Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 283 Wijziging van onder andere de Les- en cursusgeldwet in verband met de aanpassing van de indexeringsbepalingen van het lesgeld en cursusgeld en aanpassing van de hardheidsclausule
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 9 februari 2023
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder
het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen
zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam
voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
Algemeen
1
1.
Inleiding
2
2.
Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
3
2.1
Indexering
3
2.2
Hardheidsclausule
4
3.
Gevolgen voor studenten en instellingen
4
3.1
Gevolgen voor studenten
4
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Wijziging van
onder andere de Les- en cursusgeldwet in verband met de aanpassing van de indexeringsbepalingen
van het lesgeld en cursusgeld en aanpassing van de hardheidsclausule. De leden onderschrijven
het belang van een stabilisering in de indexering van het les- en cursusgeld, zodat
studenten niet met onverwachte hoge wijzigingen te maken krijgen. Daarnaast zijn de
leden positief over de aanpassing van de hardheidsclausule. Hierdoor kan er beter
maatwerk geleverd worden bij individuele gevallen. De leden hebben enkele vragen.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat er verschillen zijn in de manier waarop
het les- en cursusgeld wordt vastgesteld ten opzichte van het collegegeld. De leden
zijn er voorstander van dat er zo min mogelijk verschillen zijn in kosten om te studeren
voor studenten en de daaronder liggende systematiek. Zij steunen daarom dit wetsvoorstel.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende
wetsvoorstel. Deze leden steunen het wijzigen van de wijze van indexering van het
lesgeld waarbij aangesloten wordt bij de indexeringswijze van het wettelijk collegegeld.
Tevens hebben deze leden nog enkele vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het
onderhavig wetsvoorstel. Deze leden begrijpen de wens van de regering om de huidige
wijze van indexering van het lesgeld aan te passen naar een indexering wat de systematiek
toekomstbestendiger maakt en minder gevoelig voor sterke maandelijkse pieken en dalen
in de koopkrachtcijfers. Ook de ruimte voor meer maatwerk in de Wet studiefinanciering
2000 (WSF 2000) onderschrijven deze leden. Zij hebben enkele korte vragen over de
laatstgenoemde wijziging.
1. Inleiding
De leden van de D66-fractie lezen dat uitzonderingen uit de hardheidsclausule zullen
worden geschrapt en daardoor meer maatwerk mogelijk wordt. De leden zijn van mening
dat wet- en regelgeving ruimte dient te geven aan maatwerk en de menselijke maat.
De leden complimenteren de regering met de voortvarendheid waarmee deze wetswijziging
wordt gedaan. De leden vinden het een goed idee dat DUO1 anticiperend op de wetswijziging de hardheidsclausule in lijn met dit wetsvoorstel
toe kan passen.
De leden van de CDA-fractie willen graag weten of de DUO alleen in individuele gevallen
maatwerk kan toepassen na het wijzigen van de hardheidsclausule of ook voor collectieve
situaties.
De leden van de PvdA-fractie merken op dat door het wetsvoorstel de indexatie van
lesgeld minder onderhevig is aan pieken en dalen van de koopkrachtcijfers. Daarnaast
sluit het aan bij de wijze van indexering van cursus- en collegegeld. Het toekomstbestendiger
maken van de systematiek en gelijktrekken van regelgeving tussen mbo2, ho3 en wo4 zien de leden als iets positiefs. Een hoge percentuele stijging van het lesgeld voor
studiejaar 2023–2024 voor mbo-studenten valt echter niet te voorkomen. De aanvullende
beurs voor mbo-studenten wordt aangevuld met bedrag van de stijging van het lesgeld.
Welke mogelijkheden heeft de regering onderzocht om studenten zonder aanvullende beurs
of recht op studiefinanciering tegemoet te komen in de stijging van het lesgeld? Acht
de regering het ook onwenselijk dat een groep van 120.000 mbo-studenten in tijden
van stijgende kosten in het levensonderhoud wordt geconfronteerd met extra kosten
voor het lesgeld? Erkent de regering dat hiermee kansenongelijkheid in de hand wordt
gewerkt?
Voorts merken de voorgenoemde leden op dat zij positief staan tegenover het vervallen
van uitzonderingen op de hardheidsclausule waardoor er meer maatwerk kan worden geleverd
en in bepaalde gevallen ruimhartiger kan worden geoordeeld. De leden vragen waarom
de regering nu pas met een wetswijziging komt, aangezien het evenredigheidsbeginsel
in 2020 in de Awir5 is opgenomen. Waarom heeft de regering zo lang getalmd met het voorstel voor deze
wetswijziging? Gaat de regering met terugwerkende kracht studenten compenseren voor
wie in het verleden de hardheidsclausule zou zijn toegepast? Zo nee, hoe rechtvaardigt
zij dit dan?
De leden van de GroenLinks-fractie willen graag weten wat de regering concreet gaat
doen om in de praktijk te zorgen dat DUO gebruik maakt van de hardheidsclausule bij
gevallen waarvoor het in de praktijk is bedoeld, zodat de ruimte voor meer maatwerk
niet enkel in wet- en regelgeving wordt opgenomen. De leden verwijzen in dit kader
naar eerdere Kamervragen over een ernstig zieke student die te maken kreeg met een
aanzienlijke terugvordering van een beurs, ondanks de bestaande wettelijke mogelijkheid
om studieschulden en boetes kwijt te schelden.6 Is de regering voornemens te evalueren of DUO voldoende gebruikmaakt van de ruimte
die deze wijziging met zich meebrengt? Heeft de regering in beeld hoe vaak de afgelopen
jaren studenten zijn benadeeld doordat de begrippen «partner», «toetsingsinkomen»
en «vreemdeling» uitgezonderd zijn van de hardheidsclausule? Zo nee, waarom niet?
Is DUO betrokken geweest bij rechtszaken die met deze wijziging voorkomen had kunnen
worden?
2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
2.1 Indexering
De leden van de VVD-fractie lezen dat de regering in de beslisnota van 22 augustus
20227 de voorkeur gaf aan een indexering op basis van drie jaar. Dit blijkt echter voor
VH8 niet uitvoerbaar, mits er geen compensatie tegenover staat en UNL9 noemde dit onwenselijk. Kan de regering hier verder op ingaan en uiteenzetten waarom
er uiteindelijk is gekozen voor een indexering op basis van één jaar?
De leden van de CDA-fractie willen graag weten of bij een wijziging van de indexatie
de AMvB10 voorgehangen moet worden bij de Tweede Kamer.
Voorts vragen deze leden wat de reden is dat het les- en cursusgeld uiterlijk 30 september
van het jaar voorafgaand aan het studiejaar waarin het les- en cursusgeld zal gelden,
vastgesteld moet worden. Voorgenoemde leden verzoeken de regering tevens om hierbij
te reflecteren op het budgetrecht van de Tweede Kamer wat tot uiting komt in de begrotingsbehandeling.
De leden van de D66-fractie lezen dat bij de uitwerking van de onderliggende AMvB
met betrekking tot de indexering een nieuw startbedrag vastgesteld zal worden voor
het lesgeld waardoor deze indexatie in de toekomst weer synchroon loopt met het wettelijk
collegegeld en cursusgeld. Kan de regering toelichten wat hiermee wordt bedoeld?
De leden lezen dat ervoor is gekozen om te werken met de gemiddelde inflatie over
een jaar in plaats van het gemiddelde over drie jaar, waar eerder sprake van was.
De leden vinden het belangrijk dat de kosten voor studenten zoveel mogelijk moeten
worden beperkt. Kan de regering toelichten waarom hiervoor is gekozen?
2.2 Hardheidsclausule
De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting een mogelijke situatie
waarbij het uitsluiten van het toetsingsinkomen in de hardheidsclausule leidt tot
een onevenredig gevolg. Kan de regering ook mogelijke situaties schetsen waarin dit
zou kunnen spelen bij de begrippen «partner» en «vreemdeling»? Daarnaast vragen de
leden hoe de Kamer geïnformeerd gaat worden over het toekomstig gebruik van de hardheidsclausule
door DUO.
De leden lezen in de bijgevoegde beslisnota van 22 augustus 202211 dat wordt voorgesteld de hardheidsclausule anticiperend op de wetswijziging alvast
toe te passen. Is dit uiteindelijk gebeurd? Zo ja, in welke brief is de Kamer daar
uiteindelijk over geïnformeerd?
3. Gevolgen voor studenten en instellingen
3.1 Gevolgen voor studenten
De leden van de D66-fractie lezen dat het niet mogelijk is om de verhoging van het
lesgeld in 2023–2024 nog aan te passen. De leden zien het gevaar dat dit voor sommige
mbo-studenten een drempel kan opwerpen om door te studeren. Ziet de regering mogelijkheden
om studenten die het nodig hebben tegemoet te komen? Ziet de regering mogelijkheden
op het gebied van financiële ondersteuning vanuit gemeente? Zou het beter onder de
aandacht brengen van het mbo-studentenfonds oplossing kunnen bieden?
De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Voor |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.