Brief Kamer : Geleidende brief bij de Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
36 328 Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 1 GELEIDENDE BRIEF
Den Haag, 22 maart 2023
De Tweede Kamer behandelt jaarlijks haar eigen begroting, de Raming. De Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voegt de Raming toe aan hoofdstuk IIA van
de Rijksbegroting. In deze brief bij de Raming worden de belangrijkste aandachtspunten
voor 2024 beschreven. Het biedt naast de bespreking van de begroting ook de gelegenheid
om de werkwijze van de Tweede Kamer en de wensen ten aan zien van de dienstverlening
van de Kamerorganisatie te bespreken.
In deze brief wordt ingegaan op een aantal thema’s die ook volgend jaar onze prioriteit
hebben. Zo blijven integrale veiligheid (sociaal, fysiek en digitaal), het versterken
van het parlementaire proces en de informatiepositie van de Tweede Kamer ook in 2024
hoog op de agenda van het Presidium staan.
Het Presidium heeft zichzelf tot taak gesteld om de veiligheid binnen de Tweede Kamer
voortdurend te monitoren en verbeteren.
Het uitgangspunt blijft dat de Tweede Kamer een veilige en prettige omgeving voor
iedereen moet zijn. Dat geldt voor Kamerleden, medewerkers, ambtenaren, bewindspersonen,
journalisten en de mensen die hier dagelijks op bezoek komen.
Als het gaat om de informatiepositie van de Tweede Kamer vindt het Presidium het van
groot belang dat de Tweede Kamer als eerste wordt geïnformeerd over nieuwe beleidsvoornemens
van het Kabinet. Te vaak heeft de Kamer het afgelopen jaar nieuwe beleidsvoornemens
in de media moeten vernemen. Hierover zal het gesprek met het Kabinet ook in 2024
voortgezet worden. Kamerleden moeten hun controlerende taak goed kunnen uitoefenen.
In deze brief wordt een toelichting gegeven op ontwikkelingen die de komende jaren
speciale aandacht vragen van onze organisatie. Uiteraard bouwen we hierbij voort op
de Raming van voorgaande jaren.
1. Borgen en versterking van het Parlementaire proces
– Werkwijze Tweede Kamer
Het afgelopen jaar zijn concrete stappen gezet om de werkwijze van de Tweede Kamer
te verbeteren. Er is meer tijd en aandacht gekomen voor het wetgevingsproces. In verschillende
vaste Kamercommissies is besloten tot het instellen van (wetgevings)rapporteurs. Het
rapporteurschap biedt de gelegenheid om dieper op onderwerpen in te gaan en ook een
focus aan te brengen bij punten die breed in de Kamer leven. Uit de tussentijdse monitor
«Rapport Versterking functies Tweede Kamer» (Kamerstuk 35 992, nr. 19) blijkt dat rapporteurschappen in vele vormen inzetbaar zijn en ook zichtbaar resultaat
opleveren. De verschillende rapporteurschappen versterken de kennispositie van Kamerleden.
Het Presidium gaat ervan uit dat de commissies de komende jaren meer gebruik zullen
maken van het werken met rapporteurs. Om het rapporteurschap meer zichtbaarheid te
geven hebben – bij wijze van experiment – de rapporteurs van de Commissie voor Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit aan het begin van het plenaire begrotingsdebat d.d. 6 december
2022 maximaal 4 minuten spreektijd gekregen namens de commissie (Handelingen II 2022/23,
nr. 31, item 23). De Commissie voor de Rijksuitgaven zal in haar jaarlijkse evaluatie van de begrotingscyclus
de inzet van begrotings-en verantwoordingsrapporteurs evalueren, inclusief het experiment
om de LNV-begrotingsrapporteurs spreektijd te geven bij de plenaire behandeling. De
griffier ziet toe op een bredere evaluatie van de verschillende rapporteurschappen,
waarbij ook naar EU-rapporteurs en wetgevingsrapporteurs wordt gekeken. Het Presidium
ziet de uitkomsten van deze evaluaties met belangstelling tegemoet.
Ter verbetering van de kennispositie van de Tweede Kamer heeft het Presidium op 8 juni
2022 besloten een pilot te starten om de ambtelijke ondersteuning te versterken met
een aantal beleidsjuristen, met als doel het bieden van politiek-neutrale inhoudelijke
advisering aan de Kamer en de commissies bij de behandeling van wetsvoorstellen van
de regering en bij de evaluatie van recent in werking getreden wetgeving. De informatie
is toegankelijk voor alle Kamerleden. De benodigde capaciteit voor deze inhoudelijke
ondersteuning wordt tijdelijk toegevoegd aan de formatie van de Dienst Analyse en
Onderzoek. Hiermee is een stap gezet ter verdere versterking van de ondersteuning
bij de medewetgevende en controlerende taak van de Tweede Kamer. De pilot loopt van
september 2022 tot en met december 2023, met een tussentijds weegmoment voor het zomerreces
2023. Een betere kennispositie draagt bij aan een betere voorbereiding van Kamerleden.
In het bijzonder voor de leden van fracties met beperkte capaciteit kan deze extra
ambtelijke ondersteunende dienstverlening bijdragen aan het verlagen van de werkdruk.
In 2022 is uitvoering gegeven aan de motie van de leden Paternotte en Bisschop (Kamerstuk
35 992, nr. 5) om in het plenaire schema één dag in de week tijd in te ruimen voor het behandelen
van wetgeving. De Kamervoorzitter heeft bij haar voorstellen voor de Kameragenda gedurende
een langere periode (tot medio februari 2023) zo veel als mogelijk de woensdag gereserveerd
voor de behandeling van (initiatief)wetgeving. Het Presidium staat positief tegenover dit uitgangspunt en wil dit bestendigen.
Tegelijkertijd is gebleken dat «wettenwoensdag» zich niet altijd goed verdraagt met
uitspraken van de Kamer met betrekking tot de agenda, de agenda van de Kamercommissies
en/of de agenda van bewindspersonen. Een formalisering van dit uitgangspunt kan dan
in voorkomende gevallen leiden tot verlies van plenaire vergadertijd, tot het niet
kunnen honoreren van actuele Kamerwensen met betrekking tot de agenda en tot een onnodige
doorkruising van commissieagenda's. Het Presidium is hoe dan ook van oordeel dat de
rol van medewetgever in voldoende mate tot uitdrukking moet blijven komen in de Kameragenda.
Het nieuwe instrument van de «strategische procedurevergaderingen» is het afgelopen
jaar geïmplementeerd en kan op brede waardering rekenen. Los van de actualiteit wordt
in deze vergaderingen vooruit geblikt op aankomende werkzaamheden en wordt de eigen
werkwijze geëvalueerd, wat o.a. de voorbereiding van wetgeving ten goede komt.
Op verzoek van de Tweede Kamer (motie van de leden Van der Molen en Özütok, Kamerstuk
35 340, nr. 7) heeft het Rathenau Instituut onderzocht hoe de instrumenten petities en burgerinitiatieven
verbeterd kunnen worden, met name op gebied van toegankelijkheid en transparantie.
Het onderzoek laat zien dat het burgers een stuk makkelijker gemaakt kan worden om
zaken voor het voetlicht te brengen. De mogelijkheden en de consequenties van de gedane
aanbevelingen worden op dit moment nader uitgewerkt.
De Commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven (CVB) heeft naar aanleiding
van het rapport Versterking functies Tweede Kamer van de werkgroep Van der Staaij II
(Kamerstuk 35 992, nr. 1) aanbevelingen gedaan over hoe Kamerbreed burgersignalen uit brieven/ e-mails en
verzoekschriften structureler opgevangen en beter benut kunnen worden. De commissie
is inmiddels bezig hoe ze haar stimulerende en coördinerende rol vorm kan geven. Het
betreft onder mee het verbeteren van haar bekendheid, onder andere via duidelijke
en visuele informatie op de website. Verder wordt het komende jaar bij de vakcommissies
een pilot uitgevoerd met betrekking tot de signalen die burgers afgeven. Ook wordt
samenwerking gezocht met andere organisaties, zoals de Nationale ombudsman.
Zoals is aanbevolen in het rapport Versterking functies Tweede Kamer wordt door de
Kamer sinds kort gebruik gemaakt van het nieuwe instrument van de «parlementaire verkenning».
Een parlementaire verkenning voorziet in de lacune tussen de incidentele inzet van
kennisinstrumenten, zoals rondetafelgesprekken, stafnotities en technische briefings,
en een omvangrijk parlementair onderzoek. Het geeft de kans om bestaande en nieuwe
middelen te combineren om zo een volledig beeld van een vraagstuk te krijgen. Een
verkenning kan met name nuttig zijn bij complexe beleids- of uitvoeringsvraagstukken
over nieuw of bestaand overheidsbeleid dat grote impact heeft op (groepen) burgers.
De commissie kan dan – op basis van eigen onderzoek en met ondersteuning van de staf
– de inzichten van deskundigen, belanghebbenden en betrokken ambtenaren in kaart brengen
aan de hand van gerichte onderzoeksvragen. Deze inzichten kunnen als inbreng dienen
voor het debat met de bewindspersoon.
Op 23 februari 2023 is het rapport «evaluatie kabinetsformatie 2021/2022» aangeboden
aan de Tweede Kamer (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 210). Sinds 2012 heeft de Kamer de regie over de formatie. De onderzoekers bevelen aan
om als Kamer het debat te voeren over de rol die zij wenst te hebben in de formatie.
Het Presidium heeft op 8 maart 2023 besloten het evaluatierapport in handen te stellen
van de Commissie voor de Werkwijze. Binnen de Commissie voor de Werkwijze kan de verdere
aanpak van de aanbevelingen worden doorgesproken.
De werkgroep «Versterking functies Tweede Kamer» onder voorzitterschap van het lid
Van der Staaij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het verbeteren van de wetgevende,
controlerende en vertegenwoordigende taak van de Kamer. Voor het Presidium blijft
het versterken van de werkwijze van de Tweede Kamer een voortdurend aandachtspunt.
Het Presidium is voornemens, na ontvangst van de eindrapportage van de werkgroep in
het voorjaar van 2023, de uitwerking van de aanbevelingen te blijven monitoren door
de aanbevelingen van de werkgroep een vast onderwerp van gesprek te laten zijn in
de Commissie voor de Werkwijze en in het overleg van de Voorzitter met de commissievoorzitters.
Daarnaast vraagt de realisatie van de doelen uiteraard ook een actieve participatie
van alle Kamerleden.
– Uitbreiding Kamerorganisatie
De afgelopen jaren hebben veel veranderingen plaatsgevonden in het personeelsbestand
van de Kamer. In de periode tussen 2016 en 2021 zijn alle diensten gereorganiseerd
of heeft er een herijking plaatsgevonden. De laatste jaren is de ambtelijke organisatie
behoorlijk uitgebreid. De organisatie kent sinds 1 mei 2022 een Woo-loket waar verzoeken
binnen komen op grond van de Wet open overheid (Woo). Er wordt voortdurend ingespeeld
op maatschappelijke gebeurtenissen waarbij de veiligheid van Kamerbewoners in het
geding is. Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot een uitbreiding van de Beveiligingsdienst
en de oprichting van het bureau Beveiligingsautoriteit (BVA). De personele capaciteit
bij de Dienst Analyse en Onderzoek (DAO) en de Griffies Commissies is ook uitgebreid
met het oog op de versterking van de (mede)-wetgevende, representatieve en controlerende
taak van de Kamerleden. De specifieke mutaties bij de verschillende diensten kunt
u teruglezen in de begrotingstoelichting.
In 2024 wil de stafdienst HR van de Tweede Kamer breed inzetten op Strategische Personeelsplanning
(SPP). Met diverse diensten worden interne en externe ontwikkelingen besproken en
de impact die deze ontwikkelingen hebben op de kwalitatieve en kwantitatieve bezetting.
Vervolgens worden plannen opgesteld om het verschil tussen het huidige personeelsbestand
en het gewenste personeelbestand inzichtelijk te krijgen en daar op in te spelen.
Deze cijfermatige aanpak maakt het mogelijk om op basis van data beleid te ontwikkelen.
Op deze wijze blijft de Tweede Kamer een vitale organisatie.
De krapte op de arbeidsmarkt is ook merkbaar bij het vervullen van vacatures binnen
de Tweede Kamer. De stafdienst HR beoogt potentiele kandidaten door middel van actieve
werving te enthousiasmeren voor het werken bij de Tweede Kamer.
– Informatiepositie Kamer
De inlichtingenplicht van artikel 68 Grondwet is essentieel voor de controlerende
taak van het parlement ten opzichte van de regering. Het vragen om inlichtingen is
een individueel recht van alle Kamerleden. De vraag welke inlichtingen moeten worden
verstrekt en op welke wijze is regelmatig onderwerp van de discussie tussen de Tweede
Kamer en het kabinet. Voor een adequate uitoefening van de controlerende taak van
de Tweede Kamer is een goede informatieverstrekking van de regering noodzakelijk.
In een brief van 12 december 2022 heeft de Voorzitter het kabinet gevraagd meer helderheid
te geven omtrent hun opvatting ten aanzien van het delen van documenten waar individuele
Kamerleden om vragen. De enige wetgevingsgrond voor het niet verstrekken van informatie
is immers het belang van de staat.
Daarnaast heeft de Voorzitter overleg gevoerd met de Minister-President over de wekelijkse
stroom van stukken van de regering naar de Tweede Kamer. Een geregeld terugkerend
verschijnsel is dat media eerder op de hoogte zijn van nieuwe beleidsvoornemens dan
de Kamer. Dat kan het gevolg zijn van verstrekking aan de media voordat tijdige verzending
aan de Kamer heeft plaats gevonden. Deze situatie is zeer ongewenst. Tijdens de gesprekken
met de Minister-President is door de Voorzitter benadrukt dat stukken die voor de
Tweede Kamer bestemd zijn, kenbaar behoren te zijn voor de leden vóórdat deze in de
publiciteit komen. De Voorzitter heeft onderstreept dat het voortijdig bekend maken
van informatie aan de media aanleiding kan zijn om de betrokken bewindspersoon te
vragen tijdens het eerstvolgende vragenuur in de Kamer verantwoording af te leggen.
Het Presidium heeft in 2021, op verzoek van de Kamer (Kamerstuk 35 752, nr. 11), een werkgroep informatie-afspraken Tweede Kamer ingesteld, onder voorzitterschap
van het lid Inge van Dijk. Deze werkgroep heeft als taak om de processen rond de informatievoorziening,
de omgang met artikel 68 Grondwet en de beantwoording van Kamervragen nader in kaart
te brengen. De resultaten van deze werkgroep worden later in 2023 verwacht.
– Digitalisering en informatiehuishouding
Een goede informatievoorziening is essentieel voor het zijn van een transparante en
open Kamerorganisatie. Hiervoor is binnen de Tweede Kamer een i-strategie ontwikkeld,
die in 2020 door het MT is vastgesteld en verschillende keren in het Presidium is
besproken. Deze strategie vormt de basis om de digitalisering van de Tweede Kamer
naar een hoger niveau te brengen. De uitwerking van de moties van het lid Van Gent
c.s. (Kamerstuk 35 322, nr. 43) over effectief opereren in tijden van crisissituaties en het lid Bromet (Kamerstuk
36 062, nr. 10) over het invoeren van een papierloos vergadersysteem sluiten daar logisch op aan.
De Werkgroep Effectief Opereren in crisissituaties heeft op 30 november 2022 haar
verslag aan het Presidium aangeboden (Kamerstuk 36 062, nr. 17). Deze werkgroep heeft aanbevelingen gedaan aan het Presidium over de toepassing
van een digitaal quorum, digitaal beraadslagen en digitaal stemmen in tijden van crisissituaties.
Het Presidium heeft de CIO gevraagd in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn
voor een dergelijke digitale infrastructuur. Het Presidium heeft op 5 juli 2022 een
brief gestuurd aan de Kamer met nadere informatie over papierloos werken en vergaderen
(Kamerstuk 36 062, nr. 14). De motie van het lid Bromet wordt gefaseerd uitgevoerd en in een tempo dat past
bij het complexe en uitgebreide traject dat moet worden doorlopen. Veiligheid staat
hierbij voorop. De uitvoering van deze beide moties zal voor een belangrijk deel in
2024 zijn beslag krijgen.
Om de informatiepositie van de Kamer te verbeteren en de transparantie van het Kamerwerk
te vergroten is de Tweede Kamer bezig met het op orde brengen van de informatiehuishouding
door middel van het programma Verbetering Informatiehuishouding Tweede Kamer (VITK).
Dit is een complex proces en neemt 4 á 5 jaar in beslag. Vanaf 2024 wordt er binnen
de Kamer een «Document Management Systeem» uitgerold, waardoor – in samenhang met
de modernisering van de werkplek – informatie beter wordt opgeslagen en makkelijker
wordt teruggevonden. Door dit programma kan de organisatie beter voldoen aan de verplichtingen
uit de Archiefwet en Wet open overheid. De Dienst Informatie en Archief (DIA) zal
in 2024 een kwaliteitsimpuls krijgen zodat het dienstenaanbod gelijke tred houdt met
nieuwe ontwikkelingen en veranderende behoefte van de Kamerorganisatie op het brede
vlak van informatievoorziening.
De Wet Open Overheid (Woo) is op 1 mei 2022 in werking getreden. Het onderdeel passieve
openbaarmaking, het reageren op verzoeken om informatie door journalisten of burgers,
heeft een behoorlijke impact op de ambtelijke organisatie. Het zoeken naar deze informatie
en het beoordelen van documenten bij grote Woo-verzoeken vergt veel capaciteit bij
specifieke organisatieonderdelen waar op dit moment weinig ervaring is met de procedures1. Dat wringt met de korte behandeltermijn. Het onderdeel actieve openbaarmaking, waarmee
de Tweede Kamer proactief transparantie biedt, wordt in 2024 ondergebracht bij het
meerjarige programma VITK. De ambitie is om het Woo-loket dat belast is met passieve
openbaarmaking in 2024 over te dragen van het «programma Implementatie Woo» naar de
staande organisatie2. De voorbereidingen voor deze overgang worden in gang gezet.
– Onderzoeksinstrumenten Kamer
De parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen heeft haar werkzaamheden
grotendeels afgerond. Het rapport «Groningers boven gas» is 24 februari 2023 gepresenteerd
in Zeerijp te Groningen (Kamerstuk 35 561, nrs. 5 t/m 11). De rapportage is nu in behandeling bij de Kamer.
Op dit moment loopt er nog een tweede parlementaire enquête en is de voorbereiding
gaande voor een derde. De enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening is in 2022
van start gegaan maar heeft de planning van haar werkzaamheden aangepast wegens vertragingen
in de aanlevering van de gevorderde informatie. De commissie streeft ernaar om het
rapport in januari 2024 op te leveren.
De Tweede Kamer heeft op 28 juni 2022 ingestemd met de instelling van de tijdelijke
commissie Corona, die de taak heeft gekregen een voorstel te doen voor de opzet van
een parlementaire enquête over corona (Kamerstuk 36 142, nr. 1). Deze commissie zal naar verwachting later dit voorjaar haar onderzoeksvoorstel
aan de Kamer aanbieden, waarna de Kamer kan besluiten tot de daadwerkelijke instelling
van een enquêtecommissie.
De parlementaire enquêtes leggen ook in 2023 en 2024 een groot beslag op zowel de
politieke als de ambtelijke capaciteit. De planning en de samenloop van de enquêtes
wordt nauwlettend in de gaten gehouden.
2. Integrale veiligheid
– Algemene ontwikkelingen
De Tweede Kamer staat voor diverse veiligheidsuitdagingen. Integrale Veiligheid is
daarom een belangrijk onderwerp voor de Kamerorganisatie. Het veiligheidsbeeld in
de maatschappij is veranderd en het anti-overheidsdenken is de afgelopen jaren toegenomen.
Dit heeft impact op de veiligheidssituatie van het gebouw, de systemen en de leden
van de Tweede Kamer. De werkdruk van de BVA (Beveiligingsautoriteit) – belast met
o.m. advies en voorlichting aan Kamerleden – is daardoor flink toegenomen. Het bureau
heeft een grote professionaliseringslag ondergaan en is sinds dit jaar vrijwel op
volledige sterkte.
In 2024 behoudt de veiligheid van Kamerleden, Kamerbewoners, het pand en de systemen
van de Tweede Kamer een hoge prioriteit. Dit zien we onder andere terug in de integrale
benadering van veiligheid: het streven naar een allesomvattende aanpak die rekening
houdt met meerdere factoren die de veiligheid kunnen bedreigen of bevorderen. Een
goede samenwerking met veiligheidspartners (zoals politie, OM en NCTV) helpt hierbij,
deze is recent dan ook versterkt. Op het gebied van de fysieke beveiliging zijn verschillende
beveiligingsmaatregelen in en rondom het pand B67 aangescherpt. Ook is veel geoefend
en getraind met in- en externe partners. In 2023 en 2024 zullen deze oefeningen worden
gecontinueerd. Intern is ook veel aandacht besteed aan het vergroten van het beveiligings-
en veiligheidsbewustzijn van de Kamerbewoners.
– Digitale veiligheid
Naast fysieke veiligheid besteedt de Kamer ook ruimschoots aandacht aan informatieveiligheid.
Het speelveld rondom informatiebeveiliging is voortdurend aan verandering onderhevig.
Er worden steeds weer nieuwe kwetsbaarheden ontdekt die grote gevolgen kunnen hebben
voor de informatiesystemen van de Tweede Kamer. Bureau CISO (Chief Information Security
Officer) beoogt de risico’s te beheersen ten aanzien van de beschikbaarheid, integriteit
en vertrouwelijkheid van onze (informatie)systemen. Prioriteiten van het bureau CISO zijn de komende tijd de verdere voorbereiding
op cyberincidenten en bewust en veilig (digitaal) gedrag van Kamerbewoners. Hierbij
werkt bureau CISO nauw samen met andere diensten, fracties en een aantal vertrouwde
externe partijen. In het bijzonder besteedt Bureau CISO in 2024 – in nauwe afstemming
met de Dienst Automatisering – aandacht aan de security rondom de nieuwe werkplek.
Dit is een vervolg op activiteiten die reeds in 2022 en 2023 in gang zijn gezet.
– Sociale veiligheid
In de tweede helft van 2022 is binnen de Tweede Kamer onrust ontstaan, zowel politiek
als binnen de ambtelijke organisatie, naar aanleiding van het instellen van een onderzoek
naar aanleiding van twee binnengekomen anonieme brieven met betrekking tot ongewenste
omgangsvormen. Ondanks het vertrek van de griffier en een aantal leden van het MT
heeft de ambtelijke organisatie bewezen veerkrachtig te zijn en is de ondersteuning
van het Kamerwerk onverminderd doorgegaan. Hierbij willen wij ook dank uitspreken
aan de waarnemend griffier, de heer Hamilton en de tijdelijke directeur Bedrijfsvoering/Huisvesting,
mevrouw Penninga, voor hun snelle start.
Het Presidium en de griffier hebben op 28 september 2022 besloten tot het instellen
van een onderzoek door Bureau Hoffman naar aanleiding van de binnengekomen anonieme
brieven. Teneinde optimale onafhankelijkheid van de uitvoering van dit onderzoek te
waarborgen is het opdrachtgeverschap gedelegeerd aan drie hoogleraren buiten de Kamerorganisatie
(Kamerstuk 36 221, nr. 7).
Daarnaast wordt vanaf april 2022 een extern onderzoek uitgevoerd door de Universiteit
Utrecht naar sociale veiligheid binnen de Tweede Kamer. Dit onderzoek beoogt een beeld
te geven over de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende groepen Kamerbewoners;
wat gaat goed en wat kan beter in het kader van sociale veiligheid. Het Presidium
hecht grote waarde aan de uitkomsten van beide onderzoeken en ziet deze met belangstelling
tegemoet. Alle Kamerbewoners hebben immers recht op een veilige werkplek waarin geen
plaats is voor ongewenste omgangsvormen zoals pesten, discriminatie of (seksuele)
intimidatie. De uitkomsten van de onderzoeken kunnen bijdragen aan het verbeteren
van het beleid rondom sociale veiligheid binnen de Tweede Kamer. Het werken aan een
sociaal veilig werkklimaat is een belangrijke opdracht voor de komende tijd. De Tweede
Kamer moet een plek zijn waar medewerkers hun werk op een prettige en veilige manier
kunnen uitvoeren en zich durven uit te spreken indien zij zich zorgen maken.
3. Inclusie en diversiteit
Een democratische omgeving als de Tweede Kamer dient een afspiegeling te zijn van
de maatschappij, om dit waar te maken is diversiteit en inclusie een blijvend aandachtspunt.
Om flexibel en verbindend in te kunnen inspelen op maatschappelijke en organisatorische
opgaven zijn verschillende perspectieven, (regionale) achtergronden, oriëntaties en
kennis belangrijke randvoorwaarden. Vanuit goed werkgeverschap zijn alle medewerkers
met hun persoonlijke kenmerken en achtergronden welkom. Iedereen moet zich vrij en
veilig voelen om zichzelf te zijn, een mening te geven en zich gewaardeerd en gerespecteerd
te voelen.
Het beleid rond diversiteit en inclusie heeft als doel om dit binnen onze organisatiecultuur
te verankeren en bewustwording te creëren. In het kader van diversiteit hebben trainingen
plaats gevonden op het gebied van onbevooroordeeld werven en selecteren. Leidinggevenden
worden ook in 2024 uitgenodigd om deze trainingen te volgen. Deze lijn is in 2023
uitgezet.
Verder is de manier waarop de Tweede Kamer zich uit op de arbeidsmarkt opnieuw bekeken,
waarbij rekening is gehouden met objectiviteit en diversiteit in bijvoorbeeld vacatureteksten.
De Tweede Kamer zet zich ook in 2024 in om werk en passende begeleiding te bieden
aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het quotum arbeidsplaatsen voor mensen
uit het doelgroepenregister is in 2022 behaald. Dit geldt ook voor de doelstellingen
op het gebied van vrouwen in leidinggevende functies en een gezonde(re) leeftijdsopbouw
in het personeelsbestand.
Daarnaast blijft de Tweede Kamer in overleg met diverse belangengroepen verbeteringen
doorvoeren op het gebied van de toegankelijkheid van het gebouw. Er worden bijvoorbeeld
contrasterende stippen op de trappen aangebracht. Ook wordt onderzocht of de liften
kunnen worden uitgevoerd met gesproken woord.
4. Duurzaamheid
Het Presidium streeft ernaar om actief bij te dragen aan een duurzame werkomgeving.
Het gebouw B67, waar de Kamer tijdelijk gehuisvest is, heeft het energielabel B toegekend
gekregen. Met dit energielabel voldoet het gebouw van de Tweede Kamer – ook in 2024
– aan de norm die geldt voor duurzaamheid en energieverbruik voor overheidsgebouwen.
De overheidscampagne «Zet ook de knop om» en de op 5 april 2022 (Handelingen II 2021/22,
nr. 68, item 23) aangenomen motie van het lid Van der Plas (Kamerstuk 35 925 XV, nr. 143) vragen de thermostaat 2 graden kouder te zetten en in de zomer minder te koelen,
met als doelstelling waar mogelijk energieverbruik terug te dringen. Het Rijksvastgoedbedrijf
(RVB) is een onderzoek gestart om te klimaatinstallaties in te regelen om dit te realiseren.
De regeling van het klimaat voor B67 is echter complex. Het RVB verwacht de onderzoeksresultaten
op z’n vroegst in het voorjaar van 2023 met de Kamer te kunnen delen. Hieruit zal
blijken of de integrale aanpak voor klimaatinstallaties in 2024 haalbaar is.
Op dit moment wordt binnen de Tweede Kamer-organisatie gewerkt aan een duurzame oplossing
ter vervanging van wegwerpbekers naar aanleiding van de motie van het lid Van Esch
(Kamerstuk 30 872, nr. 280). Uit de milieuanalyse die binnen de Kamer is uitgevoerd, blijkt dat het gebruik
van porseleinen bekers de meest duurzame oplossing is. De verwachting is dat na het
zomerreces 2023 binnen het Kamergebouw geen gebruik meer wordt gemaakt van wegwerpbekers.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft in een brief d.d. 29 maart
2022 (Kamerstuk 30 872, nr. 274) aangekondigd dat er per 2024 een verbod op wegwerpbekers zal komen in kantoorpanden.
De Tweede Kamer voldoet tijdig aan dit aankomende verbod.
5. Renovatie Binnenhof
Het debat over de renovatie Binnenhof wordt gevoerd door de Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening, binnen de Tweede Kamer vindt dit debat plaats bij de Commissie
voor Binnenlandse Zaken. De renovatie van het Binnenhof wordt uitgevoerd door het
RVB. Als gebruiker van het Binnenhof is de Tweede Kamer nauw betrokken bij dit proces;
zij stelt de programma’s van eisen en de ontwerpen vast. Op 6 juli 2022 heeft het
Presidium het Definitief Ontwerp vastgesteld. Sindsdien wordt door de architecten
en het RVB intensief gewerkt aan het Technisch Ontwerp (TO). Het TO wordt in 2023
gefaseerd per gebouwdeel opgeleverd, getoetst en vastgesteld. Het streven is om het
TO uiterlijk begin 2024 af te ronden. Daarna begint de fase van verdere detaillering
en maatwerk in het Uitvoeringsontwerp.
Parallel aan het traject renovatie Tweede Kamer lopen verschillende aparte trajecten
met een eigen planning. Dit betreft voor de Tweede Kamer onder meer de centrale publieksentree,
het interne en externe verlichtingsontwerp en het materiaal- en interieurontwerp,
alsmede de gebruikersonderwerpen voor het hele Binnenhof zoals de Technische Hoofdinfrastructuur
onder het Binnenhof, de parkeergarage en het ontwerp van de buitenruimte.
Daarnaast loopt het project «lange termijn huisvesting» waarvan de renovatie van de
dependances onderdeel uitmaakt. Het doel hiervan is aan de groeiende ruimtebehoefte
te kunnen voldoen. Voor dit project gelden dezelfde uitgangspunten als bij de renovatie
van de Tweede Kamer. De totale huisvesting van de Tweede Kamer dient gelijktijdig
opgeleverd te worden. In de voortgangsrapportages van de verantwoordelijke Minister
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over
de voortgang, de planning en de financiën van de renovatie.
6. Tot slot
Het Presidium is van mening dat de Raming 2024 die u hierbij wordt aangeboden een
goede basis biedt om het komende jaar invulling te geven aan de werkzaamheden van
de Tweede Kamer. De benodigde middelen hiervoor zijn opgenomen in de bijgevoegde dwarsstaat
en in de begrotingstoelichting. Het Presidium ziet uit naar een constructief gesprek
over deze Raming.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Vera Bergkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.