Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 342 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2024)
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 24 mei 2023
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand
wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid
I. Algemeen
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben enkele
vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Fiscale verzamelwet
2024. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Fiscale verzamelwet 2024.
Omdat dit in veel gevallen gaat om technische maatregelen en codificatie hebben deze
leden weinig opmerkingen. Op een paar punten hebben deze leden nog wel enkele vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel van de regering.
Hierover hebben deze leden enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van onderhavige stukken en hebben
hierover enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de voorgestelde Fiscale
verzamelwet 2024. Deze leden hebben naar aanleiding hiervan nog een aantal vragen.
2. Algemene beschrijving maatregelen
2.1 Aanpassen definitie zonnecelauto’s
De leden van de VVD-fractie vragen wat de gevolgen zijn voor het aantal auto’s dat
wel en niet onder de nieuwe definitie zal vallen, op dit moment en ook na 2026.
Bij aanpassing van de definitie van zonnecelauto’s lezen de leden van de CDA-fractie
dat deze niet onder de maximale catalogusprijs (cap) vallen, dus dat de korting op
de bijtelling ook voor auto’s boven de 30.000 euro van toepassing is. Deze leden vragen
hoeveel zonnecel- of waterstofauto’s inmiddels jaarlijks worden geproduceerd en wat
deze auto’s gemiddeld kosten en wat de verwachting is tot aan 2026.
De leden van de PvdA-fractie vragen of er naast de aanpassing van de definitie van
zonnecelauto’s ook gekozen wordt om een cap aan te brengen op de aanschafprijs. Kan
de regering beargumenteren waarom met de voorgestelde aanpassing het fiscale voordeel
van deze voertuigen gelijk wordt met het voordeel dat andere emissievrije auto’s genieten?
2.4 Afzonderlijke bankvergunning groen beleggen
Omdat deze leden het belang van investeringen in verduurzaming onderschrijven, begrijpen
de leden van de D66-fractie het belang van een afzonderlijke bankvergunning voor groen
beleggen als middel om de administratieve lasten voor groenfondsen te verminderen.
Omdat deze leden ook zien dat de (Europese) vereisten zijn toegenomen, zoals die rondom
de Sustainable Finance Disclosure Regulation.
De leden van de D66-fractie vragen daarom naar de effecten voor consumenten, met het
oog op de verlaging van de garantie op het spaargeld als de groenbank samengaat met
de hoofdbank, maar ook met het oog op mogelijke effecten op toegankelijkheid als er
minder loketten zijn met mogelijkheden om groen te sparen. Voorts vragen deze leden
naar de aansluiting van de hoofdzakelijkheidseis bij Europese standaarden voor groene
investeringen. Worden de administratieve lasten zoveel mogelijk geminimaliseerd?
De leden van de PVV-fractie verzoeken de regering om een uitputtende lijst op te stellen
van alle beleggingen die kwalificeren als «groen». Kan de regering tevens de doelmatigheid
en doeltreffendheid van de reeds bestaande fiscale regelgeving omtrent «groen» beleggen
in kaart brengen, deze duiden en afzetten tegen het budgettaire beslag alsmede het
toekomstige stelsel op basis van reel rendement?
Voorts verzoeken de leden van de PVV-fractie in dit kader om alle indirecte en directe
fiscale «groene» subsidies/vrijstellingen/kortingen in kaart te brengen alsmede het
budgettaire belang per maatregel. Kan de regering bij dit overzicht per maatregel
aangeven waarom het kwalificeert als «groen»?
De leden van de PVV-fractie begrijpen dat door de voorgestelde maatregel de depositogarantiestelselverplichting
over gaat van de groenbank naar de hoofdbank en dat daardoor de positie van (groen)spaarders
verslechtert. Kan de regering nader toelichten waarom het verlagen van administratieve
lasten voor zogenaamde groenbanken prevaleert boven de positie van spaarders?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de check op de hoofdzakelijkheidseis voor groen
beleggen, dat in ieder geval 70 procent van ingelegde vermogen wordt geïnvesteerd
in erkende groene projecten, zal worden gedaan door middel van een administratieve
controle door de Belastingdienst. In de uitvoeringstoets lezen deze leden hiervan
geen gevolgen terug voor de uitvoering en ook geen kosten. Deze leden vragen of dit
klopt en hoe dat dan kan.
De leden van de SP-fractie vragen de regering hoe scherp toezicht behouden blijft
op de groene beleggingen van groenbanken indien deze activiteiten geïntegreerd worden
binnen de hoofdbank. Blijft het voor consumenten en toezichthoudende organen transparant
welke beleggingen als groene belegging gezien worden zonder dat er sprake is van greenwashing?
Hoe waarborgt de regering dat rapportages van de hoofdbank voldoende duidelijk en
transparant weergeven welke beleggingen groen zijn zonder dat de administratieve last
van deze controle verschuift van de banken naar de Belastingdienst. Waar de bank nu
inspanningen moet leveren om als groenbank te mogen functioneren, lijkt deze inspanning
met voorgenomen wijziging bij de Belastingdienst te belanden in de vorm van controle.
Indien dit het geval is, hoe wenselijk vindt de regering dit en in hoeverre is het
mogelijk om de administratieve last zoveel mogelijk bij de banken in plaats van bij
de Belastingdienst te houden?
2.5 Aanpassen giftenaftrek en ANBI-regelgeving
De leden van de VVD-fractie vragen waarom is gekozen om de ondergrens van 2.500 euro
te verhogen naar specifiek 10.000 euro? Wat waren de afwegingen daarbij en waarom
is niet gekozen voor bijvoorbeeld 5.000 of 7.500 euro?
De leden van de D66-fractie vragen de regering om nader in te gaan op de aanpassing
van de giftenaftrek met betrekking tot giften in natura. Hoeveel giften in natura
worden jaarlijks afgetrokken in de aangifte? Hoe groot is het aantal giften van de
ondergrens tot 2.500 euro, tussen 2.500 en 10.000 euro, tussen 10.000 en 20.000 euro
en boven de 20.000 euro? Wat is het budgettaire beslag van elk van deze vier categorieën?
De leden van de PVV-fractie verzoeken de regering om een overzicht te verstrekken
van ANBI’s die gevestigd zijn in derde landen en hierbij aan te geven welke derde
landen het betreft. Kan de regering hierbij tevens aangeven hoe zij controleert of
een ANBI in een derde land daadwerkelijk in de praktijk voldoet aan de voorwaarden?
Ten aanzien van de aanpassing van de giftenaftrek en ANBI-regelgeving, hebben de leden
van de CDA-fractie enkele vragen. Deze leden lezen dat ten aanzien van de objectieve
waardebepaling van giften in natura, de drempel van 2.500 naar 10.000 euro is opgehoogd,
waar ook de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) positief tegenover
staat. Deze leden vragen om een nadere toelichting waarom eerst door de regering en
SBF de drempel van 2.500 euro werd geadviseerd en hoe 10.000 euro dan nu ook afdoende
wordt geacht als verbetering en om misbruik te voorkomen.
Verder vragen de leden van de CDA-fractie ten aanzien van de voorgestelde verduidelijking
van de ANBI-voorwaarden voor derde landen, hoe dit wordt beoordeeld en of een ANBI
in een derde land naar Nederlandse maatstaven van algemeen nut beogend wordt beoordeeld.
Deze leden vragen de regering om ook in te gaan op de vragen van de Nederlandse Orde
van Belastingadviseurs (NOB) of niet een knelpunt ligt bij het keuzemoment aan de
voorkant inzake wat te doen met de periodieke gift bij het vervallen van de ANBI-status,
werkloosheid en dergelijke en of bij de periodieke gift ook niet de mogelijkheid moet
bestaan deze gedeeltelijk te verminderen, onder een van de genoemde omstandigheden.
Ook vragen deze leden een verduidelijking over de gevolgen voor de giftenaftrek bij
juridische fusie van ANBI’s en over de anti-oppoteis, mede in het licht van algemeen
nut investeringen.
De leden van de PvdA-fractie vragen de regering om nader te motiveren waarom is afgeweken
van het advies om de drempel voor het eisen van een objectieve waardebepaling vast
te stellen op 2.500 euro. Waarom schrijft de regering dat de eerder voorgestelde drempel
van 2.500 euro niet gericht is? Kan de regering ook nader motiveren waarom de drempel
van 2.500 euro niet proportioneel is? Wat zijn de verwachte kosten voor een objectieve
waardebepaling? Kan de regering ook inzichtelijk maken hoeveel giften in natura er
worden gedaan en hoeveel de regering daarvan verwacht dat deze giften boven de grens
van 2500 en 10.000 euro liggen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar aanleiding van de aanpassing van
de periodieke giftenaftrek die is geregeld bij Belastingplan 2023 naar de evaluatie
van het effect van deze beperking op het geefgedrag van particulieren. Deze leden
vragen de regering of een analyse al beschikbaar is. Zo niet, wanneer staat deze analyse
gepland en wanneer wordt deze met de Kamer gedeeld?
2.8 Uitsluiting aftrek bronbelasting op dividenden voor buitenlandse vennootschapsbelastingplichtigen
met een aanmerkelijk belang
Het valt de leden van de D66-fractie op dat er geen raming is gemaakt van de budgettaire
consequenties van deze maatregel. Deze leden vragen of die er inderdaad niet zijn
of dat deze slechts uiterst miniem zijn.
2.14 Aanpassen kring belastingplichtigen verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
De leden van de VVD-fractie steunen de regering in het tegengaan van belastingontwijking
en steunen daarom ook deze maatregel. Klopt het dat dit gezien moet worden als een
maatregel in het kader van de aanpak belastingconstructies en fiscale regelingen (taakstelling
constructies)? Zo nee, waarom niet?
2.15 Ontvlechting Belastingdienst, Douane en Toeslagen
De leden van de D66-fractie lezen dat de aanpassing van de naam van Belastingdienst/Toeslagen
naar Dienst Toeslagen een ingrijpend beslag legt op het informatievoorziening (IV)-portfolio.
Welke IV-maatregelen worden uitgesteld om deze wijziging door te voeren? Is met de
uitvoeringsorganisatie gesproken over een beter uitvoerbare manier om de naamswijziging
te bereiken?
Kan de regering voor de leden van de PVV-fractie nader reflecteren op het nut voor
burgers, de noodzaak en de wenselijkheid van de naamswijziging van Belastingdienst/Toeslagen
en hierbij nader ingaan op de uitvoeringstoets die aangeeft dat de naamswijziging
gepaard gaat met herprioritering van de IV-portfolio?
De leden van de CDA-fractie vragen ten aanzien van de ontvlechting van de Belastingdienst,
Douane en Toeslagen, of het veranderen van de naam Belastingdienst/Toeslagen in Dienst
Toeslagen, wat gepaard gaat met een behoorlijke IV-capaciteit, echt noodzakelijk is
voor de duidelijkheid richting burgers. Deze leden vragen of de schaarse IV-capaciteit
nu niet beter voor andere projecten kan worden ingezet, die volgens hen meer prioriteit
hebben dan een enkele naamswijziging. Acht de regering het gerechtvaardigd dat andere
IV-projecten hierdoor vertraging oplopen?
De leden van de SP-fractie vragen de regering om toe te lichten hoeveel tijd het kost
om deze naamswijziging door te voeren en waar dit in de organisatie tot knelpunten
dan wel vertraging kan leiden. Hoe reageert de regering op het advies van de Raad
van State die wijst op de grote impact die deze wijziging heeft op het IV-portfolio.
Kan de regering, zoals de Raad van State adviseert, een weging maken van de impact
van deze maatregel op de uitvoeringsdruk en toelichten waarom juist deze maatregel
voorrang moet krijgen?
De leden van de PvdA-fractie hebben vragen ten aanzien van de benodigde capaciteit
binnen het IV-portfolio voor deze naamswijziging. Wat betekent in dit kader het geven
van prioriteit aan de naamswijziging van Belastingdienst/Toeslagen, wat volgens de
regering een beroep van 400 dagen doet op het IV-portfolio, op die IV-portfolio? Is
voorstelbaar dat andere wijzigingen hierdoor vertraging gaan oplopen? Zo ja, welke?
Het lid van de BBB-fractie vraagt wat in dit kader het geven van prioriteit aan de
naamswijziging van Belastingdienst/Toeslagen betekent, wat volgens de regering een
beroep van 400 dagen doet op het IV-portfolio, op die IV-portfolio? Is voorstelbaar
dat andere wijzigingen hierdoor vertraging gaan oplopen? Zo ja, welke?
2.18 Aanpassen fiscaal verschoningsrecht
De leden van de VVD-fractie vragen de regering om aan te geven wat de noodzaak is
van deze maatregel, nu er op dit vlak richtinggevende jurisprudentie van de Hoge Raad
is. Wijkt de voorgestelde aanpassing af van deze jurisprudentie? Zo ja, hoe? Zo nee,
staat een wettelijke aanpassing dan eventuele rechtsontwikkeling niet in de weg? In
hoeverre zal worden gewaarborgd dat de Belastingdienst niet zal proberen de wettelijke
regeling verder op te rekken dan de jurisprudentie van de Hoge Raad? Kan de regering
in deze zin bevestigen dat de aanpassing een zuivere codificatie van de bestaande
jurisprudentie vormt en het verschoningsrecht niet verder inperkt dan nu het geval
is op basis van de jurisprudentie van de Hoge Raad?
4. Budgettaire aspecten
De leden van de VVD-fractie constateren dat er een standaard gedragseffect van 20
procent wordt toegepast op het aanpassen kring belastingplichtigen verbruiksbelasting
van alcoholvrije dranken. Deze leden vragen nadere toelichting op de opbouw van de
ramingen (bijvoorbeeld waarom 20 procent, eerste- en tweede-orde effecten) in algemene
zin, dus niet specifiek alleen op verbruiksbelasting.
De leden van de SP-fractie vragen de regering om met een berekening en een duidelijke
raming uiteen te zetten waarom de maatregelen onder 2.8 en 2.9 geen budgettaire effecten
opleveren. Kan hierbij ingegaan worden op welke effecten dit heeft op het totaal aan
internationaal geheven belasting over inkomen uit vermogen?
5. Grenseffecten
Bij de grenseffectenparagraaf lezen de leden van de CDA-fractie dat ten aanzien van
de maatregel tot het aanpassen van de kring belastingplichtigen voor de verbruiksbelasting
van alcoholvrije dranken enige grenseffecten worden voorzien. Deze leden vragen wat
die grenseffecten in praktijk inhouden en of die dan positief of negatief uitvallen
voor de Nederlandse grensregio’s, bijvoorbeeld door minder import of hogere prijzen.
Ook vragen deze leden of hier een grenseffectentoets heeft plaatsgevonden.
7. Gevolgen voor burgers en bedrijven
De leden van de VVD-fractie vragen of de impact voor het bedrijfsleven met de aanpassing
van de definitie zonnecelauto’s nader kan worden toegelicht.
8. Evaluaties
Bij de evaluatieparagraaf lezen de leden van de CDA-fractie dat geen evaluatiebepaling
in de aanpassing van de giftenaftrek is opgenomen, maar dat dit een aandachtspunt
zal zijn bij de eerstkomende evaluatie van de giftenaftrek. Deze leden vragen wanneer
deze evaluatie naar verwachting plaatsvindt. Verder vragen deze leden wanneer het
kader voor inzet van goedkeurende beleidsbesluiten aan de Kamer wordt toegezonden.
9. Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Douane en Toeslagen
De leden van de VVD-fractie constateren dat bij praktisch elke uitvoeringstoets of
beleidswijziging een (her)prioritering moet worden gemaakt van de door te voeren beleidswijzigingen
in de IV-capaciteit. Deze leden begrijpen de situatie van de Belastingdienst waarin
niet alles tegelijk kan en er op IT-vlak nog veel moet gebeuren. Echter, deze leden
spreken de wens uit voor meer duidelijkheid in deze (her)prioritering. Kan de regering
toezeggen bij elke beleidswijziging inzicht te geven, door bijvoorbeeld aandacht daaraan
te besteden in de uitvoeringstoets of in de memorie van toelichting, van de impact
op de IV-portefeuille en hoe de (her)prioritering wordt gemaakt? In andere woorden:
welke wijzigingen worden niet of later gedaan en om welke reden wordt die keuze gemaakt?
De leden van de VVD-fractie constateren dat in de uitvoeringstoets «Kan-bepaling voor
het elektronisch berichtenverkeer» er nog veel onduidelijk is. Wanneer wordt hier
meer over bekend gemaakt? Is dit voor een eventuele plenaire behandeling van het onderhavige
wetsvoorstel?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie of de regering kan aangeven welke andere
aanpassingen verder de toekomst in zijn geschoven door de impact op de IV-portfolio
van de naamswijziging van Belastingdienst/Toeslagen.
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat dat in de memorie van toelichting
geen expliciete weging wordt gegeven van de gevolgen van de voorgestelde maatregelen
op de uitvoeringscapaciteit en de IV-capaciteit. Deze leden vragen de regering deze
afweging alsnog expliciet te maken.
10. Advies en consultatie
De leden van de VVD-fractie vragen of er overleg is geweest met de belangengroepen
over de definitie wijziging van de zonnecelauto’s. Zo ja, wat was hun standpunt, zo
nee, waarom niet?
Het lid van de BBB-fractie constateert dat de Raad van State wijst op de noodzaak
om in het voorstel niet enkel de maatregelen individueel op hun uitvoerbaarheid te
beoordelen, maar ook de impact op het geheel aan uitvoeringscapaciteit, in het bijzonder
de IV-portfolio, te beoordelen. In het nader rapport wordt hierop ingegaan, maar de
memorie van toelichting is niet met een dergelijke expliciete weging aangevuld. Het
lid van de BBB-fractie vraagt de regering om te reageren op de relevantie van een
dergelijke weging van de uitvoeringsgevolgen van een maatregel op eerder gestelde
prioriteringen, ook voor nieuwe voorstellen.
Kan de regering toezeggen aan het lid van de BBB-fractie wanneer het kader over de
inzet van goedkeurende beleidsbesluiten aan de Kamer wordt toegezonden?
II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel III onderdeel C
De leden van de VVD-fractie constateren dat de NOB-advies heeft gegeven op dit punt.
Kan de regering nader ingaan op dat advies?
OVERIG
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering overwogen heeft om de samenloop
tussen de kwijtscheldingswinstvrijstelling en de verliesverrekeningsregels in de vennootschapsbelasting
te regelen in het onderhavige wetsvoorstel. Zo nee, waarom niet? Klopt het dat bij
gebrek aan een samenloopregeling, de belastingschuld die kan ontstaan door bijvoorbeeld
een onderhands akkoord een onderneming alsnog failliet kan laten gaan? Zo ja, is de
regering het met de VVD-fractie eens dat dit een onwenselijke uitkomst is? Kan de
regering reflecteren op wat de gevolgen zijn van een dergelijk faillissement mocht
de wet niet worden aangepast, bijvoorbeeld ten aanzien van werkgelegenheid of verminderde
omzet van toeleveranciers?
Tot slot hebben de leden van de CDA-fractie nog een vraag over de Fiscale Verzamelwet
2023. In het nader rapport schreef de regering toen deze kabinetsperiode een onderzoek
te doen naar het belastingrentesysteem, ook met het oog op rechtsstatelijkheid, menselijke
maat, budgettaire inpasbaarheid en uitvoerbaarheid. Deze leden horen graag wat de
stand van zaken is met betrekking tot dit onderzoek en wanneer de Kamer een rapportage
kan verwachten. Ook vragen deze leden of het klopt dat de opbrengst van de belastingrente
niet in de schatkist vloeit, maar ten goede komt aan de Belastingdienst. Zo ja, dan
vragen deze leden of de Belastingdienst volgens de regering een objectieve belangenafweging
kan maken van proportionaliteit en menselijke maat inzake de belastingrente.
De voorzitter van de vaste commissie, Tielen
Adjunct-griffier van de commissie, Kruithof
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
L.N. Kruithof, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Voor | |
D66 | 24 | Voor | |
PVV | 16 | Voor | |
CDA | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Tegen | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Tegen | |
BBB | 4 | Voor | |
DENK | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Voor | |
Groep Van Haga | 2 | Tegen | |
Volt | 2 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Voor | |
Ephraim | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Niet deelgenomen | |
JA21 | 1 | Tegen | |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.