Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op verzoek commissie inzake de aanwijzingsprocedure van een lokale publieke media-instelling (Kamerstuk 32827-273)
2022D55491 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Staatssecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 22 november 2022 inzake reactie op verzoek
commissie over de aanwijzingsprocedure van een lokale publieke media-instelling (Kamerstuk
32 827, nr. 273).
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie
Bosnjakovic
Inhoud
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
– Inbreng van de leden van de VVD-fractie
– Inbreng van de leden van de CDA-fractie
– Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie
– Inbreng van de leden van de SGP-fractie
II Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie heeft met interesse kennisgenomen van de voorgelegde stukken
en hebben geen verdere vragen naar aanleiding van deze stukken.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief inzake
«Reactie op verzoek Vaste Kamercommissie OCW betreffende brief van de gemeenteraad
van Pijnacker-Nootdorp over de aanwijzingsprocedure van een lokale publieke media-instelling».
Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie vragen wat reden is dat de beoogde wetswijziging om een
voorkeursadvies van de gemeenteraad te beëindigen bij het kiezen van één lokale publieke
media-instelling, als er meer gegadigden zijn, pas per 1 januari 2025 in werking kan
treden. Welke tijdpad is er voorzien voor dit wetstraject? Wat beoogt de Staatssecretaris
te regelen met deze wetswijziging? Waarom spreekt de Staatssecretaris over een minder
bepalende rol van gemeenten om te beoordelen welke lokale omroep in aanmerking komt
en niet over het beëindigen van de adviesrol van gemeenteraden? Waar in de Mediawet
is geregeld dat gemeenteraden een voorkeursadvies geven bij het kiezen van één lokale
omroep, als er meer gegadigden zijn, zo vragen zij.
Voorts vragen deze leden wat het Commissariaat voor de Media gaat regelen in de beleidsregel
die ze nu aan het afronden is. Is de Staatssecretaris bereid deze beleidsregel aan
de Kamer te doen toekomen, zo vragen zij.
Tot slot vragen de leden van de CDA-fractie of de Staatssecretaris zicht heeft op
hoeveel gemeenteraden tot de inwerkingtreding van de beoogde wetswijziging te maken
krijgen met de aanwijzingsprocedure van een lokale publieke media-instelling. Wat
voor oplossing heeft de Staatssecretaris voor de gemeenten die nu of in de nabije
toekomst met het dilemma zitten met deze aanwijzing, zo vragen zij.
Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp van
mening is dat er een afhankelijkheid tussen media en politiek ontstaat in de huidige
situatie waarin gemeenteraden gevraagd wordt een voorkeur voor een lokale omroep uit
te spreken middels een voorkeursadvies. De leden herkennen de zorg van de gemeente.
Onafhankelijke journalisten en media zijn van vitaal belang voor een open samenleving
en het goed functioneren van onze democratische rechtsstaat. Lokale media zijn cruciaal
voor de lokale nieuwsvoorziening en de lokale democratie en dienen wat deze leden
dan ook versterkt te worden. De Staatssecretaris schreef eerder dit jaar dat zij de
positie van lokale omroepen ook wil versterken, onder andere door gemeenten minder
bepalend te laten zijn bij de beoordeling welke organisatie in aanmerking komt om
een lokale publieke omroep te worden. De leden van de genoemde fractie lezen in de
brief van de Staatssecretaris dat de Kamer binnenkort geïnformeerd wordt over dit
nader uitgewerkte beleid op mediagebied. De leden vragen de Staatssecretaris of zij
meer duidelijkheid kan geven wanneer deze uitwerking komt en of zij al meer kan delen
over de uitwerking.
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de Staatssecretaris daarnaast schrijft
dat het Commissariaat voor de Media een beleidsregel aan het afronden is, waarin de
huidige procedure inzichtelijk wordt weergegeven. Hoewel de voornoemde leden het belang
inzien van een inzichtelijke weergave, vragen zij of dit geen verwarring kan opleveren
bij gemeenten als de Staatssecretaris binnenkort met beleidswijzigingen komt.
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de reactie
van de Staatssecretaris op de aanwijzingsprocedure voor lokale omroepen. Deze leden
zou graag vernemen wat het voornemen van het kabinet om te komen tot een minder bepalende
rol voor gemeenten concreet betekent voor de elementen van de huidige procedure.
De leden van deze fractie constateren dat gemeenten op dit moment zelf hun toetsingscriteria
mogen formuleren, ook als het gaat om vragen hoe de instelling in de maatschappij
staat. Onderkent de Staatssecretaris dat het juist ten aanzien van de media en meningsvorming
risicovol kan zijn dat een overheid criteria kan stellen over de manier waarop burgers
in de maatschappij staan? Zou het niet ten minste zo moeten zijn dat bij zulke gevoelige
thema’s eenduidigheid bestaat in de criteria, zodat de mogelijkheden om toegang te
krijgen tot het bestel niet per gemeenten verschillen.
De leden van de SGP-fractie vragen hoe de Staatssecretaris het risico beoordeelt dat
de rol van de gemeente om een oordeel te vellen over de maatschappelijke positionering
van omroepen onbedoeld een voedingsbodem kunnen vormen van ongewenste vormen van lobby
en beïnvloeding. Worden ook alternatieven verkend om vanuit lokaal perspectief een
oordeel te kunnen vellen over de maatschappelijke verworteling van omroepen, zo vragen
zij.
II Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.