Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Nader verslag
36 157 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk wetboek tot implementatie van Richtlijn (EU) 2021/2101 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de openbaarmaking van informatie over de winstbelasting door bepaalde ondernemingen en bijkantoren (Implementatiewet Richtlijn openbaarmaking winstbelasting)
Nr. 8 NADER VERSLAG
Vastgesteld 14 maart 2023
De vaste commissie voor Financiën heeft na kennisneming van de nota van naar aanleiding
van het verslag en de nota van wijziging nog behoefte nadere vragen en opmerkingen
aan de regering voor te leggen.
Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende
zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorliggende
wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het
verslag en danken de regering daarvoor. Deze leden hebben nog enkele (verduidelijkende)
vragen.
De leden van de VVD-fractie constateren dat in de nota naar aanleiding van het verslag
staat dat dat beleggers niet op basis van het verslag inzake de winstbelasting beslissingen
nemen. Volgens de regering nemen beleggers alleen op basis van financiële informatie
beslissingen. Deze leden zijn van mening dat dit een inmiddels achterhaalde visie
is op beleggers. Institutionele beleggers zijn namelijk op grond van de Europese verordening
betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector
(SFDR) zelfs wettelijk verplicht om niet-financiële informatie te betrekken bij hun
beleggingsbeslissingen. In de SFDR staat dat als zij zichzelf als «duurzame belegger»
karakteriseren (en dat zijn inmiddels veel pensioenfondsen), zij een beleid moeten
hebben om te onderzoeken of de ondernemingen waarin zij beleggen zich houden aan de
belastingwetgeving en zo niet, dat zij de aandelen van de desbetreffende onderneming
moeten verkopen. Eén van de criteria kan dan zijn of de onderneming zich houdt aan
de opmaak van een verslaglegging per land (CbCR). Het beleid van een belegger kan
ook zijn dat een onderneming geen gebruik dient te maken van een land dat gekwalificeerd
kan worden als belastingparadijs. Als uit het CbCR blijkt dat die onderneming daarvan
wel gebruik maakt, dan zal deze belegger het besluit nemen om de aandelen te verkopen.
Kan de regering hierop reageren?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie of de regering nader kan toelichten hoe
de handhaving wordt vormgegeven door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en of
de AFM een bestuurlijke boete kan opleggen voor het niet naleven. Kan de regering
hierop nader ingaan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden
van de Minister en Staatssecretaris op de gestelde vragen. De leden van de D66-fractie
danken de bewindspersonen voor hun zorgvuldige beantwoording. Deze leden hebben nog
een paar vervolgvragen.
De leden van de D66-fractie werden getriggerd door de vragen over de voor- en nadelen
van het geaggregeerd weergeven van informatie van niet-lidstaten. Deze leden zijn
benieuwd of de bewindspersonen kennis hebben genomen van het bezoek van professor
Zucman aan Nederland en aan de Kamer. Zucman stelt dat een mogelijke oplossing voor
het probleem van eerlijke mondiale winstbelasting is dat één of meerdere landen zich
opstellen als tax collector of last resort. Hierbij innen zij de belasting die een
bedrijf eigenlijk zou moeten betalen over de eigenlijke winst in dat land, maar dat
niet doet doordat elders belasting over deze winst wordt betaald tegen een lager tarief.
Het voordeel hiervan is dat er geen multilateraal akkoord gesloten hoeft te worden,
wat in de praktijk vaak lastig is. Voorwaarde hiervoor is wel dat het inzichtelijk
is hoeveel winstbelasting die bedrijven in andere landen betalen. Hoe kijkt de regering
aan tegen deze mogelijk oplossing van Zucman? Ziet de regering hier perspectief in?
Hoe bekijkt de regering dat in het licht van de geaggregeerde presentatie van data
van niet-lidstaten? Is dit niet een cruciale belemmering voor misschien wel een kansrijke
stap richting eerlijke belasting van grote multinationals? Geeft dit aanleiding om
in 2027 extra in te zetten op het niet langer geaggregeerd in beeld brengen van informatie
van niet-lidstaten? Hoe bekijkt de regering dit in het licht van de lopende OESO-onderhandelingen
waaraan wordt gerefereerd? Tot slot zijn de leden van de D66-fractie benieuwd in hoeverre
de regering denkt dat deze richtlijn effectief is, gegeven de mogelijkheden van bedrijven
om via boekhoudkundige trucs winsten te drukken.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie verzoeken de regering om nader toe te lichten waarom er
gekozen wordt voor een delegatiebepaling en niet voor een volwaardig wetgevingstraject
als de regering (in beginsel) slechts akkoord gaat met richtlijnvoorstellen als er
een realistische implementatietermijn is.
Kan de regering aan de leden van de PVV-fractie aangeven hoe vaak het is voorgekomen
dat een bepaalde richtlijn niet tijdig was geïmplementeerd, omdat het wetgevingstraject
te veel tijd in beslag nam? Kan de regering hierbij per richtlijn ingaan op de gevolgen
van de niet-tijdige implementatie?
Kan de regering aan de leden van de PVV-fractie aangeven hoe vaak de regering heeft
ingestemd met een niet-realistische implementatietermijn? Welke richtlijn(en) betrof
het en waarom heeft de regering destijds alsnog ingestemd?
In de nota van wijziging staat dat de grondslag voor de ministeriële regeling alleen
is opgenomen ten behoeve van de uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen die regelmatig
kunnen wijzigen. Kan de regering aan de leden van de PVV-fractie een uitputtend overzicht
verstrekken van alle EU-rechtshandelingen die bindend zijn en hierbij aangeven welke
regelmatig wijzigen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
voorgestelde implementatiewet Richtlijn openbaarmaking winstbelasting. Deze leden
hebben na raadpleging van de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging
geen aanvullende vragen voor de regering over het onderhavige wetsvoorstel.
De voorzitter van de commissie, Tielen
De griffier van de commissie, Schukkink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Voor | |
D66 | 24 | Voor | |
PVV | 17 | Voor | |
CDA | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Tegen | |
DENK | 3 | Voor | |
Groep Van Haga | 3 | Voor | |
JA21 | 3 | Tegen | |
SGP | 3 | Voor | |
Volt | 2 | Voor | |
BBB | 1 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Tegen | |
Gündogan | 1 | Voor | |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.