Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 321 (R2181) Goedkeuring van het op 18 november 2015 tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek Malta tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen; Valletta, 18 november 2015 (Trb. 2015, 196 en Trb. 2016, 124)
Nr. 6
VERSLAG
Vastgesteld 24 mei 2023
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand
wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid
ALGEMEEN
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben enkele
vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel ter goedkeuring
van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en
de Republiek Malta tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het
ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen. Deze leden
hebben geen opmerkingen bij het wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van onderhavige stukken en hebben
hierover enkele vragen
Het lid Omtzigt heeft met verbazing kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel.
I.1 Inleiding
De leden van de D66-fractie vragen de regering waarom het wetsvoorstel nu pas aan
de Kamer wordt voorgelegd, terwijl de onderhandelingen over het verdrag al in waren
2013 afgerond.
De leden van de D66-fractie zien dat het verdrag nog niet de minimumstandaarden uit
het OESO Base Erosion and Profit Shifting project (BEPS) bevat, omdat deze pas in
2015 tot stand zijn gekomen. Aangezien het nu 2023 is, vragen deze leden waarom er
niet alsnog voor is gekozen om deze standaarden toe te voegen.
De leden van de PVV-fractie vragen de regering om aan te geven met hoeveel, en welke,
andere landen een verdrag is gesloten ten behoeve van Curaçao.
De leden van de PVV-fractie verzoeken de regering om een nadere toelichting te geven
op de lange tijdspanne die zit tussen de afsluitende onderhandelingen (2013) en het
moment dat het wetsvoorstel ter goedkeuring aan de Kamer is voorgelegd (2023). Kan
de regering daarnaast nader toelichten waarom het verdrag sinds 2017 niet in lijn
is gebracht met de minimumstandaarden uit het BEPS-project?
De leden van de PVV-fractie verzoeken de regering nader in te gaan op mogelijke budgettaire
gevolgen van het verdrag alsmede mogelijke lastenverzwaringen dan wel lastenverlichtingen
voor bedrijven en burgers. Tot slot verzoeken deze leden de regering om nader toe
te lichten waarom er geen evaluatiebepaling is opgenomen.
De leden van de SP-fractie vragen de regering om toe te lichten hoe dit verdrag bijdraagt
aan de duurzame economische ontwikkeling van Curaçao. Kan de regering hierbij ingaan
op de banden die er nu zijn tussen Curaçao en Malta en welke barrières hiermee worden
weggenomen die bijdragen aan de brede welvaart van beide landen?
De leden van de SP-fractie vragen de regering om uit te leggen of belasting ontwijken
niet eenvoudiger wordt met het onderhavige verdrag. Het voorkomen van dubbele belasting
impliceert in de ogen van deze leden het vertrouwen dat er in een andere jurisdictie
belasting is betaald over inkomen, maar is voldoende gegarandeerd dat beide partijen
controleren of er inderdaad een eerlijke belasting is geheven op het inkomen. Kan
de regering weergeven wat de effectieve belastingdruk is voor ondernemingen in beide
landen, en wat de effectieve belastingdruk is voor personen in beide landen? Kan de
regering weergeven wat de effectieve belastingdruk is van beide landen, uitgesplitst
naar bruto binnenlands product (bbp)? Wat is de effectieve belastingdruk op inkomen
uit vermogen?
Dit belastingverdrag sluit aan bij het streven naar een uitbreiding van het verdragennetwerk
van Curaçao teneinde duurzame economische ontwikkeling te bevorderen, constateert
het lid Omtzigt. Het lid Omtzigt vraagt de regering om te concretiseren welke handelsbetrekkingen
tussen Curaçao en Malta moeten leiden tot deze «duurzame economische ontwikkelingen».
Welke economische sectoren op Curaçao en Malta zullen voordeel ontvangen van deze
bevordering? Kan de regering een overzicht geven van de economische activiteiten en
handelsstromen tussen de beide landen?
Voorts vraagt het lid Omtzigt waarom Curaçao ervoor gekozen heeft om uitgerekend met
Malta fiscale verdragsbetrekkingen aan te gaan. Kan de regering een overzicht geven
van de belangrijkste handelspartners van Curaçao? Kan de regering een lijst geven
van alle belastingverdragen die Curaçao heeft afgesloten, inclusief de dag van ondertekening
en ratificatie? Of klopt het dat Curaçao alleen met Noorwegen een belastingverdrag
heeft?
In het Verslag van de Staten van Curaçao leest het lid Omtzigt een pleidooi om Curaçao
meer fiscale autonomie te geven. Het lid Omtzigt begrijpt de wens van Curaçao om met
minder Nederlandse bemoeienis belastingverdragen af te kunnen sluiten. Maar dit lid
benadrukt wel dat er dan wel op moeten kunnen worden vertrouwd dat Curaçao integere
afwegingen maakt. De keuze om te koersen op een belastingverdrag met uitgerekend Malta
stemt dit lid in dat opzicht niet geheel gerust. Kan de regering hier eens op reflecteren?
Moeite heeft het lid Omtzigt met het feit dat dit verdrag niet voldoet aan OESO-minimumstandaarden
die in 2015 openbaar zijn gemaakt. Het feit dat het verdrag wel aan het minder vergaande
MLI (het Multilateraal Verdrag ter implementatie van aan belastingverdragen gerelateerde
maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving) voldoet,
biedt in de ogen van dit lid onvoldoende zekerheid. Kan de regering uitleggen op welke
punten dit verdrag afwijkt van het OESO-modelverdrag. Kan de regering uitleggen waarom
niet is gekozen voor een één op één aansluiting bij het OESO-modelverdrag?
I.2 Onderhandelingen met de Republiek Malta
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan aangeven waarom er zo veel tijd
zit tussen het afsluiten van het verdrag en ratificatie van het verdrag? Hoe verhoudt
dit zich tot andere belastingverdragen? Kan de regering bevestigen dat er verder geen
relevante wijzigingen hebben voorgedaan in het OESO-modelverdrag die niet zijn ondervangen
met het MLI?
De leden van de SP-fractie vragen de regering om uit te leggen waarom het wetsvoorstel
ter goedkeuring nu pas aan de Kamer wordt voorgelegd, terwijl de onderhandelingen
al in 2013 waren afgerond.
De leden van de SP-fractie vragen de regering met welke redenen Curaçao onderhandelingen
zocht met Malta en wat het beoogde doel was van een samenwerking. Kan de regering
uiteenzetten welke barrières zij wilde wegnemen en welk doel het wegnemen van deze
barrières dient? Kan de regering toelichten wat de inzet van Malta was in de onderhandelingen?
Het lid Omtzigt constateert dat de onderhandelingen over het verdrag in 2013 al waren
afgerond. Waarom is het tien jaar later pas aan de Kamer aangeboden? Is de indruk
juist die gegeven wordt in het Antilliaans Dagblad van 23 november 2022 dat de vertraging
te wijten is aan Nederland dat het belastingverdrag lang niet heeft willen ratificeren?
Wat is de reden dat Nederland dat nu toch gedaan heeft? In de ogen van het lid Omtzigt
prangt deze vraag temeer, nu er niet eens voor gekozen is om de OESO-minimumstandaarden
uit 2015 gewoon over te nemen.
Het lid Omtzigt begrijpt dat de onderhandelingen over het verdrag tot stand zijn gekomen
op verzoek van Curaçao. Kan de regering uitleggen waarom Curaçao zo graag een verdrag
met uitgerekend Malta wil aangaan? Kan de regering uitleggen waarom de kiem voor het
contact met Malta is gelegd op de Kaaimaneilanden. Dat is nu niet een plek die tot
veel fiscale fiducie leidt.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
II. 1 VERDRAG
De leden van de VVD-fractie vragen of het klopt dat de regering lijkt aan te geven
dat de verdragstekst in grote lijnen overeen komt met dat van het OESO-modelverdrag,
maar toch ook dat er substantiële verschillen zijn. Deze leden vragen of de regering
kan bevestigen dat verwijzing naar artikelen 2, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 16, 17, 20,
22 en 28 niet per definitie betekent dat er sprake is van een substantieel verschil,
maar dat slechts als een dergelijk substantieel verschil in de tekst is aangegeven,
er dan pas sprake is van een substantieel verschil? Kan de regering aangeven in hoeverre
het OESO-commentaar bij het OESO-modelverdrag van 2010 (en eventuele latere verduidelijkingen
in het OESO-modelverdrag van 2017) een rol speelt bij de interpretatie van de hiervoor
genoemde bepalingen?
Artikel 10
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan aangeven waarom Nederland de
Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK)/Belastingregeling Nederland Curaçao (BRNC)
niet heeft gewijzigd om nul procent Nederlandse dividendbelasting op te nemen.
III. KONINKRIJKSPOSITIE
De leden van de D66-fractie verzoeken de regering om toe te lichten wat de gevolgen
van dit verdrag voor Curaçao zijn, in brede zin.
De voorzitter van de commissie, Tielen
Adjunct-griffier van de commissie, Kruithof
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
L.N. Kruithof, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.