Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 279 Wijziging van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen in verband met de toevoeging van een elfde gemeente aan het experiment
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 3 februari 2023
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend
onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende
door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
ALGEMEEN DEEL
1
1.
Inleiding
2
2.
Hoofdlijnen van het experiment
3
3.
Internationaal- en Europeesrechtelijke aspecten
6
4.
Toezicht en handhaving
6
5.
Regeldrukgevolgen en gevolgen doenvermogen burgers
7
6.
Financiële gevolgen
7
ALGEMEEN DEEL
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Wet experiment
gesloten coffeeshopketen in verband met de toevoeging van een elfde gemeente aan het
experiment (hierna: het wetsvoorstel). De leden van de VVD-fractie merken op dat het
wetsvoorstel ziet op de toevoeging van een elfde gemeente aan het experiment gesloten
coffeeshopketen en daarmee uitvoering geeft aan het coalitieakkoord. Aangezien het
wetsvoorstel uitvoering geeft aan het coalitieakkoord, kunnen genoemde leden instemmen
met het wetsvoorstel. Zij stellen de regering nog wel een aantal vragen over het wetsvoorstel,
het proces tot nu toe en de gewijzigde planning.
De leden van de D66-fractie hebben met enigszins gemengde gevoelens kennisgenomen
van de wijziging van het wetsvoorstel. Deze leden pleiten namelijk al zeer geruime
tijd voor het legaliseren en reguleren van de gehele coffeeshopketen. Deze leden zijn
van mening dat het huidige gedoogbeleid achterhaald en schadelijk is voor de volksgezondheid
en de veiligheid, en niet helpt in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben hierover
nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij
hebben behoefte aan het stellen van nadere vragen.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben
zich van meet af aan tegen dit experiment gekeerd en zijn ook tegen de uitbreiding
van het experiment met een elfde gemeente. De leden van de SGP-fractie hebben nog
de nodige vragen over de voorgestelde wetswijziging.
1. INLEIDING
De leden van de D66-fractie zijn positief over het feit dat de regering conform het
coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst», de wetswijziging
om een grote stad toe te voegen naar de Kamer heeft gestuurd. Tegelijkertijd maken
deze leden zich ernstige zorgen over de opgelopen vertraging van het experiment. Deze
vertraging zorgt ervoor dat de overige doelstellingen met betrekking tot experiment
ook deze kabinetsperiode niet lijken te kunnen worden gerealiseerd.
De leden van de D66-fractie zijn daarom van mening dat naast deze wijziging tevens
gekeken moet worden welke wijzigingen nog meer nodig zijn om conform de brief van
de regering d.d. 2 december 20221 wezenlijke stappen te maken met de uitvoering van het experiment. Deze leden vragen
de regering hoe zij concreet van plan is om de achterstand met dit experiment in te
halen. Daarom willen deze leden de regering nog enkele kritische vragen stellen die
ook betrekking hebben op andere delen van het experiment en de samenhang met onderhavig
wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie constateren dat het eerste legale wietexperiment nog steeds
op zich laat wachten. Klopt het dat de huidige planning nu niet eerder dan 2024 is?
Hoe vaak en hoe lang is dit experiment inmiddels vertraagd? Waarom heeft dit allemaal
zo lang op zich laten wachten? Worden er nog verdere vertragingen verwacht? Waaruit
blijkt wat de regering betreft de politieke wil om hier nu echt mee aan de slag te
gaan?
De leden van de SP-fractie zien tegelijkertijd dat een aantal gemeenten wel duidelijk
aangeven klaar te zijn voor de invoering van het experiment, te weten Breda en Tilburg.
Klopt het dat zij wel gewoon door mogen gaan met de invoering per februari 2023? Is
de regering van plan deze aanloopfase actief te volgen? Zou een succesvolle aanloopfase
wat de regering betreft kunnen zorgen voor een versnelling van het proces voor de
andere gemeenten, inclusief de nieuw toe te voegen gemeente?
De leden van de SGP-fractie lezen dat op korte termijn criteria worden vastgesteld
voor de beoordeling van de uitkomst van de experimenten op het gebied van criminaliteit,
volksgezondheid en preventie. Deze leden constateren dat fase 1 van het experiment
al reeds gestart is met het aanwijzen van gemeenten en telers. Deze leden vragen de
regering hoe het mogelijk is dat een experiment reeds gestart is zonder dat de voorwaarden
voor de beoordeling vastgesteld zijn. Wat staat daarover in het contract met telers
en gemeenten?
Deze leden constateren eveneens dat met de nog vast te stellen beoordeling van de
uitkomst van de experimenten een kosten-batenanalyse gemaakt zal moeten worden. Kan
de regering aangeven welke kosten er reeds gemaakt zijn? Verwacht de regering dat
de balans van de kosten tegenover de baten dit experiment op 0 zal blijven staan?
De leden van de SGP-fractie lezen dat de uitkomst van het experiment leidend is. De
leden van de SGP-fractie vragen de regering waarvoor de uitkomst leidend is. Voor
het kabinetsstandpunt inzake het gedoogbeleid? Deze leden verzoeken de regering dit
nader te specificeren.
2. HOOFDLIJNEN VAN HET EXPERIMENT
2.1 Opzet experiment en huidige stand van zaken
De leden van de VVD-fractie stellen dat in het coalitieakkoord een intensievere, actievere
en effectievere preventieaanpak is afgesproken, in het bijzonder om kwetsbare jongeren
te beschermen tegen problematisch drugsgebruik. Welke maatregelen zijn daar tot nu
toe voor getroffen en hoe verhoudt de uitvoering van deze passage zich tot het experiment?
In verband met de gewijzigde planning kan de rapportage over de eerste meting niet
meer in 2024 worden opgeleverd, zo lezen de leden van de VVD-fractie in de brief van
2 december 2022 en in de memorie van toelichting. De regering en de onderzoekers stellen
dat er nog geen betrouwbaar beeld kan worden gegeven van de gevolgen op korte termijn.
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat de kans van slagen van het experiment
wordt vergroot wanneer zorgvuldigheid wordt betracht en steunen de regering om zoveel
mogelijk multidisciplinaire wetenschappelijke kennis te vergaren over de effectiviteit
van het experiment.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het onderzoeksconsortium in september 2021 is
begonnen met het in kaart brengen van de nulmeting. Is de nulmeting inmiddels afgerond
en zo nee, waarom duurt het zo lang om de nulmeting af te ronden?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de huidige stand van zaken van
het experiment. Deze leden merken op dat de regering optimistisch is dat het toevoegen
van een elfde gemeente niet per definitie leidt tot verdere vertraging van het experiment.
Deze leden merken op dat de voorbereidingsfase veel meer tijd in beslag neemt voor
de tien gemeenten waar reeds over besloten is. Kan worden toegelicht op welke wijze
verdere vertraging wordt voorkomen, en hoe in de voorbereiding – aantal telers, nulmetingen,
etcetera – wordt geanticipeerd op het toevoegen van de elfde gemeente? Voorts vragen
deze leden de regering hoe wordt ingezet op versnelling om de al ontstane achterstand
in te halen. Welke eventuele wetswijzigingen zouden aan deze doelstelling kunnen bijdragen,
en zou de regering bereid zijn om die in onderhavig wetsvoorstel bij de nota van wijziging
toe te voegen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen van de regering
om in het eerste kwartaal van 2024 te starten met een experimenteerfase, en tegelijkertijd
in 2024 te komen met een kabinetsstandpunt op basis van een evaluatieverslag. Kan
de regering toelichten hoe zij, gezien het krappe tijdpad, een kabinetsstandpunt inneemt
en wat de status hiervan zal zijn?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat doel van het experiment is om op basis
van de opgedane kennis en ervaring inzicht te verkrijgen of het mogelijk is een gesloten
coffeeshopketen te realiseren met op kwaliteit gecontroleerde hennep en wat de effecten
daarvan zijn. Zij vragen de regering wat de gevolgen zijn van de toevoeging van een
extra gemeente in deze fase voor de methodologie van het experiment. Welke stappen
zijn nu reeds gezet en hoe wordt voorkomen dat toevoeging van een elfde gemeente een
negatieve impact heeft op de meetbaarheid van resultaten? Deze leden zijn benieuwd
hoe de Begeleidings- en evaluatiecommissie en het onderzoeksconsortium over voorliggende
uitbreiding adviseren. Tot slot op dit punt vragen zij naar de gevolgen voor de uitgevoerde
nulmeting.
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat er 2 december 2022 negen telers waren
aangewezen. Zij vragen de regering aan te geven welke gevolgen toevoeging van een
elfde gemeente heeft voor de aangewezen telers, zeker wanneer dit een stad zal zijn
met een groter bereik. Zullen, ook met uitbreiding van het aantal gemeenten, de telers
zich nog steeds onverkort aan de gestelde voorwaarden moeten houden en wordt dit ook
gecontroleerd?
De leden van de SGP-fractie lezen dat aangewezen telers en andere personen die aan
dit experiment meedoen, zoals vervoerders, niet strafbaar zijn zolang zij zich houden
aan de eisen die aan die handelingen bij of krachtens de Wet experiment gesloten coffeeshopketen
zijn gesteld. De leden van de SGP-fractie vragen de regering wat de consequenties
zijn van een schending van de voorwaarden indien één van de partners zich niet houdt
aan de voorwaarden. Worden er dan coffeeshops gesloten? Er wordt dan van het experiment
afgeweken en dat kan de zuiverheid van de uitkomsten in gevaar brengen. Deze leden
vragen tevens of er ten tijde van het experiment factoren denkbaar zijn die het onderzoek
dusdanig kunnen verstoren dat het experiment wordt stopgezet. Heeft de regering een
scenario klaarliggen over de stappen die genomen worden indien de georganiseerde criminaliteit
de keten binnendringt?
De leden van de SGP-fractie lezen dat gedurende het experiment deelnemende coffeeshophouders
geen hennep mogen verkopen die zij buiten de gesloten keten hebben verkregen. De leden
van de SGP-fractie vragen de regering hoe hier toezicht op gehouden wordt, met welke
intensiteit en op welke wijze. Voorts vragen deze leden wat de consequenties zijn
als coffeeshophouders zich hier niet aan houden.
De leden van de SGP-fractie lezen dat na afloop van de experimenteerfase weer teruggekeerd
zal worden naar het oude regime. De leden van de SGP-fractie vragen de regering hoe
zich dit verhoudt met de rechtszekerheid. Deze leden vragen tevens wat er gebeurt
met de telers en hun faciliteiten. Worden zij voor de duur van de eventuele omzetting
naar geldende wetgeving gecompenseerd en worden de faciliteiten geheel verwijderd?
De leden van de SGP-fractie lezen dat het WODC in september 2021 begonnen is met de
nulmeting, om de situatie voorafgaand aan het experiment in kaart te brengen. Is deze
nulmeting reeds beschikbaar? De leden van de SGP-fractie vragen de regering verder
of er inmiddels al een einddoel van het experiment geformuleerd is.
2.2 Keuze deelnemende gemeenten
De leden van de D66-fractie zijn in de zomer per brief geïnformeerd over de stand
van zaken met betrekking tot de bankenproblematiek van de telers. Deze leden merken
op dat zij nog steeds wachten op een concrete oplossing voor de door Landelijk Bureau
BIBOB getoetste telers om toegang krijgen tot een bankrekening. Deze leden vragen
de regering op welke wijze wordt voorkomen dat eventuele extra telers voor de elfde
gemeente tegen dezelfde bankenproblematiek aanloopt en het experiment nog verder wordt
vertraagd. Indien geen extra telers hoeven te worden aangewezen naar de mening van
de regering, kan zij toelichten op basis van welke analyse zij tot dit besluit gekomen
is?
De leden van de SGP-fractie lezen dat bij de totstandkoming van de Wet experiment
gesloten coffeeshopketen het vorige kabinet een in duur en omvang beperkt experiment
voorstond, waarvan de resultaten en effecten nauwgezet gevolgd en geëvalueerd worden.
Deze leden constateren dat er inmiddels sprake is van een uitbreiding van deze ambitie
en zij vragen de regering of dit de laatste (voorziene) uitbreiding is of dat er nog
meer uitbreidingen verwacht kunnen worden.
De leden van de SGP-fractie lezen dat wat de uitbreiding van het experiment betreft
er een afweging heeft plaatsgevonden waarbij verschillende invalshoeken zijn betrokken.
Zo is de spanning met het geldende Europese recht en de zorgen bij buurlanden over
mogelijke grensoverschrijdende effecten nadrukkelijk meegewogen bij de selectie van
gemeenten. De leden van de SGP-fractie vragen de regering of zij uiteen kan zetten
waar deze zorgen uit bestaan en waarom is gekozen om deze koers te varen. Hoe is dit
besluit tot stand gekomen en welke onderzoeken liggen hieraan ten grondslag?
De leden van de SGP-fractie lezen dat coffeeshophouders in deelnemende gemeenten niet
de mogelijkheid hebben om al dan niet mee te doen. De leden van de SGP-fractie vragen
wat de consequentie is voor weigerende coffeeshophouders. Worden deze coffeeshops
gesloten? En hoe worden afzonderlijke coffeeshophouders gedurende en in aanloop naar
het experiment op de hoogte gesteld van de geldende voorwaarden?
2.3 Toevoeging van een elfde gemeente
De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich grote zorgen over de berichten dat
twee gemeenten, Breda en Tilburg, op eigen houtje willen starten met het wietexperiment.
Zij vinden dit zeer onwenselijk gezien hiermee ongelijke situaties worden gecreëerd.
Ook zien zij dat vanuit een aantal deelnemende gemeente zeer fel wordt gereageerd
op dit voornemen. Het zou leiden tot bevoorrechting van specifieke telers en tot verschillende
handhavingsregimes. De leden van de ChristenUnie-fractie spreken hun begrip uit voor
deze zorgen van burgemeesters uit andere deelnemende gemeenten en vragen de regering
om een reactie op deze zorgen. Specifiek vragen zij hoe hier vanuit politie en overige
handhaving naar wordt gekeken. Ook vragen zij naar de methodologische gevolgen voor
het experiment wanneer een ongelijk startmoment zou worden gehanteerd.
De leden van de ChristenUnie-fractie spreken hun zorgen uit dat de gemeenten die zich
hebben aangemeld als elfde gemeente enkel willen deelnemen indien wordt afgeweken
van de voorwaarden die aan de andere tien gemeenten zijn gesteld. Zij vragen de regering
om welke voorwaarden het gaat. Genoemde leden stelt het niet gerust dat de regering
aangeeft dat «de consequenties voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van een
eventuele aanpassing van de voorwaarden en voor de monitoring en effectmeting» verder
dienen te worden uitgewerkt. Zij vragen de regering hoe vanuit andere gemeenten wordt
gereageerd op deze wens.
De leden van de SGP-fractie lezen dat twee grote gemeenten interesse in deelname kenbaar
hebben gemaakt, ieder onder voorbehoud van een voorwaarde die een afwijking betekent
van het kader voor de huidige tien deelnemende gemeenten. De leden van de SGP-fractie
vragen de regering of een afwijking van de voorwaarden een mogelijkheid is om toch
deel te kunnen nemen. Zo ja, geldt deze afwijking van de voorwaarden dan voor alle
deelnemende gemeenten of is slechts één gemeente uitgezonderd? Deze leden constateren
tevens dat een afwijking van de reeds gestelde voorwaarden in strijd is met de voorwaarden
waar dit experiment aan samenhangt. Hoe kunnen de uitkomsten van dit experiment dan
nog leidend zijn? Kunnen de andere deelnemende gemeenten nu ook voorwaarden stellen
aan hun deelname?
3. INTERNATIONAAL- EUROPEESRECHTELIJKE ASPECTEN
De leden van de VVD-fractie zijn met de regering van mening dat het experiment naar
verwachting nieuwe wetenschappelijke inzichten zal opleveren. Is de regering bereid
om ook te bezien in hoeverre het onderzoeksconsortium kan onderzoeken of er in 2024
of 2025 gegevens beschikbaar zijn van de regulering van hennep in andere landen, zodat
de Nederlandse situatie waar mogelijk kan worden vergeleken met andere landen? De
leden van de VVD-fractie vragen hierbij specifiek naar de situatie in Duitsland en
de situatie in Californië, waar de laatste tijd steeds meer artikelen beschikbaar
komen over de onverwachte negatieve gevolgen van de regulering van hennep aldaar.
In verband met dat laatste vragen de leden van de VVD-fractie een reactie op het artikel
hierover dat is verschenen in de Los Angeles Times.2
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de verkenning om op lokaal niveau
alvast van start te gaan met het experiment. Deze leden onderstrepen het belang van
draagvlak voor het experiment en zijn positief gestemd dat de regering dit verkent
en eventueel gebruik wil maken van een aanloopfase.
De leden van de SGP-fractie lezen dat het toevoegen van een elfde gemeente aan het
experiment niet leidt tot een ander oordeel wat betreft het al dan niet in lijn zijn
met de internationaal- en Europeesrechtelijke regels op dit onderwerp. De leden van
de SGP-fractie vragen de regering of het toevoegen van een substantieel groter aantal
deelnemers deze afweging anders zou maken.
4. TOEZICHT EN HANDHAVING
De leden van de VVD-fractie lezen dat op de naleving van de Wet experiment gesloten
coffeeshopketen en de daarop gebaseerde regelgeving toezicht wordt gehouden door de
Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: IJenV), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(hierna: NVWA) en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten, ieder voor hun eigen
verantwoordelijkheid. Zijn hier ook nadere afspraken over gemaakt, om te voorkomen
dat er versnippering van het toezicht plaatsvindt? En kan de regering specifiek aangeven
of er één toezichthouder is belast met het toezicht op de geslotenheid van de hele
keten, en zo ja, welke? Voorts vragen de leden van de VVD-fractie welke wettelijke
grondslag voor de gegevensverwerking en gegevensuitwisseling zal worden gebruikt om
gegevens te verwerken en uit te wisselen tussen de toezichthouders. En wat is de wettelijke
grondslag voor het onderzoeksconsortium om gegevens te verwerken?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het handhaving- en toezichtinstrumentarium.
Deze leden vragen de regering op welke wijze en wanneer deelnemende stakeholders zoals
de telers, transporteurs en coffeeshophouders hierover zijn geïnformeerd en voldoende
worden ondersteund in de voorbereiding. Deze leden vragen de regering om hierover
een stand van zaken te geven.
De leden van de ChristenUnie-fractie zien dat voorliggend voorstel een forse uitbreiding
van de reikwijdte van het toezicht door de landelijke toezichthouders behelst. Zeker
wanneer een zeer grote stad zal worden toegevoegd, zal dat veel en ook andere zaken
vragen van de handhavende partijen dan voor de reeds aangemelde steden. Zij vragen
de regering of en hoe het modelsanctiebeleid en het bestaande handhavingsarrangement
zijn toegespitst op een zeer grote stad. Zij vragen de regering om een reflectie hierop
en welk advies daartoe gevraagd is aan de betreffende handhavende instanties en dat
te delen.
De leden van de SGP-fractie lezen dat naast de IJenV en de NVWA de burgemeesters van
de deelnemende gemeenten, ieder voor hun eigen verantwoordelijkheid verantwoordelijk
zijn. Deze leden vragen de regering hoe voorkomen wordt dat er in iedere deelnemende
gemeente een afwijkend handhavingsbeleid wordt gevoerd. Deze leden constateren tevens
dat de burgemeester belast is met het openbaar gezag en daarbij ook de politie kan
opdragen te gaan handhaven. De leden van de SGP-fractie vragen in hoeverre dit voor
een extra belasting van de politiecapaciteit zorgt.
De leden van de SGP-fractie lezen dat het wetsvoorstel zorgt voor een uitbreiding
van de reikwijdte van het toezicht door de landelijke toezichthouders. Deze leden
constateren dat dit leidt tot een verminderde capaciteit op andere belangrijke zaken.
De leden van de SGP-fractie vragen de regering of en hoe hier rekening mee gehouden
is.
De leden van de SGP-fractie vragen tevens aandacht voor het feit dat de mogelijkheid
bestaat dat huidige leveranciers van coffeeshops hun afzetmarkt zien krimpen en verhaal
gaan halen bij de deelnemende coffeeshops. Dit kan leiden tot een ordeverstoring dan
wel een gevaar voor de veiligheid. Is hier voldoende rekening mee gehouden en is er
voldoende oog hiervoor bij toezichthoudende instanties?
5. REGELDRUKGEVOLGEN EN GEVOLGEN DOENVERMOGEN BURGERS
De leden van de SGP-fractie lezen dat met het toevoegen van een elfde gemeente de
productiecapaciteit van de huidige tien telers omhoog zal moeten gaan om aan de vraag
te voldoen. De leden van de SGP-fractie vragen of deze telers hogere kosten gaan maken
nu zij mogelijk extra faciliteiten moeten aanschaffen om aan een hogere productie
te komen.
De leden van de SGP-fractie lezen dat coffeeshophouders gevestigd in de elfde gemeente
zich dienen te houden aan de voor het experiment geldende regels. De leden van de
SGP-fractie vragen de regering of dit betekent dat aan het afwijken van een voorwaarde
niet wordt tegemoetgekomen?
6. FINANCIËLE GEVOLGEN
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat wat betreft de financiële gevolgen van het
wetsvoorstel er pas inzicht kan worden gegeven na de aanwijzing van de elfde gemeente.
Gelet op het feit dat er al enige vergelijkbare gemeenten deelnemen aan het experiment,
wat is de laatste inschatting van de regering wat dit ongeveer zou gaan kosten?
De leden van de VVD-fractie ontvangen graag ook een overzicht van de regering van
alle kosten die tijdens de voorbereidingsfase van het experiment vanaf 2017 zijn gemaakt
en de laatste raming van de verwachte kosten van de experimenten.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering naar een inschatting van de
financiële gevolgen van uitbreiding. Eventueel kan dit in scenario’s van een 100.000+-gemeente
en een 250.000+-gemeente. Zij denken daarbij aan bijvoorbeeld gemeentelijke toezichthouders,
maar ook het landelijke bureau Bibob en preventie- en verslavingszorg.
Deze leden onderstrepen tot slot dat de memorie van toelichting hier stelt dat ook
in de nieuw deelnemende gemeente de regels van het experiment voor alle coffeeshophouders
gelden.
De leden van de SGP-fractie lezen dat er pas meer inzicht in de financiële gevolgen
kan worden gegeven bij aanwijzing van de deelnemende elfde gemeente. Deze leden constateren
dat voor het uitvoeren van een wetswijziging zicht moet zijn op de kosten hiervan.
Deze leden constateren voorts dat tot op heden niet inzichtelijk is wat de kosten
voor dit experiment bedragen en dat dit niet is meegenomen in de begroting. Deze leden
maken zich zorgen over het niet volgen van de begrotingskaders. Kan de regering hierop
reflecteren?
De voorzitter van de vaste commissie, Smals
De adjunct-griffier van de vaste commissie, Heller
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Tegen |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Tegen |
CDA | 5 | Tegen |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Tegen |
DENK | 3 | Tegen |
FVD | 3 | Voor |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Tegen |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.