Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de onderhandeling van belastingverdragen (Kamerstuk 25087-312)
2023D14443
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 april 2023 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd over de door hem toe gestuurde brieven
van 21 februari 2023 inzake Onderhandeling van de belastingverdragen (Kamerstuk 25 087, nr. 312) en van 29 maart 2023 inzake Belastingheffing inwoners van Nederland met Duits pensioen
(Kamerstuk 35 955, nr. 6).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Kruithof
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brieven van de Staatssecretaris
en hebben nog enkele vragen en opmerkingen. Eerst zullen deze leden ingaan op de brief
over de verdragsonderhandelingen en daarna op de brief over de Duitse pensioenen.
Verdragsonderhandelingen
De leden van de VVD-fractie constateren dat het Ministerie van Financiën een nieuwsbericht
publiceert waarin belangstellenden worden uitgenodigd om informatie en aandachtspunten
te delen die voor de onderhandelingen van belastingverdragen van belang kunnen zijn.
Levert dit nieuwsbericht een groot aantal reacties op? Zo nee, zou een dergelijke
oproep zich niet lenen voor een jaarlijkse internetconsultatie? Verwacht de Staatssecretaris
dat een dergelijke internetconsultatie het bereik van de oproep zal vergroten?
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland in het kader van het onderhandelplan
voor 2023 inzet op het voorzetten van de gesprekken met België, Brazilië, Marokko,
Moldavië, Mozambique, Oeganda, Portugal, Rwanda, Sint Maarten en Suriname. Kan de
Staatssecretaris per land aangeven wat de aanleiding is om deze belastingverdragen
te heronderhandelen? Kan de Staatssecretaris voorts aangeven wat de reden is dat Nederland
blijft inzetten op het starten van (her)onderhandelingen met Bahrein en Barbados?
Waarom is deze inzet tot nu toe nog niet succesvol gebleken?
De leden van de VVD-fractie lezen dat capaciteit een factor is in het verloop van
de onderhandelingen. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe deze capaciteit is opgebouwd?
Hoeveel fte betreft dit? Hoeveel fte houdt zich bezig met het onderhandelen van belastingverdragen
en hoeveel fte houdt zich bezig met het uitwerken van multilaterale verdragen in het
kader van de implementatie van Pijler 1 en Pijler 2? Kan de Staatssecretaris voorts
aangeven wat de economische winst voor Nederland doorgaans is bij het sluiten van
belastingverdragen? Verhoogt dit de directe investeringen in Nederland?
De leden van de VVD-fractie lezen in de brief niets terug over de Nederlandse inzet
op het gebied van geschilbeslechting en -voorkoming. Kan de Staatssecretaris aangeven
hoe Nederland zich bij de (her)onderhandelingen van belastingverdragen inzet voor
adequate geschilbeslechting in de vorm van de onderlinge overlegprocedure en arbitrage?
Kan de Staatssecretaris aangeven of er in de afgelopen jaren een toename is geweest
in verzoeken voor bilaterale of multilaterale zekerheid vooraf? Zo ja, beschikt de
Nederlandse bevoegde autoriteit over voldoende capaciteit om verzoeken tot bilaterale
of multilaterale zekerheid af te doen? Vormt de invulling van het Nederlandse rulingbeleid
een obstakel voor belastingplichtigen om vooraf bilateraal of multilateraal zekerheid
te krijgen? Is deze invulling passend nu juist dergelijke bilaterale of multilaterale
zekerheid vooraf ervoor zorgt dat de betrokken landen belastingplichtigen fiscaal
hetzelfde behandelen, waardoor er minder ruimte bestaat voor belastingontwijking?
Versterkt dergelijke bilaterale of multilaterale zekerheid vooraf niet ook de informatiepositie
van de Nederlandse en buitenlandse belastingdiensten?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er ambtelijke overeenstemming is bereikt over
de verdragen met Andorra, Bangladesh, België, Kirgizië, Spanje en Thailand. Hoe zal
Nederland zich inzetten om deze verdragen in 2023 te ondertekenen zodat deze zo snel
als mogelijk in werking kunnen treden?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er met België ambtelijke overeenstemming is
bereikt over een vervangend verdrag, maar dat er nog wel discussies lopen over een
thuiswerkregeling. Is het de intentie van Nederland en België om het verdrag al wel
te ondertekenen en te ratificeren en de thuiswerkregeling dan uit te werken in een
protocol?
De leden van de VVD-fractie constateren dat er overeenstemming is bereikt over Pijler
2 in de Europese Unie en dat de Staatssecretaris deze wetgeving in 2023 wil invoeren.
Hoe verhoudt deze wetgeving en de daarin opgenomen inkomen-inclusiemaatregel en onderbelastewinstmaatregel
zich tot de Wet bronbelasting 2020?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) een winstbelasting
met een tarief van negen procent hebben ingevoerd die van toepassing is per 1 juni
2023. Kan de Staatssecretaris aangeven of Nederland veel handel drijft met de VAE?
Welk effect heeft dit voor de plek van de VAE op de lijst met laagbelastende staten?
De leden van de VVD-fractie constateren dat in 2020 een nieuw fiscaal verdragsbeleid
is vastgesteld. Deze lezen constateren dat de terugkeer- en overname clause is verdwenen
die wel in de notitie van 2011 stond. Waarom is deze uit de nieuwe notitie van 2020
gehaald? Wat waren de afwegingen? Waarom was deze clausule wel onderdeel van het beleid
in de notitie van 2011?
Duitse pensioenen
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris kennis heeft genomen van
de uitspraak ECLI:GHARL:2022:9842? Wat is de oordeel van de Staatssecretaris hierover?
Hoe wordt invulling gegeven aan de uitspraak?
Vragen en opmerkingen van de leden van D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven
van de Staatssecretaris over de onderhandelingen over belastingverdragen en over de
belastingheffing van Nederlanders met een Duits pensioen. Ondanks de helder geschreven
stukken hebben deze leden nog een paar vragen.
De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat dit jaar opnieuw veel capaciteit
nodig zal zijn voor het uitwerken van de multilaterale verdragen in het kader van
de implementatie van Pijler 1 en Pijler 2. Deze leden vinden de implementatie van
deze verdragen erg belangrijk. Hoe prioriteert de Staatssecretaris tussen het sluiten
van nieuwe belastingverdragen en het implementeren van deze multilaterale verdragen?
Ook vinden de leden van de D66-fractie het belangrijk dat grenswerkers niet de dupe
worden van het feit dat ze in het ene land wonen, en in het andere werken (al dan
niet vanuit huis). Het baart deze leden dan ook zorgen dat het tot op heden niet lukt
om goede afspraken te maken met Duitsland en België hierover. Deze leden hebben begrepen
dat er op het gebied van de sociale zekerheid nu echt stappen gezet worden, maar dit
lijkt op fiscaal gebied niet te gebeuren. Dit vinden deze leden erg zorgelijk. Zou
de Staatssecretaris willen toelichten wat hier nu precies de status is en wat hij
gaat doen om hier zo snel mogelijk verandering in aan te brengen?
De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk dat er eerlijk belasting geheven
wordt. Het (aanvullend) kunnen heffen van bronbelasting speelt daarbij een belangrijke
rol. Deze leden vinden het daarom goed dat er wordt ingezet op het sluiten van belastingverdragen
die dit mogelijk maken en verzoeken de Staatssecretaris om hier op in te blijven zetten.
Daarnaast vragen deze leden de Staatssecretaris of hij kan schetsen in hoeveel gevallen
huidige belastingverdragen hier nog een belemmering bij vormen.
De leden van de D66-fractie lezen dat het Nederlandse bedrijfsleven vraagt om het
versterken van het Nederlandse verdragennetwerk in Midden en Zuid-Amerika en in Afrika.
Hoe speelt de Staatssecretaris in op dit verzoek? Hoe staat het bijvoorbeeld met de
onderhandelingen met Brazilië, een potentieel belangrijke handelspartner?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over onderhandeling
van belastingverdragen. Deze leden lezen dat dit jaar capaciteit nodig is voor het
uitwerken van de multilaterale verdragen in het kader van de implementatie van Pijler
1 en Pijler 2. Deze leden vragen wat de bepalingen zijn die hierover in verdragen
moeten worden aangepast of opgenomen. Ook vragen deze leden wat de impact van zulke
bepalingen is voor verdragen met landen die hier pas later actie op willen ondernemen.
De Verenigde Staten lopen bijvoorbeeld niet zo snel als de Europese Unie met de implementatie.
Gaat Nederland de bepalingen dan al eerder toepassen? Ook vragen deze leden of er
verdragen zijn met landen die niet in het Inclusive Framework zitten. Is de verwachting
dat dergelijke landen het verdrag met Nederland opzeggen als Nederland daarin de bepalingen
van Pijler 1 en 2 wil opnemen?
In de brief wordt aangegeven dat de toezegging om alle verdragen zo snel mogelijk
te voorzien van antimisbruikbepalingen als afgedaan wordt beschouwd. De leden van
de CDA-fractie vragen of dit betekent dat nu in alle verdragen een antimisbruikbepaling
in werking is getreden. Deze leden lezen immers verderop in de brief dat met 14 van
de 23 ontwikkelingslanden nu overeenstemming is over de opname van antimisbruikbepalingen
in het desbetreffende verdrag. Dat lijkt niet te stroken met de toezegging. Ook vragen
deze leden hoe in de tussentijd gehandeld wordt ten aanzien van misbruik, of zonder
de antimisbruikbepalingen nog steeds gebruik gemaakt kan worden gemaakt van verdragsvoordelen
als hiervoor niets geregeld is.
De leden van de CDA-fractie lezen dat in het nieuwe verdrag met België geen regeling
voor thuiswerkende grensarbeiders is opgenomen. Het voorstel is met deze verdragswijziging
in te stemmen, zonder deze regeling. Deze leden hebben de voorkeur om wel een regeling
voor thuiswerkers in deze ronde mee te onderhandelen om de druk erop te houden en
te voorkomen dat dit op de lange baan wordt geschoven. Immers halverwege 2023 moet
al een oplossing beschikbaar zijn. Kan de Staatssecretaris hier nader op ingaan? Ook
vragen deze leden of het niet opportuun is met Duitsland en België gezamenlijk te
onderhandelen over een thuiswerkregeling tussen de buurlanden, om te voorkomen dat
verschillende bepalingen gaan gelden.
Het valt de leden van de CDA-fractie op dat in het verdrag met Portugal een situatie
is van dubbele niet-heffing, terwijl onder het verdrag met Roemenië een situatie is
van dubbele heffing. Deze leden vragen of in beide gevallen Nederland nog eenzijdig
iets kan doen. Ook vragen deze leden wat de planning is om deze oneerlijke situaties
zo snel mogelijk op te lossen.
De leden van de CDA-fractie lezen in de aanvullende brief van de Staatssecretaris
dat niets geregeld gaat worden in het verdrag voor de nadelen van nieuwe behandeling
van de Altersrente onder het heronderhandelde verdrag. Zij begrijpen dat aanpassing
van de huidige regeling weer tot nadeel voor de huidige ontvangers zou leiden, maar
toch zouden deze leden nogmaals willen pleiten voor een overgangsregeling voor de
oude gevallen. Dat vinden deze leden ook niet ongebruikelijk om nadelen van nieuwe
wetgeving te compenseren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben enkele vragen over de genoemde antimisbruikbepalingen.
Klopt het dat Nederland normaliter inzet op het opnemen van een Principal Purpose
Test (PTT)? Kan de Staatssecretaris aangeven in hoeveel verdragen een dergelijke bepaling
nog niet is opgenomen en per verdrag aangeven wat de reden ervan is en of hierover
nog onderhandelingen zullen volgen en wanneer? Kan tevens worden aangegeven in welke
verdragen geen PPT zal worden opgenomen en welke antimisbruikbepaling ervoor in de
plaats komt? Kan de Staatssecretaris bevestigen dat het de bedoeling van Nederland
is om in alle belastingverdragen een PPT of andere antimisbruikbepaling op te nemen?
Zijn er onder de 23 ontwikkelingslanden landen die hebben aangegeven geen antimisbruikbepaling
te willen in het belastingverdrag?
In de brief lezen de leden van de SP-fractie dat vrijwel het gehele verdragennetwerk
is aangemeld voor het Multilaterale Instrument en dat bij sommigen een ander traject
praktischer was. Kan de Staatssecretaris aangeven voor welke verdragen dit geldt en
waarom?
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris hoe vaak er in de afgelopen
jaren een verzoek om informatie geweest vanuit andere landen in verband met de PPT-antimisbruikmaatregel.
Is deze informatie publiek toegankelijk? Is de Staatssecretaris bereid deze informatie
te verstrekken en daarbij aan te geven hoe Nederland aan dit verzoek tegemoet is gekomen?
Hoe vaak zijn de antimisbruikbepalingen in de belastingverdragen met de ontwikkelingslanden
inmiddels toegepast? Wil de Staatssecretaris ook deze informatie periodiek verstrekken,
zodat de Kamer een idee kan vormen over de effectiviteit ervan?
De leden van de SP-fractie vragen wat de maximale hoogte van de bronheffingen is die
Nederland bereid is overeen te komen in de verdragsonderhandelingen met ontwikkelingslanden.
Wijkt dit per land af? Zo ja, kan dit per ontwikkelingsland waar Nederland momenteel
mee onderhandelt worden aangegeven?
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris wat de inzet van Nederland is
met betrekking tot de bronheffingen op management en professional services en op technische
diensten. Kan de Staatssecretaris dit toelichten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Onderhandeling
van belastingverdragen» en maken zich zorgen dat onderhandelingen met ontwikkelingslanden
zullen leiden tot belastingverdragen die niet kunnen voorkomen dat er via Nederland
belastinggeld wordt ontweken.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat Nederland geen onderhandelingen
met landen als Mozambique dient aan te gaan die resulteren in sterk verlaagde bronbelastingtarieven.
Dit is namelijk schadelijk voor armere landen. Deze leden willen de Staatssecretaris
er ook op attenderen dat de Commissie doorstroomvennootschappen reeds concludeerde
dat onze brievenbusfirma's ontwikkelingslanden onevenredig benadelen via het verlies
aan belastingopbrengsten.
Deze belastingconstructies schaden in de ogen van deze leden de «brede welvaart elders»,
vooral die van armere landen. Het zorgt er namelijk voor dat zij belastinginkomsten
mislopen, waardoor ze niet middels eigen geldstromen de kwaliteit van leven en het
welzijn van de bevolking in eigen land kunnen verbeteren. Op deze manieren beroven
deze belastingconstructies kwetsbare landen van hun overheidsinkomsten, die zij ook
niet kunnen inzetten voor bijvoorbeeld klimaatadaptatie. Midden in de klimaatcrisis
hebben ontwikkelingslanden hun belastinginkomsten in de ogen van deze leden juist
extra hard nodig.
Volgens de leden van de Partij voor de Dieren-fractie valt het onttrekken van belastinginkomsten
aan kwetsbare landen, mogelijk gemaakt door belastingverdragen en -constructies, onder
het onttrekken van financiële waarde aan ontwikkelingslanden. Naar aanleiding van
de aangenomen motie-Van Raan over een indicator voor de financiële waarde die Nederland
onttrekt aan ontwikkelingslanden, is het CBS gevraagd hiervoor een indicator uit te
werken en te bekijken hoe deze toe te voegen is aan de Monitor Brede Welvaart. De
leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Staatssecretaris al meer inzicht
heeft in de geldstromen als gevolg van fiscale constructies uit ontwikkelingslanden
via of naar Nederland.
Daarnaast hebben de leden van de Partij voor de Dieren-fractie nog een aantal kritische
vragen over de onderstaande onderwerpen.
Principal Purpose Test
Kan de Staatssecretaris een overzicht geven van het aantal keer dat er in de afgelopen
jaren verzoeken om informatie zijn geweest richting Nederland in verband met de PPT-antimisbruikmaatregel
door andere landen? Is de staatsecretaris tevreden over hoe de PPT in de praktijk
uitwerkt? Indien de Staatssecretaris van mening is dat het in dit stadium te vroeg
is om daarover iets te zeggen, wanneer zou hij er dan wel iets over kunnen zeggen?
Op welke wijze wordt het gebruik van de PPT geëvalueerd?
Antimisbruikbepaling
Met welke van de 23 ontwikkelingslanden waarvoor is afgesproken om antimisbruikmaatregelen
op te nemen is er op dit moment daadwerkelijk een antimisbruikbepaling in het belastingverdrag
opgenomen? Met welke landen bestaat er daarnaast overeenstemming over het opnemen
van een antimisbruikbepaling? Zijn er ontwikkelingslanden landen die hebben aangegeven
geen antimisbruikbepaling te willen in het belastingverdrag? Zo ja, welke reden wordt
daarvoor aangevoerd? Is de Staatssecretaris van mening dat alle belastingverdragen
minstens een PPT-antimisbruikmaatregel moet bevatten? Vindt de Staatssecretaris dat
voor het toevoegen van een antimisbruikmaatregel het hele belastingverdrag moet worden
heronderhandeld of kan ook alleen de antimisbruikmaatregel worden toegevoegd, terwijl
de rest in tact wordt gelaten? Zo nee, waarom niet? Kan de Staatssecretaris aangeven
hoe vaak Nederland zelf een antimisbruikbepaling in een belastingverdrag met een ontwikkelingsland
toegepast heeft, en hoe vaak in belastingverdragen met niet-ontwikkelingslanden? Is
de Staatssecretaris van plan om capaciteitsopbouw activiteiten op het gebied van belastingontwijking
uit te voeren in Mozambique en Oeganda als een belastingverdrag overeengekomen is?
Zo ja, welke?
Tax holidays
In hoeverre wordt bij het afsluiten van belastingverdragen rekening gehouden met schadelijke
belastingregimes in andere landen? Spreekt Nederland andere landen aan op het mogelijk
maken van tax holidays?
Nederlands Fiscaal Verdragsbeleid 2020
Op welke manier is het beleid ten aanzien van ontwikkelingslanden concreet veranderd
bij onderhandelingen over belastingverdragen sinds het Nederlands Fiscaal Verdragsbeleid
2020?
VN-modelverdrag
In hoeverre staat de Staatssecretaris er voor open om clausules op te nemen uit het
VN-modelverdrag indien ontwikkelingslanden daar om vragen? Stelt Nederland zich daar
nu anders in op dan enkele jaren geleden?
IOB
Wat doet de Staatssecretaris met de constatering van de directie Internationaal Onderzoek
en Beleidsevaluatie (IOB) dat Buitenlandse Zaken weinig wordt betrokken bij het beleid
ten aanzien van belastingverdragen? Zijn er initiatieven genomen om hier verbetering
in aan te brengen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
L.N. Kruithof, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.