Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over aankondiging monitoring stapeling eigen betalingen (Kamerstukken 29689/32805-1176)
2023D06273 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de brief Aankondiging monitoring stapeling eigen betalingen
(Kamerstuk 29 689, nr. 1176).
De voorzitter van de commissie,
Smals
De adjunct-griffier van de commissie,
Bakker
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
II. Reactie van de Minister
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de aankondiging
van de monitoring stapeling eigen betalingen. Zij danken de Minister voor de brief
en hebben hierbij nog enkele vragen. Deze leden zien dat al meerdere maatregelen zijn
genomen die de stapeling van eigen bijdragen hebben verminderd. Kan de Minister toelichten
hoe hij is gekomen tot de lijst eigen betalingen die volgens de brief in de monitor
komen? Is deze lijst uitputtend of zijn bepaalde betalingen niet meegenomen in deze
lijst?
Genoemde leden lezen dat de Minister medio 2023 de Kamer bericht over de voortgang
van het verkrijgen van cijfers over de stapeling van eigen bijdragen, alsmede het
onderzoek naar jonge gezinnen waarbij één ouder intramurale zorg vanuit de Wet langdurige
zorg (Wlz) ontvangt en dat de Minister mede daarop besluit of onderzoek naar andere
groepen noodzakelijk is. Aan welke andere groepen denkt de Minister dan zoal? Op basis
van welke afwegingen neemt hij besluit tot uitbreiding?
Op welke wijze neemt de Minister de Kamer mee in de voorbereidingen voor het wetsvoorstel
voor de hervorming van het verplicht eigen risico? Op welke termijn kan de Kamer hierover
informatie verwachten?
Daarnaast vragen genoemde leden hoe de financiële onafhankelijkheid van mensen die
grote bedragen aan eigen betalingen kwijt zijn, zoveel mogelijk versterkt wordt. Kan
de Minister hier een toelichting op geven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de
Minister over het monitoren van eigen betalingen in de zorg. Voor genoemde leden is
het cruciaal dat zorg van goede kwaliteit én voor iedereen toegankelijk blijft en
zij onderschrijven dus het voornemen om eigen betalingen binnen de zorg beter te monitoren.
De Minister beschrijft in zijn brief een aantal maatregelen die in een eerder stadium
is genomen of in voorbereiding is, om grip te krijgen op de stapeling van eigen kosten.
Deze leden hebben nog enkele vragen hierover.
Zij constateren dat enige verwarring is ontstaan over de nut en noodzaak van de maatregel
om het eigen risico te spreiden. De Minister schrijft in zijn brief1 hoe het slimmer spreiden van betalingen van het eigen risico (maximumtarief van € 150
per behandeling) twee doelen dient: (1) voorkomen dat de hoogte van het huidige eigen
risico (€ 385) mensen afschrikt om zich te laten behandelen en (2) voorkomen dat mensen
met een reeds uitgegeven eigen risico niet langer kostenbewust zorg gebruiken.
Voor de leden van de D66-fractie is het eerste argument in deze redenering cruciaal.
Het mijden van zorg lijdt vaak tot een verergering van problematiek en werkt ongelijkheid
sterk in de hand. Onderzoek laat zien dat financiën vaak een reden zijn voor het mijden
van zorg. Genoemde leden vragen of de Minister kan reflecteren op het fenomeen van
het mijden van zorg, de omvang en het gewenste effect van bovengenoemde maatregel.
De Minister benoemt in zijn brief de eigen betalingen die in ieder geval worden meegenomen
in de monitor. Echter, genoemde leden merken op dat daarin een keuze lijkt te zijn
gemaakt om bepaalde zorg niet mee te nemen. Zo worden bijvoorbeeld de niet-verzekerde
kosten van patiënten binnen de Wlz niet genoemd. De leden van de D66-fractie vragen
de Minister of hij verder kan toelichten welke eigen betalingen worden meegenomen
in de monitor, welke niet en welke redenering daarachter zit.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de monitoring van
de stapeling eigen betalingen. Deze leden begrijpen dat de Minister niet van plan
is eigen bijdragen in de zorg te schrappen, maar juist van plan is er nog een paar
aan toe te voegen. Genoemde leden kunnen niet anders dan concluderen dat deze beleidsmaatregelen
haaks staan op de mooie woorden in het coalitieakkoord om stapeling van eigen betalingen
tegen te gaan. Zij hebben daarom nog een paar kritische vragen en opmerkingen.
Genoemde leden missen een belangrijke maatregel om de stapeling van eigen betalingen
tegen te gaan: namelijk ze allemaal schrappen. Of in ieder geval te verlagen, als
eerste stap. De aangekondigde monitor is helemaal niet nodig als een begin gemaakt
zou worden met de eigen bijdragen af te schaffen. Is de Minister het daarmee eens?
De leden van de PVV-fractie vinden het onbegrijpelijk dat het kabinet van plan is
om per 2025 een eigen bijdrage in te voeren in de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo) voor de huishoudelijke hulp. Komt hiermee het Wmo-abonnementstarief in zijn
geheel te vervallen voor de huishoudelijke hulp? Op een later moment zal er een eigen
bijdrage in de Jeugdzorg ingevoerd worden. Hangt deze invoering nog af van de uitkomsten
van de aangekondigde monitor of staat dat er los van? Kan de Minister aangeven hoe
het kabinet de eigen bijdrage in de jeugdzorg wil invullen? Kunnen genoemde leden
een uitwerking van deze maatregel ontvangen? Zo nee, waarom niet? Deze leden constateren
verder dat de maximering van € 250 euro van de eigen bijdrage voor geneesmiddelen
doorloopt tot en met dit jaar. Kan de Minister garanderen dat de maximering in 2024
in ieder geval niet wordt verhoogd?
Deze leden missen een aantal onderdelen in de monitor die de Minister gaat opzetten.
Waarom wordt de eigen bijdrage voor de poliklinische bevalling niet meegenomen, of
de eerste 20 fysiotherapiebehandelingen die chronisch zieken zelf moeten betalen?
Waarom wordt niet gekeken naar de kosten van zelfzorg-medicijnen of die van vitamine-D
die recent uit het basispakket is gegooid?
De leden van de PVV-fractie vragen hoe de monitor inzicht gaat geven in zorgmijding
of de kwaliteit van leven. Eigen bijdragen werpen immers een drempel op om zorg te
zoeken of om een behandeling voort te zetten. De hervorming van het eigen risico haalt
die drempel niet weg, aldus deze leden.
Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie wat de consequenties zullen zijn als uit
de monitor blijkt dat de toegang tot zorg door eigen betalingen voor bepaalde groepen
beperkt of onmogelijk gemaakt wordt. Graag ontvangen zij hierop een reactie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie maken graag gebruik van de mogelijkheid om vragen te stellen
over de aangekondigde monitor stapeling eigen betalingen. De doelstelling om met deze
monitor meer inzicht te krijgen in de verschillende eigen betalingen over de stelselwetten
heen en de overlap tussen verschillende eigen betalingen, kan rekenen op de steun
van deze fractie.
Genoemde leden maken graag van deze gelegenheid gebruik om een wat meer fundamentele
vraag te stellen over de eigen betalingen, maar ook over compensatieregelingen in
de zorg.
Alle regelingen die er zijn voor eigen betalingen zijn complex en ondergebracht in
verschillende wetten of bij verschillende overheden. Door de complexiteit van maatregelen
kan maatwerk geboden worden, maar het maakt het voor ouderen, mensen met een handicap
of mensen met een laag inkomen niet altijd makkelijk alle verschillende wetten en
regels te doorgronden en er gebruik van te maken.
Vervolgens kan de lagere overheid – in het kader van beleidsvrijheid – ook kiezen
hoe zij bepaalde voorzieningen uitvoeren, zoals bijvoorbeeld het aanbieden van een
collectieve zorgverzekering of compensatie in zorgkosten. Dit is een vorm van lokaal
inkomensbeleid. Het maakt dus voor burgers met hoge zorgkosten of een laag inkomen
uit waar zij wonen omdat dit mede bepalend is of zij meer of minder geld te besteden
hebben. Hoe weegt de Minister dit punt?
De Minister doet specifiek onderzoek naar de groep jonge gezinnen en eigen betalingen.
De leden van de CDA-fractie vinden het een goede stap dat inzichtelijk wordt gemaakt
waar deze gezinnen nu precies tegenaan lopen. Dan stelt de Minister vervolgens dat
hij mede op basis hiervan een besluit neemt of ook onderzoek naar andere groepen noodzakelijk
is. Kan de Minister aangeven wat hij hier precies bedoelt? Aan welke groepen denkt
de Minister dan?
Genoemde leden vragen of bij de monitor stapeling eigen betalingen rekening kan worden
gehouden met de duur van eigen betalingen. Iemand die van jongs af aan chronisch ziek
is of vanaf 20 jaar een handicap heeft, heeft structureel meer eigen betalingen dan
iemand die door een operatie of tijdelijke opname in een Wlz-instelling tijdelijk
meer voorzieningen nodig heeft waarvoor een eigen betaling gevraagd wordt, en dus
een «tijdelijke» stapeling van eigen betalingen heeft. De lange duur van stapeling
in eigen betalingen kan een jong persoon met een handicap beperken in zijn maatschappelijke
participatie. Ziet de Minister dit onderscheid ook en wordt hier in de monitor rekening
mee gehouden?
Wat betreft de Wmo vragen de leden van de CDA-fractie of bij de monitor ook rekening
wordt gehouden met de tegemoetkoming voor zorgkosten bij chronische ziekte of handicap
die sommige gemeenten uitkeren aan hun inwoners met een laag (lager) inkomen. Sinds
2015 kunnen chronisch zieken bij de gemeente aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming.
Er zijn echter verschillen per gemeente ontstaan. Wat vindt de Minister van deze verschillen?
Het bedrag kan oplopen, maar 193 gemeenten – aldus onderzoek – communiceren helemaal
niks online over een eventuele tegemoetkoming, maar blijken die soms wel te hebben.
Wat vindt de Minister van deze onduidelijkheid? Wat vindt de Minister ervan dat sommige
gemeenten geen tegemoetkoming uitkeren? Genoemde leden vinden dit namelijk in de afweging
tussen de beleidsvrijheid van gemeenten enerzijds en gelijke behandeling van burgers
anderzijds een lastig punt, het wrikt hier. Wat vindt de Minister van dit punt?
Daarnaast horen deze leden uit het werkveld ook terug dat bij mensen met hulp bij
het huishouden soms, door arbeidskrapte of in de vakantieperiode, tijdelijk geen hulp
bij het huishouden krijgen maar de eigen bijdrage wel doorloopt. Nu gaat de eigen
bijdrage bij hulp bij het huishouden in 2025 omhoog en wordt deze meer inkomensafhankelijk.
Hoe wordt omgegaan met de eigen bijdrage als door bijvoorbeeld arbeidskrapte of vakantieroosters
tijdelijk geen hulp in het huishouden beschikbaar is? Wordt hier rekening mee gehouden
in het wetsvoorstel?
Mensen met een handicap hebben naast rolstoelen en protheses ook sporthulpmiddelen
nodig zoals een sportrolstoel en sportprotheses. Naar aanleiding van een breed aangenomen
motie is er inmiddels een centraal loket voor de aanvraag van sporthulpmiddelen. In
2023 worden er verdere afspraken gemaakt met Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) en Zorgverzekeraars Nederland over gezamenlijke taken en verantwoordelijkheden.
Worden ook afspraken gemaakt over eigen betalingen bij bijvoorbeeld sportprotheses?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief Aankondiging monitoring
stapeling eigen betalingen. Zij hebben hier nog enkele kritische vragen en opmerkingen
over. Deze leden zijn van mening dat eigen betalingen voor medisch noodzakelijke zorg
onrechtvaardig zijn, omdat mensen er niet voor kiezen om zorg nodig te hebben. Is
de Minister bereid te stoppen mensen te beboeten voor ziekte?
Genoemde leden vinden het opmerkelijk dat de Minister wel lijkt in te zien dat de
stapeling voor eigen betalingen in de zorg voor veel mensen een probleem vormt, maar
dat het kabinet tegelijkertijd overweegt om extra eigen betalingen in te voeren in
de jeugdzorg en de huishoudelijke zorg. Is dit niet tegenstrijdig met elkaar? Waarom
wil het kabinet alsnog nieuwe vormen van eigen betalingen invoeren, als de Minister
feitelijk erkent dat mensen nu al in de problemen komen? Is het niet veel logischer
om het aantal eigen betalingen in ieder geval niet uit te breiden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben de brief over de monitor gelezen. Het verbaast
deze leden dat de Minister graag benadrukt dat het Nederlandse zorgstelsel in hoge
mate is gebaseerd op solidariteit. Daarmee bedoelt de Minister dat mensen zonder zorgkosten
betalen voor mensen met zorgkosten. Genoemde leden verwonderen zich sterk over de
wijze waarop de Minister solidariteit uitlegt als iets tussen gezonde en zieke mensen.
Hierdoor lijkt het toch vooral alsof je maar dankbaar moet zijn dat al die gezonde
mensen bereid zijn te betalen voor de ongezonde mensen. De leden van de GroenLinks-fractie
zouden liever zien dat het zorgstelsel gebaseerd zou zijn op solidariteit tussen arm
en rijk. Wetende dat gezondheidsverschillen in grote mate worden verklaard door inkomen
en opleidingsniveau, zou het pas echt solidair zijn als rijk voor arm betaalt. De
wijze waarop de eigen bijdrage nu is vormgegeven, is daardoor niet alleen niet solidair,
maar ook onrechtvaardig. Mensen met een laag inkomen hebben een grote kans op ziekte
en die moeten daar dan ook nog eens eigen bijdrage voor betalen. Hierdoor wordt de
economische positie van mensen met een beperking of een ziekte verder verslechterd,
met nog grotere kans op nieuwe ziekten. Deze leden hopen dat door de voorgestelde
monitor meer zicht komt op de stapeling van eigen bijdragen. Maar om te bepalen of
deze stapeling problematisch is, hebben de voornoemde leden meer informatie nodig.
Zij vragen de Minister of ook kan worden onderzocht hoe de stapeling van eigen bijdrage
interacteert met de financiële positie van de mensen met eigen bijdrage.
Genoemde leden lezen in de brief dat het kabinet nog steeds nadenkt over het invoeren
van een eigen bijdrage in de jeugdzorg. Deze leden hebben zich hier al diverse keren
fel tegen uitgesproken. Ook leden van andere fracties lijken niets te zien in dit
plan. Waarom blijft het kabinet dan toch hieraan vasthouden? Het idee van een eigen
bijdrage wordt al een jaar «uitgewerkt». Wat betekent dat? Waarom duurt dat zo lang?
Valt niet gewoon te concluderen dat het idee geen politiek draagvlak heeft. ook niet
in het veld, en dat het van tafel moet? Zo ja, waarom wordt dit niet gecommuniceerd?
Op deze manier blijft het plan boven de markt hangen en zorgt het voor onrust bij
jongeren, ouders en het hele jeugdzorgveld. Ziet de Minister dit ook? Hoe kan het
überhaupt dat een jaar na het presenteren van het coalitieakkoord er nog steeds geen
plan is voor deze extra besparing van 500 miljoen euro? Is dit niet gewoon omdat er
geen extra besparingen te vinden zijn? Zo niet, over welke andere besparingen behalve
een eigen bijdrage worden nagedacht?
In de brief lezen de leden van de GroenLinks-fractie een opsomming van alle soorten
eigen bijdragen die een plek krijgen in de monitor. Zij vinden het een goede ontwikkeling
dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dit in kaart brengt op verzoek van
de Minister, maar hebben ook vragen bij de opzet. De eigen bijdrage die mensen betalen
voor ongecontracteerde zorg wordt bijvoorbeeld niet meegenomen in de monitor. Zeker
nu het aantal zorgaanbieders zonder contract stijgt, ligt het voor de hand dat meer
mensen moeten bijbetalen voor de zorg die zij nodig hebben, omdat hun vertrouwde zorgverlener
geen contract heeft met hun zorgverzekeraar. Waarom is deze eigen bijdrage niet opgenomen
in de monitor? Is de Minister bereid dat alsnog te doen? Tevens worden de jaren 2019
t/m 2021 onderzocht. De gegevens van de jaren 2020 en 2021 zullen afwijken in verband
met de COVID-crisis. Hoe borgt de Minister dat hier een correctie op plaatsvindt?
Rondom eigen bijdrage die betrekking hebben met zwangerschap en geboorte zien genoemde
leden dat wordt gekeken naar de eigen bijdrage voor kraamzorg. Andere vormen van zorg
rondom zwangerschap en geboorte worden niet genoemd. Is de Minister bereid om daarbij
ook te kijken naar kosten voor anticonceptie, eigen bijdragen voor poliklinische bevallingen,
drugsscreening en prenatale screening?
Ook over de eigen bijdrage voor hulpmiddelen hebben deze leden nog een vraag. De eigen
bijdrage die iemand betaalt, hangt in sterke mate af van het gebruikte hulpmiddel.
Zo zijn gebruikers van pruiken vaak veel geld kwijt. In hoeverre wordt in de monitor
onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten hulpmiddelen?
De leden van de GroenLinks-fractie juichen het toe dat ook naar bijzondere groepen
wordt gekeken. Zij vinden het wel teleurstellend dat maar naar één groep, namelijk
gezinnen waarvan één ouder zorg intramuraal ontvangt, wordt gekeken. Een groep over
wie genoemde leden zich zorgen maken is de groep met een levenslange en levensbrede
beperking. Deze groep betaalt vaak het hele leven lang verschillende eigen bijdrage,
zoals de eigen bijdrage Wlz of Wmo, voor medicatie, hulpmiddelen en eigen risico.
Is de Minister bereid om ook speciaal onderzoek te doen naar deze groep en naar wat
de stapeling van eigen bijdrage voor deze groep betekent?
Genoemde leden hebben ook nog een vraag over de samenhang tussen eigen bijdrage van
verschillende wetten. Zo kan het zijn dat de ene persoon exact dezelfde zorg krijgt
als de andere persoon, maar dat de zorg niet uit dezelfde wet wordt geregeld. Hierdoor
kunnen de eigen bijdragen van verschillende mensen, die de facto dezelfde zorg krijgen,
sterk verschillen. Kan de monitor ook worden gebruikt om deze verschillen in eigen
bijdragen voor dezelfde zorg te identificeren en gelijk te trekken?
Over de Wlz hebben deze leden ook nog een enkele vraag. Klopt het dat men een eigen
bijdrage gaat betalen voor de Wlz zodra de persoon in zorg komt? Want dat betekent
namelijk niet dat alle voorzieningen al geregeld zijn. Zo kan het voorkomen dat iemand
wel al een eigen bijdrage voor de Wlz betaalt, maar nog moet wachten op de hulpmiddelen.
Men betaalt dan wel, maar krijgt niet de zorg waar voor wordt betaald. Is het mogelijk
om de eigen bijdrage pas geheel of gedeeltelijk in te laten gaan als alle zorg is
georganiseerd?
Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie wat de laatste stand van zaken
is rondom de «modernisering» van het geneesmiddelen vergoedingssysteem. Door een dergelijke
modernisering zullen naar schatting ruim drie miljoen mensen ineens te maken krijgen
met een bijbetaling van tussen de € 5 en € 250 per jaar. Onder hen begeven zich tenminste
200.000 financieel kwetsbare patiënten. Erkent de Minister dat in deze tijd van hoge
inflatie en niet evenredig meestijgende lonen en uitkeringen hierdoor nog meer mensen
in de financiële problemen kunnen komen? Wat voor effect zou deze bijbetaling hebben
op zorgmijding? Kan de Minister in kaart laten brengen wat de negatieve (neven)effecten
zijn van zorgmijding op jaarbasis?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie maken zich grote zorgen over de toegankelijkheid en betaalbaarheid
van de zorg. Het monitoren van de stapeling van zorgkosten zien zij als een eerste
kleine stap. De inzet van deze leden is namelijk dat mensen noodzakelijke zorg vergoed
krijgen. Door de stapeling van kosten worden chronisch zieken en mensen met een beperking
geconfronteerd met steeds hogere kosten, een extra financiële belasting op ziek zijn.
De angst van deze leden is dat dit zorgmijding in de hand werkt en daarmee sociaaleconomische
gezondheidsverschillen kan vergroten. Ook vinden zij het belangrijk om hier nogmaals
te benadrukken dat zij het voorstel van het kabinet om een eigen bijdragen voor de
jeugdzorg in te voeren zeer onverstandig vinden. De leden van de PvdA-fractie zijn
benieuwd welke consequenties de Minister aan deze monitor zou willen binden. Wat vindt
de Minister een aanvaardbare eigen betaling (als % inkomen) binnen het huidige systeem?
Welke stappen zou de Minister overwegen als het bedrag aan eigen betaling boven deze
prijs uitkomt? Denkt de Minister dat de eigen betalingen bijdragen aan het verkleinen
van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen?
De leden van de PvdA-fractie hebben enkele vragen over de opzet van de monitor. Hoe
is de Minister tot de samenstelling gekomen van de eigen betalingen die worden gemonitord?
Hoe kunnen kosten die noodzakelijkerwijs worden gemaakt vanwege een bepaalde aandoening,
maar niet onderdeel zijn van verzekerde zorg, meegenomen worden in de monitor? Wordt
de eigen bijdrage voor niet medisch noodzakelijke poliklinische bevallingen ook meegenomen
in de monitor? In hoeverre is er aandacht voor de eigen kosten voor niet gecontracteerde
zorg in de monitor? Wordt in deze monitor ook gekeken naar de vraag wat het effect
van de stapeling van zorgkosten is op zorgmijding? Wat weet de Minister over de stapeling
van zorgkosten in andere EU-landen? Is hij bereid om de resultaten van de monitor
in Europees perspectief te plaatsen?
De leden van de PvdA-fractie vragen welke andere doelgroepen de Minister overweegt
mee te nemen en hoe hij tot een besluit zal komen over welke groepen worden meegenomen.
Zij vragen om in ieder geval breder te kijken naar de stapeling van zorgkosten voor
chronisch zieken. Verder zouden deze leden graag meer inzicht krijgen in de stapeling
van zorgkosten voor mensen die afhankelijk zijn van de sociale zekerheid voor hun
inkomen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met veel belangstelling kennisgenomen van de brief
waarin de Minister aankondigt om de stapeling van zorgkosten te monitoren. Dit is
voor deze leden een belangrijk onderwerp. In september 2019 is een motie van de Kamerleden
van der Staaij (SGP) en Ploumen (PvdA) aangenomen die de regering verzocht om «aan
de hand van enkele concrete casussen te onderzoeken in hoeverre – op een eenvoudige
en doeltreffende wijze – een stapeling van zorgkosten op huishoudenniveau verder kan
worden tegengegaan, en de Kamer hierover te informeren»2. Toenmalige bewindspersonen hebben in december 2020 middels een brief op deze motie
gereageerd3. In deze brief zijn verschillende zaken toegezegd. Kan de Minister een overzicht
geven van de huidige stand van zaken van deze toezeggingen? Met name vragen de leden
van de SGP-fractie naar de toezegging dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport twee keer per jaar aan de hand van reeds bekende casuïstiek, klachten en
bezwaren met het CAK in gesprek gaat om bekijken of er vaker terugkerende knelpunten
zijn waarvoor mogelijk een beleidsmatige oplossing is vanuit het ministerie nodig
is. Wat heeft dit tot op heden opgeleverd? Ook vragen deze leden naar de situatie
van jonge cliënten met Wlz-zorg, die vanwege de eigen bijdrage een belemmering ervaren
om in het huwelijk te treden met hun partner of partners die vanwege een hoge Wlz-bijdrage
kiezen voor een juridische scheiding. Genoemde leden krijgen nog steeds signalen dat
dit voorkomt. In de afgelopen tijd is hiervoor dus blijkbaar geen oplossing gevonden.
Overweegt de Minister aanvullende maatregelen om dit probleem op te lossen?
De Minister verwijst in zijn brief naar een aantal maatregelen die in het coalitieakkoord
zijn opgenomen of aangekondigd. Het is mooi dat het eigen risico is bevroren en het
bedrag voor eigen bijdrage voor geneesmiddelen is gemaximeerd. Tegelijkertijd waren
dit al maatregelen die al genomen waren door het voorgaande kabinet en presenteert
de Minister dus feitelijk niks nieuws om de stapeling van zorgkosten verder te drukken.
Sterker nog, de wijziging van de systematiek van het eigen risico, de wijziging van
de eigen bijdragesystematiek in de Wmo en het onderzoek naar een mogelijke eigen bijdrage
in de Jeugdwet kunnen alleen maar nadelig uitpakken voor de stapeling van zorgkosten.
De leden van de SGP-fractie vinden het jammer dat het kabinet verder geen concrete
plannen lijkt te hebben om de stapeling van zorgkosten te verlagen.
De Minister wil meer inzicht krijgen in de cijfers en gaat daarom de stapeling van
een aantal eigen bijdragen monitoren. In de brief worden een aantal specifieke kosten
opgesomd. Het is voor de leden van de SGP-fractie onduidelijk hoe deze opsomming tot
stand is gekomen. Kan de Minister dit uitleggen? Waarom is gekozen voor de genoemde
eigen betalingen? Genoemde leden lezen dat wordt gekeken naar de eigen bijdrage voor
kraamzorg, maar wordt ook de eigen bijdrage voor niet medisch-noodzakelijke poliklinische
bevalling in de monitor opgenomen? Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) adviseerde al in 2020 om deze eigen bijdrage te schrappen vanwege de ongewenste
effecten die deze verplichte betaling oplevert.
Verder vragen de leden van de SGP-fractie of nog andere aanvullende kosten worden
meengenomen in de monitor. Mensen hebben vanwege hun ziekte of aandoening vaak ook
extra kosten voor energie, vervoer, of bijvoorbeeld de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart.
Worden dit soort kosten ook betrokken bij de monitoring? Kortom, is de Minister bereid
om bij de monitor alle zorgkosten te betrekken én de meerkosten die samenhangen met
de ziekte of aandoening, maar niet onder de drie zorgwetten vallen? Zo nee, hoe krijgt
de Kamer dan wel een realistisch beeld van uitgaven van mensen met een ziekte of aandoening?
De Minister geeft in zijn brief aan oog te hebben voor bijzondere groepen. Dat is
mooi. Tegelijkertijd wordt er maar één bijzondere groep genoemd: gezinnen met jonge
kinderen waarbij één van de ouders intramurale zorg vanuit de Wlz ontvangt. De Minister
geeft aan dat hij medio 2023 – na ommekomst van het nadere onderzoek naar deze groep
en na voortgang van het onderzoek naar de cijfers – laat weten of hij nog andere bijzondere
groepen gaat monitoren. De leden van de SGP-fractie kunnen zich voorstellen dat ook
nu al andere specifieke groepen bekend zijn. Zelf denken zij aan gezinnen waar meerdere
gezinsleden te maken hebben met een (intensieve) zorgvraag, waardoor op gezinsniveau
de zorgkosten en meerkosten fors kunnen oplopen. Is de Minister ook bereid om naar
deze groep te kijken?
Verder vragen de leden van de SGP-fractie aandacht voor mensen met een levenslange
ziekte, aandoening of beperking. Deze groep betaalt gedurende hun gehele volwassen
leven een hoge eigen bijdrage Wlz. Dit in tegenstelling tot de meeste mensen met een
Wlz-indicatie, ouderen, die de eigen bijdrage alleen gedurende de laatste levensfase
betalen. Acht de Minister het gerechtvaardigd om onderscheid te gaan maken tussen
deze twee groepen mensen? Is de Minister bereid om hier in ieder geval onderzoek naar
te doen?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de aankondiging
monitoring stapeling eigen betalingen en heeft daarover een paar vragen. Genoemd lid
vindt het een goed plan dat de Minister deze stapeling gaat monitoren, om inzicht
te krijgen in welke stapelingen er zijn en voor het wel van belang is dat er geen
mogelijke eigen betalingen vergeten worden. Genoemd lid wil daarbij aandacht vragen
voor twee soorten betalingen die de Minister niet lijkt te hebben meegenomen: betalingen
binnen de geboortezorg en extra uitgaven aan zelfzorg. In de geboortezorg is ook sprake
van eigen bijdragen, buiten de kraamzorg om die de Minister wel noemt. Heeft de Minister
deze bewust niet meegenomen? Zo ja, waarom niet? Zo nee, kan hij deze alsnog toevoegen?
Zieke mensen hebben daarnaast ook vaak te maken met extra uitgaven aan zelfzorg. Het
gaat dan om zelfzorg die samenhangt met het hebben van een aandoening of een beperking.
Kan de Minister deze ook meenemen in de monitoring?
Voorts denkt het lid van de BBB-fractie dat het ook van belang is om te kijken naar
het effect van de stapeling van eigen betalingen op de kwaliteit van leven van mensen.
Leidt het stapelen van eigen betalingen bijvoorbeeld tot het mijden van zorg? Ziet
de Minister mogelijkheden om dit in de monitoring te betrekken?
Fysiotherapie voor mensen met een chronische aandoening wordt vergoed vanaf de eerste
21 sessies. Zou deze eigen betaling ook niet meegenomen moeten worden? Weliswaar kan
men zich verzekeren voor de eerste sessies (vaak negen of twaalf sessies), maar dit
vraagt dan ook weer een hogere premie en de aanvullende verzekering gaat in principe
niet tot 21 keer.
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
J. Bakker, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.