Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de vierde rapportage staatsagent KLM (Kamerstuk 29232-57)
2023D12168 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 23 maart 2023 enkele vragen en opmerkingen
aan de Minister van Financiën over de vierde rapportage van de staatsagent KLM (Kamerstuk
29 232, nr. 57)
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Lips
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de rapportage van de staatsagent,
de brief van KLM en de brief van het kabinet. Deze leden lezen dat KLM naar het oordeel
van de staatsagent en het kabinet een goede inzet levert op luchtvaart-gerelateerde
afspraken, maatregelen neemt tegen belastingontwijking en de kostenbesparingen in
2021 en 2022 heeft gerealiseerd. Het voornemen om de resterende kredietfaciliteit
te beëindigen vinden deze leden een goede stap. Zij hebben een aantal vragen aan het
kabinet.
Allereerst merken de leden van de VVD-fractie op dat de staatsagent in de vierde rapportage
concludeert dat kostenreducties niet structureel van aard zijn en dat ingeplande kostenreducties
voor de jaren 2023 en verder ontoereikend zijn. Zo schiet de reductie van de beheersbare
kosten in 2023 met 250 miljoen euro tekort ten opzichte van de voorwaarde uit het
steunpakket, met een oploop tot 475 miljoen euro vanaf 2025. Ook is de arbeidsvoorwaardelijke
bijdrage in maart 2022 ter zijde geschoven. In reactie hierop noemt het kabinet deze
constatering slechts «teleurstellend», waarbij het kabinet aangeeft «nogmaals te hebben
benadrukt» dat afspraken ten uitvoer gebracht moeten worden. Welke concrete acties
verbindt het kabinet aan deze kwalificaties?
De leden van de VVD-fractie hebben het kabinet eerder gevraagd om creatieve mogelijkheden
te verkennen om de naleving van steunvoorwaarden te bevorderen. Deze leden vragen
het kabinet welke mogelijkheden hiervoor tot nog toe in beeld zijn gebracht en welke
in de praktijk worden gebracht om ervoor te zorgen dat gemaakte afspraken worden nagekomen.
De zorgen die er zijn over de langjarige kostenbeheersing en arbeidsvoorwaarden, overlappen
ook met de rol die de Staat heeft als aandeelhouder om toe te zien op een goede concurrentiepositie
van de luchtvaartmaatschappij. Hoe verhoudt dit zich tot de rol van de staatsagent?
Ook op andere vlakken, zoals verduurzaming en het tegengaan van geluidsoverlast, is
overlap met het luchtvaartbeleid van het kabinet. De leden van de VVD-fractie vragen
het kabinet duidelijk te maken of en waar het kabinet nog een exclusieve rol van de
staatsagent ziet na beëindiging van de steunfaciliteit.
Specifiek over de uitbetaling van variabele beloningen over 2019, delen de leden van
de VVD-fractie de opvatting van het kabinet dat het gezien de financiële steun lovenswaardig
was geweest hiervan af te zien. Deze leden vragen daarbij het kabinet zich in Europees
verband te blijven inzetten om het schrappen van bonussen standaard onderdeel te maken
van dergelijke noodsteun. Ook vragen deze leden of het kabinet andere mogelijkheden
heeft onderzocht om dit bij toekomstige steunmaatregelen te verankeren. Deze leden
vragen het kabinet feitelijk te verhelderen of het klopt dat KLM hierover juridisch
advies heeft ingewonnen over de uitbetaling van variabele beloningen over 2019 naar
aanleiding van de eerdere gerechtelijke uitspraak en dat de staatsagent of het kabinet
dit niet hebben gedaan.
Vragen en opmerkingen van de leden van D66-fractie
Met enige verbazing hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de vierde
voortgangsrapportage van de staatsagent van KLM en de brief van de directie van KLM
daarover. Deze leden hebben nog vragen en opmerkingen bij deze rapportage.
De staatsagent van KLM schrijft dat KLM de bedrijfseconomische voorwaarden heeft overtreden,
die zijn vastgelegd in het Framework Agreement behorend bij de steun die door de Staat
aan KLM is verleend tijdens de coronacrisis. De leden van de D66-fractie hebben daar
drie vragen bij. In de eerste plaats vragen deze leden of de Minister de analyse van
de staatsagent deelt. Daarnaast vragen zij welke consequenties de Minister daaraan
verbindt, waarbij het niet-juridisch-bindend zijn van deze afspraken niet hoeft te
betekenen dat er geen gevolgen kunnen zijn, zo denken deze leden. Ten derde vragen
deze leden naar de lessen die het kabinet trekt voor eventuele nieuwe steun in de
toekomst voor een groot bedrijf in aanvulling op het onderzoek naar de steun aan grote
ondernemingen in het verleden.
Voorts lezen de leden van de D66-fractie dat de staatsagent van KLM schrijft dat KLM
in maart 2022 eenzijdig arbeidsrechtelijke condities en hun onderliggende doelstellingen
terzijde heeft geschoven en dat dit volgens de staatsagent van KLM een schending is
van de voorwaarden die aan de staatssteun waren verbonden. Dat roept bij deze leden
de vraag op of de ondertekening van een overeenkomst volgens de Minister een committering
is waaraan opvolging gegeven zou moeten worden. Deze leden vragen daarbij naar het
voorbeeld van de Code of Conduct waarin wordt aangegeven te voldoen aan de letter,
intentie en geest van belastingwetgeving in landen waarin KLM actief is.
Met grote verbazing begrijpen de leden van de D66-fractie dat er twee separate voorstellen
zijn voorgelegd aan de pilotenvakbond van KLM. Het eerste voorstel was niet in lijn
met de voorwaarden uit het Framework Agreement, namelijk een loonsverhoging voor goedbetaalde
piloten. Het tweede voorstel was echter juist een voorwaarde uit het Framework Agreement,
namelijk de vereiste om te stoppen met gratis vluchten voor medewerkers die belastingontwijking
in de hand werkt. Deze leden vragen in de eerste plaats waarom een vakbond mag stemmen
over het nakomen van afspraken met een derde partij die de directie van KLM reeds
heeft gemaakt. Het verbaast deze leden namelijk niet dat medewerkers in algemene zin
vaak voor een loonsverhoging zullen stemmen en tegen een verlaging van een vergoeding.
Daarom vragen deze leden of de stemmingsuitslag bij de stemmingen over deze voorstellen
door de pilotenvakbond betekent dat de steunvoorwaarden van de Staat aan KLM niets
meer waard zijn. Hoe kijkt het kabinet naar de uitspraak van de staatsagent dat er
sprake is van «een patroon van schending van arbeidsvoorwaardelijke condities» en
hoe kan dit patroon worden doorbroken?
Als een bedrijf te maken heeft met hoge inflatie, een krappe arbeidsmarkt voor specifieke
maar niet alle onderdelen van het bedrijf, hogere externe kosten alsmede supply-chain-problemen,
denken de leden van de D66-fractie dat het extra belangrijk is om de kosten die het
bedrijf zelf kan beïnvloeden te minimaliseren. Deze leden vragen of het kabinet die
analyse deelt. Voorts vragen deze leden naar een reactie van het kabinet op de brief
over de vierde rapportage van de staatsagent die KLM aan de thesaurier-generaal van
het Ministerie van Financiën heeft gestuurd. Is het kabinet van mening dat ook KLM
de analyse deelt dat juist als een bedrijf te maken heeft met genoemde problemen controleerbare
kosten geminimaliseerd zouden moeten worden? Deze leden vragen vervolgens waar dat
uit blijkt.
Naast de financiële afspraken die zijn gemaakt, kennen de leden van de D66-fractie
de andere afspraken die zijn gemaakt bij het verlenen van steun aan KLM en waarover
deze leden lezen in de vierde voortgangsrapportage van de staatsagent. Deze leden
vragen wanneer KLM stopt met vluchten tussen Amsterdam en Brussel, die langer duren
dan dezelfde reis met de trein. Omdat deze leden begrijpen dat het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat hier een regierol in heeft, vragen deze leden de Minister
om een toelichting over wat die regierol behelst. Daarbij vragen deze leden specifiek
naar de planning van die regierol en wanneer verdere vorderingen kunnen worden verwacht
met de Actieagenda Trein en Luchtvaart.
Aangezien de leden van de D66-fractie begrijpen dat de staatssteun aan KLM door KLM
met enige haast wordt terugbetaald om niet langer aan de gestelde voorwaarden te voldoen,
vragen deze leden naar de manier waarop de voorwaarden, zoals die werden gecontroleerd
door de staatsagent, alsnog worden nagekomen als de (formele) rol van de staatsagent
verdwijnt (zodra KLM de volledige steun heeft terugbetaald). Welke rol hebben accountants
en toezichthouders en hoe wordt hun samenwerking bevordert, waarbij de communicatie
over KLM te allen tijde eerlijk, transparant en betrouwbaar blijft?
Tot slot vragen de leden van de D66-fractie aan het kabinet wat de reactie was toen
het kabinet kennisnam van de vierde voortgangsrapportage van KLM en de brief van KLM
hierover aan de thesaurier-generaal. Deelt het kabinet de verbazing die deze leden
hadden dat de voorwaarden zijn geschonden zoals ze zijn geschonden, zo vragen deze
leden. Voorts vragen deze leden of het management van KLM excuses heeft aangeboden
voor het schenden van de voorwaarden, welke verbeteringen het management heeft aangekondigd
voor de toekomst (om alsnog aan de voorwaarden de voldoen) en, als er geen verbeteringen
zijn aangekondigd en excuses zijn aangeboden, of het kabinet bereid is dit van het
management van KLM te eisen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de vierde periodieke rapportage
over de naleving van de voorwaarden van het steunpakket KLM en de achterliggende stukken.
Naar aanleiding hiervan hebben de leden van de PVV-fractie nog enkele vragen.
Allereerst merken de leden van de PVV-fractie op dat geen enkel bedrijf de afgelopen
jaren zoveel staatssteun heeft ontvangen als KLM. Het gaat hierbij om een bedrag van
6,75 miljard euro, waarvan 2 miljard euro aan steun vanuit de tijdelijke Noodmaatregel
Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) die niet terugbetaald hoeft te worden. Deze
leden willen weten hoe het kabinet het gegeven beoordeelt dat KLM niet aan de bedrijfseconomische
en arbeidsvoorwaardelijke condities van de overheidssteun heeft voldaan, terwijl het
bedrijf wel miljarden aan staatssteun heeft ontvangen. Waarom worden er geen consequenties
verbonden aan bijvoorbeeld de NOW-steun vanwege het niet voldoen aan deze voorwaarden?
Voorts lezen de leden van de PVV-fractie dat de kostenreductie van de beheersbare
kosten dit jaar 250 miljoen euro tekort schiet bij de voorwaarde van het steunpakket,
ondanks dat volledig rekening wordt gehouden met de hogere inflatie. De jaren erna
loopt dit gat verder op tot structureel 475 miljoen euro. De leden van de PVV-fractie
vragen om dit nader te verklaren. Op welke wijze kan worden gegarandeerd worden dat
KLM alsnog de benodigde kostenreductie zal doorvoeren?
Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat over de gehele linie de beloningen
van werknemers van KLM zijn gestegen. Daarbij blijft de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage
van piloten en hoger betaald cabine- en overig personeel zwaar achter bij waaraan
KLM zich heeft gecommitteerd. Daarnaast is aan het personeel van KLM een bijzondere
uitkering toegezegd van 20 procent van de eerder geleverde arbeidsvoorwaardelijke
bijdrage, waarmee de deels incidentele behaalde kostenbesparing voor een deel weer
wordt teruggedraaid. De leden van de PVV-fractie vragen beide aspecten nader te verklaren
en willen weten welke consequenties het kabinet hieraan verbindt.
Tevens lezen de leden van de PVV-fractie dat de uitbetaling van de variabele beloning
2019 aan bestuur en topmanagement, eind 2022 voorafgaand aan beëindiging van het steunpakket,
in strijd was met de steunvoorwaarden. Indien KLM overgaat tot winstdeling over 2022
zal ook dat een schending zijn van de voorwaarden van overheidssteun. Deze leden willen
weten waarom het kabinet hier geen consequenties aan verbindt, anders dan slechts
te stellen dat het «lovenswaardig zou zijn geweest als de onderneming en de ontvangers
hadden besloten om deze variabele beloning niet uit te keren.»
Ten slotte willen de leden van de PVV-fractie stilstaan bij de reeks aan rechtszaken,
waardoor de toekomst van Schiphol onder druk komt te staan. Deze leden willen weten
hoeveel rechtszaken er momenteel lopen wat dit betreft en vragen om een korte schets
hiervan.
Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten hoeveel banen er gemoeid zijn met
de eventuele krimp van het aantal vluchten op Schiphol naar 440.000 in 2024.
Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten of de klimaathobby’s van dit kabinet
belangrijker zijn dan het voortbestaan van Schiphol en daarmee ook van verschillende
luchtvaartmaatschappijen, waaronder KLM en Corendon.
Heeft het kabinet eerst voldoende alternatieven onderzocht om de geluidshinder te
beperken? Zo ja, wat waren deze alternatieven? Op welke wijze heeft de sector mee
kunnen denken aan eventuele oplossingen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de voortgangsrapportage van de
staatsagent inzake de naleving van de voorwaarden uit het steunpakket voor KLM. Deze
leden lezen met enige verontwaardiging dat de voorwaarden voor het ontvangen van gemeenschapsgeld
niet worden nageleefd. Deze leden krijgen het gevoel dat KLM slechts eenzijdig en
bij een beperkte groep werknemers op kosten proberen te sparen. Zo wordt bij het grondpersoneel
wel conform de eis bezuinigd, maar loopt de bijdrage bij piloten en hoger betaald
cabine- en overig personeel zwaar achter, terwijl de afspraak is dat al het personeel
een bijdrage levert aan de versterking van het concurrentievermogen en de sterkste
schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Ook bij het topmanagement wordt bezuinigd,
maar in 2019 werden nog wel bonussen aan het hele management uitgedeeld. Deze leden
zien een gebrek aan wil om te besparen op het uitkeren van bonussen en de arbeidsvoorwaardelijke
bijdrage richting de hoger betaalde functies uit te voeren. Deze leden vragen hoe
het kabinet hiernaar kijkt.
De leden van de CDA-fractie krijgen ook de indruk dat KLM anticipeert op de afbouw
van de steun per april, bijvoorbeeld doordat de incidenteel behaalde kostenbesparing
deels weer wordt teruggedraaid door voorgenomen winstdeling voor personeel na afloop
van het steunpakket, en onvoldoende maatregelen worden genomen tegen belastingontwijking
en het opschroeven van het aantal vliegbewegingen. Deze leden vragen of de positie
van het kabinet en de consequenties voor KLM gezien het niet nakomen van de voorwaarden
wel stevig genoeg zijn. Heeft het kabinet ook andere maatregelen overwogen, zoals
het opschorten van de steun aan KLM op het moment van het verschijnen van de rapportage
van de staatsagent? Heeft het kabinet een mening over of het terecht is dat KLM bijdragen
heeft ontvangen, als zij tegelijkertijd ook in die periode niet aan de voorwaarden
heeft voldaan? Deze vragen komen bij deze leden vanuit een principieel standpunt dat
gemeenschapsgeld goed verantwoord besteed moet worden.
Verder zijn de leden van de CDA-fractie benieuwd of na het aflopen van de steun, het
kabinet als aandeelhouder nog steeds de verbetermaatregelen voor KLM van kracht wil
laten blijven, of dat deze weer vervallen. Vindt het kabinet bijvoorbeeld nog steeds
dat bij KLM structureel kosten moeten worden bespaard? Wat vindt het kabinet ervan
dat KLM blijvend uitgaat van een volledig herstel van het aantal vliegbewegingen en
zelfs groei, in plaats van de door het kabinet aangegeven krimp van het aantal vluchten?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet zich terughoudend opstelt ten aanzien
van de variabele beloning over 2019 aan bestuur en topmanagement, omdat dit uit een
rechtszaak volgt. Maar deze leden vragen waarom het kabinet deze houding inneemt.
De rechtszaak werd gevoerd tussen KLM en de heer Elbers. Dat laatstgenoemde de beloning
krijgt zal uit de rechtszaak volgen, maar deze leden vragen of het ook expliciet uit
de rechtszaak volgt dat de rest van het management ook de beloning moet krijgen. Graag
ontvangen deze leden hierop een nadere toelichting.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de agenda voor
het schriftelijk overleg over de Vierde rapportage van de staatsagent over de naleving
van de voorwaarden bij de steunpakketten aan KLM. Deze leden danken de staatsagent,
de heer Kremers, voor het uitbrengen van de rapportage.
De leden van de SP-fractie constateren ten aanzien van de bevindingen van de staatsagent
dat KLM in financieel opzicht een relatief goede periode heeft doormaakt over het
jaar 2022. De personele problemen in de luchtvaartsector lijken vooralsnog echter
onvoldoende opgelost en deze leden vrezen dat er op Schiphol opnieuw problemen zullen
optreden in de komende vakantieperiodes indien er niet voldoende beveiligers, transporteurs
en medewerkers voor bagageafhandeling geworven kunnen worden. Dat voor deze beroepsgroepen
hogere salarissen nodig zijn staat voor deze leden buiten kijf.
Van alle bedrijven in Nederland ontving KLM met afstand de meeste overheidssteun.
Alleen al aan NOW-loonsubsidie werd 70.000 euro per werknemer verleend. Deze leden
zijn voorstander van het verstrekken van loonsubsidie in crisistijden, maar daarvoor
mogen dan wel tegenprestaties worden verwacht, zo menen deze leden. Zij zijn ontstemd
dat KLM er niet in lijkt te slagen om de gevraagde kostenreducties structureel te
maken en enkele afspraken omtrent de beloning van veelverdieners aan haar laars lapt.
Dat KLM als staatsdeelneming op dit moment deelneemt aan een kort geding tegen de
Nederlandse Staat vanwege het verstandige besluit om het aantal vluchten vanaf Schiphol
naar 440.000 terug te dringen, helpt daarbij niet.
De leden van de SP-fractie delen ten aanzien van de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage
de opvatting van het kabinet en de staatsagent dat voor groepen uit lagere KLM-loonschalen
salarisstijging wenselijk is en dat hiervoor een uitzondering op de voorwaarden van
arbeidskostenreductie gerechtvaardigd is. Dat geldt wat deze leden betreft echter
niet voor de salarissen van piloten die sneller zijn gestegen dan afgesproken, en
al helemaal niet voor de voortijdige uitkering van bonussen en variabele beloningen
aan het management en de bestuurlijke top.
De leden van de SP-fractie vragen of het kabinet een overzicht kan verschaffen van
het aantal gevallen waarin de salarissen van medewerkers die meer dan twee keer modaal
verdienen sneller zijn gestegen dan ten tijde van de steunverlening is afgesproken.
Is het kabinet daartoe bereid?
Deze leden vragen daarnaast of er buiten de uitkering van 1,3 miljoen euro aan de
heer Elbers nog meer gevallen bekend zijn waarin KLM overging tot onrechtvaardige
uitkering van bonussen. Hoe gaat het kabinet dit bedrag terugvorderen en welke consequenties
heeft deze schending van de afspraken voor KLM? Kan het kabinet toelichten waarom
de staatsagent nog niet in staat is om te concluderen of KLM zich over 2022 heeft
gehouden aan de afspraken ten aanzien van winstdeling? Beschikt het kabinet over aanwijzingen
dat KLM ook op dit terrein niet zou voldoen?
Voorts vragen de leden van de SP-fractie of KLM zou voldoen aan de voorwaarden bij
het steunpakket indien zij na beëindiging van het pakket zou overgaan tot de aangekondigde
bijzondere uitkering van twintig procent van de eerder geleverde arbeidsvoorwaardelijke
bijdrage? Staan er boetes op gestelde voorwaarden waar KLM niet aan blijkt te voldoen
en zo ja, hoe hoog zijn die?
De leden van de SP-fractie achten ten aanzien van de luchtvaartinhoudelijke voorwaarden
het noodzakelijk dat blijvend wordt ingezet op het terugdringen van de impact die
de luchtvaart heeft op het klimaat, de leefomgeving en het woongenot van mensen in
de nabijheid van luchthavens en vliegroutes.
Deze leden vragen ook dit op dit terrein aan het kabinet wat de consequenties zijn
voor KLM indien het bedrijf in een later stadium de vastgestelde omgevingsdoelen bij
het steunpakket niet blijkt te halen? Wat zijn bijvoorbeeld gevolgen voor het bedrijf
als KLM er niet in slaagt om elektrisch taxiën tijdig de norm te maken, of niet voor
2030 voldoet aan de 14 procent bijmengverplichting voor duurzame vliegtuigbrandstoffen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de vierde rapportage van
de staatsagent en de kabinetsreactie. Deze leden delen de teleurstelling en frustratie
over het niet naleven van voorwaarden door KLM ondanks dat het zonder overheidssteun
allang failliet was geweest.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen op welke manier het afdwingen van steun
(compliance) geregeld is in het steunpakket van 3,4 miljard euro aan KLM. Zijn er
afspraken gemaakt over disciplinerende maatregelen of is een escalatieladder ontwikkeld
bij non-compliance?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het klopt dat KLM op geen enkele manier
materieel nadeel heeft ondervonden in de beschikbaarstelling en beprijzing van het
steunpakket van het feit dat zij op structurele basis verscheidene voorwaarden niet
nageleefd heeft.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet richting KLM onder andere
heeft benadrukt de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage serieus te nemen. Welke middelen
heeft het kabinet om dit af te dwingen?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het kabinet vindt dat KLM vaart moet
maken met het opzeggen van het steunpakket. Dit zal naar verwachting in april gebeuren.
Deze leden vragen of er ook andere stappen in kaart gebracht en/of overwogen zijn
dan enkel de mening uit te spreken dat KLM vaart zou moeten maken.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen het kabinet waarom zijn niet direct de kredietfaciliteit
voor KLM heeft stopgezet, omdat niet aan de voorwaarden is voldaan. Deze leden vragen
specifiek of dit juridisch mogelijk is binnen de afspraken van het steunpakket. Zo
nee, waarom is die mogelijkheid (die het Rijk leverage geeft) niet gecreëerd? Zo nee,
waarom heeft het kabinet niet voor deze optie gekozen?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het kabinet het met hen eens is dat door
de gang van zaken rondom het niet naleven van de voorwaarden en de consequentieloosheid
hiervan de indruk bij KLM heeft kunnen ontstaan dat non-compliance kosteloos is. Is
het kabinet het met de leden van de GroenLinks-fractie eens dat dit onwenselijk is?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het kabinet het met hen eens is dat de
schending van voorwaarden tornt aan de doeltreffende en doelmatige besteding van belastinggeld.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen welke juridische of politieke mogelijkheden
er achteraf zijn om KLM te sanctioneren voor het niet naleven van steunvoorwaarden.
In de financiële zin ten aanzien van het steunpakket, dan wel op andere wijzen, zoals
via het aanpakken van mogelijke privileges die KLM geniet, bijvoorbeeld ten aanzien
van hun aanwezigheid bij beleidsdiscussies, net zoals nu bijvoorbeeld de tabaksindustrie,
niet meer wordt uitgenodigd.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen naar de evaluatie. Deze leden vragen specifiek
of het kabinet bereid is daarin ook aandacht te besteden aan de wijze waarop compliance
nu voldoende is afgedwongen via (disciplinerende) elementen in de steunvoorwaarden,
en de wijze waarop in de toekomst compliance beter afgedwongen kan worden. Kan het
kabinet dit expliciet toezeggen, omdat dit immers gaat om de doeltreffende en doelmatige
besteding van belastinggeld?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het kabinet kan toezeggen expliciet in
de evaluatie de vraag mee te nemen of een Europese aanpak ten aanzien van steunpakketten
tot scherpere voorwaarden had kunnen leiden. Nu was dit wellicht ingewikkeld omdat
de marges van nationale luchtvaartmaatschappijen flinterdun zijn, terwijl landen als
Duitsland en Frankrijk zelfde soort operaties hebben uitgevoerd en opereren en het
Europese speelveld er dus mogelijk voor had kunnen zorgen dat een waterbedeffect van
strengere luchtvaartinhoudelijke voorwaarden minder groot was. Is het kabinet bereid
toe te zeggen deze hypothese ten minste te onderzoeken als het gaat om de lessons
learned?
Vragen en opmerkingen van de leden van de JA21-fractie
De leden van de JA21-fractie hebben kennisgenomen van de 4e rapportage Staatsagent KLM en willen het kabinet nog enkele kritische vragen voorleggen.
In de 4e rapportage wordt opnieuw uitgebreid ingegaan op de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage
door het KLM-personeel en wordt een oordeel gegeven over de recente cao-afspraken.
Daarin wordt onder andere gesteld dat KLM met de nieuwe cao niet voldoet aan de voorwaarden
en dat die arbeidsvoorwaardelijke voorwaarden nog gewoon van kracht zijn. Gezien de
uitspraak van de International Labour Organisation (ILO) dat de overheid onjuist heeft
gehandeld bij het opleggen van de overheidsvoorwaarden, onder andere doordat de duur
van de bijdrage zo kort mogelijk moet zijn (en vijf jaar dat niet is) én vakbonden
betrokken hadden moeten zijn, vragen deze leden hoe het volhardend blijven rapporteren
over een loonoffer door het personeel zich verhoudt aan het feit dat al eerder geconstateerd
is dat het ministerie zijn boekje te buiten ging bij loondictaat aan KLM (FD, 22 maart
2022)?
Is het kabinet bekend met de appreciatie van dit rapport in juridisch Nederland, zoals
bijvoorbeeld Jurisprudentie Arbeidsrecht (JAR) 30 april 2022, afl. 6, pagina’s 951/952?
Is het kabinet het het met de conclusies van «juridisch Nederland» eens dat de Nederlandse
overheid Verdrag 98 en het principe van vrije collectieve onderhandelingen ten aanzien
van de werknemers van KLM willens en wetens heeft geschonden? Uit de toelichting van
de deskundige blijkt dat de Nederlandse overheid hier opzichtig tekort is geschoten
tegenover de vakbonden en de werknemers.
Kan het kabinet toelichten hoe dit heeft kunnen gebeuren? Dit mede nu de vakbonden
op voorhand (april 2020) hebben aangeboden overleg te willen plegen én op voorhand
hebben aangegeven dat de weigering van de Nederlandse overheid om dit te doen een
schending van hun rechten zou betekenen? Heeft er tussen de Ministeries van Financiën
en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afstemming plaatsgevonden over de weigering
van de Nederlandse overheid om met de vakbonden in overleg te treden? Zo ja, hoe heeft
dit dan toch mis kunnen lopen? Zo nee, waarom niet?
Erkent het kabinet dat de Nederlandse overheid fundamentele arbeidsrechten, zoals
vastgelegd in de ILO Declaratie 1998 ten aanzien van de werknemers van KLM heeft geschonden?
Zo nee, waarom niet, gegeven de heldere conclusies van de ILO en de arbeidsrechtelijke
commentaren daarop?
Welke consequenties heeft de schending van deze arbeidsrechten voor de destijds betrokken
Minister, betrokken andere bewindslieden en ambtenaren? Wat gaat de overheid anders
doen in de toekomst?
KLM moet er, gelet op de vrijheid van onderhandelingen voor sociale partners vastgelegd
in nationale en internationale wetgeving, er toch vanuit gaan dat er geen voorschriften
bestaan ten aanzien van de cao’s? Een 19 procent arbeidsvoorwaarden reductie-eis zoals
de staatsagent noemt op pagina 7, kan toch geen verplichting meer zijn, zeker gelet
op de erkenning van de Minister van recentere datum dat er nooit staffels bestaan
hebben? Als er, zoals de Minister stelt, helemaal geen staffels bestaan, hoe kan de
staatsagent dan beoordelen of het personeel een voldoende bijdrage zou leveren? Dit
kan dan toch helemaal niet beoordeeld worden, waardoor alle conclusies en bevindingen
van de staatsagent ter zake geen enkele betekenis hebben?
Waarom noemt het kabinet de arbeidsvoorwaardelijke bijdrage teleurstellend, gegeven
het eigen standpunt dat er helemaal geen staffels gelden, terwijl het kabinet tegelijkertijd
ook begrip toont voor de problematiek rondom de arbeidskrapte, hoge inflatie én het
feit dat KLM alles heeft afgelost? Vindt het kabinet een arbeidsvoorwaardelijke bijdrage
dan ook gerechtvaardigd, terwijl de Minister-President (d.d. 14 april 2022) werkgevers
opriep waar mogelijk lonen te verhogen? Waarom geldt die volgens het kabinet alleen
voor lagere lonen en niet midden en hogere inkomens? Die worden toch ook hard geraakt
door torenhoge inflatie, zeker wanneer daar nog een loonreductie wordt geëist door
de overheid?
Waarom rapporteert de staatsagent over zaken die breder zijn dan de scope van zijn
opdracht? Bijvoorbeeld de beschouwingen over NOW-verstrekking, uitstel loonbelastingen,
investeringen in Air France-KLM, structurele aanpassingen en maatschappelijk context
vallen in de ogen van deze leden niet onder de voorwaarden waarop de staatsagent toeziet.
Kan het kabinet ingaan op deze voorbeelden?
Is het kabinet het met de leden van de JA21-fractie eens dat het onwenselijk is dat
de staatsagent persoonlijke meningen of visies (bijvoorbeeld op pagina 4: »materieel
mag echter worden verwacht») opneemt in zijn rapportages? Waarom heeft het kabinet
niet gekozen voor een rapportage die alleen gericht is op feitelijke check op het
voldoen van de overheidsvoorwaarden?
Kan het kabinet in een overzicht inzichtelijk maken wat de kosten zijn van de staatsagent
bij KLM, inclusief de kosten van derden die door de staatsagent zijn ingehuurd, zoals
adviesbureaus en externe woordvoerders en andere adviseurs?
Er is tijdens corona door de overheid staatssteun geleverd aan diverse organisaties
en bedrijven, constateren de leden van de JA21-fractie. Kan het kabinet toelichten
wat het afwegingskader is geweest om bijvoorbeeld bij de beschikbaarheidsvergoeding
aan het openbaar vervoer (OV) geen zogenaamde staatsagent aan te stellen? Hoeveel
beschikbaarheidsvergoeding is inmiddels aan het OV uitgekeerd en moet dit nog terugbetaald
worden?
Kan het kabinet tot slot reflecteren op de keuze van het kabinet om geen looneis te
stellen aan bijvoorbeeld OV-bedrijven in ruil voor steun, terwijl dat wel is gesteld
aan KLM? Is het kabinet het met deze leden eens dat de steun aan KLM net als de beschikbaarheidsvergoeding
aan het OV een maatschappelijk belang dient, zowel qua baanbehoud als beschikbaarheid
van een belangrijke infrastructuur? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
W.A. Lips, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.