Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 400 Wijziging van de Woningwet in verband met verlengde opschorting van de marktverkenning
Nr. 6
VERSLAG
Vastgesteld 2 oktober 2023
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit
wetsvoorstel voldoende voorbereid.
I. Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorend bij de Wijziging
van de Woningwet in verband met verlengde opschorting van de marktverkenning en hebben
hierover nog enkele vragen en/of opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorgenomen Wijziging van
de Wijziging van de Woningwet in verband met verlengde opschorting van de marktverkenning.
Deze leden onderschrijven de rol die woningcorporaties spelen bij het realiseren van
de 50.000 middenhuurwoningen. Wel hebben zij nog enkele vragen die ze aan de initiatiefnemers
willen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wijziging
van de Woningwet in verband met de verlengde opschorting van de marktverkenning. Deze
leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van onderhavig voorstel. Deze leden
danken de regering voor het geleverde werk en hebben nog enkele vragen die ze aan
de regering willen voorleggen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Deze leden hebben nog enkele vragen.
Zij constateren dat de bouw van middenhuurwoningen de komende jaren achterblijft.
Dat blijkt bijvoorbeeld uit recente cijfers van het CBS (zie ook het artikel in De
Telegraaf van 26 september 2023: «CBS: stikstof en bouwkosten rem op woningbouw»).
Dit druist in tegen het doel om in 2030 50.000 nieuwe middenhuurwoningen te hebben
gerealiseerd. Recent is de motie van de leden Bromet en Beckerman (Kamerstuk 35 286, nr. 6) aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht om de markttoets voor woningcorporaties
volledig af te schaffen. Hoe staat het aannemen van deze motie in verhouding tot dit
wetsvoorstel? Gaat de regering deze motie middels een nota van wijziging op onderliggende
wetsvoorstel honoreren?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de Wijziging van de Woningwet in verband met verlengde opschorting van de marktverkenning.
Deze leden merken op dat er opnieuw sprake is van een opschorting van de marktverkenning
van één jaar. Zij zijn echter van mening dat de markttoets niet opgeschort maar afgeschaft
moet worden. Zij verzoeken de regering het wetsvoorstel zodanig te wijzigen, conform
de aangenomen motie van de leden Bromet en Beckerman (Kamerstuk 35 286, nr. 6). Zij vragen of de regering daartoe bereid is. Zo niet, vragen zij de regering dit
toe te lichten.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de stukken betreffende de Wijziging
van de Woningwet.
1. Toepassingsbereik van het wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie lezen dat de regering de opschorting van de marktverkenning
wil verlengen tot 1 juli 2025. Deze leden stellen dat het hen aanleiding geeft om
zich af te vragen in hoeverre de effecten al bekend zijn van de opschorting tot op
heden. Zij vragen dus de regering of de effecten van de opschorting in 2023 al bekend
zijn. Zo ja, kan de regering deze effecten nader toelichten?
De leden van de SP-fractie vragen de regering hoe zij de aangenomen motie van de leden
Bromet en Beckerman (Kamerstuk 35 286, nr. 6) over de afschaffing van de marktverkenning zal uitvoeren. Deze leden vragen de regering
in te gaan op de oproep van Aedes om tot een verruiming van financieringsmogelijkheden
voor corporaties te komen in de niet-DAEB, onder meer om het mogelijk te maken hiervoor
door Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) geborgde financiering aan te trekken.
2. Inhoud van het wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie lezen dat de opschorting van de marktverkenning zou bevorderen
dat woningcorporaties deze opgave met snelheid en efficiënt kunnen oppakken. Deze
leden vragen of de regering uiteen kan zetten waar zij zich op baseert. Zij vragen
of de regering, indien de regering al praktijkvoorbeelden heeft waaruit blijkt dat
het opschorten van de marktverkenning voor snelheid en efficiëntie heeft gezorgd,
die voorbeelden met hen kan delen.
Zij willen de regering dringend verzoeken om ook in de evaluatie van het effect van
de opschorting van de markttoets op te nemen wat de effecten zijn op het verstoren
van de markt en het sneller en effectiever opereren van woningcorporaties, en dit
met bewijs te onderbouwen. Zij vragen of de regering hiertoe bereid is.
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd waarom er niet is gekozen voor een volledige
afschaffing van de marktverkenning, omdat ook na juli 2025 een nijpend tekort aan
betaalbare middenhuurwoningen zal bestaan. Iedere maatregel die de bouw van middenhuurwoningen
kan versnellen moet worden aangegrepen, is de mening van deze leden. Zij vragen of
het niet beter is om in de plaats van de evaluatie een steekproef op te zetten om
periodiek te toetsen of de niet-DAEB activiteiten van woningcorporaties al dan niet
marktverstorend werken en in hoeverre het afschaffen van de marktverkenning bijdraagt
aan de nationale bouwopgave. Zij zijn benieuwd hoe de Minister hiernaar kijkt.
Deze leden lezen daarnaast dat de evaluatie van het opschorten van marktverkenning
half 2023 zou starten. Loopt deze inmiddels en wanneer verwacht de Minister dat deze
afgerond wordt?
Naast de discussie over de opschorting van de markttoets speelt ook de discussie over
het verruimen van de financieringsmogelijkheden in de niet-DAEB, onder meer door het
mogelijk te maken hiervoor WSW geborgde financiering aan te trekken. Het ministerie
is met corporaties in overleg over de financieringsmogelijkheden voor de niet-DAEB
met als doel financiële belemmeringen weg te nemen. Wat is de stand van zaken van
dit overleg en kan de Kamer op korte termijn voorstellen tegemoet zien, vragen deze
leden tot slot.
3. Uitvoering, toezicht en handhaving
De leden van de D66-fractie zouden graag uitgebreid toegelicht zien hoe de marktverkenning
in de praktijk werkt en welke partijen hierbij betrokken zijn. Deze leden vragen zich
af of inzichtelijk gemaakt kan worden hoeveel capaciteit, tijd en middelen de markttoets
kost bij zowel de Autoriteit woningcorporaties (Aw), gemeenten, woningcorporaties
zelf en eventuele andere partijen. Daarnaast zouden zij graag toegelicht willen zien
hoeveel woningen hier, bij benadering, van gebouwd kunnen worden.
Zij vragen zich daarnaast af of er sinds de opschorting van de markttoets meer woningcorporaties
plannen hebben opgevat voor het bouwen van middenhuurwoningen en (sociale) koopwoningen.
Zij zouden hier graag een uitgebreide analyse van willen zien.
4. Consultatie
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Vereniging van Institutionele Beleggers in
Vastgoed, Nederland (IVBN), De Nederlandse Coöperatieve Vereniging van Makelaars en
Taxateurs in onroerende goederen (NVM), Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling
Maatschappijen (NEPROM) en Vastgoed Belang zorgen uiten over het ontstaan van een
ongelijk speelveld. Ook in het advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State
wordt onderstreept dat deze omstandigheden vragen om het belang van toezicht op naleving
van de regels om een gelijk speelveld te bewaken. Deze leden vragen de regering om
toe te lichten hoe zij erop gaat toezien dat marktpartijen en woningcorporaties op
een gelijk speelveld opereren. Wat is er mogelijk met betrekking tot dezelfde financieringsvoorwaarden
en (passende) grondprijzen? Hoe gaat de regering erop toezien dat gemeenten grond
voor niet-DAEB onder de marktprijs aan corporaties gaan aanbieden, gelet op het feit
dat dit als ongeoorloofde staatssteun wordt gezien en dus niet is toegestaan?
De leden van de D66-fractie vragen zich af waarom er niet voor gekozen is om de marktverkenning
in zijn geheel af te schaffen. Deze leden merken op dat er meerdere partijen zijn
die hiertoe oproepen, waaronder de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de brancheorganisatie
voor woningcorporaties Aedes.
Zij vragen zich af of inzichtelijk gemaakt kan worden welke voordelen er zijn voor
alle betrokken partijen, van de Aw, tot gemeenten tot woningcorporaties, van het definitief
afschaffen van de marktverkenning.
De leden van de BBB-fractie hebben nog een aantal vragen over de geplande evaluatie.
Deze leden vragen of er al is gestart met de evaluatie van de opschorting. Ook vragen
zij hoe ver de evaluatie is en wanneer (op welke datum) de Kamer hiervan het resultaat
ontvangt. Kan deze evaluatie nog voor 31 december 2023 besproken worden, vragen zij.
De voorzitter van de commissie, Hagen
Adjunct-griffier van de commissie, Morrin
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
C.E. Morrin, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Voor | |
D66 | 23 | Voor | |
PVV | 16 | Voor | |
CDA | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Voor | |
BBB | 4 | Voor | |
DENK | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Voor | |
Groep Van Haga | 2 | Tegen | |
Volt | 2 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Voor | |
Ephraim | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Voor | |
JA21 | 1 | Voor | |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.