Brief regering : Eén jaar Integraal Zorgakkoord (IZA)
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 812
                   BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR LANGDURIGE ZORG
               EN SPORT EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2023
De zorg is in beweging. Overal in het land zijn zorgorganisaties en -professionals
                  bezig om de zorg anders – beter – te organiseren. Door meer aandacht te geven aan
                  preventie, door meer hybride zorg te verlenen, en door meer samen te werken. Neem
                  de Zeeuwse Zorgcoalitie, waarin 66 partijen over de grenzen van de eigen organisaties
                  heen samenwerken om de zorg in Zeeland toekomstbestendig te maken. Of de Krijtmolenalliantie,
                  een samenwerkingsverband van zorg- en welzijnsorganisaties in Amsterdam-Noord, die
                  samen werken aan het vormgeven van integrale zorg en welzijn, zodat de hulp- en zorgvragen
                  van de cliënt echt centraal komen te staan. En het platform Mooi Maasvallei, waar
                  zorgaanbieders, welzijnsorganisaties, werkgevers, scholen, gemeenten en inwoners samen
                  werken aan de gezondheid, het welzijn en de leefbaarheid in hun regio. Wij zijn blij
                  met deze beweging. Want, zoals ook aangegeven in de Kamerbrief over samenwerking en
                  mededinging in de zorg1, de zorg van de toekomst is netwerkzorg: regionale netwerken van samenwerkende zorgverleners,
                  die samen de zorg leveren die de patiënt nodig heeft.
               
De beweging is ook noodzakelijk: we worden ouder en hebben meer zorg nodig, terwijl
                  de arbeidsmarkt krapper wordt. Door de zorg anders te organiseren kunnen we de wachtlijsten
                  verminderen, het werkplezier van professionals vergroten en de kwaliteit van zorg
                  verhogen. Waarbij een hogere kwaliteit als vliegwiel kan dienen voor een betere toegankelijkheid
                  en betaalbaarheid van zorg. Kortom, er is een andere manier van denken en doen nodig.
                  Bij zorgverleners en bij politici, bestuurders en beleidsmakers. Ook van burgers vraagt
                  dit iets: welke zorg heb ik echt nodig, en in welke vorm?
               
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) (Kamerstuk 31 765, nr. 655) ondersteunt, versterkt en versnelt de ingezette beweging. De IZA-partijen zien,
                  een jaar na het afsluiten van het akkoord, dat deze beweging noodzakelijk en onomkeerbaar
                  is. Zij gaan onverkort en met dezelfde urgentie door met het uitvoeren van de afspraken
                  en maatregelen2. Samen met het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) (Kamerstuk 32 793, nr. 653), het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) (Kamerstuk 29 389, nr. 111), het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ) (Kamerstuk
                  29 282, nr. 485) en de Hervormingsagenda Jeugd (HA Jeugd) (Kamerstuk 31 839, nr. 917) bouwen we aan een Nederlandse gezondheidszorg die aansluit bij de maatschappelijke
                  opgaven van onze tijd.
               
Met deze brief informeren wij uw Kamer, zoals toegezegd, over de voortgang van de
                  IZA-afspraken. Daarbij staan twee leidende thema’s in het IZA centraal: passende zorg
                  en regionale samenwerking. Daarnaast gaan we in op de publiekscommunicatie, de monitoring
                  en het verzoek van uw Kamer over doorrekening van het IZA.
               
Eén jaar IZA
Zoals gezegd ondersteunt, versterkt en versnelt het IZA de beweging in de zorg die
                  al op veel plekken in het land gaande is. Hierbij staat passende zorg centraal. Dat
                  is zorg die waardegedreven is, die samen met en gezamenlijk rondom de patiënt tot
                  stand komt, die plaatsvindt op de juiste plek op het juiste moment door de juiste
                  professionals, die ook gaat over gezondheid in plaats van alleen over ziekte en die
                  wordt verleend in een prettige werkomgeving. Dit bereiken we onder andere door de
                  eerste lijn te versterken, door in te zetten op samenwerking en netwerkzorg (binnen
                  domeinen en over domeingrenzen heen) en door betere gegevensuitwisseling.
               
Dat gebeurt op verschillende niveaus:
• Op landelijk niveau worden randvoorwaarden ingevuld voor het verder brengen van de
                           beweging. Denk hierbij aan versterking van de eerste lijn door onder andere de verhoging
                           van de ANW-tarieven voor huisartsen, de inwerkingtreding van de Wet elektronische
                           gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz), gesprekken met de ACM over de ruimte voor
                           samenwerking en het maken van nadere afspraken over de verbetering van het contracteerproces3.
                        
• Op regionaal niveau zijn regiobeelden opgeleverd en is men momenteel bezig met het
                           opstellen van regioplannen, waarin zorgpartijen per regio gezamenlijk afspraken maken
                           over de vormgeving van het toekomstige zorglandschap.
                        
• Op lokaal niveau worden de IZA-afspraken in de praktijk gebracht, zoals de implementatie
                           van Meer tijd voor de Patiënt (MTVP) en het opzetten van mentale gezondheidscentra.
                        
• Op alle niveaus wordt hard gewerkt aan het opstellen van plannen voor impactvolle
                           transformaties. Om de benodigde transformatie naar passende zorg te faciliteren, is
                           € 2,8 miljard aan transformatiemiddelen beschikbaar gesteld.
                        
Onderstaande tijdlijn geeft een aantal mijlpalen weer die tot nu toe behaald zijn4.
Bovenstaande mijlpalen maken duidelijk dat de IZA-partijen met veel energie en toewijding
                  aan de slag zijn met de uitvoering van de afspraken. Natuurlijk vergt dit inspanning.
                  Het is mooi om te zien dat bij betrokken partijen steeds duidelijker een gezamenlijke
                  verantwoordelijkheid en gedeeld eigenaarschap gevoeld wordt.
               
Men heeft begrip voor de vele, vaak botsende, belangen en werkt hard aan het overbruggen
                  van verschillen. We maken hierin tijd om met elkaar lerend te evalueren, bijvoorbeeld
                  met jonge talenten uit de zorg die de zorgbestuurders van advies voorzien en een spiegel
                  voorhouden. Dat is nodig, want alleen door constant te bouwen aan onderling vertrouwen,
                  kan worden voorkomen dat met verdere uitwerkingen, regels en kaders de IZA-afspraken
                  volledig worden dichtgetimmerd, ten koste van de wendbaarheid.
               
Stand van zaken transformatieplannen
In het IZA is de basis gelegd voor passende zorg. Om de benodigde transformatie naar
                     passende zorg te faciliteren, is € 2,8 miljard aan transformatiemiddelen beschikbaar
                     gesteld5. Partijen zoals zorgaanbieders, zorgprofessionals, gemeenten en patiëntenorganisaties
                     kunnen sinds 1 februari jl. een beroep doen op de transformatiemiddelen door (in samenwerking
                     met elkaar) een transformatieplan voor een impactvolle transformatie in te dienen
                     bij de twee marktleidende zorgverzekeraars. Om te zorgen dat alle transformatieplannen
                     op een gelijke wijze worden beoordeeld, hebben alle IZA-partijen begin dit jaar met
                     elkaar een beoordelingskader vastgesteld6 en leidende principes afgesproken over de wijze waarop zij met elkaar willen samenwerken:
                  
• De kwaliteit van de plannen staat centraal, het kader ondersteunt.
• De afspraken in het IZA zijn leidend.
• We bouwen vertrouwen op door te doen.
• We werken met zo min mogelijk bureaucratie.
• De inzet van gelijkgerichtheid is noodzakelijk en proportioneel.
• We leren met elkaar en passen het beoordelingskader aan waar nodig.
In lijn met deze principes hebben de zorgverzekeraars nadrukkelijk aangegeven klaar
                  te staan om zorgaanbieders te helpen bij het opstellen van de plannen om daarmee ook
                  de werkwijze en procedure rond de transformatieplannen te vergemakkelijken. Daarnaast
                  heeft het Ministerie van VWS in samenwerking met ZN en de NZa een aantal webinars
                  over impactvolle transformaties georganiseerd voor veldpartijen. Het meest recente
                  was op 28 september en had 1.800 deelnemers. In dat webinar zijn partijen meegenomen
                  in de laatste stand van zaken rond de ontwikkeling van transformatieplannen, zijn
                  diverse voorbeelden van transformatieplannen in ontwikkeling gepresenteerd en hebben
                  zorgverzekeraars een uitgebreide toelichting gegeven op de werkwijze7. Uiteraard is het mogelijk dat partijen in de praktische toepassing toch nog tegen
                  punten aanlopen die verbeterd kunnen worden. Om deze punten in beeld te brengen, hebben
                  de IZA-partijen met elkaar afgesproken om op bestuurlijk niveau elk kwartaal met elkaar
                  te bespreken of er aanpassingen nodig zijn.
               
Er zijn op dit moment (peildatum 28 augustus 2023) al 120 transformatieplannen ingediend
                  voor een eerste, snelle toets. Reeds 35 plannen hebben deze snelle toets succesvol
                  doorlopen en momenteel worden deze transformatieplannen nader uitgewerkt. Ook is het
                  eerste transformatieplan inmiddels goedgekeurd. Positief om te zien is ook dat er
                  vanuit alle deelsectoren veel plannen worden ingediend. Ook worden er steeds meer
                  plannen ingediend in samenwerking tussen meerdere deelsectoren. Thema's waarop we
                  op dit moment zeer actieve planvorming zien, zijn onder andere passende zorg, digitalisering,
                  samenwerking tussen ggz en het sociaal domein en versterking van de arbeidsmarkt.
               
Partijen hebben aangegeven dat er sprake is van een constructieve dialoog tussen aanbieders
                  en verzekeraars. Vaak wordt hierbij de verbinding gezocht met de regionale opgaven
                  en regioplannen die in ontwikkeling zijn. We zien ook een brede regionale spreiding
                  van alle plannen in ontwikkeling. Daarbij vinden we het van belang dat kwaliteit boven
                  snelheid gaat. Het ontwikkelen van een goed en gedragen transformatieplan kost tijd,
                  geduld en goede dialoog met partijen. Het is immers in ieders belang dat we komen
                  tot goede en gezamenlijk gedragen plannen, die daadwerkelijk transformaties kunnen
                  bewerkstelligen.
               
Stand van zaken fonds wijkverpleging
De wijkverpleging speelt een belangrijke rol in de opgave. Daarom hebben ActiZ, Zorgthuisnl
                  en ZN afspraken gemaakt over de inzet van het IZA-fonds wijkverpleging. Het IZA-fonds
                  is bedoeld om de toegankelijkheid van de wijkverpleging te verbeteren. In totaal is
                  € 75 miljoen beschikbaar binnen het fonds en dit is bedoeld voor zowel grote als kleine
                  aanbieders van wijkverpleging.
               
Partijen willen met het fonds impact maken op de maatschappelijke opgave, zodat meer
                  cliënten thuis kwalitatief goede zorg kunnen krijgen terwijl er krapte is op de arbeidsmarkt.
                  Het fonds draagt bij aan initiatieven die aansluiten op de werkagenda met betrekking
                  tot de wijkverpleging, zoals opgenomen in het IZA. Het gaat hierbij om initiatieven
                  die inzetten op passende zorg, werkplezier in de wijkverpleging, aanpak van regeldruk
                  en arbeidsbesparend werken.
               
Er zijn ruim 500 aanvragen ingediend in het voorjaar, waarvan er 389 zijn goedgekeurd
                  voor een totaalbedrag van € 39,9 miljoen. In oktober wordt een tweede tranche opengesteld
                  voor de resterende middelen van het fonds.
               
Passende zorg
Zoals gezegd, ondersteunt, versterkt en versnelt het IZA de ingezette beweging naar
                  passende zorg. Passende zorg is zorg die waardegedreven is, samen met en rondom de
                  patiënt tot stand komt, plaatsvindt op de juiste plek, op het juiste moment en door
                  de juiste professionals. Waar het ook over gezondheid gaat in plaats van alleen over
                  ziekte en over zorg die verleend wordt in een prettige werkomgeving.
               
Voorbeelden van zorg die waardegedreven is zijn te vinden in de implementatie-agenda
                  van het programma Zorgevaluaties & Gepast Gebruik. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het
                  niet knippen van neus- of keelamandelen bij kinderen uitsluitend op basis van aspecifieke
                  verkoudheids- of keelklachten8.
               
Als het gaat om zorg die samen met en rondom de patiënt tot stand komt, vinden we
                  een voorbeeld in het Tergooi MC waar men de patiënt informeert over Samen Beslissen
                  met een patiëntreis en waargebeurde verhalen9.
               
Wanneer het gaat om de juiste zorg op de juiste plek is er in Amsterdam een goed voorbeeld
                  van het bouwen van een keten van passende zorg: de wijkkliniek, een speciale ziekenhuisafdeling
                  in het verpleeghuis. Dit gezamenlijke initiatief van Cordaan, Amsterdam UMC en Zilveren
                  Kruis, is beter voor de gezondheid van de vaak oudere patiënten en voorkomt honderden
                  ziekenhuisopnamen per jaar. De initiatiefnemers hebben inmiddels een online toolkit
                  beschikbaar gesteld zodat andere regio’s er ook mee aan de slag kunnen.
               
De Leefstijlcoalitie10 zet zich in om er voor te zorgen dat in 2025 leefstijl integraal onderdeel van curatieve
                  zorg is, naast medicatie en medische ingrepen en technologie. Dat is een van de voorbeelden
                  waarmee we vanuit het IZA de beweging naar gezondheid in plaats van ziekte ondersteunen.
               
Signalementen passende zorg
In het IZA is afgesproken dat het Zorginstituut zelfstandig, via signalementen passende
                  zorg, agendeert welke vraagstukken opgepakt moeten worden om te komen tot meer passende
                  zorg. Onlangs heeft het Zorginstituut het signalement «passende zorg voor mensen met
                  hart- en vaatziekten» opgeleverd, waarin staat beschreven wat nodig is om de zorg
                  voor mensen met hart- en vaatziekten toekomstbestendig te maken. In de bijlage vindt
                  u dit signalement. Eerder publiceerde het Zorginstituut al het signalement «passende
                  zorg voor mensen met kanker, netwerk en expertzorg»11. Het volgende signalement zal gaan over de ggz.
               
Pakketbeheer
Passende zorg moet in de praktijk gerealiseerd worden. Dit moet ondersteund worden
                  door verstandig pakketbeheer waarmee bepaald wordt welke zorg wel of niet uit het
                  basispakket van de zorgverzekering wordt vergoed. Als er te veel niet-passende zorg
                  uit het basispakket wordt vergoed, wordt er onnodig beslag gelegd op mensen en (collectieve)
                  middelen. Conform IZA-afspraken werken we aan het verbeteren en verbreden van de toets
                  op het basispakket. We hebben uw Kamer eerder geïnformeerd over de stappen die we
                  moeten zetten dit mogelijk te maken voor zowel de curatieve als de langdurige zorg12. Op dit moment werken we aan het aanscherpen en concreter uitwerken van de bestaande
                  pakketcriteria, zodat deze meer toekomstbestendig zijn en beter kunnen worden toegepast
                  in de praktijk. Aanvullend zal het Zorginstituut de komende jaren steeds vaker duidingen
                  en adviezen geven over de pakketwaardigheid van zorg. Dit doet het Zorginstituut bijvoorbeeld
                  op basis van de pakketagenda die met inspraak van de IZA-partijen is opgesteld en
                  recent is gepubliceerd13.
               
Pakketagenda
Op de Pakketagenda staan meer dan vijftig behandelingen, geneesmiddelen en hulpmiddelen
                  waarvan de komende twee jaar wordt afgebakend bij wie en op welke manier deze zorg
                  wordt ingezet en bij wie niet. Ook komen er voorwaarden waaraan zorg moet voldoen
                  om tot het basispakket te worden toegelaten of eruit vergoed te blijven worden. Het
                  gaat om een brede agenda: het betreft onderwerpen uit de medisch specialistische zorg,
                  eerstelijnszorg, geestelijke gezondheidszorg en langdurige zorg. De verwachte winst
                  zit vooral in betere inzet van schaars zorgpersoneel. Daarnaast verwachten we dat
                  de pakketagenda een remmend effect heeft op de kostenstijgingen in de zorg.
               
Nu de pakketagenda is vastgesteld maken het Zorginstituut en de IZA-partijen afspraken
                  over wie welke onderwerpen voor zijn rekening neemt en wat ieders rol daarbij is.
                  Daarna gaat iedereen aan de slag met de toebedeelde onderwerpen. De voortgang wordt
                  door de IZA-partijen op bestuurlijk niveau gezamenlijk bewaakt. De pakketagenda vindt
                  u als bijlage bij deze brief.
               
Dure geneesmiddelen
Het realiseren van passende zorg moet de maatschappelijke, personele en financiële
                  houdbaarheid van de zorg versterken. Om de solidariteit in ons stelsel voor nu en
                  in de toekomst te kunnen waarborgen, is het noodzakelijk om geneesmiddelprijzen en
                  -uitgaven te beteugelen. Centraal hierbij staan de begrippen kwaliteit, toegankelijkheid
                  en betaalbaarheid. Dit brengt soms lastige dilemma’s met zich mee, zoals dit jaar
                  bleek toen de prijsonderhandelingen van medicijnen Trodelvy, Libmeldy en Minjuvi niet
                  leidden tot een maatschappelijk aanvaardbare prijs. Deze werden daarom niet opgenomen
                  in het basispakket. Voor patiënten en behandelaren is dit een uiterst teleurstellende
                  uitkomst. Grenzen aan de maatschappelijke aanvaardbaarheid van prijzen zullen in de
                  toekomst mogelijk vaker leiden tot prijsonderhandeling zonder tevredenstemmend resultaat.
               
In het verlengde van bovenstaande besluiten over de toelating van nieuwe dure geneesmiddelen
                  tot het basispakket, zetten wij ons in om het pakketbeheer van dure geneesmiddelen
                  in brede zin toekomstbestendig te maken. Over de vorderingen hieromtrent is uw Kamer
                  in een recente brief geïnformeerd14. De lijn die in deze brief uiteen is gezet, wordt nu met partijen uit het Landelijke
                  Overleg Dure Geneesmiddelen (LODG) verder uitgewerkt.
               
Regionale samenwerking
Het toekomstbestendig maken van de zorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van
                  zorgpartijen. Met regioplannen (op basis van regiobeelden) leggen zij concreet vast
                  hoe zij er gezamenlijk voor zorgen dat zorg en ondersteuning toekomstbestendig worden
                  georganiseerd en mensen de juiste zorg op de juiste plek ontvangen.
               
In het IZA is afgesproken dat voor het eind van het tweede kwartaal van 2023 door
                  elke regio een regiobeeld wordt opgeleverd dat onder andere inzicht geeft in het (verwachte)
                  zorggebruik en -aanbod in de regio. Begin dit jaar hebben de IZA-partijen criteria
                  vastgesteld waaraan deze regiobeelden minimaal moeten voldoen.15 Op basis hiervan is in alle regio’s hard gewerkt en inmiddels zijn voor het gehele
                  land regiobeelden beschikbaar. In beginsel zijn de regiobeelden opgesteld op de schaal
                  van de zorgkantoorregio. In een aantal regio’s zou dit leiden tot een onnatuurlijke
                  samenwerking en hebben partijen in onderling overleg met andere regio-indelingen gewerkt.
                  Zo is de zorgkantoorregio Zwolle bijvoorbeeld onderverdeeld in IJsselvecht en Noord-Veluwe.
                  Ook zijn in een aantal gevallen specifieke gemeenten meegenomen in een andere zorgkantoorregio,
                  omdat dit volgens hen beter aansluit bij bestaande samenwerkingsverbanden.
               
Parallel aan de regiobeelden hebben de Regionaal Overleggen Acute Zorgketen (ROAZ)-regio’s
                  gewerkt aan ROAZ-beelden. De beelden maken het de ROAZ-regio’s mogelijk om prioritaire
                  opgaven te identificeren waaraan gewerkt moet worden om de kwaliteit en toegankelijkheid
                  van acute zorg te blijven borgen. De ROAZ-beelden zijn opgesteld op de schaal van
                  de ROAZ-regio’s, die weer gelijk zijn aan de tien traumaregio’s in Nederland. Ook
                  deze beelden zijn voor het gehele land beschikbaar. Alle beelden zijn raadpleegbaar
                  via www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl/regiobeelden.
               
Eerste blik op de regio- en ROAZ-beelden
In de regio- en ROAZ-beelden is uitgebreid aandacht besteed aan de onderwerpen zoals
                  die zijn gevraagd in de criteriaset. Ook zijn de beelden over het algemeen breed afgestemd
                  met de (regionale) partijen die in het IZA zijn vertegenwoordigd. De betrokkenheid
                  van burgers, patiënten en zorgprofessionals houdt onze bijzondere aandacht, dit draagt
                  immers bij aan de kwaliteit van de regiobeelden en -plannen en de uiteindelijke uitvoering
                  daarvan.
               
De NZa heeft alle regio- en ROAZ-beelden geanalyseerd en concludeert dat regio’s hiermee
                     een belangrijke stap voorwaarts hebben gezet. Om te komen tot doelgerichte regioplannen
                     in december 2023 zullen partijen in de komende maanden aan de slag moeten met het
                     concretiseren van de opgaven die in de regiobeelden zijn genoemd. De NZa herkent in
                     de regiobeelden een aantal gemene delers:
                  
• Mismatch tussen vraag en aanbod;
• Toename complexiteit van de zorgvraag;
• Toename thuiswonende kwetsbare ouderen;
• Aanzienlijke verschillen in gezondheid binnen regio’s;
• Toename van mensen met een psychische kwetsbaarheid.
Bij de ROAZ-beelden gaat het om de volgende drie meest voorkomende knelpunten:
• Knelpunten in patiëntstromen en zorgefficiëntie;
• Bereikbaarheid huisartsenposten onder druk;
• Personeelstekorten in de gehele zorgketen.
De NZa geeft aan dat het belangrijk is dat regionale partijen in de komende fase de
                  knelpunten van de regiobeelden aanscherpen en uitwerken, door met elkaar hierover
                  verder het gesprek aan te gaan. U vindt de analyse als bijlage bij deze brief.
               
De volgende stap: opstellen van regio- en ROAZ-plannen
Met het opleveren van de regio- en ROAZ-beelden hebben partijen laten zien dat zij
                  zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de zorg en ondersteuning in hun regio.
                  Dat vinden wij waardevol. Hoewel partijen in de regio voornemens zijn nog aanvullende
                  data te verzamelen of verdiepende analyses uit te voeren, is tegelijkertijd volop
                  gestart met de volgende stap: aan het eind van 2023 dienen alle regio- en ROAZ-beelden
                  te zijn vertaald naar concrete regioplannen en ROAZ-plannen, waarin onder andere afspraken
                  worden gemaakt over het verstevigen van de regionale samenwerking en het inrichten
                  van regionale zorgcöordinatiecentra. Samen met ZN en de VNG hebben we afgelopen juli
                  een seminar georganiseerd over deze volgende stap. Meer dan 150 managers en beleidsadviseurs
                  van gemeenten, zorgverzekeraars, zorgorganisaties en burger- en patiëntenorganisaties
                  hebben onderling ervaringen uitgewisseld en zich gebogen over vraagstukken die bij
                  het opstellen van regioplannen komen kijken. Dat gaat bijvoorbeeld over vragen als
                  «hoe bouwen we een goede governance in de regio?» en «hoe kunnen we inwoners, patiënten
                  en cliënten goed betrekken?».
               
De NZa geeft in haar analyse regio’s aandachtspunten mee voor de uitwerking van de
                  regio- en ROAZ-plannen. Voorbeelden hiervan zijn het periodiek herhalen van de analyse
                  in het regio- en ROAZ-beeld om de vinger aan de pols te houden (het inrichten van
                  een «PDCA-cyclus») en het inrichten van een samenwerkings- en uitvoeringsstructuur
                  rond prioritaire opgaven, gezondheids- en transformatiedoelen.
               
Ondersteuning door de overheid
Om regionale partijen bij dergelijke vraagstukken te helpen, is in het IZA afgesproken
                     dat de overheid domeinoverstijgende samenwerking in de regio faciliteert en ondersteunt.
                     Dat gebeurt via verschillende routes:
                  
• Dit jaar stelt ZonMw financiële vouchers beschikbaar voor het (helpen) opstellen van
                           regiobeelden en -plannen, ook voor de ROAZ-regio’s. Aansluitend komen ook middelen
                           beschikbaar voor het (door)ontwikkelen en inrichten van een ondersteuningsstructuur
                           in de regio, zodat in elke regio een structuur ontstaat die regionale samenwerking
                           en transformaties bevordert.
                        
• Daarnaast kunnen bestaande succesvolle samenwerkingsverbanden een beroep doen op het
                           ZonMw-programma voor domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden (DSV-regeling). Dit
                           programma bestaat uit een subsidieregeling, workshops en een lerend netwerk van domeinoverstijgende
                           samenwerkingsverbanden en landelijke partijen. Op die manier leren partijen van en
                           met elkaar hoe de transformatie in de regio het beste kan worden vormgegeven.
                        
• Gemeenten ontvangen in 2023 ambtshalve middelen via de daarvoor beschikbaar gestelde
                           specifieke uitkering (SPUK). Voor de volgende jaren (2024–2026) moeten gemeenten een
                           aanvraag doen volgens de voorwaarden zoals vastgelegd in het IZA en GALA. Dit betreft
                           een uitwerking van de IZA-afspraken zoals vastgelegd in de werkagenda VNG als bijlage
                           van het GALA. Het gaat onder meer om domeinoverstijgende keteninterventies, mentale
                           gezondheidscentra en laagdrempelige steunpunten en stimuleren van de inzet van e-healthtoepassingen,
                           anonieme hulplijnen en wijkverpleging.
                        
• Ook komt er een nieuwe betaaltitel die vanaf 2024 ingezet kan worden voor de bekostiging
                           van groepsgewijze afstemming van zorg door Zvw-aanbieders, indien en voor zover die
                           afstemming noodzakelijk is voor de kwaliteit van de verzekerde zorg aan individuele
                           patiënten. Zo zorgen we ervoor dat er ook bekostiging mogelijk is om vanuit de verschillende
                           domeinen de beweging naar meer samenwerking van het IZA te faciliteren. Dit in lijn
                           met de motie van het lid Pouw-Verweij c.s. om vaart te maken met de mogelijkheden
                           van domeinoverstijgende bekostiging16.
                        
Betrokkenheid van burgers en patiënten
De komende periode zetten we in op de borging van betrokkenheid van burgers en patiëntenperspectief
                  bij het opstellen van de regioplannen. Wanneer wij van burgers verwachten dat zij
                  meer zelf doen ten aanzien van gezondheid, zorg en welzijn, dan staat daar meer zeggenschap
                  en invloed tegenover. Afgelopen mei is om die reden een subsidieregeling bij ZonMw
                  voor burgerparticipatie ingericht. Het gaat zowel om burgerparticipatie bij het opstellen
                  van regiobeelden en regioplannen of ROAZ-beelden en -plannen, als bij ouderenzorgplannen
                  (domeinoverstijgende woon-, zorg-, leefplannen). Voor deze regeling is € 1,5 miljoen
                  beschikbaar. Vanaf 2024 stellen we structureel € 8 miljoen per jaar beschikbaar voor
                  de bevordering en ondersteuning van regionale burger- en patiëntparticipatie.
               
Het doel van de subsidie is het verstevigen en borgen van burgerparticipatie in de
                  bestaande regionale domeinoverstijgende samenwerkingsverbanden met een gelijkwaardige
                  rol voor burgers. Daarnaast is het ophalen en delen van kennis en handvatten voor
                  het succesvol inzetten van burgerparticipatie onderdeel van deze subsidieronde. Eind
                  dit jaar besluit ZonMw over de toekenning van middelen aan initiatieven, conform het
                  amendement van het lid Paulusma om als experiment een burgerberaad op te zetten over
                  de organisatie van de zorg, bijvoorbeeld over de inrichting van de acute zorg17. Met bovenstaande toelichting geven wij invulling aan de toezegging om de Kamer te
                  informeren over de voortgang van de afhandeling van dit amendement zoals toegezegd
                  in het Dertigledendebat over personeelstekorten bij ambulancediensten van 16 maart
                  jongstleden18.
               
Met het advies van kennis- en adviesorganisatie PGOsupport19 als vertrekpunt, komt er tot slot een ZonMw-programma voor de periode 2024 t/m 2027
                  om een regionale infrastructuur te bouwen voor burger- en patiëntparticipatie bij
                  inrichting en organisatie van zorg en welzijn in regio’s; zogenaamde participatiehubs.
               
Deze infrastructuur geldt als duurzame ondersteuning voor regionale domeinoverstijgende
                  samenwerkingsverbanden in zorg en welzijn bij de inbedding van burger- en patiëntparticipatie
                  in hun beleid en uitvoering.
               
Publiekscommunicatie
Uit onderzoek blijkt dat driekwart van de Nederlanders niet of in beperkte mate op
                  de hoogte is van de uitdagingen in de zorg20. Om de zorg toekomstbestendig te maken vinden wij het belangrijk dat naast zorgveld
                  en overheid, ook de samenleving weet hoe urgent de uitdagingen zijn en wat de komende
                  tijd van eenieder verwacht wordt. Conform de motie van het lid Paulusma21 werken we daarom aan publiekscommunicatie om het algemene publiek te informeren over
                  de veranderingen die plaatsvinden om de zorg toekomstbestendig te maken. Deze publiekscommunicatie
                  bespreken we met de IZA-partijen. In een volgende Kamerbrief zullen wij u hier verder
                  over informeren. Het komende jaar willen de IZA-partijen met het uitdragen van een
                  zorgbelofte ook duidelijker maken waar de samenleving op kan rekenen op het gebied
                  van gezondheidszorg in ons land. Zo’n belofte werkt twee kanten op: enerzijds schetst
                  het wat vanuit de zorgpartijen verwacht mag worden, terwijl het anderzijds ook inzicht
                  geeft in wat mensen zelf kunnen bijdragen aan toekomstbestendige zorg voor iedereen.
               
Monitoring
Om zicht te houden op resultaten die geboekt worden of juist uitblijven, en om te
                  zien waar meer, minder of andere inzet nodig is, willen de IZA-partijen gezamenlijk
                  de vinger aan de pols houden. Zoals aangegeven in onze vorige Kamerbrief over de voortgang
                  van het IZA22, is afgesproken om dat op drie niveaus te doen: proces, beweging en doelgroepen.
               
Voortgangsrapportage proces
Als eerste stap is een voortgangsrapportage vormgegeven die ieder kwartaal inzicht
                  geeft in belangrijke (proces-)onderdelen van het IZA. In de bijlage vindt u de voortgangsrapportage
                  van september 2023, die informatie bevat over de voortgang van de IZA-afspraken, de
                  transformatieplannen en de financiële kaders. Daarnaast geeft de rapportage een overzicht
                  van ontwikkelingen op het gebied van arbeidsmarkt en toegankelijkheid van de zorg.
                  Eveneens bijgevoegd zijn stroomschema’s waarin de voortgang per IZA-thema in meer
                  detail is weergegeven. Hiermee geven we invulling aan de toezegging om de uitvoering
                  van de IZA-afspraken nadrukkelijk te monitoren en uw Kamer hierover te informeren.
               
Monitoring van de beweging
Voor de monitoring van de beweging zijn vijf thema’s geselecteerd die gemonitord zullen
                     worden, te weten:
                  
• Meer concentratie van hoogcomplexe zorg en meer spreiding van basiszorg;
• Sterkere eerste lijn;
• Meer regionale samenwerking;
• Meer hybride zorg;
• Passende zorg als norm.
De afgelopen periode zijn per thema voorstellen uitgewerkt23 in afstemming met de IZA-partijen. Dit onderdeel zal in het komende jaar een eerste
                  resultaat opleveren. De monitoring van de beweging zal niet in een keer staan, maar
                  zal in de loop van de tijd doorgroeien.
               
Doelgroepenmonitor
Daarnaast heeft het Zorginstituut een plan van aanpak gemaakt voor de doelgroepenmonitor.
                     Hiermee willen we de uiteindelijke effecten van alle inspanningen volgen op de gezondheid
                     van mensen en de financiële en personele houdbaarheid van het zorgsysteem op de (middel)lange
                     termijn. Het Zorginstituut zal in beeld brengen hoe de zorg ervoor staat en welke
                     trends er spelen rondom bepaalde uitkomsten over de jaren heen van specifieke doelgroepen,
                     namelijk:
                  
• Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden;
• Mensen met psychische klachten;
• Mensen met (risico op) kanker;
• Mensen met (risico op) hart- en vaatziekten; en
• Ouderen met een kwetsbare gezondheid.
Deze monitor wordt ook vormgegeven als ingroeimodel en zal gepubliceerd worden op
                     Regiobeeld.nl.
                  
Mid term review
Ten slotte hebben de IZA-partijen overeenstemming bereikt over de mid term review (MTR) voor 2024 waarbij voor de evaluatie verschillende onderdelen worden betrokken:
• Een eerste voorlopig beeld van de financiële realisatiecijfers over 2023.
• Een beeld welke inspanningen partijen hebben gepleegd en in hoeverre de afspraken
                           in het IZA worden nagekomen.
                        
• Een overzicht welke concrete transformatieplannen zijn ingediend en gehonoreerd voor
                           de transformatiemiddelen.
                        
• Het beeld over in hoeverre zorgverzekeraars in staat zijn om vraag en aanbod te verbinden
                           voor hun verzekerden.
                        
Mede op verzoek van uw Kamer delen we mee dat de uitkomsten van de MTR naar verwachting
                     in derde kwartaal van 2024 met uw Kamer gedeeld wordt.
                  
Specifieke onderdelen van de monitoring
Graag komen we hierbij ook terug op specifieke onderdelen van de monitoring, zoals
                  die van de gemaakte afspraken met huisartsen en wijkverpleging, o.a. genoemd in de
                  motie van de leden Ellemeet en Kuiken24. We benadrukken dat versterking van de eerstelijnszorg zeker wordt meegenomen in
                  de monitoring. Parallel hieraan worden de afspraken over de ANW-zorg en Meer tijd
                  voor de Patiënt (MTVP) binnen de huisartsenzorg onder regie van de LHV, InEen en ZN
                  door een externe partij gemonitord. Daar bovenop werken we momenteel nog aan een voorstel
                  voor het monitoren van de toegezegde extra middelen (€ 175 miljoen) in de contractering
                  van de wijkverpleging.
               
Daarnaast zijn er in het IZA ook afspraken gemaakt om de stijging van uitgaven aan
                  dure geneesmiddelen te monitoren. Deze stijging mag tussen 2023 en 2026 niet hoger
                  zijn dan 5% tot 7% per jaar. Vooralsnog is besloten dat de definitieve ramingen van
                  het Zorginstituut hierbij het uitgangspunt zijn; deze worden twee jaar na de voorlopige
                  ramingen vastgesteld. Dat betekent dat in 2026 duidelijk is hoeveel de uitgaven 2023
                  zijn gestegen. We kijken momenteel of er een andere manier is om dit te monitoren,
                  zodat zo nodig eerder kan worden bijgestuurd.
               
Verzoek commissie VWS over doorrekening IZA
Met de brief van 6 juli 2023 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
                  en Sport ons verzocht uw Kamer te informeren over de wijze en termijn waarop het IZA
                  wordt doorgerekend en door welke partij dit zal worden uitgevoerd.
               
In de brief over de voortgang van het IZA van 16 maart jl. (Kamerstuk 31 765, nr. 725) en de brief van 8 mei 2023 jl. (Kamerstuk 31 765, nr. 774) over doorrekening IZA hebben we hierover gemeld dat de IZA-partijen gezamenlijk
                  hebben afgesproken om specifiek onderzoek, zoals een doorrekening en/of financiële
                  doorlichting, gedurende de looptijd van het IZA te laten doen als er inzicht nodig
                  is op specifieke onderdelen. Een dergelijke doorrekening zou – bijvoorbeeld – kunnen
                  bijdragen aan de mid term review van het IZA, die staat gepland voor 2024. Indien een dergelijke financiële doorrekening
                  wordt gepland, zullen wij uw Kamer informeren over de opzet en uitvoering hiervan.
               
Tot slot
Voor Nederland is één van de uitdagingen momenteel het toegankelijk houden van de
                  zorg. We hebben ons als land lang geprezen met de kwaliteit van onze zorg. Het besef
                  is nu: willen we dat behouden, dan moeten we erkennen dat we de zorg anders moeten
                  organiseren. Het IZA is een belangrijk onderdeel van het antwoord op deze uitdagingen.
                  Eén jaar nadat veertien zorgpartijen in Nederland hun verantwoordelijkheid hierin
                  bekrachtigden met een handtekening onder het IZA, is de beweging naar passende zorg
                  en betere samenwerking onomkeerbaar ingezet.
               
Tegelijkertijd geldt ook: voor zorgprofessionals, cliënten, patiënten, mantelzorgers
                  en familieleden leidt die beweging nog lang niet overal tot merkbare verbeteringen.
                  Daar is meer tijd voor nodig, hard werk en scherpe, adequate monitoring. We kunnen
                  ons hierin geen vertraging veroorloven. We zijn blij dat alle IZA-partijen dit belang
                  publiekelijk hebben onderstreept. Wij ondersteunen dit volledig en we waarderen dat
                  uw Kamer, ook na de val van de regering, het kabinet de ruimte geeft om op het IZA
                  te blijven acteren. We zullen uw Kamer in het voorjaar van 2024 wederom over de voortgang
                  van het IZA informeren.
               
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  E.J. Kuipers
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  M. van Ooijen
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
