Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Beleidsadvies Landsadvocaat over handhaving PAS-meldingen en instellen onafhankelijke commissie
2023D03082 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande
fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Natuur
en Stikstof over haar brief van 23 december 2022 «Beleidsadvies Landsadvocaat over
handhaving PAS-meldingen en instellen onafhankelijke commissie» (Kamerstuk 35 224, nr. 218).
De voorzitter van de commissie,
Geurts
De adjunct-griffier van de commissie,
Holtjer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Deze leden
zijn van mening dat deze ondernemers, die te goeder trouw hebben gehandeld, door overheidsfalen
nog altijd groot onrecht wordt aangedaan. Kabinet en Kamer hebben de zwaarwegende
verantwoordelijkheid om een oplossing te zoeken voor deze duizenden schrijnende situaties.
Het is vanuit die verantwoordelijkheid dat deze leden hebben gemeend de landsadvocaat
per motie om het onderliggende advies te vragen. Het is pijnlijk en enorm frustrerend
opnieuw te constateren dat het oplossen van de meldingenproblematiek zo ongelooflijk
complex is. Desondanks zijn deze leden van mening dat dit het parlement en kabinet
niet ontslaat van de verplichting om te blijven zoeken naar oplossingen voor deze
gedupeerden.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de landsadvocaat twee opties geeft waarmee
in bepaalde gevallen van handhaving zou kunnen worden afgezien. Te weten: het opstellen
van een ecologische onderbouwing of het inzichtelijk maken welke andere maatregelen
worden getroffen. Motivering op individueel dossierniveau is nodig. Kan de Minister
aangeven op welke wijze provincies op dit moment op individueel dossierniveau kijken
naar de legalisering van PAS-melders? Deze leden hebben de indruk dat in de praktijk
vooral wordt gekeken naar generieke oplossingen, hetgeen een grotere impact heeft
en dus complexer is. Hoe vaak heeft motivering op individueel dossierniveau reeds
plaatsgevonden en in hoeveel gevallen heeft die geleid tot legalisering? Ook vragen
deze leden of de reeds ingestelde ecologische autoriteit op afzienbare tijd gaat leiden
tot meer ecologische onderbouwingen en gaat dit, indien dit het geval is, dan ook
op afzienbare tijd leiden tot meer legaliseringen van PAS-melders? Deze leden constateren
namelijk dat uit jurisprudentie vooral blijkt dat de rechter afziet van vergunningverlening
wanneer «niet kan worden uitgesloten dat beschermde natuur significant verslechtert».
Hoe kijkt de Minister naar de interpretatie door deze leden dat dit klinkt als een
uitspraak die met name voortkomt uit onwetendheid vanuit de rechtspraak over de ecologische
onderbouwing, anders dan dat met zekerheid kan worden gesteld dat vergunningverlening
in bepaalde gevallen leidt tot significante verslechtering? Graag ontvangen deze leden
een reactie.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de landsadvocaat voorts stelt dat verwerving
van stikstofruimte door provincies, afhankelijk van de concrete maatregel of regeling,
al dan niet wordt gezien als staatssteun. Hoe kijkt de Minister naar de beleidsdiscrepantie
tussen de noodzaak van Nederland om zich als lidstaat van de Europese Unie te houden
aan Europese wet- en regelgevingmaar bij het nemen van maatregelen die noodzakelijk
zijn om te voldoen aan die wet- en regelgeving wordt beperkt door staatssteunregelgeving?
Voert de Minister hierover het gesprek met de Europese Commissie en, zo ja, wordt
hier meegezocht naar oplossingen? Deze leden constateren dat privaatrechtelijke rechtspersonen
wel in staat zijn om eigenstandig stikstofruimte te verwerven. Denk hierbij aan de
Koninklijke Schiphol Group. Hoe denkt de Minister over de mogelijkheid voor provincies
om ook een dergelijke privaatrechtelijke rechtspersoon op te richten om zodoende op
legale wijze stikstofruimte te kunnen verwerven en in te zetten voor legalisering
van PAS-melders? Dergelijke constructies zien we ook op gemeentelijk niveau, bijvoorbeeld
bij gemeentelijke grondbedrijven waarin proactief grondbeleid wordt gevoerd. Graag
ontvangen deze leden een reactie.
De leden van de VVD-fractie constateren met dat het afgeven van een garantstelling
door provincies mogelijk is zodat PAS-melders financiering kunnen krijgen om stikstofruimte
aan te kopen. Wel stelt de landsadvocaat dat dit moet passen binnen het provinciale
beleid. Kan de Minister aangeven of dit in alle twaalf provincies past binnen het
provinciale beleid en, indien dit niet het geval is, om welke provincies het hier
gaat? Is de Minister bereid om een richtlijn voor provincies op te stellen die voorschrijft
op welke wijze het afgeven van een garantstelling wel mogelijk is? Deze leden zien
het als een opsteker dat de financiële sector heeft aangegeven mogelijkheden te zien
om op basis van garantstellingen financiering te verstrekken. Welke stappen heeft
de Minister inmiddels gezet om deze mogelijkheden met de sector te verkennen en welke
stappen gaat zij daartoe nog zetten?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Kamer eerder de motie van het lid Van
Campen (Kamerstuk 33 037, nr. 467) aannam die de regering verzocht om met een voorstel te komen waarin ammoniakruimte,
die ontstaat door het voorgeschreven afbouwpad, binnen de derogatiebeschikking tot
2026 kan worden ingezet voor de vergunningverlening van PAS-melders. Hoeveel minder
mest zal hierdoor worden uitgereden en tot hoeveel ammoniakemissiereductie zal dit
leiden? Eerder informeerde het kabinet de Kamer dat deze emissiereductie niet mag
worden ingezet voor legalisering van PAS-melders. In welke wet- en regelgeving staat
dit? Deze leden vernemen dit graag zo gedetailleerd mogelijk.
De leden van de VVD-fractie vragen tot slot nogmaals aandacht voor de situatie van
enkele PAS-melders in Hardenberg. In enkele gevallen blijkt namelijk dat de provincie
voor wat betreft bedrijfsactiviteiten het referentiejaar 1989 hanteert, terwijl na
dit jaar nog bedrijfsuitbreidingen hebben plaatsgevonden. Betreffende ondernemers
hebben zich bij deze bedrijfsuitbreidingen namelijk gebaseerd op de niet meer in werking
zijnde 8.40 algemene maatregel van bestuur (AMvB) onder het vroegere Besluit landbouwbedrijven
milieubeheer en onder het daaropvolgende overgangsrecht van het Activiteitenbesluit.
Mochten veehouders onder deze niet meer in werking zijnde regelgeving inderdaad hun
veestapel uitbreiden en zo ja, met welke omvang mocht dit? Zou het mogelijk kunnen
zijn dat deze veehouders onterecht niet onder het overgangsrecht zijn geschaard, waardoor
nu als referentiejaar niet wordt uitgegaan van het moment van uitbreiding onder de
toen geldende regelgeving, maar van het jaar 1989, waardoor dus niet slechts de PAS-melding
legalisering behoeft, maar alle uitbreiding sinds 1989? Is de Minister bereid uit
te zoeken of betreffende bedrijven mogelijk onterecht niet onder het overgangsrecht
van het Activiteitenbesluit zijn komen te vallen en daardoor nu in grote problemen
verkeren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van onderhavige stuk. Deze leden
hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat zo snel mogelijk stikstof moet worden
gereduceerd in het belang van de natuur, het bouwen van huizen en het legaliseren
van PAS-melders. Deze leden lezen dat de Minister een onafhankelijke commissie wil
instellen. Hoe staat het met het instellen van deze commissie? Daarnaast vragen zij
een update hoe het staat met het legaliseren van PAS-melders. Zijn inmiddels meer
melders gelegaliseerd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben
nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat in de inleiding van de brief wordt verwezen
naar de € 250 miljoen die door dit kabinet beschikbaar werd gesteld voor het legalisatieprogramma
van PAS-melders. Wanneer er wordt uitgegaan van 2.488 PAS-melders die zich hebben
gemeld in het legalisatieprogramma, dan komt dit neer op een bestedingsruimte van
circa € 100.000 per PAS-melder. Hierover hebben de leden een aantal vragen. Allereerst
is de vraag welke kosten onder die € 250 miljoen kunnen worden gemaakt. Is dat enkel
de aankoop van stikstof of is dat ook het investeren in emissiearme stalsystemen,
waardoor sommige bedrijven ook wel kunnen worden gelegaliseerd? Daarnaast vragen deze
leden hoeveel PAS-melders reeds middels die € 250 miljoen zijn gelegaliseerd en hoeveel
daarbuiten. Indien daarbuiten: op welke manier heeft de legalisatie dan plaatsgevonden?
De leden van de CDA-fractie lezen dat er twee manieren zijn waarop bevoegde gezagen
kunnen afzien van handhaving: middels een ecologische onderbouwing of het inzichtelijk
maken welke andere maatregelen worden getroffen, waardoor in het concrete geval van
handhaving af zou kunnen zien. Kan de Minister aangeven wat de status van het desbetreffende
bedrijf wordt wanneer één van deze twee manieren wordt toegepast? Is het bedrijf dan
voor de wet nog illegaal, maar wordt het gedoogd?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister voornemens is om voor de PAS-melders,
waarbij een handhavingsverzoek dreigt, uit te zoeken of één van de twee bovengenoemde
manieren ervoor kan zorgen dat er niet hoeft te worden gehandhaafd. Zo ja, op welke
manier gaat de Minister hier uitvoering aan geven?
Zo niet, waarom niet? Is een financiële vergoeding mogelijk zodat desbetreffende PAS-melders
dit dan zelf kunnen onderzoeken?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de landsadvocaat stelt dat van handhaving in
concrete gevallen kan worden afgezien door inzichtelijk te maken welke maatregelen
worden getroffen. Overijssel, door de landsadvocaat als voorbeeld genoemd, heeft die
op haar eigen landbouwgronden een bemestingsverbod ingesteld voor het jaar 2023. De
nieuwe derogatiebeschikking zorgt ervoor dat de ruimte voor dierlijke mest in Nederland
afneemt, zeker ook rondom N2000-gebieden. Kan deze maatregel niet dienen als onderbouwing
voor het afzien van handhaving, net als in Overijssel? Zo nee, waarom niet?
De leden van de CDA-fractie vragen of de de Minister kan aangeven hoe zij het antwoord
op de derde vraag, of het voor provincies mogelijk is om zelf stikstofruimte te verwerven,
interpreteert. Is het voor bevoegde gezagen mogelijk om een actief agrarisch bedrijf
op te kopen en de stikstofruimte die daarbij vrijkomt in te zetten voor het legaliseren
van PAS-melders? Is de Minister bereid om uit te zoeken op welke manier dit kan voldoen
aan de voorwaarden voor externe saldering en de staatssteunregels? Als dit mogelijk
is, hoeveel stikstofruimte is er dan exact nodig om de PAS-melders de legaliseren?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het afgeven van een garantstelling aan banken,
zodat PAS-melders financiering kunnen krijgen om stikstofruimte te kopen in beginsel
mogelijk is. Kan de Minister toezeggen dat zij op zeer korte termijn deze optie volledig
heeft uitgewerkt en deelt met de Kamer? Zo ja, binnen welke termijn? Zo niet, waarom
is de Minister hier niet toe bereid?
De leden van de CDA-fractie lezen dat er wordt geëindigd met een passage over het
nog op te richten schadeloket waar schadeclaims door PAS-melders kunnen worden ingediend.
Stel dat een PAS-melder zelf maatregelen heeft getroffen om van handhaving af te zien
door het aankopen van ammoniakrechten. Daardoor heeft de PAS-melder een ontvankelijke
aanvraag bij het bevoegd gezag liggen. Kan hij de gemaakte kosten en de advieskosten
die hiermee eveneens zijn gemoeid vergoed krijgen via dit schadeloket? Stel dat een
PAS-melder zelf maatregelen heeft getroffen om van handhaving af te zien door het
voornemen om, na goedkeuring door het bevoegd gezag, te investeren in een emissiearm
stalsysteem, waardoor de PAS-melder een ontvankelijke aanvraag bij het bevoegd gezag
heeft liggen. Kan hij de nog te maken kosten voor de investering in het emissiearme
stalsysteem en de advieskosten die zijn gemoeid met zijn aanvraag vergoed krijgen
via dit schadeloket?
De leden van de CDA-fractie benadrukken nogmaals dat het legaliseren van boeren die
zonder eigen schuld in de problemen zijn gekomen wat hen betreft de allerhoogste prioriteit
heeft.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties hebben kennisgenomen van het onderhavige
stuk. Dit roept enkele vragen op.
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie lezen in de brief van de Minister dat
inmiddels zeven PAS melders zijn gelegaliseerd. Er zijn nog 2453 te gaan. Gezien het
feit dat deze PAS-melders sinds 2,5 jaar deels onvergund werken en er dus sprake is
van een illegale situatie is de voortgang uitermate traag. Dat is vervelend voor de
betrokken boeren, maar ook strijdig met de beginselen van de rechtsstaat. De beginselen
van onze rechtsstaat zijn hier in het geding en de overheid zal moeten handhaven om
de illegale situatie te beëindigen. Deelt de Minister dit uitgangspunt?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties constateren dat de motie van het lid
Van Campen c.s. (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 26) politiek-inhoudelijk vooral betrekking had op de wens van een aantal partijen om
in het geval van PAS-melders af te zien van handhaving, de beginselen van de rechtsstaat
terzijde te schuiven en het economisch belang van de betrokken 2453 ondernemers voor
te laten gaan op het algemeen belang. Deelt de Minister de mening van de GroenLinks-
en PvdA-fracties dat het advies van de landsadvocaat heel duidelijk uitspreekt dat
dit juridisch gezien geen optie is? Is de Minister van mening dat het niet-handhaven
of gedogen dan ook bestuurlijk en politiek niet langer houdbaar is? Als niet-handhaven
niet kan en legaliseren niet lukt, wat blijft er dan over?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties vragen hoe de Minister denkt dat het
niet-handhaven van illegale situaties voor de één maar het wel handhaven voor de anderuitwerkt
op het vertrouwen van burgers in de overheid en de rechtsstaat? Deelt de Minister
de conclusie van de landsadvocaat dat het particuliere economische belang van de betrokken
boeren niet het algemeen belang is en daarom niet kan worden afgezien van handhaving?
Deelt de Minister de conclusie van de GroenLinks- en PvdA-fracties dat er, mede gezien
de schamele zeven legalisaties tot nu toe, ook geen concreet zicht is op legalisatie
op korte termijn? Deelt de Minister ten slotte dat het vooruitzicht op legalisatie
dan ook geen reden voor een gedoogsituatie kan zijn?
De leden van de GroenLinks-fractie verwachten dat de komende weken of maanden het
aantal handhavingsverzoeken flink zou kunnen toenemen, zeker gezien het heldere advies
van de landsadvocaat. Hoe zal hierop worden gereageerd door de provincies en het Rijk?
Wordt tegemoet gekomen aan die verzoeken? Zullen overheden proberen om met juridische
en bestuurlijk obstructie besluitvorming te vertragen? Zullen overheden het aan laten
komen op rechtszaken, wetende dat deze kansloos zijn? Is hier overleg over met provincies?
Zijn er afspraken of een gezamenlijke lijn?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties zien echter een generieke maatregel die
wél werkt en met spoed zekerheid kan bieden voor de boeren en PAS-melders die klem
zitten. Deze leden blijven het bizar vinden dat er recent onder de neus van PAS-melders
stikstofruimte is weggekocht door Schiphol Group en Rijkswaterstaat, waar het kabinet
zelf sturing aan geeft. Het blijft deze leden een raadsel waarom er nadrukkelijk niet
is gekozen om deze stikstofruimte in te zetten voor PAS-melders.Hoeveel stikstofruimte
is er vrijgekocht door Schiphol Group en Rijkswaterstaat? De behoefte aan stikstofruimte
voor PAS-melders verschilt sterk regionaal, maar is wel bekend. Hoeveel PAS-melders
kunnen met deze stikstofruimte worden gelegaliseerd? Hoeveel van de PAS-melders waartegen
rechtszaken lopen, hadden met deze stikstofruimte kunnen worden geholpen?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties zullen zich blijven uitspreken tegen
de keuze om luchtvaart en snelwegen prioriteit te geven boven boeren die de dupe zijn
geworden van het beleid. Dit is niet te rijmen met de door de Kamer uitgesproken prioriteiten
om PAS-melders te legaliseren en de natuur te herstellen. Enkel het feit dat het deze
organisaties vrijstaat om dit te doe is wat deze leden betreft geen goede reden om
de stikstofruimte niet elders in te zetten. Het kabinet is grootaandeelhouder van
Schiphol Group en geeft sturing aan Rijkswaterstaat, dus het anders inzetten van de
stikstofruimte moet met enige politieke wil mogelijk zijn. Vindt de Minister het niet
wenselijk om stikstofruimte te gebruiken om PAS-melders te legaliseren, in plaats
van het opzetten van een ingewikkelde vergoedingsregeling? Verwacht de Minister dat
deze wijze van maatwerk uitvoerbaar is? Hoe lang verwacht de Minister met de huidige
snelheid, nodig te hebben om alle PAS-melders te legaliseren en /of tegemoet te komen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van de motie van het lid Van Campen
c.s. (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 26) over de adviesvraag aan de landadvocaat over het afzien van handhaving van de PAS-melders
en het daarop volgende advies. Deze leden vonden de motie van Van Campen c.s. onbehoorlijk,
omdat het oproept tot het zoeken naar geitenpaadjes binnen de democratische rechtsstaat.
In het advies bevestigt de landsadvocaat nogmaals dat Nederland een stevige beginselplicht
tot handhaving kent, wat betekent dat een bevoegd gezag (in dit geval de provincie)
móet handhaven bij een wettelijke overtreding. Deze leden nemen aan dat de indieners
van de motie hier bekend mee waren, maar de motie slechts hebben ingediend om de agrarische
sector en PAS-melders stroop in de mond te smeren. Deze leden hopen dat er met het
duidelijke advies van de landsadvocaat niet langer naar geitenpaadjes zal worden gezoch
om niet te hoeven doen wat nodig is. Deze leden benadrukken dat door maatregelen behaalde
«stikstofwinst» eerst naar de overbelaste natuur dient te gaan, en daarna naar het
legaliseren van PAS-melders.
De leden van de PvdD-fractie vinden het uiteraard ook uiterst treurig dat ondernemers
tijdens de looptijd van het PAS (2015–2019) door de overheid zijn voorgehouden dat
zij hun bedrijf zonder problemen uit konden breiden, door slechts een melding te doen
bij de provincie. Deze leden rekenen dit de kabinetten Rutte-II en -III dan ook zeer
aan. Deze kabinetten werden aan alle kanten gewaarschuwd dat het PAS niet wettig was
en geen stand zou houden. Toch heeft het tot de hoogste bestuursrechter moeten komen
voordat het PAS viel. Hoe beoordeelt de Minister dit? Denkt zij dat de PAS-melders
een dienst is bewezen door hen destijds te laten uitbreiden? Erkent zij dat het beter
was geweest als dit niet was gebeurd?De enorme moeite die het de overheid nu kost
om de PAS-melders alsnog van een natuurvergunning te voorzien bewijst volgens deze
leden dat de uitbreidingen waar een melding voor was gedaan nooit hadden mogen worden
toegestaan. De meeste natuurgebieden zijn ver overbelast en er is simpelweg geen stikstofruimte
meer voor verdere vervuilende activiteiten. Die was er ook niet in 2015. Als die waarheid
eerder onder ogen was gezien waren er nu geen schrijnende gevallen van PAS-melders
geweest. Deelt de Minister die conclusie?
De leden van de PvdD-fractie roepen de Minister op om, al dan niet met de provincies,
de PAS-melders in rap tempo individueel te beoordelen. Volgens deze leden moeten hierbij
ten minste de volgende vragen beantwoord worden. Is het bedrijf een piekbelaster op
een met stikstof overbelast natuurgebied? Ligt het bedrijf op een plek die volgens
de oorspronkelijke Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zeer waardevol zou zijn als het
natuur zou worden? In hoeverre draagt het bedrijf bij aan schade voor het klimaat?
In welke mate belast het bedrijf de gezondheid van omwonenden, bijvoorbeeld op het
gebied van stank en fijnstof?
Draagt het bedrijf in verhoogde mate bij aan het risico op zoönosen, zoals beschreven
in het rapport Bekedam?1 In welke mate voldoet, of werkt het bedrijf reeds toe naar een «dierwaardige veehouderij»?
Is het bedrijf grondgebonden en in welke mate is het circulair (door bijvoorbeeld
geen krachtvoer van buiten de EU te gebruiken)?
De leden van de PvdD-fractie verzoeken de Minister op basis van een dergelijke beoordeling
te besluiten of een PAS-melder toekomstbestendig is, waardoor kan en moet worden ingezet
op legalisatie,door bijvoorbeeld een andere piekbelaster uit te kopen, of dat het
in het kader van natuur, klimaat, dierenwelzijn en gezondheid noodzakelijk is om te
handhaven en de PAS-melder, tegen een billijke compensatie, te laten stoppen. Kan
de Minister hier uitgebreid op reageren?
De leden van de PvdD-fractie benadrukken dat de veehouderij voor een zeer ingrijpende
transitie staat en dat het, op basis van de genoemde aspecten, niet mogelijk zal zijn
om alle PAS-melders te legaliseren. Deelt de Minister dat het in het belang van de
boeren is om hier eerlijk en duidelijk over te zijn, en hen geen onrealistische beloftes
meer te doen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier gaat zij dit duidelijk maken
aan de agrarische sector?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie maken zich grote zorgen over de uitvoering van het programma
voor het legaliseren van PAS-knelgevallen. Deze leden dringen aan op spoedige uitvoering
van opkoopregelingen en inzet op emissie reducerende maatregelen op het boerenerf.
Zij hebben nog enkele vragen naar aanleiding van onder meer het advies van de landsadvocaat.
De leden van de SGP-fractie horen graag hoe de Minister aankijkt tegen de mogelijkheid
om als Rijk renteloze leningen te verstrekken aan PAS-knelgevallen voor aankoop van
stikstofruimte.
De leden van de SGP-fractie constateren dat verschillende provincies huiverig zijn
om extern salderen toe te passen, dan wel open te stellen in verband met het additionaliteitsvereiste.
Dat belemmert het proces om PAS-knelgevallen te legaliseren. Hoe wordt er samen met
provincies aan gewerkt om extern salderen weer toe te passen? Deze leden constateren
dat de regering toewerkt naar halvering van de stikstofuitstoot. In hoeverre acht
de Minister het mogelijk om via het bestemmen van maximaal 50 procent van de stikstofruimte
voor salderen bij externe saldering te voldoen aan het genoemde additionaliteitsvereiste?
De leden van de SGP-fractie constateren dat voor Schiphol en infrastructuurprojecten
de stikstofruimte van boerderijen is opgekocht. In hoeverre is daarbij vastgesteld
of voldaan is aan het additionaliteitsvereiste, zo vragen deze leden.
De leden van de SGP-fractie lezen dat van handhaving kan worden afgezien als kan worden
vastgesteld dat het natuurbelang veel minder zwaar weegt dan de belangen die pleiten
tegen handhaving, zoals het handelen ter goeder trouw. Daarvoor is een ecologische
onderbouwing nodig om te laten zien dat de minimale deposities van individuele PAS-knelgevallen
niet voor aantasting van betrokken natuurwaarden zorgen. Welke mogelijkheden ziet
de Minister om op basis van de beschikbare natuurdoelanalyses en aanvullende ecologische
analyses in individuele gevallen,al dan niet gebundeld),deze onderbouwing te leveren
en vergoedingen te verstrekken voor het opstellen van deze analyses?
De leden van de SGP-fractie horen graag welke mogelijkheden de Minister ziet om infrastructuurprojecten,
maar ook grote woningbouwprojecten, vooral te vergunnen via de ADC-toets en beschikbare
stikstofruimte op korte termijn zoveel mogelijk in te zetten voor het legaliseren
van PAS-knelgevallen.
De leden van de SGP-fractie horen graag wat de mogelijkheden zijn om van handhaving
bij PAS-knelgevallen af te zien met een beroep op de depositiereductie als gevolg
van de snelheidsmaatregel (100 kilometer per uur).
De leden van de SGP-fractie constateren dat in het kader van de Maatregel Gerichte
Aankoop al enkele landbouwbedrijven zijn opgekocht. Hoe wordt deze stikstofruimte
ingezet? Wordt ervoor gezorgd dat PAS-knelgevallen snel hiermee geholpen kunnen worden?
De leden van de SGP-fractie zien mogelijkheden voor financiële ondersteuning van PAS-knelgevallen
ten behoeve van het verwerven van stikstofruimte. Deze leden denken aan bijvoorbeeld
aan een tegemoetkoming voor het leasen van stikstofruimte, waardoor de de-minimis
grens voor staatssteun niet overschreden wordt. Welke mogelijkheden ziet de Minister
hiervoor?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de agenda van het onderhavige stuk
en heeft daarover nog enkele vragen.
Het lid van de BBBfractie wil graag weten of,nu er rondom Natura2000-gebieden gronden
al minder mogen worden bemest het niet mogelijk is deze ruimte in te zetten ter saldering
voor PAS-melders. De provincie Overijssel is immers reeds begonnen met het vergunnen
van projecten door ruimte vanuit vrijgekomen emissie- en depositieruimte door bemestingsreductie.
Rondom Natura 2000-gebieden wordt straks emissie- en depositiereductie bewerkstelligd
door een lagere bemestingsnorm Hoe verhoudt de ruimte die straks vrijkomt zicht tot
de vereiste ruimte die nodig is voor legalisering PAS- melders? Dit lid ontvangt graag
een overzicht van de geraamde «stikstofdepositie-opbrengsten» versus de benodigde
ruimte voor PAS- melders. Ook hoort dit lid graag de onderbouwing van de mogelijkheden
die de Minister ziet om deze bemestingsreductie voor legalisering of vrijstelling
in te zetten.
Het lid van de BBB-fractie is daarnaast benieuwd wat de Minister onderneemt om ervoor
te zorgen dat de evenredigheidstoets wordt aangepast conform de menselijke maat. Deelt
de Minister de mening dat het ongekend onrecht is dat, zoals het advies van de landsadvocaat
stelt, «financiële belangen, zoals een faillissement, niet dusdanig zwaarwegend zijn
dat zij in de weg staan aan handhaving». Dit lid constateert dat we in een tijd leven
waarin is gebleken dat ook de rechtspraak soms een verkeerde lijn volgt ingegeven
door rigide wetgeving, waarbij de menselijke maat volledig uit het oog verloren is.Zie
het voorbeeld van de kinderopvangtoeslagaffaire. Wat vindt de Minister van het feit
dat PAS- melders over het algemeen zeer weinig tot vrijwel geen depositie veroorzaken
in Natura 2000-gebieden, terwijl in dergelijke gebieden stikstof zelfs slechts één
van de vele drukfactoren is waardoor natuur mogelijk zou kunnen verslechteren? Kan
het zijn dat hier net zoals bij de kinderopvangtoeslagaffaire sprake is van te rigide
wetgeving en normen, waardoor het evenredigheidsbeginsel hier de menselijke maat volledig
uit het oog verliest? Dit lid is van mening dat er niet één PAS-melder zal zijn die
individueel de veroorzaker is van verslechtering van welk habitattype dan ook. Bovendien
is de depositie van deze PAS-melder niet nieuw. Het betreft bedrijven die al sinds
jaar en dag bestaan en emissie en depositie op dat Natura 2000-gebied veroorzaken.Van
verslechtering zal derhalve geen sprake zijn: het betreft «bestaand gebruik».
Het lid van de BBB-fractie vraagt tot slot of PAS-melders, die zelf rechten hebben
aangekocht, zich voor de gemaakte kosten kunnen aanmelden bij het schadeloket om deze
op die wijze met terugwerkende kracht te kunnen krijgen gecompenseerd.
II Antwoord / Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.L. Geurts, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
A. Holtjer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.