Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de reactie op verzoek commissie over de kabinetsinzet ten aanzien van de Top van de Raad van Europa van 16-17 mei in Reykjavik
2023D19157 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de kabinetsinzet ten aanzien van de Top van de Raad van Europa van 16 en
17 mei in Reykjavik.
De voorzitter van de commissie,
Rudmer Heerema
De griffier van de commissie,
Westerhoff
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsinzet
ten aanzien van de Top van de Raad van Europa (RvE) van 16 en 17 mei in Reykjavik.
Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie willen ten eerste benadrukken dat de onrechtmatige Russische
agressie in Oekraïne eens te meer heeft laten zien dat Europese kernwaarden zoals
vrede, veiligheid en recht met voeten getreden worden. Een eensgezinde reactie en
een internationale herbevestiging van deze waarden is volgens deze leden belangrijk
om de Russische agressie het hoofd te bieden en internationale bondgenootschappen
te versterken.
De leden van de VVD-fractie hebben in de kabinetsinzet gelezen hoe de RvE een ondersteunende
rol kan spelen in het tegengaan van straffeloosheid en de veroordeling van daders
van agressie. Aangezien de RvE zelf geen mogelijkheden heeft tot strafrechtelijke
vervolging vragen deze leden hoe het kabinet deze ondersteunende rol ziet en wat daarin
de rol van Nederland kan zijn. Het kabinet heeft de ambitie uitgesproken om een eventueel
schaderegister te willen huisvesten in Nederland om de gevolgen van de Russische agressie
in kaart te brengen. De leden van de VVD-fractie staan hier positief tegenover. Hoe
is het kabinet voornemens om ook met andere landen samen te werken om de informatievoorziening
te stroomlijnen?
De leden van de VVD-fractie delen het kabinetsstandpunt dat het noodzakelijk is dat
alle landen binnen de RvE de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de
Mens (EHRM) naleven. Ten aanzien van de verhoogde Nederlandse bijdrage aan het «Department
for the Execution of Judgments» vragen zij of andere landen hier ook een extra bijdrage
aan leveren en hoeveel Nederland in verhouding tot andere landen bijdraagt. Kan het
kabinet daarnaast aangeven bij hoeveel uitspraken die eerst niet werden nageleefd,
inzet van het Department for the Execution of Judgments vervolgens wel tot naleving
heeft geleid? De leden van de VVD-fractie vragen ook welke landen het meest achterlopen
bij de naleving van uitspraken en in hoeveel gevallen de inzet van het Department
bij deze landen tot succes heeft geleid.
Welke mogelijkheden ziet het kabinet om in het kader van de aankomende top diplomatieke
druk uit te oefenen op lidstaten die waarschijnlijk een rol spelen bij de omzeiling
van EU-sancties tegen Rusland, zoals Turkije en Armenië? Hoe wordt dit opgepakt?
Het stemt de leden van de VVD-fractie tevreden dat het kabinet zich blijft inzetten
om ervoor te zorgen dat de lidstaten van de RvE de uitspraken van het EHRM onverkort
nakomen. Wel zijn deze leden voorstander van een betere dialoog tussen enerzijds verdragsgever
(het Comité van Ministers in de RvE) en het EHRM. Om het draagvlak voor het EHRM te
behouden onder alle lidstaten zou het wat deze leden betreft mogelijk moeten worden
voor het Comité van Ministers om op basis van unanimiteit aanbevelingen te doen over
de interpretatieruimte van het EVRM, in de enkele uitzonderlijke gevallen waarin consensus
bestaat over de vraag of het EHRM op basis van een te extensieve interpretatie van
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) uitspraak heeft gewezen tegen
een lidstaat die op geen enkele wijze voor deze lidstaat voorzienbaar was op grond
van de tekst en de tot dan toe geldende interpretatie van het verdrag. Deelt het kabinet
deze inzet en, zo ja, is zij bereid te verkennen hoe zo’n mechanisme vorm zou krijgen?
De leden van de VVD-fractie vragen welke soort besluiten onder het Gemeenschappelijk
Veiligheids- en Defensiebeleid onder de rechtsmacht van het EHRM zouden komen als
de Europese Unie toetreedt tot het EVRM. Gaat het hier bijvoorbeeld om militaire en
civiele missies? Hoe verandert dit ten opzichte van de rechtsgang die nu al mogelijk
is bij nationale rechters tegen bijvoorbeeld nationale krijgsmachten die troepen bijdragen?
En zou de rechtsmacht van het EHRM over sanctiebeleid verder gaan dan de beroepsmogelijkheid
die nu al bij het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat tegen listing door
een individu? Zo ja, hoe zou deze verdere rechtsmacht eruit zien?
In resolutie AS/Soc/NCP (2023) 01 heeft de Parlementaire Assemblee van de Raad van
Europa (Parliamentary Assembly of the Council of Europe, PACE) opgeroepen het beschermen
van klimaat en leefomgeving als een recht voor alle burgers te zien. Wat zouden de
consequenties voor Nederland en het klimaatbeleid zijn wanneer deze oproep door de
regeringstop zou worden aangenomen? Deelt het kabinet de opvatting van de leden van
de VVD-fractie dat dit risicovol en overbodig is, gezien alle klimaatafspraken die
reeds zijn gemaakt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda met de
kabinetsinzet voor de top van regeringsleiders van de Raad van Europa op 16 en 17 mei
2023. Zij hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Raad van Europa streeft naar een herbevestiging
van de kernwaarden van de organisatie en een nieuwe strategische visie. Hoe zouden
een dergelijke herbevestiging en visie eruit moeten komen te zien? Wat wordt de inzet
van het kabinet hiervoor? De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk dat jonge
generaties betrokken worden bij mensenrechtenwerk. Veel thema’s die bij de top besproken
zullen worden, hebben betrekking op jongeren. Klimaatrechtvaardigheid, gendergelijkheid
en kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence, AI) staan op de agenda van
de RvE en zijn onderwerpen die erg spelen onder jongeren. Het herbevestigen van de
kernwaarden van de RvE geeft dus een goede gelegenheid om jongeren structureel meer
te betrekken bij het werk van de Raad. Hoe kijkt het kabinet aan tegen het betrekken
van jongeren bij de RvE en het mensenrechtenwerk van de RvE?
De leden van de D66-fractie zien dat de toetreding van Kosovo tot de Raad van Europa
opnieuw behandeld zal worden. Nederland erkent Kosovo al sinds 2008 als onafhankelijke
staat. Zeker in een tijd waarin de zelfbeschikking van Europese landen op het spel
staat, zou de Raad van Europa een sterk signaal afgeven door het lidmaatschap van
Kosovo toe te staan. Gaat de premier zich bij de top hardmaken voor lidmaatschap van
Kosovo?
De leden van de D66-fractie zijn erg positief gestemd over de leidende rol die Nederland
neemt in de internationale inspanning om Rusland ter verantwoording te roepen voor
de agressieoorlog in Oekraïne. Zij staan volledig achter het initiatief om een internationaal
tribunaal op te richten om Russische oorlogsmisdaden te berechten. Deze leden vragen
echter wel welke concrete stappen ondernomen gaan worden om dit tribunaal op te zetten.
Gaat Nederland ook gastland zijn voor dit tribunaal? Welke vorm zou dit tribunaal
volgens het kabinet moeten aannemen? Is het kabinet het eens met de leden van de D66-fractie
dat een internationaal tribunaal te verkiezen zou zijn boven een hybride tribunaal?
Oprichting via de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) kan zorgen voor
grotere internationale legitimiteit, zeker wat betreft het vraagstuk van immuniteit.
Steun van de Raad van Europa, als regionale organisatie voor Europese mensenrechten,
kan echter ook veel legitimering verschaffen. Is het kabinet het eens dat te verkiezen
route voor oprichting via een AVVN-resolutie loopt met steun van de RvE en niet andersom?
De leden van de D66-fractie steunen derhalve ook het voorstel om een schaderegister
voor schade als gevolg van Russische agressie op te richten in Nederland. Hoe gaat
dit schaderegister er in de ogen van het kabinet uitzien? Zij vragen ook om een reactie
van de Minister op de oprichting van een compensatiemechanisme.
In het licht van het ter verantwoording roepen van Rusland vinden de leden van de
D66-fractie het erg goed dat op één na alle landen van de RvE het arrestatiebevel
van het Internationaal Strafhof actief ondersteunen. Bij zijn recente bezoek aan het
Strafhof maakte president Zelenski opnieuw duidelijk dat Poetin daar berecht moet
worden. Dat maakt het extra pijnlijk dat één RvE- en EU-lidstaat, Hongarije, expliciet
stelt dat Poetin in Hongarije niet gearresteerd zou worden. Gaat de premier zijn Hongaarse
collega hierop aanspreken tijdens de top? De RvE-top is een goede gelegenheid om met
alle lidstaten gezamenlijke medewerking aan het arrestatiebevel eensgezind te herbevestigen.
Zo geeft Europa het sterke signaal af dat, waar Poetin dan ook ooit nog voet zet op
het Europese continent buiten Rusland of Wit-Rusland, hij gearresteerd zal worden
voor zijn criminele daden. Bovendien zouden de RvE-landen zo collectief druk uitoefenen
op Hongarije om het arrestatiebevel ook te ondersteunen. Gaat de premier zich hier
hard voor maken tijdens de top?
Het is erg problematisch dat EHRM-uitspraken niet altijd worden uitgevoerd. Het EHRM
kampt met structurele tekorten qua middelen en capaciteit om uitvoering te kunnen
handhaven. De leden van de D66-fractie zijn daarom positief gestemd over het voornemen
van het kabinet om in de top te pleiten voor meer structurele financiering en vergroting
van de capaciteit. Om het EHRM echt slagvaardiger te maken zou een aparte dienst opgezet
kunnen worden binnen de RvE die toeziet op uitvoering. Hoe kijkt het kabinet aan tegen
dit voorstel? Daarnaast zou niet-uitvoering structureel ontmoedigd kunnen worden door
het instellen van een RvE-sanctieregime om bij niet-uitvoering te sanctioneren. Hoe
kijkt het kabinet aan tegen dit voorstel?
De leden van de D66-fractie zien het Verdrag van Istanboel als van groot belang voor
internationale vrouwenrechten. Het breed ratificeren van het verdrag zou daarom een
prioriteit moeten zijn voor het feministisch buitenlandbeleid van Nederland. Het is
zorgwekkend dat Turkije zich uit het verdrag heeft teruggetrokken en verschillende
EU-lidstaten het verdrag nog niet hebben geratificeerd. Gaat de premier zich ervoor
uitspreken dat alle RvE-lidstaten het verdrag moeten tekenen en ratificeren? Bieden
de Turkse verkiezingen daartoe een nieuwe kans?
De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet bij de RvE-top wil inzetten op het
vergroten van de mondiale relevantie van de RvE middels het promoten van open verdragen
in derde landen. Het kabinet stelt tevens dat de RvE een belangrijke rol speelt op
het snijvlak van toekomstige uitdagingen en bescherming van mensenrechten. Een van
de grote toekomstige uitdagingen is de ontwikkeling van AI-systemen en de uitdagingen
die AI meebrengt wat betreft mensenrechten. Bijvoorbeeld discriminatoire algoritmen,
het gebruik van AI-systemen door staten tegen burgers en bij oorlogsvoering maken
duidelijk hoe bedreigend AI-systemen kunnen zijn voor mensenrechten wereldwijd. De
snelle ontwikkeling van AI maakt het bijzonder urgent om hier internationaal afspraken
over te maken. De leden van de D66-fractie zijn daarom erg geïnteresseerd in de voorlopige
versie van de internationale conventie over AI, mensenrechten, democratie en rechtsstaat
die de RvE opstelt. Een open conventie over AI en mensenrechten vanuit de RvE, die
internationaal uitgerold kan worden, zou baanbrekend zijn. Hoe apprecieert het kabinet
het voorstel voor deze conventie van de RvE? Gaat de premier zich er tijdens de top
hard voor maken om de conventie met urgentie in RvE-verband af te sluiten en internationaal
uit te rollen?
De leden van de D66-fractie zien dat klimaat hoog op de agenda staat van de RvE-top.
Op de geannoteerde agenda van de kabinetsinzet is echter niks terug te vinden over
dit onderwerp. Hoe kijkt het kabinet naar het voorstel om het recht op een leefbaar
klimaat toe te voegen aan het EVRM? Gaat de premier zich tijdens de RvE-top hardmaken
voor het recht op een leefbare aarde?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief met de kabinetsinzet
voor de top van regeringsleiders van de Raad van Europa. Deze leden hebben enkele
vragen en opmerkingen hierover.
Een belangrijk thema op de top wordt de oorlog in Oekraïne en de noodzaak van accountability.
Dat de Russische oorlogsmisdaden niet onbestraft mogen blijven, is evident. Maar wat
de Raad van Europa (RvE) daar concreet aan kan bijdragen wordt in de kabinetsbrief
niet duidelijk. Wel zou de RvE een centrale rol kunnen spelen bij een nog op te richten
– en in Nederland te vestigen – schaderegister, zo meldt het kabinet. Kan er iets
meer tekst en uitleg gegeven worden over wat een dergelijk schaderegister exact moet
voorstellen en welke landen de oprichting politiek en/of financieel steunen? De leden
van de PVV-fractie zouden er graag wat meer over willen weten.
De RvE is 75 jaar geleden opgericht met als doel om de mensenrechten, democratie en
rechtsstaat op het Europese continent te beschermen. Dat lijkt niet te lukken, aldus
de leden van de PVV-fractie. Het meest treffende stukje uit de kabinetsbrief is misschien
wel de zinsnede over «de toenemende erosie van de democratische rechtsstaat en mensenrechten,
die plaatsvindt in verschillende lidstaten van de RvE». De leden van de PVV-fractie
vragen of het kabinet ook vormen van erosie ontwaart als het zelf in de spiegel kijkt.
Of ziet het kabinet de erosie van de democratische rechtsstaat en mensenrechten alleen
bij andere lidstaten van de RvE? Zo ja, op welke lidstaten doelt het kabinet dan en
wordt de top gebruikt om die landen daarop aan te spreken?
Ook de leden van de PVV-fractie vinden de uitholling van de democratische rechtsstaat
en mensenrechten in algemene zin zorgwekkend, ook als zich dat afspeelt in andere
landen. Maar dit kabinet is verantwoordelijk voor Nederland en hetgeen zich in Nederland
afspeelt. Daar kan namelijk direct invloed op uitgeoefend worden door het kabinet.
Daarom willen de leden van de PVV-fractie de schijnwerpers zetten op de passage uit
de brief waarin staat dat «de vrije journalistiek juist een hoeksteen vormt van een
functionerende democratische rechtsstaat». Het is namelijk precies dit – de vrije
journalistiek – die in Nederland onder druk staat, nu de NPO de aanval op Ongehoord
Nederland frontaal heeft ingezet. Deelt het kabinet die mening en is het kabinet bereid
om geen concessies te doen ten aanzien van de mediavrijheid in Nederland?
Voorts verbazen de leden van de PVV-fractie zich over het feit dat verschillende niet-gouvernementele
organisaties (NGO’s) zeer uitgebreid zijn betrokken bij de voorbereiding van de top.
Zo werd een meerdaagse bijeenkomst georganiseerd voor NGO’s en konden ze aanbevelingen
doen voor de RvE-top. Kan het kabinet volledig weergeven om welke NGO’s het hier gaat,
op basis waarvan ze zijn uitgenodigd om mee te werken aan de voorbereiding, en met
welke aanbevelingen ze zijn gekomen? Zijn dit soort praktijken nou niet precies wat
de democratie de laatste tijd uitholt en ondermijnt? Zou de RvE zich niet juist kritisch
moeten opstellen tegen de toenemende invloed en macht van organisaties die nauwelijks
burgers vertegenwoordigen? De leden van de PVV-fractie zien in Nederland namelijk
ook de nadelige gevolgen van organisaties, zoals Urgenda en Milieudefensie, die ons
beleid vergaand beïnvloeden, waardoor het vertrouwen in de democratie onder de gewone
burger afbrokkelt. De leden van de PVV-fractie willen dat het kabinet daarom kritischer
gaat kijken naar het betrekken van NGO’s bij de voorbereiding op toppen, zoals die
van de RvE. Anders holt óók de RvE cruciale waarden uit, waartegen het ons juist moet
beschermen. Deze leden ontvangen hierop graag een reactie van het kabinet.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief inzake de kabinetsinzet
ten aanzien van de top van regeringsleiders van de Raad van Europa op 16 en 17 mei
2023 te Reykjavik. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat accountability van Rusland als een van de kernthema’s
wordt gezien. Hiervoor zijn een aantal initiatieven naar voren gebracht, waarvan sommige
in een vergevorderd stadium zijn en andere tot op heden nog weinig concreet zijn geworden.
Deze leden zijn vooral benieuwd hoe het kabinet aankijkt tegen de verschillende initiatieven
die op dit moment spelen om een internationaal ad-hoc tribunaal op te richten. Is
het kabinet voornemens om tijdens de top in te zetten op de rol van de Raad van Europa
bij het oprichten van een tribunaal, of ziet zij andere kanalen als meer kansrijk,
en, zo ja, waarom?
Op 26 april 2023 riep het PACE-netwerk for a «Healthy Environment» op om het «beschermen
van het recht op een veilige, schone, gezonde en duurzame omgeving hoog op de agenda
te zetten». Dit was ook een van de kernaanbevelingen van de PACE in de eerder genoemde
resolutie voor de top in Reykjavik. De PACE ziet het beschermen van het klimaat en
leefomgeving daarmee niet enkel als een verantwoordelijkheid, maar als een recht voor
alle burgers. In de resolutie wordt aan de staatshoofden aanbevolen om een bindend
juridisch kader voor het recht op een gezond klimaat te ontwikkelen en daarnaast een
RvE-commissie op te richten, die zich specifiek zal bezighouden met (het uitwisselen
van kennis over) klimaatvraagstukken. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar
het kabinetsstandpunt inzake deze resolutie.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet van mening is dat de Raad van Europa
een belangrijke rol kan spelen in een mensenrechtenconforme en rechtstatelijke wijze
van het bestrijden van georganiseerde criminaliteit. In de strijd tegen georganiseerde
en ondermijnende criminaliteit is het van groot belang dat staten voldoende instrumenten
hebben om de samenleving veilig te maken en te houden en tegelijkertijd weet hebben
van de grenzen van diezelfde rechtsstaat en die niet overschrijden, zo lezen deze
leden in de kabinetsbrief. Deze leden zijn benieuwd of het kabinet dit standpunt verder
kan toelichten. De leden van de CDA-fractie vinden dit een belangrijk onderwerp, gezien
het feit dat de georganiseerde misdaad in Nederland steeds meer voet aan de grond
krijgt. Welke rol ziet het kabinet voor de Raad van Europa in deze thematiek? Wordt
er louter gesproken over het begrenzen van de bestrijding of wordt er ook ingezet
op het delen van «best practices», betere samenwerking en afstelling en uitwisseling
van ervaringen, vragen deze leden.
Net als het kabinet hechten de leden van de CDA-fractie grote waarden aan het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Deze leden lezen tot hun spijt dat het aantal zaken onder verscherpt toezicht en met
vertraging in uitvoering blijft stijgen. Kan het kabinet een overzicht geven van de
landen die in toenemende mate uitspraken van het EHRM niet uitvoeren? Het kabinet
zet in op het vergroten van de capaciteit van het Department for the Execution of
Judgments. De leden van de CDA-fractie ondersteunen deze lijn, maar zijn tevens benieuwd
of de landen die geen uitvoering geven aan uitspraken, ook hierop worden aangesproken
bij de aankomende top.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie kunnen uit de brief van het kabinet over de inzet bij deze
top niet opmaken wat er nu precies anders zal zijn na (of dankzij besluiten van) deze
top. Kan het kabinet dit concreet aangeven? Kan het kabinet tevens aangeven waarin
de vernieuwing zit, die hard nodig is?
De leden van de SP-fractie steunen de beëindiging van het lidmaatschap van Rusland
van de RvE. Zijn er voorwaarden denkbaar waaronder Rusland in de toekomst eventueel
weer lid zou kunnen worden, bijvoorbeeld na terugtrekking uit Oekraïne? Bestaat er
een visie op een toekomst van de pan-Europese multilaterale samenwerking met en zonder
Rusland? Zo nee, is het kabinet het eens met deze leden dat een dergelijke visie wel
gewenst is?
Het kabinet schrijft dat ingezet wordt op «versterkte verankering van de dialoog met
en samenwerking tussen de RvE en het maatschappelijk middenveld, met bijzondere aandacht
voor het onafhankelijke Belarussische en Russische maatschappelijk middenveld.» De
leden van de SP-fractie steunen dit en zouden dit verder uitgewerkt willen zien. Daarbij
zou er ook rekenschap van gegeven moeten worden dat «het maatschappelijk middenveld»
wel heel erg algemeen is en dat hier ook foute clubs tussen kunnen zitten. Daarnaast
vinden deze leden dat ook sommige politieke oppositiepartijen in Rusland en Belarus
steun verdienen van de RvE, waarvan het onduidelijk is of die gerekend worden onder
«maatschappelijk middenveld».
De leden van de SP-fractie merken op dat volgens het kabinet de versterking van de
RvE binnen het bestaande budget moet plaatsvinden. Is het kabinet het eens met deze
leden dat kruidenierspolitiek niet verstandig is, waar het zoiets belangrijks betreft
als de pan-Europese multilaterale samenwerking? Een goede inhoudelijke vernieuwingsagenda
mag wat extra’s kosten, aldus deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de kabinetsinzet
ten aanzien van de Top van de Raad van Europa (RvE) van 16 en 17 mei in Reykjavik
en hebben daar nog enkele vragen over.
In de brief stelt het kabinet dat de Russische agressie ingaat tegen alles waar de
RvE voor staat: een Europese gemeenschap van waarden, gestoeld op mensenrechten, democratie
en rechtsstaat. De leden van de Volt-fractie lezen dat de toenemende erosie van de
democratische rechtsstaat en mensenrechten in verschillende lidstaten van de RvE één
van de aanleidingen van de Top is. Vindt het kabinet ook dat het van groot belang
is dat de basiswaarden van de Europese gemeenschap, zoals mensenrechten, beschermd
en herbevestigd worden? Hoe rijmt het kabinet dit met de mening van de leden van de
VVD-fractie (zoals zij het verwoordden in hun schriftelijke vragen over de kabinetsreactie
op het AIV-rapport over de geopolitieke rol van Turkije) dat «het aankaarten van zorgen
om mensenrechten altijd moet worden afgewogen tegen bredere Nederlandse belangen,
zoals op het terrein van migratie»? Hoe draagt het kabinet er zorg voor dat het Nederlandse
en Europese migratiebeleid niet bijdraagt aan de erosie van mensenrechten in de Europese
gemeenschap en daarbuiten?
De leden van de Volt-fractie lezen met verbazing dat het kabinet voor de positieve
grondhouding ten opzichte van de aankomende top verwijst naar een toezegging van 2016
(7 jaar geleden), waarin de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken (de heer Koenders)
aangaf open te staan voor een Raad van Europa-top. Waarom heeft het kabinet niet eerder
om een RvE-top gevraagd?
De leden van de Volt-fractie lezen dat de kabinetsinzet voor de Top zich onder andere
focust op versterking van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Betekent
dit ook dat het kabinet zich ervoor inzet dat informele migratiedeals met landen in
Afrika worden omgezet in transparante wettelijke afspraken, zodat vluchtelingen en
migranten zich kunnen wenden tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens om hun
fundamentele rechten te verdedigen?
De leden van de Volt-fractie lezen dat het kabinet bijzondere aandacht heeft voor
de regressieve druk op gendergelijkheid en toenemend gendergerelateerd geweld en dat
versterking en bevordering van het Verdrag van Istanboel van de RvE een prioriteit
is van het kabinet in het kader van de top. Hoe kijkt het kabinet in dit kader naar
de conclusie van het in maart verschenen rapport van de Fact Finding Missie van de
Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties over de mensenrechtenschendingen
in detentiecentra in Libië? Deze detentiecentra, waarin migranten gemarteld en verkracht
worden, staan onder controle van het Libische «Directorate for Combating Illegal Migration»,
de Libische kustwacht and het «Stability Support Apparatus». Alle drie de genoemde
entiteiten hebben technische, logistieke en financiële steun van de EU ontvangen voor
het onderscheppen en terugsturen van migranten. Hoe past het financieren van detentiecentra,
waarin vrouwen verkracht worden, bij het feministisch buitenlandbeleid van Nederland?
Wat doet het kabinet om te voorkomen dat Europees geld gebruikt wordt voor het bekostigen
van detentiecentra, waarin vrouwen verkracht worden?
De leden van de Volt-fractie lezen dat het kabinet van mening is dat de RvE een belangrijke
rol kan spelen in een mensenrechtenconforme en rechtstatelijke wijze van het bestrijden
van georganiseerde criminaliteit. Het kabinet stelt dat in de strijd tegen deze vorm
van criminaliteit het van groot belang is dat staten voldoende instrumenten hebben
om de samenleving veilig te maken en te houden, en tegelijkertijd weet hebben van
de grenzen van diezelfde rechtsstaat en die niet overschrijden. Welke rol ziet het
kabinet precies voor de RvE bij het bestrijden van georganiseerde criminaliteit? Doelt
het kabinet hier bijvoorbeeld op advies en ondersteuning bij het verruimen van de
bevoegdheden van de veiligheidsdiensten?
De leden van de Volt-fractie lezen ook dat naar de aanloop van de top het kabinet
specifiek inzet op het vergroten van de mondiale relevantie van de RvE middels het
promoten van open instrumenten, zoals het Verdrag van Istanboel en het Cybercrimeverdrag,
in derde landen. Maar ziet het kabinet in dat het promoten van gedrag waar Europese
lidstaten zich zelf niet aan houden (zoals bijvoorbeeld in het geval van migratiedeals
of het feit dat vier lidstaten de EU-ratificatie van het Verdrag van Istanboel niet
ondersteunen), in derde landen als hypocriet wordt ervaren? In diezelfde brief schrijft
het kabinet immers ook «Gebrekkige of niet-naleving van uitspraken van het EHRM ondermijnen
de effectiviteit en geloofwaardigheid van het gehele EVRM-systeem.» Deze leden vragen
om een reflectie van het kabinet.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de toegekomen documenten omtrent
de Top in Reykjavik van 16 en 17 mei 2023. Hier zijn nog een aantal vragen over.
Het lid van de BBB-fractie is net als het kabinet van mening dat de Russische agressie
tegen Oekraïne volledig onacceptabel is. Westerse landen doen er middels sancties
en wapenleveringen dan ook alles aan om de Russen te stoppen. Tot dusver is onduidelijk
hoe lang dit nog nodig is. Dat is wat het lid van de BBB-fractie betreft begrijpelijk.
Echter is dit lid wel van mening dat een langetermijnvisie ontbreekt. Het lijkt een
beetje op: «»Vandaag doen we dit, en morgen kijken we wat dan nodig is»», zo stelt
dit lid. Zij zou graag zien dat er in Europees verband wordt gesproken over een langetermijnvisie.
Wat gaan wij in welk denkbaar scenario doen en wat staat ons dan te wachten? Is de
Minister-President bereid om tijdens de top een langetermijnvisie te agenderen?
Het Verdrag van Istanboel is een belangrijk agendapunt van het kabinet. Het kabinet
is voornemens om alle landen op te roepen het verdrag te ratificeren. Het lid van
de BBB denkt niet dat landen gelijk overstag gaan bij zo’n Nederlandse oproep. Zij
denkt dat bij dit soort oproepen het van groot belang is om dit samen met andere landen
te doen om zo de druk op te voeren. Gebeurt dit ook? En, zo niet, is de Minister-President
het met het lid van de BBB-fractie eens dat dit wel van belang kan zijn?
Nederland is de tweede voedselexporteur van de wereld en daarmee voeden wij velen
mensen. Deze Nederlandse agrarische export gaat voor een groot gedeelte naar de Europese
markt. Nu is het volgens het lid van de BBB-fractie natuurlijk feit dat het beleid
van dit kabinet minder boeren tot gevolg heeft. En dus is er straks minder om te exporteren.
Hierdoor zal de voedselschaarste toenemen. Daarbij komt ook nog eens kijken dat de
voedselproductie zich gaat verplaatsen naar plekken elders in de Europese Unie, waar
de standaarden ten aanzien van dierenwelzijn en duurzaamheid een stuk lager liggen.
Is de Minister-President bereid deze problemen te agenderen op de top en daarbij samen
met regeringsleiders te spreken over de gevolgen van dit Nederlandse beleid voor de
EU?
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
– Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken over de kabinetsinzet t.a.v. de Top van
de Raad van Europa van 16–17 mei in Reykjavik (2023D18338)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A.W. Westerhoff, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.