Brief regering : Eén jaar Integraal Zorgakkoord (IZA)
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 812
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR LANGDURIGE ZORG
EN SPORT EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2023
De zorg is in beweging. Overal in het land zijn zorgorganisaties en -professionals
bezig om de zorg anders – beter – te organiseren. Door meer aandacht te geven aan
preventie, door meer hybride zorg te verlenen, en door meer samen te werken. Neem
de Zeeuwse Zorgcoalitie, waarin 66 partijen over de grenzen van de eigen organisaties
heen samenwerken om de zorg in Zeeland toekomstbestendig te maken. Of de Krijtmolenalliantie,
een samenwerkingsverband van zorg- en welzijnsorganisaties in Amsterdam-Noord, die
samen werken aan het vormgeven van integrale zorg en welzijn, zodat de hulp- en zorgvragen
van de cliënt echt centraal komen te staan. En het platform Mooi Maasvallei, waar
zorgaanbieders, welzijnsorganisaties, werkgevers, scholen, gemeenten en inwoners samen
werken aan de gezondheid, het welzijn en de leefbaarheid in hun regio. Wij zijn blij
met deze beweging. Want, zoals ook aangegeven in de Kamerbrief over samenwerking en
mededinging in de zorg1, de zorg van de toekomst is netwerkzorg: regionale netwerken van samenwerkende zorgverleners,
die samen de zorg leveren die de patiënt nodig heeft.
De beweging is ook noodzakelijk: we worden ouder en hebben meer zorg nodig, terwijl
de arbeidsmarkt krapper wordt. Door de zorg anders te organiseren kunnen we de wachtlijsten
verminderen, het werkplezier van professionals vergroten en de kwaliteit van zorg
verhogen. Waarbij een hogere kwaliteit als vliegwiel kan dienen voor een betere toegankelijkheid
en betaalbaarheid van zorg. Kortom, er is een andere manier van denken en doen nodig.
Bij zorgverleners en bij politici, bestuurders en beleidsmakers. Ook van burgers vraagt
dit iets: welke zorg heb ik echt nodig, en in welke vorm?
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) (Kamerstuk 31 765, nr. 655) ondersteunt, versterkt en versnelt de ingezette beweging. De IZA-partijen zien,
een jaar na het afsluiten van het akkoord, dat deze beweging noodzakelijk en onomkeerbaar
is. Zij gaan onverkort en met dezelfde urgentie door met het uitvoeren van de afspraken
en maatregelen2. Samen met het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) (Kamerstuk 32 793, nr. 653), het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) (Kamerstuk 29 389, nr. 111), het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ) (Kamerstuk
29 282, nr. 485) en de Hervormingsagenda Jeugd (HA Jeugd) (Kamerstuk 31 839, nr. 917) bouwen we aan een Nederlandse gezondheidszorg die aansluit bij de maatschappelijke
opgaven van onze tijd.
Met deze brief informeren wij uw Kamer, zoals toegezegd, over de voortgang van de
IZA-afspraken. Daarbij staan twee leidende thema’s in het IZA centraal: passende zorg
en regionale samenwerking. Daarnaast gaan we in op de publiekscommunicatie, de monitoring
en het verzoek van uw Kamer over doorrekening van het IZA.
Eén jaar IZA
Zoals gezegd ondersteunt, versterkt en versnelt het IZA de beweging in de zorg die
al op veel plekken in het land gaande is. Hierbij staat passende zorg centraal. Dat
is zorg die waardegedreven is, die samen met en gezamenlijk rondom de patiënt tot
stand komt, die plaatsvindt op de juiste plek op het juiste moment door de juiste
professionals, die ook gaat over gezondheid in plaats van alleen over ziekte en die
wordt verleend in een prettige werkomgeving. Dit bereiken we onder andere door de
eerste lijn te versterken, door in te zetten op samenwerking en netwerkzorg (binnen
domeinen en over domeingrenzen heen) en door betere gegevensuitwisseling.
Dat gebeurt op verschillende niveaus:
• Op landelijk niveau worden randvoorwaarden ingevuld voor het verder brengen van de
beweging. Denk hierbij aan versterking van de eerste lijn door onder andere de verhoging
van de ANW-tarieven voor huisartsen, de inwerkingtreding van de Wet elektronische
gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz), gesprekken met de ACM over de ruimte voor
samenwerking en het maken van nadere afspraken over de verbetering van het contracteerproces3.
• Op regionaal niveau zijn regiobeelden opgeleverd en is men momenteel bezig met het
opstellen van regioplannen, waarin zorgpartijen per regio gezamenlijk afspraken maken
over de vormgeving van het toekomstige zorglandschap.
• Op lokaal niveau worden de IZA-afspraken in de praktijk gebracht, zoals de implementatie
van Meer tijd voor de Patiënt (MTVP) en het opzetten van mentale gezondheidscentra.
• Op alle niveaus wordt hard gewerkt aan het opstellen van plannen voor impactvolle
transformaties. Om de benodigde transformatie naar passende zorg te faciliteren, is
€ 2,8 miljard aan transformatiemiddelen beschikbaar gesteld.
Onderstaande tijdlijn geeft een aantal mijlpalen weer die tot nu toe behaald zijn4.
Bovenstaande mijlpalen maken duidelijk dat de IZA-partijen met veel energie en toewijding
aan de slag zijn met de uitvoering van de afspraken. Natuurlijk vergt dit inspanning.
Het is mooi om te zien dat bij betrokken partijen steeds duidelijker een gezamenlijke
verantwoordelijkheid en gedeeld eigenaarschap gevoeld wordt.
Men heeft begrip voor de vele, vaak botsende, belangen en werkt hard aan het overbruggen
van verschillen. We maken hierin tijd om met elkaar lerend te evalueren, bijvoorbeeld
met jonge talenten uit de zorg die de zorgbestuurders van advies voorzien en een spiegel
voorhouden. Dat is nodig, want alleen door constant te bouwen aan onderling vertrouwen,
kan worden voorkomen dat met verdere uitwerkingen, regels en kaders de IZA-afspraken
volledig worden dichtgetimmerd, ten koste van de wendbaarheid.
Stand van zaken transformatieplannen
In het IZA is de basis gelegd voor passende zorg. Om de benodigde transformatie naar
passende zorg te faciliteren, is € 2,8 miljard aan transformatiemiddelen beschikbaar
gesteld5. Partijen zoals zorgaanbieders, zorgprofessionals, gemeenten en patiëntenorganisaties
kunnen sinds 1 februari jl. een beroep doen op de transformatiemiddelen door (in samenwerking
met elkaar) een transformatieplan voor een impactvolle transformatie in te dienen
bij de twee marktleidende zorgverzekeraars. Om te zorgen dat alle transformatieplannen
op een gelijke wijze worden beoordeeld, hebben alle IZA-partijen begin dit jaar met
elkaar een beoordelingskader vastgesteld6 en leidende principes afgesproken over de wijze waarop zij met elkaar willen samenwerken:
• De kwaliteit van de plannen staat centraal, het kader ondersteunt.
• De afspraken in het IZA zijn leidend.
• We bouwen vertrouwen op door te doen.
• We werken met zo min mogelijk bureaucratie.
• De inzet van gelijkgerichtheid is noodzakelijk en proportioneel.
• We leren met elkaar en passen het beoordelingskader aan waar nodig.
In lijn met deze principes hebben de zorgverzekeraars nadrukkelijk aangegeven klaar
te staan om zorgaanbieders te helpen bij het opstellen van de plannen om daarmee ook
de werkwijze en procedure rond de transformatieplannen te vergemakkelijken. Daarnaast
heeft het Ministerie van VWS in samenwerking met ZN en de NZa een aantal webinars
over impactvolle transformaties georganiseerd voor veldpartijen. Het meest recente
was op 28 september en had 1.800 deelnemers. In dat webinar zijn partijen meegenomen
in de laatste stand van zaken rond de ontwikkeling van transformatieplannen, zijn
diverse voorbeelden van transformatieplannen in ontwikkeling gepresenteerd en hebben
zorgverzekeraars een uitgebreide toelichting gegeven op de werkwijze7. Uiteraard is het mogelijk dat partijen in de praktische toepassing toch nog tegen
punten aanlopen die verbeterd kunnen worden. Om deze punten in beeld te brengen, hebben
de IZA-partijen met elkaar afgesproken om op bestuurlijk niveau elk kwartaal met elkaar
te bespreken of er aanpassingen nodig zijn.
Er zijn op dit moment (peildatum 28 augustus 2023) al 120 transformatieplannen ingediend
voor een eerste, snelle toets. Reeds 35 plannen hebben deze snelle toets succesvol
doorlopen en momenteel worden deze transformatieplannen nader uitgewerkt. Ook is het
eerste transformatieplan inmiddels goedgekeurd. Positief om te zien is ook dat er
vanuit alle deelsectoren veel plannen worden ingediend. Ook worden er steeds meer
plannen ingediend in samenwerking tussen meerdere deelsectoren. Thema's waarop we
op dit moment zeer actieve planvorming zien, zijn onder andere passende zorg, digitalisering,
samenwerking tussen ggz en het sociaal domein en versterking van de arbeidsmarkt.
Partijen hebben aangegeven dat er sprake is van een constructieve dialoog tussen aanbieders
en verzekeraars. Vaak wordt hierbij de verbinding gezocht met de regionale opgaven
en regioplannen die in ontwikkeling zijn. We zien ook een brede regionale spreiding
van alle plannen in ontwikkeling. Daarbij vinden we het van belang dat kwaliteit boven
snelheid gaat. Het ontwikkelen van een goed en gedragen transformatieplan kost tijd,
geduld en goede dialoog met partijen. Het is immers in ieders belang dat we komen
tot goede en gezamenlijk gedragen plannen, die daadwerkelijk transformaties kunnen
bewerkstelligen.
Stand van zaken fonds wijkverpleging
De wijkverpleging speelt een belangrijke rol in de opgave. Daarom hebben ActiZ, Zorgthuisnl
en ZN afspraken gemaakt over de inzet van het IZA-fonds wijkverpleging. Het IZA-fonds
is bedoeld om de toegankelijkheid van de wijkverpleging te verbeteren. In totaal is
€ 75 miljoen beschikbaar binnen het fonds en dit is bedoeld voor zowel grote als kleine
aanbieders van wijkverpleging.
Partijen willen met het fonds impact maken op de maatschappelijke opgave, zodat meer
cliënten thuis kwalitatief goede zorg kunnen krijgen terwijl er krapte is op de arbeidsmarkt.
Het fonds draagt bij aan initiatieven die aansluiten op de werkagenda met betrekking
tot de wijkverpleging, zoals opgenomen in het IZA. Het gaat hierbij om initiatieven
die inzetten op passende zorg, werkplezier in de wijkverpleging, aanpak van regeldruk
en arbeidsbesparend werken.
Er zijn ruim 500 aanvragen ingediend in het voorjaar, waarvan er 389 zijn goedgekeurd
voor een totaalbedrag van € 39,9 miljoen. In oktober wordt een tweede tranche opengesteld
voor de resterende middelen van het fonds.
Passende zorg
Zoals gezegd, ondersteunt, versterkt en versnelt het IZA de ingezette beweging naar
passende zorg. Passende zorg is zorg die waardegedreven is, samen met en rondom de
patiënt tot stand komt, plaatsvindt op de juiste plek, op het juiste moment en door
de juiste professionals. Waar het ook over gezondheid gaat in plaats van alleen over
ziekte en over zorg die verleend wordt in een prettige werkomgeving.
Voorbeelden van zorg die waardegedreven is zijn te vinden in de implementatie-agenda
van het programma Zorgevaluaties & Gepast Gebruik. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het
niet knippen van neus- of keelamandelen bij kinderen uitsluitend op basis van aspecifieke
verkoudheids- of keelklachten8.
Als het gaat om zorg die samen met en rondom de patiënt tot stand komt, vinden we
een voorbeeld in het Tergooi MC waar men de patiënt informeert over Samen Beslissen
met een patiëntreis en waargebeurde verhalen9.
Wanneer het gaat om de juiste zorg op de juiste plek is er in Amsterdam een goed voorbeeld
van het bouwen van een keten van passende zorg: de wijkkliniek, een speciale ziekenhuisafdeling
in het verpleeghuis. Dit gezamenlijke initiatief van Cordaan, Amsterdam UMC en Zilveren
Kruis, is beter voor de gezondheid van de vaak oudere patiënten en voorkomt honderden
ziekenhuisopnamen per jaar. De initiatiefnemers hebben inmiddels een online toolkit
beschikbaar gesteld zodat andere regio’s er ook mee aan de slag kunnen.
De Leefstijlcoalitie10 zet zich in om er voor te zorgen dat in 2025 leefstijl integraal onderdeel van curatieve
zorg is, naast medicatie en medische ingrepen en technologie. Dat is een van de voorbeelden
waarmee we vanuit het IZA de beweging naar gezondheid in plaats van ziekte ondersteunen.
Signalementen passende zorg
In het IZA is afgesproken dat het Zorginstituut zelfstandig, via signalementen passende
zorg, agendeert welke vraagstukken opgepakt moeten worden om te komen tot meer passende
zorg. Onlangs heeft het Zorginstituut het signalement «passende zorg voor mensen met
hart- en vaatziekten» opgeleverd, waarin staat beschreven wat nodig is om de zorg
voor mensen met hart- en vaatziekten toekomstbestendig te maken. In de bijlage vindt
u dit signalement. Eerder publiceerde het Zorginstituut al het signalement «passende
zorg voor mensen met kanker, netwerk en expertzorg»11. Het volgende signalement zal gaan over de ggz.
Pakketbeheer
Passende zorg moet in de praktijk gerealiseerd worden. Dit moet ondersteund worden
door verstandig pakketbeheer waarmee bepaald wordt welke zorg wel of niet uit het
basispakket van de zorgverzekering wordt vergoed. Als er te veel niet-passende zorg
uit het basispakket wordt vergoed, wordt er onnodig beslag gelegd op mensen en (collectieve)
middelen. Conform IZA-afspraken werken we aan het verbeteren en verbreden van de toets
op het basispakket. We hebben uw Kamer eerder geïnformeerd over de stappen die we
moeten zetten dit mogelijk te maken voor zowel de curatieve als de langdurige zorg12. Op dit moment werken we aan het aanscherpen en concreter uitwerken van de bestaande
pakketcriteria, zodat deze meer toekomstbestendig zijn en beter kunnen worden toegepast
in de praktijk. Aanvullend zal het Zorginstituut de komende jaren steeds vaker duidingen
en adviezen geven over de pakketwaardigheid van zorg. Dit doet het Zorginstituut bijvoorbeeld
op basis van de pakketagenda die met inspraak van de IZA-partijen is opgesteld en
recent is gepubliceerd13.
Pakketagenda
Op de Pakketagenda staan meer dan vijftig behandelingen, geneesmiddelen en hulpmiddelen
waarvan de komende twee jaar wordt afgebakend bij wie en op welke manier deze zorg
wordt ingezet en bij wie niet. Ook komen er voorwaarden waaraan zorg moet voldoen
om tot het basispakket te worden toegelaten of eruit vergoed te blijven worden. Het
gaat om een brede agenda: het betreft onderwerpen uit de medisch specialistische zorg,
eerstelijnszorg, geestelijke gezondheidszorg en langdurige zorg. De verwachte winst
zit vooral in betere inzet van schaars zorgpersoneel. Daarnaast verwachten we dat
de pakketagenda een remmend effect heeft op de kostenstijgingen in de zorg.
Nu de pakketagenda is vastgesteld maken het Zorginstituut en de IZA-partijen afspraken
over wie welke onderwerpen voor zijn rekening neemt en wat ieders rol daarbij is.
Daarna gaat iedereen aan de slag met de toebedeelde onderwerpen. De voortgang wordt
door de IZA-partijen op bestuurlijk niveau gezamenlijk bewaakt. De pakketagenda vindt
u als bijlage bij deze brief.
Dure geneesmiddelen
Het realiseren van passende zorg moet de maatschappelijke, personele en financiële
houdbaarheid van de zorg versterken. Om de solidariteit in ons stelsel voor nu en
in de toekomst te kunnen waarborgen, is het noodzakelijk om geneesmiddelprijzen en
-uitgaven te beteugelen. Centraal hierbij staan de begrippen kwaliteit, toegankelijkheid
en betaalbaarheid. Dit brengt soms lastige dilemma’s met zich mee, zoals dit jaar
bleek toen de prijsonderhandelingen van medicijnen Trodelvy, Libmeldy en Minjuvi niet
leidden tot een maatschappelijk aanvaardbare prijs. Deze werden daarom niet opgenomen
in het basispakket. Voor patiënten en behandelaren is dit een uiterst teleurstellende
uitkomst. Grenzen aan de maatschappelijke aanvaardbaarheid van prijzen zullen in de
toekomst mogelijk vaker leiden tot prijsonderhandeling zonder tevredenstemmend resultaat.
In het verlengde van bovenstaande besluiten over de toelating van nieuwe dure geneesmiddelen
tot het basispakket, zetten wij ons in om het pakketbeheer van dure geneesmiddelen
in brede zin toekomstbestendig te maken. Over de vorderingen hieromtrent is uw Kamer
in een recente brief geïnformeerd14. De lijn die in deze brief uiteen is gezet, wordt nu met partijen uit het Landelijke
Overleg Dure Geneesmiddelen (LODG) verder uitgewerkt.
Regionale samenwerking
Het toekomstbestendig maken van de zorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van
zorgpartijen. Met regioplannen (op basis van regiobeelden) leggen zij concreet vast
hoe zij er gezamenlijk voor zorgen dat zorg en ondersteuning toekomstbestendig worden
georganiseerd en mensen de juiste zorg op de juiste plek ontvangen.
In het IZA is afgesproken dat voor het eind van het tweede kwartaal van 2023 door
elke regio een regiobeeld wordt opgeleverd dat onder andere inzicht geeft in het (verwachte)
zorggebruik en -aanbod in de regio. Begin dit jaar hebben de IZA-partijen criteria
vastgesteld waaraan deze regiobeelden minimaal moeten voldoen.15 Op basis hiervan is in alle regio’s hard gewerkt en inmiddels zijn voor het gehele
land regiobeelden beschikbaar. In beginsel zijn de regiobeelden opgesteld op de schaal
van de zorgkantoorregio. In een aantal regio’s zou dit leiden tot een onnatuurlijke
samenwerking en hebben partijen in onderling overleg met andere regio-indelingen gewerkt.
Zo is de zorgkantoorregio Zwolle bijvoorbeeld onderverdeeld in IJsselvecht en Noord-Veluwe.
Ook zijn in een aantal gevallen specifieke gemeenten meegenomen in een andere zorgkantoorregio,
omdat dit volgens hen beter aansluit bij bestaande samenwerkingsverbanden.
Parallel aan de regiobeelden hebben de Regionaal Overleggen Acute Zorgketen (ROAZ)-regio’s
gewerkt aan ROAZ-beelden. De beelden maken het de ROAZ-regio’s mogelijk om prioritaire
opgaven te identificeren waaraan gewerkt moet worden om de kwaliteit en toegankelijkheid
van acute zorg te blijven borgen. De ROAZ-beelden zijn opgesteld op de schaal van
de ROAZ-regio’s, die weer gelijk zijn aan de tien traumaregio’s in Nederland. Ook
deze beelden zijn voor het gehele land beschikbaar. Alle beelden zijn raadpleegbaar
via www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl/regiobeelden.
Eerste blik op de regio- en ROAZ-beelden
In de regio- en ROAZ-beelden is uitgebreid aandacht besteed aan de onderwerpen zoals
die zijn gevraagd in de criteriaset. Ook zijn de beelden over het algemeen breed afgestemd
met de (regionale) partijen die in het IZA zijn vertegenwoordigd. De betrokkenheid
van burgers, patiënten en zorgprofessionals houdt onze bijzondere aandacht, dit draagt
immers bij aan de kwaliteit van de regiobeelden en -plannen en de uiteindelijke uitvoering
daarvan.
De NZa heeft alle regio- en ROAZ-beelden geanalyseerd en concludeert dat regio’s hiermee
een belangrijke stap voorwaarts hebben gezet. Om te komen tot doelgerichte regioplannen
in december 2023 zullen partijen in de komende maanden aan de slag moeten met het
concretiseren van de opgaven die in de regiobeelden zijn genoemd. De NZa herkent in
de regiobeelden een aantal gemene delers:
• Mismatch tussen vraag en aanbod;
• Toename complexiteit van de zorgvraag;
• Toename thuiswonende kwetsbare ouderen;
• Aanzienlijke verschillen in gezondheid binnen regio’s;
• Toename van mensen met een psychische kwetsbaarheid.
Bij de ROAZ-beelden gaat het om de volgende drie meest voorkomende knelpunten:
• Knelpunten in patiëntstromen en zorgefficiëntie;
• Bereikbaarheid huisartsenposten onder druk;
• Personeelstekorten in de gehele zorgketen.
De NZa geeft aan dat het belangrijk is dat regionale partijen in de komende fase de
knelpunten van de regiobeelden aanscherpen en uitwerken, door met elkaar hierover
verder het gesprek aan te gaan. U vindt de analyse als bijlage bij deze brief.
De volgende stap: opstellen van regio- en ROAZ-plannen
Met het opleveren van de regio- en ROAZ-beelden hebben partijen laten zien dat zij
zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de zorg en ondersteuning in hun regio.
Dat vinden wij waardevol. Hoewel partijen in de regio voornemens zijn nog aanvullende
data te verzamelen of verdiepende analyses uit te voeren, is tegelijkertijd volop
gestart met de volgende stap: aan het eind van 2023 dienen alle regio- en ROAZ-beelden
te zijn vertaald naar concrete regioplannen en ROAZ-plannen, waarin onder andere afspraken
worden gemaakt over het verstevigen van de regionale samenwerking en het inrichten
van regionale zorgcöordinatiecentra. Samen met ZN en de VNG hebben we afgelopen juli
een seminar georganiseerd over deze volgende stap. Meer dan 150 managers en beleidsadviseurs
van gemeenten, zorgverzekeraars, zorgorganisaties en burger- en patiëntenorganisaties
hebben onderling ervaringen uitgewisseld en zich gebogen over vraagstukken die bij
het opstellen van regioplannen komen kijken. Dat gaat bijvoorbeeld over vragen als
«hoe bouwen we een goede governance in de regio?» en «hoe kunnen we inwoners, patiënten
en cliënten goed betrekken?».
De NZa geeft in haar analyse regio’s aandachtspunten mee voor de uitwerking van de
regio- en ROAZ-plannen. Voorbeelden hiervan zijn het periodiek herhalen van de analyse
in het regio- en ROAZ-beeld om de vinger aan de pols te houden (het inrichten van
een «PDCA-cyclus») en het inrichten van een samenwerkings- en uitvoeringsstructuur
rond prioritaire opgaven, gezondheids- en transformatiedoelen.
Ondersteuning door de overheid
Om regionale partijen bij dergelijke vraagstukken te helpen, is in het IZA afgesproken
dat de overheid domeinoverstijgende samenwerking in de regio faciliteert en ondersteunt.
Dat gebeurt via verschillende routes:
• Dit jaar stelt ZonMw financiële vouchers beschikbaar voor het (helpen) opstellen van
regiobeelden en -plannen, ook voor de ROAZ-regio’s. Aansluitend komen ook middelen
beschikbaar voor het (door)ontwikkelen en inrichten van een ondersteuningsstructuur
in de regio, zodat in elke regio een structuur ontstaat die regionale samenwerking
en transformaties bevordert.
• Daarnaast kunnen bestaande succesvolle samenwerkingsverbanden een beroep doen op het
ZonMw-programma voor domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden (DSV-regeling). Dit
programma bestaat uit een subsidieregeling, workshops en een lerend netwerk van domeinoverstijgende
samenwerkingsverbanden en landelijke partijen. Op die manier leren partijen van en
met elkaar hoe de transformatie in de regio het beste kan worden vormgegeven.
• Gemeenten ontvangen in 2023 ambtshalve middelen via de daarvoor beschikbaar gestelde
specifieke uitkering (SPUK). Voor de volgende jaren (2024–2026) moeten gemeenten een
aanvraag doen volgens de voorwaarden zoals vastgelegd in het IZA en GALA. Dit betreft
een uitwerking van de IZA-afspraken zoals vastgelegd in de werkagenda VNG als bijlage
van het GALA. Het gaat onder meer om domeinoverstijgende keteninterventies, mentale
gezondheidscentra en laagdrempelige steunpunten en stimuleren van de inzet van e-healthtoepassingen,
anonieme hulplijnen en wijkverpleging.
• Ook komt er een nieuwe betaaltitel die vanaf 2024 ingezet kan worden voor de bekostiging
van groepsgewijze afstemming van zorg door Zvw-aanbieders, indien en voor zover die
afstemming noodzakelijk is voor de kwaliteit van de verzekerde zorg aan individuele
patiënten. Zo zorgen we ervoor dat er ook bekostiging mogelijk is om vanuit de verschillende
domeinen de beweging naar meer samenwerking van het IZA te faciliteren. Dit in lijn
met de motie van het lid Pouw-Verweij c.s. om vaart te maken met de mogelijkheden
van domeinoverstijgende bekostiging16.
Betrokkenheid van burgers en patiënten
De komende periode zetten we in op de borging van betrokkenheid van burgers en patiëntenperspectief
bij het opstellen van de regioplannen. Wanneer wij van burgers verwachten dat zij
meer zelf doen ten aanzien van gezondheid, zorg en welzijn, dan staat daar meer zeggenschap
en invloed tegenover. Afgelopen mei is om die reden een subsidieregeling bij ZonMw
voor burgerparticipatie ingericht. Het gaat zowel om burgerparticipatie bij het opstellen
van regiobeelden en regioplannen of ROAZ-beelden en -plannen, als bij ouderenzorgplannen
(domeinoverstijgende woon-, zorg-, leefplannen). Voor deze regeling is € 1,5 miljoen
beschikbaar. Vanaf 2024 stellen we structureel € 8 miljoen per jaar beschikbaar voor
de bevordering en ondersteuning van regionale burger- en patiëntparticipatie.
Het doel van de subsidie is het verstevigen en borgen van burgerparticipatie in de
bestaande regionale domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden met een gelijkwaardige
rol voor burgers. Daarnaast is het ophalen en delen van kennis en handvatten voor
het succesvol inzetten van burgerparticipatie onderdeel van deze subsidieronde. Eind
dit jaar besluit ZonMw over de toekenning van middelen aan initiatieven, conform het
amendement van het lid Paulusma om als experiment een burgerberaad op te zetten over
de organisatie van de zorg, bijvoorbeeld over de inrichting van de acute zorg17. Met bovenstaande toelichting geven wij invulling aan de toezegging om de Kamer te
informeren over de voortgang van de afhandeling van dit amendement zoals toegezegd
in het Dertigledendebat over personeelstekorten bij ambulancediensten van 16 maart
jongstleden18.
Met het advies van kennis- en adviesorganisatie PGOsupport19 als vertrekpunt, komt er tot slot een ZonMw-programma voor de periode 2024 t/m 2027
om een regionale infrastructuur te bouwen voor burger- en patiëntparticipatie bij
inrichting en organisatie van zorg en welzijn in regio’s; zogenaamde participatiehubs.
Deze infrastructuur geldt als duurzame ondersteuning voor regionale domeinoverstijgende
samenwerkingsverbanden in zorg en welzijn bij de inbedding van burger- en patiëntparticipatie
in hun beleid en uitvoering.
Publiekscommunicatie
Uit onderzoek blijkt dat driekwart van de Nederlanders niet of in beperkte mate op
de hoogte is van de uitdagingen in de zorg20. Om de zorg toekomstbestendig te maken vinden wij het belangrijk dat naast zorgveld
en overheid, ook de samenleving weet hoe urgent de uitdagingen zijn en wat de komende
tijd van eenieder verwacht wordt. Conform de motie van het lid Paulusma21 werken we daarom aan publiekscommunicatie om het algemene publiek te informeren over
de veranderingen die plaatsvinden om de zorg toekomstbestendig te maken. Deze publiekscommunicatie
bespreken we met de IZA-partijen. In een volgende Kamerbrief zullen wij u hier verder
over informeren. Het komende jaar willen de IZA-partijen met het uitdragen van een
zorgbelofte ook duidelijker maken waar de samenleving op kan rekenen op het gebied
van gezondheidszorg in ons land. Zo’n belofte werkt twee kanten op: enerzijds schetst
het wat vanuit de zorgpartijen verwacht mag worden, terwijl het anderzijds ook inzicht
geeft in wat mensen zelf kunnen bijdragen aan toekomstbestendige zorg voor iedereen.
Monitoring
Om zicht te houden op resultaten die geboekt worden of juist uitblijven, en om te
zien waar meer, minder of andere inzet nodig is, willen de IZA-partijen gezamenlijk
de vinger aan de pols houden. Zoals aangegeven in onze vorige Kamerbrief over de voortgang
van het IZA22, is afgesproken om dat op drie niveaus te doen: proces, beweging en doelgroepen.
Voortgangsrapportage proces
Als eerste stap is een voortgangsrapportage vormgegeven die ieder kwartaal inzicht
geeft in belangrijke (proces-)onderdelen van het IZA. In de bijlage vindt u de voortgangsrapportage
van september 2023, die informatie bevat over de voortgang van de IZA-afspraken, de
transformatieplannen en de financiële kaders. Daarnaast geeft de rapportage een overzicht
van ontwikkelingen op het gebied van arbeidsmarkt en toegankelijkheid van de zorg.
Eveneens bijgevoegd zijn stroomschema’s waarin de voortgang per IZA-thema in meer
detail is weergegeven. Hiermee geven we invulling aan de toezegging om de uitvoering
van de IZA-afspraken nadrukkelijk te monitoren en uw Kamer hierover te informeren.
Monitoring van de beweging
Voor de monitoring van de beweging zijn vijf thema’s geselecteerd die gemonitord zullen
worden, te weten:
• Meer concentratie van hoogcomplexe zorg en meer spreiding van basiszorg;
• Sterkere eerste lijn;
• Meer regionale samenwerking;
• Meer hybride zorg;
• Passende zorg als norm.
De afgelopen periode zijn per thema voorstellen uitgewerkt23 in afstemming met de IZA-partijen. Dit onderdeel zal in het komende jaar een eerste
resultaat opleveren. De monitoring van de beweging zal niet in een keer staan, maar
zal in de loop van de tijd doorgroeien.
Doelgroepenmonitor
Daarnaast heeft het Zorginstituut een plan van aanpak gemaakt voor de doelgroepenmonitor.
Hiermee willen we de uiteindelijke effecten van alle inspanningen volgen op de gezondheid
van mensen en de financiële en personele houdbaarheid van het zorgsysteem op de (middel)lange
termijn. Het Zorginstituut zal in beeld brengen hoe de zorg ervoor staat en welke
trends er spelen rondom bepaalde uitkomsten over de jaren heen van specifieke doelgroepen,
namelijk:
• Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden;
• Mensen met psychische klachten;
• Mensen met (risico op) kanker;
• Mensen met (risico op) hart- en vaatziekten; en
• Ouderen met een kwetsbare gezondheid.
Deze monitor wordt ook vormgegeven als ingroeimodel en zal gepubliceerd worden op
Regiobeeld.nl.
Mid term review
Ten slotte hebben de IZA-partijen overeenstemming bereikt over de mid term review (MTR) voor 2024 waarbij voor de evaluatie verschillende onderdelen worden betrokken:
• Een eerste voorlopig beeld van de financiële realisatiecijfers over 2023.
• Een beeld welke inspanningen partijen hebben gepleegd en in hoeverre de afspraken
in het IZA worden nagekomen.
• Een overzicht welke concrete transformatieplannen zijn ingediend en gehonoreerd voor
de transformatiemiddelen.
• Het beeld over in hoeverre zorgverzekeraars in staat zijn om vraag en aanbod te verbinden
voor hun verzekerden.
Mede op verzoek van uw Kamer delen we mee dat de uitkomsten van de MTR naar verwachting
in derde kwartaal van 2024 met uw Kamer gedeeld wordt.
Specifieke onderdelen van de monitoring
Graag komen we hierbij ook terug op specifieke onderdelen van de monitoring, zoals
die van de gemaakte afspraken met huisartsen en wijkverpleging, o.a. genoemd in de
motie van de leden Ellemeet en Kuiken24. We benadrukken dat versterking van de eerstelijnszorg zeker wordt meegenomen in
de monitoring. Parallel hieraan worden de afspraken over de ANW-zorg en Meer tijd
voor de Patiënt (MTVP) binnen de huisartsenzorg onder regie van de LHV, InEen en ZN
door een externe partij gemonitord. Daar bovenop werken we momenteel nog aan een voorstel
voor het monitoren van de toegezegde extra middelen (€ 175 miljoen) in de contractering
van de wijkverpleging.
Daarnaast zijn er in het IZA ook afspraken gemaakt om de stijging van uitgaven aan
dure geneesmiddelen te monitoren. Deze stijging mag tussen 2023 en 2026 niet hoger
zijn dan 5% tot 7% per jaar. Vooralsnog is besloten dat de definitieve ramingen van
het Zorginstituut hierbij het uitgangspunt zijn; deze worden twee jaar na de voorlopige
ramingen vastgesteld. Dat betekent dat in 2026 duidelijk is hoeveel de uitgaven 2023
zijn gestegen. We kijken momenteel of er een andere manier is om dit te monitoren,
zodat zo nodig eerder kan worden bijgestuurd.
Verzoek commissie VWS over doorrekening IZA
Met de brief van 6 juli 2023 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport ons verzocht uw Kamer te informeren over de wijze en termijn waarop het IZA
wordt doorgerekend en door welke partij dit zal worden uitgevoerd.
In de brief over de voortgang van het IZA van 16 maart jl. (Kamerstuk 31 765, nr. 725) en de brief van 8 mei 2023 jl. (Kamerstuk 31 765, nr. 774) over doorrekening IZA hebben we hierover gemeld dat de IZA-partijen gezamenlijk
hebben afgesproken om specifiek onderzoek, zoals een doorrekening en/of financiële
doorlichting, gedurende de looptijd van het IZA te laten doen als er inzicht nodig
is op specifieke onderdelen. Een dergelijke doorrekening zou – bijvoorbeeld – kunnen
bijdragen aan de mid term review van het IZA, die staat gepland voor 2024. Indien een dergelijke financiële doorrekening
wordt gepland, zullen wij uw Kamer informeren over de opzet en uitvoering hiervan.
Tot slot
Voor Nederland is één van de uitdagingen momenteel het toegankelijk houden van de
zorg. We hebben ons als land lang geprezen met de kwaliteit van onze zorg. Het besef
is nu: willen we dat behouden, dan moeten we erkennen dat we de zorg anders moeten
organiseren. Het IZA is een belangrijk onderdeel van het antwoord op deze uitdagingen.
Eén jaar nadat veertien zorgpartijen in Nederland hun verantwoordelijkheid hierin
bekrachtigden met een handtekening onder het IZA, is de beweging naar passende zorg
en betere samenwerking onomkeerbaar ingezet.
Tegelijkertijd geldt ook: voor zorgprofessionals, cliënten, patiënten, mantelzorgers
en familieleden leidt die beweging nog lang niet overal tot merkbare verbeteringen.
Daar is meer tijd voor nodig, hard werk en scherpe, adequate monitoring. We kunnen
ons hierin geen vertraging veroorloven. We zijn blij dat alle IZA-partijen dit belang
publiekelijk hebben onderstreept. Wij ondersteunen dit volledig en we waarderen dat
uw Kamer, ook na de val van de regering, het kabinet de ruimte geeft om op het IZA
te blijven acteren. We zullen uw Kamer in het voorjaar van 2024 wederom over de voortgang
van het IZA informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport