Brief regering : Appreciatie beslispunten initiatiefnota D66 ‘Sneller uit de schulden’
36 260 Initiatiefnota van het lid Kat over sneller uit de schulden
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 februari 2023
Tijdens de begrotingsbehandeling SZW (Handelingen II 2022/23, nr. 28, item 22, Handelingen II 2022/23, nr. 30, items 6 en 16) heeft mevrouw Kat mij haar initiatiefnota «Sneller uit de schulden» overhandigd
(Kamerstuk 36 260, nr. 2). Op 19 december jl. heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
de Minister voor Rechtsbescherming en mij gevraagd om een kabinetsreactie op deze
initiatiefnota.
Allereerst wil het kabinet zijn waardering uitspreken voor de nota en de oplossingsrichtingen
die worden aangedragen. Uit de initiatiefnota spreekt een grote ambitie om mensen
met problematische schulden sneller te helpen en weer toekomstperspectief te bieden.
In de nota wordt gesteld dat dit een nieuwe manier van omgaan met schulden vraagt.
Schulden zijn niet alleen een aangelegenheid tussen schuldenaar en schuldeiser, maar
zijn ook een maatschappelijk probleem. En daarin geven wij mevrouw Kat gelijk. We
moeten echt naar het grotere geheel kijken en de verschillende belangen in samenhang
bezien. Zoals in de brief is aangegeven betrekken wij de voorstellen die worden gedaan
bij de verdere uitwerking van de maatregelen. Hieronder wordt kort per beslispunt
uit de initiatiefnota een reactie gegeven.
Beslispunt 1
De regering geeft gemeenten de mogelijkheid om een schuldregeling bindend te maken
als twee derde van de schuldeisers akkoord is. Pas als dat niet lukt of schuldeisers
in beroep gaan komt de rechter in beeld, die alsnog een dwangakkoord kan opleggen.
Reactie kabinet
Het onderliggende probleem is dat schuldhulptrajecten vaak lang duren doordat schuldeisers
niet of laat reageren. Het kabinet bereidt een wetsvoorstel voor waarmee schuldeisers
een bindende reactietermijn krijgen om te reageren op een voorstel voor een schuldregeling.
Als een schuldeiser niet, te laat of negatief reageert, kan de gemeente vervolgens
de rechter verzoeken een dwangakkoord op te leggen. Met deze aanpak kunnen we snel
resultaat boeken. Het wetsvoorstel wordt begin 2023 uitgestuurd voor consultatie.
Een bindende reactietermijn heeft momenteel de voorkeur boven het beslispunt van D66,
waarvoor nieuwe regelgeving ontwikkeld zou moeten worden.
Met de belangrijkste schuldeisers heeft de NVVK voor haar leden nu al convenanten
afgesloten over collectief schuldregelen. Daarnaast maken gemeenten afspraken met
lokale schuldeisers. De schuldeiser geeft daarmee blind akkoord op een voorstel voor
een schuldregeling, als die volgens de afgesproken methode is opgesteld, waardoor
tijd wordt uitgespaard.
Beslispunt 2
De duur van het schuldhulpverleningstraject wordt maximaal 36 maanden. Hierbij wordt
maximaal 24 maanden afgelost. Er kan twaalf maanden worden gewerkt aan stabilisatie.
Bij uitzondering kan deze periode worden verlengd met nog eens zes maanden.
Reactie kabinet
In bijgaande Kamerbrief (Kamerstuk 24 515, nr. 677) wordt voorgesteld om, in lijn met de verkorting van de Wettelijke schuldsanering
natuurlijke personen (Wsnp), de aflostermijn van een minnelijke schuldhulpverleningstraject
te halveren van 36 naar 18 maanden. Dat moet uiteraard wel gepaard gaan met goede
begeleiding én nazorg, aangezien een duurzame oplossing voor de financiële problemen
wordt nagestreefd.
Als onderdeel van de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden is de inzet om de totale
duur van schuldhulpverleningstrajecten te verkorten door mensen eerder hulp aan te
bieden als de schulden nog niet zijn geëscaleerd. Dit is beoogd door een aantrekkelijk
hulpaanbod te bieden dat mensen willen accepteren. Daarnaast kijkt de Minister voor
Rechtsbescherming naar de mogelijkheden vanuit de incassoketen om doorverwijzing naar
hulpverleners te stimuleren door middel van een sociaal tarief. De Minister voor Armoedebeleid,
Participatie en Pensioenen werkt met NVVK, CJIB en gemeenten aan de ontwikkeling van
een landelijke pauzeknop die op verschillende momenten en door verschillende stakeholders
kan worden ingezet. Met deze pauzeknop wordt aan schuldeisers gevraagd om een vrijwillige
opschorting van de incassomaatregelen. Hierdoor wordt in een zo vroeg mogelijk stadium
schuldenrust voor de schuldenaar gecreëerd en schaderust voor de schuldeiser.
Beslispunt 3
De regering werkt de kwaliteitseisen voor schuldhulpverlening verder uit, waarin ten
minste is opgenomen welke inspanningsverplichting er is voor schuldenaren tijdens
het aflossen, welke vermogensbestanddelen worden geliquideerd en door wie, hoe de
opbrengsten worden verdeeld, welke nazorg er nog door gemeenten geboden moet worden
en hoe de bezwaarprocedure bij de gemeente er uit ziet. Ook wordt in de kwaliteitseisen
de rol van de regisseur nader uitgewerkt.
Reactie kabinet
Het kabinet vindt kwalitatief goede dienstverlening onontbeerlijk. Op basis van de
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zijn gemeenten al verplicht om een plan op te
stellen waarin maatregelen worden beschreven om de kwaliteit van schuldhulpverlening
te borgen. Het verder uitwerken van kwaliteitseisen sluit aan bij ons voornemen om
nog voor de zomer een plan uit te werken met gemeenten en stakeholders om het bereik
van de gemeentelijke schuldhulpverlening flink te vergroten. Hierbij kan gedacht worden
aan het beter leren van elkaar, of het anders organiseren van beleidsvorming of uitvoering.
Bij de verdere uitwerking zal ook het voorstel van mevrouw Kat worden betrokken.
Beslispunt 4
De regering werkt uit dat alle gemeenten gebruik maken van saneringskredieten en aangesloten
zijn op het waarborgfonds saneringskredieten. Werken met saneringskredieten wordt
de standaard bij alle schuldregelingen.
Reactie kabinet
Het kabinet steunt dit voorstel. Vorig jaar is reeds een belangrijke stap gezet. Het
kabinet heeft in totaal 30 miljoen beschikbaar gesteld voor het Waarborgfonds saneringskredieten.
Dit fonds is vorig jaar gestart. De NVVK en VNG ondersteunen gemeenten bij het aanbieden
van saneringskredieten en het aansluiten op het waarborgfonds. Ambitie uit de Aanpak
geldzorgen, armoede en schulden is dat ongeacht waar je woont je een saneringskrediet
kunt krijgen als dit past bij je persoonlijke situatie.
Beslispunt 5
De regering organiseert een centrale registratie van schuldhulpverleningstrajecten,
zodat er beter gemonitord en gecontroleerd kan worden op kwaliteit en effectiviteit.
Reactie kabinet
De monitoring van schuldhulpverlening moet verbeteren om te kunnen sturen op het doel
het aantal huishoudens met problematische schulden te halveren. Sinds 1 januari 2021
worden schuldhulpverleningstrajecten bij BKR geregistreerd. Knelpunt is dat nog niet
alle gemeenten die informatie aan BKR doorgeven. De Minister voor Armoedebeleid, Participatie
en Pensioenen is hierover in gesprek met onder meer VNG. Daarnaast is de VNG, in samenwerking
met Divosa, de NVVK en het CBS, bezig met de optimalisatie van dataverzameling en
datadeling over armoede en schulden in het kader van het project «Datadelen Armoede
en schulden». Dit project richt zich op het vergroten van de effectiviteit van het
lokale en landelijke armoede- en schuldenbeleid door optimalisatie van datadeling.
Het doel van het verbeterde datadelen is dat actuele informatie hoogfrequent beschikbaar
komt voor beleidsmakers en uitvoeringsorganisaties om zo de armoede- en schuldenaanpak
effectiever te maken.
Beslispunt 6
De regering werkt uit of de regisseur doorzettingsmacht kan krijgen bij onder andere
de rijksoverheid (CJIB, DUO, CAK, UWV, Belastingdienst en SVB) en rechtbanken om juridische
drempels weg te halen die in de weg staan van een schuldregeling.
Reactie kabinet
De gemeente voert de regie op schuldhulpverlening en heeft doorzettingsmacht georganiseerd,
bijvoorbeeld met convenanten over schuldhulpverlening met de uitvoeringsorganisaties
van de rijksoverheid. Een goede samenwerking en betrokkenheid van verschillende overheidspartijen
is hierbij van groot belang. Daarnaast hebben gemeenten mogelijkheden om gegevens
op te vragen en om de rechter om een dwangakkoord te verzoeken als schuldeisers weigeren
om mee te werken aan een schuldregeling. De rijksuitvoerders1 werken, o.a. in de clustering Rijksincasso, nauw samen als het gaat om de aanpak
van schuldenproblematiek. Bij de doorontwikkeling van de clustering Rijksincasso werken
de rijksuitvoerders samen aan een betere afstemming in de inningsfase. Een betere
samenwerking aan het begin van het innings- en incassoproces kan voorkomen dat er
later beslag moet worden gelegd wanneer er sprake is van betalingsonmacht. Ze doen
ook mee in de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden. We zijn continue met alle betrokken
partijen in gesprek om (juridische) drempels weg te nemen, bijvoorbeeld voor gegevensuitwisseling.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen