Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 435 IV Wijziging van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES- fonds (H) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)
Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 3 oktober 2023
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 25 september 2023 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 29 september 2023 zijn ze door de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Paulusma
De griffier van de commissie, Meijers
1
Vraag: Kunt u nader specificeren welke activiteiten in het kader van de Herdenking
slavernijverleden worden georganiseerd?
Antwoord:
Dit gaat over de activiteiten die het Plataforma Sklabitut i Herensha di Sklabitut
(PSHS) organiseert in het kader van de rehabilitatie van Tula op 3 oktober 2023 en
tijdens het hele Herdenkingsjaar Slavernijverleden 2023–2024 op Curaçao. Het platform
en het Curaçaose Ministerie van OWCS hebben in navolging van de toezegging van de
Nederlandse regering om Tula te rehabiliteren een breed programma opgesteld. Dit bevat
een aantal ceremoniële herdenkingen, maar bijvoorbeeld ook de ontwikkeling van lesmateriaal
over Tula. De financiering van dit programma is aan het platform toegezegd, zoals
gemeld aan uw Kamer in de brief «Vervolgtraject excuses slavernijverleden» van 23 juni
2023 (Kamerstukken II, 2022–23, 36 284, nr. 34). Op verzoek van OWCS en PSHS verloopt deze financiering via Fundashon Reda Sosial.
2
Vraag: Wat zijn de oorzaken van de verlaging van het bedrag dat aan de Tijdelijke
Werkorganisatie (TWO) wordt uitgegeven in 2023?
Antwoord:
Er is een kasschuif van € 4 mln. gelijk verdeeld over de jaren 2024–2027 voorgesteld,
om deze beter met het verwachte ritme van de uitgaven te plaatsen. De reden voor deze
kasschuif is dat het tempo van uitgaven lager ligt dan eerder werd voorzien. Dit heeft
verschillende redenen. De belangrijkste reden is dat het in een aantal gevallen gaat
om complexe hervormingen die tijd daardoor kosten om goed voor te bereiden en door
te voeren. Daarnaast komt het voor dat investeringen minder kosten dan eerder werd
verwacht, dat de Landen ervoor kiezen investeringen (gedeeltelijk) zelf te bekostigen,
of dat kosten pas op een later moment worden gemaakt in verband met aanbestedingstrajecten.
Tegelijkertijd is er een toevoeging voorgesteld voor de huidige wisselkoersontwikkelingen
tussen de euro, US dollar, en Antilliaanse gulden, en wordt er voorgesteld om loon-
en prijsbijstelling uit te keren. Om deze redenen komt het bedrag dat in deze ISB
voor TWO wordt verlaagd in 2023 op € 2,3 mln.
3
Vraag: Wat zijn de effecten van de verlaging van het bedrag dat aan de Tijdelijke
Werkorganisatie wordt uitgegeven in 2023?
Antwoord:
Het gevolg van het doorschuiven van het budget is dat dit in de jaren 2024–2027 beschikbaar
is voor de Landspakketten in plaats van in 2023.
4
Vraag: Wat betekent het trage verloop van uitvoering door de Landen, voor het tempo
van de hervormingen? Waaruit blijkt dat met de kasschuif de uitvoering weer in het
juiste ritme is geplaatst?
Antwoord:
Zie ook antwoord op vraag 2. Met dit voorstel tot kasschuif wordt het programmabudget
van TWO in een ritme geplaatst dat beter past bij het verwachte ritme van uitgaven
voor het Landspakket. Zo blijft er budget beschikbaar in 2024–2027 dat naar verwachting
in 2023 niet meer benut zou zijn. Het daadwerkelijke ritme van uitgaven hangt voornamelijk
af van de timing van de voorbereiding en besluitvorming over de hervormingen, en de
daaruit voortvloeiende aanbesteding- en subsidietrajecten.
5
Vraag: Welk effect heeft de kasschuif van de Tijdelijke Werkorganisatie naar de eilandelijke
taken van Caribisch Nederland op de beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in de
begroting van 2023 (en daarna) voor de Caribische Landen?
Antwoord:
De herschikking naar artikel 4.2 van de KR-begroting is bestemd voor het uitwisselingsnetwerk
dat BZK met Vereniging Nederlandse Gemeenten-International is gestart ter ondersteuning
van het Caribisch deel van het Koninkrijk, dat op artikel 4.2 van de begroting wordt
verantwoord. Deze herschikking wordt uitsluitend voorgesteld om voorziene uitgaven
van het uitwisselingsnetwerk ter ondersteuning van de Caribische Landen in het kader
van de Landspakketten te dekken. De herschikking heeft daarom geen effect op de beleidsdoelstellingen
zoals deze zijn geformuleerd in de begroting 2023 of begroting 2024.
6
Vraag: Hoeveel fte’s zijn werkzaam bij de Tijdelijke Werkorganisatie? Welke kennis
en kunde is aanwezig en hoe wordt de capaciteit van de TWO ingezet voor de verschillende
hervormingsthema’s en verdeeld over de Caribische Landen?
Antwoord:
In 2023 zijn ca. 19 fte direct bij TWO werkzaam als onderdeel van het Ministerie van
BZK, waarvan 14 fte met standplaats Den Haag en 5 fte met een standplaats in het Caribisch
deel van het Koninkrijk. Dit zijn medewerkers met kennis van en ervaring met de publieke
sector van de Caribische Landen, maar ook medewerkers met kennis en kunde op het gebied
van project- en programmamanagement, financieel beheer, financieel-economische zaken,
bedrijfsvoering, en monitoring en evaluatie. Om daarnaast kennis en kunde op verschillende
voor het Landspakket relevante terreinen te mobiliseren, financiert TWO ca. 9 fte
bij de departementen Financiën, VWS, SZW, EZK, OCW, en J&V. Wanneer er daarnaast nog
specialistische kennis en kunde nodig is, wordt dit op basis van aanvragen en plannen
van aanpak aangetrokken met opdrachten, inhuur, en detacheringen. Capaciteit wordt
ingezet op basis van door zowel Nederland als de Landen vastgestelde plannen van aanpak,
afspraken met de Landen in de uitvoeringsagenda’s, en in voorkomende gevallen aan
de hand van verzoeken van de Landen.
7
Vraag: Welk gedeelte van de overboeking van bijna € 15 miljoen van de begroting Koninkrijksrelaties
naar het BES-fonds wordt gebruikt voor respectievelijk de eilandelijke taken, structurele
middelen voor de uitvoeringskracht en incidentele middelen voor extra versterking
van de uitvoeringskracht van de BES-eilanden?
Antwoord:
In onderstaande tabel is de verdeling van de aan het BES-fonds toevoegde middelen
uiteengezet.
Bedragen x € 1.000
Uitvoering eilandelijke taken
€ 2.000
Structurele middelen uitvoeringskracht
€ 1.334
Incidentele middelen uitvoeringskracht
€ 1.401
Koerseffecten1
€ 10.125
X Noot
1
Deze toevoeging aan het BES-fonds is gedaan om de nadelige wisselkoerseffecten tussen
de euro en de US dollar op te vangen.
8
Vraag: Wat zijn de taken, bevoegdheden en doelstellingen van de EU-gezant? Is de positie
van EU-gezant een tijdelijke of permanente functie? Welk bedrag aan financiële middelen
is hiervoor vrijgemaakt en zijn deze middelen structureel of incidenteel van aard?
Antwoord:
De gezant heeft als opdracht zich voor Caribisch Nederland in te zetten op het gebied
van EU-fondsen, VN-fondsen en economische betrekkingen met Latijns-Amerika. Het is
een ondersteunende en faciliterende rol die geen bevoegdheden in Caribisch Nederland
omvat. De activiteiten kunnen proactief of op verzoek van, maar altijd in afstemming
met de eilanden van Caribisch Nederland plaatsvinden. Hierbij kan gedacht worden aan
bijvoorbeeld kennisdeling, belangenbehartiging, ondersteunen van subsidieaanvragen
en aansluiten bij handelsmissies. Het gaat om een opdracht voor 3 jaar. In 2025 wordt
besloten of het gezantschap na medio 2026 wordt voortgezet. Alleen in de begroting
van 2023 is hiervoor € 460.000 opgenomen. Bij voorjaarsnota 2024 zullen de middelen
voor 2024–2026 worden toegevoegd.
9
Vraag: Kan in het kader van alle wijzigingen die samenhangen met de suppletoire begrotingen
Prinsjesdag 2023, een overzicht worden gemaakt van alle mutaties die Caribisch Nederland
raken?
Antwoord:
Er is geen rijksbreed overzicht beschikbaar van mutaties die betrekking hebben op
Caribisch Nederland bij suppletoire begrotingswijzigingen. Dit past niet bij de gekozen
structuur waarbij de verschillende departementen verantwoordelijk zijn voor de uitoefening
van de verschillende rijkstaken.
Op verzoek van uw Kamer wordt wel jaarlijks een extracomptabel overzicht rijksuitgaven
Caribisch Nederland opgesteld, om zo inzicht te geven in de uitgaven aan Caribisch
Nederland vanuit de verschillende ministeries. Dit overzicht wordt zowel bij de begroting
als bij het jaarverslag van hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties opgesteld. Bij de ontwerpbegroting
2024 treft u dit overzicht aan in bijlage 6 bij de begroting Koninkrijksrelaties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Wieke Paulusma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier