 mln.) aan pacht voor rijksgronden als gevolg van de ingebruikgeving van het Windmolenpark Zeewolde.
3.9 Artikel 14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
3.000
0
3.000
Uitgaven
3.000
0
3.000
14.0
Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité
3.000
0
3.000
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
3.000
0
3.000
Diverse bijdragen
3.000
0
3.000
Ontvangsten
0
0
0
Geschatte budgetflexibiliteit
Tabel 22 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 14
2023
juridisch verplicht
0%
bestuurlijk gebonden
100%
beleidsmatig gereserveerd
0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden
0%
Van het totale uitgavenbudget op artikel 14 is 0% juridisch verplicht.
Voor artikel 14 zijn er ten opzichte van de Prinsjesdag suppletoire begroting 2023 geen wijzigingen te melden.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 11. Centraal apparaat
Tabel 23 Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
763.012
33.639
796.651
Uitgaven
763.686
33.639
797.325
11.1
Apparaat (excl. AIVD)
763.686
33.639
797.325
Personele uitgaven
420.291
‒ 976
419.315
Eigen personeel
327.654
‒ 7.408
320.246
Inhuur externen
87.665
4.927
92.592
Overige personele uitgaven
4.972
1.505
6.477
Materiële uitgaven
342.466
34.504
376.970
Bijdrage SSO's
310.928
17.949
328.877
ICT
10.986
8.946
19.932
Overige materiële uitgaven
20.552
7.609
28.161
Bijdrage aan agentschappen
929
111
1.040
Diverse bijdragen
929
111
1.040
Ontvangsten
151.733
22.396
174.129
Toelichting
Personele uitgaven
Eigen personeel
Dit betreft diverse reallocaties, voor met name Doc-Direkt om de personele uitgaven van Doc-Direkt op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. Daarnaast betreft het ook een reallocatie naar artikel 3 ten behoeve van het Rijksvastgoedbedrijf. Door een latere matching van bouwlocaties aan de ingekochte flexwoningen, moeten deze langer opgeslagen worden op de beschikbaar gestelde distributielocaties. Hiervoor wordt € 2,9 mln. beschikbaar gesteld.
Inhuur externen
Dit betreft diverse reallocaties, voor Doc-Direkt (om de personele uitgaven van Doc-Direkt op het juiste instrument te kunnen verantwoorden) en het Project werkplek van de toekomst (om zowel de werkomgeving als ook de Content Services Platform (CSP) aanbesteding te realiseren, is de specialistische kennis met betrekking tot document management en andere voorzieningen). Daarnaast betreft het een desaldering (€ 1,5 mln.) in verband met de ontvlechting van de eindbalans van de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR).
Materiële uitgaven
Bijdrage SSO's
Het betreft hier meerdere mutaties.
Er zijn overboekingen van de andere departementen van in totaal € 5,4 mln. ter dekking van de gemaakte kosten voor werkplekken door FMH.
Middels een desaldering is er een aanvulling op de raming van de kosten van € 2,1 mln. voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Zie ook de toelichting bij de ontvangsten.
Middels een desaldering is er een aanvulling op de raming van de kosten van € 2,7 mln. van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Zie ook de toelichting bij de ontvangsten.
Er is een reallocatie van € 2,4 mln. van het instrument eigen personeel om de uitgaven op bedrijfsvoeringsterrein op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. De uitgaven hebben betrekking op werkzaamheden in het kader van huisvesting, facilitair, ICT-middelen en overige.
Doc-Direkt verwacht een tekort van 5,4 mln., waarvan € 4,9 mln. op bijdrage SSO's en € 0,5 mln. op ICT. Dit komt voor een groot deel door onverwachte facturen van doorbelastingen van SSC-ICT. Door herprioritering op artikel 11 wordt dit gedekt.
ICT
Hier betreft een desaldering ten behoeve van Doc-Direkt (zie Bijdrage SSO's).
Ook zijn er overboekingen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Financiën (beiden € 1,0 mln.) ten behoeve van ICT voor de doorontwikkelingsopgave van Doc-Direkt. De bijdrage van BZK van € 1,0 mln. wordt via reallocatie op artikel 11 ook op het instrument ICT geboekt.
Overige materiële uitgaven
Het agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas- verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF (€ 8 mln.). Dekking vindt plaats via de overgedragen liquide middelen van voormalig UBR. Zie daartoe ook de toelichting bij de ontvangsten.
Ontvangsten
Het betreft hier meerdere mutaties.
Het agentschap UBR is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas- verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF via de overgedragen liquide middelen (een begrotingsontvangst) van UBR. Middels een desaldering worden deze middelen nu ingezet ter dekking van de betaling van deze openstaande facturen (€ 9,5 mln.). Zie ook de toelichting bij het instrument overige materiële uitgaven en inhuur externen.
Er zijn meerontvangsten van € 2,1 mln. van de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument bijdrage SSO's.
Er zijn meerontvangsten van € 2,7 mln. van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument bijdrage SSO's.
Er zijn meer ontvangsten van € 5,4 mln. bij Doc-Direct. Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument Bijdrage SSO's.
4.2 Artikel 12. Algemeen
Tabel 24 Algemeen (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
46.090
1.060
47.150
Uitgaven
116.340
‒ 48.940
67.400
12.0
Algemeen
116.340
‒ 48.940
67.400
Subsidies (regelingen)
1.112
0
1.112
Diverse subsidies
1.053
0
1.053
Koninklijk Paleis Amsterdam
59
0
59
Opdrachten
605
100
705
(Inter)nationale samenwerking
225
0
225
Diverse opdrachten
380
100
480
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
58
0
58
Diverse bijdragen
11
0
11
POK - BZK transparant
47
0
47
Bijdrage aan medeoverheden
70.067
‒ 49.950
20.117
Kwijtschelden publieke schulden
70.000
‒ 50.000
20.000
Verzameluitkeringen
67
50
117
Bijdrage aan agentschappen
12.608
400
13.008
Eigenaarsbijdrage
11.550
0
11.550
POK - BZK transparant
1.053
400
1.453
Diverse bijdragen
5
0
5
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
31.890
510
32.400
Financiën (IXB)
31.890
510
32.400
Ontvangsten
17.968
0
17.968
Toelichting
Bijdrage aan medeoverheden
Kwijtschelden publieke schulden
De compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten bij medeoverheden vindt plaats op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Omdat op dit moment volgens de voorwaarden nog niet kan worden overgegaan tot betaling, komt het restant van het budget (€ 50 mln.) dit jaar niet meer tot uitputting en wordt dit budget generaal teruggeboekt. In het voorjaar wordt gekeken naar de meerjarige raming en welke middelen nodig zijn voor de doelstelling.
4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld
Tabel 25 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)
Mutaties 2e suppletoire begroting (2)
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)
Art.
Verplichtingen
0
0
0
Uitgaven
0
0
0
13.0
Nog onverdeeld
0
0
0
Nog te verdelen
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
Toelichting
Voor artikel 13 zijn er ten opzichte van de Prinsjesdag suppletoire begroting 2023 geen wijzigingen te melden.
5 Agentschappen
5.1 Dienst van de Huurcommissie (DHC)
Exploitatieoverzicht
Tabel 26 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap DHC (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
Baten
- Omzet
22.987
1.550
24.537
waarvan omzet moederdepartement
12.823
1.971
14.794
waarvan omzet overige departementen
0
0
0
waarvan omzet derden
10.164
‒ 421
9.743
Rentebaten
0
0
0
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
22.987
1.550
24.537
Lasten
Apparaatskosten
22.888
1.524
24.412
- Personele kosten
17.995
916
18.911
waarvan eigen personeel
12.700
483
13.183
waarvan inhuur externen
4.700
238
4.938
waarvan overige personele kosten
595
195
790
- Materiële kosten
4.893
608
5.501
waarvan apparaat ICT
2.681
300
2.981
waarvan bijdrage aan SSO's
0
0
0
waarvan overige materiële kosten
2.212
308
2.520
Rentelasten
0
0
0
Afschrijvingskosten
99
26
125
- Materieel
99
26
125
waarvan apparaat ICT
93
26
119
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
6
0
6
- Immaterieel
0
0
0
Overige lasten
0
0
0
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
waarvan bijzondere lasten
0
0
Totaal lasten
22.987
1.550
24.537
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
0
0
0
Agentschapsdeel Vpb-lasten
0
0
0
Saldo van baten en lasten
0
0
0
Toelichting
Baten
Omzet
De dekking van de Huurcommissie is drieledig: de verhuurderbijdrage, de leges (beide opgenomen in de omzet derden) en de bijdrage van het moederdepartement.
Waarvan omzet moederdepartement
De bijdrage van het moederdepartement stijgt met € 2,0 mln. als gevolg van de eerste beperkte uitgaven voor de tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (TTB) en de voorbereidingen op de invoering van de Wet Betaalbare Huur. In de Uitvoeringstoets van deze laatste wet waren deze voorbereidingskosten geraamd op € 3 mln. maar, mede gezien de temporisering van deze wet, is slechts € 2 mln. benodigd.
Waarvan omzet derden
De legesinkomsten zijn aangepast aan de te verwachte productie 2023 en hierdoor met € 0,4 mln. neerwaarts bijgesteld.
Lasten
Personele kosten
Door het proces van continue werving en de voorbereidingen voor de Wet Betaalbare Huur is het aantal medewerkers toegenomen en zal in de resterende maanden van 2023 nog verder toenemen.
Waarvan inhuur externen
De hogere externe inhuur is tijdelijk noodzakelijk voor de voorbereidingsactiviteiten die samenhangen met de Wet betaalbare huur waaronder ook de aanpassing van de organisatie.
Materiële kosten
De ICT uitgaven en de overige materiële kosten stijgen overeenkomstig de toename van het aantal medewerkers en als gevolg van de voorbereidingen op de Wet Betaalbare Huur.
Kasstroomoverzicht
Tabel 27 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap DHC (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
‒ 1.412
0
‒ 1.412
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
27.487
1.550
29.037
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 25.189
‒ 1.622
‒ 26.811
2.
Totaal operationele kasstroom
2.298
‒ 72
2.226
Totaal investeringen (-/-)
‒ 65
0
‒ 65
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 65
0
‒ 65
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
0
0
0
Beroep op leenfaciliteit (+)
0
0
0
4.
Totaal financieringskasstroom
0
0
0
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
821
‒ 72
749
Toelichting
Operationele kasstroom
De hogere ontvangsten en uitgaven in de operationele kasstroom zijn enerzijds het gevolg van de extra financiering door het moederdepartement voor de voorbereidingen op de Wet Betaalbare Huur en anderzijds het gevolg van de extra kosten die de voorbereidingen op deze Wet met zich mee neemt.
5.2 Logius
Exploitatieoverzicht
Tabel 28 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Logius (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
Baten
- Omzet
348.626
‒ 18.911
329.715
waarvan omzet moederdepartement
300.787
2.108
302.895
waarvan omzet overige departementen
39.840
‒ 25.918
13.922
waarvan omzet derden
8.000
4.899
12.899
Rentebaten
0
0
0
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
348.626
‒ 18.911
329.715
Lasten
Apparaatskosten
348.626
‒ 18.936
329.690
- Personele kosten
109.971
8.912
118.883
waarvan eigen personeel
69.153
‒ 4.576
64.577
waarvan inhuur externen
36.021
13.772
49.793
waarvan overige personele kosten
4.797
‒ 284
4.513
- Materiële kosten
238.655
‒ 27.848
210.807
waarvan apparaat ICT
9.309
0
9.309
waarvan bijdrage aan SSO's
1.252
36
1.288
waarvan overige materiële kosten
228.094
‒ 27.884
200.210
Rentelasten
0
0
0
Afschrijvingskosten
0
25
25
- Materieel
0
15
15
waarvan apparaat ICT
0
0
0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
0
15
15
- Immaterieel
0
10
10
Overige lasten
0
0
0
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
348.626
‒ 18.911
329.715
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
0
0
0
Agentschapsdeel Vpb-lasten
0
0
0
Saldo van baten en lasten
0
0
0
Toelichting
Baten
Omzet
De verwachte totale omzet van Logius in 2023 blijkt € 18,9 miljoen lager te zijn dan aanvankelijk in de begroting was opgenomen. De belangrijkste aanpassing betreft de definitieve B&E GDI-opdracht, die € 15,6 miljoen lager is uitgevallen dan aanvankelijk begroot was.
Waarvan omzet overige departementen
De omzet voor andere departementen daalt in vergelijking met de begroting voor 2023 met bijna € 25,9 miljoen. Dit is grotendeels het gevolg van een verschuiving naar omzet voor het moederdepartement, omdat er, voornamelijk binnen de doorontwikkelingsopdrachten, andere opdrachten definitief aan Logius zijn gegund dan aanvankelijk in de begroting van 2023 was voorzien.
Lasten
Apparaatskosten
Parallel aan de verlaging van de omzet, die voortvloeit uit de gewijzigde opdrachtenportefeuille, zijn ook de totale apparaatskosten met een gelijkwaardig bedrag verminderd. Als gevolg van de omzetbijstelling is er ook een verschuiving van materiële kosten naar personele kosten. Een bijkomend effect is dat KOOP nu geïntegreerd is en dat dit op basis van voortschrijdend inzicht tot verschuivingen heeft geleid in de kostensoorten ten opzichte van de begroting
Waarvan inhuur externen
Een belangrijke verklaring van de stijging kosten inhuur externen is dat Logius op basis van realisatie beter inzicht heeft verkregen in de inkoop van dienstverlening als uitbesteed werk (overige materiële kosten) versus inhuur externen (personele kosten). Hierdoor is er sprake van een verschuiving van uitbesteed werk naar inhuur. Dit verklaart grotendeels de toename van externe inhuur van € 36 mln. naar € 49,8 mln. De kosten van uitbesteed werk onder overige materiële kosten zijn met een vergelijkbaar bedrag gedaald.
Afschrijvingskosten
Ondanks de samenvoeging van KOOP en Logius op 1 januari 2023 waren deze kosten nog niet verwerkt in de oorspronkelijke begroting.
Kasstroomoverzicht
Tabel 29 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap Logius (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
72.404
0
72.404
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
348.626
‒ 18.911
329.715
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 348.626
18.911
‒ 329.715
2.
Totaal operationele kasstroom
0
0
0
Totaal investeringen (-/-)
0
0
0
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringskasstroom
0
0
0
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
0
0
0
Beroep op leenfaciliteit (+)
0
0
0
4.
Totaal financieringskasstroom
0
0
0
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
72.404
0
72.404
Toelichting
Operationele kasstroomoverzicht
In alle jaren is uitgegaan van een exploitatieresultaat dat nihil is. Er wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. De operationele kasstroom is aangepast in lijn met de hierboven beschreven wijzigingen.
5.3 Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)
Exploitatieoverzicht
Tabel 30 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RBL (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
Baten
- Omzet
139.275
‒ 10.328
128.947
waarvan omzet moederdepartement
37.184
‒ 2.048
35.136
waarvan omzet overige departementen
102.001
‒ 8.190
93.811
waarvan omzet derden
90
‒ 90
0
Rentebaten
0
0
0
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
139.275
‒ 10.328
128.947
Lasten
Apparaatskosten
138.910
‒ 8.313
130.597
- Personele kosten
50.424
1.915
52.339
waarvan eigen personeel
47.575
1.485
49.060
waarvan inhuur externen
1.099
1.045
2.144
waarvan overige personele kosten
1.750
‒ 615
1.135
- Materiële kosten
88.486
‒ 10.228
78.258
waarvan apparaat ICT
1.454
‒ 125
1.329
waarvan bijdrage aan SSO's
10.325
2
10.327
waarvan overige materiële kosten
76.707
‒ 10.105
66.602
Rentelasten
0
0
0
Afschrijvingskosten
365
‒ 155
210
- Materieel
100
0
100
waarvan apparaat ICT
35
0
35
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
65
0
65
- Immaterieel
265
‒ 155
110
Overige lasten
0
0
0
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
139.275
‒ 8.468
130.807
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
0
‒ 1.860
‒ 1.860
Agentschapsdeel Vpb-lasten
0
0
0
Saldo van baten en lasten
0
‒ 1.860
‒ 1.860
Toelichting
Baten
Omzet
De totale omzet wordt naar verwachting € 10,3 mln. lager, dit heeft twee oorzaken. De eerste oorzaak is doordat Rijksbeveiligingsorganisatie (RBO) niet alle dienstverlening kan leveren als gevolg van personeelstekorten bij de Particuliere Beveiligingsorganisaties (PBO) die een groot deel van de RBO dienstverlening uitvoert (€ 6,2 mln.).
Daarnaast valt de omzet bij Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD) € 4,1 mln. lager uit, omdat de opdracht van het ministerie van OCW met betrekking tot het bezorgen van COVID-19 zelftesten eerder is gestopt dan verwacht vanwege het uitblijven van de pandemie in 2023.
Lasten
Apparaatskosten
De personele kosten nemen toe door hogere salariskosten (€ 1,5 mln.) en kosten voor externe inhuur (€ 1,0 mln.). De reden hiervoor is dat RBO versneld meer eigen personeel aanneemt vanwege de personeelstekorten bij de PBO. De hogere kosten externe inhuur wordt veroorzaakt door meer inhuur op projecten en de verbetering van de bedrijfsvoering. De overige personele lasten vallen lager uit (€ 0,6 mln.) vanwege het doorschuiven van opleidingen naar 2024.
Materiële kosten
De overige materiële kosten dalen naar verwachting met € 10,1 mln. voornamelijk als gevolg van het niet kunnen leveren van de gevraagde dienstverlening van de PBO’s (uitbesteding) in verband met personeelstekorten ad € 6,6 mln. Daarnaast is de uitbesteding bij IPKD € 2,9 mln. lager vanwege het eerder stopzetten van de opdracht voor het bezorgen van COVID-19 zelftesten. Er is ook sprake van een onderuitputting op kosten met betrekking tot het Wagenpark (€ 0,4 mln.) en overige materiele kosten (€ 0,2 mln.).
Afschrijvingskosten
De afschrijvingslasten vallen circa € 0,2 mln. lager uit dan begroot door de latere oplevering van het Transport Management Systeem bij IPKD. In lijn met de regelgeving start de afschrijving pas na implementatie en ingebruikname van het systeem.
Saldo van baten en lasten
Als gevolg van minder omzet, die niet volledig kan worden opgevangen door kostenbesparingen respectievelijk lagere kosten, ontstaat naar verwachting een negatief saldo.
Kasstroomoverzicht
Tabel 31 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap RBL (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
‒ 4.343
0
‒ 4.343
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
143.738
‒ 8.313
135.425
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 138.910
8.313
‒ 130.597
2.
Totaal operationele kasstroom
4.828
0
4.828
Totaal investeringen (-/-)
‒ 285
‒ 115
‒ 400
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 285
‒ 115
‒ 400
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
0
0
0
Beroep op leenfaciliteit (+)
0
0
0
4.
Totaal financieringskasstroom
0
0
0
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
200
‒ 115
85
Toelichting
Operationele kasstroom
De mutatie in de operationele kasstroom is het gevolg van lagere omzet (minder ontvangsten) en als gevolg daarvan lagere inkoopkosten (minder uitgaven), voornamelijk als gevolg van minder uitbesteed werk.
Investeringskasstroom
De mutatie wordt veroorzaakt door hogere investeringskosten voor het Transport Management Systeem bij IPKD.
5.4 Rijksvastgoedbedrijf (RVB)
Exploitatieoverzicht
Tabel 32 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RVB (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
Baten
- Omzet
1.418.476
‒ 77.062
1.341.414
waarvan omzet moederdepartement
174.128
‒ 1.390
172.738
waarvan omzet overige departementen
1.146.722
‒ 79.256
1.067.466
waarvan omzet derden
97.626
3.584
101.210
Rentebaten
0
6.316
6.316
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
99.784
14.461
114.245
Totaal baten
1.518.260
‒ 56.285
1.461.975
Lasten
Apparaatskosten
379.634
3.496
383.130
- Personele kosten
300.926
3.320
304.246
waarvan eigen personeel
252.204
397
252.601
waarvan inhuur externen
48.722
2.923
51.645
waarvan overige personele kosten
0
0
0
- Materiële kosten
78.708
176
78.884
waarvan apparaat ICT
19.983
‒ 525
19.458
waarvan bijdrage aan SSO's
35.916
1.613
37.529
waarvan overige materiële kosten
22.809
‒ 912
21.897
Rentelasten
89.185
‒ 9.932
79.253
Afschrijvingskosten
437.289
‒ 57.057
380.232
- Materieel
437.289
‒ 57.057
380.232
waarvan apparaat ICT
0
0
0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
437.289
‒ 57.057
380.232
- Immaterieel
0
0
0
Overige lasten
612.152
7.207
619.359
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
waarvan bijzondere lasten
612.152
7.207
619.359
Totaal lasten
1.518.260
‒ 56.285
1.461.975
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
0
0
0
Agentschapsdeel Vpb-lasten
0
0
0
Saldo van baten en lasten
0
0
0
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet overige departementen
De lagere omzet bij overige departementen wordt grotendeels veroorzaakt door een lagere omzet voor specialties, vanwege het later gereed komen van diverse projecten en door verminderde huuropbrengsten in het kantorenstelsel, vanwege beëindiging van de huur van een object.
Rentebaten
De rentebaten worden gerealiseerd door het ontvangen van rente over de financiële middelen, die op de rekening-courant van het RVB staan. Het rentepercentage is in de loop van dit jaar behoorlijk gestegen.
Bijzondere baten
De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de mutatie Onderhanden Projecten (OHP). Onder deze post vallen met name nog-niet-geactiveerde uren op lopende projecten.
Lasten
Afschrijvingskosten
De lagere afschrijvingskosten zijn het gevolg van het later dan verwacht gereed komen van diverse projecten.
Rentelasten
De daling van de rentelasten wordt verklaard door het later gereed komen van diverse projecten. Deze rentelasten worden, net als de afschrijvingslasten, pas in rekening gebracht na oplevering en activering van afgeronde projecten.
Kasstroomoverzicht
Tabel 33 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap RVB (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
584.686
0
584.686
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
2.405.236
77.151
2.482.387
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 1.994.122
‒ 167.059
‒ 2.161.181
2.
Totaal operationele kasstroom
411.114
‒ 89.908
321.206
Totaal investeringen (-/-)
‒ 599.000
‒ 372.145
‒ 971.145
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
11.081
11.081
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 599.000
‒ 361.064
‒ 960.064
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
‒ 2.423
0
‒ 2.423
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 355.237
0
‒ 355.237
Beroep op leenfaciliteit (+)
599.000
372.145
971.145
4.
Totaal financieringskasstroom
241.340
372.145
613.485
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
638.140
‒ 78.827
559.313
Toelichting
Operationele kasstroom
De lagere totale operationele kasstromen zijn het gevolg van het later dan verwacht gereed komen van diverse projecten.
Investeringskasstroom
Het totaal aan investeringen is verhoogd, vanwege een gerealiseerde aankoop van een object.
5.5 Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
Exploitatieoverzicht
Tabel 34 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RvIG (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
Baten
- Omzet
112.388
7.000
119.388
waarvan omzet moederdepartement
45.302
16.000
61.302
waarvan omzet overige departementen
0
4.000
4.000
waarvan omzet derden
67.086
‒ 13.000
54.086
Rentebaten
0
500
500
Vrijval voorzieningen
26.905
2.112
29.017
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
139.293
9.612
148.905
Lasten
Apparaatskosten
138.149
18.112
156.261
- Personele kosten
34.913
6.000
40.913
waarvan eigen personeel
27.612
0
27.612
waarvan inhuur externen
6.268
6.000
12.268
waarvan overige personele kosten
1.033
0
1.033
- Materiële kosten
103.236
12.112
115.348
waarvan apparaat ICT
375
0
375
waarvan bijdrage aan SSO's
200
0
200
waarvan overige materiële kosten
102.661
12.112
114.773
Rentelasten
0
0
0
Afschrijvingskosten
9.936
‒ 600
9.336
- Materieel
7.996
‒ 1.600
6.396
waarvan apparaat ICT
100
0
100
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
7.896
‒ 1.600
6.296
- Immaterieel
1.940
1.000
2.940
Overige lasten
0
0
0
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
148.085
17.512
165.597
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
‒ 8.792
‒ 7.900
‒ 16.692
Agentschapsdeel Vpb-lasten
0
0
0
Saldo van baten en lasten
‒ 8.792
‒ 7.900
‒ 16.692
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement valt naar verwachting hoger uit doordat diverse, door het moederdepartement gefinancierde, grote projecten niet in de begroting waren meegenomen.
Omzet overige departementen
Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van omzet derden naar omzet overige departementen.
Omzet derden
Naast voornoemde verschuiving naar de omzet van overige departementen, is bij de tariefstelling voor het gebruik van de Basisregistratie Personen (BRP) in overleg met de gebruikers rekening gehouden met een tekort van € 18,5 mln. Dit negatieve resultaat wordt verrekend met de schuld aan de gebruikers uit voorgaande jaren. Ultimo 2022 bedroeg deze schuld € 30,8 mln. De afbouw van deze schuld gaat hiermee sneller dan begroot.
Vrijval voorzieningen
Bij het bepalen van de egalisatievoorziening ultimo 2022 is reeds rekening gehouden met gestegen productiekosten voor reisdocumenten. De voorziening valt volledig vrij in 2023.
Lasten
Apparaatskosten
Inhuur externen
Diverse grote projecten waren niet in de begroting meegenomen. Gezien de tijdelijke aard van deze projecten, worden de werkzaamheden hoofdzakelijk uitgevoerd met behulp van externe inhuur.
Materiële kosten
Overige materiële kosten
De overige materiële kosten vallen hoger uit doordat diverse grote projecten niet in de begroting waren meegenomen. Deze kosten worden gefinancierd middels separate opdrachten vanuit het moederdepartement.
Daarnaast zijn de productiekosten voor reisdocumenten, als gevolg van de sterke inflatie in 2022, sterker toegenomen dan begroot. Hier is reeds rekening mee gehouden bij de berekening van de egalisatievoorziening ultimo 2022.
Afschrijvingskosten
Materieel
Doordat beoogde investeringen lager uitvallen dan begroot, zijn de afschrijvingskosten ook lager dan begroot. Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden van materiële naar immateriële vaste activa.
Immaterieel
Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van materiële naar immateriële vaste activa. Dit resulteert in hogere afschrijvingskosten op immateriële vaste activa.
Saldo van baten en lasten
Het negatieve saldo van baten en lasten komt geheel voort uit de niet kostendekkende tariefstelling zoals toegelicht bij de afname van de omzet vanuit derden.
Kasstroomoverzicht
Tabel 35 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap RvIG (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)
(2) Mutaties 2e suppletoire begroting
Totaal geraamd (3) = (1) + (2)
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
43.275
21.797
65.072
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
112.388
7.500
119.888
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 138.149
‒ 17.200
‒ 155.349
2.
Totaal operationele kasstroom
‒ 25.761
‒ 9.700
‒ 35.461
Totaal investeringen (-/-)
‒ 32.625
12.860
‒ 19.765
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 32.625
12.860
‒ 19.765
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
0
0
0
Beroep op leenfaciliteit (+)
15.200
‒ 15.200
0
4.
Totaal financieringskasstroom
15.200
‒ 15.200
0
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
89
9.757
9.846
Toelichting
In de begroting is voor de stand van de rekening courant RHB uitgegaan van het saldo ultimo 2021 en de in 2022 begrote mutaties. De daadwerkelijke stand ultimo 2022 was echter € 21,8 mln. hoger.
Operationele kasstroom
De ontvangsten van de operationele kasstroom zijn toegenomen door financiering van projecten door het moederdepartement. Daartegenover staat echter een lagere kasstroom als gevolg van de lager dan begrote tariefstelling BRP.
De totale uitgaven van de operationele kasstroom zijn toegenomen door hogere uitgaven aan externe inhuur en productiekosten van reisdocumenten.
Investeringskasstroom
Diverse investeringen vallen lager uit dan begroot. Daarnaast heeft een deel van de investeringen reeds eind 2022 plaats gevonden.
Financieringskasstroom
Gezien het saldo rekening courant RHB ultimo 2022 en de afgenomen investeringswaarde, wordt in 2023 geen beroep gedaan op de leenfaciliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.