Nota van wijziging : Nota van wijziging (herdruk)
36 426 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw)
Nr. 10 HERDRUK1
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 18 oktober 2023
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel E, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het voorgestelde eerste lid, onderdeel a, wordt «0,31658 Nm3» vervangen door «0,2808 Nm3».
2. In het voorgestelde tweede lid wordt «0,31658 Nm3» vervangen door «0,2808 Nm3» en wordt na «een distributienet» ingevoegd «alsmede 0,1670 Nm3 per kWh elektriciteit die de exploitant van de installatie niet invoedt op een distributienet».
b. In onderdeel I wordt het voorgestelde artikel 71y als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het tarief bedraagt per ton kooldioxide voor:
– het kalenderjaar 2025: € 8,20;
– het kalenderjaar 2026: € 9,20;
– het kalenderjaar 2027: € 10,20;
– het kalenderjaar 2028: € 10,70;
– het kalenderjaar 2029: € 11,30;
– de kalenderjaren vanaf 2030: € 12,40.
2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.
c. Onderdeel J komt te luiden:
J
In artikel 90 vervalt in de eerste zin «60, eerste lid,» en wordt in de tweede zin
«artikel 71f, vierde lid,» vervangen door «de artikelen 71f, vierde lid, en 71y, eerste
lid,».
2
Artikel II, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In subonderdeel 1 wordt «0,31658 Nm3» vervangen door «0,2808 Nm3» en wordt «0,29004 Nm3» vervangen door «0,2635 Nm3».
2. In subonderdeel 2 wordt «0,31658 Nm3» vervangen door «0,2808 Nm3» en wordt «0,29004 Nm3» vervangen door «0,2635 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,1670 Nm3» wordt vervangen door «0,1498 Nm3»».
3
Artikel III, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In subonderdeel 1 wordt «0,29004 Nm3» vervangen door «0,2635 Nm3» en wordt «0,26540 Nm3» vervangen door «0,2467 Nm3».
2. In subonderdeel 2 wordt «0,29004 Nm3» vervangen door «0,2635 Nm3» en wordt «0,26540 Nm3» vervangen door «0,2467 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,1498 Nm3» wordt vervangen door «0,1329 Nm3»».
4
Artikel IV, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In subonderdeel 1 wordt «0,26540 Nm3» vervangen door «0,2467 Nm3» en wordt «0,24075 Nm3» vervangen door «0,2270 Nm3».
2. In subonderdeel 2 wordt «0,26540 Nm3» vervangen door «0,2467 Nm3» en wordt «0,24075 Nm3» vervangen door «0,2270 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,1329 Nm3» wordt vervangen door «0,1132 Nm3»».
5
Artikel V, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In subonderdeel 1 wordt «0,24075 Nm3» vervangen door «0,2270 Nm3» en wordt «0,21421 Nm3» vervangen door «0,2110 Nm3».
2. In subonderdeel 2 wordt «0,24075 Nm3» vervangen door «0,2270 Nm3» en wordt «0,21421 Nm3» vervangen door «0,2110 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,1132 Nm3» wordt vervangen door «0,0973 Nm3»».
6
Artikel VI, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. In subonderdeel 1 wordt «0,21421 Nm3» vervangen door «0,2110 Nm3» en wordt «0,18957 Nm3» vervangen door «0,1896 Nm3».
2. In subonderdeel 2 wordt «0,21421 Nm3» vervangen door «0,2110 Nm3» en wordt «0,18957 Nm3» vervangen door «0,1896 Nm3». Voorts wordt toegevoegd «en «0,097 Nm3» wordt vervangen door «0,0758 Nm3»».
Toelichting
I. Algemene toelichting
Deze nota van wijziging heeft ten doel de uitkomst van de fiscale behandeling bij
de kleinere installaties (<20 megawatt (MW)) van de productie van elektriciteit ten
behoeve van eigen gebruik gelijk te trekken aan de productie van elektriciteit voor
levering aan het net. Hierdoor wordt het fiscale voordeel bij de kleinere installaties
om de geproduceerde elektriciteit aan het net te leveren en de elektriciteit voor
eigen gebruik van het net te halen, weggenomen. Deze aanpassing heeft als gevolg dat
de fiscale behandeling van de kleinere en grotere (>20 MW) installaties gelijk wordt
getrokken. Hiertoe wordt de inputvrijstelling uitgebreid voor aardgas dat wordt verbruikt
voor de opwekking van elektriciteit die een exploitant van een installatie zelf verbruikt.
De uitbreiding krijgt een ingroeipad dat gelijk is aan het ingroeipad voor de inputvrijstelling
voor grotere installaties en voor elektriciteit die aan het net wordt geleverd.
De wijziging gaat gepaard met een budgettaire derving. De dekking hiervoor wordt gevonden
door de CO2-heffing glastuinbouw te verhogen en de inputvrijstelling voor overige verbruikers
te verkleinen.
In de memorie van toelichting is reeds aangekondigd dat ten behoeve van het Belastingplan
2025 een nieuwe tariefstudie wordt uitgevoerd. Hieruit blijkt welk tarief nodig is
om het restemissiedoel voor 2030 te halen. Aan de hand van die tariefstudie kan een
volgend kabinet het tariefpad heroverwegen, waarbij ook de budgettaire gevolgen dienen
te worden meegewogen. Verder zal het kabinet de CO2-heffing glastuinbouw in 2029 evalueren.
Budgettair
Bij het ingediende wetsvoorstel is in de budgettaire ramingen onbedoeld uitgegaan
van een te lage inschatting voor de opbrengsten van de CO2-heffing glastuinbouw. In deze nota van wijziging wordt deze omissie hersteld. Een
deel van de budgettaire derving van de voorgestelde verruiming van de vrijstelling
voor eigen verbruik van kleinere installaties wordt opgevangen door de bijstelling
van de raming. Teneinde de derving volledig te dekken, wordt de CO2-heffing glastuinbouw verhoogd en wordt het ingroeipad voor de inputvrijstelling voor
grotere installaties en voor elektriciteit die aan het net wordt geleverd aangepast.
Door afronding wijkt de totale dekking af van de som van de twee dekkingsmaatregelen.
2025
2026
2027
2028
2029
2030
Opbrengst totale CO2-heffing
48
51
54
54
54
55
Reeds ingeboekt in inkomstenkader
3
5
7
9
11
13
Dekking CO2-heffing
45
46
47
45
43
42
Inputvrijstelling
31
46
33
24
13
0
Totaal
75
93
79
68
55
42
Uitvoeringsgevolgen
Op deze nota van wijziging is een uitvoeringstoets uitgevoerd. Het is onduidelijk
of het aantal belastingplichtigen zal toenemen. Aangezien ook een beperkte toename
grote impact heeft op de uitvoerbaarheid door de Belastingdienst, zal monitoring plaatsvinden
op de toename van het aantal belastingplichtigen als gevolg van dit voorstel. Op basis
van deze monitoring zal worden beoordeeld of aanpassing in de uitvoering of in beleid
noodzakelijk is.
II. Onderdeelsgewijze toelichting
Onderdeel 1
In het wetsvoorstel wordt artikel 64, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag
(Wbm) aangepast teneinde te regelen dat de inputvrijstelling voor aardgas voor installaties
met een totaal opgesteld thermisch vermogen van niet meer dan 20 MW beperkt wordt.
De in deze nota van wijziging opgenomen aanpassing van artikel I, onderdeel E, onder
1, regelt dat de inputvrijstelling wordt uitgebreid voor deze installaties met 0,162
Nm3 per opwekte kWh die niet aan een distributienet geleverd wordt. Daartoe wordt een
zinsnede toegevoegd aan de eerste zin van artikel 64, tweede lid, Wbm.
De dekking voor bovengenoemde maatregel wordt gevonden in een aanpassing van het ingroeipad
van de inputvrijstelling voor grote installaties en elektriciteit die aan het net
geleverd wordt. Daartoe worden de vrijgestelde Nm3 aardgas per opgewerkte kWh elektriciteit in 2025 aangepast.
Naast de aanpassing van de ingroeipaden wordt ook het tariefpad voor de CO2-heffing glastuinbouw aangepast. Daartoe wordt een tariefpad opgenomen in het voorgestelde
artikel 71y, eerste lid, Wbm. Dit vervangt het tarief in het eerste lid en de verhogingen
in het tweede lid van het voorgestelde artikel 71y. Daardoor kan genoemd tweede lid
komen te vervallen en wordt het derde lid van artikel 71y vernummerd tot het tweede
lid van dat artikel.
Artikel 90 Wbm regelt de inflatiecorrectie voor verschillende belastingtarieven in
de Wbm. Voorgesteld wordt om het tariefpad van de CO2-heffing glastuinbouw toe te voegen aan de ingevolge het wetsvoorstel Wet fiscale klimaatmaatregelen
industrie en elektriciteit op te nemen tweede zin van artikel 90 Wbm. Op die manier
wordt geregeld dat de inflatiecorrectie wordt toegepast op het prijspad van de CO2-heffing glastuinbouw in artikel 71y, eerste lid, Wbm. Doordat in genoemde tweede zin
is bepaald dat de indexatie uitsluitend wordt toegepast op de bedragen voor het aankomende
kalenderjaar en op de bedragen voor de kalenderjaren die op dat kalenderjaar volgen,
wordt geborgd dat het prijspad voor de volgende jaren wordt gecorrigeerd voor inflatie
en bedragen van eerdere jaren niet achteraf nog zouden worden geïndexeerd. Bij deze
voorgestelde wijziging van artikel 90 Wbm wordt ervan uitgegaan dat het wetsvoorstel
Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit tot wet wordt verheven.
Als dat wetsvoorstel tot wet wordt verheven, wordt namelijk door de wijziging ingevolge
artikel I, onderdeel B, van dat wetsvoorstel met ingang van 1 januari 2024 voornoemde
tweede zin toegevoegd aan artikel 90 Wbm. Teneinde hetgeen hiervoor is toegelicht
te regelen, wordt in deze nota van wijziging die tweede zin gewijzigd met ingang van
1 januari 2025.
Onderdelen 2 tot en met 6
In de onderdelen 2 tot en met 6 worden ook de ingroeipaden voor de vrijgestelde Nm3 aardgas per opgewerkte kWh van de verschillende inputvrijstellingen in artikel 64,
eerste en derde lid, Wbm aangepast voor de periode 2026–2030.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.