Verslag van een werkbezoek : Verslag van een werkbezoek van een delegatie uit de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan Berlijn van 8 tot en met 10 september 2022
35 360 Verslag van een werkbezoek aan Berlijn door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Nr. 2
VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE
ZAKEN AAN BERLIJN VAN 8 TOT EN MET 10 SEPTEMBER 2022
Vastgesteld 8 maart 2023
Een delegatie van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken heeft van 8 tot
en met 10 september 2022 een werkbezoek gebracht aan de Duitse hoofdstad Berlijn.
De delegatie brengt hierbij beknopt verslag uit van dit bezoek. Het doel van het bezoek
was om zich te laten informeren over de actuele ontwikkelingen in het buitenlandse
beleid van de nieuwe Duitse regering, in het bijzonder over de door bondskanselier
Scholz aangekondigde «Zeitenwende» als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne.
De delegatie sprak daartoe zowel met regeringsvertegenwoordigers als met leden van
de relevante vakcommissies van de Duitse Bondsdag. Verder bouwde het bezoek voort
op de goede bilaterale interparlementaire betrekkingen die er bestaan tussen de Tweede
Kamer en de Bondsdag; het meest recente bezoek van de commissie voor Buitenlandse
Zaken aan het Duitse parlement had plaatsgevonden in november 20191. De delegatie is in de aanloop naar en tijdens het werkbezoek ondersteund door de
Nederlandse ambassade in Berlijn. De Kamerleden zijn ambassadeur Ronald van Roeden
en de rest van de ambassadestaf erkentelijk voor de geleverde ondersteuning.
De delegatie bestond uit de leden De Roon (waarnemend delegatieleider, PVV), Brekelmans (VVD), Agnes Mulder (CDA) en Ellemeet (GL).
Programma 8 en 9 september
Na een dinerbriefing door ambassadeur Van Roeden direct na aankomst op donderdagavond
8 september begon het officiële programma op vrijdag 9 september met een gesprek met
de Duitse Staatssecretaris voor Europa en Klimaat, mevrouw Anna Lührmann. Deze vertegenwoordiger
van de Grünen in de Duitse regering legde uit dat het klimaatdossier bij het Ministerie van Buitenlandse
Zaken is ondergebracht, in navolging van Frankrijk, waar dit recent ook is gebeurd.
Het toont het belang aan van klimaatdiplomatie in de Duitse bilaterale en multilaterale
relaties. Het gaat daarbij niet alleen om de voorbereiding van de VN-klimaatconferentie
(de «Conference of Parties» of COP), maar ook om het verweven van klimaatbeleid in
het gehele Duitse buitenlandbeleid en het belang van duurzame energiebronnen in de
context van de oorlog in Oekraïne. Het was duidelijk, aldus Staatssecretaris Lührmann,
dat de Europese afhankelijkheid van (Russische) fossiele brandstoffen de huidige Europese
veiligheidscrisis heeft veroorzaakt. We moeten minder afhankelijk worden van olie
en gas, stelde zij. Klimaatbeleid heeft een veiligheidsdimensie. Om die reden zal
het een centraal element worden in de (nog te verschijnen) Duitse nationale veiligheidsstrategie.
Het narratief van het Westen in ontwikkelingslanden («The Global South»), waar de
stijging van het zeeniveau een serieuze zorg is, is volgens Lührmann een uitdaging.
Duitsland streeft, onder andere in G7-verband, naar partnerschappen met landen die
een energietransitie willen doormaken en beleid ontwikkelen voor klimaatadaptatie.
Voorts sprak mevrouw Lührmann over haar wens dat het EU Global Gateway initiatief
ambitieuzer wordt vormgegeven, met name op de Westelijke Balkan. Over de energiesituatie
in Duitsland zei zij dat er op zich voldoende voorraad was om de winter door te komen.
Het knelpunt is echter de energieprijs. De huidige crisis liet volgens haar zien dat
de energieprijs niet aan het marktmechanisme kan worden overgelaten, maar ook dat
het vrijwel onmogelijk is voor de overheid om te bepalen wie wel en wie geen energie
krijgt. Diversificatie van energiebronnen zag zij dan ook als cruciaal. Zij toonde
zich wel sceptisch over kernenergie vanwege de veiligheidsrisico’s en wees daarbij
op het feit dat Frankrijk genoodzaakt is om energie van Duitsland te kopen, omdat
Franse kerncentrales niet voldoende kunnen draaien als gevolg van opgedroogde rivieren.
Vervolgens sprak de delegatie met leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
van de Bondsdag onder voorzitterschap van de heer Michael Roth (SPD). De Duitse (SPD,
FDP) en Nederlandse parlementariërs spraken over de impact van buitenlandse politiek
op de samenlevingen in beide landen. Binnenlandse stabiliteit is volgens de Duitse
parlementariërs essentieel voor lange termijn steun voor Oekraïne. Daarvoor is een
politiek narratief en lastenverlichting nodig. De parlementariërs benadrukten dat
moet worden voorkomen dat nationale steunmaatregelen aan het bedrijfsleven in verband
met de hoge energieprijzen elkaar in de weg zitten. Tegelijkertijd biedt de energiecrisis
kansen om de energietransitie te versterken. Er werd gesproken over de relatie van
Duitsland en Nederland met China, waarbij de uitdaging die China stelt, als fundamenteler
werd gezien dan die van Rusland. Rusland vormt slechts een militaire dreiging; China
vormt daarnaast ook een economische en technologische dreiging. De China-strategie
van de nieuwe Duitse regering is gebaseerd op twee uitgangspunten: 1) de EU heeft
een nieuwe China-strategie nodig en 2) afhankelijkheid van China moet voorkomen worden.
De oorlog in Oekraïne is een kwestie van lange adem, meenden beide delegaties. De
gestegen kosten voor energie en levensonderhoud raken aan de stabiliteit van de democratie.
Duitsland had te lang geloofd in «Wandel durch Handel», aldus de Bondsdagleden. Ten
aanzien van uitbreiding van de Europese Unie toonden de Duitse commissieleden zich
een voorstander van veiligheidstrategisch denken: de Westelijke Balkan hoort niet
alleen bij Europa’s waardengemeenschap, maar is ook een voor Europa cruciale strategische
regio. De Duitse parlementariërs toonden zich kritisch over de terughoudende opstelling
van de Tweede Kamer in een recent debat over het EU-perspectief voor Noord-Macedonië.
Het EU-uitbreidingsinstrumentarium staat de EU niet onbeperkt ter beschikking, meenden
zij. Maar het gebruik hiervan in de Balkan achtten zij van strategisch belang. Voorts
werd kort gesproken over wapenleveranties aan Oekraïne (niet zozeer een links-rechts
issue, als wel een generationeel issue, aldus de Duitsers; jongeren hebben er veel
minder moeite mee dan ouderen) en over de veiligheidssituatie in Mali.
Het derde gesprek was met de heer Christopher Heusgen, een Duitse topdiplomaat en
voorzitter van de jaarlijkse München Veiligheidsconferentie. Hij vertelde dat de München
Veiligheidsconferentie een «Zeitenwende on Tour» in Duitsland organiseert, gefinancierd
door de overheid, om door middel van townhall meetings het Duitse publiek bewust te
maken van de noodzaak tot een andere opstelling in de internationale politiek. Hij
blikte vooruit op het programma van de komende München Veiligheidsconferentie in februari
2023, waar de relatie met Afrika prominent op de agenda zal staan. In het gesprek
met Afrikaanse landen en de «Global South» moet het verhaal van een «rules based order»,
een wereldorde gebaseerd op internationaal recht en internationale afspraken centraal
staan, stelde hij. Het Westen moet veel actiever zijn in Afrika om de Chinese invloed
tegen te gaan en zich realiseren dat het kwetsbaar is voor het verwijt een dubbele
standaard te hanteren in de internationale politiek. Ten aanzien van de Russische
president Poetin stelde de heer Heusgen dat het Duitse politieke establishment tot
de conclusie was gekomen dat deze niet meer vertrouwd kan worden. Oekraïne mag de
oorlog niet verliezen, concludeerde hij.
In een gesprek met de directeur-generaal Europese Zaken van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken, mevrouw Sibylle Sorg, benadrukt deze topambtenaar dat de Europese eenheid op
het gebied van defensiesamenwerking wellicht vergroot was als gevolg van de oorlog
in Oekraïne. Maar alle oude breuklijnen in Europa waren volgens haar nog net zo diep
als altijd, of wellicht nog dieper geworden. Er is nog veel huiswerk nodig, voordat
de EU een politieke actor kan zijn, aldus mevrouw Sorg. De Duitse lijn ten aanzien
van EU-uitbreiding is helder, zei zij: er kan geen compromis gesloten worden over
noodzakelijke hervormingen en uitbreidingscriteria. Het verdedigen van rechtsstatelijkheid
en onze waardengemeenschap is cruciaal. In deze context moest ook de recente uitspraak
van kanselier Scholz begrepen worden, dat uitbreiding van de Schengenregio naar Kroatië,
Roemenië en Bulgarije mogelijk zou zijn als er vooruitgang is geboekt in de aanpak
van, respectievelijk, pushbacks, georganiseerde criminaliteit en corruptie. Voorts
stond mevrouw Sorg stil bij de stand van zaken in de Frans-Duitse relatie: die is
altijd ingewikkeld, maar de wil om samen te werken, is er. Tot slot onderstreepte
ook mevrouw Sorg het belang van een strategisch partnerschap met Afrika, op basis
van gelijkwaardigheid.
Vervolgens sprak de delegatie met de voorzitter van de commissie voor Europese Zaken
van de Bondsdag, de heer Anton Hofreiter, oud-fractievoorzitter van de Groenen en
een influencer in het Duitse debat over de «Zeitenwende». Hij stelde zich onomwonden op het standpunt
dat meer wapenleveranties aan Oekraïne de vrede zouden bespoedigen. Alleen als Oekraïne
sterker wordt gemaakt, is er een kans dat Rusland de oorlog wil beëindigen met onderhandelingen,
meende hij. Hij was voorstander van de levering van Duitse tanks aan Oekraïne en schetste
de Duitse huivering voor een «Alleingang» op dit punt. Andere landen, waaronder Nederland,
zouden zich duidelijker moeten uitspreken voor tankleveranties. Ten aanzien van EU-uitbreiding
op de westelijke Balkan meende de heer Hofreiter dat de EU zich niet eerlijk opstelt
ten opzichte van landen, die feitelijk aan alle criteria voldoen, zoals Noord-Macedonië
en Albanië. Hofreiter pleitte ervoor om in aanloop naar EU-lidmaatschap kandidaat-lidstaten
alvast «voordelen» te geven, zoals toegang tot de interne markt. Inzake EU-hervormingen
stelde de heer Hofreiter de unanimiteitsbesluitvorming ter discussie. Hij meende dat
de crisis rond Oekraïne wellicht ruimte biedt om EU-besluitvorming te hervormen, niet
per sé door besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid in te voeren, maar wel
door het gebruik van het vetorecht te bemoeilijken. Voorts werd er gesproken over
rechtsstatelijkheid, uitbreiding van de Schengenregio en over de relatie met China.
Daarna sprak de delegatie met de commissie voor Defensie van de Bondsdag onder voorzitterschap
van mevrouw Marie-Agnes Strack Zimmermann (FDP), eveneens een influencer in het Zeitenwende-debat. In dat gesprek, waaraan parlementariërs van de AfD, de
Groenen en de SPD deelnamen, werden de verschillende perspectieven in dat debat zichtbaar.
Daar waar de SPD met haar steun voor wapenleveranties aan Oekraïne breekt met een
jarenlange lijn in de relatie met Rusland, overheerste bij de woordvoerder van de
AfD nog de zorg dat deze leveranties kunnen leiden tot escalatie van het conflict.
Mevrouw Strack-Zimmermann zei namens de FDP dat het voor haar partij geen vraag was
of er wapens aan Oekraïne geleverd moeten worden, maar alleen of er nog meer geleverd
moet worden. De afgelopen 24 jaar was het Duitse buitenlandbeleid gestoeld op het
idee door vrienden omringd te zijn. Het huidige gevoel van nabije vijandigheid als
gevolg van de Russische agressie, is wat volgens mevrouw Strack-Zimmermann ten grondslag
ligt aan de «Zeitenwende». Tevens werd er gesproken over de Duitse militaire inzet
in Mali, waarbij de Duitse parlementariërs aangaven dat het huidige Malinese regime
voortzetting van de inzet vrijwel onmogelijk maakt, maar dat Duitsland tegelijkertijd
een verantwoordelijkheid heeft.
Tot slot van de dag op 9 september sprak de delegatie met de heer Gerald Knaus, voorzitter
van de denktank European Stability Initiative (ESI) en het brein achter het migratiebeleid
van de regering-Merkel. De heer Knaus is de architect van de EU-Turkijedeal uit 2016
die de migratiestroom naar Europa beperkte. Hij gaf een presentatie over de huidige
migratiestromen naar en binnen Europa. Hij constateerde dat de migratiedeal tot vier
jaar samenwerking van de EU met Turkije had geleid om migratiestromen naar Europa
te reguleren. In februari 2020 is de afspraak met Turkije vastgelopen en sindsdien
is er sprake van grootschalige pushbacks van immigranten aan de grenzen van de EU.
Er is niet langer georganiseerde terugkeer van migranten naar Turkije en de EU heeft,
aldus de heer Knaus, de pushbacks de facto gelegaliseerd. Hoewel pushbacks inmiddels
een «global normal» zijn, zo stelde hij, leiden die aan de EU-grenzen tot de meeste
doden: 2561 doden per jaar. De EU staat dan ook voor de fundamentele vraag: welke
vorm van grenscontrole kan werken, zonder dat de EU haar eigen wetten breekt? De heer
Knaus zag een mogelijke oplossing in deals van individuele EU-lidstaten met landen
van oorsprong. Bied die landen mogelijkheden voor reguliere (seizoens)migratie, als
zij bereid zijn om mee te werken aan de terugkeer van irreguliere migranten, zo adviseerde
hij.
Programma 10 september
Voorafgaand aan de terugreis naar Nederland had de delegatie nog een gesprek met de
heer Peter Altmaier (CDU), oud-minister van Economische Zaken in het vierde kabinet
van Merkel en een goed kenner van de Nederlandse politiek. Hij gaf zijn kijk op de
veranderende verhoudingen in de wereld en beschreef wat hij een «nachtmerriescenario»
voor de EU noemde: een mogelijke nieuwe internationale coalitie van China, Rusland
en India, die 4 miljard mensen verenigd met technologie, grondstoffen en werknemers.
De EU kan geen tegenwicht bieden aan deze coalitie zonder grote verhoging van de defensie-uitgaven.
Hij sprak verder over andere disruptieve veranderingen die gelijktijdig met de oorlog
plaatsvinden: op technologisch vlak (digitalisering en dataverzameling door grote
techbedrijven en het effect van het verdwijnen van banen van Europa naar de VS en
Azië) en op ecologisch vlak (waarbij hij het belang onderstreepte van transitie zonder
welvaart aan te tasten en het behandelen van Afrikaanse en Aziatische landen als gelijkwaardige
partners). Daarnaast sprak hij over het effect van de sancties tegen Rusland, de noodzaak
om met Rusland in gesprek te blijven, ondanks de huidige oorlog, en de effecten van
de energiecrisis en de energietransitie. Hij verwoordde daarbij het geluid van een
partij die momenteel in de oppositie zit en het niet op alle punten eens is met de
oplossingsrichting die de huidige regering kiest voor belangrijke vraagstukken.
De waarnemend voorzitter van de delegatie, De Roon
De griffier van de delegatie, Westerhoff
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Raymond de Roon, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.W. Westerhoff, griffier